B NIEUWS #09 CONFERENCE ON GLOBAL HOUSING DESIGN & ARCHITECTURAL STUDIES. 24TH & 25TH OF JUNE Page 8/9

Transcriptie

1 B NIEUWS #09 12 may periodical for the faculty of architecture and the Built environment tu Delft CONFERENCE ON GLOBAL HOUSING DESIGN & ARCHITECTURAL STUDIES 24TH & 25TH OF JUNE Page 8/9 4/5 BEP (Beroeps Ervaring Periode) Be prepared! Find out the facts behind the new two year work experience requirement for the architects title. 10/11 AMS Nieuw instituut voor toegepaste metropolitane oplossingen maakt golven in Amsterdam 12/13 BK IN FOCUS Hosting the Unexpected The Dutch Urban block at the Moscow Architecture

2 2 Nieuws B NIEUWs MAY 2014 Nieuws 3 SHORT NEWS Platform Health@BK Op 11 maart bezochten ca. 75 deelnemers de eerste bijeenkomst van het platform Health@BK. Dit platform is geïnitieerd door Theo van der Voordt en Cor Wagenaar om kennis uit te wisselen uit aan zorg en gezondheid gerelateerd onderzoek van alle afdelingen, via een gezamenlijke website en bijeenkomsten. Andere doelstellingen zijn het opzetten van gezamenlijke projecten, schrijven van onderzoekvoorstellen voor Horizon 2020, en samenwerken in multidisciplinaire ontwerpstudio s over de gezonde stad en zorghuisvesting. Event Calendar Bouwkunde Bouwkunde heeft een nieuwe Event Calendar, met elke maand een compleet overzicht van lezingen, symposia en andere activiteiten in BK City. Elke maand worden er ook posters van gedrukt, die overal in het gebouw hangen. Hebben we iets gemist? Meld het via communicatie-bk@tudelft.nl Ulrich Knaack gastprofessor bij TU München De TU Delft en de TU München gaan samenwerken op het gebied van klimaatontwerp. Ulrich Knaack zal daarom tijdens de zomerperiode 2014 als gastprofessor verbonden zijn aan de leerstoel van Thomas Auer aan de TU München. The chair of Public Building is looking for a studentassistant We need a person skilled in organisation, language and design, to be part of the team of student-assistants of the chair. An interview will be scheduled for the 12th of June. Please send your CV to inform us about your skills before the 6th of June to info34-ac-bk@tudelft.nl. Chinese Urbanism in Africa! Naar aanleiding van hun onderzoek naar Chinese megasteden, zetten alumnus Daan Roggeveen en journalist Michiel Hulshof hun Go West Project door in Afrika.Aannemers, ontwikkelaars en ontwerpers uit China hebben een enorme invloed op de stedelijke ontwikkeling van Afrika. De aandacht van het Go West project ligt nu op de fysieke impact van deze belangrijke geopolitieke verandering. Op zaterdag 26 april lanceerden Daan Roggeveen en Michiel Hulshof een speciaal tijdschrift, in samenwerking met het tijdschrift Urban China. Like Bnieuws on Facebook and follow us on Twitter! Flowing Composites AR0135 Technoledge Design Informatics Digital design and manufacturing elective In the third quarter the new AR0135 Technoledge Design Informatics course ran for the first time, which resulted in an unusual high quality build design. The course is an elective within the newly developed AE+T master track which was organized together with the Architecture Faculty of the Yasar University in Izmir, Turkey. This elective emphasizes the rationalization of the design for digital manufacturing with the purpose to actually build it. A group of nineteen students was given the task to design and build a small architectural object that should function as a meeting point at the Yasar University campus. Polkima Glass Reinforced Plastics, a composite factory near Izmir, generously agreed to support the course not only by providing the materials, but also by making molds, providing a space to work and by giving their input, guidance and feedback during the design process. Together with Polkima a set of strict design constraints were defined based on the available time, resources and digital manufacturing possibilities and limitations. Divided into five groups, the students had two weeks to create a conceptual design keeping the actual fabrication of the object in mind. Design decisions had to be made and the construction calculations. The intention of this phase was to go through all aspects of the fabrication as a team to gain insight in the relationship between the design process and the actual fabrication. Polkima offered to mill the molds before the students arrive in Turkey to speed up the process, making sure the object could actually be built by the students. By the time the students arrived in Izmir, most of the machining was done. Some of the molds where still in production which enabled the students to see the process in action. Quite an impressive sight if you take in account that 7,5 tons of MDF was transformed into the basis of an elegant ject was revealed on a Friday afternoon, just within the deadline, in the presence of the dean of the architecture faculty and the rector of the Yasar University, many interested students and the Turkish press. The result was exceptional, not only because of the short timeframe for design and fabrication, but also because of the high quality of the finished object from both a design and fabrication point of view. The students experienced the design possibilities that digital manufacturing offers, which can inspire them in future designs. Integrating the digital manufacturing techniques into a creative design process allows them to effectively fast but despite the strict constraints and the short timeframe, the result was a large "The cooperation with the factory was really variety of creative designs and solutions. an invaluable experience" Lemonia Karagianni This made the students aware of the fact that strict design constraints don t have to limit creativity, but can be a catalyst for it, leading to innovative ideas. After one conceptual design was selected the group of 19 students developed it further, in two weeks, for the actual build. fluid object. Together with employees of the Polkima factory, the students finished the molds, hand layed-up the composite parts and assembled the object in a great hospitable atmosphere where jokes where flying back and forth between the students and the employees of Polkima. realise their creative ideas. The intention is to continue running this course with other companies in a similar way to give students the opportunity to experience actual fabrication. Winfried Meijer This pre-fabrication phase involved Thursday night the crew of Polkima finished Paul de Ruiter among other the optimisation of the design for digital manufacturing, the optimisation of the molds, the assembly strategy and painted the surface of the object before it was transported to the Yasar University Campus. In good tradition the ob- For more information, please visit blog./technoledge Final built object Hand lay-up of the composite parts The team Prêt-à-Loger Gebruikt het zonnetje in huis Eén van de dreamteams van de TU Delft brengt de Nederlandse doorzonwoning de Franse grens over: het Prêt-à-Loger team zet dit jaar op de Solar Decathlon in Versailles een nulenergiewoning neer die voelt als thuis. De inzending is gebaseerd op een naoorlogs rijtjeshuis uit Honselersdijk, verbeterd door middel van een duurzaam jasje. Solar Decathlon De Solar Decathlon is een Europese competitie tussen universiteiten van over de hele wereld die de toepasbaarheid, haalbaarheid en kwaliteit van zonne-energie voor de woningmarkt willen aantonen. Teams van verschillende universiteiten gaan de strijd met elkaar aan door het bouwen van een nul-energiewoning. Solar Decathlon Europe 2014 vindt plaats in het Franse Versailles. Hier bouwt ons team deze zomer niet alleen een huis, maar een fragment van een straat met rijtjeshuizen. Het team van bijna vijftig studenten heeft een casestudy gekozen in een straat in Honselersdijk, een dorp in het kassenlandschap van Zuid-Holland. Het internationale team van studenten en de begeleiders is dit jaar grotendeels van de faculteit Bouwkunde afkomstig. Duurzaamheid begint thuis Er zijn grofweg 1.4 miljoen naoorlogse rijtjeshuizen verspreid over heel Nederland en deze verbruiken te veel energie, hebben te kampen met comfortproblemen en zijn te klein voor de huidige maatstaven van het Nederlandse gezin. Volgens Prêt-à- Loger begint duurzaamheid begint bij je thuis. Daarom kiest het team ervoor om deze typisch Nederlandse woning aan te pakken. De doorzonwoningen krijgt een flinke upgrade maar tegelijkertijd wordt de typologie gekoesterd. Dennis IJsselstijn (Project Architect) benadrukt het belang van het behoud van het specifieke karakter van deze woningen: These houses are not only built of materials, but they re also built of emotions and memories of people living here. Het huis in Honselersdijk waar het prototype op gebaseerd is, is al generaties lang in zijn familie. Home with a skin Prêt-à-porter: kleding die klaar is om te dragen, ofwel confectiekleding. De woordspeling Prêt-à-Loger betekent een huis, klaar om in te wonen. Prêt-à-Loger zoekt de balans tussen verbetering en behoud, vertelt Josien Kuizinga (Design Manager). Wij willen voornamelijk de kwaliteit van een thuis en de bijbehorende herinneringen behouden. Met de toepassing van de Skin wordt de woning verbeterd, maar kunnen mensen er gewoon in blijven wonen en blijft de identiteit onaangetast: improve your house, preserve your home. Door de woning een extra jasje te geven, wordt het huis klimatologisch verbeterd en worden er extra vierkante meters toegevoegd. Honselersdijk Het team betrekt de bewoners van Honselersdijk actief bij het project en ook met de kinderen uit de buurt hebben ze een workshop gedaan over duurzaamheid. Deze menselijke factor is erg belangrijk voor Prêt-à-Loger. Josien: Uiteindelijk gaat elk project over mensen en de energiemeter alleen is niet voldoende aanleiding voor een complete renovatie: het moet ook echt toegevoegde kwaliteit bieden. Juist door deze betrokkenheid, kunnen wij een beeld vormen over wat mensen zou kunnen aanzetten tot renoveren. De mate van duurzaamheid wordt niet alleen bepaald door de woning zelf, maar ook door de mensen die erin wonen. Op dit moment werkt het team in Habrinkhoek hard aan het prototype. Hier kamperen de studenten en worden ze wakker met hun bouwhelm nog op. Om met zo n groot team en allerlei sponsoren tot een integraal ontwerp komen vanuit eenzelfde visie, is een hele klus, vertelt Josien. Dit is echter precies waar je als bouwkunde student een toegevoegde waarde kan bieden, omdat je op deze faculteit integraal leert denken en verschillende vakgebieden leert te combineren tot één kloppend ontwerp. Daarbij noemt ze de vaardigheden van bouwtechnisch tekenen en het communiceren van een concept. Het is heel complex, maar ook ontzettend leuk en leerzaam. Het geeft echt een kick om met zo'n groot interdisciplinair team zo'n geweldig project neer te zetten! Versailles In Frankrijk deze zomer? De Solar Decathlon vindt plaats van 28/06 tot 14/07 in Versailles en is gratis. Er zijn 20 projecten geselecteerd, uit 16 landen en 3 continenten. Hier zal het prototype te zien zijn dat het team in 10 dagen (!) ter plekke in elkaar gaat zetten. Daarna keert Prêt-à-Loger terug naar huis en wordt het prototype weer opgebouwd op de oude plek van de Faculteit Bouwkunde aan de Berlageweg. DOOR SOSCHA MONTEIRO DE JESUS KARIN LAGLAS Exhibit Ruimtelijk ontwerpers houden van tentoonstellingen. Logisch; ze bieden volop ruimte om met beeldmateriaal en objecten te werken, maquettes bijvoorbeeld. Tentoonstellingen zijn bovendien vaak een ontwerp an sich met een eigen functionaliteit en schoonheid, waarbij de vormgeving de inhoud kan versterken. Bijna geen betere ontwerp-speeltuin denkbaar. Tentoonstellingen zijn voor architecten, landschappers en stedenbouwer een belangrijk medium om kennis over te dragen en debat te entameren. Veel geliefder dan die suffe ISI journals waarbij je moet soebatten om er überhaupt een plaatje in te krijgen. De diverse architectuur biënnales en triënnales vormen een uitgelezen platform voor tentoonstellingen in ons werkveld. Van Apeldoorn tot Sao Paulo, elke zichzelf respecterende plek op aarde heeft er inmiddels wel een. Ze vermenigvuldigen zich in zo n hoog tempo dat zelfs konijnen ervan flauwvallen. Crisis, what crisis? Nu zijn natuurlijk niet alle biënnales gelijk. En wat wil het geval: onze faculteit zal deze zomer rijkelijk vertegenwoordigd zijn op een aantal top edities. Zo transformeert op de moeder aller biennales in Venetië onze Dirk van den Heuvel samen met Guus Beumer van Het Nieuwe Instituut het Nederlandse paviljoen in een spetterende Bakema Celebration. Op steenworp afstand daarvan, in het hoofdpaviljoen richt onze Tom Avermaete de spotlight op het balkon. In Rotterdam speelt onze Dirk Sijmons als curator van de IABR met alle facetten van het stedelijk metabolisme; Urban By Nature. En tenslotte laat onze Susanne Komossa als curator van de Nederlandse inzending van de Biënnale in Moskou de bezoekers kennismaken met het Hollandse bouwblok. En dan zie ik er wellicht nog wel een over het hoofd. Hoog tijd dus om ook op onze eigen faculteit te voorzien in een fijne doch sobere tentoonstellingsruimte. Bk City Stay bood daarvoor een onverwachte kans. Goed gezien Jack! Een mooie plek om de tentoonstellingen die we in welk kader dan ook maken ook op de faculteit te laten zien. Maar ook om bijzonder werk van anderen te exposeren en natuurlijk last but not least - om studentenwerk zichtbaar te maken. En wat een timing; zonder het zo gepland te hebben had ik me geen beter afscheidscadeau aan jullie kunnen wensen!

3 4 review B NIEUWs may BEP Where does It come from & what Does IT Mean? Students who graduate after the 1st of January 2015 and who want to obtain the title of Architect in the Netherlands, whether in the fields of Architecture, Urbanism, Landscape or Interior, will need to follow a two year work experience period after their studies.these two years have been named the BEP, Beroeps Ervaring Periode, or Professional Traineeship Period in English. The BEP is more than practical work experience. It is a program with explicit demands that can either be followed in an integrated (structured) program or through an independent (individual) route. Whether you practice independently or from an established office, you are required to have a mentor, to keep a logbook, to attend reflection meetings and to follow experience modules. BY BRIGITTE O'REGAN This month, and from September through to January Bnieuws will be covering the different aspects related to the BEP and will dare to ask critical questions you won't find elsewhere. Thenew BEP requirement will affect us all. This issue BNieuws met with members of the architects register, board member and architect Henk Döll, director Mirjam del Canho, and communications officer Joke Willekes. We discussed the theoretical and legal reasoning behind BEP and what implementation strategies there are to protect and facilitate graduates in these uncertain times. Our need for answers also led us further than the register. Multiple sources, including EU directives and research reports conducted by OTB were also consulted to build the story you read now. Should we support BEP or resist it? Can we change the format to fit us better? Or is BEP perfect in its current form? Whatever the conclusions you may reach, Bnieuws will do our very best to make sure you are well informed. THE LEAD UP TO BEP WAT (Wet op de Architect Titel/ Architects Title Act) First let's have a quick look at what led to the BEP. The architect s title became protected under law in the Netherlands for the first time in 1988 through the introduction of the Architects Title Act. This title was added to the existing title of 'Bouwkundig Ingenieur' (Building Engineer). In 2001 when the law on the architects title (WAT) was reassessed it became clear that WAT had created a market for architects. It was then decided that the protection of the title was here to stay. With the revision of the Act in 2009 by the Dutch Parliament the BEP was introduced. EU directives It was important to the EU that architects be able to move and practice freely throughout Europe, this meant establishing a directive that could guarantee all states a standard for the professional practice of architects. Because different countries in the union had different requirements this took more than 24 years! In the end the EU decided to focus on educational institutions and a minimum study in terms of years (with some notable exceptions where experience could be substituted for study years). Institutions and educational courses were identified and certified as relevant to the professional practice across Europe. The Faculty of Architecture and the Built Environment at the TU Delft is one of these institutions and the BSc and MSc combined (with the exception until recently of the Landscape Architecture) provide sufficient education under the EU Directive on the Recognition of Professional Qualifications. The second part of EU regulation was that any further requirements for the title should be determined by the countries themselves. This has led to a situation where the demands in every EU-country vary. However, if you should meet the requirements for the title in your own country, you cannot be deniedthe title if you should wish to work in another member state. For example, I have the title in the Netherlands and my 5 years or more of relevant education, and I want to work and register as an architect in Austria I cannot be denied the title by the Austrian authorities, even though their standards for the title are more stringent. Later another ongoing education requirement, that you keep abreast of the developmentsin the profession was added to the EU directive. 'The Experiment' In any case, this research into different standards for the architect s title in Europe, and the reflection on the title itself here in the Netherlands pointed to the fact that we do not have a practical experience component to the title like Germany, Belgium, Luxembourg, the United Kingdom, Portugal and Austria. It was then thought wise to test the added value of relevant work experience on the competency of a young designer to work independently. Four phases were initially identifiedthat were deemed important areas to acquire the skills to practice with confidence independently; namely the Assignment phase, the Design phase, the Construction preparation phase and the Construction process phase. In 2003 then Rijksbouwmeester (GovernmentMasterArchitect) Prof. Ir. Jo Coenen devised a program called ' The Experiment '. This consisted of working in practice, the mentorship of an experienced architect and a series JOIN THE DISCUSSION SPARK THE DEBATE! JUNE 19TH in the East BK City From of workshops over a course of two years. The Experiment was first tested between 2003 and And has been tested 4 more times since, with Landscape Architecture, Urbanism and Interior Architecture being added in The experiences with 'The Experiment' proved to be successful enough as a format for the BEP. An independent route has been made possible as well which must be structured to meet the end requirements. Conclusions on the value of relevant experience to the Architects Title Between the years 2003 to 2005 The Experiment was tested by comparing a group of graduates simply working in the profession with those following The Experiment. Through testing 'The Experiment' it was found that the competencies of a young designer to work independently increased greatly with relevant practical experience. Meaning that it seemed highly favorable to add the work experience component as a requirement to the title. However, according to the report documenting the research findings, by OTB Frits Meijer and Henk Visscher, in 2005 there was no conclusive evidence to show that young designers following 'The Experiment' had any significant advantage over those who had worked in the field! Also significant is the fact that both mentors and young designersfollowing the programreacted very positively to the structure and content of The Experiment. With a catch, those following The Experiment felt less sure of themselves to practice independently, even though their skills were equivalent to those who were not in the program. "Regarding the question of whether the respondents had gained enough experience to begin their own agency, the comparative group scored noticeably higher than the participants in The Experiment." (Visscher& Meijer, 2005) This self doubt has been attributed to the reflective assignments that are part of The Experiment in which more critical awareness about the profession arose. THE ARCHITECTS TITLE IS PROTECTED BUT NOT THE PROFESSION No need for the title to practice In some EU countries, for instance, you need to be a registered architect to apply for a building permit. Although different in every country, there can also be other requirements that are intended to protect architects, like collective health and liability insurance, which of course also lead to higher overheads. In the Netherlands this is not the case.if you want to practice architecture you do not necessarily need the title. The title only becomes necessary when you want to participate in national and international projects, procurements or competitions that are only accessible for architects. However, this barrier can also be overcome if you partner with someone whom already has the architects' title. In other words,in the Netherlands,you can still practice architecture without being registered (and without even having a diploma!). You can do so as long as you don t use the title or present yourself as an architect in any way. But... The architects title has become more important with the crisis. In the past registering for the Architects title did not seem necessary. Many graduates simply entered the profession without the title and worked happily formany years. However, after the crisis many larger offices failed, this led to an explosion of smaller offices. Designers unable to find work, began to set up their own firms and when they did so, the architects title became a lot more attractive. The title architect is increasingly been seen as a competitive advantage. INTERNSHIPS Although the BEP is meant for people who have had a masters education or equivalent, the Architects Register has opened up the possibility that working experience that you may have had during, or in between your studies, can lead to a partial exemption to the BEP, as long as this experience meets the requirements of the BEP, (like having a mentor, and keeping a logbook etc.). However, it is not possible to just finish you BSc and then do the BEP, your need a masters education or equivalent. A request for exemption will be judged on an individual basis by the Beroepservaring Commission. The advice of the Architects' Register for people doing,or have done internships or have other work experience is to document everything! But why one may ask does that apply to us, and not the Academyof Building Arts in Amsterdam and Rotterdam? The answer is nuanced. Apparently the Academies have been lobbying for a long time to have the work experience of their students during education recognized under the WAT. The educational model of the Academies is a concurrent one: students follow a four year master education that requires extensive work experience, which means that working is a precondition for following the program. The fact that the WAT includes the possibility for an exemption does not mean that it will be a seamless transition for the Academies. They will only gain the exception based on the commitment that they reorder their program in accordance with the BEP modules and requirements. And this will be strictly checked and monitored. WORK EXPERINCE OVERSEAS If you intend to work overseas you can still work on obtaining the architects title through BEP. However, you will need to arrange a mentor and keep a logbook. You need to approach the Beroepservaring Commission to discuss you proposal how best to arrange this. THE BURDEN OF RESPONSIBILTY LIES WITH THE GRADUATE The Architects' Register itself is not responsible for the revised law; this is the responsibility of the Dutch Government. Nor is the Register permitted to intervene between various parties, for instance between the graduated architects and their (future) employers. However, the responsibility to execute the law and to make the necessary preparations for the implementation, such as defining the regulations of the BEP, has been assigned to the Register. The Architects Register has formed the independent Beroepservaring Commission and stimulates support and compliance. The offering of integrated programs, individual modules and support of graduates has to be done by other bodies in the sector, such as unions like the BNA and private or public educational institutions. As you can see on the Beroepservaring Commission website the BEP costs money, although there are no fixed fees yet.for the integrated program there will be a fixed fee, for the independent route it may vary, depending on your own choices. It is projected that the costs will be comparable whichever route you may choose. There is no help to pay for this as yet. The Architects' Register have been looking, but so far have found only one source that can provideaccess to financial assistanceand only for a happy few: the Grant Programme for Talent Development of the Dutch Creative Industries Fund. There is also a danger that the costs of the BEP will actually increase, as the sum of the previous experimental programs of around euro for the two year period was subsidized. There are other hidden burdens. As a graduate you need to find a mentor yourself, you need to be able to be have enough money to live during the work experience period, and you need to work at least 20 hours a week in the profession during the two year period. This may have seemed like very reasonable demands in a better financial climate. But now it is difficult to find work and certainly work that pays enough. Even finding an office is a challenge now, as not much is being built in the Netherlands. Until recently there were no formal arrangements made within the profession on what graduates following BEP must be paid. However, in the Collective Agreement for Architectural Firms it is arranged that graduates who do their Professional Traineeship should receive a minimum provision on the basis of the minimum wage in the Netherlands. It goes without saying that in that case the employer has to cover the costs in part or in full. How it will work with wages and mentorship costs in the future is still unknown and isthe subject of further debate and negotiations. OUR GENERATION If you read the description of the BEP on Beroepservaring site they describe the opportunity this will provide for the coming generations of graduates to bond as a profession. To reflect together on our collective practice and future, under guidance and mentorship. It sounds,and is wonderful. The experiences of both mentor and young designer in the test runs were very positive. However, our generation is redefining and entering a changed profession. Much is being added and explored under the title of architectthat falls outside of the BEP modules. These changes are taking place out of necessity for innovation, and a crisis that is not only financial, but one of identity. We are developing new financial models, becoming more cross disciplinary, our processes have changed and multiplied, we are required to have new social competencies, we've become systems consultants, experts on complexity, developers, master craftsmen again, we are making apps now, digitally fabricating architecture,and when we build more conventional architecture we are constructing, and building in unconventional ways and when this is not the case we are adapting to a rapidly changing construction industry. The BEP wants to accommodate this too, but can it? Will the current structure of BEP mean that practice will leave the title behind? The Architects Register hope not. They are convinced that the BEP is just the right answer for these times of change, and reflection on the profession. What do you think? You can contact the register if you have any questions.they warmly welcome the next generation of architects. MORE INFO: // //

4 6 BK IN DEPTH B NIEUWs may FABIAN VAN DER LEER AN EXCELLENT BACHELOR ALUMNUS WHO WANTS TO MAKE ARCHITECTURE HIS PASSION - NOT HIS JOB Softspoken and slight - Fabian sat down across from us in a crowded cafe in Amsterdam. Though just twentytwo, he possesses the calmness and knowledge of a much older soul. For the past two years he has been traveling and doing internships at architecten de vylder vinck tailleu, Atelier Bow-Wow and is about to start working for Peter Zumthor. His goals and approach to not just the profession, but to life, provide an alternative to the rushed and stressed existence most architects are all too used to. BY DAPHNE BAKKER What happened after you graduated from the Bachelors? What is the first thing you did? I went to France for three months and I lived there by myself on farmland. Thereby I missed the bachelor ceremony, but I enjoyed the peaceful surroundings of France. There were days where I didn t speak to anyone. Except at the bakery in the morning. All I had to say was: une baguette s'il vous plaît. I thought in silence about what to do, where to go and where to work. I didn t feel like starting the Master, because I was and am very young. The impression I had from the Bachelor was that it was far from reality. Within this imaginary world, we become able to dream in a creative way, which is a fantastic quality, but through internships I wanted to test my dreams in reality. Were you sure that you wanted to be an architect? I really love architecture and I m happy that I did this study. But as I look at it now, I don t want to be an architect. I associate the word architect with money. I love architecture too much to make it into my job, because then it means if I want to eat, I need to do projects. I don t want to practice my favourite passion depending on money. Architecture should be free for me. I want time for architecture without financial pressure. Do you have enough money to work like this? Not yet, but I m working on it. I try to keep my life as simple and pure as possible. I drink only water, no alcohol, no drugs, no social media, no place to live, no phone and no other contracts that demand money every month except health insurance. I hope to find a simple and basic way of life. Independence is important for me. At one point I want to be able to live independently in a small home or hut, working at a bakery for a few days, just to have enough money to eat. And hopefully then, with my free time, I can work on my favourite passion - architecture. Tell us about what happened after your stay in France? I had three portfolios with me in France and I sent it to three offices - one in Belgium, one in Japan and one in Switzerland. In the end these were the offices where I was invited to work. The first in Belgium was architecten de vylder vinck tailleu. I had a wonderful time. I started at the bottom, doing basic intern stuff, like making models and getting lunch. This was a good experience for me. In the Bachelor you have this impression that you understand things, but you re not experiencing reality. It is good for your development to do an internship, because you realize how limited your knowledge is. What did you learn during your internship, what stuck out for you? What I really liked about my internship experiences was that I got to know the social part of architecture. In the university, it s all about your drawings and presentations, but in the office you deal with clients, discussions and the influences of culture on the way of debating. These conversations are maybe 50% of the job. You re the architect and you know a lot, but you re depending on the client, because they have the money. The client however rarely considers aspects such as space or experience. They want things to be fast and easy. After de Vylder, did you go to Japan straightaway? There was a month in between, some rest and traveling again, and then off to the crazy Japan. It was shocking. In Holland I grew up in this culture, which I regarded it as a matter of course. Like it has always been there. But if you go to Japan, suddenly everything that is normal to you is gone. I ve been to Asia a couple of times, but this was the first time it really impacted me. I thought, wow, the Dutch culture, which was always there, is not needed here. In Japan it is completely different and it s working. Cultures in general felt vulnerable to me after Japan. How was it in the office of Atelier Bow-wow? I think I was really lucky with this office. I heard some stories about Japan and the working conditions, but Atelier Bow-wow is really kind to its employees. But in Japan as an intern you work mostly for free, a quite difficult and strange condition. Some people say that I should be ashamed, because I supported this system of not paying interns. But on the other hand I gained so much from this. It was worth it. I spent my internship mainly making models. In the beginning they make you do a test - making this perfect one by one cm cube. It was like in a martial arts movie, where you have to wash a car over and over again, wax on, wax off [laughter]. Then they know what your skills are and they place you in a group working either with very difficult models, easier models or sketch models. Somehow I was placed in the highest order. I made a model of 1:20 and worked on it for six weeks. The model had to be of an amazing detail level, precision and sense of materiality. Afterwards I was placed on another project, one in Chile entitled Ocho al Cubo. I had to join a meeting in the SANAA office, where all top young Japanese architects like Ishigami, Fujimoto, Kuma and Nishizawa and Sejima were present. Once again, I got to observe the social side of architecture relating to the hierarchy among the architects and their employees. Japan is, compared to western countries, quite exceptionally traditional. The boss is the guru, who takes all "I don t want to be an architect. I associate the word architect with money." responsibility. The difference with Europe is that the period of time to grow from intern to employee or boss, is much longer in Japan. What else did you learn? I thought Atelier Bow-wow was not really money minded, but I was wrong. The model I worked on was for a very large holiday home, that would be used only for a few months each year. I felt uncomfortable with this. But it brought money into the office, to keep the office running. At the same time, they make humane architecture for everybody, and I really like these projects, but I realized that to make this kind of public architecture, you need architecture for the rich to finance it. It was striking to experience that this is depending on that. I would like not to have this dependent relationship in my own work. Do you see yourself than as a humanitarian architect? No, just as a passionate person that wants to express himself in a creative way. It could be art or architecture for the richer or for the poorer. It s not black or white, it s grey. But they shouldn t depend on each other. It should depend on my opinion. I want autonomy within my work. What did you do after your internship? After my two and a half month internship at Bow Wow, I spent the final ten days of my visa travelling through Japan. I wanted to experience what it is like to live without a home, so I slept outside. It was about seeing what I could do without and to find the origin of architecture which is sheltering. Have we as humans - after ten thousand years of evolution - become so weak that we cannot live outside anymore? Do we need these thick walls and these hyper-technical windows with insulated glass, high-tech solar panels, feeding our plasma televisions? It s all really complex and we re making it complex for ourselves. Sometimes I m bothered by this. It s so complicated. Maybe it could be more easy. So how did it go for you, sleeping for two weeks on the street? I slept under bridges, in playgrounds, temples and in the Church of Light by Tadao Ando. The special thing is that even if you sleep under a bridge, this becomes a place and you get attached to it. If I go back, maybe it will still feel a bit like home. It happens so quickly - totally anonymous places, suddenly become meaningful. What motivated you to go for Zumthor? It came on my path. I met a friend of Zumthor during my journey through Europe and she thought my character would fit in the office of Peter Zumthor and therefore recommended me to him. It seems to me that Peter Zumthor is one of the few architect that resists the financial pressure in the architecture profession, resulting in a what I regard as a pure form of architecture. You don t want to practice architecture in the traditional sense? I don t really have this goal of creating buildings for the sake of creating buildings. For now, my dream is to make my own house. This is the only building I really want to make. For the rest I have no other architectural dreams. In the meantime, I want to be inspired by other people and cultures. But I do feel attracted to traditional sense of an architect as an craftsman. At the moment I m doing studies on different crafts and materials by visiting craftsmen, traditional production factories of bricks and wood and by working at a construction site in Amsterdam. So I see my lifelong education as an architect in a traditional sense. Do you have any tips for bachelor students? How can they keep their integrity intact during their studies? It s hard to give a general tip that could relate to all bachelor students, since each persons has a different background and character. My tip would not try to find your own way within the numerous possibilities that we have as students. Don t be afraid of wrong choices, because by these choices you know what you don t like and thereby you are one step closer to what you do like. Whether you re going through life partying or being serious and thoughtful. It doesn t matter, as long as it fits you. So find your own way. Go for it.

5 A DOUBle DAY ON DWELLING CONFERENCE ON GLOBAL HOUSING DESIGN AND ARCHITECTURAL STUDIES 24 & 25th of JUNE 2014 Photography coutesy of the Dwelling Department Renders from student work Studio Addis Ababa 2014 Housing is dead! cry the cynics in the aftermath of the financial crisis here in the Netherlands. Nothing could be further from the truth. Housing design and education remain vital for our cities and societies here in the Netherlands and increasingly and very urgently in the rapidly urbanizing developing world. Can what we have learned here be useful there? And what can we learn from other parts of the world? With this conference our faculty provides a platform for our professionals, young designers, researchers and students to meet with and exchange knowledge with renowned, highly regarded experts and academics on housing design from all over the world. Key speakers will include Victoria Easton (ETH Zurich), Monique Eleb (Paris), Rainer Hehl (ETH Zurich) and Charles Correa from Mumbai. By Brigitte O'Regan Professor Dick van Gameren, holds the Chair of Housing Design at our Faculty. He is keenly aware of the issues and trends we face here, and overseas. In the time he has held the chair he has responded to the transformations that are taking place in Housing Design in practice and connected these recent developments with architectural research and education. This synthesis is evident in education offered in the Dwelling studios, the research of the department, and the biannual publication DASH [Delft Architectural Studies on Housing}. The two day conference from the 24th to the 25th of June 2014 on the Global Housing and Architectural Studies has evolved from the success of the Department of Housing Design's Global Studios in Chandigarh and Ahmedabad, India and Addis Ababa, Ethiopia. The need to bridge the gap between practice, education and research. And the wish to create new opportunities and stimulate international exchange and collaboration. Why the focus on Global Housing? Over the last ten years, people have been asking why continue teaching 'Housing Design'? It seems that here in the Netherlands we've completed the task, we've built all we will build. Things have drastically changed here, large scale housing production is now an exception rather than the rule. The production of affordable housing has come more or less to a standstill. This is because housing corporations were not able to continue with the same financial models they had always used to finance new housing projects. We thought: Do we stop teaching housing design? The answer was, no. I still think housing design is still very relevant for the Netherlands, we have a new task here. And right now, all over the world there is an acute need for housing. Places like India, Asia and Africa are now in a process of rapid urbanization. There is an enormous demand worldwide for good models of affordable housing. We started look at what has been happening here over the last 100 years in housing, and to ask can this help? The knowledge and experience we have, can that provide useful models for what is happening now? Can our knowledge and experience help countries who have to produce massive amounts of housing? So on the basis of these two conditions at home and abroad, we shifted from just looking at our own country to a more global view. DASH [Delft Architectural Studies on Housing Design] I took the initiative to start this series of publications when I was appointed to the chair of housing design. I saw two things. I saw that there was increasing interest within the architecture department in research. Secondly, I saw a gap between the professional world and academic research. The main idea behind DASH was to make a link between topical issues in Housing Design, to make a link between research and the professional world. The DASH issues always contain analytical documentation of projects that we think are important here and now. We combine these studies with a more distant, academic, research based and critical approach. Journals like DASH, which seek to bridge the gap between academia and the profession are difficult to find. Either you have the more professional production which covers architecture in a journalistic fashion. Or you have the more scientific journals that are hard to link to the professional practice at all. DASH provides access to both worlds in a relevant way. The two concerns of the conference Research and Education in Global Housing Design With the publication of our 10th issue of DASH, we would like to produce a reflection on what is happening here and in other schools in the field of research and education on Housing Design. There are many interesting developments taking place. So the conference reflects how we are working in research and education internationally. The first day: How to do research? The first day we focus on how to do research. So we invited a number of speakers like Monique Eleb from Paris. For many years Monique has been occupied with research into the theme of housing design. Carmen Espegel from ETSAM, the school in Madrid. We have a speaker form Germany whom for many years has been working and reworking the Housing Floorplan Manual (Grundrissatlas Wohnungsbau). We asked them all to reflect on their research and what they gain from their work at this moment in time. The second day: Research through Education. On the second day we focus on connecting research to education related to affordable housing design worldwide. The speakers invited to speak on this day all root their research inside and through education. We have guests from the ETH in Zurich working on housing in Latin America, we have a professor who is working in Addis Ababa, in Ethiopia, with whom we have been collaborating for a number of years, to talk about the African situation. And then as key note speaker we have Charles Corea who is one of the grand old men of Indian architecture. He has already lived his whole life thinking and writing about housing design. On this day we hope to represent the three continents where the issue of housing design is incredibly actual and important. Our students will also present the results of the studios in India in Chandigarh, Ahmedabad and in Addis Ababa, Ethiopia. Reclaiming the Generic means reclaiming the city: Housing and the middle scale If you observe the rapid development of cities you always find a level of attention or focus on the large scale. The scale of the Master Plan of a city. At this scale you start thinking in more abstract terms. On the other hand, you can find a bottom up approach, often taking place in existing (informal) settlements. Whereby with very small scale interventions one attempts to improve the quality of the built environment, of housing and of life. Yet somehow we often miss the middle scale. The middle scale is where our area of attention lies and what we deal with in our studios. In the end you can think on a very abstract level or you can think on a very detailed small scale level however it is the quality of a middle scale, of housing, that will determine the quality of the city. In housing design it's not only about the house itself but about how one creates the city with housing design. We concern ourselves with how housing shapes public space. Housing is always so much more than one aspect. We try and bring all the many aspects together. To quote Bakema, who was once also Chair of Housing Design in Delft. "Housing is a scale that involves the design of the city and the chair". The quality of a city, or even a society, is defined by its housing. Do you believe in timeless architecture? Timeless architecture is a difficult idea. In my opinion it doesn't exist because you as a designer you are always trying to address what is important to society at a particular moment in time. Things are not constant, so timelessness in this context is not a very meaningful approach. What I do think is that architecture should always be connected. Connected, let's say to the local particularities. I think it needs to be place specific, that we need to observe what makes this place different from another parts of the world. This is very important to take up and investigate, to take up in your design. "Housing is a scale that involves the design of the city and the chair" 9 But that does not make what you are doing necessarily timeless. If by timeless you mean it has a quality that will always be there, then okay. But time-less could also mean it doesn't take into account what is there at the time or what is happening. For instance, recently I was in the library and there was a book, on the new books table, with the title 'Affordable Housing'. It turned out to be the work of a single practice in Singapore who had thought up a standard model for affordable housing, which they export all over the world. You could say this is the opposite of what we are trying to achieve. Our way is connected to local cultures and particularities. The role of the architect and the tensions between the informal and the formal in rapidly developing cities In Ethiopia, in Addis Ababa, the city is almost rebuilding itself. It was once a "rural' city consisting primarily of informal settlements, even in the heart of the city. Now there is a very strong policy coming from the government there to replace these settlements with formalized housing. When the housing is rebuilt it becomes unaffordable for the poorer people who are living there, so the middles class moves in. You could say that this is quite bad. However, it is just as important to house the middle classes. The issue of housing the poor of course also remains important. So what we try to do with our students is to try and come up with mixed models to house these different groups. Addis Ababa is a city where different income groups still live together. We would like to keep that. It does not seem right to separate and segregate these groups. So our role as architects can be to provide mixed housing addressing the needs of the different groups. This means of course formalizing even the housing of the poor. The situation is quite complicated. It seems that the best thing we can do is advocate and show how mixed housing can work for many groups. But in the end the city is market driven. Chandigarh is a very interesting example that illustrates this. The original idea of Le Corbusier and the other architects who worked in Chandigarh was to make a completely mixed city. In every sector you would have villas, housing for the well to do, and also very small housing for the people who served in the villas. But the city also grows and the city becomes so attractive that even the smallest houses are being inhabited by lawyers and doctors, by the upper middle class. Then of course the poorer classes are more or less kicked out and have to find their own housing at the edge of the city. Housing on the periphery is also something we try to address. We also ask: Can you, in the existing city, insert new forms of housing, can you densify? And not only for the rich, but to allow that original mix of classes. To allow for co-existence again?

6 10 RESEARCH 11 B NIEUWs May 2014 De stromen van Amsterdam Het AMS, Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions, maakt golven in Amsterdam. Bnieuws dook in het aantrekkelijk geschreven voorstel van AMS en sprak Kenneth Heijns en Remon Rooij over de laatste ontwikkelingen omtrent dit nieuwe instituut. Wat ligt er in het hart van AMS, naast de grachtengordel? door soscha monteiro de jesus AMS AMS wordt het nieuwe instituut in Amsterdam voor toegepaste technologie. De academische kernpartners die het instituut dragen zijn Wageningen UR, MIT en TU Delft, waarvoor Bouwkunde het voortouw heeft genomen. Het instituut draait om het stedelijk metabolisme: de verschillende stromen van de stad. Kenneth: Het is in de stad en vóór de stad Amsterdam. AMS heeft tot doel oplossingen voor de metropool te onderzoeken, die de duurzaamheid en kwaliteit van leven verhogen. Dit doet het instituut door te meten, te ontwerpen en te implementeren: door de stromen van Amsterdam te meten, kunnen oplossingen worden ontworpen die de stromen beïnvloeden en deze kunnen vervolgens worden geïmplementeerd in de stad. Vervolgens start deze cyclus weer opnieuw: meten, ontwerpen en implementeren. Initiatief gemeente Amsterdam In 2011 schreef de gemeente Amsterdam een competitie uit voor een nieuw instituut op het gebied van toegepaste technologie, o.a. om de economie te diversifiëren. Dit naar voorbeeld van New York, vertelt Kenneth, waar partners Cornell University en Technion Israel Institute of Technology in 2013 de competitie, uitgeschreven door burgemeester Bloomberg, wonnen met Cornell NYC Tech. Zij wonnen overigens ook een zakje geld (van $2-biljoen) om hun eigen campus te bouwen van 2 miljoen square-foot. Carolien Gehrels, wethouder van de PvdA in Amsterdam, heeft het idee omarmd en is het met een adviesbureau gaan onderzoeken. Anderhalf jaar later, 2 april 2013, is de competitie gelanceerd. Grootstedelijke oplossingen zoeken, ligt in het hart van Bouwkunde, en daarom heeft onze faculteit het voortouw genomen namens de TU Delft. Dit is ook niet een Bouwkunde instituut, het is een instituut dat nu drie academische kernpartijen heeft, MIT Wageningen en Delft, en een consortium van partners. De competitie bestond uit twee rondes. Uit de eerste ronde met 13 voorstellen kwamen er vijf naar voren voor de volgende ronde. In September 2013 won AMS, Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions, de competitie. Een ontzettende prestatie met een doorlooptijd van 5 maanden en twee rondes. Kenneth, lachend: Ja.. we hebben toen echt weinig geslapen. Maar, het is natuurlijk helemaal te gek dat we dit kunnen doen! Alles komt samen in de stad Ir. Kenneth Heijns, faculteitssecretaris van Bouwkunde, heeft gewerkt op verschillende plekken binnen de TU Delft: En dan zie je ineens, dat de stad en alles wat er omheen hangt, natuurlijk dé plek is waar ook al deze technologie van deze universiteit en al onze kennis en kunde over ontwerp en proces bij elkaar komt. Alles komt samen in de stad. AMS fungeert zo als verbindende factor voor de hele TU Delft. Dr. Ir. Remon Rooij: De kern van het AMS denken is het inter- en transdisciplinair werken in het kader van metropolitane, technisch-ruimtelijk-maatschappelijke opgaven en oplossingen. Denk aan mobiliteit, water, afval, energie, voedsel, gezondheid en ICT. Interdisciplinair werken gaat om de integratie van disciplines en transdisciplinair werken gaat om de integratie én de co-creatie met andere partijen uit de samenleving. Hoe duurzaam is een Spaanse tomaat? AMS heeft drie pijlers: [1] Onderwijs: in de vorm van een 2-jarige nieuwe Master. [2] Onderzoek en valorisatie: onderzoek uitvoeren, kennis genereren, oplossingen creëren en naar de markt brengen zodat er nieuwe producten, bedrijven en diensten ontstaan. [3] Het dataplatform: hier wordt data verzameld over de stromen van de stad die nodig is om deze te kunnen beïnvloeden. Kenneth noemt een voorbeeld: We zijn afgelopen week in Boston geweest, waar we samen met MIT een workshop hebben gedaan. Daar was één van de Wageningers, een landbouwwetenschapper, die had een prachtig voorbeeld: hoe je voedselvoorziening in de stad weer lokaal kan maken. En dat een tomaat uit Spanje, als je er nu naar kijkt qua duurzaamheid en qua kwaliteit van het product, als je alles meeneemt (transport en kassen enz.), beter is dan een tomaat van een paar kilometer verderop. Nou, dat is raar. Kunnen we daar niet wat aan doen? Door beschikking te hebben over kwantitatieve gegevens kunnen analyses gemaakt worden hoe dit duurzamer kan. Dit is precies waar het dataplatform voor kan dienen. Wageningen en MIT als academische kernpartners De UR Wageningen, MIT en TU Delft complementeren elkaar in expertises. Kenneth, over het Senseable City Lab van MIT: Wat zij daar ongelofelijk goed kunnen is de stromen van de stad analyseren en visualiseren. Ze koppelen eigenlijk de digitale wereld met de fysieke wereld. Of het nou gaat om stromen van taxi s, mensen of telecom-verkeer. De relaties die zo tussen verschillende fenomen in de stad kunnen worden gelegd zijn fascinerend. MIT gaat zich voornamelijk bezighouden met het onderzoek- en dataplatformgedeelte. Niet met het onderwijs, want MIT mag geen diploma s buiten Boston verlenen. Bovendien zou het organisatorisch lastiger worden omdat we in Nederland met een heel andere educatief systeem werken. Bouwkunde Vanuit Bouwkunde zijn verschillende personen van de afdeling Stedenbouw betrokken (o.a. Dirk Sijmons en Arjan van Timmeren), maar ook van de afdeling Architectuur (Dick van Gameren maakte onder andere een schets van hoe de fysieke omgeving van AMS eruit kan gaan zien), de afdeling AE+T (Andy van den Dobbelsteen) en andere afdelingen. Kenneth: Een paar paar unieke ingrediënten komen hier bij elkaar: Amsterdam, Wageningen, MIT, de industriepartijen, het hele Amsterdamse ecosysteem (UVA, VU en alle andere partijen). Dat alles bij elkaar is een nieuwe combinatie voor onze faculteit, met misschien ook wel een paar nieuwe elementen. Omdat AMS zich bezighoudt met de stad ligt er natuurlijk een evidente relatie tot wat er op onze faculteit gebeurt, met name bij de afdeling Stedenbouw. Maar de constellatie waarin dat gebeurt voegt iets toe aan het palet, bijvoorbeeld de relatie met andersoortige partijen zoals Shell. Ik denk dat dit ook een hele grote kans is voor Bouwkunde om zich nóg nadrukkelijker te manifesteren in dit veld. aldus Kenneth. Master of Science, Metropolitan Design and Engineering Bnieuws de met dr. Ir. Remon Rooij. Hij is druk bezig is met de opzet van de AMS MSc en benadrukt dat het nog wel even duurt voordat het programma definitief vorm krijgt. Ik ben na het gesprek met Kenneth erg enthousiast geworden en wil toch alvast wat meer weten. De studenten die in aanmerking komen voor het programma moeten aangeven geschikt te zijn voor een ingenieursopleiding (MSc) waarin zowel technische disciplinaire kennis en verdieping gevraagd wordt als competenties en interesse op het gebied van samenwerken (met andere disciplines maar dus ook met andere maatschappelijke sectoren). Remon ligt ook een tipje van de sluier op van de eerste versie van een onderwijsvisie: De beoogde MSc opleiding zal (zo hebben we het nu in de onderwijswerkgroep opgeschreven) bestaan uit vakken die ingaan op [1] de metropolitane opgaven van nu en de toekomst en op [2] de werkwijzen van de actoren die opereren in het aanpakken van metropolitane opgaven (methodologie voor inter- en transdisciplinariteit: ontwerpers, onderzoekers, planners, gebruikers, ondernemers, besluitvormers, politici). Daarna is er een specialisatieperiode gepland waar studenten zich verder kunnen verdiepen in een of meer van de technisch-ruimtelijke AMS thema s (mobiliteit, water, afval, energie, voedsel, gezondheid, ICT). Inter- en transdisciplinaire projecten (ontwerp & onderzoek) zullen het grootste deel van het curriculum beslaan. En zeker het afstudeerjaar: het LivingLab Amsterdam. De relatie met de praktijk zal in ieder geval zeer sterk zijn, via het Amsterdamse, als Living Lab, en de aan AMS gekoppelde partners uit de Amsterdamse regio (overheden, bedrijven en kennisinstituten). Entrepreneurial skills staan hoog op de agenda van het AMS onderwijs. E-Learning Kenneth: Het instituut moet vernieuwend zijn; als organisatie, de manier van kennis ontwikkelen, van studenten opleiden, van samenwerken met de industrie en de overheid. Dus daar hoort onderwijs vernieuwing ook bij. Een belangrijke pijler daarin is E-Learning, ofwel online onderwijs volgen. Dit is echt een heel belangrijke ontwikkeling in onderwijsland. De TU Delft timmert hard aan de weg op het gebied van E-Learning en is betrokken bij allerlei activiteiten zoals het edx platform voor online courses dat MIT en Harvard zijn gestart [edx.org]. E-Learning is ook gericht op de wereldwijde markt van top-studenten die AMS wil aanspreken. Het fysiek bij elkaar komen, het studiowerk geworteld in de stad Amsterdam, staat echter ook nog steeds hoog in het vaandel van AMS. Een kolom die pruttelt AMS is dichtbij de kerngedachte gebleven: een instituut voor toegepaste technologie. Hoe zit het dan met samenwerking met sociale wetenschappen? Kenneth: Toegepaste technologie is wat Amsterdam heeft gevraagd en dat is waar wij als TU Delft goed in zijn. Maar, dan komt natuurlijk de vraag: hoe implementeer je die metropolitane oplossingen in de stad, hoe maak je dat tot grootstedelijke oplossingen? Hoe zorg je dat een installatie voor lokale waterzuivering in de bebouwde omgeving wordt geïmplementeerd? Dat heeft misschien wel consequenties voor hoe mensen dat omarmen of juist niet omarmen. Dan is het van belang dat er ook experts van sociale wetenschappen worden betrokken en dit gaat AMS ook doen. Deep generalists met ondernemersgeest In Delft wordt veel nieuwe technologie bedacht, maar inpassing in de bestaande stad is een hele nieuwe uitdaging. Dat zal bij AMS een belangrijke rol spelen. Kenneth: De onderzoekers en studenten bij AMS moeten een ondernemersgeest hebben. Het wordt geen plek voor iemand die zich terugtrekt - zo, boek dicht, project afgelopen, volgende project. Nee, het moeten wel mensen zijn die de drive hebben om het in de stad te krijgen, om de gemeente te helpen, om er business van te maken, of om te exporteren naar andere landen. Dat moet ook de geest van het instituut zijn. Over de AMS MSc bekent Kenneth: Volgens mij wordt dit een verrekt moeilijke studie, want je moet én diepgaande kennis in een bepaald technologie domein hebben én tegelijkertijd moet je de breedte van het systeem stad kunnen overzien. Hij noemt deze mensen deep generalists: mensen met kennis over hun eigen technologie-domein en tegelijkertijd inzicht hebben in de stad als geheel en in het hier en nu. Hoe is E-Learning geïmplementeerd in de MSc? We willen met het AMS onderwijs veel (internationale) studenten raken omdat metropolitane opgaven overal in de wereld spelen. En meer dan ooit. Met digitaal onderwijs heb je de mogelijkheid als instituut om velen te raken, te doceren en te inspireren. Er wordt onderwijs ontwikkeld dat op afstand te volgen is: zo kunnen internationale studenten het eerste jaar op afstand halen, om vervolgens uitgenodigd te worden voor een Summerschool. Aan de hand hiervan worden geschikte studenten geselecteerd die hun tweede MSc jaar in Amsterdam mogen vervolgen. Van start? De openingsconferentie is 20 juni, bij Shell Technology Centre in Amsterdam. AMS is goed op weg: in krap een jaar van competitievoorstel naar opening is in een ontzettend rap tempo gegaan. De komende maanden gaan naar verwachting de eerste onderzoeksprojecten van start. De start van de nieuwe Master staat gepland voor Wanneer kunnen we meer informatie over de AMS MSc verwachten? Goede vraag. Hopelijk zo snel mogelijk. Goed onderwijs ontwerpen en implementeren vergt tijd. Voor de zomer 2015 zal er meer bekend zijn. Als het AMS programma zo interessant wordt als doorklinkt in deze gesprekken, is dat het wachten zeker waard. serie De Circulaire Stad. Summer School Thinking City: The Dynamics of Making Meer metabolistische wereldvisies en gedachtes over stedelijke ecosystemen? IABR Urban by Nature opent 29 mei []. Pakhuis de Zwijger in Amsterdam host verschillende interessante lezing- en discussieavonden, o.a. de Amsterdam, onderzoekt de stad Amsterdam deze zomer en heeft tevens een openbaar programma [summerschoolthinkingcity.org]. Bron afbeeldingen: AMS (2013). Detailed Vision and Roadmap.

7 12 bk in focus B NIEUWs may 2014 BK in Focus 13 HOSTING THE UNEXPECTED Exhibiting the ever-evolving Dutch Urban Block in the 4 th Moscow Architecture In the The almost perfect urban block: towards a new urbanity, Susanne Komossa and Nicola Marzot from the Architecture Chair of Architectural Composition / Public Building, highlight the complex and multi-faceted nature of 15 prototypical Dutch urban blocks. In a conversation with Bnieuws, they reveal their thoughtful and thorough approach towards understanding this urban element which forms the basic entity of the city. BY daphne bakker Citadel, Almere - The Hyper city: congestion and hybridism 'searching for life, work and opportunity in city centres Did your own research into the Dutch Urban Block lead to your invitationto curate an exhibition at the Moscow Architecture? SK: On the one hand, it came as a surprise. On the other, Bart Goldhoorn, the curator of the biennale, is very fascinated by the urban block. In that sense his interest and my work with Nicola matched very well. Our research has moved from the research which has been published in the book The Dutch Urban Block and the Public Realm; Models, Rules, Ideals (Nijmegen, Vantilt 2010) more into the issue of the extremely condensed urban block. Usually when people think of an urban block, they think only of housing or dwellings. But through our research we have found that urban blocks have evolved. The urban block is a very interesting urban "This is a way of confronting our discipline with the everyday" feature, which can transform itself to accommodate and stack a variety of programs, from shops in the exterior plinth to bigger functions, such as theatres, in its interior. The urban block is one of the most interesting urban entities of this moment, but has yet to be translated to Russia. Russia comes from a very Modernistic tradition - huge building blocks with collective spaces, some green in-between and grouped around metro stops. After the fall of the iron curtain, people annexed the collective space, privatized it and replaced public transportation with cars. Now Russia is faced with the question how these blocks can be transformed and how other models can be implemented in order to find an adequate architectural block model for today. That was our starting point for our exhibition: we wanted to show different ways of dealing with the urban block as a stage for new forms of urbanity. NM: We believe that the Netherlands has a great tradition on the issue of the collective. We have therefore tried to address this never-ending capacity of the urban block to host a sort of urban minimum. We have encountered an incredible amount of experimentation within the design of the urban block, which possesses an enormous vitality. The urban block has the potential to help transform the city through preserving not just individual values, but shared ones as well. The exhibition will present good benchmarks or models for a society that is searching for new models, new ideas, and new lifestyles. We strongly believe that the Dutch tradition could offer a good starting point. It is not about promoting Dutch architecture, but showcasing the capacity of the urban block to host the unexpected. The exhibition is divided into five themes. Were these five general themes or were they tailored to the requirements of the Russian context? SK: I read a lot of literature on the current situation in Russia in order to figure out which themes were at stake. For example, the first theme we have is on life, work and opportunity within the city centre. That is of course also a development we witnessed not just in the Netherlands, but also in a variety of other countries and economies. People would like to combine the place where they live with their work, to mingle production with consumption. That s how we came to our first theme: The Hyper city: congestion and hybridism; searching for life, work and opportunity in city centres Hybridism in the sense of combining many different aspects of human life. NM: All of the five themes refer to different kinds of socioeconomic expectations. Instead of thematising the exhibition purely based on architecture, we wanted to showcase the capacity of architecture to host different kinds of expectations, the capacity to let these expectations manifest themselves. In other words, understanding the emergence of different lifestyles and cultural identities in order to create a good atmosphere to host them. In that sense, the focus on the relation between architecture and the socio-economic trends is an important shift in architectural design, research and teaching. Is that why you refer to it as the almost perfect urban block? Because it can only attempt to facilitate, not fully anticipate future needs? SK: We want to provoke people. I think the time of the perfect block has gone, but at least we can strive for the almost perfect block. The exhibition will express the dynamics and variety, because there is not just one solution. This also addresses one of the most important issues for architecture - that nothing is set. Buildings change. They exist for many years and host many different programs and people. It is not our task to predict these changes, but we need to design buildings that can enable different programs and change. What is the concept behind the design of the exhibition? NM: We devoted a lot of attention on the exhibition concept. We wanted to find a good balance between our discipline and the way people make use the urban block on a daily basis. We imagined an exhibition in which two different languages played and interweaved with each other - the rational language of the design, of the architectural drawing and the emotional language of people who inhabit the space. This will reveal the architect s role within society, which is a subtle and never-ending balancing act between people s expectations and our mastery at creating space. I hope that we succeeded. SK: The emotional language will be revealed through images of buildings, many years after they have been delivered. Of course for architects it is a tradition to photograph one s design as if it was a pure object. But for this exhibition we wanted images, which reveal how people relate to the building. Observing how people s use of the building adds to its quality. A building has to be good as an object, but it also has to be good in use, to be a stage for everyday life. NM: It is a way of questioning the reality of the built environment. You deliver a proposal, of course taking into consideration people s needs, but you never know what the future holds. This is a way of confronting our discipline with the everyday. Can you elaborate on your choice of drawing style for the exhibition? SK: We developed a very special way of drawing that counterbalances the images depicting the daily use of the buildings. The drawings are meant to convey the maximum amount of information through a very minimal drawing style. For instance, we wanted to show the public realm within a building. To give the contours, but at the same time stress what the public element is within the building and how it is connected to the circulation and access system. We have another series of drawings, which show the volumetric composition and really address the program. NM: I think the decision to use these stark black and white drawings is very powerful. The idea was to clearly address the rationality of the inner logic of the urban block, as the urban block has been conceived and designed. In such a way we are not saying that this kind of approach limits the comprehension of architecture and the urban block. It s just part of the story. The other part is the way people interact with the space. SK: This way of drawing was specifically developed together with AIR (Architecture International Rotterdam) and Job Floris, architect and co-founder of MONADNOCK, for these kinds of condensed urban blocks. Earlier we published GROOT / GREAT, Tekenboek stadsgebouwen; functiestapelingen, publieke binnenwerelden, in één blok (Rotterdam, AIR 2011).This exhibition will showcase a small part of our larger research. It is a wonderful and unexpected opportunity for us to show what we re researching. Will the tense current political climate between the West and Russia leave any mark on the? SK: Of course it s a difficult situation - especially for Ukraine and Crimea - but I think diplomacy and cultural exchange are one of the most important things when it comes to maintaining peace. Change occurs through culture and dialogue, which are important aspects of any biennale. The 4th Moscow Architecture takes place in the Central House of Artists, located in the centre of Moscow opposite to Gorki Park at Krymski Val N 7, May moscowarchbiennale.ru The exhibition will also make its way to BKCity at the beginning of the next academic year and will be hosted at BKExpo, the new exhibition space next to the Espressobar.

8 14 forum B NIEUWs MAY 2014 W(H)AT!?! NINA BOHM In gesprek Ik vraag me af wat er op dit moment op het bureau Architectenregister gebeurt. De afgelopen weken komen er steeds meer stukjes informatie vanuit het bureau uit Den Haag richting onze faculteit. In de gangen groeit een gevoel van bezorgdheid tot oprechte verontwaardiging over deze informatie. De invoering van een beroepservaringperiode schrok mijn medestudenten in hun eerste jaar niet af. Twee jaar werken in de bouwpraktijk leek geen van ons een compleet onredelijke eis voor een inschrijving in het architectenregister. We dachten er in dat eerste studiejaar niet over om direct na het afstuderen een eigen bureau te willen starten en daarom zou die titel toch pas later in onze carrière van pas komen. Dat de invulling van deze beroepservaringsperiode er heel anders uit lijkt te gaan zien dan wij destijds dachten valt veel van deze studenten inmiddels aan hun master begonnen erg tegen. De eerste indruk, die het aanvullende traject maakt, is rigide, uitgebreid en enigszins utopisch. Daarnaast roept het veel vragen op die nog niemand goed lijkt te kunnen beantwoorden. Opleidingsdirecteur Eric Luiten heeft in maart als eerste geprobeerd uit te leggen wat er op het bureau architectenregister gebeurt, maar ook hij kon niet meer zijn dan de boodschapper. Een paar studenten hebben inmiddels wel antwoorden weten te onttrekken aan het bureau architectenregister. Deze antwoorden baarden hen genoeg zorgen om tot actie over te gaan. Hun petitie, die snel aansluiting vond op het sentiment van velen binnen en buiten de faculteit, roept terecht op tot inspraak. Een reactie op die petitie is al hoorbaar in de faculteit, maar moet eigenlijk van het bureau architectenregister komen. En die komt er ook. 19 juni krijgen we voor het eerst te zien wat er op het bureau architectenregister gebeurt. Het doel van die eerste kennismaking moet dan niet alleen voorlichting zijn, maar moet juist gaan om die behoefte naar dialoog. De vraag is nu, gaat het bureau architectenregister naar de nieuwe generatie luisteren? The renewed Architect Titles Act (Wet op de Architecten Titel, WAT) will be introduced on 1 January The titles act regulates the protection of the title of architect. Basically it limits the non-architect to use the title and to participate in tenders, commissions and competitions. From 2015 it will cost 6000, with a two years study extension BEP ( Professional Experience Period ) and a decline in the faculty s quality to receive the title of the W(H)AT?! The idea behind the BEP is excellent; delivering of well prepared architects, both theoretically and practically developed, ready to generate decent architecture. The theoretical and practical parts are absolutely distinctive elements which are indispensable in the preparation to become a professional. It isn t a lousy idea to prepare students for the vocational world, but it s the clumsy interpretation of this idea which causes lots of issues instead of motivating graduates to reach a higher level of achievement. The modules, which are the base of the BEP are, so to say, challenging. All the aspects what an architecture office theoretically does are covered in eleven modules. The modules are based on the design stages and the graduate should be familiar with all these topics in just two years time. When the graduate is working and fully incorporated in a project, he is forced to switch to another project, if there is one at all, to gain the modules. Who understands the practice of an architecture firm knows this is an ignorant statement. It makes it impossible to be specialized THE ARCHITECTS TITLE BY ANNA WOJCIK into certain topics as required in the practical world and the employee will be inflexible. It displays the disconnection between the education and vocational world. Those who aren t lucky enough to find a position at an office where they can follow the modules will be able to follow them at the, still to be established, foundation. The foundation brings graduates and teachers together to let the graduate start with the modules. The foundation-setting is in an educational environment and has hardly indistinguishable from the regular education program, thus is in contrast with the principle of the idea. Besides, teachers are having problems to earn a salary themselves and can t compensate the student. We shouldn't use this inappropriate solution for a problem we generate ourselves. Another risk is the decline in quality of the graduation projects. The modules can only be followed after graduation, removing any motivation to take on an internship before during ones studies. It s absolutely recommendable to do an internship before graduation in order to develop necessary architectural skills for the graduation-year. Without practical experiences the quality of graduation projects will decline together with the quality of the graduates. With the BEP, the current education, not focused to deliver architects will be extended with two years. Academic education is about a method to approach issues and situations, architecture is just the matter to learn this academic vision. You learn an academic vision which you can use in every other practice as well. Introduce the practical side through the validation of internships for the BEP causes not any problem and will be a proper development. If we implement this, there is no need to extend the education program with two years. Money is a major discussion point. The modules will cost 5900,- exvat next to 9520 of five years of education. This means that the renewed title will cost the graduate 63% more than the old one. Some suggested, fairly naively, to let your employer pay this. Employers can t even hire people for a normal salary, not to mention pay 250 more for an inflexible employee. So the graduate ends up with an internship, earns 600 a month, and has to pay 250 to follow the modules system. If we want to develop the quality of graduates we should change our attitude from a bureaucratic to a positive professional one. The module system has to be generalized in order to give the graduate the opportunity to be able to specialize and to operate flexible and productive as an architect. With the generalised interpretation there is no need for a foundation which solves the self produced problem. We should introduce a smooth transition period from education to the vocational-world by incorporating the practical side within the education. In this way both students as professionals will have the opportunity to learn from each other. Internships before graduation should be valid within the BEP and the quality of graduation projects will increase which benefits the university as well architectural offices. Without a strict bureaucratic module system there is no need for new verifying institution which costs lots of money. Barring issues, never forget we will have a beautiful profession which will inspire people every day of their life, so keep inspiring yourself and carry on no matter W(H)AT! Willem Barendregt MSc 3, Architecture of the Interior Sign the petition: petities24.com/tegen-de-kosten-enbeperkingen-van-de-beroepservaringsperiode Deep-rooted sentiments? Interesting views? Use forum as your discussion platform! Send your articles to bnieuws-bk@tudelft.nl

9 streets of BK city 15 IN EVERY EDITION STUDENTS AND STAFF OF THE FACULTY OF ARCHITECTURE ARE ASKED ABOUT THEIR OPINION. THIS TIME BNIEUWS ASKED... What do you think of the BEP? Roben Gort, BSc4 The BEP will define the identity of the architect. I expect that not every designer, entrepreneur or other graduate will devote their time and money to completeing the BEP. The desire to become an architect will most likely wane among most gradutes. The ones who will participate in the BEP, in order to register as an architect, will be the ones who truly want to build. This can have a postive effect on a oversaturated job market. Roel Vogels, MSc1, Hyperbody I'm curious about the motivations behind the BEP in this time of crisis. It would be better to stimulate the the market instead of making it more difficult to become an architect. In theory, I have no problems with the BEP, but the timing is very bad. Rodrigo Lima, MSc1, BT It s like the design competitions, where we give away our knowledge for free. Whereas a lawyer expects payments for advising possible clients. The only reason design competitions are still run like this, is because we as a profession have simply accepted it. If we don t accept the new rules and collectively chose not to register, then at some point they won t have architects and then there won t be a need for a register. Mick Eekhout, Octatube Yes, I m all for the BEP. Jo Coenen s experiment was also held in my office and it was a positive experience. Every graduate will profit from it. Rosan Pallada, BSc5 Minor I m all for implementation of the BEP, because the Bachelor is limited and we need practical experience. I personally don t want the title of architect, because I don t think we need it. But now when you graduate without the two year work experience period, you have little practical knowledge. The only job you can get is at an office where they will let you perform tasks meant for interns, like getting coffee. The BEP sets certain standards and seems like a good way to fill in the knowledge gap, title or no title. Nawaz Dabbagh, MSc2, Dwelling It is like they are exploiting students. You have to pay 6000 euros. There is no guarantee for a job. I think that if they want to change the system, they have to start at the faculty. If you want to have more experience in the field, it should be offered within the curriculum, as is the case at the Academy of Architecture in Amsterdam. Institutions like that one will become more attractive. What will then happen to the future of this faculty? Anne Schakel and Chiara Nykamp, ARGUS The problem is going to be between the students who graduate in december and those who graduate in early They possess the same knowledge, but the former group won t have to jump through hoops to become an architect. While the latter will have to do all the modules in a time when there are no jobs. There s no support. I m not graduating this year, so I ve come to accept it. But it all seems rushed. Though the modules seem like a good idea, it s the first hurdle that will be a big problem. Finding a job, a mentor, money to pay for it. It doesn t match the current circumstances. COLOFON B Nieuws is a four-weekly periodical of the Faculty of Architecture and the Built Environment, TU Delft. BK City, Delft University of Technology Julianalaan 134, 2628 BL Delft room BG.Midden.140 bnieuws-bk@tudelft.nl b-nieuws. issuu.com/bnieuws Editors Daphne Bakker Jane Stortelder Brigitte O'Regan Soscha Monteiro de Jesus Cover illustration From Belapur housing to Artist Village by Anne van Stijn Contributors Karin Laglas Anna Wojcik Winfried Meijer Paul de Ruiter Nina Bohm Willem Barendregt Editorial Advice Board Marcello Soeleman Sue van de Giessen Inge Pit Robert Nottrot Linda de Vos Pierijn van der Putt Ivan Thung Print Drukkerij Tan Heck, Delft Next deadline 16th of May PM B Nieuws 10, June 2014 Illustrations only in *.tif, *.eps or *.jpg format, min 300 dpi Unsolicited articles can have a maximum of 500 words, announcements 50 words. The editors have the right to shorten and edit articles, or to refuse articles that have an insinuating, discriminatory or vindicatory character, or contain unnecessary coarse language.

10 agenda B NIEUWs may 2014 Week 20 The first generation of New Towns: Stevenage & Nova Huta On 13 May, Wouter van Stiphout will talk about 'The first generation of New Towns: Stevenage & Nova Huta'. BKCity, Room F / 13:45 designaspolitics.nl Infrastructure Things : Christophe Girot and Guy Nordenson On 13 May, Christophe Girot (ETH Zurich) and Guy Nordenson (Princeton University) will talk about 'Correcting Landscape'. These lectures are part of the Capita Selecta series 'Infrastructure Things'. BKCity, Room B / 18:00 Adriaan Geuze: Reframe Adriaan Geuze, with his office West 8, established their reputation on an international level with his unique approach to planning and design of the public environment. BKCity, Room B / 18:30 theberlage.nl Thesis Defence Amir Djalali: Common Space Common Space: Policitcs and the Production of Architectural Knowledge" Promotor 1: Prof.ir. M. Riedijk (Bk), promotor 2: Prof. ir. S.U. Barbieri (em.hgl (2010) Bk), copromotor: Dr. P.V. Aureli (UD-Bk) Aula / 10:00 Thesis Defence Bernadina Borra - Collective Creativity "The Architecture of Cooperation. A project for organizing collective creativity" Promotor 1: Prof.ir. M. Riedijk (Bk), promotor 2: Prof.ir. S.U. Barbieri (em.hgl (2010) Bk), copromotor: Dr. P.V. Aureli (UD-Bk) Aula / 12:30 Week 21 Infrastructure Things : Negar Sanaan Bensi, Maria S. Guidici and Florian Hertweck Negar Sanaan Bensi (Faculty of Architecture and the Built Environment, TU Delft), Maria S. Guidici (Architectural Association, London) and Florian Hertweck (Berlin: The City in the City) will talk about 'Material, Elements, and Instruments'. BKCity, Room B / 18:00 The second and third generation of New Towns: Toulouse - Le Mirail & Milton Keynes Wouter van Stiphout will talk about 'The second and third generation of New Towns: Toulouse - Le Mirail & Milton Keynes'. BKCity, Room F / 13:45 designaspolitics.nl Jacques Gubler: 'Underground Past and Future' Jacques Gubler (Swiss architectural historian) will talk about 'Underground Past and Future: Worm s Wisdom or Ostrich s Syndrome?'. BKCity, Room B / 18:30 theberlage.nl Symposium Infrastructure Things The Capita Selecta series 'Infrastructure Things' will conclude with a public symposium led by Jean-Louis Cohen and Filip Geerts. BKCity, Oost Serre / 09:15 01_Kop Kleur 02_Kop Zwart Thesis Defence 03_Datum Hamed Khosravi: 04_Plat Political Theology 05_Info 06_Web "Camp of Faith; on Political Theology and Urban Form" 01_Kop Promotor Kleur 1: Prof.ir. M. Riedijk (Bk), 02_Kop promotor 2: Zwart Prof.ir. S.U. Barbieri 03_Datum (em.hgl (2010) Bk), copromotor: 04_Plat Dr. P.V. Aureli (UD-Bk) 05_Info Aula / _Web Week 22 Mark Roseland: Sustainable Community Development Real Estate & Housing and Parallel52 organize a lunch lecture with Mark Roseland on the theme: "Toward Sustainable Communities: Solutions for Citizens and Their Governments". Mark Roseland is Director of the Centre for Sustainable Community Development at Simon Fraser University and Professor in SFU s School of Resource and Environmental Management. BKCity, Room B / 12:45-13:30 'Urban planning as instrument in Cold War politics' On 27 May, Michelle Provoost will talk about 'Urban planning as instrument in Cold War politics'. BKCity, Room F / 13:45 designaspolitics.nl IABR - Opening Day Ceremony On May 29, Ascension Day, and the day after the official opening ceremony, the IABR 2014 will present a series of talks and debates. The program will take place in the Kunsthal Auditorium and the Kunsthalcafé. 10:00-18:30 Urban Design in times of climate change How can we make concrete steps towards a better integration of the water sector and the creative industries, and what are inspring examples? 10:00-12:30 Meet the Rotterdam Metabolists Meet the Rotterdam Metabolists! A joint endeavor of architects in Rotterdam who are leaders in the field when it comes to design based on the analysis of the urban metabolism. 13:30-14:20 Week 23 'Modernity, suburban culture and daily life in New Towns in Western Europe On 3 June, Ivan Nio will talk about 'Modernity, suburban culture and daily life in New Towns in Western Europe'. BKCity, Room F / 13:45 designaspolitics.nl Making Markermeer In het Markermeer komen ruimtelijk beleid, vele opgaven en talloze projecten elkaar tegen. Tijd voor een debat naar aanleiding van het project Making Markermeer waarin wordt verkend waar en hoe projecten elkaar in de weg zitten, waar ze elkaar helpen, waar ze misschien andere maatregelen overbodig maken en hoe dat werkt in de tijd. 14:00-17:00 De houdbaarheidsdatum van Delta steden Deltasteden kampen met langetermijnproblemen zoals bodemdaling, de gevolgen van klimaatverandering en een snel groeiende bevolking. Jakarta, New Orleans of Gouda: ze staan allemaal voor grote uitdagingen. 10:00-13:00 De infrastructuur van de Smart City Hoe krijgt de Smart City in Nederland vorm? Wat betekent dat voor de infrastructuur, het metabolisme en de burgers van de stad? Maarten Hajer (Planbureau voor de Leefomgeving) gaat in het kader van IABR 2014 in debat met Marleen Stikker (Waag Society), Jan Hendrik Dronkers (Rijkswaterstaat), Peter Glas (Unie van Waterschappen), Guido Braam (Circle Economy), Chris Sigaloff (Nederland Kennisland) en Jorick Beijer (Blossity). 15:00-17:00 spotlight! IABR 2014 URBAN BY NATURE Looking through the lens of landscape architecture, IABR 2014 redefines the way we deal with urban challenges by analyzing the relationship between urban society and nature, and between city and landscape. This edition of the biennale argues that cities are an integral part of huge urban landscapes, complex systems that have become our natural environment. With the use of new and innovative design strategies that effectively address the city as the bigger urban landscape that it is, we can make the city more resilient and thus truly contribute to a more sustainable future world. de Kunsthal, Rotterdam EXHIBITIONS Vivianne Sassen - Umbra Nederlands Fotomuseum Rotterdam / till Apartheid & After Huis Marseille Amsterdam / till From the Guggenheim Collection Cobra Museum Amstelveen / till