Compex wiskunde A1-2 vwo 2006-I

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Compex wiskunde A1-2 vwo 2006-I"

Transcriptie

1 Beschuit Gewone beschuiten worden verkocht in beschuitrollen van 13 stuks. Een gewone beschuit weegt gemiddeld 8, gram. Er zijn ook grotere, zogeheten Twentsche beschuiten die worden verkocht in zakken van 1 stuks. Een Twentsche beschuit weegt gemiddeld 1,7 gram. foto Enige tijd geleden kostte in de supermarkt een rol gewone beschuit,91 en een zak Twentsche beschuit,93. 3p 1 Bij welk van deze twee artikelen verwacht je het meeste beschuit voor je geld? Motiveer je antwoord. Vanzelfsprekend wegen beschuiten niet allemaal precies even veel. Het gewicht van een gewone beschuit is normaal verdeeld met een gemiddeld gewicht van 8, gram en een standaardafwijking van,6 gram. Het gewicht van een Twentsche beschuit is ook normaal verdeeld. Een Twentsche beschuit weegt gemiddeld 1,7 gram met een standaardafwijking van,9 gram. Zowel bij een rol gewone beschuit als bij een zak Twentsche beschuit kan het gebeuren dat de inhoud minder weegt dan de 1 gram die op de verpakking staat vermeld. 6p 2 Bereken bij welke soort beschuit de kans daarop het grootst is. Een fabrikant van gewone beschuit gaat ervan uit dat de machines voor productie van gewone beschuiten zo zijn ingesteld dat slechts 5% van de beschuiten te licht is. Een medewerker van deze fabriek heeft echter de indruk dat meer dan 5% van de beschuiten te licht is. Om zijn vermoeden te onderzoeken, pakt hij willekeurig 5 beschuiten. Van deze 5 beschuiten blijken er 6 te licht te zijn. 6p 3 Onderzoek of dit resultaat voldoende aanleiding is om de medewerker in het gelijk te stellen. Hanteer daarbij een significantieniveau van 1%. www

2 Krasactie Schoenwinkel Boermans bestaat 4 jaar. Om dat te vieren overweegt eigenaar Boermans om een actie met kraskaarten te houden. Iedere klant die voor ten minste 5 euro in de winkel besteedt, krijgt een kraskaart. Op elke kraskaart komen acht vakjes die opengekrast kunnen worden. In zes willekeurig gekozen vakjes staat het woord jammer! In de andere twee vakjes staat het gezicht van Boermans afgebeeld. De klant mag naar keuze twee vakjes openkrassen. Indien een klant ten minste één maal het gezicht van Boermans te voorschijn krast, dan levert dat de klant een cadeaubon op. Een klant die een kraslot mag gaan krassen, heeft een kans van 26 op een cadeaubon. 56 Het is mogelijk dat van de eerste tien klanten die op een dag hebben gekrast, er drie een cadeaubon hebben gewonnen en zeven geen cadeaubon hebben gewonnen. 3p 4 Bereken de kans dat dit gebeurt. Boermans verwacht dat hij per dag gemiddeld 13 cadeaubonnen zal moeten uitdelen. Deze verwachting baseert hij op het gemiddelde aantal klanten per dag die in het verleden 5 euro of meer besteedden. 3p 5 Bereken dit gemiddelde aantal klanten per dag waarvan Boermans is uitgegaan. De krasactie van Boermans gaat een jaar duren. Een klant kan met een in de krasactie gewonnen cadeaubon een keuze maken uit een beperkte, speciaal daarvoor aangewezen voorraad artikelen in Boermans winkel. Boermans heeft nog niet besloten hoe groot hij de waarde van de cadeaubonnen zal maken. Hij wil kiezen uit de volgende twee mogelijkheden. Mogelijkheid A: gedurende de hele actie is elke cadeaubon 17,5 euro waard. Mogelijkheid B: elke cadeaubon die op de eerste dag wordt uitgedeeld is 5 euro waard; elke cadeaubon die op de tweede dag wordt uitgedeeld is 5,1 euro waard; elke cadeaubon die op de derde dag wordt uitgedeeld 5,2 euro, enzovoort. Elke dag dat de winkel geopend is worden de bonnen,1 euro meer waard. Omdat Boermans in een jaar 3 dagen geopend is, zijn de bonnen op de laatste dag van de actie 34,9 euro waard. Boermans wil een indicatie hebben hoeveel geld hij bij beide mogelijkheden kwijt zal raken aan cadeaubonnen. Bij de berekeningen mag je ervan uit gaan dat Boermans elke dag precies 13 cadeaubonnen uitdeelt. Bij mogelijkheid B kan de totale dagwaarde d n van de cadeaubonnen die Boermans op de n-de dag uitdeelt, berekend worden met de formule d n = (4,9 +,1n) 13 = 63,7 + 1,3n. De totale dagwaarde van dag 1 is dus 63,7 + 1,3 1 = 65 euro en die van dag 2 is 66,3. De totale actiewaarde a n is de optelsom van alle cadeaubonnen die tot en met de n-de dag zijn uitgedeeld. Dus a n = d 1 + d d n. Dit betekent dat de totale actiewaarde a n kan worden berekend met de formule a n = 64,35n +,65n 2. 5p 6 Toon de juistheid van de formule a n = 64,35n +,65n 2 aan. www

3 Voedsel zoeken De meeste roofdieren proberen iedere dag hun voedsel zo snel mogelijk te vangen. Naarmate meer voedsel is gevangen, wordt het vaak moeilijker om nog nieuw voedsel te vangen. Deze opgave gaat over het wiskundige model dat daarbij gemaakt kan worden. In dat model geeft de opbrengstfunctie het verband aan tussen de hoeveelheid voedsel (de voedselopbrengst) en de tijd die nodig is om die hoeveelheid voedsel te vangen. In figuur 1 is de grafiek getekend van de opbrengstfunctie voor roofdiersoort A. De voedselopbrengst is uitgedrukt in energie-eenheden (ee) en de benodigde tijd in uren. Figuur 1 staat vergroot op de uitwerkbijlage. figuur 1 voedselopbrengst 5 (ee) tijd (uren) We bekijken een roofdier van soort A. Na,5 uur heeft dit roofdier een bepaalde hoeveelheid energie aan voedsel gevangen. Om de dubbele hoeveelheid te vangen is meer dan het dubbele van,5 uur nodig. 4p 7 Bepaal met behulp van figuur 1 hoeveel maal zo groot de daarvoor benodigde tijd is. De opbrengst van roofdiersoort A bij 3 uur jagen is 3 ee. Uit figuur 1 is af te lezen dat direct na het begin van de jacht er al vangst is. Deze diersoort leeft dus in hetzelfde gebied als zijn prooidieren. Sommige roofdieren leven echter niet in hetzelfde gebied als hun prooidieren. Die moeten zich eerst verplaatsen naar hun voedselgebied voordat ze met de jacht kunnen beginnen. Na de jacht gaan ze weer terug naar het gebied waar ze de meeste tijd verblijven. In figuur 2 is de grafiek van de opbrengstfunctie van een roofdiersoort B getekend die 1 uur onderweg is naar zijn jachtgebied ( 1 2 uur heen en 1 uur terug). Voor deze roofdieren is de 2 opbrengstfunctie gegeven door de formule: r 4 t 1als t > 1 (als het roofdier in totaal minder dan één uur op jacht is, geldt: r = ) Hierin is t de tijd in uren en r de hoeveelheid gevonden voedsel in ee. figuur 2 voedselopbrengst 12 (ee) tijd (uren) Deze opbrengstfunctie r heeft voor t > 1 de volgende twee eigenschappen: een langere tijd levert altijd een hogere opbrengst op; de toename van de opbrengst wordt steeds geringer naarmate t groter wordt. Deze twee eigenschappen zijn zichtbaar in de grafiek van r, maar ze kunnen ook worden verklaard aan de hand van de grafiek van de afgeleide van r. 5p 8 Schets de grafiek van de afgeleide van r en verklaar de beide eigenschappen aan de hand van deze grafiek. www

4 Uitwerkbijlage bij vraag 7 Vraag 7 5 voedselopbrengst (ee) tijd (uren) www

5 Bouwproject De gemeente Vriesbergen wil woningen en winkels laten bouwen op een terrein van 1 m 2. foto nieuwbouw De gemeentelijke planologische dienst gaat dit project ontwerpen. Dit project zal aan enkele voorwaarden moeten voldoen: Verdeling Voor elke m 2 woonoppervlak moet 1 m 2 tuin extra gereserveerd worden voor de woningen. Dus voor elke m 2 woonoppervlak wordt 2 m 2 grond in gebruik genomen. Voor elke 5 m 2 winkeloppervlak moet 2 m 2 extra voor parkeerplaatsen worden bestemd. Om ruimte te hebben voor openbare groenvoorzieningen en wegen mag het totale grondoppervlak voor woningen (inclusief tuin) plus het totale grondoppervlak voor winkels (inclusief parkeerplaatsen) samen ten hoogste 6% van het totale oppervlak beslaan. Verontreiniging Voor 1 m 2 woonoppervlak rekent men 4 eenheden verontreiniging en voor 1 m 2 winkeloppervlak rekent men 4 eenheden verontreiniging. In totaal is maximaal 3 eenheden verontreiniging toelaatbaar. Regionale functie Omdat het gebied een regionale winkelfunctie moet krijgen, eist de gemeente dat het aantal m 2 winkeloppervlak ten minste gelijk is aan 5 m 2 plus vier maal het aantal m 2 woonoppervlak. Noem het aantal m 2 woonoppervlak x en het aantal m 2 winkeloppervlak y. Naast de beperkende voorwaarden x en y gelden nu ook de voorwaarden: (1) 2x + 1,4y 6 (2) y 4x 5 (3) 1x + y 75 5p 9 Laat zien hoe de voorwaarden (1), (2) en (3) uit bovenstaande gegevens volgen. www

6 Nog een aspect van het project waar een voorwaarde uit voortvloeit, wordt gevormd door de kosten. Kosten Het hele project mag niet meer dan 4 miljoen euro kosten. De bouw van 1 m 2 woonoppervlak kost 24 euro. De bouw van 1 m 2 winkeloppervlak kost 8 euro. Op grond van de gegevens over de kosten kun je de beperkende voorwaarde (4) opstellen. 2p 1 Stel deze beperkende voorwaarde op. In figuur 3 zijn de grenzen van de vier beperkende voorwaarden getekend. Figuur 3 staat vergroot op de uitwerkbijlage. figuur 3 y x Met behulp van figuur 3 is in te zien dat een van de vier beperkende voorwaarden eigenlijk overbodig is. 5p 11 Welke van de vier beperkende voorwaarden is overbodig? Licht je antwoord toe met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage. De gemeentelijke planologische dienst wil zo veel mogelijk m 2 woonoppervlak realiseren. 4p 12 Onderzoek hoeveel m 2 het totale grondoppervlak voor woningen (inclusief tuin) plus het totale grondoppervlak voor winkels (inclusief parkeerplaatsen) in dat geval zal beslaan. Dit was de laatste vraag van het deel waarbij de computer niet gebruikt wordt. www

7 Uitwerkbijlage bij vraag 11 Vraag y x www

8 Efficiëntie Winkelketens verkopen hun artikelen in verschillende filialen. De directie van zo n winkelketen wil graag weten hoe goed elk filiaal het doet. Men let met name op de omzet. Daarbij wordt natuurlijk wel rekening gehouden met het aantal werknemers. Wanneer een filiaal een lagere omzet behaalt dan een ander filiaal met evenveel werknemers, dan zeggen we dat het eerste filiaal minder efficiënt is dan het tweede. Voor de beoordeling van de efficiëntie vergelijken we alleen de filialen onderling. We letten alleen op de omzet in relatie tot het aantal werknemers. Om te beginnen een eenvoudig voorbeeld. Een winkelketen heeft 6 filialen. Elk filiaal heeft 24 werknemers. Maar de omzet is niet in alle filialen hetzelfde. Zie tabel 1. tabel 1 filiaal A B C D E F aantal werknemers omzet in 1 euro/jaar Filiaal C heeft de grootste omzet, dit filiaal krijgt het predikaat best practice. Dit gegeven dient als maatstaf bij de beoordeling van de filialen. De directie zal de chef van filiaal A zeggen dat zijn omzet slechts 75% is van die van filiaal C en dus best een stuk hoger zou kunnen zijn. We zeggen dat de efficiëntie van filiaal A 75% is. Stel dat de omzet van filiaal C met 25% stijgt, terwijl die van de andere filialen gelijk blijft. 3p 13 Wat wordt nu de efficiëntie van filiaal A? Licht je antwoord toe. Doorgaans hebben de filialen niet allemaal evenveel werknemers. Dan is het lastiger ze met elkaar te vergelijken. In het Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 1 staat een voorbeeld van een winkelketen met 2 filialen van uiteenlopende grootte. Open het Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 1. Op dit Excelblad zie je een tabel. Daarin staat van elk filiaal het aantal werknemers en de omzet (in 1 euro/jaar). Deze gegevens staan ook in de grafiek op dit Excelblad, die met de Wizard van Excel bij deze tabel gemaakt is. De filialen zijn geordend naar het aantal werknemers. De jaarlijkse omzet per werknemer is niet bij alle filialen hetzelfde. 4p 14 Onderzoek met behulp van het Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 1 bij welk filiaal de jaarlijkse omzet per werknemer het hoogst is. Vermeld ook hoe hoog de jaarlijkse omzet per werknemer bij dit filiaal is. Schrijf duidelijk op hoe je te werk bent gegaan. Sluit Excel af zonder wijzigingen op te slaan. Je zou kunnen zeggen dat het filiaal dat je bij vraag 14 gevonden hebt, het meest efficiënt is. Maar dan wordt er geen rekening gehouden met schaaleffecten: heel kleine filialen kunnen minder efficiënt werken doordat het personeel niet lang genoeg met een zelfde taak bezig kan zijn, bij heel grote filialen is relatief meer tijd nodig voor organisatorische zaken. Om ook nu de efficiëntie van filialen te bepalen, gebruiken we daarom de best practice - grens. In figuur 4 zie je een schets met de filialen van een denkbeeldig bedrijf waarmee we de best practice-grens gaan uitleggen. De filialen X, Y en Z bepalen de best practice -grens. Hiervoor geldt dat geen enkel filiaal boven deze grens uit komt. Tussen X, Y en Z wordt de grens gevormd door de lijnstukken XY en YZ. Het aantal werknemers van filiaal W ligt tussen dat van filiaal Y en filiaal Z in. Het punt W' geeft aan welke omzet met dit aantal werknemers behaald zou kunnen worden volgens de best practice -grens. In feite behaalt filiaal W slechts een zeker percentage van de omzet die bij punt W' hoort. Dit percentage noemen we de efficiëntie van filiaal W. www

9 Geen enkel filiaal heeft een kleiner aantal werknemers dan filiaal X. Daarom kan links van X geen best practice -grens worden aangegeven. En van alle filialen heeft Z de hoogste omzet. Elk filiaal met een groter aantal werknemers dan Z zou in ieder geval die omzet moeten kunnen halen. Daarom loopt de best practice -grens rechts van Z horizontaal. figuur 4 omzet Z best practice W ' Y W X Om snel een beeld van de situatie te krijgen, gebruikt de directie een prikbord waarop elk filiaal met een punaise kan worden weergegeven. Een elastiekje geeft dan automatisch de best practice -grens weer. Open het bestand PRIKBORD.XLS. In dit bestand zie je een digitale versie van dit prikbord. Naast het prikbord staan tien punaises die je naar het bord kunt verslepen. Je kunt echter ook op de knop Random klikken. In dat geval worden de punaises willekeurig geplaatst. Na de willekeurige plaatsing kun je enkele punaises alsnog verslepen. Wanneer je op de knop Trek lijn klikt, wordt om de punaises een elastiek gespannen dat de best practice -grens laat zien. Je kunt eventueel enkele punaises verslepen en via de knop Trek lijn opnieuw de best practice -grens laten trekken. Wanneer je één keer op de knop Reset klikt, verdwijnt het elastiekje. Door twee keer achtereen op de knop Reset te klikken, krijg je het openingsscherm terug. Stel dat een bedrijf vier filialen heeft, met respectievelijk 1, 3, 5 en 7 werknemers. Het kan zijn dat deze filialen alle vier een efficiëntie van 1% hebben (dus dat de bijbehorende punten gezamenlijk de best practice -grens vastleggen). Het kan ook zijn dat slechts twee van deze filialen een efficiëntie van 1% hebben. Met behulp van het bestand PRIKBORD.XLS kun je hier voorbeelden van zoeken. 4p 15 Geef op de uitwerkbijlage van beide situaties een voorbeeld door middel van een schets waarin duidelijk de ligging van de vier punten en de best practice -grens te zien is. Sluit Excel af zonder wijzigingen op te slaan. In de situatie van Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 1 wordt de best practice -grens bepaald door de filialen A, E, I, M, Q en T. Open het Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 2. aantal werknemers Op dit blad staat dezelfde informatie als op blad 1. In de figuur is nu de best practice - grens getekend en ook lijnen waarop de efficiëntie 25%, 5% en 75% is. www

10 Uitwerkbijlage bij vraag 15 Vraag 15 omzet ( 1/jaar) aantal werknemers omzet ( 1/jaar) aantal werknemers www

11 De efficiëntie van filiaal J is iets meer dan 5%. De filiaalchef stelt zich ten doel, met nog steeds 22 werknemers, de efficiëntie te verhogen tot ongeveer 75%. Neem aan dat bij de andere filialen niets verandert. 3p 16 Bepaal met behulp van de gegevens uit het Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 2 hoeveel de omzet van filiaal J dan ongeveer moet toenemen. Licht je antwoord toe. Open het Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 3. Op dit blad staat opnieuw de informatie van blad 1 en 2. In kolom D is nu per filiaal (met uitzondering van de filialen J, O en P) uitgerekend bij welke omzet de efficiëntie 1% zou zijn. Wanneer je de formules in D2 tot en met D1 bekijkt, zie je dat de opbouw van de formules in kolom D niet altijd gelijk is. De formules in D3, D4 en D5 en die in D7, D8 en D9 vertonen qua opbouw veel overeenkomst. Eenzelfde overeenkomst in formuleopbouw is er bij de formules die in D15, D16 en D17 moeten staan. De waarden van de omzet per filiaal waarvoor de efficiëntie 1% zou zijn, zijn berekend met behulp van lineaire interpolatie. Zo is de waarde in cel D15 de uitkomst van de formule =C14+(B15-B14)*(C18-C14)/(B18-B14). 5p 17 Verklaar deze formule. De overeenkomst in de opbouw van de formules die in D15, D16 en D17 moeten staan, is niet zodanig dat men de huidige inhoud van cel D15 kan kopiëren naar D16 en D17. Dat kan wel als men de formule in D15 eerst aanpast door enkele $-tekens in te voegen, waardoor die waarden vastliggen. 3p 18 Schrijf op welke Excelformule in cel D15 kan worden gezet, zó dat bij het kopiëren van deze formule naar D16 en D17 in die cellen de juiste waarden voor de omzet berekend worden. Licht je antwoord toe. 4p 19 Onderzoek met behulp van het Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 3 bij welk filiaal de efficiëntie het laagst is. Schrijf duidelijk op hoe je te werk bent gegaan. In het bestand PRIKBORD.XLS werd de best practice -grens getekend en in bestand EFFICIËNTIE.XLS blad 2 en blad 3 was de best practice -grens gegeven. Om de best practice -grens zelf te maken kun je als volgt te werk gaan: Neem het filiaal met het kleinste aantal werknemers. Het bijbehorende punt (dus het meest linkse punt in de figuur) is het beginpunt van de best practice -grens. Als er meer dan één filiaal is met dit aantal werknemers, neem dan daarvan het filiaal met de grootste omzet. Zoek van alle filialen met een groter aantal werknemers het filiaal waarvan de lijn tussen het beginpunt en het bij dit filiaal behorende punt de grootste richtingscoëfficiënt heeft. Dit punt is het volgende hoekpunt van de best practice -grens. Herhaal de vorige stap met het laatstgevonden punt als beginpunt. Ga hier mee door tot het filiaal met de grootste omzet (dus het hoogste punt in de figuur) bereikt is. Verbind de gevonden punten met rechte lijnstukken. Trek vanuit het laatste punt (met de grootste omzet) een lijn naar rechts evenwijdig aan de horizontale as. Open het Excelbestand EFFICIËNTIE.XLS blad 4. Hierin zie je de gegevens van de filialen van weer een andere winkelketen. De filialen zijn geordend naar het aantal werknemers. Met Excel kun je een grafiek maken zoals die in blad 1 te zien is. In die grafiek is het beginpunt van de best practice -grens het punt bij filiaal A, het laatste hoekpunt van deze grens is het punt bij filiaal R. Daartussenin zijn er nog enkele filialen waarvan de bijbehorende punten op de best practice -grens liggen. 5p 2 Onderzoek met behulp van bestand EFFICIËNTIE.XLS blad 4 (bijvoorbeeld door een grafiek in Excel te maken) welke filialen dit zijn. Licht je antwoord toe. Sluit Excel af zonder wijzigingen op te slaan. www

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur wiskunde A1,2 Compex Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur 20 06 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I Beschuit Gewone beschuiten worden verkocht in beschuitrollen van 13 stuks. Een gewone beschuit weegt gemiddeld 8, gram. Er zijn ook grotere, zogeheten Twentsche beschuiten die worden verkocht in zakken

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2

Examen VWO. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni 13.3 16.3 uur 2 6 Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2006-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2006-I Beschuit Gewone beschuiten worden verkocht in beschuitrollen van 13 stuks. Een gewone beschuit weegt gemiddeld 8, gram. Er zijn ook grotere, zogeheten Twentsche beschuiten die worden verkocht in zakken

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1

Examen VWO. wiskunde A1 wiskunde A1 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni 13.30 16.30 uur 20 06 Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen; het examen bestaat uit 19 vragen. Voor

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: wiskunde A, Compex Correctievoorschrift VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Compex wiskunde A1 vwo 2006-I

Compex wiskunde A1 vwo 2006-I Beschuit Gewone beschuiten worden verkocht in beschuitrollen van 13 stuks. Een gewone beschuit weegt gemiddeld 8,0 gram. Er zijn ook grotere, zogeheten Twentsche beschuiten die worden verkocht in zakken

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I Eindexamen wiskunde A- vwo 006-I Beschuit Bij gewone beschuiten krijg je 3 8,0 4,3 gram per euro 0,9 Bij Twentsche beschuiten krijg je 0 0,7 5, gram per euro 0,93 Bij Twentsche beschuiten krijg je het

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1 Compex

Examen VWO - Compex. wiskunde A1 Compex wiskunde A1 Compex Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur 2 6 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: wiskunde A, Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I Zalm Wanneer van een vissoort te veel gevangen wordt, kan de populatie zich niet herstellen en valt er op den duur niets meer te vangen. Visserijbiologen streven dan ook naar een evenwichtssituatie waarbij

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 14 tot en met 23 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 13 tot en met 19. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 13 tot en met 19. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2007 tijdvak 1 vrijdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 13 tot en met 19 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2006-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2006-I Eindexamen wiskunde A vwo 006-I 4 Beoordelingsmodel Beschuit Bij gewone beschuiten krijg je 3 8,0 4,3 gram per euro 0,9 Bij Twentsche beschuiten krijg je 0 0,7 5, gram per euro 0,93 Bij Twentsche beschuiten

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I Gemeenteraadsverkiezingen Op 2 maart 1994 vonden er in Nederland gemeenteraadsverkiezingen plaats. In de gemeente Enschede werden 67 787 stemmen uitgebracht. Open GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN.XLS Vraag 14,15.

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 14 tot en met 19. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 14 tot en met 19. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2007 tijdvak 1 vrijdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur wiskunde A1 Compex Vragen 14 tot en met 19 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I KoersSprint In deze opgave gebruiken we enkele Excelbestanden. Het kan zijn dat de uitkomsten van de berekeningen in de bestanden iets verschillen van de exacte waarden door afrondingen. Verder kunnen

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Dit examen bestaat uit 8 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

Knetterende Krasactie

Knetterende Krasactie Knetterende Krasactie Ruben Kwant 0780949 Jeroen Wessels 0778324 23 Maart 2012 1 Samenvatting Het Eindhovens Dagblad organiseert een actie om meer klachtenvrij te bezorgen. Ze gebruiken hiervoor een krasactie

Nadere informatie

Ook de volledige spiraal van de stroken van lengte 1, 3, 5,, 99 past precies in een rechthoek.

Ook de volledige spiraal van de stroken van lengte 1, 3, 5,, 99 past precies in een rechthoek. Een spiraal In deze opgave bekijken we rechthoekige stroken van breedte en oneven lengte:, 3, 5,..., 99. Door deze stroken op een bepaalde manier aan elkaar te leggen, maken we een spiraal. In figuur is

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 11 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I Meer neerslag De laatste tijd komen er steeds meer aanwijzingen dat het klimaat op aarde verandert. Dit heeft onder andere gevolgen voor de jaarlijkse hoeveelheid neerslag in Nederland. Om een indruk te

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II Voedselbehoefte In een zeker gebied wordt een grote toename van de bevolking voorzien. Om de daarmee gepaard gaande problemen het hoofd te kunnen bieden, heeft men een schatting nodig van de grootte van

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I Tijdens dit examen werk je in Excel. Door in het openingsscherm op Excel werkbladen te klikken start Excel automatisch op. Je komt dan meteen in het eerste werkblad dat hoort bij het eerste deel van de

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1

Examen VWO - Compex. wiskunde A1 wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 14 tot en met 21 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo I

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo I Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 29 - I Tijdens dit examen werk je in Excel. Door in het openingsscherm op Excel werkbladen te klikken start Excel automatisch op. Je komt dan meteen in het eerste werkblad

Nadere informatie

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur Wiskunde A Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening vereist is, worden aan het antwoord

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur

Examen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B1 Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

Examen VWO-Compex. wiskunde A1,2

Examen VWO-Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO-Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 1 juni 13.30 16.30 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen.

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) wiskunde B, (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Woensdag 3 juni 3.30 6.30 uur 0 04 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit 9 vragen.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-II Zeep De firma Sanove fabriceert stukken zeep. De stukken zeep worden machinaal gemaakt. De machine is zo ingesteld dat het gewicht van de stukken zeep normaal verdeeld is met een gemiddelde van 93 gram

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 10 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 10 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 29 tijdvak 1 maandag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 1 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

Examen VWO-Compex. wiskunde A1

Examen VWO-Compex. wiskunde A1 wiskunde A1 Examen VWO-Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 1 juni 13.30 16.30 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit 24 vragen.

Nadere informatie

Paracetamol in het bloed

Paracetamol in het bloed Paracetamol in het bloed Paracetamol is een veelgebruikte pijnstiller, die in tabletvorm te koop is. Voor volwassenen zijn er tabletten die 500 mg paracetamol bevatten. Na het innemen van een tablet wordt

Nadere informatie

Oefentoets Tentamen 1 Wiskunde A HAVO

Oefentoets Tentamen 1 Wiskunde A HAVO Oefentoets Tentamen 1 Wiskunde A HAVO Opgave 1 In een kist perssinaasappelen zitten standaard 50 sinaasappelen. Voor het persen van één glas sap zijn vijf sinaasappelen nodig. Verder wordt aangenomen dat

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 31 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 0 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B1 wiskunde B Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.3 6.3 uur 5 Voor dit eamen zijn maimaal 87 punten te behalen; het eamen bestaat uit vragen. Voor elk vraagnummer is

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 2008 tijdvak woensdag 28 mei 3.30-6.30 uur wiskunde,2 ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 20 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 82 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-I

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-I Machten van een derdegraadsfunctie Gegeven is de functie 3 2 1 3 4 4 f ( x) x x op het domein [0, 3]. 4p 1 Toon algebraïsch aan dat het maximum van f gelijk is aan 1. V is het gebied ingesloten door de

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2

Examen VWO. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 06 Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen; het examen bestaat uit 20 vragen.

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: wiskunde A Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 06 Tijdvak Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2011 tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

3. Informatie overzichtelijk maken

3. Informatie overzichtelijk maken 43 3. Informatie overzichtelijk maken In het vorige hoofdstuk heeft u externe gegevens in Excel geïmporteerd. Bij het halen van zoveel gegevens, raakt het overzicht soms kwijt. Als u namelijk 20 of 30

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl) wiskunde B1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 86 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I Levensduur van koffiezetapparaten Enkele jaren geleden is onderzocht hoe lang nieuw aangeschafte koffiezetapparaten meegaan. Op basis daarvan is een kansmodel gemaakt zoals weergegeven in figuur 1. Hierin

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2005-I Eindeamen wiskunde B vwo 5-I Inademen Bij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II Vakanties In het najaar van 2003 is een enquête gehouden onder 3000 Nederlanders waarin gevraagd werd op welke wijze zij hun vakantie hadden geboekt in de jaren 2002 en 2003. Men onderscheidde daarbij

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A (oude stijl)

Examen VWO. Wiskunde A (oude stijl) Wiskunde A (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 27 mei 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal 9 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen.

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 11

Extra opgaven hoofdstuk 11 Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I Levensduur van koffiezetapparaten Enkele jaren geleden is onderzocht hoe lang nieuw aangeschafte koffiezetapparaten meegaan. Op basis daarvan is een kansmodel gemaakt zoals weergegeven in figuur 1. Hierin

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 89 punten te behalen; het examen bestaat uit 20 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde B1 wiskunde B1 Eamen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei 13.3 16.3 uur 2 5 Voor dit eamen zijn maimaal 82 punten te behalen; het eamen bestaat uit 22 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Spreadsheets (Excel 2003)

Spreadsheets (Excel 2003) Spreadsheets (Excel 2003) 14 Toevoegen paragraaf 14.5 14.5 Subtotalen, draaitabellen en ALS In deze paragraaf bespreken we een aantal aanvullende functies in Excel. We beginnen met de subtotalen. Een subtotaal

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A1,2. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2 Woensdag 21 juni uur

Examen HAVO. wiskunde A1,2. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2 Woensdag 21 juni uur wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.3 16.3 uur 2 6 Voor dit examen zijn maximaal 8 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 18. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 18. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 29 tijdvak 1 maandag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Compex Vragen 12 tot en met 18 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele examen

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 85 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2005-I Modderstroom Er zijn vulkanen die geen lava uitspuwen, maar een constante stroom modder geven. De koude modder stroomt als een rivier langzaam de helling af (zie foto 1). Aan de rand van deze stroom droogt

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2017 tijdvak 2 maandag 19 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-I Landing In deze opgave bekijken we een eenvoudig wiskundig model van de baan van een vliegtuig bij de landing. en vliegtuig vliegt op een hoogte van 8 km. Op een afstand van 00 km van het vliegveld (horizontaal

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur Wiskunde A (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal 9 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2001-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2001-II Derdegraadsfunctie In figuur 1 is de grafiek getekend van de figuur 1 functie f (x) = (x 2 1) (x 2). y y 4p 1 Los op voor welke waarden van x geldt f (x) < 0. 3p 2 Toon langs algebraïsche weg aan dat voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde A 1-2 vwo I Marathonloopsters De Olympische hardloopwedstrijd met de grootste lengte is de marathon: ruim 4 kilometer, om precies te zijn 4 195 meter. De marathon wordt zowel door mannen als door vrouwen gelopen.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 12 VWO I

Eindexamen wiskunde A 12 VWO I Eindexamen wiskunde A VWO 2001 - I Opgave 1 Contradansen Een Engelse contradans is een muziekstuk dat uit twee delen bestaat. Ieder deel bestaat uit acht maten. In het boekje Musik mit Würfeln staat een

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur Examen HAVO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde A Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde B1 wiskunde B1 Eamen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak Woensdag 1 juni 13.30 16.30 uur 0 06 Voor dit eamen zijn maimaal 83 punten te behalen; het eamen bestaat uit 0 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-I Er zijn nog drie wachtenden voor u Een callcenter verleent telefonische diensten voor bedrijven, zoals het opnemen van bestellingen of het afhandelen van vragen. Het telefoontjes en de gespreksduur per

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2002-I

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2002-I Vogels die voedsel zoeken Vogels die voedsel zoeken op de grond vertonen vaak een karakteristiek patroon van lopen en stilstaan. In figuur 1 is dit patroon voor twee vogelsoorten schematisch weergegeven.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2006-II

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2006-II Eindexamen wiskunde A1-2 havo 26-II Fooien In de Verenigde Staten is het gebruikelijk dat je in een restaurant een flinke fooi geeft aan degene die je bedient. Het basisloon is er zeer laag en daardoor

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 31 mei 13.30 16.30 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 31 mei 13.30 16.30 uur Wiskunde A (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 31 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 0 punten te behalen; het examen bestaat uit 21

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 2016 tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 18 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 1. a. Teken in één assenstelsel de grafieken bij de formules y = 4x - 3 en y = 7 - x b. Bereken de coördinaten van het snijpunt c. Teken in hetzelfde assenstelsel de

Nadere informatie

In de handel is het gebruikelijk om korting te geven als een klant veel exemplaren van een bepaald product bestelt.

In de handel is het gebruikelijk om korting te geven als een klant veel exemplaren van een bepaald product bestelt. Korting In de handel is het gebruikelijk om korting te geven als een klant veel exemplaren van een bepaald product bestelt. Kwantumkorting Een manier om klanten korting te geven, is de kwantumkorting.

Nadere informatie

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl) Wiskunde A1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 28 mei 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

wiskunde B havo 2015-II

wiskunde B havo 2015-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid

Nadere informatie

f. Wat is de halveringstijd van deze uitstervende diersoort uitgaande van de formule: N ,88 t, t in jaren t=0 betekent ?

f. Wat is de halveringstijd van deze uitstervende diersoort uitgaande van de formule: N ,88 t, t in jaren t=0 betekent ? RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM T311-HCMEM-H5679 Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2008-I

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2008-I Eindeamen wiskunde B vwo 008-I Landing In deze opgave bekijken we een eenvoudig wiskundig model van de baan van een vliegtuig bij de landing. Een vliegtuig vliegt op een hoogte van 8 km. Op een afstand

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B 1,2

Examen HAVO. wiskunde B 1,2 wiskunde 1, Examen HVO Hoger lgemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak Woensdag 1 juni 13.30 16.30 uur 0 06 Voor dit examen zijn maximaal 85 punten te behalen; het examen bestaat uit 18 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: wiskunde A Compex Correctievoorschrift VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I Inademen Bij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen is de hoeveelheid verse

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II Brandstofverbruik Een schip maakt een tocht over een rivier van P naar Q en terug. De afstand tussen P en Q is 42 km. Van P naar Q vaart het schip tegen de stroom in (stroomopwaarts); op de terugreis vaart

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur Eamen VWO 2008 tijdvak woensdag 28 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Dit eamen bestaat uit 9 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Examen HAV Hoger Algemeen Voortgezet nderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen; het examen bestaat uit 19 vragen.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-II Toename lichaamsgewicht zwangere vrouw Een vrouwenarts heeft van een zwangere vrouw gedurende de zwangerschap allerlei gegevens verzameld. In tabel 1 staan enkele resultaten. Daaruit is onder andere af

Nadere informatie

Examen VWO. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde A1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II Eindexamen wiskunde A- havo 007-II Beoordelingsmodel Sprintsnelheid maximumscore 4 De toenamen zijn achtereenvolgens 37,5 ; 0,5 ; 3,0 ; 3,5 ; 3,5 De staven zijn getekend bij 0, 40, 60, 80 en 00 meter Er

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2005-I Inademen ij controlemetingen aan de ademhaling wordt men gevraagd om diep uit te ademen en vervolgens gedurende vijf seconden zo diep mogelijk in te ademen. Tijdens het inademen is de hoeveelheid verse

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 23 mei 13.30-16.30 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen; het examen bestaat uit 21

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2019-I

wiskunde A vwo 2019-I OVERZICHT FORMULES Differentiëren naam van de regel functie afgeleide somregel s( x) f( x) g( x) s' ( x) f'x ( ) g'x ( ) verschilregel s( x) f( x) g( x) s' ( x) f'x ( ) g'x ( ) productregel px ( ) f( x)

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde B pilot I

Eindexamen havo wiskunde B pilot I Vliegende parkieten De wetenschapper Vance Tucker heeft onderzocht hoeveel energie een parkiet verbruikt bij het vliegen met verschillende snelheden. Uit zijn onderzoek blijkt dat de hoeveelheid energie

Nadere informatie

handel en verkoop CSPE BB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

handel en verkoop CSPE BB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden. Examen VMBO-BB 2011 gedurende 255 minuten handel en verkoop CSPE BB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden. Dit examen bestaat uit 21 opdrachten. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Examen VWO 2007 tijdvak 1 vrijdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 1 tot en met 12 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

voltooid. Hoeveel jaar is dat geleden? Schrijf je berekening op.

voltooid. Hoeveel jaar is dat geleden? Schrijf je berekening op. Piramides in Egypte In het noorden van Egypte staan drie grote piramides en een aantal kleine piramides bij elkaar. De drie grote piramides heten de piramide van Cheops, de piramide van Chefren en de piramide

Nadere informatie