Richtantwoorden. Het palet van de psychologie. Jakop Rigter. Stromingen en hun toepassingen in hulpverlening en opvoeding. Vierde, herziene druk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtantwoorden. Het palet van de psychologie. Jakop Rigter. Stromingen en hun toepassingen in hulpverlening en opvoeding. Vierde, herziene druk"

Transcriptie

1 Het palet van de psychologie Stromingen en hun toepassingen in hulpverlening en opvoeding Richtantwoorden Jakop Rigter Vierde, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009

2 1996 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, Eerste druk 1996 Vierde, herziene druk 2008 Uitgeverij Coutinho Postbus AH Bussum info@coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN NUR 770 Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 2/70

3 Richtantwoorden bij de inzichtsvragen 1 Psychologie: een palet vol theorieën 1 Waarom wordt in het mechanistische mensbeeld wel uitgegaan van de stelling het geheel is gelijk aan de som der delen en in het orga nistische mensbeeld niet? In het mechanistische mensbeeld wordt de mens vergeleken met een mechaniek. Een mechaniek kun je uit elkaar halen (demonteren), bestuderen en vervolgens weer in elkaar zetten (monteren). De mechaniek is te beschrijven door alle onderdelen correct te beschrijven. Als je de beschrijvingen van alle onderdelen achter elkaar zet, dan heb je ook de beschrijving van het geheel, de mechaniek. Als je de functies van de onderdelen weet, dan weet je ook hoe het geheel functioneert. Dit mensbeeld impliceert dat de onderdelen altijd hetzelfde blijven, Ze kunnen hooguit slijten of vastlopen. In het organistische mensbeeld wordt uitgegaan van groei en wederzijdse afhankelijkheid en beïnvloeding. Een mens groeit en is permanent in ontwikkeling. Onderdelen veranderen daardoor van vorm en functie en het geheel verandert mee. Kennis van de onderdelen betekent nog niet dat je kennis van het geheel hebt. Het geheel omschrijf je niet als je alle onderdelen beschrijft. Zo kun je proberen om het menselijke gezicht te beschrijven door achtereenvolgens de ogen, oren, rimpels, neus, mond, enzovoorts te beschrijven, maar dan heb je nog niet het geheel te pakken. Het gezicht is meer dan de optelsom van de onderdelen. 2 Wat wordt bedoeld met de zinsnede: de mens is zowel een biologisch organisme als een symbolisch wezen? Wat betekent dit voor de psy chologie en de daarin gebruikte wetenschappelijke methoden? De mens heeft een lichaam, dat biologisch is te beschrijven en te verklaren, maar de mens is ook onderdeel van een cultuur waarin de symboliek van taal en betekenisgeving belangrijk is. Elk gedrag heeft een biologische basis: de biologische constitutie van iemand veroorzaakt of faciliteert gedrag. Zo blijken hormonen een rol te kunnen spelen bij het ontstaan van agressief gedrag. Gedrag vindt echter ook altijd plaats in een culturele context; het wordt van betekenis voorzien. Agressie wordt bijvoorbeeld afgekeurd op een school waardoor ze minder de kans zal krijgen om te ontstaan of te blijven voortbestaan. Maar in oorlogssituaties kunnen bepaalde vormen van agressief gedrag juist een positieve betekenis krijgen. Wil je gedrag begrijpen, dan moet je met beide aspecten rekening houden. In de wetenschappelijke benadering waarin de nadruk op de biologische bepaaldheid van gedrag gelegd wordt, zal vooral de verklarende methode gebruikt worden. In de wetenschappelijke Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 3/70

4 benadering waarin de nadruk op de sociale/culturele bepaaldheid van gedrag wordt gelegd, zal vooral de verstehende en/of hermeneutische methode gebruikt worden. 3 Wat wordt bedoeld met evidence based? In hoofdstuk 1 wordt geschreven dat het ontstaan van een psychologische stroming vaak te maken heeft met een maatschappelijke behoefte. Welke maatschappelijke behoefte speelt mee bij het ontstaan van evidence based benadering? Gebruik bij het beantwoorden van deze vraag niet alleen de tekst uit het boek, maar zoek daarbij ook relevante informatiebronnen die je op Internet vindt door bijvoorbeeld te googlen op de zoektermen evidence based en hulpverlening. Evidence based, ook wel evidence based practice, is een benadering waarbij hulpverleningsmethoden, zoals medicatie, therapie of andere methoden, slechts toegepast worden als er overtuigend bewijs is dat ze effectief zijn en dus het gewenste resultaat hebben. Of een methode bewezen effectief is, wordt vastgesteld met wetenschappelijk onderzoek. Bij een groep cliënten (A) wordt bijvoorbeeld een nieuwe methode toegepast. Een andere groep (B) moet wachten voordat zij behandeld wordt. Als de cliënten uit groep A na enige tijd duidelijk vooruit zijn gegaan en de gewenste resultaten behouden, en dit niet vastgesteld kan worden bij de cliënten uit groep B, dan kan geconcludeerd worden dat de nieuwe methode effectief is. In de praktijk moet een dergelijk bewijs meerdere keren vastgesteld worden bij verschillende groepen cliënten, voordat het predicaat evidence based wordt. Deze benadering heeft alles te maken met wat wel no-nonsense wordt genoemd. Niet zo zeer grote theorieën staan centraal, maar de resultaten tellen. In de praktijk blijkt het lastig om goed onderzoek te doen naar de effectiviteit van een methode. De eis dat behandelingen bewezen effectief behoren te zijn worden steeds vaker gesteld door cliëntenorganisaties, verzekeringen en ministeries. 4 Figuur 1.1 is een weergave van de hiërarchie van mensbeelden. Er wordt aangegeven dat hoe hoger een mensbeeld staat in de hiërar chie, hoe complexer dat mensbeeld is. Wat wordt in dit geval bedoeld met complexiteit? In de tekst wordt beschreven dat men tegenwoordig van mening is dat binnen het brede spectrum van menselijke gedragingen de interpretatiekaders uit alle drie de mensbeelden te gebruiken zijn. Er zijn gedragsvormen die mechanistisch te beschrijven zijn, maar ook gedragsvormen die organistisch of personalistisch te beschrijven zijn. Het personalistische niveau sluit het organistische en mechanistische niveau niet uit, maar voegt daaraan iets toe. In die zin is het personalistische niveau het meest complex. Echter de twee lagere niveaus sluiten wel het (de) niveau(s) boven hen uit. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 4/70

5 Richtantwoorden bij casuïstiek 1 Psychologie: een palet vol theorieën Opdracht Geef verklaringen voor het gevonden verschil in aantal dagen dat de wondheling duurt. Welke factoren spelen daarbij een rol? Vanuit welk(e) mensbeeld(en) kan je het beste naar dit verschijnsel kijken? Onderzoek heeft aangetoond dat (huwelijks)stress terug is te vinden in een aantal biologische (fysiologische) kenmerken van de mensen die de stress ondergaan. Zo blijkt bloed druk stevig te stijgen bij huwelijksproblemen. Deze stijging is niet tijdelijk, maar het duurt vele uren voordat de bloeddruk weer normaal is. Eenzelfde verhoging vindt plaats bij stresshormonen. Als een dergelijke verhoging van langdurige aard is kan dit de gezondheid nadelig beïnvloeden. In dit onderzoek werd aangetoond dat bij mensen uit de conflictgroep de concentratie cytokine rond de blaar lager was dan bij mensen uit de harmoniegroep. Cytokine is een eiwit dat een rol speelt bij immuunreacties en wondheling. Een lagere con centratie cytokine betekent een minder snelle en minder goede wondheling. Wondheling is een proces dat zich afspeelt op biologisch niveau. Uit dit onderzoek blijkt dat de biologische processen niet los staan van de psychische en sociale processen. Huwelijksconflicten zijn sociale processen. Deze processen hebben effect door de manier waarop iemand ze ervaart. Dat is een psychisch proces. Iemand die qua karakter wat nonchalanter is, zal wellicht minder last hebben van huwelijksconflicten dan iemand die qua aanleg meer een tobber is. De onderzoekers omschrijven het proces (stress veroorzaakt een vertraging bij de wondheling) als mechanistisch. A veroorzaakt B. Daar zit zeker wat in. Maar hierbo ven is beschreven, zal het proces beïnvloed worden door de manier waarop iemand er betekenis aan verleent. Anders gezegd, hoe hij de conflicten ervaart. Ook zullen de reacties van de partner van belang zijn. Dit zijn respectievelijk aspecten die te interpreteren zijn vanuit het personalistische en organistische mensbeeld. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 5/70

6 Richtantwoorden bij de inzichtsvragen 2 Psychoanalyse 1 In paragraaf beweert de schrijver dat de psychoanalyse ook kenmerken heeft van een personalistisch mensbeeld. Vooral de interpreterende methode wordt voor deze stel lingname als argument gegeven. In hoofdstuk 1 wordt echter geschreven dat het persona listisch mensbeeld gekenmerkt wordt door het benadrukken van doelgericht handelen. Is dit niet strijdig met de psychoanalyse waar juist het irreële (onbewuste) benadrukt wordt? Motiveer je antwoord. Nee, dit is niet strijdig. In de psychoanalyse wordt benadrukt dat de onbewuste wensen ook gericht zijn op het verwezenlijken van een doel. Dat we vaak geen weet hebben van hun bestaan en wijze van functioneren neemt de doelgerichtheid niet weg. Zoals uit de psychoanalytische theorie van psychische stoornissen blijkt, is de stoornis een gecamoufleerde en aangepaste weergave van een onbewust conflict. De stoornis heeft mede tot doel dat de patiënt geen weet krijgt van onbewuste wensen. 2 Is er een fase bij de psychoseksuele ontwikkeling die Freud het belangrijkste vond of zijn ze allemaal even belangrijk? Motiveer je ant woord. Freud zag het oedipuscomplex (oedipale fase) als een kerncomplex. Volgens Freud en veel van zijn volgelingen is neurotisch gedrag (zoals angst) te herleiden tot ontwikkelingen in deze fase. Vooral de ontwikkeling van het Superego ( geweten ) en de geslachtssocialisatie vindt volgens zijn theorie vooral in de oedipale fase plaats. In latere psychoanalytische theorieën, zoals de objectrelatietheorie, wordt meer aandacht besteed aan de fasen voor het oedipuscomplex. In de huidige psychoanalytische theorie wordt de ontwikkeling in de eerste levensjaren juist benadrukt. Persoonlijkheidsstoornissen zouden mede hun oorsprong hebben in de ervaringen die in deze eerste jaren zijn opgedaan. 3 Veel (ook moderne) psychoanalytici vinden de aanpassingen van Bowlby zo ver gaan dat zij deze theorie niet meer psychoanaly tisch noemen. Aan welk centraal aspect van de psychoanalyse besteedt Bowlby geen aandacht? Ben jij van mening dat de hechtings theorie daarmee geen psychoanalyse meer is? Motiveer je antwoord. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 6/70

7 Bij de hechtingstheorie van Bowlby ontbreekt een theorie over het onbewuste. Ook voor de invloed van fantasieën en wensen heeft hij geen aandacht. De theorie van Bowlby kent wel gelijkenis met de psychoanalyse in het benadrukken van de invloed van de eerste levensjaren. De theorie van Bowlby is vanuit verschillende referentiekaders te begrijpen. Naast de psychoanalyse zijn er ook verklaringen te vinden vanuit de ethologie (aangeboren gedrag); vanuit de leerpsychologie (model-leren verklaart hechtingsprocessen); vanuit de cognitieve psychologie ( hechtingsschema s ) en vanuit de biologische psychologie (neurale circuits die verantwoordelijk zijn voor hechtingsgedrag zouden in de eerste levensjaren ontstaan). Afhankelijk van waar je de nadruk legt, is Bowlby meer of minder psychoanalytisch georiënteerd. 4 Bij zowel het verklaren van het ontstaan van een depressie als van een angststoornis staat in de tekst dat beide stoornissen in het psychoanalytische referentiekader worden opgevat als een symptoom. Leg uit wat men hiermee bedoelt. Het omschrijven van de stoornis als een symptoom wordt in de psychoanalytische theorie gedaan om aan te geven dat de stoornis een gecamoufleerde weergave is van een onderliggend conflict. Het symptoom (de psychische stoornis) dekt als het ware het echte conflict af, omdat deze te bedreigend zou zijn. Zo kan een depressie ontstaan vanwege haatgevoelens naar een van de ouders. Deze gevoelens worden echter niet geaccepteerd: ze zijn te erg. Met de depressie, als vermomd compromis, valt nog wel te leven. 5 In de tekst wordt geschreven dat overdracht niet in alle hulpverle ningssituaties hoeft voor te komen, maar dat tegenoverdracht er in potentie wel altijd kan zijn. Leg uit waarom dit het geval is. Overdracht is afhankelijk van de leeftijd en cognitief functioneren van de patiënt. Bij heel jonge kinderen zou nog geen overdracht plaatsvinden. Hun herinnering is nog niet of onvolledig aanwezig en kan dus ook niet meegenomen worden. Ook kun je je afvragen of overdracht wel een bruikbaar concept is bij verstandelijk gehandicapten die op een laag cognitief niveau functioneren en bij patiënten in een vergevorderd stadium van dementie. Tegenoverdracht is er echter in elke hulpverleningssituatie, omdat het een begrip is dat slaat op de hulpverlener. De hulpverlener neemt altijd zichzelf mee in de hulpverleningsrelatie, dus ook zijn zwakheden en blinde vlekken. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 7/70

8 6 Waarom is er in de residentiële hulpverlening een grote(re) kans op tegenoverdracht? In de residentiële hulpverlening is er een grotere kans op tegenoverdracht, omdat de hulpverlener op meerdere fronten en langdurig (dat wil zeggen: meerdere uren per dag en meerdere dagen per week) te maken heeft met de hulpvrager. De relatie is intensief en waarschijnlijk ook emotierijk. Dat vergemakkelijkt het ontstaan van tegenoverdracht. Tegenwoordig is het risico hierop nog groter, omdat men steeds vaker individueel werkt. De overdracht en daaraan gekoppelde tegenoverdracht kunnen dan minder makkelijk verspreid worden over meerdere hulpverleners. 7 In een psychoanalytische psychotherapie is het van belang dat over dracht besproken wordt en dat de cliënt inzicht verwerft in de wor tels van zijn overdracht. Voordat dit kan plaatsvinden, moet er wel een vertrouwensband zijn ontwikkeld tussen cliënt en therapeut. Overdracht kan echter al vanaf het eerste moment (de eerste thera piesessie) aanwezig zijn. Als dit het geval is dan hanteert de psychoanalytische therapeut wel eens de vol gende vuistregel: in geval van negatieve overdracht (bijvoorbeeld haat of afkeer) moet deze di rect door de the rapeut bespreekbaar gemaakt worden; in geval van positieve overdracht (bijvoorbeeld verliefdheid) moet de therapeut deze (voor l o p ig) laten rusten. Heb je enig idee waarop deze vuistregel gebaseerd kan zijn? De therapeut moet proberen ervoor te zorgen dat de (nog prille) behandelingsrelatie blijft bestaan. Bij negatieve overdracht is er een grote kans dat de cliënt de behandelingsrelatie afwijst en stopt met de therapie. In dat geval moet de (negatieve) overdracht direct besproken worden. Bij positieve overdracht zal de behandelingsrelatie niet onder druk staan. Bespreekbaar maken van de overdracht wordt in dat geval uitgesteld omdat deze duiding juist in het begin van een behandeling de behandelingsrelatie onder druk kan zetten. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 8/70

9 Mening auteur bij de discussievragen 2 Psychoanalyse 3 In de tekst ( Adviezen voor de praktijk p. 92) geeft de schrijver het volgende standpunt: Het bespreekbaar maken van de (tegen)overdracht binnen de hulpverleningsrelatie zelf is mijns inziens alleen maar toe gestaan als de overdracht als hulpverleningsmiddel nagestreefd wordt. Waarom denk je dat de schrijver dit standpunt is toegedaan? Wat is je eigen mening? Op grond van welke argumenten ben je het met de schrijver (on)eens? Mening van de auteur De schrijver is dit standpunt toegedaan, omdat het bespreekbaar maken van (tegen)overdracht een gespecialiseerde methode is. Deze methode wordt vaak helemaal niet nagestreefd in veel hulpverleningsrelaties. Om dit te kunnen toepassen is een gespecialiseerde opleiding (tot psychotherapeut) nodig. Een onjuiste toepassing kan schade berokkenen aan hulpvrager en hulpverlener. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 9/70

10 Richtantwoorden bij casuïstiek 2 Psychoanalyse 1 Lees opnieuw kader 6 (Een sociale fobie: je eigen naam niet durven noemen, p. 81). In dit verhaal is een drietal verdedigingsmechanismen te herkennen en wel: verplaatsing, projectie en vermijding. Lees op nieuw de paragraaf over de verdedigingsmechanismen en probeer daarna dit drietal te vinden in kader 6. De casus van Dhr. P. kan geïnterpreteerd worden met de oedipale theorie van Freud. Tijdens de oedipale fase in zijn ontwikkeling nam P. de plaats in van zijn vader. Deze situatie lokte al op jonge leeftijd angst uit bij P. (angst voor straf van zijn vader). Deze situatie verplaatst P. naar een sociale gebeurtenis die er op het eerste gezicht niets mee te maken heeft: zijn naam noemen in sociale situaties. Zijn naam noemen omdat het dezelfde naam is als die van zijn vader staat echter (volgens deze psychoanalytische interpretatie) symbool voor de oorspronkelijke situatie waarin hij de plaats van zijn vader overnam. De, oorspronkelijk innerlijke, angst wordt door P. buiten zich elf geprojecteerd en wel door bang te worden voor afkeuring van anderen. Vermijding vindt plaats doordat P. situaties ontloopt waarin hij zichzelf moet voorstellen. 2 In de tekst (p. 85) wordt het voorbeeld van Jan gegeven. Zijn vader was bij een auto-ongeluk omgekomen toen hij vijf jaar oud was. In de tekst staat dat het omkomen van de vader door Jan beleefd kan zijn als de vervulling van zijn (onbewuste) oedipale agressieve wensen. Leg uit waarom de therapeute tot deze interpretatie komt. Jan is vijf jaar oud als zijn vader bij een auto-ongeluk om het leven komt. Op vijfjarige leeftijd speelt volgens Freud het oedipale conflict. Dit conflict brengt met zich mee dat een zoontje zijn moeder als liefdesobject kiest en zijn vader als rivaal. Daarbij kunnen (onbewuste) haatgevoelens en agressie ontstaan naar de vader toe. Nu de vader van Jan daadwerkelijk gestorven is, zijn de (onbewuste) wensen van Jan werkelijkheid geworden. 3 De zesentwintigjarige vrouwelijke borderlinepatiënt (zie glossarium) mevrouw Goethals, studente rechten, werd op instigatie van haar psychiater dr. Hoekstra opge nomen in een ziekenhuis. Mevrouw Goethals verkeerde in een suïcidale cri sis. Tien dagen na haar opname, terwijl Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 10/70

11 ze nog steeds suïcidaal was, benaderde dr. Hoekstra de heer Inkelaar, de hoofdverpleegkundige van de afde ling. Dr. Hoekstra vertelde dat hij mevrouw Goethals naar de plaatselijke univer siteit wilde rijden zodat ze zich kon inschrijven voor het nieuwe se mester. De heer Inkelaar antwoordde dat de afdelingsregel was dat suïcida le patiënten uit voorzorg de afdeling niet mochten verlaten. Hij stel de voor dat dr. Hoekstra een stafvergadering van de afdeling kon bijwonen om de verdere begeleiding van de patiënte te bespreken. Toen de heer Inkelaar aan mevrouw Goethals uitlegde dat ze op de afdeling moest blijven, werd ze razend op de heer Inkelaar. Ze beschuldigde hem van tiran nie en zei dat hij geen oog had voor de individuele behoeften van patiën ten. Ze vergeleek hem met dr. Hoekstra, die ze idealiseerde door te zeggen dat van alle mensen die haar behandelden, hij de enige was die haar begreep. Op de daaropvolgende stafvergadering ontstond er een felle discussie tussen dr. Hoekstra en de heer Inkelaar die de mening van de staf vertolkte. Mid den in dit uit de hand gelopen conflict zei de heer Inkelaar tegen dr. Hoekstra dat de laatste bekend stond om zijn minachting voor ziekenhuisregels en om het voortrekken van zijn patiënten. Dr. Hoekstra repliceerde de beschuldiging door te stellen dat van alle verpleegkundigen in het zie kenhuis de heer Inkelaar bekend stond als de meest rigide en harteloze (Gabbard, 1994: p. 167, bewerking J.R.). Opdracht Probeer aan de hand van de theorie uit 2.5 te verklaren wat hier aan de hand is. Stel dat je zelf op de stafvergadering (als personeelslid) aanwezig bent. Wat zou je doen? Motiveer je antwoord. Verklaring: Deze casus wordt door Gabbard een schoolvoorbeeld van splitsing genoemd. Er staan twee behandelaars tegenover elkaar. De ene, Dr. Hoekstra, benadrukt vooral het belang van de individuele patiënte, en de ander, Dhr. Inkelaar, benadrukt vooral de groepsregels. De patiënte idealiseert haar persoonlijk begeleider en geeft af op het personeel van het ziekenhuis, vertegenwoordigd door Dhr. Inkelaar. Overwegingen: Op zich is het de bedoeling dat een student zelf motiveert wat zijn keuze is. In de discussie kunnen echter de volgende aspecten benadrukt worden: splitsing is een onbewust proces. Patiënten passen het toe om te overleven. Vooral bij mensen met borderline is een bekende fout dat het personeel snel de patiënt zelf verantwoordelijk stelt voor zijn gedrag; scholing is een belangrijk instrument om te leren omgaan met splitsingsfenomenen; intensieve gevoelens van personeel voor patiënten moeten niet verboden worden, maar vormen materiaal voor bijvoorbeeld besprekingen en supervisie. 4 De heer Offerhaus, een zevenentwintigjarige beambte, kwam bij een psy chiater met klachten over paniekaanvallen (extreme angst met veel lichamelijke verschijnselen J.R.). Elke keer als hij de stad (zijn woon plaats) wilde verlaten, kwamen de aanvallen. In eerste instantie was de heer Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 11/70

12 Offerhaus niet in staat om de aanvallen met een of andere psychische inhoud te verbinden. Ze waren raadselachtig. De psychiater lukte het toch om een aantal belangrijke factoren te ontdekken die wellicht bijdroegen aan de stoornis. De heer Offerhaus had net een nieuw huis gekocht en zijn vrouw was zwan ger van hun eerste kind. Toen de psychiater doorvroeg naar de toege nomen verantwoordelijkheid bij deze ontwikkelingen, antwoordde de patiënt dat hij zich eerder zeven jaar oud dan zevenentwintig jaar oud voelde. Hij vervolgde met te zeggen dat hij er niet zeker van was of hij zijn verantwoordelijkheid als echtgenoot, vader en hypotheek drager wel kon inlossen. De psychiater vroeg de heer Offerhaus de omstandigheden waarin hij pa niekaanvallen kreeg gedetailleerder te beschrijven. Offerhaus antwoordde dat het altijd gebeurde als hij de stad uit wilde. Toen de psychiater naar de reden van zijn reisjes vroeg, antwoordde Offerhaus dat hij dan met zijn vader op jacht ging. Op de vraag of er ooit iets onplezierigs was voorgevallen antwoordde Offerhaus dat hij tweemaal (tijdens verschillende gelegenheden) zijn vader per ongeluk had aangeschoten, maar dat zijn vader gelukkig elke keer slechts lichtgewond was geraakt (Gabbard, 1994: p. 261, bewerking J.R.). Opdracht Leg uit wat kenmerkend is aan het handelen van de therapeut. Wat doet hij? Als je de psychoanalytische bril opzet, hoe denk je dat deze casus zal vervolgen? Heb je enig idee waar de paniekaanvallen mee te maken kunnen hebben? Motiveer je mening. Wat is je mening om op deze manier naar dit gedrag te kijken, trekt het je aan of juist niet? Motiveer je mening. en Kenmerkend aan het handelen van de therapeut: De therapeut vraagt door naar de gebeurtenissen die eventueel helderheid kunnen verschaffen over de gevoelens van Dhr. Offerhaus. Zijn leidraad daarbij is dat aan de paniekaanvallen een psychisch conflict ten grondslag ligt. Psychoanalytische bril: Kenmerkend in het verhaal is een eventueel vader-zoonconflict. De vader wordt per ongeluk aangeschoten, wat eventueel kan wijzen op onbewuste agressieve en rivaliserende gevoelens van de zoon tegen zijn vader. Dit heeft te maken met het oedipale conflict. Deze gevoelens worden manifester wanneer de zoon zelf in een positie komt waarin hij een vaderrol moet gaan vervullen. De paniekaanvallen vermommen het ware innerlijke conflict. Literatuur Gabbard, G.O. (1994). Psychodynamic Psychiatry in Clinical Practice. The DSM-IV edition. Washington: American Psychiatric Press. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 12/70

13 Richtantwoorden bij de inzichtsvragen 3 Behaviorisme 1 Geef gemotiveerd aan waarom het behaviorisme gebaseerd is op een mechanistische visie op de mens. Er zijn drie argumenten te noemen waarom het behaviorisme een mechanistische visie impliceert. a In het behaviorisme wordt reductie (inperking) toegepast: het gedrag wordt in kleine stukjes geknipt. Reizen met het openbaar vervoer naar een dagverblijf wordt bijvoorbeeld: 1 Om 8.15 uur loop ik naar de tramhalte. 2 Om 8.20 uur kom ik op de tramhalte aan. 3 Om 8.22 uur arriveert de tram van lijn 11, waar ik instap. 4 Bij de vijfde halte stap ik uit. 5 Enzovoorts. Zowel het ontstaan als blijven bestaan van stukjes gedrag worden met het lineaire causaliteitsmodel (S-R-C-model) verklaard. Bij het reizen met het openbaar vervoer is de aankomst op de juiste plek bijvoorbeeld een beloning, omdat iemand anders een enthousiaste reactie geeft als de bewuste persoon arriveert. Elke tussenstap op weg naar dit einddoel kan ervaren worden als een stap op de goede weg (figuurlijk en letterlijk) en daardoor een beloning. b In het behaviorisme wordt verondersteld dat de som van de kleine stukjes gedrag gelijk staat aan het grote geheel van het gedrag. Als je de onderdelen kent, dan ken je het geheel. Reizen met het openbaar vervoer is de optelsom van alle tussenstapjes. c Aan een organisme worden geen innerlijke kwaliteiten zoals motivatie toegedicht. Het organisme wordt als een mechaniek opgevat en niet als iets wat constant in ontwikkeling is. De mechaniek (= een persoon) werkt door de beloning en niet omdat hij heel graag (= innerlijke drive) naar een dagverblijf toe wil gaan. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 13/70

14 2 Is het behaviorisme goed met de algemene systeemtheorie te combineren? Motiveer je antwoord. Het klassieke behaviorisme is niet goed met de algemene systeemtheorie te combineren. Aan een belangrijk uitgangspunt van de AST, namelijk dat er verschillende niveaus in de werkelijkheid bestaan en dat deze niveaus elkaar wederzijds beïnvloeden, wordt vrijwel geen aandacht besteed. Als we het biopsychosociale model als uitgangspunt nemen, dan wordt er vrijwel alleen maar aandacht besteed aan het psychische niveau. En ook op dat niveau is er al een inperking: het psychische niveau wordt uitsluitend als gedrag opgevat. In moderne varianten wordt wel getracht om de leerpsychologie te integreren in de AST. De theorie van Skinner (waarin meer aandacht wordt besteed aan de invloed van de omgeving) wordt dan belangrijker. In de moderne leerpsychologie gaat men wel uit van verschil in aanleg tussen mensen waardoor zij anders leren. Op het psychische niveau wordt naast gedrag ook aandacht besteed aan cognities en emoties en op het sociale niveau is er aandacht voor de invloed van de (leer)omgeving. 3 Een hulpverlener wordt door ouders om advies gevraagd over het lastige eetgedrag van een van de kinderen. Zij vertellen dat dit kind s avonds bij de warme maaltijd zijn bordje niet leeg eet, ondanks dat ze aangeven hem telkens daarvoor te straffen. Ondanks de straf blijft het gedrag bordje niet leeg eten in hoge frequentie bestaan. Stel dat jij de hulpverlener bent die om advies wordt gevraagd, welke mogelijke hypothesen voor de verklaring van het gedrag van het kind kun je geven als je vanuit het operant conditioneringsmodel naar dit gedrag kijkt? Als gedrag in hoge frequentie bestaat dan hanteert men in het operant conditioneringsmodel de vuistregel dat dit gedrag een prettige consequentie voor de persoon oplevert. Dus ook in dit geval moet je er vanuit gaan dat deze eetsituatie iets prettigs oplevert voor het kind. In dit geval zou je informatie moeten inwinnen over de gegeven straf. We weten immers dat wat opvoeders als een straf zien, door een kind niet altijd als straf ervaren wordt. Er zijn minimaal twee mogelijkheden. a Het kind krijgt normaal te weinig aandacht van de ouders en heeft geleerd deze aandacht wel te verwerven door op een moment waarop één of beide ouders aanwezig zijn het bordje niet leeg te eten. De ouders hebben de bedoeling om een (positieve) straf te geven (bijvoorbeeld een verbale straf zoals Foei Robert, ik vind dit niet leuk of Zit je nu al weer te klieren of Zo word je nooit een groot kind ). Voor het kind wordt echter door dit gedrag een situatie van geen of te weinig Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 14/70

15 aandacht vervangen door een situatie van aandacht. Dit kan een vorm van (negatieve) beloning zijn. b Anderzijds kan het zijn dat het kind het eten echt niet lekker vindt. Aan tafel zitten met zijn ouders waarbij hij vies eten moet verorberen wordt ervaren als een (positieve) straf. Als hij het door zijn gedrag voor elkaar kan krijgen dat hij niet hoeft te eten, omdat hij bijvoorbeeld van tafel wordt gestuurd (de ouders zijn de strijd beu), dan verwerft het kind een (negatieve) beloning. In dat geval is niet eten voor het kind prettiger dan wel eten. Wellicht kan hij ook nog gaan spelen of tv-kijken wat een extra (positieve) beloning oplevert. 4 In reclamecampagnes van de overheid en milieubewegingen wordt gewezen op de nadelen van het (toenemende) autoverkeer. Zo worden dichtslibbende wegen en luchtvervuiling genoemd. Deze reclamecampagnes lijken hoegenaamd geen invloed op de automobilisten te hebben. Het autoverkeer neemt nog steeds toe. Hoe kun je dit verschijnsel vanuit het operant conditioneringsmodel verklaren? Vanuit het operant conditioneringsmodel zal er op gewezen worden dat de negatieve consequenties ( straf ) die in de reclamecampagnes voorgespiegeld worden, zoals de luchtvervuiling, niet direct plaats vinden of niet direct effect hebben, maar pas op langere termijn. Uit dit model weten we dat directe consequenties op het gedrag nodig zijn, wil iemand een relatie leggen tussen zijn eigen gedrag en de gevolgen ervan. De automobilist verbindt zijn gedrag niet met (negatieve) effecten die nog in de toekomst moeten plaatsvinden. Een tweede aspect waar iemand op zal wijzen die redeneert vanuit dit model is de vergelijking met het alternatieve gedrag. Welke effecten levert dat op? Het alternatieve gedrag in dit geval is bijna altijd reizen met het openbaar vervoer. Ook dat levert (direct) consequenties op, zoals veel (niet uitgekozen) medereizigers, lange wachttijden vanwege slechte verbindingen, enzovoorts. Veel automobilisten ervaren het rijden in de auto, met alle consequenties van dien (files!), nog steeds prettiger (positiever) als het alternatief van het openbaar vervoer. De Nederlandse psycholoog Piet Vroon stelde al in de jaren tachtig van de vorige eeuw dat redenerend vanuit het operant conditioneringsmodel je er voor moet zorgen dat de automobilisten direct de negatieve effecten van hun gedrag ervaren. Dit is te bereiken door minder onderhoud te plegen aan de wegen (waardoor het minder prettig rijden wordt) en ook geen nieuwe wegen meer aan te leggen (waardoor de doorgebrachte tijd in de files toe zal nemen). Daarnaast moet je er ook voor zorgen dat het alternatief prettiger wordt. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 15/70

16 5 Waarom is kennis hebben van het model-leren zo belangrijk voor de (aanstaande) hulpverlener en professionele opvoeder? Elke doorgewinterde hulpverlener of professionele opvoeder kan vertellen dat als je iemand iets wilt leren, het niet alleen belangrijk is wat je vertelt en hoe je beloont, maar ook wat je zelf doet. Een ouder die zijn kind wil stimuleren spruitjes te eten, omdat hij gelezen heeft dat dit zo gezond is, zal geen succes boeken als hij geen goed voorbeeld geeft. Hetzelfde zal een hulpverlener overkomen als hij iemand wil stimuleren te stoppen met blowen, terwijl hij zelf laat zien dat hij (nicotine)verslaafd is. Of een docent van een sociaal agogische opleiding die zijn studenten probeert te leren positieve feedback te geven, maar zelf bij het becommentariëren van de toetsen alleen negatieve feedback geeft. Analyseren van mislukte interventies bij hulpverleners of opvoeders laat vaak zien dat een verkeerd voorbeeld hierbij een rol gespeeld kan hebben. Zoals de leerkracht die probeerde zijn (basisschool)leerlingen acceptatie en respect bij te brengen, maar door een leerling betrapt werd op niet respectvol gedrag tegen een caissière van een warenhuis. Het meest voor de hand liggende advies is dat een hulpverlener of opvoeder zich niet laat verrassen door zijn eigen (verkeerde) voorbeeldgedrag, maar het juiste gedrag direct inzet als voorbeeld ter navolging. Dat wordt bedoeld met voor-leven. 6 Hulpverleners of opvoeders die het problematische gedrag van hun pupil of kind negeren, kunnen van een koude kermis thuis komen. Wat kan er mis gaan? Het idee achter het negeren van gedrag is dat bij het uitblijven van (positieve) consequenties op gedrag, het gedrag zal uitdoven (extinctie). In de praktijk zal het echter vaak voorkomen dat negeren van gedrag tot gevolg heeft dat de persoon wiens gedrag genegeerd wordt, zijn gedrag zal verhevigen. Dat kan zowel in frequentie als in uitingsvorm. Als iemand van plan is om gedrag van anderen te negeren, dan zal hij niet alleen moeten weten of hij in staat is het probleemgedrag te negeren, maar vooral of hij in staat is de toename van probleemgedrag te negeren. Dat geldt natuurlijk ook voor zijn collega s of partner als die met hetzelfde gedrag geconfronteerd worden. Als het niet lukt om het toegenomen probleemgedrag te negeren, dan moet iemand er niet aan beginnen. Het risico is namelijk groot dat het probleemgedrag toeneemt en verergert. Het kind of de pupil heeft geleerd dat volhouden lonend is en hij of zij zal bij elke toekomstige nieuwe poging van negeren, zich vol in de strijd werpen door het probleemgedrag te vergroten. Negeren van ongewenst gedrag heeft meer kans op succes als het gepaard gaat met het belonen van gewenst gedrag. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 16/70

17 7 In de tekst (paragraaf Exposuretechnieken) staat: Gedragstherapeuten worden regelmatig geraadpleegd voor het behandelen van angstproblemen. Vaak hebben mensen zichzelf geleerd om hun angst te beteugelen door vermijding van de angstverwekkende situatie. De genoemde gedragstherapeuten stellen dat vermijding vaak de kern van een angstprobleem is. Waarom zou dit zo zijn? Probeer dit uit te leggen aan de hand van de theorie uit hoofdstuk 3 en gebruik daarbij vooral paragraaf Angststoornissen. Vermijding is de kern van een angstprobleem omdat de angstige persoon zichzelf geleerd heeft dat als hij de situatie of het object waarvoor hij bang is mijdt, hij minder angst heeft. Stel dat een kind enorm angstig is voor en tandartsbezoek. Al vele nachten van tevoren slaapt hij slecht en heeft hij nachtmerries. Als ouders toegeven aan de angst van hun kind door bijvoorbeeld te zeggen dat het bezoek wordt uitgesteld, dan is dat enorm belonend voor het kind. Hij zal een zucht van verlichting slaken. De angst voor het bezoek (anticipatieangst) verdwijnt, omdat de confrontatie met de tandarts gemeden wordt. Dit is een zeer sterke (negatieve) beloning. Bij elk volgend dreigend bezoek zal het kind hetzelfde probleemgedrag tonen: angst die gepaard gaat met slecht slapen. Confrontatie met de angstverwekkende situatie en laten merken dat er niets engs gaat gebeuren is de essentie van de exposuretechniek. In dit concrete geval is dat een lastige opgave, omdat het bezoek bij een tandarts gepaard kan gaan met pijnsensaties als de tandarts zijn taak uitvoert. Er zijn tegenwoordig speciaal opgeleide tandartsen die gespecialiseerd zijn in het behandelen en onderhouden van het gebit bij (extreem) angstige kinderen. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 17/70

18 Richtantwoorden bij casuïstiek 3 Behaviorisme 1 Zelfregistratie en nullijn Opdracht Kies een vorm van je eigen gedrag waarvan je zou willen dat het afneemt (negatief gedrag) of toeneemt (positief gedrag). Het moet gedrag zijn waarvan je wilt dat de hoeveelheid verandert. Je kunt hierbij denken aan vormen van negatief gedrag: roken, blowen, alcohol drinken, huiswerk uitstellen, op tijd je bed uitkomen, of aan vormen van positief gedrag: sporten, afvallen, huiswerk maken enzovoorts. Het is belangrijk dat je iets kiest waarvan jij zelf vindt dat het moet veranderen. Maak een nullijn van dit gedrag. Dit betekent dat je van het gedrag de frequentie (hoe vaak per dag), de tijdsduur (hoeveel minuten of uren van een dag ben je ermee bezig) en de intensiteit vaststelt (dit laatste kan wat lastiger zijn, maar bij sporten kun je bijvoorbeeld denken aan de inspanning; bij huiswerk maken aan de mate van begrip; bij alcohol drinken de sterkte van de drank). Vraag je ook af welke periode een betrouwbare maat oplevert. Reken je de nullijn uit voor een dag? Of is het beter om het gemiddelde van een week te berekenen? (Bijvoorbeeld bij sporten en huiswerk). Na het vaststellen van de nullijn bedenk je een interventie. Bijvoorbeeld samen met een vriend(in) gaan sporten of huiswerk maken. Jezelf een beloning geven als je je hebt gehouden aan een voornemen enzovoorts. Registreer de frequentie, tijdsduur en intensiteit van je gedrag na de interventie. Doe dat gedurende enige dagen of weken. In ieder geval zo lang als nodig is om het eventuele resultaat te bemerken. Tip: De ervaring leert dat het registreren van bepaald gedrag aan het einde van de dag een onbetrouwbare methode is. Schaf een boekje of schriftje aan en noteer direct als het gedrag plaatsvindt. Later kun je dit eventueel op de computer in een spreadsheet verwerken. Bespreek je ervaringen met medestudenten en/of met de docent. Bespreek zowel de eventuele ingewikkeldheden bij het maken van een nullijn, als de effecten hiervan op je eigen gedrag. Geen commentaar. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 18/70

19 2 Beloningsschema Opdracht Uit het gesprek met de ouders blijkt dat zij erg gemotiveerd zijn te leren adequater met het gedrag van Roger om te gaan en blijkt dat zijn gedrag vooralsnog hanteerbaar lijkt. Je stelt voor om te werken met een beloningssysteem. Ontwerp de uitgangspunten van zo n beloningssysteem. Waarmee moet allemaal rekening gehouden worden? Wat wil je aan de ouders voorstellen om mee te beginnen? Wat wil je allemaal van hen en/of Roger weten? Welke afspraken moeten gemaakt worden? Enzovoorts. In je antwoord op deze casus moet met een aantal aspecten rekening gehouden worden. De kinderen worden door twee ouders op verschillende plekken opgevoed. Voordat de ouders met een beloningssysteem beginnen, moet met hen worden afgesproken dat zo n systeem alleen zinvol is als zij zich er beiden aan houden. Roger vertoont verschillende vormen van probleemgedrag. Het is waarschijnlijk teveel om alles tegelijkertijd aan te pakken. Er bestaat dan een reële kans dat het niet lukt het gedrag van Roger te verbeteren. Dit kan heel demotiverend werken en de situatie verergeren. Met de ouders kan besproken worden welk gedrag zij het meest storend vinden. Dit gedrag kan als eerste worden aangepakt. Het kan voor zowel Roger als voor de ouders heel motiverend zijn als dit dan ook lukt. Er kan ook gekeken worden of er een gemeenschappelijk aspect te vinden is in de probleemgedragingen. De ouders direct gehoorzamen is zo n gemeenschappelijk aspect. Je kunt er ook voor kiezen om met dit aspect te starten en te kijken of dit een gewenste uitwerking heeft op het andere probleemgedrag. Een andere mogelijke aanpak kan zijn om een hiërarchie aan te brengen in het probleemgedrag en gewenste gedrag. Dat wat het hoogst op het lijstje staat, levert de meeste tokens op. Voor luisteren naar de aanwijzingen van de ouders op straat krijgt Roger bijvoorbeeld drie tokens en voor zonder morren de tv uitdoen als hij naar bed moet ontvangt hij één token. Voor het maken van het beloningssysteem moet zowel met Roger als met de ouders afgesproken worden welke gedragingen gewenst zijn en welke niet getolereerd worden. Roger moet duidelijk worden gemaakt wat het hem oplevert als hij zich houdt aan de gewenste gedragingen. Vaak is het lastig om een goede afspraak te maken over hoe men omgaat met het volharden van negatief gedrag. Er kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat het kind een aantal verdiende tokens weer moet inleveren. Maar besef dat negatief gedrag ook geformuleerd kan worden in gewenst gedrag. In plaats van het inleveren van tokens omdat Roger niet luistert, kun je ook alles zetten op het belonen met tokens als hij wel luistert. Belonen van positief gedrag levert vaak meer op dan het bestraffen van negatief gedrag. Er moet gekozen worden wat voor soort tokens Roger kan verdienen en hoe hij kan zien hoeveel tokens hij al gespaard heeft. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een duidelijk zichtbaar schema op een vaste plek. Dit is in dit geval ietwat complex omdat dit schema met Roger moet meeverhuizen als hij van de ene ouder naar de andere ouder gaat. Met Roger en de ouders moet Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 19/70

20 afgesproken worden wat en hoeveel Roger kan verdienen met het gewenste gedrag. En hoeveel tokens er nodig zijn voor de echte beloning. Wat die echte beloning is, moet ook worden afgesproken. Daarbij moet je er rekening mee houden dat Roger uiteindelijk bepaalt wat voor hem als beloning geldt. De ouders moeten bepalen of het allemaal realiseerbaar is. Voor meer tips over het toepassen van het tokensysteem: Cladder J.M., Nijhoff-Huysse M. & G. Mulder, (1998). Gedragstherapie met kinderen en jeugdigen Lisse: Swets & Zeitlinger. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 20/70

21 3 Selectief mutisme Opdracht Bij de overgang naar een nieuwe groep krijgt Anny een nieuwe leerkracht, Victoria, die nieuw is op de basisschool. Victoria verbaast zich over de gegroeide situatie en stelt dit aan de orde in het overleg met haar collega s. Besloten wordt om advies aan een deskundige te vragen. Stel dat jij die deskundige bent, wat zou je de school adviseren? Wat zou je aanpak zijn? Motiveer je voornemens met de theorie uit hoofdstuk 3. In je antwoord moeten de volgende onderdelen zijn verwerkt: a Voor elke aanpak geldt als voorwaarde dat aan de leerkrachten (en later wellicht ook aan de ouders) uitgelegd wordt waarom Anny dit gedrag vertoont en vooral waarom ze hierin volhardt. Wat betreft het eerste moet je iets weten over de stoornis zelf. Je kunt uitleg geven over angst en verlegenheid. Voor het tweede (waarom volhardt Anny in haar gedrag?) kun je goed gebruikmaken van de theorie uit hoofdstuk 3. Anny krijgt privileges van het personeel. Van elke leerling wordt verwacht dat ze spreken. Anny heeft hierop echter een uitzonderingspositie. Ze hoeft niet te spreken en toch wordt er gereageerd op haar non-verbale signalen. Dus als ze iets wenst, krijgt ze toch de door haar gewenste reactie. Dit is zowel een negatieve beloning (het voorkomt dat ze angstig wordt) en een positieve beloning (ze krijgt reacties op haar signalen). Bij je uitleg aan de leerkrachten is belangrijk om te benadrukken dat zij een essentiële rol spelen bij het in stand houden van het gedrag. b Om Anny ook aan het praten te krijgen in voor haar beangstigende situaties, zijn twee interventies nodig. Allereerst moeten de leerkrachten al haar non-verbale communicatie negeren. Hierin moeten ze zeer strikt zijn. Ze mogen geen enkele reactie meer geven wanneer Anny wijst of aan een jasje trekt. Op school moeten alle leerkrachten deze interventie uitvoeren. Ten tweede moet het gewenste gedrag bevorderd en bevestigd worden. Dit betekent dat wanneer Anny een geluid produceert dat wellicht een eerste aanzet is tot praten, dit uitvoerig sociaal beloond wordt. Dus als Anny een keer heel zachtjes fluistert moet dit direct aandacht krijgen van een leerkracht en moet Anny daarvoor worden gecomplimenteerd. c De interventie staat of valt met de bereidheid van de leerkrachten (en ook van de ouders) om dit lang vol te houden. Anny zal waarschijnlijk reageren met intensivering van haar non-verbale gedrag en/of met protesten om naar school te gaan. Het registreren van de kleine stapjes richting het gewenste doel kan daarom erg belangrijk zijn om de motivatie van de docenten en ouders hoog te houden. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 21/70

22 4 Gedragsanalyse Opdracht a Maak een gedragsanalyse van bovenstaande casus zet het gedrag van bewoner Piet in een S-R-Cschema. Wat voor stimuli lokken zijn gedrag uit? Wat is het gedrag en welke consequenties volgen erop? Geef bij de consequenties aan wat voor een soort het volgens jou is (bijvoorbeeld positieve beloning, negatieve straf et cetera). Het handigste bij een gedragsanalyse is het starten met de omschrijving van het gedrag, dus met de R. Maak ook een gedragsanalyse van het verplegend personeel in bovenstaande casus. Je maakt dus uiteindelijk een analyse van het ritssluitingseffect. a Gewoon doen van de bewoner Sd (discriminatieve stimulus) Respons Consequentie Verschillend. Gewoon doen. Geen aandacht van de groepsleiding. De bewoner ervaart dit als (positieve) straf. Probleemgedrag van de bewoner Sd (discriminatieve stimulus) Respons Consequentie Verschillend. Onder andere eisen stellen door de groepsleiding; (blinde) medebewoners die aan tafel zitten. Hoogstwaarschijnlijk is gemeenschappelijk: groepsleiding is in de buurt. Verschillend. In ieder geval gedrag dat de aandacht trekt. Onder andere heftig protest; ruzie zoeken met (blinde) medebewoners en met hoofd tegen ramen bonken. Intensieve aandacht wordt door de groepsleiding geschonken. Deze aandacht vervangt de grote perioden van geen aandacht. Daarom is het een vorm van negatieve beloning. Groepsleiding (ritssluitingseffect) Sd (discriminatieve stimulus) Respons Consequentie Extreem gedrag van Piet. Toesnellen en intensieve aandacht geven. Het extreme gedrag van Piet houdt op en de rust keert terug. Dit is een negatieve beloning voor de groepsleiding. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 22/70

23 Opdracht b De casus van Piet is een casus uit de verstandelijk gehandicaptenzorg. In principe kun je van elk (probleem)gedrag een gedragsanalyse maken. Neem een voorbeeld van (probleem)gedrag uit werk, stage of dagelijks leven dat je onlangs hebt meegemaakt. Beschrijf dit gedrag zo duidelijk en concreet mogelijk en probeer er vervolgens een gedragsanalyse bij te maken. Bespreek de analyse met medestudenten en vraag hen commentaar. b Geen commentaar. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 23/70

24 Richtantwoorden bij de inzichtsvragen 4 Humanistische psychologie 1 Waarom gaat de humanistische psychologie uit van de subjectieve ervaringen van een uniek persoon? Het uitgangspunt van de humanistische psychologie is dat elk mens enig en uniek is. Wat iemand uniek maakt, zijn onder andere zijn subjectieve ervaringen. Elk mens heeft een levensgeschiedenis die uniek is, daarbij zal hij zijn ervaringen op een eigen wijze interpreteren en beleven. Eigen ervaringen en de betekenisverlening daaraan worden gezien als startpunt bij het begrijpen van iemands gedrag. Niet hetgene waarin mensen overeenkomen, maar juist waarin zij verschillen van elkaar, wordt in de humanistische psychologie voorop gesteld. 2 Leg in eigen woorden uit waarom de humanistische psychologie vooral gebruikmaakt van het personalistische mensbeeld. In het personalistisch mensbeeld wordt niet alleen de interactie met de omgeving centraal gesteld, maar ook dat een persoon zelf vorm geeft aan zijn leven. Daarnaast geldt het standpunt dat de mens niet alleen beïnvloed wordt door de cultuur, maar deze cultuur ook zelf schept. Het uitgangspunt van de humanistische psychologie (dat de mens zelf verantwoordelijk is voor zijn gedrag en dat hij gemotiveerd is om zichzelf te realiseren ) past uitstekend binnen de uitgangspunten van het personalistisch mensbeeld. 3 Waarom zijn de uitgangspunten van de humanistische psychologie goed te combineren met de algemene systeemtheorie, terwijl er toch weinig aandacht is voor de biologische en sociale invloeden op ge drag in deze laatstgenoemde theorie? Het is inderdaad zo dat de verschillende lagen in de werkelijkheid die in het biopsychosociale model zitten besloten, in de humanistische psychologie vrijwel niet benadrukt worden. Het psychische niveau (de persoon) wordt centraal gesteld. Maar de manier waarop in de humanistische psychologie de persoon begrepen wordt, komt wel duidelijk overeen met de uitgangspunten van de algemene systeemtheorie. Er zijn twee opvallende overeenkomsten: ten eerste de mens opvatten als één geheel, als een totaliteit en ten tweede hem plaatsten in het hier en nu. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 24/70

25 4 De humanistische psychologie is goed te combineren met de uitgangspunten van de algemene systeemtheorie, maar toch kan ook Rogers verweten worden dat hij de werkelijkheid reduceert. Hoe luidt dit verwijt? Rogers had een zeer optimistisch mensbeeld. Hij kende grote invloed toe aan de motivatie van een persoon. In feite is dit een zeer Amerikaanse gedachte en komt overeen met het gevleugelde principe dat iedereen van krantenjongen uit kan groeien tot miljonair. De invloed van de sociale omgeving (zowel faciliterend als remmend op gedrags- en persoonsontwikkeling) werd door Rogers vrijwel geheel genegeerd. In die zin reduceerde hij de werkelijkheid. Bovendien had hij vrijwel geen aandacht voor het gegeven dat bijna al ons gedrag in meer of mindere mate erfelijk is voorbereid. 5 Waarom wordt echtheid van de hulpverlener als de belangrijkste van de drie grondhoudingen gezien? Bij echtheid wordt onderscheid gemaakt tussen congruentie en transparantie. Vooral congruentie (jezelf kennen) wordt als de belangrijkste grondhouding gezien. Jezelf kennen bepaalt immers tot hoe ver je iemand onvoorwaardelijk kunt accepteren en empathisch inleven. Echtheid of congruentie betekent vooral mens-zijn en niet het toepassen van trucjes of techniekjes, wordt in het boek op pagina 154 benadrukt. 6 Waarom is er in de humanistische psychologie traditioneel weinig aandacht voor (het ontstaan van) psychische stoornissen? In de humanistische psychologie wordt het unieke van een persoon benadrukt. Bij het verklaren van psychische stoornissen vervalt men volgens de humanistische psychologie al snel in categorieën of etiketten zoals depressief of angstig. Het unieke van een persoon dreigt daarmee op de achtergrond te raken. In de humanistische psychologie wordt dit opgelost door de unieke persoon met zijn specifieke problemen op de voorgrond te plaatsen, zonder daarbij te vervallen in veralgemeniseringen. Richtantwoorden bij Het palet van de psychologie 25/70

Outreachend werken. Handboek voor werkers in de eerste lijn. Opdrachten bij methodiek. Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan

Outreachend werken. Handboek voor werkers in de eerste lijn. Opdrachten bij methodiek. Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan Outreachend werken Handboek voor werkers in de eerste lijn Opdrachten bij methodiek Lia van Doorn Yvonne van Etten Mirjam Gademan uitgeverij c o u t i n h o c bussum 2008 Deze opdrachten horen bij Outreachend

Nadere informatie

3 Behaviorisme. 1 Zelfregistratie en nullijn. Casuïstiek

3 Behaviorisme. 1 Zelfregistratie en nullijn. Casuïstiek Casuïstiek 3 Behaviorisme 1 Zelfregistratie en nullijn Inleiding In hoofdstuk 3 staat bij de praktische toepassingen ( 3.5.2) beschreven dat zelfregistratie een belangrijke en invloedrijke interventie

Nadere informatie

Extra les: Verzekeringen

Extra les: Verzekeringen Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Verzekeringen Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over verzekeringen hoort bij Zwart op wit.

Nadere informatie

Een onderzoekende houding

Een onderzoekende houding Een onderzoekende houding Werken aan professionele ontwikkeling Zelfscan onderzoekende houding Maaike van den Herik en Arnout Schuitema bussum 2016 Deze zelfscan hoort bij Een onderzoekende houding. van

Nadere informatie

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen

De kunst van cultuurmarketing. Discussievragen en stellingen De kunst van cultuurmarketing Discussievragen en stellingen Ruurd Mulder Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2013 Deze discussievragen en stellingen horen bij De kunst van cultuurmarketing

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 3 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld

Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld Professioneel pedagogisch handelen Omgaan met probleemgedrag in opvoedingssituaties Bijlagen bij het ecologisch krachtenveld Gerbert Sipman u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014 Deze bijlagen horen

Nadere informatie

Denken + Doen = Durven

Denken + Doen = Durven 1 Denken + Doen = Durven Werkboek voor jezelf Dit werkboek is van: Houten Bohn Stafleu van Loghum, 2008 2 Denken + Doen = Durven Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Denken + Doen = Durven, Werkboek voor

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 4 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Denken + Doen = Durven

Denken + Doen = Durven 1 Denken + Doen = Durven Werkboek voor ouders Houten Bohn Stafleu van Loghum, 2008 2 Denken + Doen = Durven Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Denken + Doen = Durven, Werkboek voor ouders, is onderdeel

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid

Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 1 Mondelinge taalvaardigheid Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje

Nadere informatie

Antwoorden op de meerkeuzevragen

Antwoorden op de meerkeuzevragen Antwoorden op de meerkeuzevragen bij Dit is marketing! Loek ten Berge Johan van Kooten met medewerking van Esther de Berg Tweede, herziene druk u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze antwoorden

Nadere informatie

Sleutel bij hoofdstuk 1

Sleutel bij hoofdstuk 1 Sleutel bij hoofdstuk 1 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke Jacobs u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Deze sleutel hoort bij

Nadere informatie

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Basisboek marketingcommunicatie Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Esther de Berg (red.) Elyn Doornenbal Werner Kleiss Gabriëlle Kuiper Rutger Mackenbach bussum 2011 1/8 Deze hoort bij Basisboek

Nadere informatie

Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen. Extra les: Wonen. Dorothé Pietersma. u i t g e v e r ij coutinho.

Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen. Extra les: Wonen. Dorothé Pietersma. u i t g e v e r ij coutinho. Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Wonen Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over wonen hoort bij Zwart op wit. Praktische schrijfvaardigheid

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen

Toetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 5 Begrijpend lezen Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli

Nadere informatie

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Communiceren met ziel en zakelijkheid Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Copyright: Uitgeverij Boom Nelissen, Amsterdam & Silvia Blankestijn, 2012 Omslag: Bart van den Tooren, Bureau

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 5 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

In de frontlinie tussen hulp en recht. Spel Wie heeft gelijk?

In de frontlinie tussen hulp en recht. Spel Wie heeft gelijk? In de frontlinie tussen hulp en recht Spel Wie heeft gelijk? Dit spel Wie heeft gelijk? hoort bij In de frontlinie tussen hulp en recht door Jacquelien de Savornin Lohman & Hannie Raaff. 2001 Uitgeverij

Nadere informatie

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Wegwijs in Windows 8.1 Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze handleiding over het aanmaken van een Outlook.com-account

Nadere informatie

Bijlagen bij deel III

Bijlagen bij deel III Professioneel pedagogisch handelen Omgaan met probleemgedrag in opvoedingssituaties Bijlagen bij deel III Gerbert Sipman u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014 Deze bijlagen horen bij de derde, herziene

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in de wereld van internet Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Vijfde, herziene druk bussum 2010 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in de wereld van internet van Hannie van

Nadere informatie

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Wegwijs in Windows 8 Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over een Outlook.com-account aanmaken hoort bij

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 9 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 2 Woordenschat

Toetsvragen bij domein 2 Woordenschat bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 2 Woordenschat Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Thuis in Windows 7 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge bussum 2010 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Windows 7 van Hannie van Osnabrugge. 2010 Hannie van Osnabrugge Alle rechten

Nadere informatie

Doorbreek je depressie

Doorbreek je depressie Doorbreek je depressie Doorbreek je depressie Werkboek voor de cliënt Drs. P.J. Molenaar Drs. F.J. Don Prof. dr. J. van den Bout Drs. F. Sterk Prof. dr. J. Dekker Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó

Nadere informatie

Spelend leren, leren spelen

Spelend leren, leren spelen Spelend leren, leren spelen een werkboek voor kinderen en ouders Rudy Reenders, Wil Spijker & Nathalie van der Vlugt Spelend leren, een werkboek voor kinderen en ouders leren spelen Rudy Reenders, Wil

Nadere informatie

Extra les: Internetbankieren

Extra les: Internetbankieren Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen Extra les: Internetbankieren Dorothé Pietersma u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2009 Deze extra les over internetbankieren hoort bij Zwart

Nadere informatie

Niet meer depressief

Niet meer depressief Niet meer depressief Dit boek, Niet meer depressief; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de

Nadere informatie

Microsoft Security Essentials downloaden

Microsoft Security Essentials downloaden Wegwijs in internet Thuis in Windows Vista Thuis in Windows 7 Microsoft Security Essentials downloaden Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Microsoft Security

Nadere informatie

Training. Interactieve vaardigheden

Training. Interactieve vaardigheden Training Interactieve vaardigheden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Anne Haselberg Eindredactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Interactieve vaardigheden

Nadere informatie

Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ.

Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Stop met piekeren Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de GGZ geven

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 6 Stellen

Toetsvragen bij domein 6 Stellen bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 6 Stellen Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli Schaufeli

Nadere informatie

Leerdoelen. Conferencemanagement. Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk. John E. Moreu. u i t g e v e r ij c o u t i n h o

Leerdoelen. Conferencemanagement. Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk. John E. Moreu. u i t g e v e r ij c o u t i n h o Conferencemanagement Congres- en vergaderorganisatie in theorie en praktijk Leerdoelen John E. Moreu u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2010 Deze leerdoelen horen bij de derde, herziene uitgave

Nadere informatie

Webmail met Windows Live Hotmail

Webmail met Windows Live Hotmail Wegwijs in internet Webmail met Windows Live Hotmail Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Webmail met Windows Live Hotmail hoort bij Wegwijs in internet van

Nadere informatie

Windows Live Mail downloaden en een e-mailadres instellen

Windows Live Mail downloaden en een e-mailadres instellen Wegwijs in Windows 7 Wegwijs in internet Windows Live Mail downloaden en een e-mailadres instellen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2011 Deze handleiding Windows Live Mail downloaden

Nadere informatie

Thuis in Word Antwoorden op de vragen. Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst

Thuis in Word Antwoorden op de vragen. Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst Thuis in Word 2007 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst bussum 2009 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Word 2007 van Hannie van Osnabrugge en Marian

Nadere informatie

Minder angstig in sociale situaties

Minder angstig in sociale situaties Minder angstig in sociale situaties Dit boek, Minder angstig in sociale situaties, Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in

Nadere informatie

Les 7 Doen: Windows Live Mail

Les 7 Doen: Windows Live Mail Wegwijs in Windows 7 Les 7 Doen: Windows Live Mail Vervangende les voor Windows Live Mail versie 2011 Hannie van Osnabrugge bussum 2011 Deze vervangende les voor Windows Live Mail versie 2011 hoort bij

Nadere informatie

Competent talent in de praktijk

Competent talent in de praktijk Competent talent in de praktijk Competent talent in DE PRAKTIJK CURSISTENBOEK Talent ontdekken, ontwikkelen & inzetten Competent talent in de praktijk Cursistenboek Talent ontdekken, ontwikkelen & inzetten

Nadere informatie

Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail

Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail Wegwijs in Windows 8 Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over een e-mailadres

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 8 van Taaltalent deel 3 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny

Nadere informatie

Sociale psychologie en praktijkproblemen

Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen van probleem naar oplossing prof. dr. A.P. Buunk dr. P. Veen tweede, herziene druk Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem

Nadere informatie

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing

Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing bijvoorbeeld Exemplarische opleidingsdidactiek voor taalonderwijs op de basisschool Toetsvragen bij domein 8 Taalbeschouwing Bart van der Leeuw (red.) Jo van den Hauwe (red.) Els Moonen Ietje Pauw Anneli

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 1 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

De essentie van administratieve organisatie. Stappenplan offerte. Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck. u i t g e v e r ij coutinho.

De essentie van administratieve organisatie. Stappenplan offerte. Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck. u i t g e v e r ij coutinho. De essentie van administratieve organisatie Stappenplan offerte Wim Fennis Jan-Pieter Schilderinck u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012 Dit stappenplan hoort bij De essentie van administratieve organisatie

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in PowerPoint 2007 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge bussum 2010 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Powerpoint 2007 van Hannie van Osnabrugge. 2010 Hannie van Osnabrugge

Nadere informatie

Omgaan met ziekelijke jaloezie

Omgaan met ziekelijke jaloezie Omgaan met ziekelijke jaloezie Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag

Nadere informatie

Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari

Nadere informatie

Profiel van de Nederlandse overheid

Profiel van de Nederlandse overheid Profiel van de Nederlandse overheid Organisatie, beleid en besluitvorming Links Remko Iedema en Patricia Wiebinga bussum 2012 Deze links vormen extra materiaal bij de zesde, herziene druk van het boek

Nadere informatie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,

Nadere informatie

Aanvullen of aanvallen?

Aanvullen of aanvallen? Aanvullen of aanvallen? M E T H O D I S C H W E R K E N Methodisch werken is het kenmerk bij uitstek van de professionele beroepsbeoefenaar, dat wil zeggen: doelgericht, planmatig, systematisch gebruikmaken

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Thuis in Word 2010 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge Marian Ponsioen-van der Hulst bussum 2011 Deze antwoorden horen bij de vragen in Thuis in Word 2010 van Hannie van Osnabrugge en Marian

Nadere informatie

Cursus. Autistisch spectrum

Cursus. Autistisch spectrum Cursus Autistisch spectrum Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Inge Janssens Inhoudelijke redactie: Agnes Schouten Titel: Autistisch Spectrum ISBN:

Nadere informatie

Leven met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

Leven met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis Leven met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook

Nadere informatie

Neem de regie over je depressie

Neem de regie over je depressie Neem de regie over je depressie Dit boek, Neem de regie over je depressie. Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks

Nadere informatie

Uitprobeerpakket. Toetsboek 6 groep 6 blok 6

Uitprobeerpakket. Toetsboek 6 groep 6 blok 6 Uitprobeerpakket Toetsboek 6 groep 6 blok 6 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Proefexamen PsBK3. Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg

Proefexamen PsBK3. Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg Proefexamen PsBK3 Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg Dit proefexamen PsBK3 bestaat uit 2 cases met bijbehorende open vragen. Het werkelijke examen PsBK3 bestaat uit 6 cases met bijbehorende open

Nadere informatie

Handleiding bij Beter beginnen

Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Trudy Mooren en Maartje Schoorl Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in PowerPoint 2010 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2011 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in PowerPoint 2010 van Hannie van

Nadere informatie

Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag

Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord

Nadere informatie

Praktijkboek dementiezorg

Praktijkboek dementiezorg Praktijkboek dementiezorg Praktijkboek dementiezorg Van Achterdocht tot Zwerfgedrag Ronald Geelen Houten 2010 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 12 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Leven met een winterdepressie

Leven met een winterdepressie Leven met een winterdepressie Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag

Nadere informatie

Recht lezen 2 Samenvatten. Weboefening 1. drs. Jacky van den Dikkenberg. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2015

Recht lezen 2 Samenvatten. Weboefening 1. drs. Jacky van den Dikkenberg. u i t g e v e r ij c o u t i n h o. bussum 2015 Recht lezen 2 Samenvatten Weboefening 1 drs. Jacky van den Dikkenberg u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze weboefening hoort bij Recht lezen 2 van drs. Jacky van den Dikkenberg. 2015 Uitgeverij

Nadere informatie

Proefexamen PsBK3. Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg

Proefexamen PsBK3. Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg Proefexamen PsBK3 Centraal Exameninstituut Complementaire Zorg Dit proefexamen PsBK3 bestaat uit 2 cases met bijbehorende open vragen. Het werkelijke examen PsBK3 bestaat uit 6 cases met bijbehorende open

Nadere informatie

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Wegwijs in Windows 8 Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over het downloaden en installeren

Nadere informatie

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld Ik ben oké Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld drs. N.S. Martel, drs. M.D. Mostert-Uijterwijk & drs. A.M.J. Braber CCD Uitgevers Arnhem 2015 N.S. Martel,

Nadere informatie

Van je nachtmerries af

Van je nachtmerries af Van je nachtmerries af 2 van je nachtmerries af Dit boek, Van je nachtmerries af, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van!

Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! Opgedragen aan Julia, Floris en Maurits. Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! EEN VROLIJK BOEK VOOR KINDEREN WAARMEE ZIJ HUN OUDERS KUNNEN LEREN

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in Excel 2007 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2008 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Excel 2007 van Hannie van Osnabrugge.

Nadere informatie

Omgaan met lichamelijke klachten

Omgaan met lichamelijke klachten Omgaan met lichamelijke klachten Dit Werkboek omgaan met lichamelijke klachten is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de

Nadere informatie

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ Cursus Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Fundamentaal / Ank van de Wiel Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Omgaan met hechtingsproblemen

Omgaan met hechtingsproblemen Omgaan met hechtingsproblemen Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag

Nadere informatie

Organisatie van werkzaamheden

Organisatie van werkzaamheden Organisatie van werkzaamheden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Rubus Opleidingspartners, Richard Prins Inhoudelijke redactie: Jessica Satink

Nadere informatie

Training. Observeren en signaleren

Training. Observeren en signaleren Training Observeren en signaleren Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian Bakker, Marianne Oosterwegel, Riet Verhoogt Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Zakboek Omgaan met agressie in de spoedeisende zorg

Zakboek Omgaan met agressie in de spoedeisende zorg Zakboek Omgaan met agressie in de spoedeisende zorg Zakboek Omgaan met agressie in de spoedeisende zorg Drs. Geuk Schuur Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van

Nadere informatie

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com info@opeenrijtje.com 3.0

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com info@opeenrijtje.com 3.0 2 Deel 1 Beïnvloeden van gedrag - Zeg wat je doet en doe wat je zegt - 3 Interactie Het gedrag van kinderen is grofweg in te delen in gewenst gedrag en ongewenst gedrag. Gewenst gedrag is gedrag dat we

Nadere informatie

Leven met angst voor ernstige ziektes

Leven met angst voor ernstige ziektes Leven met angst voor ernstige ziektes Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op

Nadere informatie

Leven met ADHD. Fiona Kat, Maura Beenackers en Willemijn ter Brugge

Leven met ADHD. Fiona Kat, Maura Beenackers en Willemijn ter Brugge Leven met ADHD Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag hoe men met het

Nadere informatie

Cognitieve therapie bij sociale angst

Cognitieve therapie bij sociale angst Cognitieve therapie bij sociale angst Dit boek, Cognitieve therapie bij sociale angst, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Bij deze titel is tevens het werkboek voor cliënten te bestellen:

Nadere informatie

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren

Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Wegwijs in Windows 8.1 Handleiding Windows Live Mail 2012 downloaden en installeren Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2015 Deze handleiding over het downloaden en installeren

Nadere informatie

Verwerken en versterken

Verwerken en versterken Verwerken en versterken Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Werkboek voor kinderen en jongeren hoort bij Behandeling van trauma bij kinderen en adolescenten. Met de methode Traumagerichte Cognitieve Gedragstherapie

Nadere informatie

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet ik? Houd je spreekbeurt over GGNet 1 Houd je spreekbeurt over GGNet Krijg je zelf hulp van GGNet Jeugd? Of je vader/moeder/broer(tje)/zus(je) of iemand anders die je kent? Werkt één van je ouders bij GGNet?

Nadere informatie

De Cirkel van Zorg voor leerkrachten

De Cirkel van Zorg voor leerkrachten De Cirkel van Zorg voor leerkrachten 2015, Eleonoor van Gerven, Almere Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in

Nadere informatie

Cursus. Chronisch zieken

Cursus. Chronisch zieken Cursus Chronisch zieken Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Mies Blok Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Chronisch zieken ISBN: 9789037235951

Nadere informatie

Oefentekst voor het Staatsexamen

Oefentekst voor het Staatsexamen Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 2 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke

Nadere informatie

Vincie van Gils. Klantencommunicatie. Zo krijg je en houd je u tevreden klanten. Spectrum. Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen

Vincie van Gils. Klantencommunicatie. Zo krijg je en houd je u tevreden klanten. Spectrum. Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen Vincie van Gils Klantencommunicatie Zo krijg je en houd je u tevreden klanten Spectrum Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten Antwerpen Spectrum maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek Het Spectrum

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Antwoorden op de vragen

Antwoorden op de vragen Wegwijs in Windows 8 Antwoorden op de vragen Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze antwoorden horen bij de vragen in Wegwijs in Windows 8 van Hannie van Osnabrugge.

Nadere informatie

Leven met een alcoholprobleem

Leven met een alcoholprobleem Leven met een alcoholprobleem Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag

Nadere informatie