OVEREENKOMST MAAIEN EN BEWEIDEN Geliberaliseerde pacht voor 6 jaar en korter

Transcriptie

1 OVEREENKOMST MAAIEN EN BEWEIDEN Geliberaliseerde pacht voor 6 jaar en korter Waterschap Rivierenland, gevestigd en kantoorhoudende te 4003 BX Tiel, De Blomboogerd 1, vertegenwoordigd door de heer mr. M.G.A. Seelen, teamleider Grondzaken, te dezen handelend voor en namens het Waterschap Rivierenland, daartoe gemachtigd op grond van de ambtelijke bevoegdhedenregeling Waterschap Rivierenland 2011 van 14 december 2010, geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer : , hierna te noemen de grondeigenaar/de verpachter/het Waterschap, en ********************************************************, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door, BSN-nummer/KvK-nummer of Relatienummer Rijksdienst voor Ondernemend Nederland:..* (*verplicht in te vullen), hierna te noemen "de pachter", Verklaren te hebben verpacht en in pacht te hebben uitgegeven, respectievelijk te hebben gepacht en in pacht te hebben aangenomen de navolgende kadastrale percelen: Code beheervlak gemeente sectie nummer Oppervlakte in m 2 Conform bijgaande lijst Totale oppervlakte hierna te noemen de zaak, zoals gearceerd op de bij deze overeenkomst behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening(en) is aangegeven, partijen voldoende bekend, die daarvan geen nadere omschrijving verlangen. Deze pachtovereenkomst is voorts gesloten onder de navolgende condities: Artikel 1 Op de pachtovereenkomst is artikel 7:397 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Artikel 2, duur pachtperiode Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van ** jaar, ingaande op ******** en eindigend op ******* *. Pagina 1 van 12

2 Artikel 3, pachtprijs en wijze van betaling 1. De jaarlijkse pachtprijs bedraagt (ha x per jaar/per hectare)]. 2. De betaling van de pachtprijs geschiedt op de in de algemene bepalingen aangegeven wijze. Artikel 4, Verplichting voor de pachter Indien het waterschapsbelang zulks vordert moet de pachter op eerste lastgeving van de verpachter de werkzaamheden met onmiddellijke ingang (tijdelijk) staken, zonder dat hiervoor een geldelijke compensatie door de verpachter wordt verstrekt. Artikel 5, beheer en onderhoud: intensieve wisselbeweiding 1. Beweiding is toegestaan in de periode vanaf 1 april tot 15 oktober intensief gedurende een korte periode en vindt uitsluitend plaats met schapen. Bij intensieve beweiding is de duur van de beweidingsperiode maximaal 1 week (maaimachine nabootsen). 2. Voorafgaande aan de intensieve beweidingsperiode dient pachter een beweidingsplan per voorgelegd te hebben aan de dijkbeheerder van het waterschap. 3. Het aantal in te zetten schapen dient te worden afgestemd op de grootte van het perceel, de hoeveelheid gras en de beschikbare beweidingtijd. Beweiding dient op zodanige wijze plaats te vinden dat geen gaten, richels en/of looppaden ontstaan en de grasmat niet op andere wijze wordt beschadigd. De grasmat dient altijd volledig dekkend te zijn. 4. Bij bijzondere (weers-) omstandigheden kan het beweidingstijdstip/druk in overleg met de dijkbeheerder van het waterschap worden aangepast. 5. Bij hoge rivierstanden, of indien de weersomstandigheden c.q. onderhoudstoestand van de grasmat daartoe aanleiding geven, dient de beweiding gestaakt te worden. 6. Kunstmatige bemesting, alsmede de (extra) aanvoer van natuurlijke of kunstmatige mest, is verboden. 7. Bijvoerbakken en dergelijke mogen niet op de waterkering worden geplaatst. Wanneer er geen andere mogelijkheid bestaat als watervoorziening voor de schapen, kan in overleg met het waterschap op het onderhoudspad een drinkbak worden geplaatst. 8. Na afloop van de beweidingsperiode dienen overblijvende (stekende) planten en verhoute bloeiwijzen te worden gemaaid. Plekken die door een te extensieve begrazing zijn verruigd moeten na afloop van de beweiding worden gemaaid waarbij het maaisel moet worden afgevoerd. 9. Indien beweiding plaatsvindt, dient de pachter zelf een tijdelijk flexibel raster te plaatsen. Dit raster dient de pachter na het beweiden te verwijderen. 10. Het gewas rondom obstakels, zoals wegmeubilair, dijkpalen, trappen, bomen en bomenrijen dient gemaaid te worden met een bosmaaier met grasdraad-snijkop. Afrasteringen dienen zo dicht mogelijk te worden benaderd. Rondom bomen mag een ruimte van 0,25 meter uit de stam niet worden beweid, zodat schade aan de bomen wordt voorkomen. Pagina 2 van 12

3 Artikel 6, beheer en onderhoud: maaien en afvoeren 1. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient pachter de wijze waarop het maaien en afvoeren zal worden uitgevoerd (inzet materieel en personeel) per aan de dijkbeheerder van het waterschap voorgelegd te hebben. 2. De grasmat moet worden onderhouden door deze tweemaal per jaar te maaien. - (eerste maaibeurt) vanaf 1 juni tot 15 juli; - (tweede maaibeurt) van 15 augustus tot 1 oktober. 3. Het starten en gereedkomen van zowel de eerste- als tweede maaibeurt wordt door de pachter gemeld bij de desbetreffende dijkbeheerder van het waterschap. Na goedkeuring van de werkzaamheden door de dijkbeheerder wordt de betreffende maaibeurt opgeleverd en dit wordt door de dijkbeheerder per aan pachter bevestigd. 4. Het maaisel dient minimaal 3 en ten hoogste 10 dagen op de zaak te blijven liggen, zodat rijpe zaden achterblijven. Het vrijgekomen materiaal komt toe aan de pachter. Het waterschap is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit maaisel. De pachter voert het maaisel, al dan niet tot rollen of pakken (diervoeder) verwerkt binnen 24 uur af. De onderlinge afstand van de pakken of rollen bedraagt tussen s avonds 19:00 uur en s ochtends 7:00 uur, minimaal 20 m waarbij deze niet op de kruin of het talud van de dijk worden opgeslagen. Tevens is het niet toegestaan het verzamelde maaisel op het werkterrein achter te laten tussen vrijdagavond 19:00 uur en zaterdagochtend 7:00 uur en tussen zaterdagavond 19:00 uur en maandagochtend 7:00 uur. 5. Het gewas op verharde glooiingen wordt minimaal 1 maal per jaar in de periode vanaf 15 augustus tot 1 september gemaaid/geklepeld door de pachter. 6. Bemesting, alsmede het aanvoeren van natuurlijke of kunstmatige mest, is verboden. 7. Op het onderhoud van de dijken is de Flora- en Faunawet van toepassing. Deze is nader uitgewerkt in de Richtlijn implementatie gedragscode Flora en Faunawet. Deze wordt als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd. 8. Bij bijzondere (weer-)omstandigheden kan het maaitijdstip en de wijze van maaien en/of afvoeren van het maaisel in overleg met het waterschap worden aangepast. 9. Het gewas rondom obstakels, zoals wegmeubilair, dijkpalen, trappen, bomen en bomenrijen dient gemaaid te worden met een bosmaaier met grasdraad-snijkop. Afrasteringen dienen met de gangbare maaimachines zo dicht mogelijk te worden benaderd. Rondom bomen mag een ruimte van 0,25 meter uit de stam niet worden gemaaid, zodat schade aan de bomen wordt voorkomen. De grasvegetatie bij afrasteringen dient met de gangbare maaimachines tot tegen de afrastering aan gemaaid te worden. 10. Het gebruik van maaiapparatuur waarbij het gras wordt gekneusd (het zogenaamde klepelen), is niet toegestaan. Harde bekledingen zijn hiervan uitgezonderd. Artikel 7, Bijzondere voorwaarden Pagina 3 van 12

4 1. De pachter is verplicht het gepachte persoonlijk en voor eigen rekening te exploiteren en de pacht mag niet geheel of gedeeltelijk onderverpacht worden. 2. Het is de pachter niet toegestaan: a) Puin of afval te storten of tijdelijk te bewaren op de zaak; b) De zaak in waarde te doen verminderen; c) Op of in de zaak caravans, campers, vouwwagens e.d. te (doen) stallen. 3. De pachter is verplicht los zwerfvuil te verwijderen. Ongewenste grote hoeveelheden stortvuil worden in overleg met de dijkbeheerder van het waterschap afgevoerd. 4. Drijfvuil wordt door het waterschap verwijderd, zodra de ondergrond van de onderberm of het te berijden dijkperceel voldoende is opgedroogd. 5. De pachter dient molshopen te slechten. De hiervoor genoemde verplichting geldt alleen als deze in geringe mate voorkomen. Bij voorkomen van veel molshopen meldt de pachter dit aan het waterschap, zodat in overleg maatregelen getroffen kunnen worden. 6. Alle holen, ontstaan door konijnen, bevers enz. worden door of vanwege het waterschap gedicht. 7. Schade aan het profiel van de dijk zoals gaten, richels, looppaden en/of insporing als gevolg van het onderhoud wordt, - onder toezicht van het waterschap -, door en voor rekening van de pachter hersteld. 8. Schade aan het gewas, beplanting, bebording, afrasteringen, hekken of wegmeubilair etc. als gevolg van de werkzaamheden door de pachter wordt, onder toezicht van het waterschap, door en voor rekening van de pachter hersteld. Van het ontstaan van schade aan het profiel van de dijk, beplanting enz. doet de pachter onmiddellijk melding aan de dijkbeheerder van het waterschap. 9. De grondeigenaar streeft er naar o.a. de Distel-, Ridderzuring-, Grote Brandnetel- en Reuze Bereklauwpopulaties op de dijktaluds met bermen beperkt te houden. Bestrijding van grote haarden wordt door de pachter primair uitgevoerd middels een vroegtijdige maaibeurt. Alleen bij extreem grote haarden zal, door of vanwege de grondeigenaar, bestrijding plaats vinden middels selectieve chemische onkruidbestrijding, op het juiste tijdstip. 10. Op de in gebruik gegeven percelen kan naast andere probleemsoorten Jakobskruiskruid (Jacobea vulgaris) voorkomen. De pachter is ermee bekend dat deze plant zowel in verse (pas gemaaide) als gedroogde of gekuilde vorm giftig is voor mens en dier. Het gebruik of laten gebruiken van dit maaisel (in welke vorm dan ook) als veevoer is voor rekening en risico van de pachter. Het waterschap is niet aansprakelijk voor schade aan dieren van de pachter of derden veroorzaakt door het eten van dit maaisel (in welke vorm dan ook). 11. De pachter neemt alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen teneinde te voorkomen dat derden of het waterschap schade lijden als gevolg van de uitvoering van werkzaamheden in het kader van deze overeenkomst. 12. Indien werkzaamheden op of langs de openbare weg worden verricht, dan dienen de werkzaamheden uitgevoerd te worden conform CROW 96a/b (zie bijlage). Artikel 8, Algemene bepalingen Pagina 4 van 12

5 Van deze overeenkomst maken deel uit de Algemene bepalingen geliberaliseerde pacht van Waterschap Rivierenland. Deze algemene bepalingen zijn partijen bekend. De pachter heeft hiervan een exemplaar ontvangen. De algemene bepalingen zijn van toepassing behoudens voor zover daarvan in deze overeenkomst uitdrukkelijk is afgeweken, of toepassing ervan ten aanzien van de zaak niet mogelijk is. Artikel 9, Boetebeding Bij niet nakomen door de pachter van de onderhoudsverplichting en/of de voorwaarden in deze overeenkomst is de pachter een direct opeisbare boete aan het waterschap verschuldigd van 50,- per dag. Deze boete is direct opeisbaar zonder rechtelijke tussenkomst en wordt verbeurd door het enkele feit van niet, niet-tijdige, dan wel niet-volledige nakoming, te constateren bij aangetekende brief van het waterschap, niet eerder dan nadat pachter ingebreke is gesteld. Artikel 10, Bijzondere bepaling Voor het geval de met u gesloten overeenkomst wordt ontbonden als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van uw verplichtingen wordt u bovendien uitgesloten van deelname aan het project Uitgifte dijkpercelen (van alle percelen) voor een periode van drie jaar met ingang van de eerstvolgende uitgifte. Aldus overeengekomen, in 3-voud opgemaakt en getekend te Tiel, De pachter, De verpachter, mr. M.G.A. Seelen (teamleider Grondzaken) Pagina 5 van 12

6 Algemeen 1. Deze overeenkomst verplicht zowel verpachter als pachter tot naleving van de bepalingen van de wet voor zover daarvan bij deze overeenkomst niet rechtsgeldig is afgeweken. Pachtprijs en betaling 2. De pachtprijs zal, zonder enige korting, aftrek of verrekening worden voldaan op de door verpachter aangegeven wijze.tegen een vordering tot betaling van de pachtprijs is elk beroep op verrekening uitgesloten. 3. Bij niet tijdige betaling van de pachtprijs is pachter in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling nodig is. De alsdan verschuldigde pachtprijs wordt vermeerderd met 1% rente voor iedere maand of een gedeelte van een maand dat pachter in gebreke is. Pachter verkrijgt daardoor geen recht op uitstel van betaling. 4. De kosten verbonden aan het incasso van de pachtprijs komen voor rekening van pachter. Aanvaarding 5. De verpachting geschiedt voetstoots, terwijl partijen verklaren het pachtobject geheel te kennen en daarvan geen nadere omschrijving verlangen. 6. Verschil tussen de werkelijke en opgegeven grootte van het pachtobject zal geen grond opleveren tot wijziging van de pachtprijs of vernietiging van de pachtovereenkomst. 7. De verpachter is niet gehouden de pachter te vrijwaren ter zake van heersende en lijdende erfdienstbaarheden of andere lusten en lasten; hij staat niet in voor gebreken, bekend of onbekend, zichtbaar of verborgen. 8. Pachter doet afstand van het recht op schadevergoeding in het geval pachter het gebruik of de vruchttrekking geheel of gedeeltelijk komt te missen door de uitoefening van een bestaand, bij het aangaan van de overeenkomst aan partijen redelijkerwijs niet bekend recht op het pachtobject door derden. Lasten 9. De zakelijke lasten welke bij het aangaan van deze overeenkomst Pagina 6 van 12

7 op het pachtobject drukken, zijn voor rekening van verpachter. 10. De gebruikerslasten (o.a. voortvloeiende uit de onroerende zaakbelasting) komen voor rekening van pachter. Oplevering 11. De pachter levert het pachtobject bij het einde van de pachttijd aan verpachter op in dezelfde staat en met dezelfde bestemming als waarin hij het heeft ontvangen, of waarin het is gebracht met toestemming van verpachter of met machtiging van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland of de rechter. 12. De eigendom van gewassen, al dan niet wortelvast, producten, machines, materialen e.d. die na de oplevering nog op of in het pachtobject aanwezig zijn gaat zonder vergoeding over naar de verpachter, tenzij bedoelde eigendom is overgegaan naar de opkomende pachter. 13. De pachter zal bij het verlaten van het pachtobject de landerijen, sloten, greppels en verder alles wat ten dienste van het pachtobject aanwezig is (o.a. dammen, hekken en afrasteringen) en zaken die bestanddeel zijn van het pachtobject in goede staat opleveren, zulks ten genoegen van de verpachter. 14. Pachter mag niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verpachter gebruik maken van het aan hem toekomende recht tot ontruiming op grond van artikel 7:349 van het Burgerlijk Wetboek. Mededelingen bij overlijden Rechten van derden 15. Bij het overlijden van de pachter zijn de erfgenamen gehouden daarvan binnen een maand mededeling aan de verpachter te doen. Voorts zullen zij daarbij mededelen wie de erfgenamen van de pachter zijn en uit welke hoofde. 16. Pachter is verplicht bestaande uit- en/of overwegen over het pachtobject, hetzij ten behoeve van andere eigendommen van verpachter, hetzij dat verpachter deze aan derden heeft verleend, zonder vergoeding te gedogen. 17. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verpachter zal pachter uit- en/of overwegen niet aan derden mogen toestaan of zodanig gebruik van het pachtobject mogen gedogen. 18. Pachter is verplicht voor het bezit en het behoud van de rechten van verpachter op het pachtobject te waken. Voor zover mogelijk zal de pachter in verband daarmede rechten uitoefenen die verjaring voorkomen. Pachter zal van iedere inbreuk op de in de eerste zin van deze bepaling bedoelde rechten onverwijld aan verpachter kennis geven. Pagina 7 van 12

8 19. Pachter is verplicht te zorgen dat ten laste van het pachtobject geen erfdienstbaarheden of andere lasten ontstaan, een en ander op straffe van vergoeding van kosten, schaden en renten. 20. De pachter zal de verpachter onverwijld in kennis stellen van feitelijkheden en handelingen van derden ten gevolge waarvan pachter in het genot van het pachtobject wordt belemmerd. Jacht en visserij 21. Verpachter behoudt zich het recht en het genot van jacht en visserij op het pachtobject voor. 22. De pachter verleent aan verpachter toestemming het genot van de jacht en de visserij op het pachtobject te verhuren. Voorts verleent pachter aan verpachter en door deze aan te wijzen derden toestemming om op de pachtgronden gebruik te maken van de ten behoeve van de uitvoering krachtens de Flora- en Faunawet gegeven vrijstellingen (artikel 65), aanwijzingen (artikel 76) en ontheffingen (artikelen 68 en 75). Pachter is verplicht om die toestemming desgevraagd schriftelijk te bevestigen. 23. De pachter machtigt hierbij de verpachter aan derden, die ten behoeve van de uitoefening van het jachtrecht of de visserij gebruik van of toegang tot het pachtobject behoeven, dat gebruik of die toegang toe te staan. 24. Pachter is verplicht mede toezicht te houden op het voorkomen van stroperij e.d., mededeling te doen aan de verpachter of zijn gemachtigde wanneer door hem stroperij of andere benadeling van de wild- en/of visstand wordt ontdekt en zelf maatregelen te nemen om te voorkomen dat het wild nodeloos wordt verontrust of in gevaar gebracht. Gebruiksbepalingen 25. Pachter zal het pachtobject als een goed pachter gebruiken overeenkomstig de bestemming. Zonder schriftelijke toestemming van de verpachter zal pachter: - het pachtobject niet van bestemming, inrichting of gedaante veranderen ook niet door het aanbrengen van verbeteringen; - het pachtobject noch geheel noch gedeeltelijk aan anderen in pacht of gebruik afstaan; - geen grind, zand of andere bodemspecie verkopen of wegvoeren; - geen zuiveringsslib op het pachtobject aanbrengen; - op het pachtobject geen opstallen, reclameborden (waaronder begrepen reclame-uitingen anderszins) e.d. plaatsen of doen plaatsen; Pagina 8 van 12

9 Gronden - geen vee van anderen inscharen; - geen gras op stam verkopen. Bij verlening van toestemming geldt dat onderhoud, reparaties en verzekering van het opgerichte en de verhoging van grond- en andere lasten die daarvan het gevolg zijn voor rekening van pachter komen, onverminderd het recht van verpachter om nadere voorwaarden te stellen. 26. Pachter zal het pachtobject niet in waarde mogen doen verminderen. 27. Verpachter behoudt zich het recht voor alle afwaterings- en scheidingssloten in of langs de verpachte percelen gelegen te doen ruimen, weer onder het vereiste profiel te brengen en de daaruit komende grond en ruigten op de aangrenzende percelen te leggen. Toegang 28. Verpachter en zijn gemachtigde hebben te allen tijde het recht op vrije toegang tot het pachtobject. 29. Bij voorgenomen vervreemding of opnieuw verpachten zal op de daarvoor door verpachter aan te wijzen tijden het pachtobject door pachter ter bezichtiging moeten worden gesteld en zullen desgevraagd inlichtingen of aanwijzingen door pachter moeten worden gegeven aan belangstellenden. 30. Verpachter behoudt zich het recht voor te allen tijde de nodige werkzaamheden dienende tot onderhoud van het pachtobject te verrichten c.q. te doen verrichten en op het pachtobject bij voorgenomen verkoop of verpachting borden en/of aankondigingen te plaatsen. Pagina 9 van 12

10 Productie- /leveringsrechten 31. In geval op het pachtobject als gevolg van publiekrechtelijke voorschriften productie- en/of leveringsrechten of dergelijke rusten of komen te rusten of op andere wijze met het pachtobject verbonden zijn of worden, verplicht pachter zich om deze rechten in stand te houden. 32. Pachter verplicht zich om verpachter alle noodzakelijke informatie te verstrekken verband houdende met voormelde rechten, hun aard en omvang. 33. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verpachter is het pachter niet toegestaan voormelde rechten te vervreemden, deze te doen toe- of afnemen of tijdelijk in gebruik aan derden te geven. Pagina 10 van 12

11 Onderhoud algemeen 34. Pachter moet op zijn kosten de aanwezige sloten, greppels, drainagesystemen en duikers jaarlijks vóór de schouwdatum schoonmaken. 35. De pachter zal op zijn kosten moeten repareren, onderhouden en eventueel vernieuwen alle omheiningen, hekken, pompen, drinkgelegenheden, waterleidingen, sloten, greppels, duikers, wegen, dammen, bruggen, op- en afritten en drainagesystemen. 36. Boeten en kosten betreffende het pachtobject, welke aan verpachter door publiekrechtelijke lichamen worden opgelegd c.q. in rekening worden gebracht, komen, indien deze het gevolg zijn van nalatigheid van pachter, voor zijn rekening. 37. Pachter is aansprakelijk voor alle reparatiekosten die voortvloeien uit het verzuim van reparaties, onderhoud en het treffen van voorlopige maatregelen waartoe hij verplicht is of die voortvloeien uit beschadiging ten gevolge van onoordeelkundig gebruik. Verzekering 38. Pachter verplicht zich te verzekeren tegen bedrijfsschade, waartegen verzekering redelijkerwijs verwacht kan worden. Nalatigheid wordt aangemerkt als schuld in de zin van artikel 7:330 lid 2 sub b van het Burgerlijk Wetboek. Onder de verzekeringsverplichting wordt allereerst verstaan de verzekering tegen brand-, bliksem- en stormschade en van vee, voorraden, landbouwgereedschappen, werktuigen en alles wat tot de bedrijfsinventaris van pachter behoort. 39. Pachter zal de verzekering sluiten bij een solide brand- en/of schadeverzekeringsmaatschappij. 40. Kwitanties van de laatst betaalde premie dienen op verzoek bij de betaling van de eerste pachttermijn van ieder pachtjaar te worden overlegd. Indien verpachter zulks wenst, moet pachter de polissen van deze verzekering aan verpachter ter inzage geven. Molest 41. Indien ten aanzien van de bescherming tegen gevaren van aanvalsdaden uit de lucht en/of gewelddaden of terreuracties vanaf de grond van welke aard, oorsprong of oorzaak ook, door de overheid wetten worden afgekondigd of maatregelen verplichtend worden voorgeschreven, zal de pachter verplicht zijn die voorschriften of maatregelen voor zover betrekking hebbende op het pachtobject na te komen of te gedogen. Hij zal daarvoor geen vergoeding, compensatie of schadeloosstelling van de verpachter kunnen vorderen. Hetzelfde geldt voor door genoemde daden, acties of tegenmaatregelen direct of indirect gevraagd, of Pagina 11 van 12

12 ongevraagd veroorzaakte schade of ongerief aan het pachtobject. Schade 42. Pachter zal verpachter onverwijld kennis geven van schade, door hem of derden aan het pachtobject toegebracht en jegens verpachter aansprakelijk zijn voor alle schaden aan het pachtobject toegebracht, tenzij deze buiten zijn schuld en de schuld van hen die met zijn toestemming op of in het pachtobject verblijven, ontstaan zijn. Onteigening 43. Indien een gedeelte van het pachtobject wordt onteigend, zal de pachtprijs evenredig worden verlaagd onverminderd de wettelijke rechten van pachter tegenover de onteigenaar. 44. Bij onteigening, geheel of gedeeltelijk, is verpachter aan pachter geen enkele schadevergoeding verschuldigd. Ingebrekestelling 45. Ten aanzien van de bij deze overeenkomst aangegane verplichtingen, zullen partijen in verzuim zijn door de enkele daad of nalatigheid of door enkel verloop van een te stellen termijn of door het verstrijken van een gestelde datum, zonder dat enige sommatie, ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst vereist is. Faillissement 46. Bij faillissement van de pachter kan verpachter de pacht opzeggen overeenkomstig het bepaalde in artikel 39 van de Faillissementwet. Verpachter kan alsdan de volledige pachtprijs over het lopende pachtjaar opeisen. Kosten 47. De kosten aan de opstelling en afsluiting van deze overeenkomst verbonden, alsmede de kosten van eventuele aanvullings- en wijzigingsovereenkomsten en de toetsingskosten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland komen voor rekening van pachter. Deze kosten dienen door pachter aan verpachter te worden voldaan binnen 30 dagen nadat verpachter om desbetreffende voldoening heeft verzocht, waarbij punt 3 en 4 van deze algemene bepalingen van overeenkomstige toepassing zijn. Aanduiding 48. Deze bepalingen kunnen worden aangehaald als de Algemene bepalingen geliberaliseerde pacht van Waterschap Rivierenland. --- Pagina 12 van 12