Zomerwedstrijdkledij: betreft, wit hemd met lange mouwen, is enkel toegelaten met het akkoord van de voorzitter van de jury.

Transcriptie

1 DRESSUURREGLEMENT 2014 Inhoud 1. Provinviaal dressuurreglement 2014 p1 2. Bijlagen p6 a. Individueel Kampioenschap p7 b. Interclub-kampioenschap p10 c. Jonge paarden p12 d. Interprovinciaal kampioenschap p13 e. Regelmatigheidscriterium p14 1. Provinciaal dressuurreglement 2014 Artikel 1 Het feit dat men zich inschrijft voor een wedstrijd ingericht door de groepering H.G.V.B.B. betekent dat de deelnemer kennis heeft genomen van de verschillende reglementen F.E.I, KBRSF, VLP en H.G.V.B.B, en deze aanvaardt in hun geheel. Bij elke wedstrijd zullen een terreinjury en een beroepsjury worden samengesteld die de doorslaggevende beslissing zullen nemen in geval van betwisting. Zij zullen bestaan uit, voor de terreinjury: de voorzitter van de jury, en voor de beroepsjury: één of twee leden van de dressuurcommissie alsook de organisator van de wedstrijd. Artikel 2 Bijvoegsel bij artikel 421 alinea 2 van het VLP reglement De proeven worden gereden met een muzikale achtergrond. Indien de ruiter wel een dictee wenst, zal hij hiervoor zelf iemand moeten voorzien. In het geval dat een verkeerde lezing door de uitgekozen persoon een fout van de ruiter tot gevolg zou hebben, zal deze aan de ruiter als een vergissing in de proef worden aangerekend. Artikel 3 Bijvoegsel bij artikel 423 alinea 1 van het VLP reglement Zomerwedstrijdkledij: betreft, wit hemd met lange mouwen, is enkel toegelaten met het akkoord van de voorzitter van de jury. Een ruiter moet, om veiligheidsredenen,een goedgekeurde beschermhelm dragen (*) van zodra men een paard bestijgt. Kledij: zie nationaal reglement. De driekleurige federale Belgische badge is verboden op de communautaire en (sub)provinciale wedstrijden. (*)De beschermhelm met drie aanknopingspunten of helm is verplicht tot en met niveau 3.De bolhoed, platte en hoge hoed is pas toegelaten vanaf nationale proeven.(min niv 4) 1

2 Artikel 4 Bijvoegsel bij artikel 426 alinea 1 van het VLP reglement De inschrijvingen voor de wedstrijden moeten gebeuren via Equibel en betaald worden met kredietkaart of Mastercard. De ruiters die niet over een pc beschikken om zich in te schrijven via het systeem Equibel, kunnen zich op het secretariaat of via mail inschrijven tot en met de online sluitingsdatum mits betaling van de som per proef en een boete van 5. H.G.V.B.B Wolvertemsesteenweg, Grimbergen info@hgvbb. De prijzen per proef zijn terug te vinden op de website Bij het aanmelden aan het secretariaat op de wedstrijd zal er een hoofdstel nummer meegedeeld worden. Het dragen van dit regelbaar hoofdstelnummer, meegebracht door de ruiter, is verplicht vanaf de aankomst en tot het einde van de wedstrijd (zelfs indien het paard aan de hand wordt gehouden). Artikel 5 De doorgangsuren van iedere ruiter zullen uitgehangen worden door de organiserende ruiterkring tenminste 48 uren voor het begin van de wedstrijd en ze zullen ook meegedeeld worden aan elke ruiter die ze aanvraagt aan de organiserende ruiterkring. De doorgangsuren worden ook op de website van de H.G.V.B.B. gepubliceerd, dit ter indicatie De ruiters worden verzocht zich te informeren over eventuele wijzigingen in het uurrooster van de wedstrijd. De doorgangsuren kunnen namelijk met maximum een kwartier veranderen. Artikel 6 Bijvoegsel bij artikel 427 van het VLP reglement De inrichter van een provinciale dressuurwedstrijd H.G.V.B.B. moet aangesloten zijn bij de groepering VLP en zijn bijdrage betaald hebben voor het lopende jaar. De wedstrijddata worden goedgekeurd op de kalendervergadering. Wijziging of toevoeging door de voorzitter of organisator op de kalender is mogelijk, mits goedkeuring van de dressuurcommissie. Voor het organisatierecht zal de inrichtende club een factuur krijgen, na de kalendervergadering, die binnen de 30 dagen na factuurdatum dient betaald te worden op rekeningnr Per wedstrijddag wordt 200 organisatierecht aangerekend als waarborg. In geval een wedstrijd afgelast wordt door de inrichter blijft het organisatie-recht eigendom van de H.G.V.B.B. en vervalt de waarborg. Deze worden, op het einde van het seizoen, terugbetaald indien alles verlopen is volgens de vooropgestelde afspraken. Artikel 7 Bijvoegsel bij artikel 428 alinea 1 van het VLP reglement De wedstrijden ingericht in het kader van de H.G.V.B.B. staan open voor alle ruiters in het bezit van een geldige VLP Licentie onder voogdij van de H.G.V.B.B. Ruiters met een VLP Licentie van een andere provinciale mogen aan de H.G.V.B.B. wedstrijden deelnemen. Ruiters zonder competitieve VLP licentie moeten een daglicentie van 15 betalen. Ruiters met een daglicentie komen niet in aanmerking voor handicappunten, individueel kampioenschappen, interprovinciaal kampioenschap, Cavalor Cup en Challenges. De daglicentie dient betaald te worden op het secretariaat of op de wedstrijddag zelf. 2

3 De ruiters die sub-provinciaal rijden, moeten een geldige VLP licentie (ruiter) bezitten met als minimum niveau D, J, C, Terug te vinden op volgende link en een KBRSF registratie voor het paard (gratis is voor dit niveau). Terug te vinden op volgende link: De ruiters die rijden in niveau s 0, 1, 2 of 3 moeten in orde zijn met hun VLP licentie voor het lopende jaar (minstens D, J, C,...03) en KBRSF immatriculatie voor het leven. Iedere ruiter van niveau 0 met minimum een D, J, C,...02 VLP licentie die het recht heeft of die verplicht is van te stijgen naar niveau 1 moet zich in orde stellen om een officiële VLP licentie D, J, C,..03 en immatriculatie KBRSF voor het leven te bekomen. Met het doel het succes van de dressuurwedstrijden te bevorderen, mogen de ruiters die geen competitieve licentie hebben maar aangesloten zijn bij de VLP voor het lopende jaar (L01), in hun eigen rijschool deelnemen aan de proeven van E5 en E7 manegepaarden. De inschrijvingen moeten gebeuren ten laatste op de datum van afsluiting die in het voorprogramma vermeld staat. De inschrijvingen worden door de rijschool op het secretariaat van de H.G.V.B.B. betaald bij de bevestiging van de inschrijving. De combinatie heeft enkel recht op haar protocol en één erelint maar kan geen aanspraak maken op geldprijzen. Artikel 8 Bijvoegsel bij artikel 431 alinea 2 van het VLP reglement Kwalificatie Alle resultaten behaald met een competitieve licentie op provinciale wedstrijden komen in aanmerking voor de toepassing van de handicappunten en dit tot niveau 3. Bijvoegsel bij artikel 431 alinea 3 van het VLP reglement Iedere combinatie die deelneemt aan een wedstrijd van de H.G.V.B.B. moet bij elke wedstrijd en ten allen tijde de identiteit, immatriculatie en vaccinatierapport van het paard kunnen bewijzen. (kopie van het stamboekpapier of dierenarts attest) Bijvoegsel bij artikel 431 alinea 4 van het VLP reglement a) Proeven met daglicentie 1. Indien een combinatie ruiter-paard nog nooit heeft deelgenomen aan een officieel dressuurwedstrijd, kan de combinatie max. 3 x deelnemen aan een dressuurwedstrijd voor niveau 0 en Bovenstaande geldt ook voor combinaties die nog geen immatriculatie nummer hebben, maar die wel aangesloten zijn bij de VLP. 3. De inschrijvingen voor bovenstaande combinaties ruiter-paard gebeuren via mail zoals bij de gewone inschrijvingen (bijvoegen: met daglicentie ) vóór de afsluitdatum. 4. De combinatie heeft enkel recht op haar protocol en één erelint maar kan geen aanspraak maken op geldprijzen en kan niet deelnemen aan de prijsuitreiking. De gereden proeven komen ook niet in aanmerking voor b.v. regelmatigheidschallenges of selecties b) Kür proeven De Kür proeven niveau 1, 2 en 3 zijn enkel demonstratieproeven. Een Kür proef mag alleen gereden worden, zonder de handicapproef. Deelname aan de Kür telt niet mee voor de selectie voor het VLP kampioenschap. Artikel 9 Elke combinatie ruiter-paard behoort tot een bepaald niveau. Dit handicap systeem wordt 3

4 gehanteerd voor alle officiële provinciale wedstrijden. Wanneer een combinatie ruiter/paard/pony een positief saldo op dit niveau behaald heeft van: Vanaf 15 punten - toelating om over te gaan naar een hoger niveau. Boven 30 punten - verplichting om over te gaan naar een hoger niveau in het daaropvolgende jaar (*) (*)(Bvb indien in 2013 een combinatie 30 punten of meer krijgt, dan mag de combinatie in 2013 op dit niveau blijven rijden, hij mag ook meedoen aan het interprovinciaal en provinciaal kampioenschap,maar in 2014 wordt het handicapniveau automatisch verhoogd). (*) Op niveau 3 is er geen maximum aantal handicappunten, dus geen verplichting om naar niveau 4 of FEI pony s over te gaan. Doch de combinatie kan maar deelnemen aan het Interprovinciaal kampioenschap van niveau 3 zolang ze de +30 punten niet overschreden heeft of alléén maar tijdens het seizoen waar ze de 30 en +30 punten behaald. Het volgende seizoenen kan dat niet meer. Artikel 10 Bijvoegsel bij artikel 434 van het VLP reglement Voor geklasseerde ruiters (1 op 4)- werkelijk gestart en ook de buiten klassement niet meegeteldop niveaus 0, 1, 2 of 3, jonge paarden en Kür worden volgende minimum geldprijzen gegeven : Proef Inleg Online Inleg niet Online Prijzen 1ste Prijzen 2de Prijzen 3de Prijzen 4de E5 Manege E7 Manege E E E7 Bis A niv A niv L M jarige jarige Kur Kur Kur Prijzen 5 de tot de laatste Alle geldprijzen worden op de bankrekening van de ruiters gestort. Indien de ruiter zonder geldige- en schriftelijke reden (af te geven op het secretariaat of aan de wedstrijdverantwoordelijke) afwezig is op de prijsuitreiking, komt de prijs toe aan de H.G.V.B.B. Indien er voor een proef geen drie inschrijvingen zijn, krijgt de winnaar voor de proef E5, het bedrag van zijn inschrijving terug en voor de overige proeven, het dubbele bedrag, en is de organisator niet verplicht bekers of linten uit te delen doch wel aangeraden. In geval van ex aequo, zijn doorslaggevend voor de rangschikking, eerst de algemene beoordelingspunten, dan de punten van de laatste figuur, vervolgens van de eerste figuur, van de voorlaatste figuur, van de tweede figuur, enz. De pony's in niveau 0 hebben altijd een apart klassement, doch voor de Andere niveaus worden ze bij de paarden geklasseerd tenzij er minder dan drie pony s ingeschreven zijn en deelnemen aan een proef, dan wordt er een apart klassement opgesteld met beker, erelinten en prijzen onafhankelijk van het klassement van de paarden. Prijsuitreiking: Alle geklasseerde ruiters 1 op 4 en met minstens 50% van de behaalde punten 4

5 moeten zich op de piste aanbieden voor de prijsuitreiking, in volledige en complete wedstrijdkledij. Indien ze afwezig zijn (behalve door deelname op hetzelfde moment aan een andere proef of bij schriftelijke toelating van de verantwoordelijke van de wedstrijd of van de organisator) wordt hen geen enkele prijs uitgereikt (noch in natura, noch in geldprijzen). Naargelang de ruimte en de mogelijkheden waarover de organisator beschikt en het aantal deelnemers aan de wedstrijd, mag het secretariaat van de wedstrijd beslissen de prijsuitreiking anders te organiseren: deze beslissing zal tijdig aan de deelnemers worden bekend gemaakt. De uren waarop deze plaatsvindt, zullen worden meegedeeld door het secretariaat van de wedstrijd. Alleen na het eindigen van de proef en als de uitslag uithangt op het bord kan de ruiter die niet naar de prijsuitreiking moet komen beschikken over de protocol van desbetreffende proef. Deze is op te halen op het wedstrijd secretariaat. Artikel 11 Verplichtingen voor de inrichters. 1) Enkel de inrichters die als club erkend zijn door de Vlaamse Liga Paardensport mogen een H.G.V.B.B. dressuurwedstrijd inrichten, mits zij de geldende VLP overeenkomsten respecteren. Zij dienen te beschikken over en in te staan voor: a) De veilige toegang van de deelnemers tot de wedstrijdterreinen. Dit veronderstelt een duidelijke bewegwijzering en een aangepaste in- en uitrit voor de vrachtwagens en trailers van de openbare weg naar de parking. De inrichter zorgt voor een voldoende parking voor de vrachtwagens en personenwagens. b) Een piste en paddock (of meerder pisten en paddocks) met voldoende afmetingen en normale bodemgesteldheid met een volledige en degelijke afsluiting en voldoende verlichting. De inrichter is gehouden de toestand van de bodem (piste en paddock) tijdens de wedstrijd zo efficiënt mogelijk te houden. Dit betekent een afvoer van water bij hevige regenval en sproeien bij stoffige/droge bodem. c) De inrichter zorgt voor een volledig afgebakende dressuurring met een correcte belettering (20mx40m) De H.G.V.B.B. stelt 2 dressuurringen gratis ter beschikking. Deze kan afgehaald worden na afspraak en dient schadeloos en rein terug bezorgd te worden, eventuele schade zal vergoed worden. d) De inrichter voorziet een degelijke jurytafel (aan de letter C) en stoelen (min 2 personen), een goede toegang, aansluiting elektriciteit en verwarming. Indien buiten, wordt er eventueel een juryhokje voorzien of een andere beschutting tegen zon of regen. e) Afhankelijk van wat overeengekomen is, zorgt de inrichter voor een degelijke geluidsinstallatie voor het wedstrijdverloop op het terrein en/of voor een eventuele Kür op muziek. f) De inrichter voorziet voldoende ruimte voor het wedstrijdsecretariaat met elektriciteitsvoorziening. g) De inrichter voorziet een bekwame secretaris voor ieder jurylid (2 of 3 per wedstrijd). h) De H.G.V.B.B. voorziet een steward. Deze zal er regelmatig op toezien dat het reglement in de paddock wordt nageleefd. i)de inrichter voorziet een persoon verantwoordelijk om de protocols van de piste naar het secretariaat te brengen. k) De inrichter is gastheer voor de officiële en de medewerkers van de H.G.V.B.B. afgevaardigden en voorziet ze van een warme maaltijd en drank. l) De inrichter is verantwoordelijk voor het protocol op zijn wedstrijden (verzorging van de prijsuitreiking per proef en voorziet in een speaker). De inrichter dient in te staan voor de 5

6 beschikbaarheid van de noodzakelijke faciliteiten voor het veilige verloop van de wedstrijden. Dit veronderstelt minstens : bereikbare hulpdiensten (E.H.B.O.), - bereikbare hoefsmid- bereikbare dierenarts (naam op voorhand te vermelden, samen met het programma) en in overeenstemming met de geldende gemeentereglementering betreffende sportevenementen met dieren (zie ook artikel 12), - Geneesheer is ten allen tijde bereikbaar (andere namen en telefoonnummers dienen voor de aanvang van de dressuurwedstrijd aan het wedstrijdsecretariaat te worden overhandigd - zie bijlage SOS lijst ) 2) Organisatorisch dient de inrichter rekening te houden met de volgende voorwaarden: De inrichter zorgt voor bekers (Eén beker per proef) en erelinten (Eén per aangesneden reeks van vier deelnemers). Indien in een proef minder dan 3 ruiters starten, dienen er geen bekers en linten te worden voorzien. Startlijsten (aangepast) per proef worden ter plaatse geleverd door H.G.V.B.B. Organisatoren krijgen deze ter beschikking en kunnen vrijblijvend kopiëren ten behoeve van deelnemers en aanwezigen. De inrichter houdt rekening met de voorwaarden voor de organisatie van een dressuurwedstrijd zoals wettelijk is vastgelegd. Dit houdt onder andere in een schriftelijke toelating van het stads- of gemeentebestuur en eventuele milieuverplichtingen en SABAM-toelagen. Artikel 12 Elke ruiter waarvan het paard een behandeling heeft ondergaan, moet dit melden aan de jury (attest van de dierenarts). De voorzitter van de jury en de dierenarts van dienst zullen beslissen of het behandelde paard al dan niet mag deelnemen. Een veterinaire controle kan bij elke wedstrijd worden georganiseerd. Een doping controle kan bij om het even welke wedstrijd worden ingericht, maar uitsluitend door een dierenarts die hiervoor door de VLP of het F.A.V.V. erkend is en is ten laste van de vragende partij. De paarden die zich voor deze controle moeten aanbieden, worden willekeurig geloot of worden gecontroleerd op aanvraag van de voorzitter van de terreinjury. Het onderzoek naar verboden producten en de controles op medicatie worden uitgevoerd volgens de technische bepalingen van het algemeen reglement en dierengeneeskundig reglement van de FEI en het Nationaal dierengeneeskundig reglement die alleen van toepassing zijn in deze materie. Voor controles en eventuele sancties wordt verwezen naar de procedure en reglementen van de VLP. De raad van bestuur (bekrachtigd door de algemene vergadering) draagt de tuchtrechtelijke bevoegdheden over aan de disciplinaire commissie VLP. Artikel 13 Vanaf het ogenblik dat de wedstrijdpiste is geïnstalleerd, mag de combinatie ruiterpaard/ pony nog enkel deze piste betreden voor de uitvoering van haar proef en dit op straf van uitsluiting. 6

7 2. BIJLAGEN a. INDIVIDUEEL KAMPIOENSCHAP DRESSUUR H.G.V.B.B. 1. Datum en plaats De plaats en de datum van het kampioenschap wordt bepaald bij het opstellen van de kalender. Het kampioenschap wordt over twee dagen gereden. 2. Kwalificatie Deelnemers: alle ruiters van niveau 0, 1, 2 of 3,zijn aangesloten bij de HGVBB. Paarden: in orde met immatriculatie Beperkingen: Elke H.G.V.B.B. combinatie die minstens twee protocollen van deelnemende HGVBB wedstrijden, op het niveau van haar handicap kan voorleggen met elk minstens 50% vóór de eerste manche van het kampioenschap. Deze protocollen dienen van het niveau te zijn dat de dagen van het kampioenschap werd behaald of van de lagere handicap-niveaus die in de loop van het seizoen werden gereden. Voor het kampioenschap zullen de pony s bij de paarden rijden en dit op elk niveau. 3. Proeven a) Deelname aan het individueel kampioenschap dient kenbaar gemaakt te worden via het officiële inschrijvingsformulier bij aanvang van de eerste manche. Terug te vinden op pagina 9 of op de website of het wedstrijdsecretariaat. b) Samen met het officiële inschrijvingsformulier dienen kopieën van 2 verschillende protocols van de handicapproeven voorgelegd te worden, die gereden werden in het desbetreffende seizoen en provinciale, voor aanvang van de eerste manche. C)Voor het kampioenschap dienen volgende proeven gereden te worden: Niveau 0 : E5 en E7 Niveau 1 : E7 en A6 of A7 Niveau 2 : A6 of A7 en L6 of L7 Niveau 3 : L6 of L7 en M3 of M4 4. Puntentelling Tijdens het kampioenschap worden voor elke proef bonuspunten toegekend op volgende wijze : Plaats Punten Plaats Punten Plaats punten 1ste plaats 15 punten 6de plaats 10 punten 11de plaats 5 punten 2de plaats 14 punten 7de plaats 9 punten 12de plaats 4 punten 3de plaats 13 punten 8ste plaats 8 punten 13de plaats 3 punten 4de plaats 12 punten 9de plaats 7 punten 14de plaats 2 punten 5de plaats 11 punten 10de plaats 6 punten 15de plaats 1 punten De ruiters van Niv 2 en Niv 3 die samen de L proef rijden zullen in de uitslag van de L proef gescheiden en opnieuw geklasseerd worden volgens hun rangschikking om op die manier het puntensysteem zoals hierboven vermeld toe te passen. 5. Rechters De proeven van de tweede manche zullen door twee rechters beoordeeld worden behalve in geval van overmacht. 6. Eindklassering a) De deelnemer die het hoogste totaal bekomt bij het optellen van de bonuspunten behaald tijdens het rijden van het kampioenschap, zal worden uitgeroepen tot Kampioen van de HGVBB voor zijn niveau. b) De volgende combinatie wordt tweede, enz. c) Ex aequo : in geval van ex aequo voor de eerste, tweede of derde plaats, zal er 7

8 worden gekeken naar de behaalde punten van de hoogste proef van het niveau gereden de laatste dag van het kampioenschap. Indien ex aequo blijft bestaan, zal er vervolgens worden gekeken naar de behaalde punten van de hoogste proef van het niveau gereden de eerste dag van het kampioenschap. Indien er terug van een ex aequo sprake is, zullen de beoordelingspunten van de hoogste proef van het niveau gereden de tweede dag van het kampioenschap doorslaggevend zijn. 7. Prijzen Een trofee en een sjerp voor de eerste geplaatsen. Medailles en erelinten voor de eerste drie 8. Prijsuitreiking De prijsuitreiking voor de drie eersten van elk niveau zal tijdens de huldiging dag doorgaan. De Kampioenenvieringsdag wordt meegedeeld via de website en of brief. 9. Varia Voor alle gevallen die niet opgenomen zijn in het reglement, zal de terreinrechter bijgestaan door de aanwezige leden van de Dressuurcommissie van de HGVBB beslissen, met respect voor absolute neutraliteit en zich steunend op de bestaande reglementen van de Nationale en Internationale reglementering van de ruitersport. 8

9 Kandidatuur voor het individueel kampioenschap 2014 De kandidaat voegt 2 verschillende protocols van de handicapproeven bij die gereden werden in het desbetreffende seizoen en provinciale. Welke proeven moeten er gereden worden? (schrappen wat niet past) Niveau 0 2 proeven (E5 E7) Niveau 1 2 proeven (E7 A6/ A7) Niveau 2 2 proeven (A6/ A7 L6/ L7) Niveau 3 2 proeven (L6/ L7 M3/ M4) Ondergetekende,,wenst deel te nemen aan het individueel kampioenschap, heeft kennis genomen van het reglement van dit kampioenschap en voldoet aan de eisen. Licentienummer ruiter: Naam paard: Immatriculatienummer paard:.. Datum Handtekening 9

10 b. INTER-CLUB KAMPIOENSCHAP DRESSUUR: Artikel 1 Het kampioenschap is voorbehouden aan de clubs die op het territorium van Vlaams Brabant en Brussel liggen en aangesloten zijn bij de VLP en die hun bijdrage hebben vereffend voor het lopende seizoen. De kleuren van een club kunnen enkel verdedigd worden door ruiters aangesloten bij de VLP, die hun licentie voor het lopende seizoen via deze club genomen hebben en waarvan de paarden voor het niveau 1 en hogere niveaus geldig ingeschreven zijn. De voorwaarde voor het plaatsvinden van dit kampioenschap is dat er minstens vier ploegen, afkomstig uit drie verschillende clubs, deelnemen. Artikel 2 Elke club heeft het recht één of meerdere ploegen van 3 tot 5 verschillende ruiters met hun respectieve paarden in te schrijven. Eenzelfde ruiter of paard mag geen deel uitmaken van twee verschillende ploegen. Een combinatie ruiter-paard/pony start op het niveau van zijn keuze. Een combinatie ruiter-paard/pony mag voor zijn ploeg zijn proef van het hoogste niveau rijden en het niveau net daaronder voorstellen. Indien de combinatie echter maar 1 proef voorstelt, moet dit de proef van het hoogste niveau zijn. Hetzelfde reglement is van toepassing voor de reservist. Artikel 3 Er zullen 2 Interclubkampioenschappen plaatsvinden en dit op dezelfde dag en op dezelfde locatie. Kleine Tour: Niveau 0-1 bestaande uit minimum 3 en maximum 4 ruiters en 6 proeven Grote Tour: Niveau 2-3 bestaande uit minimum 2 en maximum 3 ruiters en 3 proeven. De proeven die per ploeg moeten voorgesteld worden zijn: Kleine Tour: drie proeven van het niveau 0 (E7) drie proeven van het niveau 1 (A6/A7) Grote Tour: één proef A6 één proef L6 één proef M3 Artikel 4 Iedere club moet schriftelijk de samenstelling van zijn ploeg(en), alsook de naam van de ploegleider en vermelding Kleine Tour of Grote Tour op het daartoe bestemde formulier invullen. Dit formulier moet ten allerlaatste op de maandag voor het kampioenschap ingediend worden bij het bureau van de H.G.V.B.B. Elke club heeft het recht op dit formulier, voor elk niveau, een reserve-combinatie te vermelden. Artikel 5 De ploegleiders dienen 30 minuten voor het begin van de wedstrijd, de combinaties en de proeven die voor hun club zullen meetellen, te bevestigen bij het secretariaat van de wedstrijd. Artikel 6 a) Wordt Inter-club Kampioen, de club waarvan de ploeg het hoogste aantal punten behaalt bij het samentellen van de punten van de verschillende proeven die voor het kampioenschap werden voorgesteld. b) De club met het tweede hoogste aantal wordt tweede, enz. c) In geval van ex-aequo voor de 1ste, 2de of 3de plaats, zijn de resultaten bekomen op het niveau 1 voor de kleine tour en niveau 3 voor de grote tour doorslaggevend. Indien ook hier ex-aequo is, worden de resultaten op het niveau 0 kleine tour en 2 grote tour 10

11 doorslaggevend. Artikel 7 Voor het kampioenschap Kleine Tour alsook voor het kampioenschap Grote Tour : Een trofee voor de winnende ploeg Gouden medailles aan de ruiters van de winnende ploeg Zilveren medailles aan de ruiters van de ploeg die eindigde op de 2e plaats Bronzen medailles aan de ruiters van de ploeg op de derde plaats Prijsuitreiking: In de mate van het mogelijke zal de prijsuitreiking te paard gebeuren, in elk geval in wedstrijdkledij en met de voltallige ploeg op het einde van de dag. Artikel 8 Klachten dienen ten laatste 1 uur na het afsluiten van het kampioenschap schriftelijk bij het secretariaat van de wedstrijd te worden neergelegd. Artikel 9 Voor alle gevallen die niet in dit reglement voorzien zijn, zullen de rechters bijgestaan door de leden van de dressuurcommissie van de H.G.V.B.B. de beslissing nemen : zij zullen daarbij een beroep doen op bestaande reglementen en zich laten leiden door het principe van rechtvaardigheid. 11

12 c. PROEVEN JONGE DRESSUURPAARDEN 1. Doel De jonge, beloftevolle dressuurpaarden aan te trekken en te promoten. 2. Voorwaarden De proeven zijn opengesteld voor alle 4-, 5-jarige paarden, geregistreerd bij een erkend Belgisch of buitenlands stamboek. De proeven zijn opgesteld voor alle gelicentieerde ruiters, zowel nationaal, provinciaal als LRV mits een vergunning via de H.G.V.B.B. 3. Proeven -4-jarige paarden :Proef 4 jarige (20 X 40 m) -5-jarige paarden : Proef 5 jarige (20 X 40 m) Bij deelname aan deze proeven wordt geen enkel handicappunt behaald. Bij deelname aan deze proeven komt de combinatie niet in aanmerking voor interprovinciaal kampioenschap, challenges, Cavalor Cup en individueel kampioenschap. 4. Wedstrijdterrein De combinaties moeten de mogelijkheid hebben om éénmaal in de piste te kunnen rondrijden en dit gedurende max. 45 sec. 5. Inschrijvingen Bij de eerste inschrijving moet een kopie van het stamboekpapier afgegeven worden. Het paard moet geïmmatriculeerd zijn bij de KBRSF. Het paard mag deelnemen aan de jonge paardenproef alsnog de hoogste proef van een gewenst niveau. 6. Prijzen De organisator voorziet een beker indien er minstens 3 ingeschreven en deelnemende combinaties zijn. 12

13 d. SELECTIE VOORWAARDEN VOOR HET INTERPROVINCIAAL KAMPIOENSCHAP PAARDEN/ PONY'S Artikel 1 Iedere kandidaat verklaart dat hij ermee akkoord gaat om alle verplichtingen die aan dit kampioenschap eigen zijn, te vervullen. a) De combinatie (ruiter en paard )zal heel de dag aanwezig zijn op het kampioenschap. b) De combinatie zal ook deelnemen aan de prijsuitreikingen en de voorstelling van de ploeg zoals gebruikelijk op dit kampioenschap. c) Indien de combinatie door ziekte of kwetsuur niet kan deelnemen zal zij onmiddellijk de H.G.V.B.B. (dressuurcommissie of ploegleider ) verwittigen via telefoon-sms en staven met een getuigschrift (dokter-dierenarts). d) Indien de combinatie een wedstrijdstal voor zijn paard wenst in geval de inrichter er ter beschikking heeft, zal zij de financiële kost hiervoor betalen. e) De inschrijvingen voor de proeven zullen betaald worden door de H.G.V.B.B. en het zadeldeken dat de H.G.V.B.B. hem/haar bezorgd voor deze wedstrijd zal hij/zij terugbezorgen aan de H.G.V.B.B.. f) De combinatie die deelneemt op het niveau 3 zal er ook voor zorgen dat zij een Kûr niv 3 heeft en deze zal moeten voorgesteld worden tijdens het kampioenschap en dat de muziek van deze kür op 2 CD s bezorgd wordt aan de ploegleider. h) De combinatie zorgt zelf voor het transport van en naar het kampioenschap. Artikel 2 De dressuurcommissie zal op haar vergadering een selectie maken voor ieder niveau op basis van de verreden resultaten binnen het seizoen. Artikel 3 De dressuurcommissie zal er voor zorgen dat haar geselecteerde combinaties op tijd ingeschreven zijn bij de inrichtende provincie en zal ook de inschrijvingen betalen. Artikel 4 De dressuurcommissie zal ook een ploegleider aanstellen bij wie de deelnemers terechtkunnen voor alle inlichtingen aangaande dit kampioenschap. 13

14 e. SELECTIE VOORWAARDEN VOOR HET REGELMATIGHEIDSCRITERIUM/ CHALLENGES Artikel 1 De challenges zijn een regelmatigheidscriterium die gelden voor niveau De challenges zijn enkel voor ruiters met een competitieve licentie aangesloten bij de H.G.V.B.B. Aan iedere geklasseerde in een top 3 zal op het einde van het dressuurseizoen en tijdens de kampioenenviering een naturaprijs aangeboden worden. Artikel 2 puntentelling Onder behoudt van de rangschikking van de handicapproef krijgen de eerste 10 H.G.V.B.B. ruiters per niveau en per combinatie volgende punten: 1e: 11ptn, 2e: 9ptn, 3e: 8ptn, enz, tot de 10e geklasseerde : 1 ptn. Indien ruiters van een andere provinciale bij de 10 eerste geklasseerde voorkomen, krijgen deze geen punten toegekend en hun plaats wordt ingenomen door de eerstvolgende H.G.V.B.B. ruiter. Wanneer een combinatie van niveau veranderd blijven de punten van het vorige niveau staan in het klassement. Hij begint in het volgende niveau terug op 0 Het niveau waarin de deelnemer het hoogst gerangschikt is zal tellen. Bij ex aequo zal gekeken worden naar het hoogste percentage op de laatste wedstrijd. 14