Inspectierapport Peutergroep 'Willem Teellinck' (PSZ) Ruiterpad SK RHENEN

Transcriptie

1 Inspectierapport Peutergroep 'Willem Teellinck' (PSZ) Ruiterpad SK RHENEN Toezichthouder: GGD regio Utrecht In opdracht van gemeente: Rhenen Datum inspectie: Type onderzoek: Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...5 Pedagogisch klimaat...5 Personeel en groepen...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening...8 Gegevens toezicht van 8

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Op verzoek van de gemeente Rhenen, afdeling Handhaving Wet kinderopvang hebben twee toezichthouders van GGD regio Utrecht op een nader onderzoek uitgevoerd. De volgende brief ligt hieraan ten grondslag: Voornemen tot het opleggen van een exploitatieverbod dd met kenmerk Z /2015alg573. Beschouwing De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over peuterspeelzaal Willem Teellinck: Peuterspeelzaal Willem Teellinck is gehuisvest binnen basisschool Willem Teellinckschool. Momenteel zijn er twee groepen: één groep met kinderen met een indicatie voor voorschoolse educatie. Vanaf januari 2015 is een tweede groep gestart met kinderen vanaf drie jaar. Deze zogenaamde 0 groep is enkel tussen januari en juli actief, daarna gaan de kinderen naar groep 1. Inspectiegeschiedenis: Tussen 4 juli 2012 en 27 november 2014 hebben negen verschillende inspecties op deze locatie plaatsgevonden. In acht van de negen inspecties voldoet de houder niet aan alle eisen die de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen stelt. Het laatste onderzoek dateert van 27 november Dit betreft een nader onderzoek. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat de houder niet voldoet aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen op de volgende punten: beroepskracht-kindratio tijdens buiten spelen. De kinderen van de peuterspeelzaal spelen tegelijkertijd buiten met de kinderen van school. Er wordt op dit moment toezicht gehouden door een van de leerkrachten van school. De beroepskrachten van de peuterspeelzaal hebben pauze tijdens het buitenspelen. Op dit moment is er dus geen beroepskracht aanwezig van de peuterspeelzaal. risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid en plannen van aanpak; klachtenjaarverslagen zijn niet tijdig toegestuurd. Handhaving: Naar aanleiding van het nader onderzoek d.d. 3 oktober 2013 heeft de Gemeente Rhenen op 10 december 2013 de houder een last onder dwangsom opgelegd, daarnaast heeft de houder een aanwijzing gehad op de nieuwe overtredingen. De houder heeft op 23 juli 2014 een dwangsom opgelegd gekregen betreffende de beroepskracht-kindratio bij VVE. Op 12 augustus 2014 heeft de houder een besluit last onder dwangsom ontvangen van de gemeente betreffende de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio. Op 4 februari 2015 heeft de houder een voornemen tot exploitatieverbod ontvangen voor de VVE-groep. Dit voornemen is tevens mondeling toegelicht door gemeente Rhenen. Dit voornemen betreft de beroepskracht-kindratio bij de VVE-groep. Opdracht nader onderzoek: Op 4 februari 2015 heeft de houder een voornemen tot exploitatieverbod van de VVEgroep ontvangen. Hierna heeft de houder een hersteltermijn tot 27 februari 2015 gekregen om ervoor zorg te dragen dat de beroepskracht-kindratio te allen tijde op orde is. De GGD regio Utrecht heeft opdracht ontvangen om dit item te onderzoeken in deze inspectie. Bevindingen op hoofdlijnen: Dit nader onderzoek betreft het volgende item: Beroepskracht-kindratio bij VVE. Uit het gesprek van de toezichthouders met de beroepskracht en ook dat met de houder blijkt dat na de vorige inspectie het buitenspeelbeleid gewijzigd is. De kinderen van de peuterspeelzaal spelen buiten en worden begeleid door de beroepskrachten. De beroepskrachten gaan mee het 3 van 8

4 plein op en houden geen pauze meer. Ook is het moment van buitenspelen gewijzigd. De peuters spelen apart van de rest van de school buiten. Conclusie: De houder heeft voldoende maatregelen getroffen om aan de eisen, die de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen stelt ten aanzien van de beroepskracht-kindratio, te voldoen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 8

5 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Voorschoolse educatie Ten tijde van de inspectie zijn 2 beroepskrachten aanwezig met 12 kinderen. De kinderen zijn in de groepsruimte aan het spelen. Op de dagritmekaarten is te zien dat de kinderen aan het eind van de ochtend gaan buiten spelen. De leerlingen van de school spelen buiten als de toezichthouders op de locatie aanwezig zijn. Conclusie: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. De houder voldoet hiermee aan de eisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wat betreft de voorschoolse educatie. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Interview anderen (beroepskracht) Observaties ( ) 5 van 8

6 Personeel en groepen Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. Ten tijde van de inspectie zijn 2 beroepskrachten aanwezig en 12 kinderen. Aangezien de groep bij peuterspeelzaal Willem Teellinck een VVE-groep betreft dienen op deze groep 2 beroepskrachten aanwezig te zijn. Conclusie: Hiermee voldoet de houder aan de eisen van de beroepskracht-kindratio voor de VVE-groep. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Interview anderen (beroepskracht) Observaties ( ) 6 van 8

7 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Voorschoolse educatie De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 8

8 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Peutergroep 'Willem Teellinck' Website : Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Stichting Reformatorische Peutergroep 'Willem Teellinck' te Achterberg Adres houder : Ruiterpad 83 Postcode en plaats : 3911SK RHENEN Website : KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD regio Utrecht Adres : Postbus 51 Postcode en plaats : 3700AB ZEIST Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : I.C. Bolt F. van Wijk Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Rhenen Adres : Postbus 201 Postcode en plaats : 3910AE RHENEN Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 8