GELIBERALISEERDE PACHTOVEREENKOMST VOOR 6 JAAR OF KORTER. (Volgens artikel 7:397 lid 1 Burgerlijk Wetboek)

Transcriptie

1 GELIBERALISEERDE PACHTOVEREENKOMST VOOR 6 JAAR OF KORTER (Volgens artikel 7:397 lid 1 Burgerlijk Wetboek) Nr. CONCEPT <DOSSIER> Bijlage: -1- (tekening) Het hoogheemraadschap van Rijnland, gevestigd aan de Archimedesweg 1 te 2333 CM Leiden, KvKnr , ten deze ingevolge het Delegatiebesluit Rijnland 2015 rechtsgeldig vertegenwoordigt door mevrouw G.L. van Mourik, Hoofd afdeling Ondersteunin en Advies, verder te noemen Rijnland, en <NAAM>, wonende aan <ADRES> <HUISNUMMER> te <POSTCODE> <PLAATS>, KvK/BSNnr. <KVKNR.>, hierna te noemen de pachter, zijn overeengekomen als volgt: Voor zover in deze pachtovereenkomst hier niet van wordt afgeweken blijven de bepalingen van titel 7.5 van het Burgerlijk Wetboek onverminderd van kracht. Artikel 1. Begripsbepalingen Artikel 2. Object In deze pachtovereenkomst wordt verstaan onder: Rijnland: De verpachter, het Hoogheemraadschap van Rijnland. Pachter: Degene die pacht of diens recht- verkrijgende(n). Het perceel: De in pacht uitgegeven grond. Pacht: Overeenkomst waarbij Rijnland zich verbindt aan pachter een onroerende zaak (i.c. los land) in gebruik te verstrekken ter uitoefening van de landbouw, en pachter zich verbindt tot een tegenprestatie. Rijnland verpacht aan pachter, die verklaart in pacht aan te nemen het perceel tuinland plaatselijk bekend als Overrijn 30, zonder nadere omschrijving volledig bekend, kadastraal bekend gemeente Katwijk, sectie D, nummer 344 gedeeltelijk, groot <OMVANG> hectare, e.e.a. zoals is aangegeven op bijgevoegde en van deze overeenkomst deel uitmakende tekening. Artikel 3. Duur van de pacht De verpachting geschiedt met ingang van 1 juni 2016 voor een periode van 7 maanden. De verpachting eindigt derhalve op 31 december Artikel 4. Pachtprijs De pachtprijs bedraagt <BEDRAG> per jaar. De pachtprijs dient bij vooruitbetaling te worden voldaan in één termijn vóór of op 1 juni van het jaar, waarover de pacht verschuldigd is rekeningnummer NL37 NAWB ten name van het hoogheemraadschap van Rijnland te Leiden. Voor de eerste maal dient de betaling te gebeuren binnen een maand na de datum waarop deze overeenkomst wordt ondertekend.

2 - 2 - Artikel 5. Herziening pachtprijs Niet van toepassing Artikel 6. Bijzondere bepaling De artikelen 7:313 lid 2, 7:319 lid 1 onder a, c en d, 7:325, 7:327, 7:328, 7:332, 7:333, 7:363 tot en met 7:374, 7:378 tot en met 7:384, 7:399a en 7:399c lid 1 van het Burgerlijk Wetboek zijn niet van toepassing op deze overeenkomst. Artikel 7. Verschil in grootte Verschil tussen de werkelijke en de bij de pachtovereenkomst opgegeven grootte van het gepachte zal geen aanleiding geven tot het vorderen van vermeerdering of vermindering van de pachtprijs of tot enige rechtsvordering, hoe ook genaamd. Artikel 8. Staat van het gepachte 8.1 De pachter aanvaardt het gepachte in de staat, waarin het zich op het tijdstip van terbeschikkingstelling bevindt. De pachter heeft op Rijnland geen vordering wegens niet goede staat van onderhoud bij terbeschikkingstelling. 8.2 Rijnland staat niet in voor enig gebrek aan het verpachte en de pachter heeft deswege geen vordering op Rijnland. 8.3 Bij aanvang van de pachtovereenkomst dient in een door beide partijen staat van oplevering te worden vastgesteld hoe de staat van het perceel is. Artikel 9. Verzuim 9.1 Bij niet- of niet-tijdige betaling van de pachtprijs op de verschijndag of bij niet-nakoming of overtreding van een van de bepalingen van de pachtovereenkomst zal de pachter in verzuim zijn door het enkel verloop van de bepaalde termijn of door het enkele feit van de overtreding of niet-nakoming zelve, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist. 9.2 De pachter is aansprakelijk voor alle kosten van invordering in de meest uitgebreide zin genomen, voor zover deze redelijkerwijze bij de pachter in rekening kunnen worden gebracht. 9.3 Indien de pachter in gebreke blijft in de uitvoering van de hem bij de wet en/of de pachtovereenkomst opgedragen werkzaamheden en/of reparaties kunnen deze door verpachter voor rekening van de pachter worden verricht; deze laatste is verplicht de uitvoering van bedoelde reparaties en werkzaamheden te gedogen en, op eerste vertoon van de rekening, de gemaakte kosten te voldoen.

3 - 3 - Artikel 10. Goed pachter 10.1 De pachter is verplicht het gepachte te gebruiken, zoals een goed pachter betaamt. Hij is gehouden het gepachte vakkundig en naar behoren te onderhouden en te bewerken; hij dient het gepachte vrij te houden van alle onkruid en anderszins schadelijke gewassen Zonder uitdrukkelijk schriftelijke toestemming van Rijnland mag hij het gepachte niet onderverhuren of geheel of gedeeltelijk in gebruik afstaan of de bestemming, inrichting of gedaante van het gepachte veranderen Pachter zal het pachtobject niet in waarde mogen doen verminderen Rijnland kan aanwijzingen geven aan pachter omtrent onderhoudszaken die ten laste van de pachter komen. Indien pachter een dergelijke aanwijzing ontvangt, dient hij deze onverwijld uit te voeren. Artikel 11. Bepaling voor pachtpercelen bij waterkerende dijken 11.1 Graafwerkzaamheden en het weiden met paarden, koeien en varkens is zonder toestemming van Rijnland niet geoorloofd De pachter dient op zijn kosten het gepachte dusdanig af te scheiden dat er geen vee van het gepachte op de openbare weg of op andere percelen kan komen Eventuele afrasteringen dienen door en op kosten van de pachter te worden onderhouden. Artikel 12. Schade aan het gepachte 12.1 De pachter is aansprakelijk voor schade aan het verpachte die is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit de pachtovereenkomst Alle schade behalve brandschade wordt vermoed daardoor te zijn ontstaan De pachter is jegens Rijnland op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor de gedragingen van hen die zich met zijn goedvinden op het gepachte bevinden. Artikel 13. Voorbehouden rechten Rijnland behoudt zich het recht voor: a. om in het algemeen op de verpachte gronden die werken of werkzaamheden te doen uitvoeren, welke het nodig acht in het belang van Rijnland, waaronder ook wordt verstaan het afgraven van de verpachte percelen voor het winnen van grond. Artikel 14 is van overeenkomstige toepassing. b. nieuwe sloten en greppen in het verpachte te graven, indien hij zulks in het belang van de afwatering of ter aanvulling van uitgeslagen grond nodig oordeelt.

4 - 4 - Artikel 14. Kennisgeving verrichtingen door Rijnland Van het voornemen tot het doen van bepaalde verrichtingen zal Rijnland schriftelijk kennis geven tenminste een maand, voordat met de verrichtingen wordt aangevangen. Artikel 15. Schade aan derden De pachter is onverminderd het gestelde in artikel 11 lid 2 en zijn verplichtingen in wet, provinciale of gemeentelijke verordening gesteld, aangaande het laten loslopen van vee verplicht zorg te dragen, dat noch aan het verkeer over een weg, noch aan de belangen van anderen enige schade wordt toegebracht. Indien deze desalniettemin toegebracht mocht zijn, is pachter verplicht voornoemde schade te vergoeden. Artikel 16. Verzekering 16.1 De pachter is verplicht zich ter zake van het door hem op het gepachte uitgeoefende bedrijf te verzekeren tegen normaal verzekerbare bedrijfsschade waaronder verzekering tegen brand waarvan verzekering ten tijde van deze overeenkomst voor een overeenkomstig bedrijf gebruikelijk is. Hij is verplicht de polissen van deze verzekeringen desgevraagd aan Rijnland te tonen en door overlegging van kwitanties van de laatst betaalde premies van de voortdurende verzekering te doen blijken. Artikel 17. Opstallen De pachter mag zonder schriftelijke machtiging geen opstallen op het gepachte plaatsen. Wanneer met schriftelijke machtiging van Rijnland geplaatste opstallen leiden tot een hogere aanslag in enige belasting, komen de kosten hiervan voor rekening van de pachter. Artikel 18. Erfdienstbaarheden 18.1 De pachter moet de uitoefening van erfdienstbaarheden, welke ten behoeve van de eigendommen van derden op het gepachte zijn gevestigd, dulden. Hij mag van deze erfdienstbaarheden, zonder toestemming van Rijnland, geen verzwaring toestaan of dulden. Indien de pachter in deze in gebreke blijft, is hij tot schadevergoeding gehouden. De pachter zal geen uit- of overwegen toestaan of gedogen. Rijnland daarentegen behoudt zich het recht voor om, zowel ten behoeve van haar eigendommen als ten behoeve van de gronden van derden, op de minst bezwarende wijze het recht van weg over het gepachte te verlenen. Artikel 14b is van overeenkomstige toepassing De pachter is verplicht voor het behoud van de rechten van Rijnland ten aanzien van haar bezit en de aan het gepachte verbonden lusten en rechten te waken en aan Rijnland terstond kennis te geven van iedere inbreuk daarop of gevaar daarvoor De pachter is verplicht alle scheidingstekenen in stand te houden.

5 - 5 - Artikel 19. Toegang tot het verpachte 19.1 De pachter is verplicht toegang tot het verpachte te verlenen aan Rijnland en de beambten van Rijnland, aan de huurders van Rijnlands jacht- of visrecht en, in geval van beëindiging van onderhavige overeenkomst, aan gegadigden voor pacht van het terrein De pachter dient het vervoer van alle materialen, hulpmiddelen enz., welke tot uitvoering en onderhoud van werken van Rijnland benodigd zijn of daarmede in verband staan, over het gepachte toe te laten Bij voorgenomen vervreemding of opnieuw verpachten zal, op de daarvoor door Rijnland aan te wijzen tijden die plaatselijk gebruikelijk zijn pachter medewerking verlenen aan het bezichtigen van het pachtobject en zullen desgevraagd inlichtingen of aanwijzingen door de pachter moeten worden gegeven aan belangstellenden. Artikel 20. Jacht en visserij Rijnland behoudt zich het genot van de jacht en de visserij op het gepachte voor. De pachter verleent toestemming aan Rijnland, het genot van de jacht en de visserij op het gepachte te verhuren en stemt er in toe, dat de eventuele huurder van het genot van de jacht en van de visserij, de jacht en de visserij op het gepachte uitoefent alleen of met gezelschap, of wel door anderen laat uitoefenen. Artikel 21. Onteigening 21.1 Indien een gedeelte van het pachtobject wordt onteigend, zal de pachtprijs evenredig worden verlaagd, onverminderd de wettelijke rechten van de pachter tegenover de onteigenaar Bij onteigening, geheel of gedeeltelijk, is Rijnland aan pachter geen enkele schadevergoeding verschuldigd. Artikel 22. Belastingen 22.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 18 komen de grond-, waterschapsbelasting of andere door een publiekrechtelijk lichaam op het gepachte geheven of nog te heffen zakelijke lasten voor rekening van Rijnland, behoudens de bevoegdheid om ingevolge artikel 7:331 Burgerlijk Wetboek verhoging van de pachtprijs te vorderen Alle andere belastingen met betrekking tot het gepachte komen voor rekening van de pachter. Artikel 23. Kosten Alle kosten verbonden aan het opmaken, wijzigen of aanvullen van de pachtovereenkomst, aan de beoordeling van de pachtovereenkomst door de Grondkamer, alsmede die van de tenuitvoerlegging van de pachtovereenkomst, komen voor rekening van de pachter.

6 - 6 - Artikel 24. Oplevering 24.1 De pachter verbindt zich bij het einde van de pacht het gepachte te ontruimen en in de oorspronkelijke toestand op te leveren De eigendom van gewassen, al dan niet wortelvast, producten, machines, materialen e.d. die na de oplevering nog op of in het pachtobject aanwezig zijn, gaan zonder vergoeding over naar Rijnland, tenzij bedoelde eigendom is overgegaan naar de opvolgende pachter. Artikel 25. Slotbepalingen 25.1 Indien een bepaling uit deze pachtovereenkomst nietig of vernietigbaar is of door welke andere oorzaak dan ook niet kan worden toegepast, behouden de overige bepalingen uit deze pachtovereenkomst onverminderd hun geldigheid. In voorkomend geval zullen partijen onverwijld nadat dit feit aan hen is gebleken schriftelijk ter vervanging van deze bepaling een geldige bepaling overeenkomen die zo veel mogelijk zal beantwoorden aan de strekking van de nietige of vernietigbare of anderszins niet toepasbare bepaling Alle geschillen, welke tussen partijen mochten rijzen met betrekking tot de tussen hen gesloten pachtovereenkomst, worden voor zover de wet dit toelaat, beslist door de bevoegde pachtkamer. Aldus besloten te Leiden, d.d. 18 april 2016 Namens dijkgraaf en hoogheemraden, Voor akkoord mw. drs. G.L. van Mourik hoofd afdeling Ondersteuning & Advies Pachter