- JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN -

Transcriptie

1 7555/04 (Presse 94) (OR. en) Buitengewone zitting van de Raad - JUSTITIE EN BINNEANDSE ZAKEN - Brussel, 19 maart 2004 Voorzitter: de heer Michael McDOWELL, T.D. Minister van Justitie, Rechtsgelijkheid en Hervorming van het Recht van Ierland Internet: press.office@consilium.eu.int Voor meer informatie: tel /04 (Presse 94) 1

2 INHOUD 1 DEELNEMERS... 3 BESPROKEN PUNT: STRIJD VAN DE EU TEGEN TERRORISME Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst. 7555/04 (Presse 94) 2

3 DEELNEMERS De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd: België: mevrouw Laurette ONKELINX de heer Patrick DEWAEL Denemarken: mevrouw Lene ESPERSEN Duitsland: de heer Otto SCHILY Griekenland: de heer George VOULGARAKIS de heer Anastasios PAPALIGOURAS Spanje: de heer Ángel ACEBES PANIAGUA Frankrijk: de heer Nicolas SARKOZY de heer Dominique PERBEN Ierland: de heer Pat FOLEN Italië: de heer Giuseppe PISANU de heer Roberto CASTELLI Luxemburg: de heer Luc FRIEDEN Nederland: de heer Piet Hein DONNER de heer Johannes REMKES Oostenrijk: de heer Ernst STRASSER Portugal: de heer António FIGUEIREDO LOPES mevrouw Celeste CARDONA Finland: de heer Johannes KOSKINEN de heer Kari RAJAMÄKI Zweden: de heer Thomas BODSTRÖM Verenigd Koninkrijk: de heer David BLUNKETT vice-eerste minister en vice-eerste minister en minister van Openbare Orde, Binnenlandse Veiligheid en Lokale Vrijheden grootzegelbewaarder,, minister van de Schatkist en van Begroting en Koninkrijksrelaties * * * Commissie: de heer António VITORINO lid Overige deelnemers: de heer Jürgen STORBECK directeur van Europol 7555/04 (Presse 94) 3

4 De regeringen van de toetredende staten waren als volgt vertegenwoordigd: Tsjechië: de heer Stanislav GROSS Estland: de heer Margus LEIVO Cyprus: de heer Doros THEODOROU Letland: de heer Eriks JEKABSONS Litouwen: de heer Virgilijus BULOVAS Hongarije: mevrouw Mónika LAMPERTH Malta: de heer Carmelo Mifsud BONNICI Polen: de heer Pawel DAKOWSKI Slovenië: de heer Rado BOHINC de heer Ivan BIZJAK Slowakije: de heer Vladímir PALKO de heer Daniel LIPŠIC eerste vice-minister-president en en Openbare Orde staatssecretaris, ministerie van Justitie en Binnenlandse Zaken onderstaatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken en Bestuurszaken vice-minister-president en 7555/04 (Presse 94) 4

5 BESPROKEN PUNT: STRIJD VAN DE EU TEGEN TERRORISME Naar aanleiding van de terroristische aanslagen van 11 maart 2004 in Madrid heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) vergaderd om een nieuwe impuls te geven aan het Europese antwoord op de terroristische dreiging waarmee onze samenleving wordt geconfronteerd. De Raad begon met een minuut stilte ter nagedachtenis van de slachtoffers van de terroristische aanslag van 11 maart 2004 in Madrid. De Raad spitste vervolgens de besprekingen toe op de praktische maatregelen ter versterking van de concrete samenwerking. Daarbij werd er met name op gewezen dat volop gebruik moet worden gemaakt van de mogelijkheden die de Task Force van Politiechefs, Europol en Eurojust bieden. De Raad beklemtoonde dat uitvoering moet worden gegeven aan de bestaande maatregelen ter verbetering van de samenwerking in de strijd tegen terrorisme. De Raad ging voorts na hoe de mechanismen voor samenwerking tussen politie- en veiligheidsdiensten kunnen worden verbeterd en hoe een efficiënte, systematische samenwerking tussen de inlichtingendiensten van de lidstaten kan worden bevorderd. De Raad drong erop aan om de werkzaamheden af te ronden ten aanzien van bestaande maatregelen die tot terrorismebestrijding kunnen bijdragen. Deze werkzaamheden behelzen met name de verdere bespreking van het kaderbesluit inzake de wederzijdse erkenning van beslissingen tot confiscatie, de ontwikkeling van de tweede generatie van het Schengeninformatiesysteem en het nieuwe Visainformatiesysteem, alsmede het geplande Europese Agentschap voor de buitengrenzen. Voorrang moet worden gegeven aan de voorstellen betreffende het bewaren van verkeersgegevens en het uitwisselen van informatie over veroordelingen. De Raad verzocht de Commissie een voorstel voor de instelling van een Europees programma voor de bescherming van getuigen in te dienen. De lidstaten zegden toe de bestaande maatregelen die voor de bestrijding van terrorisme belangrijk zijn, op EU-brede schaal uit te voeren. 7555/04 (Presse 94) 5

6 Voorts heeft de Raad gesproken over onder meer een politieke verbintenis tot nakoming van de verplichtingen die zijn vervat in de solidariteitsclausule van de ontwerp-grondwet voor Europa (artikel I-42), alsmede over maatregelen voor de herziening van het actieplan inzake terrorisme, de versterking van grenscontroles en documentbeveiliging, EU-richtsnoeren voor een gemeenschappelijke aanpak van de bestrijding van het terrorisme, de uitwisseling van inlichtingen, het uitschakelen van de financiering van terrorisme, maatregelen ter bescherming van vervoermiddelen en bevolking, internationale samenwerking en de instelling van een coördinator voor terrorismebestrijding. Het maatregelenpakket voor de bestrijding van het terrorisme zal worden voorgelegd aan de aanstaande Europese Raad van 25 en 26 maart Gememoreerd zij dat de brede doelstellingen van de Europese Unie terzake zijn vervat in het actieplan inzake terrorismebestrijding dat de Europese Raad van Brussel op 21 september 2001 heeft aangenomen. Dit actieplan is vervolgens uitgebreid en geconcretiseerd in de vele maatregelen en acties die vermeld staan in de antiterreurroutekaart van de Unie. De Raad begint dus niet met een tabula rasa. Er is reeds waardevol werk verricht. Een deel daarvan dateert van vóór september 2001, al is het tempo van de werkzaamheden sedertdien wel opgevoerd. Na de aanneming van het actieplan in 2001 hebben de Raad en de Commissie, binnen hun respectieve bevoegdheden, een aantal maatregelen getroffen om de interne veiligheid in de Unie te verhogen. Sommige daarvan zijn speciaal gericht op de bestrijding van terrorisme; het betreft onder meer het kaderbesluit tot vaststelling van een gemeenschappelijke definitie van terrorisme in het strafrecht, de opneming van terreurbestrijdingsclausules in de overeenkomsten die de Gemeenschap met derde landen sluit, het verbeteren van de veiligheid van de luchtvaart en het bevriezen van vermogensbestanddelen van terroristen en terroristische organisaties. Andere maatregelen zijn breder opgezet; het gaat hierbij om diverse maatregelen in het kader van de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (het Europese aanhoudingsbevel, gemeenschappelijke onderzoeksteams, de oprichting van Eurojust, de versterking van Europol, de oprichting van een agentschap voor geïntegreerd grensbeheer, de beveiliging van reisdocumenten enz.) of voor de consolidatie van de rechtsstaat in enkele kwetsbare derde landen. Voorts zijn er bij de lidstaten nieuwe zorgpunten naar voren gekomen (waarbij een oplossing moet worden gevonden voor terrorismebevorderende factoren, de bescherming van minderheden en het stimuleren van pluralisme in de EU, gewelddadig religieus fanatisme, veiligheid van de scheepvaart). Daarnaast hebben de Verenigde Staten extra initiatieven genomen (paspoortbeveiliging, biometrische gegevens, nieuwe maatregelen ter beveiliging van de luchtvaart). Terwijl in de door de Europese Raad van december aangenomen Europese veiligheidsstrategie wordt gepleit voor een brede aanpak die de eventuele tegenstellingen tussen de interne en externe dimensie van terrorismebestrijding kan overwinnen, worden de normale voorbereidende kanalen in de Raad onverminderd ingeschakeld om de deskundige kennis in alle betrokken sectoren ten nutte te maken. Nodig zijn een betere coördinatie en een hogere efficiency. Eerder dit jaar is een begin gemaakt met de herziening van het actieplan om de EU-doelstellingen te actualiseren; verscheidene lidstaten hebben opmerkingen ingediend. Voor nadere informatie over de maatregelen van de EU inzake terrorismebestrijding, raadplege men: /04 (Presse 94) 6