GEBRUIKSAANWIJZING Elektronische Thermostaat RPC-F ref: ABJ/02/5370

Transcriptie

1 ELEKTRONISCHE THERMOSTAAT RPC-F: 1. Bij normale werking A. Toetsenbord en displays. Displays: 1 = Duidt de waarde van de gemeten temperatuur aan. 2 = Duidt de gevraagde temperatuur aan. 3 = Duidt de ingestelde energiewaarde aan. 4 = Aanduiding energietoevoer. Toetsen: 1 = Verhoogt de waarde display 2. 2 = Verlaagt de waarde display 2. 3 = Verplaatst decimaal punt van display 2. 4 = Combinatietoets: zie toets 7 (verborgen toets). 5 = Verlaag de energiewaarde met 10%. 6 = Verhoogt de energiewaarde met 10%. 7 = Verborgen toets: in combinatie met toets 4 om van de werkmode naar de instelmode te gaan of omgekeerd. 8 = Start/Stop: zet het toestel op/af. B. Bij instellen van de werkparameters. Displays: Display 1: geeft het parameternummer weer (P01-P05). Display 2: hier wordt de ingestelde waarde getoond. Toetsen: 1 = Verhoogt de waarde display 2. 2 = Verlaagt de waarde display 2. 3 = Verplaatst decimaal punt. 4 = Combinatietoets om werkparameters aan te passen (zie opmerking). 5 = Verlaag het parameternummer (P01-P05). 6 = Verhoog het parameternummer (P01-P05). 7 = Om de instelmode te verlaten (samen met toets 4 indrukken). Opmerking: In de instelmode werken de toetsen 1 en 2 enkel indien tegelijkertijd toets 4 ingedrukt wordt. Instructies RPC-F Nederlands

2 2. Aansluitingen. Connektor 1. Pinnummer Aansluiting Magneetventiel water 6 7 Relais: setpoint 8 230V AC 9 230V AC 10 Connektor 2. Pinnummer Aansluiting 11 + Thermokoppel J 12 - Thermokoppel J 13 Draadbrug (afregeling) 14 Draadbrug (afregeling) 15 Aarding kookketel 16 Hoogwater sonde 17 Laagwater sonde 18 Gemeenschappelijke druk, temp 19 Temperatuursensor 65 C Druksensor Ventilator (1 fase 230V) Instructies RPC-F Nederlands

3 3. Aansluitschema A. Braadpan B. Kookketel Instructies RPC-F Nederlands

4 4. Werking van het toestel. Bij het aanzetten van het toestel wordt als eerste de temperatuur van de kookketel gecontroleerd. Indien tijdens de werking van de kookketel het water onder de laagste watersonde komt, wordt de verwarming afgeschakeld en wordt het water bijgevuld tot aan de hoogwatersonde. Indien het toestel water detecteert aan de hoogste sonde en niet aan de laagste dan zal de display (1) een foutmelding ( nie) tonen en zal de verwarming afvallen. Indien er een onderbreking komt in het thermokoppel krijgt men ook een foutmelding ( the ) op display (1) te zien en word tevens de verwarming afgeschakeld. Indien men het toestel voor de eerste maal gebruikt moet men eerst de nodige parameters instellen. Dit wordt volledig uitgelegd onder punt Instellingen en afregeling. Het instellen van de werkparameters en het afregelen van de thermokoppelmeting gebeurt in de zgn. instelmode. Men kan in deze instelmode komen door toets 4 samen met toets 7 in te drukken. Op display (1) komt nu parameternummer P01, en op display (2) komt de waarde van de parameter. Er zijn in totaal drie parameters in te stellen. P01: Hysteresis. P02: Maximum setpoint. P05: Afregelmode. Met toets 6 kunt u van parameter P01 naar de volgende parameter P02 gaan, en zo verder tot parameter P04. Met toets 5 kunt u terug naar een vorige parameter gaan. Opgelet: Om in de instelmode een parameterwaarde te veranderen moeten tegelijk met toetsen 1 of 2 altijd toets 4 ingedrukt worden. P01: Instelling van de hysteresis. De hysteresis werkt onder het setpoint en is instelbaar tussen 0 C en 100 C. (standaard = 1) Eerst zet u het decimaal punt bij het cijfer dat u wil veranderen met toets 3. Daarna kan het cijfer verhoogd of verlaagd worden met toetsen 1 of 2. P02: Instelling van maximum setpoint. Het maximum setpoint is instelbaar tussen 0 C en 350 C. Om deze waarde aan te passen zet u het decimaal punt bij het cijfer dat u wil veranderen met toets 3. Daarna ken het cijfer verhoogd of verlaagd worden met toetsen 1 of 2. De instelwaarde voor kookketels = 120 De instelwaarde voor braadpannen = 280 P05: Afregeling van de temperatuurmeting (enkel met geijkte thermostaat). Om in de mode P05 te geraken moet eerst een speciale vooraarde voldaan zijn: de contacten 13 en 14 op C2 moeten gesloten zij gedurende 7 seconden. Vanaf het moment dat het toestel zich in deze mode bevindt moet de verbinding tussen de contacten weer verbroken worden. De afregeling gebeurt als volgt: Leg een 0 C signaal aan (thermokoppel J). Drukt toets 2 en toets 4 samen in en houdt deze toetsen ingedrukt tot op display 2 de waarde 000 komt te staan. Indien deze waarde gedurende enkele seconden onveranderlijk op het display staat mag u eerst toets 2 loslaten en daarna toets 4. Leg nu een 200 C signaal aan. Drukt toets 1 en toets 4 samen in en wacht tot op display 2 de waarde 200 komt te staan. Wanneer deze waarde gedurende enkele seconden onveranderlijk op het display staat mag u eerst toets 1 en daarna toets 4 loslaten. De afregeling is teneinde. Instructies RPC-F Nederlands

5 6. Werking. Om de RPC-F in te schakelen drukt u op toets 8. Op display 1 wordt de gemeten temperatuur weergegeven. Het setpoint wordt getoond op display 2. Deze waarde is in te stellen met toetsen 1, 2 en 3. De grootte van de energietoevoer is af te lezen op display 3. Deze waarde is met toetsen 5 en 6 i te stellen tussen 10% e 100%. Display 4 licht op wanneer er verwarmd wordt. Instructies RPC-F Nederlands