Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD INZAKE BELEGGERSCOMPENSATIESTELSELS /* COM/94/585DEF - COD 94/0471 */

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD INZAKE BELEGGERSCOMPENSATIESTELSELS /* COM/94/585DEF - COD 94/0471 */"

Transcriptie

1 Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD INZAKE BELEGGERSCOMPENSATIESTELSELS /* COM/94/585DEF - COD 94/0471 */ Publicatieblad Nr. C 382 van 31/12/1994 blz Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake beleggerscompensatiestelsels (94/C 382/06) COM(94) 585 def. - COD 471 (Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 14 december 1994) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 57, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie (1), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité, Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag, 1. Overwegende dat de Raad op 10 mei 1993 Richtlijn 93/22/EEG betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen (2) vastgesteld heeft, hierna aan te duiden als de "Richtlijn Beleggingsdiensten"; dat deze richtlijn een essentiële maatregel is voor de totstandbrenging van de interne markt voor beleggingsondernemingen; 2. Overwegende dat met de Richtlijn Beleggingsdiensten de onontbeerlijke harmonisatie tot stand gebracht is, die noodzakelijk is voor de wederzijdse erkenning van vergunningen en van het bedrijfseconomisch toezicht, waardoor het mogelijk wordt één voor de hele Gemeenschap geldige vergunning te verlenen en het beginsel van toezicht in de Lid-Staat van herkomst toe te passen; dat beleggingsondernemingen waaraan in hun Lid-Staat van herkomst vergunning verleend is, op grond van de wederzijdse erkenning alle onder de Richtlijn Beleggingsdiensten vallende werkzaamheden, of een deel daarvan, waarvoor hun vergunning geldt, in de hele Gemeenschap mogen uitoefenen door vestiging van bijkantoren of het vrij verrichten van diensten; 3. Overwegende dat de bescherming van beleggers en het handhaven van het vertrouwen in het financiële systeem belangrijke aspecten van de voltooiing van de interne markt op dit gebied zijn; 4. Overwegende dat in de Richtlijn Beleggingsdiensten regels voor het bedrijfseconomisch toezicht zijn vastgelegd die beleggingsondernemingen te allen tijde moeten naleven, waaronder regels die tot doel hebben de rechten van beleggers met betrekking tot gelden of instrumenten die hun toebehoren, zoveel mogelijk te beschermen; 5. Overwegende dat evenwel geen enkele vorm van toezicht volledig bescherming kan bieden, in het bijzonder wanneer frauduleuze handelingen plaatsvinden; 6. Overwegende dat het derhalve van belang is dat er in elke Lid-Staat een beleggerscompensatiestelsel bestaat, dat ten minste aan de kleine belegger een minimum aan compensatie biedt ingeval een

2 beleggingsonderneming niet in staat is aan haar verplichtingen jegens de beleggende cliënten te voldoen; dat dit thans niet het geval is; 7. Overwegende dat in artikel 9 van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor een Richtlijn Beleggingsdiensten (3) op de lijst van regels voor bedrijfseconomisch toezicht die door beleggingsondernemingen moeten worden nageleefd en waarop door de autoriteiten in de Lid-Staat van herkomst toezicht moet worden gehouden, deelneming aan een algemeen compensatiestelsel ter bescherming van beleggers was opgenomen; dat de Commissie echter in afwachting van nadere harmonisatie van compensatiestelsels voorgesteld heeft bijkantoren onder het in de Lid-Staat van ontvangst geldende compensatiestelsel te laten vallen; 8. Overwegende dat deze tijdelijke oplossing evenwel door alle Lid-Staten verworpen werd ten gunste van een volledig op het land van herkomst gebaseerde benadering, omdat de Lid-Staat van herkomst verantwoordelijk is voor het verlenen van vergunningen aan beleggingsondernemingen en voor het bedrijfseconomische toezicht daarop; dat aangevoerd werd dat toepassing van het beginsel van toezicht in het land van herkomst vereist dat het compensatiestelsel van de Staat van herkomst dekking verschaft voor de in de Lid-Staten van ontvangst door middel van bijkantoren of het vrij verrichten van diensten uitgevoerde werkzaamheden; 9. Overwegende dat algemeen de mening heerste dat de complexe problematiek van de beleggerscompensatiestelsels slechts in een afzonderlijk voorstel voor een richtlijn naar behoren zou kunnen worden geregeld; dat artikel 12 van de Richtlijn Beleggingsdiensten de Lid-Staten niet verplicht een beleggerscompensatiestelsel te hebben, maar slechts verlangt dat de beleggers van eventueel bestaande compensatieregelingen op de hoogte gesteld worden; dat de Commissie verklaarde uiterlijk op 31 juli 1993 voorstellen te zullen indienen ter harmonisatie van de compensatiestelsels die dekking verschaffen voor transacties van beleggingsondernemingen; 10. Overwegende dat voor het naar behoren functioneren van de interne markt op dit gebied een zodanige mate van coördinatie noodzakelijk is dat de kleine belegger met evenveel vertrouwen beleggingsdiensten kan afnemen van bijkantoren van beleggingsondernemingen uit de Gemeenschap, of op grensoverschrijdende basis, als van binnenlandse beleggingsondernemingen, in de wetenschap dat er een communautair minimum voor de compensatie bestaat ingeval de beleggingsonderneming in gebreke blijft en in verband daarmede niet in staat is de gelden of effecten van de belegger aan deze terug te geven; 11. Overwegende dat bij ontstentenis van een dergelijke coördinatie de Lid-Staten van ontvangst het om redenen van beleggersbescherming gerechtvaardigd kunnen achten deelneming aan de compensatieregelingen in de Lid-Staat van ontvangst verplicht te stellen voor beleggingsondernemingen uit de Gemeenschap die via een bijkantoor of door het vrij verrichten van diensten werkzaam zijn en niet deelnemen aan enig beleggerscompensatiestelsel in de Lid-Staat van herkomst, dan wel deelnemen aan een stelsel dat niet geacht wordt een gelijkwardige bescherming te bieden; dat een dergelijke verplichting ernstige problemen kan veroorzaken voor het functioneren van de eengemaakte markt; 12. Overwegende dat door Richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels (4) een minimum aan harmonisatie van de depositogarantieregelingen voor kredietinstellingen is ingevoerd; dat kredietinstellingen op bepaalde gebieden kunnen concurreren met gespecialiseerde beleggingsondernemingen; 13. Overwegende dat, hoewel in de meeste Lid-Staten momenteel beleggerscompensatieregelingen bestaan, er in het merendeel van de Lid-Staten geen regelingen bestaan die met het toepassingsgebied van de Richtlijn Beleggingsdiensten overeenkomen;

3 14. Overwegende dat derhalve alle Lid-Staten ertoe verplicht moeten worden over een beleggerscompensatiestelsel of -stelsels te beschikken, waaraan alle beleggingsondernemingen die krachtens de Richtlijn Beleggingsdiensten over de enkelvoudige vergunning beschikken, moeten deelnemen; dat het stelsel dekking moet verschaffen voor gelden en instrumenten die in verband met het verrichten van beleggingswerkzaamheden door de beleggingsonderneming gehouden worden en die na het in gebreke blijven van de onderneming niet aan de belegger teruggegeven kunnen worden; 15. Overwegende dat onder de definitie van beleggingsondernemingen ook kredietinstellingen vallen die een vergunning hebben om beleggingsdiensten aan te bieden; dat dergelijke kredietinstellingen eveneens ertoe moeten worden verplicht met betrekking tot hun beleggingswerkzaamheden aan een beleggerscompensatiestelsel deel te nemen; dat het voor dergelijke kredietinstellingen evenwel niet noodzakelijk is bij twee afzonderlijke stelsels aangesloten te zijn, indien één stelsel voldoet aan de voorschriften van de onderhavige richtlijn en Richtlijn 94/19/EG; dat in het geval van beleggingsondernemingen die kredietinstellingen zijn, het in bepaalde omstandigheden moeilijk kan zijn onderscheid te maken tussen deposito's waarop Richtlijn 94/19/EG van toepassing is, en gelden die in verband met het verrichten van beleggingswerkzaamheden gehouden worden; dat de Lid-Staten de mogelijkheid moeten hebben zelf te bepalen welke richtlijn op dergelijke vorderingen van toepassing is; 16. Overwegende dat Richtlijn 94/19/EG de Lid-Staten toestaat kredietinstellingen vrij te stellen van de verplichting aan een depositogarantiestelsel deel te nemen, indien de betrokken kredietinstelling reeds aangesloten is bij een stelsel dat de kredietinstelling zelf beschermt, met name door haar solvabiliteit te waarborgen; dat als een dergelijke kredietinstelling tevens beleggingsonderneming is, het de Lid-Staten ook moet worden toegestaan de instelling vrij te stellen van de verplichting bij een beleggerscompensatiestelsel aangesloten te zijn: 17. Overwegende dat de kosten van de bescherming van beleggers door de beleggingsondernemingen gedragen moeten worden, maar uiteindelijk aan de belegger worden doorberekend; dat het derhalve onwenselijk is in de hele Gemeenschap een zeer hoog niveau van bescherming in te voeren; dat om de belegger te stimuleren bij zijn keuze van een beleggingsonderneming de nodige voorzichtigheid te betrachten, het daarenboven redelijk is de Lid-Staten toe te staan de belegger te verplichten een deel van een eventueel verlies te dragen; dat echter het verlies van de belegger voor ten minste 90 % gedekt dient te zijn, totdat de compensatiebetaling het communautaire minimum bereikt; 18. Overwegende dat een geharmoniseerd minimumbedrag voor de compensatie voldoende moet zijn om ingeval van het in gebreke blijven van een beleggersonderneming de belangen van de kleine belegger te beschermen; dat het redelijk voorkomt het geharmoniseerde minimum voor de garantie vast te stellen op ecu; 19. Overwegende dat in Richtlijn 94/19/EG een zelfde bedrag door het Parlement en de Raad is vastgesteld; 20. Overwegende dat de stelsels van bepaalde Lid-Staten momenteel een hogere dekking bieden; dat het echter niet passend is te verlangen dat de door deze stelsels geboden dekking verlaagd wordt; 21. Overwegende dat de handhaving in de Gemeenschap van stelsels die een hogere dekking verschaffen dan het communautaire minimum, op een zelfde grondgebied tot verschillen in schadeloosstelling en tot ongelijke mededingingsvoorwaarden tussen beleggingsondernemingen uit het eigen land en bijkantoren van ondernemingen uit andere Lid-Staten kan leiden; dat, om deze bezwaren te ondervangen, deelneming van bijkantoren aan stelsels in de Lid-Staat van ontvangst dient te worden toegestaan teneinde deze bijkantoren in staat te stellen hun beleggers dezelfde dekking te bieden als die welke geboden wordt door de stelsels van

4 de Lid-Staat waar zij zijn gevestigd; dat niet is uitgesloten dat de stelsels van de Lid-Staat van herkomst zelf een dergelijke aanvullende dekking bieden onder de voorwaarden die deze stelsels hebben vastgesteld; 22. Overwegende dat met deze richtlijn worden beoogd te zorgen voor een minimumniveau van bescherming voor kleine beleggers, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, die het meest behoefte hebben aan bescherming; dat het de Lid-Staten evenwel moet worden toegestaan bepaalde categorieën beleggers, waarvoor een dergelijke bescherming minder noodzakelijk is, van de dekking uit te sluiten; 23. Overwegende dat in een aantal Lid-Staten beleggerscompensatiestelsels bestaan die onder de verantwoordelijkheid van beroepsorganisaties vallen; dat andere stelsels kunnen zijn opgericht en worden beheerd op grond van een wettelijke verplichting; dat dit onderscheid in status slechts een probleem vormt met betrekking tot de verplichte deelname aan en uitsluiting van de stelsels; dat het derhalve noodzakelijk is stappen te ondernemen om de bevoegdheden van de stelsels in dit opzicht te beperken; 24. Overwegende dat de belegger, nadat zijn vordering rechtsgeldig is gebleken, de compensatie zonder al te grote vertraging moet ontvangen; dat het compensatiestelsel de mogelijkheid moet worden geboden een redelijke termijn vast te stellen waarbinnen vorderingen moeten worden ingediend; dat echter het feit dat een dergelijke termijn verstreken is, niet mag worden tegengeworpen aan een belegger die om goede redenen niet in staat was zijn vordering tijdig in te dienen; 25. Overwegende dat informatie aan beleggers over compensatieregelingen een wezenlijk onderdeel is van bescherming van beleggers en derhalve ook het voorwerp van een minimumaantal bindende bepalingen moet zijn; 26. Overwegende dat alle beleggingsondernemingen op grond van deze richtlijn in beginsel aan een compensatiestelsel moeten deelnemen; dat de Lid-Staten krachtens de richtlijnen inzake de toelating van beleggingsondernemingen met hoofdkantoor in derde landen, inzonderheid de Richtlijn Beleggingsdiensten, kunnen bepalen of en onder welke voorwaarden bijkantoren van dergelijke beleggingsondernemingen toelating krijgen om op hun grondgebied werkzaamheden uit te oefenen; dat zulke bijkantoren niet in aanmerking komen voor het vrij verrichten van diensten uit hoofde van artikel 59, tweede alinea, van het Verdrag, noch voor de vrijheid van vestiging in een andere Lid-Staat dan die waar zij gevestigd zijn; dat een Lid-Staat die zulke bijkantoren toelaat, derhalve dient te besluiten hoe de beginselen van de onderhavige richtlijn op deze bijkantoren zullen worden toegepast op een wijze die strookt met artikel 5 van de Richtlijn Beleggingsdiensten en met de noodzaak de beleggers te beschermen en de integriteit van het financiële systeem in stand te houden; dat het van essentieel belang is dat beleggers bij zulke bijkantoren volledig op de hoogte zijn van de compensatieregelingen die te hunnen aanzien gelden; 27. Overwegende dat het niet volstrekt nodig is om in het kader van deze richtlijn de methoden ter financiering van de stelsels voor compensatie van beleggers te harmoniseren, aangezien de kosten van de financiering van deze stelsels in beginsel door de beleggingsondernemingen zelf moeten worden gedragen, enerzijds, en de financieringscapaciteit van deze stelsels in verhouding moet staan tot hun verplichtingen, anderzijds; dat een en ander evenwel de stabiliteit van de financiële sector in de betrokken Lid-Staat niet in gevaar mag brengen; 28. Overwegende dat een minimum aan harmonisatie van beleggerscompensatieregelingen noodzakelijk is om de interne markt voor beleggingsondernemingen te voltooien door de beleggers vertrouwen te geven bij het aangaan van transacties met ondernemingen uit andere Lid-Staten, evenzeer als met in hun eigen land gevestigde ondernemingen, en door de moeilijkheden te voorkomen waartoe toepassing door de Lid-Staten van ontvangst van hun niet-gecoördineerde binnenlandse voorschriften inzake beleggersbescherming

5 aanleiding zou kunnen geven; dat aangezien er in het algemeen geen beleggerscompensatieregelingen bestaan waarvan het toepassingsgebied overeenkomt met dat van de Richtlijn Beleggingsdiensten, een bindende richtlijn van de Gemeenschap het enige geschikte instrument is om de beoogde doelstelling te verwezenlijken; dat deze maatregel beperkt blijft tot de minimaal noodzakelijke harmonisatie, de Lid-Staten de vrijheid laat een meeromvattende of hogere dekking te bieden indien zij dat wensen, en voorts de Lid- Staten een aanzienlijke mate van vrijheid laat voor wat de organisatie en financiering van beleggerscompensatiestelsels betreft, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder: 1. "beleggingsonderneming": een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 1, lid 2, van de Richtlijn Beleggingsdiensten, waaraan overeenkomstig artikel 3 van de Richtlijn Beleggingsdiensten vergunning is verleend, of een kredietinstelling waarvan de vergunning krachtens Richtlijn 77/780/EEG (5) en Richtlijn 89/646/EEG (6) een of meer beleggingsdiensten omvat die zijn opgenomen in de lijst in deel A van de bijlage bij de Richtlijn Beleggingsdiensten; 2. "beleggingswerkzaamheden": beleggingsdiensten als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, van de Richtlijn Beleggingsdiensten, alsmede de dienst vermeld in deel C, punt 1, van de bijlage bij de Richtlijn Beleggingsdiensten; 3. "instrumenten": de instrumenten vermeld in deel B van de bijlage bij de Richtlijn Beleggingsdiensten; 4. "belegger": een persoon die in verband met beleggingswerkzaamheden geld of instrumenten aan een beleggingsonderneming toevertrouwd heeft; 5. "bijkantoor": een bedrijfszetel die een onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid vormt van een beleggingsonderneming en die beleggingsdiensten verricht waarvoor de beleggingsonderneming een vergunning heeft gekregen; verscheidene bedrijfszetels in een zelfde Lid-Staat van een beleggingsonderneming met hoofdkantoor in een andere Lid-Staat worden beschouwd als één enkel bijkantoor; 6. "gemeenschappelijke belegging": een belegging die, dan wel geld dat voor beleggingswerkzaamheden is ondergebracht bij een beleggingsonderneming, op naam van twee of meer personen of ten aanzien waarvan twee of meer personen rechten hebben, welke met de handtekening van een of meer van deze personen kunnen worden uitgeoefend. Artikel 2 1. Iedere Lid-Staat ziet erop toe dat op zijn grondgebied een of meer beleggerscompensatiestelsels worden ingevoerd en officieel erkend. Uitgezonderd in de omstandigheden als bedoeld in de tweede alinea en in artikel 5, mogen beleggingsondernemingen waaraan in de betrokken Lid-Staat vergunning verleend is, alleen beleggingswerkzaamheden verrichten, indien zij aan een dergelijk stelsel deelnemen. De Lid-Staten mogen een kredietinstelling waarop deze richtlijn van toepassing is, evenwel vrijstellen van de verplichte deelneming aan een beleggerscompensatiestelsel, indien de betrokken kredietinstelling reeds

6 op grond van artikel 3, lid 1, van Richtlijn 94/19/EG is vrijgesteld van deelneming aan een depositogarantiestelsel. 2. Het stelsel verschaft overeenkomstig artikel 4 dekking aan beleggers op het eerstkomende van de volgende tijdstippen: i) de daartoe aangewezen bevoegde autoriteiten hebben vastgesteld dat, naar hun oordeel, de beleggingsonderneming, om redenen die rechtstreeks verband houden met haar financiële positie, momenteel niet in staat lijkt te zijn te voldoen aan haar verplichtingen die voortvloeien uit vorderingen van beleggers; ii) een rechterlijke instantie heeft, om redenen die rechtstreeks verband houden met de financiële positie van de beleggingsonderneming, een uitspraak gedaan die leidt tot schorsing van de mogelijkheid voor beleggers om vorderingen in te stellen jegens de beleggingsonderneming. Dekking moet worden verschaft voor vorderingen die voortvloeien uit het onvermogen van een beleggingsonderneming om: - geld dat verschuldigd is aan beleggers of beleggers toebehoort en dat voor hen in verband met beleggingswerkzaamheden gehouden wordt, terug te betalen, of - aan beleggers alle instrumenten terug te geven die hun toebehoren en namens hen in verband met beleggingswerkzaamheden materieel worden gehouden, geadministreerd of beheerd, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en contractuele voorwaarden. 3. Elke vordering uit hoofde van lid 2 op een kredietinstelling, op welke vordering in een bepaalde Lid-Staat zowel deze richtlijn als Richtlijn 94/19/EG van toepassing kan zijn, valt onder het stelsel van één van deze richtlijnen, op de wijze die de betreffende Lid-Staat passend acht. Geen enkele vordering met betrekking tot hetzelfde bedrag komt in aanmerking voor compensatie uit hoofde van beide richtlijnen. 4. Het bedrag van een vordering van een belegger wordt, overeenkomstig de op de vordering toepasselijke wettelijke en contractuele voorwaarden, met inbegrip van die welke verrekening en tegenvorderingen betreffen, berekend op basis van het bedrag in geld of de waarde, op het tijdstip van de in lid 2 bedoelde beslissing, van de instrumenten die de belegger toebehoren en die de beleggingsonderneming niet kan terugbetalen of teruggeven. Artikel 3 Vorderingen uit hoofde van transacties in verband waarmee een strafrechtelijke veroordeling is uitgesproken wegens witwassen van geld, als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (7), zijn uitgesloten van compensatie door een beleggerscompensatiestelsel. Artikel 4 1. De Lid-Staten bepalen dat het stelsel met betrekking tot de in artikel 2, lid 2, bedoelde vorderingen dekking verschaft tot een bedrag van niet minder dan ecu per belegger.

7 2. De Lid-Staten mogen voorschrijven dat voor bepaalde beleggers geen dekking door het stelsel, dan wel een lagere dekking geldt. De lijst van deze uitsluitingen is opgenomen in bijlage I. 3. Dit artikel belet niet dat bepalingen waardoor een hogere of meeromvattende dekking aan beleggers verschaft wordt, worden gehandhaafd of vastgesteld. 4. Een Lid-Staat mag de in lid 1 genoemde of in lid 3 bedoelde dekking beperken tot een bepaald percentage van de vordering van de belegger. Het dekkingspercentage moet evenwel ten minste 90 % van de vordering bedragen tot het uit hoofde van het stelsel te betalen bedrag ecu bereikt. Artikel 5 1. Indien een beleggingsonderneming die krachtens artikel 2, lid 1, verplicht is tot deelneming aan een stelsel, niet voldoet aan de verplichtingen die uit hoofde van haar deelneming aan een beleggerscompensatiestelsel op haar rusten, worden de bevoegde autoriteiten die de vergunning verleend hebben, daarvan in kennis gesteld en nemen deze, in samenwerking met het compensatiestelsel, alle passende maatregelen, met inbegrip van sancties, om ervoor te zorgen dat de beleggingsonderneming haar verplichtingen nakomt. 2. Indien de beleggingsonderneming in weerwil van deze maatregelen aan haar verplichtingen blijft verzaken, kan het stelsel, voor zover uitsluiting van deelneming bij de nationale wetgeving is toegestaan, met de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten, met een opzeggingstermijn van ten minste twaalf maanden kennis geven van zijn voornemen de beleggingsonderneming van deelneming aan het stelsel uit te sluiten. Indien de beleggingsonderneming na het verstrijken van de opzeggingstermijn niet aan haar verplichtingen heeft voldaan, mag het compensatiestelsel, na opnieuw de uitdrukkelijke toestemming van de bevoegde autoriteiten te hebben verkregen, tot uitsluiting overgaan. 3. Indien de nationale wetgeving zulks toestaat en de bevoegde autoriteiten die de vergunning hebben verleend, daarvoor uitdrukkelijk toestemming gegeven hebben, mag een van een beleggerscompensatiestelsel uitgesloten beleggingsonderneming haar werkzaamheden voortzetten, mits zij vóór haar uitsluiting alternatieve compensatieregelingen getroffen heeft die de beleggers een dekking garanderen die ten minste gelijkwaardig is aan de door het officieel erkende stelsel geboden dekking. 4. Indien een beleggingsonderneming waarvan de uitsluiting overeenkomstig lid 2 wordt overwogen, er niet in slaagt alternatieve regelingen te treffen die aan de voorwaarden van lid 3 voldoen, gaan de bevoegde autoriteiten die de vergunning hebben verleend, onverwijld tot intrekking van deze vergunning over. Artikel 6 Beleggers bij een beleggingsonderneming op het tijdstip van intrekking van de vergunning blijven onder de dekking van het beleggerscompensatiestelsel vallen. Artikel 7 1. De overeenkomstig artikel 2, lid 1, in een Lid-Staat ingevoerde en officieel erkende beleggerscompensatiestelsels dekken beleggers bij door beleggingsondernemingen in andere Lid-Staten opgerichte bijkantoren. Indien het bedrag en/of de reikwijdte, met inbegrip van het percentage, van de door het beleggerscompensatiestelsel van de Lid-Staat van ontvangst geboden dekking het bedrag en/of de reikwijdte

8 overtreffen van de dekking die wordt verleend in de Lid-Staat waar aan de beleggingsonderneming vergunning verleend is, draagt de Lid-Staat van ontvangst er zorg voor dat er op zijn grondgebied een officieel erkend stelsel bestaat waaraan door een bijkantoor vrijwillig kan worden deelgenomen, ter aanvulling van de garantie die de beleggers ervan reeds genieten op grond van de deelneming aan het stelsel van de Lid-Staat van herkomst. Het stelsel waaraan het bijkantoor moet deelnemen, dekt de categorie instellingen waartoe het behoort of die daarmee het meest overeenstemt in de Lid-Staat van ontvangst. De Lid-Staten dragen er zorg voor dat in alle beleggerscompensatiestelsels objectieve voorwaarden voor deelneming van deze bijkantoren vastgesteld worden. Voorwaarde voor deelneming is dat voldaan wordt aan de relevante verplichtingen, met inbegrip van met name de betaling van bijdragen en andere lasten. Bij de tenuitvoerlegging van dit lid volgen de Lid-Staten de in bijlage II opgenomen richtsnoeren. 2. Indien een uit hoofde van lid 1 vrijwillig deelnemend bijkantoor niet voldoet aan zijn verplichtingen als deelnemer aan het beleggerscompensatiestelsel, worden de bevoegde autoriteiten die de vergunning hebben verleend, daarvan in kennis gesteld en nemen deze, in samenwerking met het compensatiestelsel, alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de bovenbedoelde verplichtingen worden nagekomen. Indien het bijkantoor in weerwil van de getroffen maatregelen aan zijn verplichtingen blijft verzaken, mag het compensatiestelsel na een passende opzeggingstermijn van niet minder dan twaalf maanden, met toestemming van de bevoegde autoriteiten die de vergunning verleend hebben, het bijkantoor uitsluiten. De beleggers worden in kennis gesteld van de intrekking van de aanvullende dekking. Artikel 8 1. De in artikel 4, leden 1, 3 en 4, bedoelde dekking geldt de totale vordering van een belegger uit hoofde van deze richtlijn, ongeacht het aantal rekeningen, de valuta en de plaats waar zij zich in de Gemeenschap bevinden. 2. Het aandeel van elke belegger in een gemeenschappelijke belegging wordt in aanmerking genomen bij de berekening van de in artikel 4, leden 1, 3 en 4, bedoelde dekking. Bij ontstentenis van bijzondere bepalingen wordt de compensatie gelijkelijk verdeeld over de beleggers met de gemeenschappelijke belegging. De Lid-Staten mogen bepalen dat vorderingen met betrekking tot een gemeenschappelijke belegging waarop twee of meer personen als leden van een niet over rechtspersoonlijkheid beschikkende "partnership", vereniging of andere soortgelijke groepering aanspraak kunnen maken, voor de berekening van de limieten bedoeld in artikel 4, leden 1, 3 en 4, mogen worden samengevoegd en als een vordering van één belegger behandeld. 3. Wanneer de belegger niet de rechthebbende is van de gehouden bedragen of effecten, ontvangt de rechthebbende de compensatie, mits de identiteit van die persoon is of kan worden vastgesteld vóór de in artikel 2, lid 2, genoemde datum. Is er meer dan één rechthebbende, dan wordt het aandeel van elk van hen uit hoofde van de regelig krachtens welke de middelen of de effecten worden beheerd, in aanmerking genomen bij de berekening van de limieten van artikel 4, leden 1, 3 en 4. Deze bepaling geldt niet voor instellingen voor collectieve belegging.

9 Artikel 9 1. Het compensatiestelsel neemt de nodige maatregelen om de beleggers in kennis te stellen van de in artikel 2, lid 2, bedoelde beslissing en mag voor de indiening van vorderingen door de beleggers een termijn van ten minste zes maanden vaststellen. Het stelsel mag zich niet op het verstrijken van een dergelijke termijn beroepen om compensatie te weigeren aan een belegger die zijn vordering uit hoofde van het compensatiestelsel niet tijdig heeft kunnen indienen. 2. Zo spoedig mogelijk en uiterlijk drie maanden nadat de geldigheid en het bedrag van de vordering vastgesteld zijn, keert het stelsel de vorderingen van beleggers uit. Artikel De Lid-Staten dragen er zorg voor dat beleggingsondernemingen passende maatregelen nemen om feitelijke en potentiële beleggers de nodige gegevens ter beschikking te stellen om te kunnen nagaan aan welk beleggerscompensatiestelsel in de Gemeenschap de beleggingsonderneming en haar bijkantoren deelnemen, of welke alternatieve regeling krachtens artikel 2, lid 1, tweede alinea, of artikel 5, lid 3, is getroffen. De beleggers worden ingelicht over de bepalingen van het beleggerscompensatiestelsel, of de van toepassing zijnde alternatieve regelingen, met inbegrip van het bedrag en de reikwijdte van de door het compensatiestelsel geboden dekking. Deze inlichtingen worden in een bevattelijke vorm ter beschikking gesteld. Desgevraagd moeten tevens inlichtingen worden verstrekt over de voorwaarden die voor compensatie gelden, en de met het oog daarop te vervullen formaliteiten. 2. De in lid 1 bedoelde gegevens worden op de bij de nationale wetgeving voorgeschreven wijze ter beschikking gesteld in de officiële taal of talen van de Lid-Staat waar het bijkantoor is gevestigd. Artikel De Lid-Staten vergewissen zich ervan dat bijkantoren die zijn opgericht door beleggingsondernemingen met hoofdkantoor buiten de Gemeenschap, over een dekking beschikken die gelijkwaardig is aan de in deze richtlijn voorgeschreven dekking. Indien dat niet het geval is, mogen de Lid-Staten, onverminderd artikel 5 van de Richtlijn Beleggingsdiensten, bepalen dat bijkantoren die zijn opgericht door beleggingsondernemingen met hoofdkantoor buiten de Gemeenschap, aan een op hun grondgebied functionerend beleggerscompensatiestelsel moeten deelnemen. 2. Aan feitelijke en potentiële beleggers bij bijkantoren van beleggingsondernemingen met hoofdkantoor buiten de Gemeenschap worden door debeleggingsonderneming alle nuttige inlichtingen verstrekt betreffende de compensatieregelingen die voor hun beleggingen gelden. 3. De in lid 2 bedoelde inlichtingen worden op de bij de nationale wetgeving voorgeschreven wijze beschikbaar gesteld in de officiële taal of talen van de Lid-Staat waar het bijkantoor is gevestigd, en worden helder en bevattelijk geformuleerd. Artikel 12 Onverminderd eventuele andere rechten waarover het krachtens de nationale wetgeving beschikt, heeft een beleggerscompensatiestelsel dat vorderingen van beleggers heeft uitgekeerd, het recht om in

10 liquidatieprocedures gesubrogeerd te worden in de rechten van de beleggers, voor een bedrag gelijk aan het bedrag van hun uitkering. Artikel 13 Uiterlijk drie jaar na de in artikel 14, lid 1, vermelde datum legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor betreffende de toepassing van deze richtlijn met, zo nodig, voorstellen voor herziening van de richtlijn. Artikel De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1996 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten. 2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 15 Met ingang van de datum vermeld in artikel 14, lid 1, is artikel 12 van Richtlijn 93/22/EEG ingetrokken. Artikel 16 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. (1) PB nr. C 321 van , blz. 15. (2) PB nr. L 141 van , blz. 27. (3) PB nr. C 43 van , blz. 7. (4) PB nr. L 135 van , blz. 5. (5) PB nr. L 322 van , blz. 30. (6) PB nr. L 386 van , blz. 1. (7) PB nr. L 166 van , blz. 77. BIJLAGE I LIJST VAN DE IN ARTIKEL 4, LID 2, BEDOELDE UITSLUITINGEN 1. Institutionele beleggers, waaronder: - beleggingsondernemingen als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van de Richtlijn Beleggingsdiensten,

11 - kredietinstellingen als gedefinieerd in artikel 1, eerste streepje, van Richtlijn 77/780/EEG, - financiële instellingen als gedefinieerd in artikel 1, lid 6, van Richtlijn 89/646/EEG, - verzekeringsondernemingen, - instellingen voor collectieve belegging, - pensioenfondsen, overige institutionele beleggers. 2. Professionele beleggers. 3. Supranationale overheden, de Staat en centrale overheden. 4. Provinciale, regionale, plaatselijke of gemeentelijke overheden. 5. Bestuurders, beheerders en hoofdelijk aansprakelijke vennoten van de beleggingsonderneming, personen die voor ten minste 5 % in het kapitaal van de beleggingsonderneming deelnemen, met de wettelijke controle van de jaarrekening van de beleggingsonderneming belaste personen en beleggers met soortgelijke status bij andere ondernemingen in dezelfde groep. 6. Naaste verwanten van de in punt 5 bedoelde beleggers en derden die voor rekening van deze beleggers optreden. 7. Andere ondernemingen in dezelfde groep. 8. Beleggers die verantwoordelijkheid dragen voor, dan wel rechtstreeks of indirect voordeel hebben gehad bij gebeurtenissen die verband houden met de beleggingsonderneming of haar werkzaamheden en geleid hebben tot de financiële problemen van de onderneming. 9. Ondernemingen van een zodanige omvang dat zij geen verkorte balans overeenkomstig artikel 11 van de Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen mogen opstellen (1). (1) PB nr. L 222 van , blz. 11. Deze richtlijn is laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/8/EG van (PB nr. L 82 van , blz. 33). BIJLAGE II RICHTSNOEREN Wanneer een bijkantoor met het oog op aanvullende dekking verzoekt om deelneming aan een beleggerscompensatiestelsel van de Lid-Staat van ontvangst, worden door het beleggerscompensatiestelsel van de Lid-Staat van ontvangst bilateraal met het beleggerscompensatiestelsel van de Lid-Staat van herkomst passende regels en procedures vastgesteld voor uitkeringen van compensatie aan beleggers bij dat bijkantoor. Bij de uitwerking van deze procedures en het vaststellen van de voorwaarden voor deelneming van een dergelijk bijkantoor (als bedoeld in artikel 7, lid 1) worden de volgende beginselen in acht genomen:

12 a) het stelsel van de Lid-Staat van ontvangst blijft volledig gerechtigd om zijn eigen objectieve en algemeen toegepaste regels aan deelnemende beleggingsondernemingen op te leggen; het mag verlangen dat ter zake dienende informatie wordt verstrekt en heeft het recht dergelijke informatie bij de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van herkomst na te trekken; b) het stelsel van de Lid-Staat van ontvangst honoreert aanspraken op aanvullende uitkering nadat het door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van herkomst in kennis is gesteld van de beslissing als bedoeld in artikel 2, lid 2. Het stelsel van de Lid-Staat van ontvangst blijft volledig gerechtigd om de aanspraak van een belegger aan zijn eigen normen en procedures te toetsen alvorens een aanvullende uitkering te doen; c) het stelsel van de Lid-Staat van ontvangst en het stelsel van de Lid-Staat van herkomst werken volledig samen om ervoor te zorgen dat beleggers prompt en tot het juiste bedrag uitkeringen ontvangen. Meer bepaald komen zij overeen hoe het bestaan van een tegenvordering die kan leiden tot verrekening uit hoofde van een van beide stelsels, van invloed is op het door elk van beide stelsels aan de belegger uit te keren bedrag; d) de stelsels van de Lid-Staat van ontvangst zijn gerechtigd om bijkantoren voor aanvullende dekking kosten aan te rekenen, uitgaande van een passende grondslag waarbij rekening wordt gehouden met de door het stelsel van de Lid-Staat van herkomst geboden garantie. Om het aanrekenen van kosten te vergemakkelijken, is het stelsel van de Lid-Staat van ontvangst gerechtigd ervan uit te gaan dat zijn aansprakelijkheid hoe dan ook beperkt is tot het extra bedrag aan garantie dat dit stelsel biedt ten opzichte van de door het stelsel van de Lid-Staat van herkomst geboden garantie, ongeacht of de Lid-Staat van herkomst daadwerkelijk overgaat tot enigerlei uitkering met betrekking tot vorderingen van beleggers in de Lid-Staat van ontvangst.

RICHTLIJN 94/19/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 30 mei inzake de depositogarantiestelsels

RICHTLIJN 94/19/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 30 mei inzake de depositogarantiestelsels RICHTLIJN 94/19/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0199(COD) 14.12.2010. van de Commissie juridische zaken

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0199(COD) 14.12.2010. van de Commissie juridische zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 14.12.2010 2010/0199(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie juridische zaken aan de Commissie economische en monetaire zaken inzake het voorstel voor

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn, 89/647/EEG van de Raad met betrekking tot de aanvaarding door toezichthouders van schuldvernieuwingscontracten

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 68/3 RICHTLIJNEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 68/3 RICHTLIJNEN 13.3.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 68/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2009/14/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 maart 2009 tot wijziging van Richtlijn 94/19/EG inzake de depositogarantiestelsels

Nadere informatie

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32.

1 PB nr. C 24 van 31. 1. 1991, blz. 3. 2 PB nr. C 240 van 16. 9. 1991, blz. 21. 3 PB nr. C 159 van 17. 6. 1991, blz. 32. Richtlijn 91/533/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de verplichting van de werkgever de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 5.12.98 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 330/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 98/78/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 oktober

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 11 maart 2009 (OR. en) 2008/0199 (COD) LEX 1030 PE-CONS 3743/4/08 REV 4 ECOFIN 645 EF 155 CODEC 1912 RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 203/2 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1108 VAN DE COMMISSIE van 7 mei 2018 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE PUBLIC FISC 87 ENER 164 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72.

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72. C14-6 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van onderdanen van de Lid-Staten binnen de Gemeenschap ter zake van vestiging en verrichten van diensten (73/148/EEG)

Nadere informatie

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS) ConseilUE RAADVAN DEEUROPESEUNIE Brusel,26juni2003(02.07) PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS) LIMITE FISC108 ENER207 NOTA van: aan: d.d.: Betreft: hetitaliaansevoorziterschap degroepbelastingvraagstukken

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE EF 76 ECOFIN 269 CRIMORG 137 CODEC 744 NOTA van: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A, Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD betreffende grensoverschrijdende credit-overschrijvingen /* COM/94/436DEF - COD 94/0242 */ Publicatieblad Nr. C 360 van 17/12/1994

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA ESMA-richtsnoeren FSMA_2013_19 dd. 4/12/2013 Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA Toepassingsveld: De richtsnoeren die in dit document aan bod komen,

Nadere informatie

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008 L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie 21.6.2008 RICHTLIJN 2008/63/EG VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2008 betreffende de mededinging op de markten van telecommunicatie-eindapparatuur (Voor de EER relevante

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A, RICHTLIJN VAN DE RAAD van 22 februari 1990 tot wijziging van Richtlijn 87/102/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die 2. De lidstaten zien erop toe dat het toezicht op groepsniveau wordt uitgeoefend: a) overeenkomstig de artikelen 218 tot en met 258 die een deelnemende onderneming in ten minste één verzekeringsonderneming,

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

Commissie juridische zaken

Commissie juridische zaken EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 21.2.2011 2010/0207(COD) AMENDEMENTEN 6-22 Ontwerpadvies Dimitar Stoyanov (PE456.696v01-00) over het voorstel voor een Richtlijn.../.../EU van het

Nadere informatie

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 59/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 De richtsnoeren die in dit document aan bod komen, zijn van toepassing op de volgende ondernemingen (hierna "de gereglementeerde ondernemingen" genoemd): - de kredietinstellingen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 909 definitief 2006/0282 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Luxemburg, 5 juni 2001 (OR. fr) 2000/0332 (COD) LEX 272 PE-CONS 3620/1/01 REV 1 CULTURE 29 UD 34 CODEC 267 RICHTLIJN 2001/38/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1976L0756 NL 15.10.2008 009.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 27 juli 1976 inzake de

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235, C14-7 Richtlijn betreffende het recht van onderdanen van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat verblijf te houden na er een werkzaamheid anders dan in loondienst te hebben uitgeoefend

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.8.2013 COM(2013) 577 final 2013/0280 (CNS) C7-0268/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse

Nadere informatie

RICHTLIJN 93/ 109/EG VAN DE RAAD. van 6 december 1993

RICHTLIJN 93/ 109/EG VAN DE RAAD. van 6 december 1993 Nr. L 329/34 Publikat eblad van de Europese Gemeenschappen 30. 12. 93 RICHTLIJN 93/ 109/EG VAN DE RAAD van 6 december 1993 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht

Nadere informatie

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 20 juli 1994)

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 20 juli 1994) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van richtlijn 85/611/EEG tot coõrdinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde

Nadere informatie

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen;

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen; L 201/88 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen RICHTLIJN 98/50/EG VAN DE RAAD van 29 juni 1998 tot wijziging van Richtlijn 77/187/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat in bijlage een nieuw herzien compromisvoorstel van het voorzitterschap betreffende de in hoofde genoemde richtlijn.

Voor de delegaties gaat in bijlage een nieuw herzien compromisvoorstel van het voorzitterschap betreffende de in hoofde genoemde richtlijn. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 april 2005 (27.04) (OR.en) 8134/05 Interinstitutioneel dossier: 2004/0250 (COD) DRS 9 CODEC 284 WERKDOCUMENT van: het voorzitterschap aan: de Groep vennootschapsrecht

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 26.4.2019 L 112/11 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/661 VAN DE COMMISSIE van 25 april 2019 betreffende het waarborgen van de vlotte werking van het elektronisch quotaregister voor het op de markt brengen

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit financiële markten BES in verband met de invoering van het depositogarantiestelsel

tot wijziging van het Besluit financiële markten BES in verband met de invoering van het depositogarantiestelsel Besluit van tot wijziging van het Besluit financiële markten BES in verband met de invoering van het depositogarantiestelsel Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van (...), FM/jaar/0000 M,

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.12.2006 COM(2006) 913 definitief 2006/0301 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/6/EG

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 18.10.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 VERORDENING (EG) Nr. 1024/2008 VAN DE COMMISSIE van 17 oktober 2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van Verordening

Nadere informatie

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Publicatieblad Nr. L 372 van 31/12/1985 blz. 0031-0033

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 19.3.2002 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 76/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 484/2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Voor de EER relevante tekst) 1.

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.6.2016 L 173/47 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1055 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de technische middelen voor een passende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) ENT 175 EEE 60 SAN 99 CODEC 831 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.7.2004 COM(2004) 468 definitief 2003/0091 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, l EGIRichtiijn 681360 c1 4-3 C14-3 Richtlijn inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der Lid-Staten en van hun familie binnen de Gemeenschap [68/360/EEG)

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.9.2007 COM(2007) 522 definitief 2007/0192 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 september 2011 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) 10765/1/11 REV 1 DRS 87 COMPET 217 ECOFIN 294 CODEC 917 PARLNAT 203 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.4.2019 C(2019) 2962 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 25.4.2019 betreffende het waarborgen van de vlotte werking van het elektronisch quotaregister

Nadere informatie

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10 ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO De Associatieraad Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) UE-MA 2706/10 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-MAROKKO

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2015 COM(2015) 646 final 2015/0296 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van

Nadere informatie

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Concurrentie Beleid en coördinatie inzake staatssteun Brussel, DG D(2004) COMMUNAUTAIRE KADERREGELING INZAKE STAATSSTEUN IN DE VORM VAN COMPENSATIES VOOR DE OPENBARE

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.6.2016 C(2016) 3917 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.6.2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag 8.2.2019 A8-0062/ 001-017 AMENDEMENTEN 001-017 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Pavel Telička A8-0062/2019 Gemeenschappelijke regels ter waarborging van basisconnectiviteit in het

Nadere informatie

L 283/36 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN

L 283/36 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN L 283/36 Publicatieblad van de Europese Unie 28.10.2008 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/94/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2008 betreffende de bescherming van de werknemers bij insolventie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1993L0094 NL 26.05.1999 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen "B RICHTLIJN 93/94/EEG VAN DE RAAD van 29 oktober

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

1 van 5 9-7-2009 21:21 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 31995L0019 Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en

Nadere informatie

Publicatieblad Nr. L 018 van 21/01/1997 blz

Publicatieblad Nr. L 018 van 21/01/1997 blz Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten Publicatieblad Nr. L 018 van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.1.2015 L 15/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/81 VAN DE RAAD van 19 december 2014 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de toepassing van Verordening

Nadere informatie

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK L 306/32 RICHTSNOEREN RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 november 2016 tot vaststelling van de beginselen voor de coördinatie van de beoordeling krachtens Verordening (EU) nr.

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken *

Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * P5_TA(2002)0441 Verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende zaken * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel van de Commissie met het oog op de aanneming

Nadere informatie

RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD L 259/14 Publicatieblad van de Europese Unie 2.10.2009 RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 78/855/EEG en 82/891/EEG

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD 27.12.2018 L 329/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD van 20 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */ Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */ Publicatieblad Nr. C 369 van 07/12/1996 blz. 0010 Voorstel voor een verordening van de Raad

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 18 mei 2016 (OR. en) 2015/0295 (COD) PE-CONS 13/16 EF 68 ECOFIN 261 CODEC 361 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.4.2003 COM(2003) 219 definitief 2003/0084 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2002/96/EG

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

Londen, 4 november 2004

Londen, 4 november 2004 Ref: lon-pa/031104/001 Londen, 4 november 2004 Mijnheer, Ik heb de eer te verwijzen naar de tekst van de voorgestelde Modelovereenkomst tussen de Regering van Anguilla en de Regering van het Koninkrijk

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 125/4 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/758 VAN DE COMMISSIE van 31 januari 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S) Conseil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S) 14625/08 LIMITE FISC 138 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 18.7.2001 COM(2001) 411 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE betreffende het statuut en de algemene

Nadere informatie

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE L 298/16 16.10.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 15.10.2008 COM(2008) 661 definitief 2008/0199 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 9.12.2003 COM(2003) 761 definitief 2003/0295 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de berekening en indiening van gegevens over de

Nadere informatie

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz. 0016-0020 Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen,

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 27-06-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 Gewijzigd voorstel voor een beschikking

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

Wet financieel toezicht

Wet financieel toezicht Wet financieel toezicht Bijlage 3 Lijst van verkorte citeertitels Verwerkte publicaties Staatsblad Kamerstuk Naam nrs. 2006, nr. 475 29.708 Wet op het finaniceel toezicht 2006, nr. 605 30.658 Invoerings-

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0102 (CNS) 8741/16 FISC 70 ECOFIN 378 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN VAN DE RAAD

Nadere informatie

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006 30.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 396/849 Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot wijziging van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad betreffende

Nadere informatie