De aanpak van strafbare feiten bij minderjarigen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De aanpak van strafbare feiten bij minderjarigen"

Transcriptie

1 HBO-Rechten Titel: Auteur: De aanpak van strafbare feiten bij minderjarigen Michelle Schuijt Blok: 3 en 4 Bestemd voor: Afstudeerdocent en afstudeerbegeleider Studiejaar: Leerjaar: 4 Datum: 1 juni 2010 Afstudeerdocent: Mr. C. van den Haak Coördinator: Mr. C. Phillips

2 De aanpak van strafbare feiten bij minderjarigen 2

3 Voorwoord In het vierde jaar van mijn studie HBO-Rechten heb ik in de laatste twee blokken voor een periode van twintig achtereen volgende weken onderzoek gedaan naar de aanpak van minderjarigen indien zij verdacht worden van een strafbaar feit. Ik heb dit gedaan in het kader van mijn afstuderen op advocatenkantoor de Klerk & Rozemeijer Advocaten te Velserbroek. Tijdens mijn afstuderen heb ik onderzoek gedaan naar het jeugd(straf)recht in Nederland en de vraag gesteld of er alternatieven zijn in het civiele recht voor het strafrechtelijk straffen. Ik wil Michel de Klerk en Steven Rozemeijer hierbij dan ook bedanken voor het bieden van de mogelijkheid om op kantoor mijn onderzoek te mogen doen. De begeleiding verliep heel fijn en heb veel gehad aan de ondersteuning van Steven. Hartelijk bedankt voor de leuke tijd en jullie steun en inzet! 3

4 Inhoudsopgave Omslag Blz. 1 Titelblad Blz. 2 Voorwoord Blz. 3 Inhoudsopgave Blz. 4 Verklarende woordenlijst Blz. 5 Lijst met afkortingen Blz. 6 Samenvatting Blz Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek Blz De doelstelling Blz De probleemstelling Blz De deelvragen Blz De begrips- en onderzoeksafbakening Blz De gehanteerde onderzoeksmethode(n) Blz Het onderzoek 2.1 De inhoud van beide zittingen Blz De rol van de verschillende actoren Blz De keuze tussen JOM-zitting of een zitting bij de kinderrechter en de beoordeling hiervan Blz Alternatieven in het civiele recht Blz Het effect van beide zittingen Blz Conclusie Blz. 23 Literatuurlijst Blz. 25 Bijlagen Blz. 26 4

5 Verklarende woordenlijst Absolute competentie Actoren Advocaat Ambtshalve toevoeging Beëdigen Bevel tot medebrenging Bewezenverklaring Casusregisseur Cognitief vermogen Dagvaarding Delict Delinquenten Detentie First Offenders Griffier Interventie Inverzekeringstelling Jeugdreclassering Justitieel Casus Overleg Kinderrechter Meervoudige strafkamer Officier van justitie Onderzoek ter terechtzitting Ontheffing van het gezag Ouderlijk gezag Jeugdbeschermingsmaatregelen Persoonlijkheidsonderzoek Piketadvocaat De juiste rechter waarbij de strafzaak aanhangig wordt gemaakt De betrokkenen bij de uitvoering van een kinderzitting of JOM-zitting Raadsman in juridische aangelegenheden Toewijzing door de staat van een advocaat die kosteloos rechtsbijstand verleent aan verdachten Een eed laten afleggen De rechter beveelt de politie de verdachte op te halen en mee te nemen naar de terechtzitting Het bewezen verklaren van een ten laste gelegd feit De RvdK die het gehelde strafproces van de minderjarige volgt en aanstuurt Denkproces m.b.t. het kennen, het waarnemen en het overdenken van de buitenwereld Officieel stuk waarin de officier van justitie de verdachte oproept om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen. In de dagvaarding staat ook waar de officier de verdachte van beschuldigt Het strafbare feit omschreven in de wet Jongeren tussen de 12 en 18 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd Een gevangenisstraf uitzitten Minderjarigen die voor de eerste keer met Justitie in aanraking komen Persoon die een verslag maakt van de zitting en de rechter ondersteunt bij het schrijven van een vonnis. Ingrijpen in het leven van een minderjarige Het vasthouden van de verdachte als dat nodig is voor het onderzoek Een beperking of ontneming van het ouderlijk gezag opgelegd door de kinderrechter Hulpverlening aan jeugdigen die verdacht worden van of veroordeeld zijn wegens een strafbaar feit In het justitieel casusoverleg worden individuele zaken besproken van jongeren tussen de 12 en 18 jaar die met politie in aanraking zijn gekomen. Rechter belast met de rechtspraak over personen tussen de 12 en 18 jaar Een terechtzitting waarbij er niet 1 rechter beslist maar er drie rechters beslissen. Dit is het geval in de zwaardere strafzaken. Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie in de rechtszaal. De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek in strafzaken. De rechter onderzoekt tijdens de terechtstelling de feiten Een beperking van het ouderlijk gezag, waarbij de ouders niets ver verwijten valt Het gezag dat de ouders over het minderjarige kind mogen en moeten uitoefenen Een onderzoek naar persoonlijkheidskenmerken en persoonlijke omstandigheden voor het vaststellen van de strafmaat of behandeling op verzoek van de rechter Op gezette tijden heeft een advocaat dienst en worden alle in verzekering gestelde verdachten door hem/ haar bezocht 5

6 Proces-verbaal Raad voor de Kinderbescherming Raadsonderzoeker Relatieve competentie Seponeren Strafbeschikking Rechtvaardigingsgronden Schulduitsluitingsgronden Slachtofferdadergesprek Strafuitsluitingsgronden Transactie Twaalf minners Verschoningsrecht Vonnis Lijst met afkortingen Schriftelijk verslag van dat wat op de strafzitting aan de orde is gekomen Orgaan van het ministerie van Justitie, gevestigd in elk arrondissement. De raad behartigt de belangen van minderjarigen die dat nodig hebben en adviseert de kinderrechter Medewerker van de RvdK die de jongere begeleid tijdens zijn strafproces Gronden die zien op de gedragen (het feit) zelf Het vaststellen van de behandeling in het juiste arrondissement woonplaats van de verdachte Gronden die zien op de verwijtbaarheid van het handelen van de verdachte Bevoegdheid van de politie of officier van justitie om de zaak niet voor de rechter te brengen, maar te laten rusten Contact tussen slachtoffer en dader, dat beiden de kans geeft de andere kant van het misdrijf te zien. Een `strafbeschikking` is een door een openbare aanklager zonder tussenkomst van de rechter opgelegde straf. De redenen waarop een rechter zich kan baseren om geen straf op te leggen voor het plegen van een strafbaar feit, omdat er of geen sprake is van schuld of een rechtvaardiging bestaat voor het plegen van het strafbare feit Een aanbieding door de OvJ om verder strafvervolging te voorkomen Minderjarigen onder de 12 jaar Het recht dat een getuige op grond van zijn familierelatie met de verdachte of op grond van zijn beroep heeft om vragen van de rechter onbeantwoord te laten De uitspraak van de rechter (mondeling en schriftelijk) AIVD ITB JCO JDS JOM-zitting OTP OTS OvJ PIJ-maatregel SIB UHP VOG WJSG WRO RvR RvdK Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst Intensieve Traject begeleiding Justitieel Casus Overleg Justitieel Documentatie Systeem Jeugd Officiers Model Onderhoud ten parkette Ondertoezichtstelling Officier van Justitie Plaatsing in Inrichting voor Jeugdigen Stichting Slachtoffer in Beeld Uithuisplaatsing Verklaring Omtrent het Gedrag Wet Justitiële en Strafvorderlijke Gegevens Wet op de Rechterlijke Organisatie Raad voor Rechtsbijstand Raad voor de Kinderbescherming 6

7 Samenvatting Tijdens mijn stage ben ik in aanraking gekomen met het jeugdrecht en liep ik tegen het probleem aan dat er verschillende mogelijkheden zijn voor een minderjarige om zijn strafzaak af te doen. Nu ligt de keuze natuurlijk niet bij de minderjarige maar bij het Openbaar Ministerie (hierna het OM) en heb ik de verschillende mogelijkheden op een rijtje gezet en vergeleken met elkaar zodat ik hierin duidelijkheid verschaf voor de professionals in het jeugdstrafrecht en voor de ouders en de minderjarigen zelf. Daarbij heb ik ook gekeken naar de civiele alternatieven voor het strafrechtelijk straffen, aangezien ik van menig ben dat naar aanleiding van het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna de Raad) er pas door de Officier van Justitie (hierna OvJ) een beslissing moet worden gemaakt of de minderjarige strafrechtelijk moet worden vervolgd, juist eerst civiele hulp moet hebben of een combinatie van beide. Mijn onderzoek richtte zich in de eerste paar weken op een literatuuronderzoek en in het tweede gedeelte heb ik interviews gehouden met een parketsecretaris, een medewerker van de Raad en een kinderrechter. Ook heb ik mijn eigen ervaringen uit mijn stage in mijn onderzoek verwerkt. In mijn onderzoek bespreek ik de JOM-zitting bij de parketsecretaris, de toekomstige strafbeschikking en de zitting bij de kinderrechter. Er zijn een aantal grote verschillen zoals de persoon die recht spreekt, de kosten van de zittingen en de soorten straffen die er kunnen worden opgelegd. Ook is er verschil in de rol van de actoren die bij de zittingen aanwezig zijn. Persoonlijke omstandigheden, recidive en de ernst van het feit spelen een rol om te bepalen voor welke zitting wordt gekozen en deze zelfde factoren spelen ook een grote rol bij de beoordeling van het strafbare feit. De Raad speelt in het straftraject van minderjarigen een grote rol. Zij stelt een onderzoeksrapport op dat zowel door de rechter als door het OM wordt gelezen en beoordeeld. Recidive is van belang bij de keuze van de zitting omdat in het geval van recidive in principe gekozen wordt voor een zitting bij de kinderrechter. Ook speelt recidive een rol bij de strafmaat, deze zal hoger uitvallen indien er sprake is van recidive. Jeugdrecht heeft een pedagogisch karakter, wat wil zeggen dat er niet wordt gestraft ter vergelding, maar vanuit een pedagogisch oogpunt, zodat de minderjarige de gevolgen inziet en in de toekomst niet dezelfde fout begaat. Het pedagogische oogpunt brengt met zicht mee dat er een alternatieven zijn in het civiel recht. In Nederland kennen we verschillende methodes zoals de Intensieve Traject Begeleiding (hierna ITB) en de Gedragsbeïnvloedende Maatregel (hierna GBM) en de verschillende heropvoedinginstituten zoals het Leger des Heils. Een civiele mogelijkheid voor het straffen is binnen het gezin te kijken of er hulp en steun nodig is in de vorm van een Ondertoezichtstelling (hierna OTS) of een machtiging Uithuisplaatsing (hierna MUHP). Concluderend kan ik stellen dat er verschillen en overeenkomsten zijn in de mogelijkheden om een strafzaak van een minderjarige af te doen, maar dat het juist heel goed is dat er verschillen er zijn omdat de strafzaken van elkaar verschillen, uiteraard de minderjarigen van elkaar verschillen en sprake is van een dadergerichte aanpak in plaats van een daadgerichte aanpak. In Haarlem is dit klaarblijkelijk ook geconstateerd en daarom is er nu een werkgroep opgesteld om te onderzoeken of het mogelijk is om de sector civiel en straf in het jeugdrecht samen te voegen Voor de leesbaarheid van de tekst gebruik ik hij waar ook zij gelezen mag worden. 7

8 1. Inleiding In deze paragraaf zal ik dieper ingaan op de aanleiding van mijn onderzoek, de doelstelling, mijn probleemstelling, de deelvragen, de begrips- en onderzoeksafbakening en tot slot de door mij gehanteerde onderzoeksmethoden. 1.1 Aanleiding voor het onderzoek Tijdens mijn stage bij de Klerk en Rozemeijer Advocaten te Velserbroek in het derde jaar van mijn studie heb ik veel JOM-zittingen en zittingen bij de kinderrechter bijgewoond. Daar ben ik tegen het probleem aangelopen dat veel professionals, ouders en de minderjarigen zelf niet goed weten wat er gebeurt nadat een minderjarige in aanraking is gekomen met het strafrecht. Word ik nu vervolgd? Welke mogelijkheden tot vervolging zijn er? Krijg ik een strafblad? Daarbij loop ik zelf tegen het punt aan dat ik vind dat, indien minderjarigen met justitie in aanraking komen er moet worden gekeken naar de aanleiding hiervoor. Ik ben van mening dat naar aanleiding van het onderzoek van de Raad er pas door de OvJ een beslissing moet worden genomen of de minderjarige strafrechtelijk moet worden vervolgd of juist eerst civiele hulp moet hebben. Nu wordt er te snel gestraft terwijl de achterliggende problemen slecht worden onderkend, zodat er ook geen hulp kan worden geboden. 1.2 De doelstelling Met mijn onderzoek wil ik duidelijkheid scheppen voor (jong) professionals in het jeugd(straf)recht. Ik wil onderzoeken in welke gevallen er wordt gekozen voor een JOMzitting en in welke gevallen er wordt gekozen voor een zitting bij de kinderrechter. Wat de rol is van de verschillende actoren, en wat van belang is bij de beoordeling door de rechter. Tevens wil mijn afstudeerorganisatie dat ik daarbij ga onderzoeken of er een alternatief is voor het strafrechtelijk straffen in het civiele recht. In de praktijk merk ik dat hier behoefte aan is, en zeker bij de Klerk en Rozemeijer Advocaten te Velserbroek zal dit onderzoek een hoop duidelijkheid geven voor zowel de professionals als voor de ouders. Zo kunnen de ouders en hun kind dat verdacht wordt van een strafbaar feit beter worden voorbereid op een eventuele zitting. 1.3 De probleemstelling Voor mijn onderzoek heb ik gekozen voor een verklarende probleemstelling, omdat ik aan de hand van mijn onderzoek wil verklaren wat de mogelijkheden zijn in het arrondissement Haarlem om minderjarigen die in aanraking komen met het strafrecht te straffen en waar mogelijk te begeleiden. De probleemstelling luidt: "Welke maatregelen zijn er ten aanzien van de afwikkeling van minderjarige strafzaken en is het strafrecht daarbij de geëigende weg?" 1.4 De deelvragen De probleemstelling heb ik in de volgende deelvragen opgesplitst: 1. Wat houdt een zitting bij de kinderrechter en een JOM-zitting in? 2. Welke rol spelen de verschillende actoren bij beide zittingen? 3. Welke factoren spelen een rol bij de keuze voor één van beide zittingen en bij de beoordeling van het strafbare feit? 4. Zijn er alternatieven voor het straffen via het civiel recht? 5. Wat is het effect van beide zittingen voor de jeugdige delinquenten? 8

9 1.5 Begrips- en onderzoeksafbakening Mijn onderzoek richt zich op het arrondissement Haarlem, omdat dit het arrondissement is waarbinnen de Klerk en Rozemeijer Advocaten hun jeugdstrafzaken hebben. In dit arrondissement zijn er twee mogelijkheden om een strafzaak af te doen, namelijk door een JOM-zittingen of een zitting bij de kinderrechter. Sinds 1 februari 2008 is er de mogelijkheid van de strafbeschikking bijgekomen. Deze wordt echter gefaseerd ingevoerd in twee fases. Per 1 februari 2008 werd gestart met fase 1a. Hierbij werd de strafbeschikking toegepast bij de beoordeling van een beperkt aantal delicten betreffende art 8 WVW (Wegen Verkeerswet). Fase 1b werd per 1 februari 2009 ingevoerd en deze had betrekking op alle delicten binnen een aantal verkeersdelicten. Uiteindelijk zal de strafbeschikking naast de JOM-zitting komen te lopen aangezien er niet vanuit wordt gegaan dat de JOM-zittingen zullen worden afgeschaft. 1 JOM staat voor Jeugd Officiers Model wat inhoudt dat een medewerker van het OM (een officier of een parketsecretaris) een transactie mag aanbieden aan de minderjarige. Gaat hij hiermee akkoord en voldoet hij aan de voorwarden gesteld in art. 74 Sr. dan is zijn strafvervolging afgedaan. Zo niet dan zal de zaak voorkomen bij de kinderrechter. Een strafbeschikking is een beschikking die ook wordt opgelegd door een medewerker van het OM (een officier of een parketsecretaris). Dit betekent dat de vrijwilligheid van de transactie hierbij ontbreekt. Indien je het niet eens bent met de beschikking kom je in verzet en wordt de zaak alsnog voorgelegd aan een kinderrechter. 1.6 De gehanteerde onderzoeksmethode(n) Ik heb mij in de beginfase van het afstuderen gericht op literatuuronderzoek. Bij mijn afstudeerorganisatie is er een bibliotheek met veel informatie over het jeugd(straf)recht. Ook heb ik aan de hand van verschillende databanken zoals Picarta, Kluwer Navigator en Opmaat tijdschriftartikelen gelezen. Naast het literatuuronderzoek heb ik interviews gehouden met drie professionals in het jeugd(straf)recht en het civiele recht, zoals een kinderrechter, een medewerker van het OM en een medewerker van de Raad. Ik heb eerst telefonisch contact met deze mensen gehad en daarna ben ik persoonlijk langs geweest om het interview af te nemen. Ik heb de gesprekken, met toestemming, opgenomen met een dictafoon. Ik heb de relevante informatie uit deze interviews voor een deel verwerkt in mijn onderzoeksrapport en voor een deel in mijn beroepsproducten. Tot slot heb ik tijdens mijn stage de nodige jeugdzittingen bijgewoond, zowel JOM-zittingen als zittingen bij de kinderrechter. Die eigen kennis door middel van observatie heb ik ook verwerkt in mijn onderzoek. Zo merkte ik dat de minderjarige vaak niet begreep wat een transactie inhoudt en wat er gebeurd al hij het accepteert. Verder namen de minderjarigen hun straf vaak niet serieus en begrijpen niet dat zij na aanraking met Justitie een aantekening krijgen op hun justitiële documentatie. Tot slot merkte ik op dat het een bepaalde soort minderjarigen zijn die in aanraking komen met Justitie. Vaak zijn het minderjarigen uit een gebroken gezin en zitten op een school voor moeilijk lerende kinderen. 1 Interview parketsecretaris mw. van Arkel d.d. 11 maart

10 2. Het onderzoek In dit hoofdstuk vindt de verantwoording van het eigenlijke onderzoek plaats. Ik zal alle deelvragen langs gaan en aan het eind van elke deelvraag eindig ik met een deelconclusie De inhoud van beide zittingen Ik zal in deze deelvraag beginnen bij de strafbaarheid van jeugdige personen. Daarna richt ik mij tot de verschillende zittingen. Aan het eind van deze paragraaf heb ik een schema gemaakt, wat de onderstaande informatie kort en bondig samenvat Strafbaarheid minderjarigen Minderjarigen die in aanraking komen met het strafrecht, hebben ook recht op bescherming. Hierbij staat niet de vergelding van het gedrag centraal, maar de resocialisatie van de minderjarige door middel van sancties met een opvoedkundig karakter. In Nederland kunnen minderjarigen onder de 12 jaar niet worden vervolgd voor het plegen van een strafbaar feit op grond van art. 77a Sr jo. art. 486 Sv. Minderjarigen boven de 12 jaar tot 18 jaar komen in beginsel in aanmerking voor het jeugdstrafrecht. Uitzondering hierop is dat minderjarigen die een zwaar strafbaar feit hebben gepleegd kunnen worden veroordeeld middels het volwassenenrecht op grond van art. 77b Sr Zitting bij de kinderrechter Een zitting bij de kinderrechter wordt aanhangig gemaakt met behulp van een dagvaarding die wordt opgestuurd naar de minderjarige in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. Hij wordt hierbij uitgenodigd om te verschijnen voor de kinderrechter. Deze zitting is in een grote zaal. Voor de minderjarige verdachte zit een drietal personen; de rechter in het midden, aan de linkerkant de OvJ en aan de rechter kant de griffier. Naast de minderjarige staat zijn advocaat (voor afbeelding zie bijlagen). Een zitting bij de kinderrechter vindt plaats achter gesloten deuren op grond van art. 495b Sv. Dit betekent dat alleen de ouders en een medewerker van de Raad aanwezig mogen zijn. Zodra iedereen binnen is begint de zitting. De kinderrechter zal eerst de persoonsgegevens controleren, zodat hij zeker weet dat hij de juiste minderjarige voor zich heeft. Hierna zal de OvJ het woord nemen. De rechter zal hierna een aantal vragen stellen om de zaak voor hem helder te krijgen. De OvJ leest de dagvaarding voor waarin staat van welk strafbaar feit de minderjarige wordt verdacht, de persoonlijke omstandigheden en de eventuele benadeelde partij. Nadat de officier dit heeft gedaan komt hij tot de strafeis of ontslag van alle rechtsvervolging of seponeren enz. Hierna voert de advocaat van de minderjarige de verdediging. De OvJ mag hier weer op reageren indien nodig. Dan is de verdachte aan het woord, want die heeft het recht om zelf ook iets over de zaak te zeggen. Hierna zal de rechter in de meeste gevallen meteen uitspraak doen. In zwaardere zaken wordt de strafzaak voorgelegd aan de meervoudige strafkamer met drie rechters en zal er uitspraak volgen na twee weken. De griffier is degene die opschrijft wat er door alle partijen wordt gezegd en de gemaakte afspraken noteert. Zoals al eerder genoemd kan de rechter verschillende soorten straffen opleggen indien er een bewezenverklaring is van het strafbare feit. 1. De eerste straf is jeugddetentie. De duur van jeugddetentie is tot 16 jaar max. 12 maanden en tot 17 jaar max. 24 maanden op grond van art. 77i Sr. Naast jeugddetentie is er ook nog de mogelijkheid om als minderjarige als volwassenen worden berecht, of als (jong)volwassenen volgens het jeugdrecht worden berecht art. 77b jo. 77c Sr. 10

11 2. De tweede straf is een taakstraf. Een taakstraf kan uit drie verschillende elementen bestaan, namelijk een werkstraf tot het verrichten van onbetaalde arbeid of het verrichten van arbeid tot herstel van de door het strafbare feit aangerichte schade, een leerstraf waarbij een leerproject wordt gevolgd en tenslotte is er een combinatie van een werkstraf en een leerstraf. 3. Naast de verschillende taakstraffen is er ook nog de geldboete. De geldboete is tenminste 3,- en maximaal 3.700,- op grond van art. 77l jo 23 Sr. Een geldboete is geen schadevergoeding, maar een bedrag dat moet worden betaald als straf. 4. Een schadevergoeding kan altijd nog op alle straffen extra worden gegeven. Dit is echter geen strafrechtelijke straf, maar een civiele straf. Het slachtoffer voegt zich dan civiel toe aan de strafzaak. 5. De laatste straf is het opleggen van de PIJ-maatregel. Dit staat voor plaatsing in een inrichting voor jeugdigen en is te vinden in de wet in art. 77s Sr De JOM-zitting JOM staat voor Jeugd Officiers Model en vind zijn grondslag in de wet in art. 74 Sr e.v. JOM houdt in dat een medewerker van het parket een transactievoorstel mag doen aan de minderjarige verdachte om zo zijn verdere strafvervolging te voorkomen. Dit is geheel vrijwillig, maar indien de minderjarige niet akkoord gaat met het voorstel, wordt de zaak voorgelegd aan de kinderrechter. De wet bevat geen minimumeisen betreffende het aanbod van het OM, maar de praktijk laat een minimum van 10 uur zien. In de richtlijn voor strafvordering jeugd 2 staat wel een maximum van 40 uur. Op de transactie staan de voorwaarden vermeld waar de minderjarige verdachte zich aan moet houden om verdere strafvervolging te voorkomen. Tevens moet er een duidelijke en gespecificeerde omschrijving van het strafbare feit worden gegeven, zodat duidelijk is voor welk feit de transactie wordt aangeboden. De voorwaarden waaraan de minderjarige verdachte zich moet houden zijn limitatief in de wet opgesomd en zijn terug te vinden in art. 74 lid 2 Sr De strafbeschikking Het OM mag sinds 1 februari 2008 strafzaken afdoen zonder tussenkomst van de rechter. Dit betekent dat het OM zelf straffen kan opleggen. Deze mogelijkheid is geboden in de Wet OM-afdoening 3 en is gefaseerd (in twee fases) in de verschillende arrondissementen geïmplementeerd. Per 1 februari 2008 werd gestart met fase 1a. Hierbij werd de strafbeschikking toegepast bij de beoordeling van een beperkt aantal delicten betreffende art 8 WVW (Wegen Verkeerswet). Fase 1b werd per 1 februari 2009 ingevoerd en deze had betrekking op alle delicten binnen een aantal verkeersdelicten. Dit brengt met zich mee dat strafrechtelijke delicten nog niet worden afgedaan met een strafbeschikking. Wellicht wel in de toekomst en daarom wil ik de strafbeschikking wel meenemen in mijn onderzoek. Art. 257a Sv jo art. 77f Sr geeft de OvJ van justitie de bevoegdheid om tevens de minderjarige een strafbeschikking op te leggen. Dit kan alleen indien de OvJ vaststelt dat een overtreding of misdrijf is begaan waarop niet meer dan 6 jaar detentie staat. Een strafbeschikking zal in de praktijk pas na een onderhoud ten parkette (OTP) wordt uitgevaardigd. Voor het OTP worden de jeugdige verdachte en eventueel zijn advocaat en 2 Richtlijn voor strafvordering jeugd, 26 jun1 2009, Stb. 2009, Wet OM-afdoening 21 december 2007, Stb. 2008, 4 11

12 ouders uitgenodigd. Bij die gelegenheid wordt de inhoud van de beschikking besproken en daarna zal er worden ingegaan op de duur en inhoud van de taakstraf. Bij het niet bereiken van een overeenstemming over de inhoud van de beschikking kan de OvJ alsnog een straf opleggen. Indien de minderjarige het hier niet mee eens is, kan hij of zij verzet instellen. Als na een OTP dan al niet een strafbeschikking is uitgevaardigd en aan de minderjarige is uitgereikt of toegezonden, kan hij binnen 14 dagen verzet instellen bij het Parket. Het verzet kan in persoon gedaan worden of per brief. De inhoud en organisatie zijn gelijk aan die van de taakstraffen opgelegd door de rechter. De Raad moet deze sancties voorbereiden en ondersteunen. De OvJ kan zowel inlichtingen inwinnen over de manier van uitvoeren door de minderjarige als de medewerking van de Raad inroepen en haar de nodige opdrachten geven. Naast de taakstraf heeft de officier net als de rechter de mogelijkheid om een geldboete op te leggen. Indien er door de OvJ een geldboete wordt opgelegd kan deze niet meer zijn dan 3.700,-. 4 De transactie en de strafbeschikking zullen tot vijf jaar na inwerkingtreding van de wet naast elkaar blijven bestaan. Na vijf jaar vindt een evaluatie plaats, op basis waarvan besloten wordt of de transactie definitief verdwijnt Conclusie Naar aanleiding van bovenstaande kan ik de volgende conclusies trekken; 1. Een zitting bij de rechter is in de uitvoering hiervan omvangrijker dan een JOMzitting/strafbeschikking, omdat er meerdere partijen zich voegen in de zaal. 2. Door de omvang van een zitting bij de rechter brengt dit met zich mee dat de kosten voor een rechtszaak vele malen groter zijn dan die van een JOM-zitting. Er zijn namelijk meer actoren die een rol spelen, zoals de rechter, griffier enz. In tijden van economische crisis is het dan ook goed om meer JOM-zittingen te houden in plaats van zittingen bij de kinderrechter met het oog op de kosten voor de maatschappij. 3. De rechter mag zwaarder straffen dan de OvJ, aangezien de rechter de minderjarige mag veroordelen tot jeugddetentie of in zware gevallen tot detentie zoals het volwassenenrecht dat kent. 4. De strafbeschikking brengt met zich mee dat de vrijwilligheid van de transactie verdwijnt. Bij de strafbeschikking kan de minderjarige niet zelf besluiten of hij deze aanneemt. De OvJ legt deze gewoon op en indien de minderjarige het er niet mee eens is kan hij in verzet bij de kinderrechter. 5. Het grootste verschil is echter dat bij een zitting bij de kinderrechter de rechter de straf oplegt en de OvJ een straf eist, vraagt om ontslag van alle rechtsvervolging, seponeren enz. Bij een JOM-zitting en een strafbeschikking eist de OvJ van justitie de straf en legt hij deze tevens op. 4 J.A.C. Bartels, Jeugdstrafrecht, Deventer: Kluwer

13 2.2 De rol van de verschillende actoren Ik zal in dit hoofdstuk de verschillende partijen bij beide zittingen uitgebreid beschrijven en hun taken uiteenzetten Een zitting bij de kinderrechter Minderjarige verdachte De minderjarige verdachte is op grond van art. 495a lid 1 Sv verplicht om in persoon te verschijnen. Indien de verdachte niet op de zitting verschijnt, wordt het onderzoek ter terechtzitting uitgesteld. Er kan dan een bevel tot medebrenging worden uitgebracht. De politie krijgt dan de opdracht om de verdachte te zoeken en mee te nemen naar de zitting. Wanneer ook de politie hem niet kan vinden, wordt er verstek verleend en wordt de zaak buiten de afwezigheid van de minderjarige verdachte afgedaan De advocaat De jeugdige verdachte heeft het recht zich te laten bijstaan door een advocaat. Aan de verdachte die geen advocaat heeft, wordt er een toegevoegd door de staat. De politie regelt via Raad voor Rechtsbijstand een piketadvocaat. Een piketadvocaat is een gewone advocaat die op dat moment dienst heeft om aan verdachten rechtsbijstand te verlenen. Een piketadvocaat is gratis, want deze wordt betaald door de staat. Er is ook de mogelijkheid om een eigen advocaat in de arm te nemen, deze voorkeursadvocaat is dan ook gratis De ouders of voogd Indien een minderjarige verdacht wordt van een strafbaar feit worden de ouders ook betrokken bij de strafzaak. De ouders of voogd dienen afschriften van alle dagvaardingen, oproepingen, kennisgevingen en andere schriftelijk mededelingen aan hun minderjarige kind te ontvangen. De op grond van art. 496 lid 1 Sv tot bijwoning van de zitting opgeroepen ouders of voogd zijn niet verplicht ter zitting te verschijnen. Komen ze wel, dan krijgen ze het woord nadat hun minderjarige kind en eventuele deskundigen hebben gesproken. De ouders of voogd mogen op alles wat zij gehoord hebben reageren. Zij mogen daar tegenin brengen al wat tot verdediging kan dienen. Het zou kunnen dat de ouders of voogd als getuigen moeten optreden maar dan moeten zij beëdigd worden en op hun verschoningsrecht worden gewezen Raad voor de Kinderbescherming Als een minderjarige vanwege een strafbaar feit een proces-verbaal krijgt of in verzekering wordt gesteld, brengt de politie de Raad hiervan op de hoogte. De rechter kan naar aanleiding van wat ter zitting is verteld aan de Raad de opdracht geven een basisrapport over de minderjarige op te stellen waarbij de leefomstandigheden, school, relaties, hobby s, werk enz. aan de orde komen op grond van art. 498 Sv. Het onderzoek ter terechtzitting zal dan in afwachting van het rapport worden geschorst. Het onderzoek bestaat vaak uit twee delen. Het eerste deel is een gesprek met de minderjarige zelf en het tweede deel bestaat uit een gesprek met de ouders van de minderjarige. Dit wordt gedaan om de persoonlijke omstandigheden van de minderjarige in kaart te brengen. De raadsonderzoeker kan er ook voor kiezen om zich door extra mensen te laten informeren, zoals een leerkracht van de minderjarige. In sommige gevallen is er dieper onderzoek nodig en de Raad kan dan besluiten om de minderjarige te laten onderzoeken door een deskundige, zoals een psycholoog of een psychiater. Dit uitgebreide onderzoek heet dan een persoonlijkheidsonderzoek. Strafbaar gedrag is soms een signaal van bepaalde problemen van een minderjarige, zoals problemen op school, werk of thuis. De Raad onderzoekt daarom ook altijd de achterliggende problemen, zodat er tijdig 13

14 juiste hulp kan worden aangeboden en herhaling van strafbaar gedrag kan worden voorkomen. Het advies is niet bindend, maar zal wel worden betrokken bij de overwegingen van de officier en de rechter Officier van Justitie De OvJ vertelt tijdens de zitting waarvoor iemand terecht moet staan. Vervolgens ondervraagt de rechter de verdachte over de zaak. Hierna krijgen de OvJ en de advocaat van de verdachte de gelegenheid om vragen te stellen. Daarna houdt de OvJvan justitie zijn requisitoir waarin hij de rechter zijn mening geeft over de zaak betreffende de bewijzen, getuigenverklaringen enz. Tot slot kan hij een straf eisen die kan bestaan uit een taakstraf, geldboete of een gevangenisstraf. 6 Uiteraard is er ook de mogelijkheid tot ontslag van alle rechtsvervolging, seponeren enz Griffier Griffier is een ander woord voor secretaris. De griffier heeft in de rechtszaal de taak om alle communicatie tussen de alle partijen met betrekking tot de strafzaak vast te leggen. Tijdens de zitting maakt de griffier aantekeningen van alles wat er wordt gezegd en maakt hier een verslag van. Dit heet het proces-verbaal. Ook neemt een griffier deel aan de beraadslaging van de rechter en schrijft hij samen met de rechter het vonnis Rechter Tijdens de zitting moet de rechter beoordelen of de minderjarige strafbaar is, het feit strafbaar is, en welke straf zal worden opgelegd. Hij zal dit doen aan de hand van bewijsstukken, verhoren, verklaringen en het persoonlijkheidsonderzoek. De rechter doet in de kleinere strafzaken meteen uitspraak. Hij is dan ook alleen, maar bij zwaardere strafzaken zal hij binnen twee weken uitspraak doen omdat dan drie rechters over de zaak beslissen De JOM-zitting en strafbeschikking Om herhaling met de actoren uit het vorige hoofdstuk te voorkomen noem ik nu de belangrijkste verschillen tussen een zitting bij de kinderrechter en een JOM-zitting of strafbeschikking. 1. De advocaat heeft een juridische inhoudelijk kleine rol. De rol is niet meer het verdedigen van zijn cliënt op zitting, maar juist van te voren bespreken wat de mogelijkheden zijn en of de minderjarige de transactie moet accepteren. Daarbij is de sfeer ter zitting informeler en draagt de advocaat geen toga. 2. De minderjarige is niet verplicht om te komen, maar niet komen betekent niet akkoord met de transactie. 3. Bij beide zittingen is er geen sprake van een OvJ. Degene die de transactie aanbiedt is een medewerker van het O.M. die er namens de OvJ zit, ook wel parketsecretaris genoemd. 5 Ministerie van Justitie, De rol van de raad bij jeugdstrafzaken < 6 Openbaar Ministerie, De officier van justitie < 14

15 2.3 De keuze tussen een JOM-zitting of een zitting bij de kinderrechter en de beoordeling hiervan De keuze tussen een JOM-zitting of een zitting bij de kinderrechter Nadat de minderjarige met de politie in aanraking is geweest, wordt het dossier in alle gevallen doorgestuurd naar de Raad en naar het OM. Daar zal een parketsecretaris beoordelen of er voldoende wettig en overtuigend bewijs is om het gepleegde strafbare feit te bewijzen. Zo ja, dan neemt de OvJ de zaak in behandeling en maakt hij bij iedere zaak opnieuw een afweging tussen de aard en de ernst van het feit, eventuele recidive en de persoonlijke omstandigheden van de minderjarige. Zo nee, dan kan er gekeken worden of het een delict geschikt is voor HALT 7, of dat er misschien zelfs moet worden geseponeerd. In het jeugdstrafrecht wordt een persoonsgerichte aanpak toegepast, waarbij het streven is om criminogene- of risicofactoren te beperken en beschermende factoren te versterken. Criminogene factoren zijn factoren die de minderjarige (kunnen) beïnvloeden om verkeerde keuzes te maken en zo eventueel een strafbaar feit kunnen plegen. Voorbeelden hiervan zijn slechte vrienden, geen hobby s, geen betrokken ouders, geen school enz. Beschermende factoren zijn juist de factoren die de jongeren beschermen en het maken van de juiste keuzes in het leven versterken. Een voorbeeld hiervan is volledig naar school gaan, hobby s hebben enz. Die persoonsgerichte aanpak houdt in dat per persoon wordt gekeken wat in zijn huidige situatie het beste gedaan kan worden om herhaling te voorkomen. Indien mogelijk wordt volstaan met een transactie door de OvJ. Dit kan zijn een boete, taakstraf, begeleiding door de jeugdreclassering of een gedragsmaatregel. Eventueel achterliggende problematiek in de persoonlijke sfeer kan niet altijd in het strafrecht worden aangepakt. Soms wordt civielrechtelijk ingrijpen aan de hand van een OTS of plaatsing in een gesloten inrichting of een vorm van vrijwillige hulpverlening geboden Recidive Recidive betekent dat de minderjarige al eerder in aanraking is geweest met justitie. Bij recidive volgt vrijwel meteen een dagvaardig voor een zitting bij de kinderrechter, waarbij een vrijheidsbenemende straf of een PIJ-maatregel kan volgen, tenzij de OvJ van oordeel is dat gezien de relatief geringe ernst van het feit en de omstandigheden van de minderjarige opnieuw kan worden volstaan met een (zwaardere) transactie of strafbeschikking. Beleid is één keer bij de kinderrechter voorgekomen, betekent in het vervolg altijd bij de kinderrechter voorkomen Ernst van het feit Tevens kijkt de OvJ naar de ernst van het feit. Is het een misdrijf of is het een overtreding? Misdrijven moeten uiteraard zwaarder worden gestraft dan overtredingen. Dan kijkt men naar de aard van het delict. Is het een zwaar delict of is het een lichter delict? Zwaardere delicten worden zwaarder gestraft en lichtere delicten uiteraard minder. Het is echter niet zo dat voor het plegen van een misdrijf je meteen voor de kinderrechter moet verschijnen. Er is ook de mogelijkheid dat de minderjarige zich moet verantwoorden op een JOM-zitting of strafbeschikking. Behalve bij ernstige gewelds- en zedendelicten, waarop een gevangenisstraf 7 HALT levert een bijdrage aan de preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit. Van de circa jongeren die de politie jaarlijks aanhoudt, gaan er ongeveer naar Halt. Daarnaast is Halt actief op het gebied van advisering, voorlichting en de ontwikkeling en uitvoering van preventieprojecten. < 15

16 staat van 6 jaar of meer, en die een ernstige aantasting vormen van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Hierbij wordt de zaak meteen voorgebracht bij de kinderrechter Persoonlijke omstandigheden Om een keuze te maken tussen een JOM-zitting en een zitting bij de kinderrechter wordt er naar de persoonlijke omstandigheden van de minderjarige gekeken. Voordat er een keuze wordt gemaakt ligt er in al een basisonderzoek van de Raad. Hierin staan informatie over school, de situatie binnen het gezin en de relatie met de familieleden, wat er wordt gedaan in de vrije tijd, hoe de minderjarige zich voelt in bepaalde situaties en zich voelde ten tijde van het plegen van het strafbare feit, zijn gedrag: waas is hij goed in, bang voor, hoe los je ruzie op? Aan de hand hiervan kan de OvJ inschatten wat voor minderjarige hij voor zich heeft en welke vorm van strafzitting hier het beste bij past Conclusie Tegenwoordig wordt er door Justitie gewerkt met een dadergerichte aanpak in plaats van een daadgerichte aanpak. Dit betekent dat er niet alleen wordt gekeken naar de aard van het strafbare feit en de daarbij behorende omstandigheden, maar ook naar de dader en zijn persoonlijke omstandigheden. Tevens wordt er gekeken naar recidive en ernst van het feit. Er zijn richtlijnen ontwikkeld die precies aangeven voor welk delict welke straf passend is. In de praktijk wordt hier ook echt aan vastgehouden. In het jeugdstrafrecht wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van het daderschap noch naar de mate van uitvoering van het delict. Voor recidive geld dat er een zwaardere straf volgt. Ook dit staat uitgebreid vastgelegd in de Richtlijn voor de Strafvervolging De beoordeling van een strafbaar feit Indien de OvJ beslist om de zaak bij de rechter te laten voorkomen, komt de minderjarige door middel van een dagvaarding in het geval van het plegen van een strafbaar feit voor de strafkinderrechter terecht. Een strafrechter beoordeelt of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd en welke straf daarvoor passend is. De rechter zal tijdens de beraadslaging twee soorten vragen moeten beantwoorden, formele vragen en materiële vragen. Deze vragen hebben betrekking op de voorfase en zijn terug te vinden in artt. 348 en 350 Sv. Bij een JOMzitting zijn er geen materiële en formele vragen maar wordt er wel aan de hand van dezelfde criteria getoetst of een minderjarige kan worden veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit en welke straf hoort daar bij. Ook bij de beoordeling van het strafbare feit wordt er gekeken naar een drietal punten, zoals persoonlijke omstandigheden, recidive en de ernst van het feit Recidive Een grote rol bij de beoordeling van een strafzaak speelt ook de eventuele recidive van de minderjarige. Is hij al eens eerder met Justitie in aanraking gekomen? Voor meer- en veelplegers wordt een persoonsgerichte aanpak ingezet. Onder meerplegers wordt verstaan een minderjarige tussen de 12 en 17 jaar tegen wie in de laatste drie jaar tenminste twee processen-verbaal zijn opgemaakt waarop een inhoudelijke justitiële afdoening heeft gevolgd en die opnieuw een strafbaar feit pleegt. Een veelpleger is een minderjarige in de leeftijd van 12 tot 17 jaar tegen wie in een betreffend peiljaar meer dan 5 processen-verbaal zijn 8 8 Interview kinderrechter mw. Donders d.d. 8 april

17 Ernst van het feit Van groot belang voor de lijn die de OvJ moet aanhouden is de Richtlijn voor Strafvordering jeugd 9. Hierin staat dat het jeugdrecht als algemeen uitgangpunt heeft het voorkomen van recidive. Daarnaast heeft het jeugdstrafrecht natuurlijk een pedagogisch karakter. In het jeugdstrafrecht wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van het daderschap noch naar de mate van uitvoering van het delict. Art. 77gg Sr stelt dat voor poging, voorbereiding, deelneming en medeplichtigheid dezelfde straffen gelden als voor voltooiing van het misdrijf. In deze richtlijn worden nog een aantal factoren genoemd die wel van invloed zijn op de strafmaat en daarmee bepalen welke keuze er moet worden gemaakt tussen beide zittingen. De factoren zijn als volgt: 1. De waarden van de goederen die een rol spelen in het delict. 2. Is er gebruik gemaakt van wapen (tegen gezagsdragers en personen met publieke functie)? 3. Is er gebruik gemaakt van geweld (tegen gezagsdragers en personen met publieke functie)? 4. De mate van het aangebrachte letsel. Bij het bepalen van de strafmaat wordt ook rekening gehouden met de leeftijd van de minderjarige. Voor de leeftijd van 12 tot 14 jaar wordt een matiging van het aantal uren werkstraf toegepast. De leeftijd van de minderjarige speelt echter geen rol bij de keuze tussen zittingen Persoonlijke omstandigheden De persoonlijke omstandigheden worden beoordeeld aan de hand van het basisonderzoek en indien nodig het persoonlijkheidsonderzoek. In dit onderzoek kan naar voren komen of er sprake is van een psychische stoornis, in hoeverre de seksualiteit is ontwikkeld, wat de hoogte van de intelligentie is en de ontwikkeling van het cognitieve vermogen. Aan de hand van deze twee onderzoeken en de vragen die ter zitting worden gesteld wordt beoordeeld in hoeverre de persoonlijke omstandigheden een rol hebben gespeeld bij het plegen van het strafbare feit en of er dus rekening mee moet worden gehouden bij de strafmaat Conclusie Bij de beoordeling van het strafbare feit kijkt de kinderrechter of de parketsecretaris wederom naar drie factoren. Is er sprake van recidive? Zoja, dan valt de straf hoger uit. Om welk strafbare feit gaat het? In de Richtlijn voor de Strafvordering staat precies aangegeven welke straf bij welk feit moet worden opgelegd. Tot slot wordt er ook gekeken naar de persoonlijke omstandigheden. Dit kan de hoogte van de straf beïnvloeden, maar indien er sprake is van grote problemen kan dit ook de soort straf beïnvloeden. 9 Richtlijn voor strafvordering jeugd, 26 jun1 2009, Stb. 2009,

18 2.4 Alternatieven in het civielrecht Tot een paar jaar geleden werd er bij minderjarigen strafzaken gekeken naar het strafbare feit op zich. Uiteraard werden in een later stadium de persoonlijke omstandigheden besproken, maar in beginsel was de aard van het strafbare feit het belangrijkste. Nu is het beleid zo dat er sprake is van dadergerichte aanpak en geen daadgerichte aanpak. De OvJ houdt met zijn strafeis rekening met de persoon van de minderjarige en niet alleen met het gepleegde feit. Kritiek hierop is dat er met dit beleid niet een duidelijke lijn wordt getrokken, maar er per geval wordt bekeken hoe er het beste hulp kan worden geboden of kan worden gestraft. Ik denk echter dat dit juist alleen maar heel goed is. Iedere minderjarige is anders en heeft andere persoonlijke omstandigheden. Des te meer een reden om de persoonlijke omstandigheden af te wegen tegen de aard van het strafbare feit. Een voorbeeld hiervan is indien de minderjarige intensieve, langdurige behandeling nodig heeft, of moet worden geplaatst in een heropvoedingtraject, dan bieden de mogelijkheden in het jeugdstrafrecht geen uitkomst, maar dient voor zover mogelijk te worden uitgeweken naar het civiele kader. Door middel van een uithuisplaatsing kan dan wel aan de behoefte van de jongeren worden voldaan. Beleid is hier genoeg over geschreven, maar in de loop der jaren is de maatschappij veranderd en harder geworden. De aangiftebereidheid is in de loop der jaren veranderd. Het aangiftepercentage verhoogt ieder jaar en de maatschappij verwacht dat indien een strafbaar feit is gepleegd, hier ook door middel van een straftraject op wordt gereageerd. Dit komt in specifieke gevallen niet ten gunste van de minderjarige. Kinderrechter mevrouw mr. Donders zei hierover: Wat vroeger als kattenkwaad werd gezien wordt nu niet meer getolereerd en er wordt aangifte gedaan. Een veel gehoorde reden is ook dat de jeugdcriminaliteit stijgt, maar in werkelijkheid is de aandacht in de media voor dit soort zaken groter geworden waardoor het lijkt als of er meer jeugdcriminaliteit is terwijl de cijfers juist een daling aangeven. Om het traject in het civiele kader om te zetten en te laten slagen is het belangrijk dat in een vroeg stadium wordt gezien dat het van belang is om de minderjarige in het civiele traject op te nemen in plaats van in het strafrechtelijke traject Ondertoezichtstelling (OTS) Art. 1:254 BW e.v. Problemen bij minderjarigen vinden in veel gevallen hun grondslag in het gezin waarin zij opgroeien. De minderjarige komt bijvoorbeeld uit een gebroken gezin, heeft problemen met gezag of heeft verkeerde vrienden. In het geval van problemen binnen het gezin zal er moeten worden gekeken of een ondertoezicht ruimte biedt voor verbetering van de gezinssituatie. Een ondertoezichtstelling is een gezagsbeperkende maatregel. Ouders houden het gezag over hun kinderen, maar het gezag wordt wel beperkt. Het kind en de ouders krijgen dan begeleiding van een gezinsvoogdij-instelling. Een medewerker daarvan, een gezinsvoogd, houdt regelmatig contact met de ouders en helpt bij problemen. Deze zal problemen ook eerder herkennen zodat hier sneller op kan worden ingegrepen en wellicht strafbaar gedrag uitblijft Machtiging uithuisplaatsing (MUHP) Art. 1:261 BW e.v. Als het echter voor de verzorging en opvoeding van het kind noodzakelijk is, kan de gezinsvoogdij-instelling de kinderrechter toestemming vragen om de minderjarige dag en nacht uit huis te plaatsen. De rechter bekijkt of de uithuisplaatsing nodig is en bepaalt hoe 18

19 lang die mag duren. Ook de Raad kan de kinderrechter om een machtiging tot uithuisplaatsing verzoeken. De maximale periode van een uithuisplaatsing is één jaar. Als de gezinsvoogd vindt dat de uithuisplaatsing daarna verlengd moet worden, moet de rechter daar opnieuw toestemming voor geven Slachtoffer-dadergesprek Een andere bevoegdheid van de Raad is het voorleggen van een slachtoffer-dadergesprek. De minderjarige en het slachtoffer kunnen hier vrijwillig aan meewerken. Het doel hiervan in de minderjarige laten inzien wat hij het slachtoffer heeft aangedaan en hem daarna de mogelijkheid bieden om zijn excuses aan te bieden. Uiteraard kan ook het slachtoffer vragen aan de minderjarige stellen en is er een mogelijkheid om eventuele schadevergoeding te bespreken. De taak van de Raad is bij vrijwillig meewerken van beide partijen zich aan te melden bij het SIB (Stichting Slachtoffer in Beeld) en deze organisatie zal het slachtofferdadergesprek gaan uitvoeren. Tijdens dit gesprek is er een onpartijdige bemiddelaar aanwezig en eventueel de ouders van de minderjarige. Na het gesprek wordt de Raad over het verloop geïnformeerd en zij bericht de officier van justitie hier weer van. Er zijn in het jeugdstrafrecht ook maatregelen die vallen onder het strafrecht, maar wellicht een civiele uitstraling hebben. Hier bedoel ik straffen mee die niet ter vergelding zijn zoals detentie, maar straffen die een heropvoedend karakter hebben en wel door de rechter worden opgelegd. Hieronder zet ik de verschillende mogelijkheden uiteen Justitieel Casus Overleg Bij persoonsgerichte aanpak wordt in het Justitieel Casus Overleg (JCO) de informatie over de minderjarige bijeen gebracht en een traject gekozen gericht op het afwenden van het opnieuw plegen van strafbare feiten. Het gaat daarbij niet meer om de sanctie voor een individueel feit, maar om een interventie waarbij rekening wordt gehouden met het delict verleden, met eventueel overlastgevend gedrag en overige gedragsproblemen. In het Justitieel Casus Overleg worden individuele zaken besproken van jongeren tussen de 12 en 18 jaar die met politie in aanraking zijn gekomen. Alleen de zaken die door de officier van justitie worden afgedaan komen aan de orde en geen Halt- afdoeningen. De partijen komen minimaal 1 keer in de 2 weken bij elkaar voor een overleg. Partijen aan het overleg zijn; het Openbaar Ministerie, de politie en de Raad voor de Kinderbescherming, de Jeugdreclassering, Bureau Jeugdzorg en jeugdinrichtingen. Tijdens het casusoverleg delen de partijen hun informatie over de betrokken jongere met elkaar. Door middel van die informatie kunnen zijn maatregelen nemen op basis van alle beschikbare feiten en achtergronden. Daarna maken ze afspraken over de gezamenlijke aanpak en rolverdeling. Door de werkwijze en de frequentie van het casusoverleg kan de jongere sneller worden ondersteund en begeleid en indien nodig in een later stadium worden gestraft. 10 De interventies die passend worden geacht door het JCO zijn onder meer Intensieve Traject Begeleiding in het kader van de maatregel hulp en steun door de jeugdreclassering, de Gedragsbeïnvloedende maatregel voor jeugdigen of de maatregel Plaatsing in een inrichting voor Jeugdigen. De laatste interventies heb ik in paragraaf 2.1 behandeld. De eerste twee zal ik nu behandelen. 10 < 19

20 2.4.5 Intensieve Traject Begeleiding Intensieve traject begeleiding (ITB) is een intensieve vorm van jeugdreclassering, die vaak wordt opgelegd als alternatief voor een (deel van) jeugddetentie. Het doel van ITB is het voorkomen van recidive door vergroting van de sociale integratie en door verbetering van de persoonlijke vaardigheden van de jongere. Er zijn twee programma s van de ITB. De ITB harde kern en de ITB CRIEM. Er wordt een contract afgesloten met de reclassering, de jongere en de ouders. Als de jongere zich niet aan de afspraak houdt, dan volgt er alsnog een vrijheidsstraf. Intensieve traject begeleiding is in twee varianten te onderscheiden, de schorsingsvariant en een vonnisvariant. De schorsingsvariant is ITB als bijzondere voorwaarde bij een schorsing van de voorlopige hechtenis. In deze variant mogen geen verplichtingen worden opgelegd die ook expliciet als hoofdstraf kunnen worden opgelegd. De vonnisvariant is ITB als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling. In de vonnisvariant is combinatie met een taakstraf mogelijk Gedragsbeïnvloedende Maatregel art. 77W Sr e.v. Sinds 1 februari 2008 kan de gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM)worden opgelegd. De maatregel is bedoeld voor jeugdige veelplegers van 12 tot 21 jaar met gedragsproblemen. Ook jongeren die voor het eerst een zwaar vergrijp plegen, zoals een gewelddadige overval, komen voor de straf in aanmerking. Zij worden geplaatst in een pleeggezin en niet in een justitiële jeugdinrichting. De opvoedouders hebben een intensieve training gehad om deze jongeren te begeleiden. Bij de opvoedouders staan de jeugdcriminelen 24 uur onder toezicht met duidelijke regels, zowel thuis als op school. Zo wordt bijvoorbeeld de mobiele telefoon ingenomen. Verder mogen ze niet internetten en televisie kijken. Ook is contact met vrienden verboden. 12 Met goed gedrag kunnen de jongeren punten verdienen waarmee ze sparen voor leuke dingen, zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de bioscoop, sporten of een uur televisie kijken. Punten kunnen worden verkregen door bijvoorbeeld te douchen, afwassen of niet te vloeken. Als het beter gaat, worden deze regels soepeler. De gedragsbeïnvloedende maatregel kan voor minimaal 6 maanden worden opgelegd en maximaal 1 jaar. Daarna kan deze nog eenmaal verlengd worden met dezelfde termijn als waarvoor ze in eerste instantie werd opgelegd. Verwacht wordt dat deze op maat gesneden sancties effectiever zijn en dat minder jongeren na afloop zullen terugvallen in crimineel gedrag. Deze maatregel kan daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van recidive Conclusie Civiele alternatieven voor strafrechtelijke straffen zijn de OTS, MUHP en het slachtofferdadergesprek. De eerste twee mogelijkheden zouden in een vroeg stadium van het strafrechtelijk proces naar voren moeten komen zodat er eerst gekeken kan worden naar civiele hulp en indien extra nodig naar een strafrechtelijke straf. Een juiste ontwikkeling vind ik het JCO, waarbij verschillende partijen samen praten over individuele gevallen zodat er hulp en straf op maat kan worden geboden, per individu verschillend. 11 < 12 NOS Journaal uitzending 23 april < 20

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord De Leerplichtwet Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken. Een goede

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

INHOUD. Afkortingen / XIII

INHOUD. Afkortingen / XIII INHOUD Afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 1.1 De zin van het jeugdstrafrecht / 1 1.1.1 Strafrechtelijke minderjarigheid / 1 1.1.2 Beperkte en geleidelijk toenemende strafrechtelijke verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord Is schoolverzuim strafbaar? Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontplooien en te gebruiken.

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht. 1 februari 2008

Feiten en Achtergronden. De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht. 1 februari 2008 De jeugdige in het jeugdstraf(proces)recht 1 februari 2008 Ministerie van Justitie Directie Justitieel Jeugdbeleid Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E

Nadere informatie

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Mr Henk van Asselt Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal Strafrechtadvocaat Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Jeugdstrafrecht Leeftijdscategorieën Jeugdstrafrecht: - 12

Nadere informatie

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE Opsporen en vervolgen Wie doet dat eigenlijk? De ene moord is nog niet gepleegd of je ziet alweer de volgende ontvoering. Politieseries en misdaadfilms zijn populair

Nadere informatie

Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gedragsbeïnvloedende. maatregel (GBM)

Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid. De gedragsbeïnvloedende. maatregel (GBM) Raad voor de Kinderbescherming Ministerie van Justitie en Veiligheid De gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) Je wordt verdacht van een strafbaar feit: deze brochure over de gedragsbeïnvloedende maatregel

Nadere informatie

Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal?

Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal? Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal? Korte omschrijving werkvorm De docent en leerlingen bekijken samen wie waar zit en wat doet in de rechtszaal. Hierbij staat de rol van het kind in de rechtszaal

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 6 + 7 Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1300 woorden 3 november 2010 2,3 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20093 16 december 2010 Richtlijn voor strafvordering jeugd Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Richtlijn i.d.z.v.

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

U moet terechtstaan. Inhoud

U moet terechtstaan. Inhoud U moet terechtstaan Inhoud Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

U wordt verdacht. Inhoud

U wordt verdacht. Inhoud Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier

Nadere informatie

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. * Waar in deze brochure hij staat,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

De enkelvoudige kamer: de politierechter

De enkelvoudige kamer: de politierechter 3 De enkelvoudige kamer: de politierechter 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de procedure bij de politierechter. Deze is niet totaal verschillend van die bij de meervoudige strafkamer. Integendeel.

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Jeugdreclassering. Proces van signalering tot en met maatregel 1

Jeugdreclassering. Proces van signalering tot en met maatregel 1 Jeugdreclassering Proces van signalering tot en met maatregel 1 Politie. Als de politie een jongere verdenkt van een strafbaar feit, dan wordt hij verhoord door de politie. De politie vraagt aan de jongere

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Voegen in het strafproces

Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed

Nadere informatie

Als je in aanraking komt met de politie

Als je in aanraking komt met de politie Als je in aanraking komt met de politie Je bent in aanraking gekomen met de politie en dan? Je bent met de politie in aanraking geweest. Als de politie jouw strafzaak ernstig genoeg vindt, kan die dat

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. Als u getuige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren Jeugdreclassering Informatie voor jongeren Inhoudsopgave Jeugdreclassering Informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg Wanneer krijg je met jeugdreclassering te maken? Wat kan jeugdreclassering voor je doen?

Nadere informatie

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is jeugdreclassering 3 1.3 Afbakening 4 2 Onderzoeksopzet 6 2.1 Centrale vraagstelling 6 2.2 Onderzoeksvragen 6 2.3 Onderzoeksaanpak

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19253 27 oktober 2011 Richtlijn voor strafvordering jeugd Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67767 12 december 2018 Aanwijzing OM-strafbeschikking Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van artikel 130 lid 6 Wet RO

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

ARRONDISSEMENTSPARKET Oost-Nederland

ARRONDISSEMENTSPARKET Oost-Nederland Openbaar Ministerie ARRONDISSEMENTSPARKET Oost-Nederland Postadres Postbus 9032, 6800 EP Arnhem J.A.E. Dijkstra Bietenakker 43 8091 MC Wezep Bezoekadres Eusebiusbinnensingel 28 6811 BX Arnhem Tel. 088-6991900

Nadere informatie

613093 omslag terechtstaan 16-08-2006 10:07 Pagina 2. U moet terechtstaan

613093 omslag terechtstaan 16-08-2006 10:07 Pagina 2. U moet terechtstaan 613093 omslag terechtstaan 16-08-2006 10:07 Pagina 2 U moet terechtstaan 613093 binnenwerk terechtstaan 16-08-2006 10:08 Pagina 2 613093 binnenwerk terechtstaan 16-08-2006 10:08 Pagina 1 Inhoud Deze brochure

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Presentatie Samen Veilig

Presentatie Samen Veilig Presentatie Samen Veilig Missie en visie Missie Wij staan voor een veiligheid in gezinnen. Wij treden op namens de overheid en de samenleving waar de veiligheid van kwetsbare burgers wordt bedreigd. Onze

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7 Samenvatting door Aylin 1392 woorden 7 maart 2018 8,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 4 Strafrecht: de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 116 26 juni 2009 Richtlijn voor strafvordering jeugd Categorie: Strafvordering Afzender: College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 741 Jeugdcriminaliteit Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 maart

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels De leeftijdsgrenzen 41

Inhoudsopgave. Voorwoord Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels De leeftijdsgrenzen 41 Inhoudsopgave Voorwoord 11 1 Een apart jeugdstrafrecht met eigen sancties en procedureregels 13 1.1 Aparte wetten, procedures, autoriteiten en instellingen voor jeugdigen 13 1.2 De achtergrond van het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Criminaliteit. en rechtsspraak

Criminaliteit. en rechtsspraak Criminaliteit en rechtsspraak Praktisch: Leerboek blz. 128 t/m 143 Start 18 oktober 2018 Klaar 6 december 2018 Voortgangstoets (weging 2,5%) 13 december Leerstof en toetsen WEEK 42: 15-19 okt Thema Criminaliteit

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES Als u getuige of slachtoffer bent geweest van een strafbaar feit kan u worden gevraagd een getuigenverklaring af te leggen. De rechter die over de zaak beslist, kan deze

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene.

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Jeugdreclassering Informatie voor ouders en verzorgers Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Is uw kind tussen de

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 7 > De gezinsvoogd 8 > Wie doet wat

Nadere informatie

Afkortingen 13 I PERSONEN- EN FAMILIERECHT 23

Afkortingen 13 I PERSONEN- EN FAMILIERECHT 23 Inhoud Afkortingen 13 1 Inleiding recht 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Omschrijving en doel 15 1.3 Rechtsgebieden 16 1.4 Materieel recht en formeel recht 19 1.5 Nationaal en internationaal recht 20 1.6 Inhoud

Nadere informatie

JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS

JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS 1 INHOUD Jeugdreclassering; informatie voor ouders/opvoeders Algemene informatie Bureau Jeugdzorg Limburg Wanneer krijgt uw kind met jeugdreclassering

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8279 25 maart 2014 Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van art.

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 6 Berechting M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In deed de rechter 102.000 misdrijfzaken 1 af. Dat is 23% minder dan in. In meer dan de helft van de zaken gaat het om vermogensmisdrijven (35%) of gewelds- en

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Samenvatting. De onderzoeksgroep

Samenvatting. De onderzoeksgroep Samenvatting In 2002 is door het WODC een onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de jeugdreclassering (Kruissink & Verwers, 2002). Dat onderzoek richtte zich op een steekproef uit de groep jongeren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 365 Wet van 7 september 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange 6 Vervolging N.E. de Heer-de Lange Dit hoofdstuk beschrijft de fase van vervolging. Hierbij gaat het om de verdachten die worden vervolgd, de strafbare feiten die de basis vormen voor hun strafzaken, en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Afkortingen 13 I PERSONEN- EN FAMILIERECHT 23

Afkortingen 13 I PERSONEN- EN FAMILIERECHT 23 Inhoud Afkortingen 13 1 Inleiding recht 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Omschrijving en doel 15 1.3 Rechtsgebieden 16 1.4 Materieel recht en formeel recht 19 1.5 Nationaal en internationaal recht 20 1.6 Inhoud

Nadere informatie

Locatie Leeuwarden. E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden

Locatie Leeuwarden. E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Locatie Leeuwarden E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl Locatie Leeuwarden Lange Marktstraat 5 Postbus 2203 8901 JE Leeuwarden Telefoon: 058-2343333

Nadere informatie

Aanwijzing taakstraffen

Aanwijzing taakstraffen Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.52 Aanwijzing taakstraffen tekst bronnen Staatscourant 2011, nr. 19453, d.d. 31.10.2011 datum inwerkingtreding 1.11.2011 Deze aanwijzing en de Aanwijzing kader voor

Nadere informatie

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht 4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Inhoudsopgave Deze brochure 2 Aanhouding en verhoor 2 Inverzekeringstelling 2 Uw advocaat 3 De reclassering 3 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 4 Beperkingen en rechten

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene.

Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Jeugdreclassering Informatie voor jongeren Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Ben jij tussen de twaalf en achttien

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminalitiet

Samenvatting Maatschappijleer Criminalitiet Samenvatting Maatschappijleer Criminalitiet Samenvatting door een scholier 856 woorden 16 juni 2004 3,8 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer CRIMINALITEIT criminaliteit=alle

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Jeugdstrafrecht In vraag & antwoord

Jeugdstrafrecht In vraag & antwoord Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Landelijk Bureau Utrecht Jeugdstrafrecht In vraag & antwoord Oktober 2011 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Inleiding 8 Waarom deze reader? 8 Wat staat er

Nadere informatie

Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel

Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel Jeugdbescherming west Jeugdbescherming west komt in actie als de veiligheid en de ontwikkeling van een kind of jongere bedreigd worden. Wij zijn

Nadere informatie