Veilig werken met de motorzaag STIH)

Transcriptie

1 Veilig werken met de motorzaag STIH)

2 Inhoud Nederlands Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar. Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier. ANDREAS STIHL AG & Co. KG, M0,25. K3. Rei. Printed in Germany Voor uw veiligheid... 2 Gebruik... 7 Onderhoudsen reinigingsvoorschriften Belangrijke componenten STIHl Deze brochure bevat de in de handleidingen voor de STIHL motorzagen uitvoerig beschreven aanwijzingen met betrekking tot de veiligheid en de werktechniek. Met behulp van deze brochure kan ook de gebruiker die al jarenlang in het bezit is van een motorzaag in zijn eigen belang kennismaken met de nieuwste inzichten met betrekking tot veilig werken met de motorzaag. Let erop dat de afbeeldingen in het hoofdstuk Belangrijke componenten als voorbeeld de MS 210-motorzaag tonen. Andere motorzaagtypen zijn uitgevoerd met andere bedieningselementen. Bovendien staan er in deze brochure verwijzingen naar hoofdstukken in de apparaatspecifieke handleidingen. Met het oog hierop moet dan ook natuurlijk altijd beslist de handleiding voor de betreffende motorzaag worden gelezen. Als u, na het lezen van deze brochure, nog vragen hebt, kunt u zich wenden tot uw STIHL dealer. 1

3 Voor uw veiligheid Tijdens het werken met de motorzaag moeten extra veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen, omdat er met de motorzaag sneller wordt gewerkt dan met de bijl en handzaag en omdat de snelheid van de ketting zeer hoog is. Lees de gehele handleiding voor de eerste ingebruikneming aandachtig door en bewaar de handleiding goed. Het niet-inachtnemen van de veiligheidsaanwijzingen kan tot levensgevaarlijke situaties leiden. Neem de voorschriften ter voorkoming van ongevallen van de arbeidsinspectie in acht. Wie voor de eerste maal met een motorzaag werkt: Laat u door de verkoper demonstreren, hoe u veilig kunt omgaan met de motorzaag of neem deel aan een cursus. Minderjarigen mogen niet met een motorzaag werken uitgezonderd jongeren boven 16 jaar, die onder toezicht leren met de machine te werken. Kinderen, dieren en toeschouwers op afstand houden. De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen die andere personen of hun eigendom overkomen, resp. de gevaren waaraan ze worden blootgesteld. Geef of leen de motorzaag alleen aan personen die met dit model en het gebruik ervan vertrouwd zijn en geef ook altijd de handleiding mee! Wie met een motorapparaat werkt moet uitgerust, gezond en in een goede lichamelijke conditie zijn. Alleen dragers van pacemakers: Het ontstekingssysteem van dit apparaat wekt een zeer gering elektromagnetisch veld op. Invloed op enkele typen pacemakers kan niet geheel worden uitgesloten. Voor het voorkomen van gezondheidsrisico s adviseert STIHL de behandelend arts en de fabrikant van de pacemakers te raadplegen. Na gebruik van alcohol, van medicijnen die de reactiesnelheid verminderen of van verdovende middelen mag niet met het motorapparaat worden gewerkt. STIHL adviseert alleen zaagbladen, zaagkettingen en kettingtandwielen te monteren, die door STIHL geleverd en (volgens de technische gegevens en STIHL verkoopdocumentatie) uitdrukkelijk voor dit motorzaagtype worden aanbevolen. Deze componenten zijn qua eigenschappen optimaal op de motorzaag en de eisen van de gebruiker (zaagprestaties, trillingen, neiging tot terugslag) afgestemd. Bij de overige aanbouwapparaten adviseert STIHL alleen die componenten te monteren die door STIHL werden geleverd of uitdrukkelijk voor het aanbouwen werden vrijgegeven. Andere aanbouwapparaten kunnen leiden tot een grotere kans op ongevallen en hebben een negatieve invloed op de motorzaag. Breng geen wijzigingen aan het motorapparaat aan de veiligheid kan hierdoor in gevaar worden gebracht. Voor persoonlijke en materiële schade die berusten op wijzigingen aan het motorapparaat, het gebruik van niet door STIHL vrijgegeven aanbouwapparaten of de montage van niet-aanbevolen zaagbladen en zaagkettingen, kan STIHL niet aansprakelijk worden gesteld! 2

4 Kleding en uitrusting Draag de voorgeschreven kleding en uitrusting. De kleding moet doelmatig zijn en mag tijdens het werken niet hinderen. Goed passende kleding met beschermende inzetstukken combipak, geen stofjas! het meest geschikt is het STIHL veiligheidspak. Draag geen kleding die aan takken of struikgewas kan blijven haken. Draag ook geen sjaal, geen das en geen sieraden. Maak lang haar vast (bijv. haarnetje). Draag veiligheidsschoenen met een slipvrije zool en een stalen neus. Draag een veiligheidshelm als er takken o.i.d. naar beneden kunnen vallen. Draag een veiligheidsbril en persoonlijke gehoorbescherming bijv. oorkappen. Draag stevige handschoenen zo mogelijk van chroomleer. Motorzaag transporteren Altijd de kettingrem blokkeren en de kettingbeschermer aanbrengen ook bij transport over kleine afstanden. Bij langere afstanden (meer dan ca. 50 m) ook de motor afzetten. Draag de motorzaag alleen aan de draagbeugel de hete uitlaatdemper aan de buitenzijde, het zaagblad naar achteren. Raak hete machinedelen, in het bijzonder het oppervlak van de uitlaatdemper, niet aan kans op brandwonden! Bij transport in een auto: Zet de motorzaag vast, zodat hij niet kan omvallen, er geen benzine kan uitstromen en hij niet kan worden beschadigd. Als de motorzaag niet wordt gebruikt, moet hij zo worden opgeborgen dat niemand gevaar loopt. Tanken Benzine is uiterst licht ontvlambaar houd afstand tot open vuur mors geen brandstof. Zet voor het tanken de motor af. Tank niet, zolang de motor nog heet is er kan benzine overlopen brandgevaar! Draai de tankdop voorzichtig los, opdat de heersende overdruk langzaam wordt verlaagd en er geen benzine uit de benzinetank kan spuiten. Tank alleen op een goed geventileerde plek. Als er brandstof wordt gemorst, moet de motorzaag direct worden schoongemaakt zorg ervoor dat de kleding niet in aanraking komt met de brandstof, verwissel in dat geval direct de kleding. STIHL biedt een omvangrijk programma aan persoonlijke beschermuitrusting aan. 3

5 De motorapparaten kunnen standaard zijn uitgerust met verschillende tankdoppen. Draai de schroeftankdop na het tanken zo stevig mogelijk vast. Tankdop met beugel (bajonetsluiting) correct aanbrengen, tot aan de aanslag draaien en de beugel inklappen. Hierdoor wordt het risico dat de tankdop door het trillen van de motor losloopt en de benzine naar buiten stroomt verkleind. Let op lekkages! Start de motor niet als er benzine uit de tank stroomt levensgevaar door verbranding! Voor het starten Controleer of de motorzaag in een goede staat verkeert let op het betreffende hoofdstuk in de handleiding: Goed werkende kettingrem Juist gemonteerd zaagblad Goed gespannen zaagketting Gashendel en gashendelblokkering gemakkelijk te bedienen gashendel moet automatisch in de stationairstand terugveren Combischakelaar/stopschakelaar gemakkelijk in stand STOP, resp. $ te plaatsen Het vastzitten van de bougiesteker controleren als de bougiesteker loszit kunnen vonken ontstaan, waardoor het vrijkomende benzineluchtmengsel kan ontbranden brandgevaar! Geen wijzigingen aan de bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen aanbrengen Handgreep en draagbeugel schoon en droog vrij van olie en hars voor het veilig geleiden van de motorzaag De motorzaag mag alleen worden gebruikt wanneer hij in goede staat verkeert kans op ongevallen! Motor starten Ten minste op 3 meter afstand van de plaats waar werd getankt en niet in afgesloten ruimtes. De motorzaag wordt door slechts één persoon bediend er mogen zich geen andere personen binnen het bereik van de motorzaag ophouden ook niet tijdens het starten. Voor het starten de kettingrem blokkeren kans op letsel door de draaiende zaagketting! Start de motor niet los uit de hand de motor starten zoals beschreven in de handleiding. Tijdens het werk Bij dreigend gevaar, resp. in geval van nood direct de motor afzetten de combischakelaar/stopschakelaar in stand $, resp. d plaatsen. Als de motor draait: de zaagketting draait nog even door als de gashendel wordt losgelaten uitloopeffect. 4

6 Let op bij ijzel, regen, sneeuw, ijs, op hellingen, oneffen terrein of op vers geschild hout (schors) kans op uitglijden! Let op bij boomstronken, wortels, greppels kans op struikelen! Altijd voor een stabiele en veilige houding zorgen. Niet alleen werken altijd binnen gehoorafstand van anderen blijven die in geval van nood hulp kunnen bieden. Bij gebruik van gehoorbescherming moet extra omzichtig en bedachtzaam worden gewerkt waarschuwingen (schreeuwen, alarmsignalen e.d.) zijn nl. minder goed hoorbaar. Op tijd rustpauzes nemen. Licht ontvlambare materialen (bijv. houtspanen, boomschors, droog gras, benzine) uit de buurt van de hete uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper houden brandgevaar! Het motorapparaat produceert giftige uitlaatgassen zodra de motor draait. Deze gassen kunnen geurloos en onzichtbaar zijn. Nooit in afgesloten of slecht geventileerde ruimtes met het motorapparaat werken ook niet met machines met katalysator. Bij het werken in greppels, slenken of op plaatsen met weinig ruimte, steeds voor voldoende luchtventilatie zorgen. Levensgevaar door vergiftiging! Stof dat tijdens het zagen ontstaat (bijv. zaagsel) kan de gezondheid in gevaar brengen. Bij sterke stofontwikkeling een masker dragen. Niet roken tijdens het gebruik en in de directe omgeving van het motorapparaat brandgevaar! Uit het brandstofsysteem kunnen ontvlambare benzinedampen ontsnappen. Als het motorapparaat niet volgens voorschrift (bijv. door geweld van buitenaf, door slag of val) werd uitgeschakeld, voor het opnieuw in gebruik nemen het apparaat beslist op een bedrijfszekere staat controleren. Vooral het brandstofsysteem op lekkage en de werking van de veiligheidsinrichtingen controleren. Een niet in goede staat verkerende motor in geen geval verder gebruiken. In geval van twijfel contact opnemen met de STIHL dealer. Erop letten dat de zaagketting bij een stationair draaiende motor niet meedraait zo nodig de afstelling van het stationair toerental corrigeren als de zaagketting daarna nog meedraait, dit door een STlHL dealer laten repareren. 5

7 Trillingen Als het motorapparaat langere tijd wordt gebruikt, kunnen de trillingen doorbloedingsstoringen in de handen veroorzaken ( witte vingers ). Een algemeen geldende gebruiksduur kan niet worden vastgelegd, omdat dit van meerdere factoren afhankelijk is. De gebruiksduur wordt verlengd door: bescherming van de handen (warme handschoenen) pauzes De gebruiksduur wordt verkort door: bijzondere persoonlijke aanleg voor slechte doorbloeding (kenmerk: vaak koude vingers, tintelen) lage buitentemperaturen de kracht waarmee het motorapparaat wordt vastgehouden (stevig vasthouden belemmert de doorbloeding) Bij regelmatig en langdurig gebruik van het motorapparaat en bij herhaald optreden van betreffende symptomen (bijv. tintelende vingers) wordt geadviseerd een arts te raadplegen. Onderhoud en reparaties Motorapparaat regelmatig onderhouden. Alleen die onderhoudsen reparatiewerkzaamheden uitvoeren, die in de handleiding staan beschreven. Alle andere werkzaamheden overlaten aan de STIHL dealer. Alleen originele STIHL onderdelen monteren. Het gebruik van onderdelen van andere fabrikanten kan tot schade aan het apparaat en verwondingen van personen leiden. Geen wijzigingen aan het motorapparaat uitvoeren uw veiligheid kan hierdoor in gevaar worden gebracht. Motor afzetten om de kettingspanning te controleren om de ketting te spannen om de ketting te verwisselen om storingen op te heffen Kettingvanger controleren vervangen indien beschadigd. Slijphandleiding in acht nemen voor een veilig en juist gebruik van de zaagketting en het zaagblad. De ketting moet altijd in goede staat verkeren, goed zijn geslepen, gespannen en gesmeerd. De zaagketting, het zaagblad en het kettingtandwiel op tijd vervangen. De koppelingstrommel regelmatig op goede staat controleren. De tankdop regelmatig op lekkage controleren. De hete uitlaatdemper niet aanraken brandgevaar! De uitlaatdemper regelmatig op goede staat controleren het motorapparaat niet met een defecte uitlaatdemper of zonder uitlaatdemper gebruiken kans op gehoorschade! Alleen voorgeschreven, intacte en door STIHL vrijgegeven bougies gebruiken (zie hoofdstuk Technische gegevens ). De bougiekabel op goede staat controleren. De motor bij een losgetrokken bougiekabel of losgedraaide bougie alleen dan met het startmechanisme tornen, als de stopschakelaar in stand STOP staat brandgevaar door ontstekingsvonken buiten de cilinder! 6

8 Gebruik Nederlands De benzine en de kettingsmeerolie alleen in de voorgeschreven jerrycans en tanks, voorzien van duidelijke opschriften opslaan. Direct contact van de huid met benzine vermijden, benzinedampen niet inademen gevaar voor de gezondheid! De motorzaag direct afzetten als de kettingrem niet goed werkt kans op letsel! Contact met de STIHL dealer opnemen! Het motorapparaat niet gebruiken, totdat de storing is verholpen (zie hoofdstuk Kettingrem"). Gevaar door terugslag Terugslag kan tot dodelijk letsel leiden. Terugslag ontstaat bijv. als 001BA093 LÄ de zaagketting met het bovenste kwart van de geleidebladneus per ongeluk in aanraking komt met hout of een ander vast voorwerp bijv. als tijdens het snoeien per ongeluk een andere tak wordt geraakt de zaagketting bij de geleidebladneus tijdens het zagen even wordt vastgeklemd Bij terugslag (kickback) wordt de zaag plotseling en oncontroleerbaar in de richting van de gebruiker geslingerd. 001BA036 KN QuickStop-kettingrem: Door deze rem wordt in bepaalde situaties de kans op letsel verminderd de terugslag zelf kan niet worden voorkomen. Als de kettingrem in werking treedt, staat de ketting binnen een fractie van een seconde stil dit staat beschreven in hoofdstuk Kettingrem van deze handleiding. 7

9 Kans op terugslag verkleinen: Met overleg en volgens de regels werken De zaag met beide handen stevig vasthouden Alleen met vol gas zagen Op de geleidebladneus letten Niet met de geleidebladneus zagen Voorzichtig zijn, bij het zagen van kleine, taaie takken, laag kreupelhout en jonge scheuten de ketting kan hierin vastlopen Nooit meerdere takken in één keer zagen Niet te ver voorover gebogen zagen Niet boven schouderhoogte zagen Het geleideblad uiterst voorzichtig in een reeds aanwezige zaagsnede aanbrengen Het steken, alleen toepassen indien u met de techniek hiervan vertrouwd bent Op de stand van de stam letten en op krachten die de zaagsnede dicht kunnen drukken waardoor de zaagketting wordt vastgeklemd Alleen met een goed geslepen en correct gespannen ketting werken afstand dieptebegrenzer niet te groot Een terugslag reducerende zaagketting en een geleideblad met een kleine geleidebladneusradius gebruiken Zagen Alleen in hout en houtige voorwerpen zagen. Niet in de startgasstand werken. Het motortoerental is in deze stand van de gashendel niet regelbaar. Rustig en met overleg werken alleen bij voldoende licht en goed zicht. Anderen niet in gevaar brengen voorzichtig werken. Een zo kort mogelijk geleideblad gebruiken: zaagketting, geleideblad en kettingtandwiel moeten bij elkaar en bij de motorzaag passen. 001BA087 LÄ De motorzaag altijd met beide handen vasthouden: de rechterhand op de achterste handgreep ook door linkshandigen. Voor het goed vasthouden van de motorzaag de duim stevig om de draagbeugel en de handgreep houden. 8

10 De motorzaag met vol gas in de zaagsnede aanbrengen en de kam stevig tegen de stam drukken pas dan met zagen beginnen. 001BA082 KN Nooit zonder kam werken, de motorzaag kan de gebruiker naar voren trekken. De kam altijd goed tegen de stam plaatsen. Geen lichaamsdelen in het verlengde zwenkbereik van de zaagketting houden. De motorzaag alleen met een draaiende zaagketting uit het hout trekken. De motorzaag alleen voor het zagen gebruiken niet voor het loswippen of wegschuiven van takken of worteluitlopers. Vrijhangende takken niet vanaf de onderzijde doorzagen. Voorzichtig zijn bij het zagen van versplinterd hout kans op letsel door meegeslingerde stukken hout. Geen andere voorwerpen met de motorzaag in aanraking laten komen: stenen, spijkers enz. kunnen worden weggeslingerd en de zaagketting beschadigen de motorzaag kan omhoog slaan. Op hellingen altijd boven of naast de stam of liggende boom staan. Op naar beneden rollende stammen letten. Bij werkzaamheden die niet vanaf de grond kunnen worden uitgevoerd: Altijd een hoogwerker gebruiken Niet op een ladder werken Niet in de boom Niet op onstabiele plaatsen Niet boven schouderhoogte Niet met één hand 001BA033 KN A = naar voren trekken A Als tijdens bovenhands zagen de ketting klemt of een voorwerp in het hout raakt, kan de motorzaag met een ruk tegen de stam worden getrokken de kam altijd stevig tegen de stam plaatsen. 001BA037 KN 9

11 B = terugslag B Als tijdens onderhands zagen de ketting klemt of een vast voorwerp in het hout raakt, kan de motorzaag worden teruggestoten in de richting van de motorzaaggebruiker. 001BA038 KN Vellen en snoeien Vellen en snoeien mag alleen worden uitgevoerd door iemand die hiervoor een opleiding heeft genoten. De nationale voorschriften met betrekking tot het vellen in acht nemen. In de omgeving waar wordt geveld mogen zich alleen personen bevinden die met het vellen bezig zijn. Controleer of er niemand door de vallende boom in gevaar kan worden gebracht een schreeuw kan door het lawaai van de motor worden overstemd. 1 1/ / 2 001BA088 LÄ De valrichting en vluchtwegen bepalen De open plek kiezen waar de boom kan vallen. Hierbij letten op: De natuurlijke hoek waaronder de boom staat Buitengewoon sterke takvorming, asymmetrische groei, beschadigd hout Windrichting en -snelheid bij een krachtige wind niet vellen Hellingrichting Naast staande bomen Sneeuwbelasting De conditie van de boom in acht nemen bijzonder voorzichtig te werk gaan bij een beschadigde stam of dood hout (dor, vermolmd of afgestorven hout) De afstand tot de volgende werkplek moet minimaal 2 1 / 2 boomlengte bedragen 10

12 A B B A = valrichting B = vluchtwegen Voor iedereen vluchtwegen aanbrengen ca. 45 schuin naar achteren Eventuele takken of andere obstakels die zich op de vluchtwegen bevinden, verwijderen Gereedschap en apparaten op veilige afstand neerleggen maar niet op de vluchtwegen Tijdens het vellen altijd aan de zijkant van de stam staan en alleen zijwaarts de vluchtweg in lopen 001BA040 KN Vluchtwegen op steile hellingen evenwijdig aan de helling aanbrengen Tijdens het teruglopen op vallende takken letten en naar de kroon kijken Werkgebied bij de stam voorbereiden Storende takken, struikgewas en obstakels uit het werkgebied bij de stam verwijderen veilige plaats voor alle medewerkers De voet van de stam goed schoonmaken (bijv. met de bijl) zand, stenen en andere niet-houten voorwerpen maken de zaagketting bot Grote worteluitlopers inzagen: Als eerste de grootste worteluitloper eerst in verticale richting, vervolgens in horizontale richting inzagen alleen bij gezond hout 001BA146 KN Valkerf aanbrengen Met behulp van de vellijst op de kap en het ventilatorhuis van de motorzaag kan tijdens het zagen van de valkerf de valrichting worden gecontroleerd. Bij het aanbrengen van de valkerf de motorzaag zo uitlijnen dat de vellijst exact in de richting wijst waarin de boom moet vallen. Bij de volgorde van de horizontale en de schuine zaagsnede zijn meerdere mogelijkheden toegestaan neem de nationale voorschriften met betrekking tot de veltechniek in acht. STIHL adviseert de volgende procedure: 001BA153 KN 11

13 C D C D 001BA143 KN 001BA150 KN 001BA144 KN De C = valkerf bepaalt de valrichting : De horizontale zaagsnede aanbrengen hierbij de valrichting controleren met behulp van de vellijst : Schuine zaagsnede van ca. 45 aanbrengen : Valkerf controleren indien nodig de valkerf corrigeren Belangrijk: valkerf haaks ten opzichte van de valrichting zo dicht mogelijk bij de grond circa 1 / 5 tot 1 / 3 van de stamdiameter inzagen Spintsnede Spintsnedes voorkomen bij langvezelige houtsoorten dat het spinthout openscheurt als de boom omvalt aan beide zijden van de stam ter hoogte van de valkerfzool circa 1 / 10 van de stamdiameter bij dikkere stammen maximaal tot de breedte van het geleideblad inzagen. Bij ziek hout geen spintsnede aanbrengen. Velsnede Voor het aanbrengen van de velsnede de waarschuwing Attentie! roepen. D = velsnede iets hoger dan de horizontale zaagsnede van de valkerf inzagen Exact horizontaal Tussen de velsnede en de valkerf moet ca. 1 / 10 van de stamdiameter overblijven = breuklijst 12

14 E 1 E 001BA145 KN 001BA147 KN 001BA148 KN Tijdig wiggen in de velsnede aanbrengen alleen houten, lichtmetalen of kunststofwiggen geen stalen wiggen. Stalen wiggen beschadigen de zaagketting en kunnen terugslag veroorzaken. De E = breuklijst geleidt de boom als een scharnier naar de grond Deze in geen geval tijdens het zagen van de velsnede inzagen anders afwijking van de geplande valrichting kans op ongelukken! Bij rottende stammen een bredere breuklijst laten staan. Direct voor het vallen van de boom een tweede waarschuwing Attentie! roepen. Bij dunne stammen: enkele waaiersnede De kam achter de breuklijst tegen de stam plaatsen. De motorzaag om dit draaipunt zwenken hoogstens tot aan de breuklijst de kam rolt hierbij over de stam. Bij dikke stammen: nagetrokken waaiersnede Als de stamdiameter groter is dan de zaaglengte van de motorzaag: nagetrokken waaiersnede meersectorensnede. De kam als draaipunt gebruiken de motorzaag zo min mogelijk verplaatsen. 1 = eerste snede: De geleidebladneus gaat achter de breuklijst in het hout - de motorzaag beslist horizontaal houden en de motorzaag zo ver mogelijk draaien. 13

15 Insteken Hartsteek BA149 KN Het steken, alleen toepassen indien u met de techniek hiervan vertrouwd bent Een terugslagarme zaagketting gebruiken en bijzonder voorzichtig te werk gaan Bij de hartsteek Bij het vellen van overhangende bomen Als ontlastingssnede tijdens het inkorten Bij knutselwerkzaamheden 6 Als de stamdiameter meer dan dubbel zo groot is als de lengte van het geleideblad Als bij bijzonder dikke stammen een stuk van de kern blijft staan Bij moeilijk te vellen bomen (eik, beuk), zodat de harde kern niet openscheurt en de valrichting beter kan worden aangehouden Bij zacht loofhout, om de spanning in de stam weg te nemen en te voorkomen dat er houtsplinters uit de stam worden gescheurd Bij het verplaatsen van de motorzaag voor de 2 = volgende zaagsnede: Het geleideblad moet geheel in de zaagsnede blijven, om een ongelijkmatige velsnede te voorkomen de kam weer tegen de stam plaatsen enz. 3 = laatste snede: De motorzaag zoals bij de enkele waaiersnede tegen het hout aanbrengen de breuklijst niet inzagen! 4 4 = het geleideblad met de onderzijde van de neus tegen de stam plaatsen niet met de bovenzijde kans op terugslag! Zo ver inzagen dat de zaagsnede tweemaal zo diep is als de breedte van het geleideblad 5 = geleideblad langzaam in de insteekstand zwenken. Attentie kans op terugslag of terugstoten! 6 = voorzichtig in de stam steken kans op terugstoten! 5 001BA154 KN 001BA089 LÄ : Het geleideblad in de valkerf steken en naar beide zijden zwenken 14

16 De grootste voorzichtigheid is geboden bij loshangende stammen bij stammen, die doordat ze op ongunstige wijze zijn omgevallen, tussen andere bomen onder spanning staan bij werkzaamheden aan stammen die ten gevolge van een storm over elkaar zijn gevallen In deze gevallen niet met de motorzaag werken maar een kantelhaak, een lier of een tractor gebruiken. Vrij liggende of losgezaagde stammen wegtrekken. De werkzaamheden indien mogelijk op een open plek voortzetten. Dood hout (dor, vermolmd of afgestorven hout) vormt een aanzienlijk, moeilijk in te schatten, gevaar. Het herkennen van het gevaar is zeer moeilijk of zo goed als onmogelijk. Hulpmiddelen als een lier of tractor gebruiken. Bij het vellen van bomen in de buurt van wegen,spoorrails, elektriciteitskabels enz. moet bijzonder voorzichtig te werk worden gegaan. Zo nodig, de politie, het energiebedrijf of de spoorwegen informeren. Snoeien Een terugslagarme zaagketting gebruiken De motorzaag zo veel mogelijk ondersteunen Niet op de stam staand snoeien Niet met de zaagbladneus zagen Op takken letten die onder spanning staan Nooit meerdere takken in één keer zagen Voor het zagen van dun hout Een stabiele, stevige zaagbok gebruiken Het hout niet met de voet tegenhouden Andere personen mogen het hout niet vasthouden of op andere wijze meehelpen Liggende of staande stammen die onder spanning staan: Altijd eerst aan de 1 = drukzijde de ontlastingssnede inzagen, vervolgens 2 = aan de trekzijde de zaagsnede inzagen de motorzaag kan anders klemmen of terugslaan Alleen van boven naar onderen zagen als dit niet anders kan (onderhandse zaagsnede) kans op terugstoten! Liggende stammen mogen op de plaats waar de zaagsnede wordt aangebracht niet de grond raken de zaagketting wordt anders beschadigd BA151 KN 001BA152 KN 15

17 Onderhouds- en reinigingsvoorschriften De onderstaande werkzaamheden zijn gebaseerd op normale gebruiksomstandigheden. Onder zware omstandigheden (sterke stofoverlast, houtsoorten met sterke harsvorming, tropisch hout enz.) en in geval van langere werktijden per dag moeten de opgegeven intervallen navenant worden verkort. Bij incidenteel gebruik kunnen de intervallen overeenkomstig worden verlengd. voor het begin van de werkzaamheden na het werk, resp. dagelijks na elke tankvulling wekelijks maandelijks jaarlijks bij storing bij beschadiging naar behoefte Complete machine Gashendel, gashendelblokkering, combischakelaar Kettingrem 1) STIHL dealer 2) zie Kettingrem Visuele controle (staat, lekkage) reinigen Werking controleren Werking controleren controleren 1) 2) controleren Aanzuigmond / filter in benzinetank reinigen, filterelement vervangen Aanzuigmond vervangen Benzinetank reinigen Smeerolietank reinigen Kettingsmering controleren Zaagketting controleren, ook op scherpte controleren Kettingspanning controleren slijpen controleren (slijtage, beschadiging) reinigen en omkeren Zaagblad bramen verwijderen vervangen Kettingtandwiel controleren Luchtfilter reinigen vervangen controleren AV-elementen (silent-bloc, veren) vervangen 1) Koellucht-aanzuigsleuven reinigen Cilinderribben reinigen 16

18 De onderstaande werkzaamheden zijn gebaseerd op normale gebruiksomstandigheden. Onder zware omstandigheden (sterke stofoverlast, houtsoorten met sterke harsvorming, tropisch hout enz.) en in geval van langere werktijden per dag moeten de opgegeven intervallen navenant worden verkort. Bij incidenteel gebruik kunnen de intervallen overeenkomstig worden verlengd. voor het begin van de werkzaamheden na het werk, resp. dagelijks na elke tankvulling wekelijks maandelijks jaarlijks bij storing bij beschadiging naar behoefte Stationair toerental controleren ketting mag Carburateur niet meedraaien Stationair toerental afstellen Bougie Elektrodenafstand afstellen Bereikbare bouten en moeren (behalve stelschroeven) 2) natrekken Vonkenrooster* in uitlaatdemper Kettingvanger 2) De cilindervoetbouten bij de eerste ingebruikname van professionele motorzagen (vanaf een vermogen van 3,4 kw) na 10 tot 20 bedrijfsuren natrekken controleren reinigen, resp. vervangen controleren vervangen * zie Bij deze handleiding 17

19 Belangrijke componenten 1= sluiting carburateurkastdeksel 14 2= carburateurstelschroeven 3= benzinepomp (snelstart*) = decompressieklep* 5= kettingrem 6= uitlaatdemper 7= kettingtandwiel 8= kettingtandwieldeksel 9= kettingvanger 10= kettingspanner (zijdelings) BA003 KN 11= kettingspanner (frontaal) 12= geleideblad 13= Oilomatic-zaagketting 14= spanwiel* (kettingsnelspanner) 15= knop van vleugelmoer* (kettingsnelspanner) * zie Bij deze handleiding 18

20 16= olietankdop # BA004 KN 17= kam 18= voorste handbeschermer 19= voorste handbeschermer (draagbeugel) 20= starthandgreep 21= bougiesteker 22= combischakelaar 23= benzinetankdop 24= gashendel 25= gashendelblokkering 26= achterste handgreep 27= achterste handbeschermer #= machinenummer 19

21 20

22 niederländisch / Nederlands