PLAYBOOK. BeeBall. Een spelletje voor de toekomst

Transcriptie

1 PLAYBOOK BeeBall Een spelletje voor de toekomst Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond Wattbaan -9 9 ML Nieuwegein telefoon + (0)0-0 fax + (0)0- versie: ::

2 SINGLE B (B) meter op bank positie en meter meter meter teams Bestaan uit maximaal veldspelers waarbij grotere teams zijn toegestaan, max. spelers (zie wisselen/speleinde), echter niet meer dan tegelijk in het veld. opstelling van de veldspelers moet als achtervanger fungeren, als er met veldspelers wordt gespeeld, en zich voor de opstellen op een veilige en niet hinderlijke plaats buiten het speelveld (dus tegenover de man). Indien er met veldspelers gespeeld wordt kan men er voor kiezen om de positie achtervanger niet te bezetten. Andere veldspelers staan voor de opgesteld achter de honklijn die zo een denkbeeldige veiligheidslijn vormt. Maximaal spelers mogen direct aan de lijn staan de rest staat duidelijk verder in het veld. De partij bevindt zich in de wachtplaats. Spelers moeten iedere een plaats (inclusief de wachtplaats) doorschuiven en mogen dus niet gedurende de wedstrijd op twee keer op dezelfde plaats staan tenzij er meer en gespeeld worden dan er spelers zijn. speelveld Hoek van 0 graden alle zijden meter. Op drie meter een zichtbare tiplijn. Andere lijnen worden gevormd door de honken en pilon. De wachtplaats dient minimaal meter aan de rechterzijde van de plaats gecreëerd te zijn. doel Meer punten scoren dan de medestander door; -8

3 op een goed geen bal, tussen de twee honken heen en weer te rennen en zoveel mogelijk te scoren. Het tellen begint bij het verst gelegen honk. regels Inkomen: ) De man krijgt een onbeperkt aantal pogingen om vanaf de batting-tee een geldige te plaatsen. a) Bij TOSS een beperking van pogingen (vgl. honkbal) toestaan, waarbij een e fout uiteraard niet telt. Na pogingen gemist te hebben mag de man x van de batting-tee afslaan, is deze tee- mis is de man uit. ) Een goed geen bal passeert de veiligheidslijn tussen honk en pilon of blijft liggen (cq. wordt aangeraakt) voorbij de tiplijn in de driehoek. Een bal die in vlucht (dus zonder eerst de grond te raken) de driehoek verlaat, moet binnen de denkbeeldige verlengde zijden van de driehoek de grond of een persoon raken. N.B. : Een geen bal kan dus gerust voor de tiplijn stuiten of er overheen rollen. N.B. : De velders mogen op het moment van contact van de bal met de knuppel voorbij de veiligheidslijn komen om de bal te verwerken. ) Na een goed geen bal kan men scoren door de honken aan te raken. Beginnend bij het verst gelegen honk. Beperking hierbij is dat als men getikt wordt met de bal (evt. in de handschoen) tussen de honken al zijn behaalde punten van die beurt verliest. Met andere woorden indien je geen contact hebt met het honk mag je worden uit getikt waarbij je jouw punten op dat moment verliest. Een beurt eindigt dus veilig met behoud van punten altijd met een tikactie op een honk. (Het loslaten of doorschieten geeft dus alsnog de veldpartij de kans iemand uit te maken.) ) Als de veldpartij een tikpoging doet mag men niet uitwijken van de honklijn. Terugkeren naar een reeds aangeraakt honk is toegestaan. ) Alle mensen krijgen minimaal beurt per (zie wisselen/speleinde) Uitmaken: ) De verdediging probeert het scoren van punten te voorkomen/beperken door: a) Een vangbal te maken. De man is onmiddellijk uit! Het spel is dood, de honkloper gaat terug naar de wachtplaats. b) De man met de bal (evt. in de handschoen) te tikken zonder dat hij contact heeft met een honk. (de man is uit en behaalt géén punten). Het spel is dood, de honkloper gaat terug naar de wachtplaats. c) De man met de bal (evt. in de handschoen) te tikken op één van de honken (de man is in en behoud behaalde punten). Het spel is dood, de honkloper gaat terug naar de wachtplaats. ) Een veldspeler mag een honkloper alléén in zijn loopweg hinderen als hij in bezit van de bal is. Wisselen/Speleinde ) Beide teams krijgen een vooraf bepaald gelijk aantal beurten. ) Afhankelijk van de organisatievorm: a) Indoortoernooien: á beurten. Meerdere speelrondes van 0 tot 0 minuten incl. uitloop. b) Driekampen: tot beurten. Wedstrijdjes van 0 minuten. ) Een halve is beëindigd als alle spelers van de partij een beurt gehad hebben (dus ook de spelers die niet in het veld stonden opgesteld. Een team bestaat uit maximaal spelers). a) Mocht één van beide teams minder spelers hebben, dan slaat één speler een extra keer. (Zodat er een gelijk aantal beurten ontstaan voor beide teams.) Dit moet elke beurt een andere speler zijn. (Toelichting: per beurt schuift men steeds een plaatsje op, zo ook met de veldpositie. Zie scoreformulier) verklaring van de keuzes Hoe kleiner het aantal en het speelveld, des te meer balcontacten (m.n. swings) in een wedstrijd. -8

4 Dit verhoogt naast het plezier ook het vaardigheidsniveau van alle deelnemers (dus niet alléén van de goede). Daarnaast verkort je aanzienlijk de wachttijd en de daarmee samenhangende problematiek. Tevens minder organisatie problemen ten aanzien van accommodatie en tijdsbeperkingen. Op een beetje (gras)veld zet je al snel of veldjes uit (het outfield gedeelte kan gerust overlappend zijn). Coaching in aantal ook beperkter omdat coach van de bank af alles kan managen (veiligheid, stimuleren, motiveren, corrigeren, instrueren en evt. scoren). Door te kiezen om het spel te bevriezen door een tikactie ben je direct af van het oneffectieve, zonder een poging een loper uit te maken, teruggooien naar de brander. De keuze voor slechts één honkloper te gelijk, maakt het spel voor de veldpartij overzichtelijker. Later bij betere gooi en vangbeheersing komt men pas tot het maken van verdedigende keuzes (zie DOUBLE B en verder). Omdat het op een verre te gemakkelijk en dus niet stimulerend is om een rondje te lopen hier de wat on- honk/softbalse oplossing voor punt per honk. Denk wel bedoeld voor () en jarigen! Eenvoudige afspraken te maken over mix vormen met betrekking het gebruik van een batting tee en een toss bal. materiaal thuisplaat veldhonken pilonnen meetlint batting-tee bank (wachtplaats) 8 inch softtouch ball -8

5 DOUBLE B (BB) meter meter meter op bank positie en meter teams Bestaan uit maximaal veldspelers waarbij grotere teams zijn toegestaan, max. spelers (zie wisselen/speleinde), echter niet meer dan tegelijk in het veld. opstelling van de veldspelers moet als achtervanger fungeren, als er met veldspelers wordt gespeeld, en zich voor de opstellen op een veilige en niet hinderlijke plaats buiten het speelveld (dus tegenover de man). Indien er met veldspelers gespeeld wordt kan men er voor kiezen om de positie achtervanger niet te bezetten. Andere veldspelers staan voor de opgesteld achter de honklijn die zo een denkbeeldige veiligheidslijn vormt. Maximaal spelers mogen direct aan de lijn staan de rest staat duidelijk verder in het veld. De partij bevindt zich in de wachtplaats. Spelers moeten iedere een plaats (inclusief de wachtplaats) doorschuiven en mogen dus niet gedurende de wedstrijd op twee keer op dezelfde plaats staan tenzij er meer en gespeeld worden dan er spelers zijn. speelveld Hoek van 0 graden alle zijden meter. Op drie meter een zichtbare tiplijn. Andere lijnen worden gevormd door de honken. De wachtplaats dient minimaal meter aan de rechterzijde van de plaats gecreëerd te zijn. -8

6 doel Meer punten scoren dan de medestander door; op een goed geen bal, in aangegeven alle honken aan te raken. regels inkomen: ) De man krijgt een onbeperkt aantal pogingen om vanaf de batting-tee een geldige te plaatsen. a) Bij TOSS een beperking van pogingen (vgl. honkbal) toestaan, waarbij een e fout uiteraard niet telt. Na pogingen gemist te hebben mag de man x van de batting-tee afslaan, is deze tee- mis is de man uit. (fout telt uiteraard niet.) b) Bij COACH-PITCH een beperking van pogingen (vgl. honkbal) toestaan, waarbij een e fout uiteraard niet telt. Na pogingen gemist te hebben mag de man x een TOSS bal slaan, is deze TOSS bal mis is de man uit. (fout telt uiteraard niet.) ) Een goed geen bal passeert de veiligheidslijn tussen honk en pilon of blijft liggen (cq. wordt aangeraakt) voorbij de tiplijn in de driehoek. Een bal die in vlucht (dus zonder eerst de grond te raken) de driehoek verlaat, moet binnen de denkbeeldige verlengde zijden van de driehoek de grond of een persoon raken. N.B. : Een geen bal kan dus gerust voor de tiplijn stuiten of er overheen rollen. N.B. : De velders mogen op het moment van contact van de bal met de knuppel voorbij de veiligheidslijn komen om de bal te verwerken. ) Na een goed geen bal kan men scoren door alle honken in de juiste aan te raken. Het thuishonk moet na het aanraken (scoren) onmiddellijk worden verlaten. ) Als de veldpartij een tikpoging doet mag de honkloper niet uitwijken van de honklijn. Terugkeren naar een reeds aangeraakt honk is toegestaan. ) Bij het honklopen is een sliding naar het honk toegestaan. ) Als men op de eigen nog géén punt scoort, mag men op daaropvolgende en alsnog scoren. Restrictie hierbij is dat honklopers elkaar niet mogen passeren. Als honklopers op een zelfde honk eindigen en beide getikt worden zal de spelleider de juiste honkloper uitgeven. a) In het geval van en zgn. gedwongen loop de voorste loper. b) In het geval van een zgn. ongedwongen loop de achterste loper. Deze wordt in dit geval beschouwd als zijnde de voorste loper te hebben ingehaald. ) Na een vangbal zijn de volgende opties: optie spelvorm nivo de loper spel is a) BB TEE/TOSS gaat terug naar honk dood b) BB CP/TOSS gaat terug naar het honk dood en mag op de weg terug naar het honk uit worden gemaakt c) BBB gaat terug naar het honk en mag op de weg terug naar het honk uit worden gemaakt waarna hij mag lopen op eigen risico levend (TEE = batting-tee, TOSS = tossdrill, CP = coach pitch) 8) Alle mensen krijgen minimaal beurt per (zie wisselen/speleinde) uitmaken: 9) De verdediging probeert het scoren van punten te voorkomen door: a) De man uit te branden op het eerste honk voordat de man het eerste honk bereikt heeft. (de man is uit, behaalt géén punten en moet terug naar de wachtplaats) Het spel gaat door, andere honklopers mogen doorlopen totdat de juiste tikactie hun uit maakt of vastzet op een honk. NB: De man mag in een rechte lijn door/uitlopen op het eerste honk zonder te worden uitgemaakt. Indien hij aanstalten maakt om naar het tweede honk te gaan mag hij uitgetikt worden. b) Een vangbal te maken. De man is onmiddellijk uit! (de man moet terug naar de wachtplaats) -8

7 c) De honkloper met de bal (evt. in de handschoen) te tikken tussen de honken (de man/honkloper is uit, behaalt géén punten en moet terug naar de wachtplaats) d) De honkloper met de bal (evt. in de handschoen) te tikken op één van de honken (de man/honkloper is in en mag na een volgende alsnog doorlopen en proberen te scoren) NB: Als men de voorste speler op deze wijze dwingt te stoppen op een honk is de beurt afgelopen. Als men de achterste loper op deze wijze stopt mag de voorste loper op eigen risico verder. Spelers moeten dus leren kiezen voor het voorkomen van punten of het tegenhouden van lopers. e) Het honk in een zgn. gedwongen loop situatie in het bezit van de bal aan te raken voordat de betreffende honkloper dat honk aanraakt. (de loper is uit en kan dus niet meer scoren). Een gedwongen loop voor evt. lopers vóór de uitgemaakte loper wordt daarmee dus opgeheven. 0) Een veldspeler mag een honkloper alléén in zijn loopweg hinderen als hij in bezit van de bal is. NB: Een speler die dreigt getikt te worden moet in een rechte lijn naar het honk lopen vanaf daar waar de speler zich op dat moment bevindt. Opmerking bij vangbal CP/TOSS. De honkloper moet terug naar honk waar hij begon voordat de bal daar is. Op de terugweg mag hij ook uitgetikt worden. (vervolg op eerdere spelvorm). Bij BBB wordt het; moet terug, mag uitgetikt worden en mag op eigen risico of wacht tot bal gevangen is en gaat dan lopen. wisselen/speleinde ) Beide teams krijgen een vooraf bepaald gelijk aantal beurten. Afhankelijk van de organisatievorm: a) Indoortoernooien: á beurten. Meerdere speelrondes van tot minuten incl. uitloop. b) Driekampen: tot beurten. Wedstrijdjes van 0-0 minuten. ) Een halve is beëindigd als alle spelers van de partij een beurt gehad hebben (dus ook de spelers die niet in het veld stonden opgesteld (Een team bestaat uit maximaal spelers). a) Mocht één van beide teams minder spelers hebben, dan slaat één speler een extra keer. Dit moet elke beurt een andere speler zijn. Zodat er een gelijk aantal beurten ontstaan voor beide teams.) Dit moet elke beurt een andere speler zijn. b) Er is een vooraf vastgestelde. Dit in verband met het feit dat anders steeds de laatste spelers weinig kans maken om te scoren. (Toelichting: per beurt schuift men steeds een plaatsje op, zo ook met de veldpositie. Zie scoreformulier) verklaring van de keuzes Hoe kleiner het aantal en het speelveld, des te meer balcontacten (m.n. swings) in een wedstrijd. Dit verhoogt naast het plezier ook het vaardigheidsniveau van alle deelnemers (dus niet alléén van de goede). Daarnaast verkort je aanzienlijk de wachttijd en de daarmee samenhangende problematiek. Tevens minder organisatie problemen t.a.v. accommodatie en tijdsbeperkingen. Op een beetje (gras)veld zet je al snel of veldjes uit (het outfield gedeelte kan gerust overlappend zijn). Coaching in aantal ook beperkter omdat coach van de bank af alles kan managen (veiligheid, stimuleren, motiveren, corrigeren, instrueren en evt. scoren). Door te kiezen om de honklopers te bevriezen door een tikactie ben je direct af van het oneffectieve, zonder een poging iemand uit te maken, teruggooien naar de brander. De keuze voor maximaal honklopers (meestal maar ) te gelijk, maakt het spel voor de veldpartij overzichtelijker. Nu er een betere gooi- en vangbeheersing is kan men verdedigende keuzes maken (thuis situatie zie BBB). Hier introductie van het principe punt per rondje Eenvoudige mix vormen te maken tussen Tee en Toss of Toss en CP teams / spelers. materiaal thuisplaten veldhonken pilonnen meetlint batting-tee -8

8 bank (wachtplaats) 8 inch softtouch ball 8-8

9 spelers BB TB / CP positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal / CP = coach pitch 9-8

10 spelers BB TB / CP positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal / CP = coach pitch 0-8

11 spelers BB TB / CP positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal / CP = coach pitch -8

12 spelers BB TB / CP ng positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal / CP = coach pitch -8

13 spelers BB TB / CP positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal -8

14 spelers B TB positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal -8

15 spelers B TB ning positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal -8

16 spelers B TB positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal -8

17 spelers B TB positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal -8

18 spelers B TB positie de speler die betreffende speelt en wie er begint met slaan. BT = batting tee / TB = toss bal 8-8