Compactregelaar. Bedieningshandleiding. 04/2015 Technische veranderingen voorbehouden.

Transcriptie

1 Compactregelaar 04/2015 Technische veranderingen voorbehouden Bedieningshandleiding

2 Ingebruikname De compactregelaar is direkt klaar voor gebruik. Voor het ingebruiknemen van de regelaar altijd eerst het bedradingsschema van de matrijs en de verbindingskabel controleren of die met elkaar overeenstemmen. Bij het inschakelen van de regelaar wordt meteen de verwarming ingeschakeld op een vooraf ingestelde temperatuur. Indien dit niet gewenst is, dan voor het inschakelen de verbindingskabel van de regelaar los maken. Daarna dit ingestelde waarde op 0 instellen. De regelaar weer uitschakelen, de verbindingskabel weer aansluiten en vervolgens de regelaar weer inschakelen. Stekkeraansluitingen en bedradingsschema A Alarmuitgang A B C B Typeschild C Voedingsstekker met themovoelers D Netvoedingskabel E Netzekering (2A T) Stekkeraansluitingen voeding en thermovoelers (standaard) Zone 2, 5 10 thermovoeler - Zone 1, voeding nul 4 9 Zone 1, voeding last 3 8 Zone 2, voeding nul Zone 1, 2 7 Zone 2, voeding last thermovoeler + Zone 1, 1 6 Zone 2, thermovoeler - thermovoeler + Andere als de standaard bedrading is mogelijk. Meer informatie hierover is mogelijk. Bij de regelkasten model I, zijn de aansluitingen voor de 2e zone niet aangesloten. D E Alarmuitgang 1 2 Potentiaalvrijcontact (openen, 250 V/2 A, ohmsche last). Het alarm wordt bij temperatuurgrens overschrijding, thermovoelerbreuk en bij overschreiding van de maximale voeding geactiveerd.

3 Verklaring bedieningsfuncties Regelkast A Temperatuurregelaar B Aan/uitschakelaar C Zekeringen voor verwarming (16A T) D Standbyschakelaar A B Model tempbox I D C tempbox II Temperatuurregelaar A Informatietoets E F G B Pijl neerwaarts C D Pijl opwaarts Parametertoets H E F LED verwarmen LED Alarm I G LED Standby H I Werklijke waarde, parameterwaarde en status Ingestelde waarde en parameteraanduiding A B C D

4 Waarde instellen Uitgaande van de ingesteldewaarde... Ingesteldewaarde direkt kiezen. De gewenste waarde instellen met de pijltoetsen omhoog of omlaag. (Bij voorbeeld nieuwe waarde instellen van 250 C). Na een waardeverandering, wordt de ingave automatisch na 3 seconden overgenomen. De nieuw ingestelde waarde wordt nu overgenomen. Wordt de infotoets binnen 3 seconden ingedrukt, dan wordt de verandering niet overgenomen. Procentuele waarde instellen Waarom omschakelen op gestuurd werken (%)? Met procentueelgestuurd werken stuurd met een constante stroom uit. 0% betekend verwarming uit. 100% betekend verwarming aan. Deze functie kan gebuikt worden een regelzone te controlen op thermovoeler breuk en tot de voeler gewisseld wordt door te produceren. Bij de verwerking van thermisch gevoelige materialen wordt gestuurd produceren sterk afgeraden. Omschakelen naar procentuele aansturing, gaat via de infotoets. Vervolgens dient daar ook een procentuele waarde ingesteld te worden.

5 Procentuele waarde activeren en instellen 2x Informatietoets 2x indrukken, om van de ingestelde/ werklijke waarde (Soll-/Istwert) om te schakelen naar gestuurd aansturen (Stellgradanzeige). De parametertoets indrukken, om de toetsvergrendeling op te heffen. Gestuurd aansturen is uitgeschakeld. De bovenste LED off knippert. Met de pijltoetsen gestuurd aansturen activeren. Met de parametertoets het activeren bevestigen. Nu het gewenste percentage instellen, de regelaar geeft het laatst ingestelde percentage aan, deze knippert. Der Stellgradwert blinkt. Met de pijltoetsen de gewenste waarde instellen, deze waarde blijft knipperen. (Beispiel: neuer Stellgradwert 25%). Der Stellgradwert blinkt weiterhin. De parametertoets indrukken om de verandering te bevestigen. Na deze bevestiging stuurt der regelaar een constante stroom uit. Door de infotoets in te drukken, kan weer omgeschakeld worden op ingestelde/ werklijke waarde. In de bovenste leddisplay wordt afwisselend het ingestelde percentage en de tekst manu aangegeven. Het omschakelen van gestuurd naar geregeld werken gaat op dezelfde wijze. Hiervoor dient men in stap 2 en 3 in manu van on naar off in te stellen.

6 Functies en instellingen De regelaar heeft een aantal extra functies, die voor hotrunnerregelaar gebruikt kunnen worden. Functies Procentuele waardeinstelling (%) Zie Procentuele waarde instellen. Softstart De regelzone wordt na het inschakelen automatisch tot 100 c opgewarmd. Na afloop van een vooraf ingestelde tijd, loopt de temperatuur door naar de instelde temperatuur. De softstarttijd is instelbaar onder t1. Hierdoor wordt de vochtigheid uit de verwarmingselementen gekookt, om kortsluiting te voorkomen. Boost funktie De Boost functie wordt direct na de softstart gestart. Hiermee wordt de ingestelde temperatuur korte tijd verhoogd met een vooraf ingestelde waarde en tijd, om b.v. de hotrunnerneuzen te laten openen. De temperatuurverhoging kan worden ingesteld met SP3 samen met de Boost tijd t2. Standby funktie Een vooraf ingestelde temperatuurdaling, in te stellen onder SP2 met de schakelaar wordt de standby funktie geactiveerd. Bedoeld om bij korte productieonderbrekingen te temperatuur te verlagen. Alarmbewaking De regeltechniek bewaakt met een instelbare tollerantieband de ingestelde waarde (ingestelde waarde) en de maximale temperatuur. De thermo- en voedingskabel worden gecontroleerd op kabelbreuk, thermovoeler-verpoling en kortsluiting. Als de regelaar met de optie stroombewaking (Heizstromüberwachung) is uitgevoerd, dan wordt de afwijking van de uitgangsstroom met een vergelijkwaarde en de actuele stand van de Solid State Relais bewaakt. Parameter in bedieningsniveau veranderen De extra functies zijn in het bedieningsniveau, die met parametertoets uit te kiezen en in te stellen. Voorbeeld bovengrenswaarde veranderen van 5K naar 10 K. De P toets indrukken om van bedieningsniveau te veranderen. De P toets zo dikwijls drukken tot dat Li.1 verschijnt. De parameterwaarde knippert. Met de pijltoetsen de gewenste waarde instellen, bv. 10 K. De parameterwaarde blijft knipperen. Met P toets de verandering bevestigen. De regelzone wordt nu met de nieuwe waarde bewaakt. In de display wordt de volgende parameter aangegeven. I een keer op de I toets drukken om terug te gaan naar de Ingestelde-/werkelijke waarde.

7 Parameters instellen op bedieningsniveau Parameters Weergave Waardebereik/ Eenheid Beschrijving Ingestelde waarde 0 tot 500 C Bij een ingestelde waarde = 0 wordt er geen voeding uitgestuurd en geen alarm bewaakt. Functie procentueel aansturing on/off Zie Procentuele waarde activeren en instellen. Uitgestuurde procentuele waarde 0 tot 100 % Deze functie kan alleen aangegeven worden als de functie procentueel aansturen geactiveerd is. Zonenstatus on/off Activeren of uitschakelen van de regelzone. Bij uitgeschakelde regelzone wordt er geen voeding uitgestuurd en geen alarm bewaakt. Boven temperatuurtollerantie 0 tot 1500 K Overschreidt de temperatuur de boventollerantie waarde dan wordt een alarm gegeven. Waarde altijd hoger als 0 instellen. Onder temperatuurtollerantie -999 tot 0 K Daalt de temperatuur onder de ondertollerantie waarde dan wordt een alarm gegeven. Waarde altijd hoger als 0 instellen. Instelwaarde voor Standby functie -999 tot 0 K Waarde altijd hoger als 0 instellen. Temperatuurverhoging voor Boost functie 0 tot 1500 K Waarde altijd hoger als 0 instellen. Tijdsinstelling voor softstart 0 tot 9999 seconden Tijdsinstelling voor Boost functie 0 tot 9999 seconden De softstart start automatisch als de regelaar ingeschakeld wordt. De tijdsinstelling start wanneer de temperatuur van 95 c bereikt is. Als er geen tijd ingesteld staat 0, is de softstart uitgeschakeld. De Boost functie start automatisch na afl oop van de softstart. Als er tijd ingesteld staat 0, is de Boost functie uitgeschakeld.

8 Status- en foutmeldingen Statusmeldingen geven inzicht in bedrijfstoestand, waarin de regelzone zich bevindt. Bij alarmmeldingen moet de oorzaak gezocht en verholpen worden. Statusen alarmmeldingen worden afwisselend in het bovenste LED-venster aangegeven. Voorbeeld De regelaar bevindt zich in de indenticatiefase. Statusmeldingen Weergave Id manu SP2 SP3 SP4 Betekenis Regelaar bevindt zich in de indentifi catiefase, hier past de regelaar zich aan, aan de aangesloten regelzone. Regelaar bevindt zich in handmatig instelling, procentuele waarde functie. Regelaar bevindt staat op Standby. Regelaar bevindt staat op Boost functie. Regelaar bevindt staat op softstart. Foutmeldingen Om foutmeldingen te verhelpen, dient men de stekker uit de contactdoos te verwijderen. Weergave tcbr tcrc tcsc drl AL Fouroorzaak Thermovoelerbreuk Weerstand aan de matrijs controleren. Thermovoelers verpold Thermoelement verpolt. Das Thermoelement ist an irgendeiner Stelle falsch verdrahtet. Thermovoeler kortsluiting Das Thermoelement ist an irgendeiner Stelle gequetscht. Temperatuurdrift Die automatische Parameterbestimmung ( Identifi kation ) kann nicht gestartet werden. Maximum temperatuur overschreden De werkelijke temperatuur is hoger als 500 C Wat te doen Meetwaarde van thermokoppel ca. 4 Ohm. Geen doorgang, thermovoeler stuk. Kabel aan de matrijs aansluiten en pool voor pool controleren. Geen doorgang betekend kabelbreuk. Als er geen oorzaak gevonden wordt, de regelaar uitwisselen of de regelaar voor reparatie naar leverancier sturen. Foutmelding niet meetbaar, bedrading in de matrijs visueel controleren. Draden mogen alleen met de zelfde kleur verbonden worden. Bv. zwart-zwart en wit-wit. Kabeldreher beseitigen. Indirecte foutmelding: alarm. Als er na 5 min. geen temperatuurverhoging plaats vindt met een uitgestuurd vermogen van 100% adviseren wij U de bedrading te controleren op kabelbreuk enof beschadiging, tevens de aansluitingen controleren. De zone raakt oververhit. Verder nagaan of het electrisch vermogen voldoende is. De werkelijke temperatuur wordt door een andere zone beinvloed. Wachten tot de zone niet langer beinvloed wordt en gelijktijdig opwarmen. Controleren of de voelers en voeding van elke zone op de juiste contacten aangesloten zijn. Solid State Relais defect? Voeding stuurt vol uit terwijl er geen procentuele waarde aangegeven wordt.