Profiel van daklozen in de vier grote steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Profiel van daklozen in de vier grote steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4)"

Transcriptie

1 Profiel van daklozen in de vier grote steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein Maas Judith Wolf Dike van de Mheen Mei 2012

2 Colofon Profiel van daklozen in de vier grote steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) Auteurs: Barbara van Straaten, IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving Jorien van der Laan, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Carola Schrijvers, IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving Sandra Boersma, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Marjolein Maas, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Judith Wolf, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Dike van de Mheen, IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving Met medewerking van: Ympkje Albeda, Marianne Snijdewind, Jasper Hamberg, Laura van der Wall, Angeline Giel-Kelly, Lenneke Sjoukema, Simone van den Akker, Helen Koning, Nienke Tolsma, Remco van Esch, Chantal van Kasteren, Nadine Langerak, Lotte van den End, Frank Wiersema, Dorieke Wewerinke, Myrthe Ziedses des Plantes, Emiel Elgersma (fotograaf afbeelding 2.1) & Ine Smeets. Met dank aan: alle deelnemers aan het onderzoek, alle instellingen, voorzieningen en centrale loketten die ons hebben geholpen met de werving van deelnemers, medewerkers van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, de vier deelnemerspanels en de klankbordgroep. Vormgeving: Jenny Jansen, Final Design Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO) van het Ministerie van VWS. Mei Profiel van daklozen in de vier grote steden

3 Voorwoord De eerste fase van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang waarin de G4 en het rijk zich hebben ingezet voor onder meer het terugdringen van dakloosheid is een succes. Veel feitelijk dakloze mensen zijn in de G4 in de periode 2006 tot 2011 onder dak gebracht en vaak ook in traject gekomen. Dit laat onverlet dat er nog steeds nieuwe daklozen bijkomen. Dakloosheid grijpt diep in de levens van mensen in die het treft. Voor het behoud van hun levenskwaliteit en maatschappelijke participatie is het essentieel dakloosheid te voorkomen en een mogelijk verblijf in de opvang van dakloze mensen zo kort mogelijk te houden. Vooralsnog is er in Nederland, maar ook internationaal, weinig onderzoek gedaan naar hoe mensen uitgesloten en dakloos raken en hoe mensen zich hieraan al dan niet met succes ontworstelen, wat op dit proces van invloed is en welke factoren hierin doorslaggevend zijn. De Directie Maatschappelijke Ondersteuning van het Ministerie van VWS heeft opdracht gegeven tot een langdurig en grootschalig onderzoek waarin ruim 500 daklozen zeker 2,5 jaar worden gevolgd. In 2011 zijn met de daklozen in dit cohort de eerste interviews gehouden. Deze tussenrapportage doet verslag van de eerste bevindingen. De onderzoekers hebben uitgebreid met de mensen gesproken over hun woonsituatie, hun kwaliteit van leven en hun hulpbehoeften. Elk van de geïnterviewde mensen is een uniek individu, met een eigen verhaal, geschiedenis en achtergrond. De onderzoekers zijn de daklozen veel dank verschuldigd vanwege hun vertrouwen in het onderzoek, hun bereidheid tot deelname eraan en de openhartigheid over hun leefsituatie. Dank gaat ook uit naar een groot aantal instellingen en instanties in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Zonder de inzet en hulp van een groot aantal hulpverleners, klantmanagers en beleidsmedewerkers uit de grote steden was de start en de basismeting van deze cohortstudie niet mogelijk geweest. Veel instellingen waren bijzonder gastvrij en waren behulpzaam bij het werven van dakloze mensen voor de studie. Dit onderzoek beoogt, vooral door de focus op het perspectief van dakloze mensen zelf hun verhaal en behoeften staan centraal bij te dragen aan de verbetering van de huidige en toekomstige levenskwaliteit en participatie van daklozen. Rotterdam & Nijmegen, mei 2012 De onderzoekers Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 3

4 Inhoud Pagina Samenvatting 5 Summary 8 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek Achtergrond en aanleiding Doelen en onderzoeksvragen Inclusiecriteria, werving en deelnemers Leeswijzer Profiel en bestaansvoorwaarden Demografische kenmerken Woonsituatie Dagbesteding Financiën Gezondheid, middelengebruik en gokken Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Middelengebruik Gokken Sociale relaties en veiligheid Relaties en problemen in de kindertijd Veiligheid en criminele activiteiten Subjectieve kwaliteit van leven Ervaren kwaliteit van leven Hulpbehoeften, zorggebruik en persoonlijke doelen Hulpbehoeften Zorggebruik Vertrouwen in de hulpverlening Persoonlijke doelen Beschouwing Het onderzoek De situatie van dakloze mensen Discussie en aanbevelingen 57 Literatuur 62 Bijlage 1: Uitgebreide verantwoording werving van deelnemers - per stad 65 Bijlage 2: Verslag van reflectie van deelnemerspanels op de conceptrapportage 73 Bijlage 3: Indeling van (opvang)locaties per categorie 75 Bijlage 4: Verantwoording gebruikte vragenlijsten 77 Bijlage 5: Informatiebrief voor potentiële deelnemers 79 4 Profiel van daklozen in de vier grote steden

5 Samenvatting Achtergrond en aanleiding Er zijn door het rijk en de G4 extra middelen ingezet voor de uitvoering van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (PvA MO) in de vier grote steden (G4; Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Doel van dit plan is het voorkomen en terugdringen van dakloosheid en het verbeteren van de kwaliteit van leven van dakloze mensen. Op verzoek van de Directie Maatschappelijke Ondersteuning van het Ministerie van VWS onderzoeken het IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving en het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het UMC St Radboud wat de werkzaamheid is van een persoonsgerichte aanpak bij daklozen in de vier grote steden (G4). Het Ministerie heeft nadrukkelijk aangegeven dat, bij het in kaart brengen van de werkzaamheid, de behoeften en wensen van dakloze mensen zelf centraal moeten staan. De studie volgt ruim 500 personen gedurende 2,5 jaar vanaf het moment dat ze zich in 2011 bij de maatschappelijke opvang in één van de vier grote steden meldden. Deelnemers aan deze studie worden in die periode vier keer geïnterviewd. Deze eerste rapportage beschrijft de basisgegevens van dakloze mensen die deelnamen aan de eerste meting, die is uitgevoerd in de periode januari t/m december De studie In totaal zijn in de vier steden 513 deelnemers geïnterviewd. Het cohort bestaat uit: volwassen deelnemers van 23 jaar of ouder (n=410) en jongere deelnemers van 18 tot 23 jaar die zich in 2011 (opnieuw) aanmeldden bij één van de centrale meldpunten voor daklozen of (zwerf)jongeren binnen de G4, en voldoen aan de criteria van de steden voor de start van een individueel traject, zoals regiobinding en een legaal verblijf in Nederland. Middels interviews, die 1,5 tot 2 uur duurden, zijn gegevens verzameld over de volgende thema s waarover in dit rapport verslag wordt gedaan: het profiel van daklozen, in termen van demografische kenmerken, huisvesting, dagbesteding en financiën; gezondheid, middelengebruik en gokken; sociale relaties en veiligheid; subjectieve kwaliteit van leven; hulpbehoeften, zorggebruik en persoonlijke doelen. Volwassen deelnemers verschillen weinig van de totale groep die instroomde in de maatschappelijke opvang binnen de G4 in 2011 wat betreft geslacht en leeftijd. Jongere deelnemers zijn vaker man dan de totale groep jongeren die instroomde in de maatschappelijke opvang binnen de G4 in 2011, maar verschillen niet wat betreft leeftijd. Bij de start van de studie is per stad een deelnemerspanel gevormd, bestaande uit (ex-)daklozen die actief zijn in verschillende cliëntenorganisaties of belangenorganisaties. Deelnemerspanels denken mee met de opzet en uitvoering van het onderzoek en geven suggesties voor aanpassingen van conceptrapportages. Een conceptversie van dit rapport is zowel aan deelnemerspanels als aan een klankbordgroep voorgelegd. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 5

6 Samenvatting Resultaten Profiel en bestaansvoorwaarden De meerderheid van de volwassen en jongere deelnemers is man (respectievelijk 80% en 60%) en allochtoon (respectievelijk 60% en 63%). Volwassenen zijn gemiddeld 40 jaar, jongeren zijn gemiddeld 20 jaar. Ruim 70% van de volwassenen en 91% van de jongeren is laag tot zeer laag opgeleid. Ruim de helft van de volwassenen heeft in het jaar voorafgaand aan het interview een bijstands- of daklozenuitkering (gehad). Ruim een kwart van de volwassen heeft inkomsten (gehad) uit een andere uitkering en eveneens een kwart van de volwassenen heeft inkomsten (gehad) uit loon uit betaald werk met een arbeidscontract. De helft van de jongeren heeft in het jaar voorafgaand aan het interview inkomsten (gehad) uit loon uit betaald werk met een arbeidscontract, 44% kreeg inkomsten uit andere bronnen, zoals studiefinanciering. Bijna alle volwassen en jongere deelnemers hebben schulden. De mediaan (het midden van de verdeling) van het schuldbedrag van volwassenen ligt op 8500 euro, bij jongeren op 5000 euro. Slechts een klein deel van de volwassenen heeft dagbesteding zoals een reguliere betaalde baan (8%), vrijwilligerswerk (13%), een betaalde baan in een sociale werkvoorziening (2%) of een werkervaringsplaats of arbeidsreïntegratietraject (4%). Volwassenen hebben vooral dagbesteding binnen een opvang- of woonvoorziening (20%). Jongeren zijn voornamelijk bezig met een opleiding of studie (25%) en bijna een kwart heeft een reguliere (bij)baan. Dakloosheid De meeste volwassenen (63%) en jongeren (56%) zijn ten tijde van het interview voor de eerste keer in hun leven dakloos. In de zes maanden voorafgaand aan het interview verbleven veel deelnemers tijdelijk bij familie, vrienden of kennissen. Als redenen voor hun dakloosheid noemen zij vooral financiële problemen, conflicten of breuken in persoonlijke relaties en huisuitzetting. Bij jongeren gaat het bij huisuitzetting vooral om uitzetting door ouder(s) of opvoeder(s). Gezondheid, middelengebruik en gokken Veruit de meeste volwassen en jongere deelnemers (87%) hebben lichamelijke klachten in de maand voorafgaand aan het interview. Zij hebben voornamelijk klachten aan spieren en beenderen, gebitsklachten, klachten aan ademhalingsorganen en visuele problemen. Vergeleken met de algemene bevolking scoren volwassen en jongere deelnemers op bijna alle psychische klachten bovengemiddeld tot hoog. Op depressieve stemming scoren volwassen vrouwen zeer hoog. Actueel cannabisgebruik onder volwassenen is hoog vergeleken met de algemene bevolking (43%). Onder jongere ligt dit nog hoger (63%). Bijna 30% van de volwassen en jongere deelnemers gebruikt alcohol (vijf glazen of meer op één gelegenheid in de afgelopen maand). Volwassenen dronken deze hoeveelheid gemiddeld op 13 dagen in de maand voorafgaand aan het interview, jongeren op zes dagen. Het spelen op kansspel- of fruitautomaten komt veel voor in vergelijking met de algemene bevolking: bijna 10% van de volwassen en jongere deelnemers heeft dit minstens één keer gedaan in het afgelopen jaar. Sociale relaties en veiligheid Veel deelnemers hadden in hun jeugd problemen: zij hadden slecht contact met hun (stief)vader, hadden problemen op school en/ of zijn mishandeld. Vooral het percentage jongere deelnemers dat door hun ouder(s) of opvoeder(s) uit huis is gezet is hoog (68%). Bijna een kwart van de volwassen en jongere deelnemers was in het jaar voorafgaand aan het interview slachtoffer van een niet-gewelddadig misdrijf, 15% van de volwassenen en een kwart van de jongeren was slachtoffer van een gewelddadig misdrijf. Ongeveer een derde van de volwassen en jongere deelnemers is in het afgelopen jaar opgepakt of gearresteerd vanwege een mogelijk misdrijf, meestal wegens diefstal. 6 Profiel van daklozen in de vier grote steden

7 Samenvatting Bijna de helft van de volwassenen en meer dan de helft van de jongeren kreeg in het jaar voorafgaand aan het interview een boete, meestal voor zwartrijden of verkeersovertredingen. Subjectieve kwaliteit van leven Volwassen en jongere deelnemers beoordelen hun algemene kwaliteit van leven gemiddeld als niet slecht/niet goed. Volwassen en jongere deelnemers beoordelen hun relatie met familie het meest positief van alle leefgebieden. Het minst tevreden zijn zij met hun financiële situatie. Hulpbehoeften De meeste behoefte aan hulp hebben zowel volwassen als jongere deelnemers bij huisvesting, financiën, hun gebit en het vinden van werk. De minste hulpbehoefte is er bij zelfverzorging, vervoer en alcoholgebruik. Onvervulde hulpbehoeften zijn er vooral in relatie tot financiën, lichamelijke gezondheid, psychische gezondheid en dagbesteding. Volwassenen ervaren op meer leefgebieden onvervulde hulpbehoeften dan jongeren. Op veruit de meeste leefgebieden willen deelnemers (volwassenen en jongeren) geen hulp en ontvangen zij deze ook niet. Zorggebruik Volwassenen en jongeren hebben in het jaar voorafgaand aan het interview vooral hulp gehad van de huisarts, een algemeen ziekenhuis of de tandarts. Persoonlijke doelen Bijna alle volwassenen en jongeren hebben een persoonlijk doel op het gebied van wonen; zij willen meestal weer zelfstandig wonen en enkelen willen (ambulant) begeleid gaan wonen. Andere veelgenoemde persoonlijke doelen zijn het aflossen van schulden, het verkrijgen van een goede gezondheid of conditie en het vinden van een baan. Conclusie In het oog springt het grote aantal deelnemers in het cohort dat bij aanmelding bij de opvang voor de eerste keer dakloos is. De totale duur van dakloosheid is ook relatief kort, zeker bij de volwassenen. Deze informatie doet vermoeden dat het profiel van de populatie daklozen in de vier grote steden in de afgelopen jaren, mede onder invloed van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang, is veranderd. De deelnemers zijn minder lang dakloos dan de daklozen in de eerste jaren van de eeuwwisseling. Daardoor is hun perspectief op herstel en maatschappelijke participatie in principe gunstiger. Wat echter tegelijkertijd opvalt is de kwetsbaarheid van de deelnemers, in termen van onder meer hun relatief geringe sociaaleconomische bronnen, hun gezondheidsproblemen, relatief forse middelengebruik, ervaringen als slachtoffer van misdrijven, maar ook (bij een substantieel deel) contacten met politie/justitie. Het cohort bestaat voor het merendeel uit mannen, alleenstaanden, allochtonen en laagopgeleiden. De combinatie bij de deelnemers van herstelperspectieven enerzijds en kwetsbaarheden anderzijds, maakt de vraag naar de werkzaamheid van een persoonsgerichte aanpak des te indringender. De cohortstudie biedt een unieke gelegenheid om de deelnemers, de hulpverlening en de werkzaamheid ervan de komende jaren te blijven volgen. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 7

8 Summary Background and aim of the study The Dutch government and the four major cities in the Netherlands (G4; Amsterdam, Rotterdam, Den Haag and Utrecht) have put in extra resources for the execution of the Strategy Plan for Social Relief in the G4. Aim of this plan is to prevent and reduce homelessness and to improve the quality of life of homeless people. At the request of the Ministry of Health, Welfare and Sport, the IVO Addiction Research Institute and the Research Centre for Social Care of the UMC St Radboud are investigating the efficacy of a personoriented approach for homeless people in theg4. The Ministry explicitly indicated that in determining the efficacy of this approach, the personal needs and goals of the homeless people should play a central role. This cohort study follows over 500 people during 2,5 years from the moment in 2011 they reported themselves at one of the central access points for social relief in the G4. During the 2,5 years of data collection, participants in the study are interviewed four times. This first report describes the baseline measure of the participating homeless people, which was conducted in the period of January up to and including December Design of the study For the baseline measure a total of 513 participants were interviewed in the four cities. This cohort consists of: 410 adult participants in the age range of 23 years and older and 103 youth participants in the age range of 18 to 23 years who in 2011 reported themselves (once again) at one of the central access points for social relief for homeless people within the G4. All participants satisfied the criteria set by the G4 for starting an individual programme plan, like regional connectedness and legal residence in the Netherlands. By means of a semi-structured interview, which had a duration of 1,5 to 2 hours, data was collected on the following topics: demographic characteristics; housing situation; daily activities; financial situation; physical and mental health; substance use and gambling; social relations and safety; subjective quality of life; care needs and use of care; and personal goals for recovery. Concerning sex and age, adult participants differed little from the total group of homeless people that reported themselves at the central access points for social relief in the G4 in Youth participants on the other hand, were more likely to be male than the comparison group, but they did not differ on age. At the start of the study a participant panel consisting of (ex)-homeless people who are active in client or advocacy organizations was formed in every city. Participant panels gave input on the design and execution of the study and gave feedback on a concept version of this report. Also an expert committee reviewed a concept version of the report. 8 Profiel van daklozen in de vier grote steden

9 Summary Results Profile and living conditions The majority of the adult and youth participants is male (80% and 60% respectively) and allochthonous (60% and 63% respectively). The average age for adults is 40 years, the average age of the youth participants is 20 years. Over 70% of the adults and 91% percent of the youth participants have a low to very low level of education. Over half of the adults received either social welfare benefits or homeless benefits in the year preceding the interview. More than a quarter of the adults receives or has received income from other paid benefits and another quarter of the adults receives or has received income from paid work under an employment contract. Half of the youth participants receives or has received income from paid work under an employment contract in the year preceding the interview, 44% received income from other sources, like student benefits. Almost all adults and youth participants report to be in debt. The median (middle of the distribution) of the total amount of debts is 8500 euro, for the youth participants 5000 euro. Few of the adults participate in daily activities like regular paid work (8%), volunteer work (13%), paid work through social work provision (2%) or work experience provision or a work reintegration scheme (4%). Adults mainly participate in daily activities within the shelter or living facility (20%). Youth participants are mostly busy studying (25%) and almost a quarter has a regular job (on the side). Homelessness Most of the adults (63%) and the youth participants (56%) are at the time of the interview homeless for the first time in their lives. In the six months preceding the interview many participants stayed temporarily with family, friends or acquaintances. They mostly name financial problems, conflicts or breaks in personal relationships and house evictions as the cause of their homelessness. Among youth participants,house evictions mostly concern evictions by their parent(s) or caretaker(s). Health, substance use and gambling The vast majority of adults and youth participants (87%) report to have had physical complaints in the month preceding the interview. They mostly report complaints of muscles and bones, dental complaints, complaints of respiratory organs and visual problems. Compared to the general population, adult and youth participants score between above average to high on almost all psychiatric problems. Adult women score very high on depressive moods. Actual use of cannabis is high among adults (43%) compared to the general population. Among youth participants the use is even higher (63%). Almost 30% of the adult and youth participants use alcohol (five glasses or more at one occasion in the last month). Adults used this quantity on 13 days on average in the month preceding the interview, youth participants on six days. Use of gambling and slot machines occurs frequently in comparison to the general population: almost 10% of the adult and youth participants gambled at least once in the last year. Social relations and safety Many participants experienced problems in their youth: they had bad relations with their (step) father, had problems at school and/or were victims of abuse. The percentage of youth participants who were evicted by their parents is especially high (68%). Almost a quarter of the adult and youth participants were victim of a non-violent crime, 15% of the adults and a quarter of the youth participants became victim of a violent crime at one point in their life. About a third of the adult and youth participants were taken into custody or arrested due to a possible offence, mostly theft at one point in their life. Almost half of the adults and more than half of the youth participants received a fine in the year preceding the interview, mostly for fare evasion or traffic offences. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 9

10 Summary Subjective quality of life On average, adult and youth participants evaluate their general quality of life as not bad / not good. Adult and youth participants rate their family relations as most positive of all life domains. They are least satisfied with their financial situation. Care needs Both adult and youth participants report to be needing the most care concerning their housing and financial situation, dental health and finding employment. They needed the least care with respect to their personal care, transportation and alcohol use. Unfulfilled care needs mostly exist in relation to their financial situation, physical and mental health and daily activities. Adults experience unfulfilled care needs on more life domains than youth participants. Participants (adults and youths) neither want nor receive any care with respect to the majority of life domains. Care use In the year preceding the interview, adult and youth participants mainly received care from either their general practitioner, the hospital or their dentist. Personal goals Almost all adult and youth participants report to have personal goals in the domain of housing: most of them want to live independently and some want to live in living facilities with (ambulatory) guidance. Other frequently mentioned goals are: paying off debts, obtaining good health and physique and finding employment. Conclusion A striking finding is the large number of participants in the cohort who are homeless for the first time when they enrol at the central access point for social relief. In addition, the total duration of being homeless is relatively short, especially among the adult participants and is substantially shorter than at the turn of the century. These findings combined suggest that the profile of the homeless population in the four major cities has changed substantially over the last couple of years, perhaps partly due to the influence of the Strategy Plan for Social Relief. Due to this, the prospect of recovery and social participation is in principle more favourable. At the same time, what also stands out is the vulnerability of participants, in terms of their relatively scarce social economic resources, their physical and mental health problems, relatively large substance use, experiences as victims of crime, but also (for a substantial part) contacts with the police/justice. The cohort mainly consists of male, single, allochthonous and low educated people. The combination of prospects of recovery on the one hand and vulnerability on the other hand, makes it all the more pressing to test the efficacy of the person-oriented approach. This cohort study presents a unique opportunity to monitor the participants over a long period of time, and to determine the efficacy of the individual care they receive in the years to come. 10 Profiel van daklozen in de vier grote steden

11 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek 1.1 Achtergrond en aanleiding In 2006 startte de eerste fase van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (PvA MO) in de vier grote steden (G4; Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) (Rijk en vier grote steden, 2006). Het doel van de eerste fase was om de situatie van daklozen en dreigend of potentieel daklozen te verbeteren en tegelijkertijd de overlast die deze groep veroorzaakt terug te dringen. Inzet was om alle feitelijke en residentieel daklozen (daklozen die in maatschappelijke opvangvoorzieningen verblijven) in een individueel traject te krijgen, met als doel maximaal haalbare zelfstandigheid en participatie in de samenleving. Elk individueel traject was gericht op stabiele huisvesting, zinvolle dagbesteding, een geregeld inkomen en contacten met de zorg. Uit de laatste Monitor Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (Tuynman, Planije & Place, 2011) blijkt dat eind 2010 de vier grote steden feitelijk en residentieel daklozen in traject brachten en mensen een stabiele mix 1 bereikten in dat jaar. Er zijn door het rijk en de G4 veel extra middelen ingezet voor de uitvoering van de eerste fase van het Plan van Aanpak. De groep feitelijk daklozen uit de jaren lijkt van de straat en onder dak: een niet onaanzienlijk aantal maakt thans gebruik van zogenaamde residentiële woonvoorzieningen. Onduidelijk is nog voor wie deze woonvoorzieningen een eindstation zijn en voor wie deze mogelijk een springplank vormen naar zelfstandigheid en maatschappelijke participatie. Er blijven zich in de G4 bij de maatschappelijke opvang substantiële aantallen mensen aanmelden. Onder hen bevinden zich recent daklozen (zij die nooit eerder dakloos waren), maar ook herhaald daklozen (ex-dakloze mensen die bij verlies van onderdak opnieuw een beroep op de opvang doen). De eerste fase van het PvA MO is inmiddels succesvol afgerond, en de tweede fase is in 2010 in gang gezet. Deze tweede fase richt zich voornamelijk op het voorkomen van nieuwe daklozen, het in zorg en opvang brengen van mensen die dakloos zijn, het verbeteren van de doorstroom en het bevorderen dat mensen die in de opvang zitten, uitstromen, re-integreren en participeren in de samenleving (Rijk en de vier grote steden, 2011). Ook krijgen in deze tweede fase zwerfjongeren, dat wil zeggen jongeren tot 23 jaar met meervoudige problemen die feitelijk of residentieel dakloos zijn (Ministerie van VWS, 2011), meer aandacht. De doelstellingen van de eerste en tweede fase van het PvA MO staan in het kader hierna. 1 Stabiele mix ; een stabiele situatie gedurende minstens drie maanden op de leefdomeinen huisvesting, inkomen en zorg. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 11

12 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek Doelstellingen Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang, eerste en tweede fase (Rijk en vier grote steden, 2011) De doelstellingen van de eerste fase gelden onverkort ook voor de tweede fase: 1. Dakloosheid als gevolg van huisuitzetting komt (vrijwel) niet meer voor; 2. Dakloosheid als gevolg van ontslag uit detentie komt (vrijwel) niet meer voor; 3. Dakloosheid als gevolg van uitval uit zorginstellingen komt (vrijwel) niet meer voor; 4. Voor alle daklozen is in de G4 een trajectplan opgesteld en zijn zij - afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden voor zover mogelijk voorzien van inkomen, passende huisvesting, effectieve ondersteuning, zorg, zinvolle dagbesteding en (voor zover mogelijk) werk; 5. Overlastgevend gedrag is bij een groot deel van de doelgroep verminderd. Daarnaast zijn de volgende doelstellingen leidend voor de tweede fase: 1. Voorkomen van nieuwe dak- en thuislozen door te investeren in preventie van uitval en op het voorkómen van terugval; 2. In zorg en opvang brengen van mensen die nu nog dakloos zijn en verbeteren van de doorstroom; 3. Bevorderen dat mensen die in zorg en opvang zitten uitstromen en re-integreren en participeren in de samenleving. De beschikbare informatie van de Monitor Plan van Aanpak geeft zicht op de aantallen daklozen met een stabiele situatie, maar biedt geen verdergaand inzicht bij wie de persoonsgerichte aanpak werkt. Bovendien zijn al dan niet aanwezige verbeteringen in de situatie ingeschat door betrokken medewerkers en niet (ook) door dakloze mensen zelf, terwijl hun perspectieven niet vanzelfsprekend overeenkomen (Jansen, Mensink & Wolf, 2007; Wolf et al., 2002). Daarom leeft bij de Directie Maatschappelijke Ondersteuning van het Ministerie van VWS de vraag wat de werkzaamheid is van een individueel traject bij daklozen in de vier grote steden (G4). Een individueel traject omvat de te bereiken doelen ter verbetering van de situatie van de dakloze op de diverse leefgebieden, de daartoe te ondernemen acties en de daaraan gekoppelde rechten en plichten van betrokkene (Rijk en vier grote steden, 2006). Het Ministerie heeft nadrukkelijk aangegeven dat, bij het in kaart brengen van de werkzaamheid, de behoeften en wensen van dakloze mensen zelf op het gebied van wonen en hulpverlening centraal dienen te staan. Om de werkzaamheid van de persoonsgerichte aanpak bij daklozen in de G4 te onderzoeken is in opdracht van het Ministerie van VWS een cohortstudie opgezet. Deze studie wordt uitgevoerd door het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het UMC St Radboud en het IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving. De studie volgt ruim 500 personen gedurende 2,5 jaar vanaf het moment dat ze zich bij de maatschappelijke opvang in één van de vier grote steden melden. Deze personen worden in die periode vier keer geïnterviewd. Niet eerder is in Nederland op deze schaal binnen de maatschappelijke opvang onderzoek gedaan vanuit het perfectief van daklozemensen zelf. In deze tussenrapportage doen wij verslag van de resultaten van de eerste meting van basisgegevens van ruim 500 daklozen die in de periode van januari 2011 tot en met december 2011in het cohort instroomden. 12 Profiel van daklozen in de vier grote steden

13 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek 1.2 Doelen en onderzoeksvragen De doelen van de longitudinale cohortstudie zijn: A. Bepalen van de behoeften en wensen van dakloze personen met een persoonsgerichte aanpak, in relatie tot hun achtergrond en problemen. B. Bepalen van verbeteringen in de objectieve en subjectieve kwaliteit van leven in de populatie daklozen, en van de voorspellers van een verbeterde subjectief ervaren levenskwaliteit. C. Bepalen van de transities in soorten onderdak en van de voorspellers van stabiele huisvesting. D. Bepalen van de door daklozen zelf ervaren baat van de persoonsgerichte aanpak. De onderzoeksvragen zijn: 1. Wat is het profiel van de populatie dakloze personen met een persoonsgerichte aanpak, en van subgroepen in deze populatie, en wat is het profiel van de daklozen waarbij het traject niet tot stand komt of voortijdig wordt afgebroken? 2. Is er een verbetering van de objectieve kwaliteit van leven (onderdak, inkomen, dagbesteding, zorgcontact) en subjectieve kwaliteit van leven van daklozen met een persoonsgericht traject? Bij welke (sub)groepen wel, bij welke niet? 3. Wat zijn de voorspellers van een verbeterde subjectief ervaren levenskwaliteit? Doet de persoonsgerichte aanpak ertoe? 4. Welke transities in soorten onderdak doen zich voor bij dakloze personen met een persoonsgericht traject? 5. Wat zijn de voorspellers van het krijgen van stabiele huisvesting? Doet de persoonsgerichte aanpak ertoe? 6. Wat is de ervaring of voldoening van daklozen met het geboden persoonsgerichte traject? In deze eerste rapportage van de cohortstudie beschrijven wij de basisgegevens van dakloze personen die deelnamen aan de eerste meting. Volgende rapportages gaan meer in de diepte; dan behandelen we bijvoorbeeld ook voorspellers van verbeterde kwaliteit van leven en stabiele huisvesting en worden subgroepen binnen het cohort beschreven. In deze rapportage komen de volgende thema s aan de orde: Het profiel van daklozen, in termen van demografische kenmerken, huisvesting, dagbesteding en financiën; Gezondheid, middelengebruik en gokken; Sociale relatiesen veiligheid; Subjectieve kwaliteit van leven; Hulpbehoeften, zorggebruik en persoonlijke doelen. 1.3 Inclusiecriteria, werving en deelnemers In deze studie gehanteerde inclusiecriteria zijn: In 2011 aangemeld en tot een individueel traject toegelatenbij de maatschappelijke opvang in één van de vier grote steden; Leeftijd van 18 jaar of ouder. Door toepassing van deze inclusiecriteria voldoen alle deelnemers van dit onderzoek aan de criteria van toelating tot een individueel traject. De toelatingscriteria voor een traject zijn in de regel: het hebben van regiobinding (van de laatste drie jaar, tenminste twee jaar woonachtig zijn geweest in de regio van aanmelding), legaal in Nederland verblijven en door één of meer problemen, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (artikel 1 onderdeel c; Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)). Dit onderzoek gaat dus enkel over dakloze mensen die aan bovenstaande kenmerken voldoen. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 13

14 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek Benadering van en interviews met deelnemers Deelnemers aan dit onderzoek zijn op verschillende manieren geworven 2. In de vier grote gemeenten via medewerkers van de centrale loketten, trajectregisseurs en via directe benadering in laagdrempelige of tijdelijke opvangvoorzieningen door interviewers, onderzoekers of medewerkers van een voorziening. De interviews werden gehouden op een locatie naar keuze van de deelnemer. Vaak was dit de (dag)opvang waar de deelnemer verbleef, maar er werd ook geïnterviewd in openbare bibliotheken, het kantoor van het IVO in Rotterdam en in cafés. De interviewers zorgden ervoor dat er op de interviewlocatie genoeg privacy was. Interviews duurden ongeveer 1,5 tot 2 uur. De interviews zijn afgenomen door 19 getrainde interviewers. Als een deelnemer de Nederlandse taal niet voldoende beheerste, werd hij of zij in zijn of haar eigen taal geïnterviewd. Niet-Nederlandstalige interviews zijn gehouden in het Spaans (n=2), Engels (n=2) en Arabisch (n=2). Na afloop kreeg elke deelnemer een vergoeding van 15 euro. Ook werd er, na goedkeuring van de deelnemer, een foto van hem of haar gemaakt. Enkele van deze foto s zijn, met toestemming van de betreffende deelnemers, afgebeeld in dit rapport. Het cohort Voor de beoogde analyses in deze longitudinale cohortstudie waren minimaal 500 deelnemers nodig, in totaal zijn 513 deelnemers geïnterviewd. Het cohort bestaat uit: Volwassen deelnemers (n=410) van 23 jaar of ouder die zich in 2011 (opnieuw) aanmeldden bij één van de centrale meldpunten voor daklozen binnen de G4, en voldoen aan de criteria van de steden voor de start van een individueel traject. Jongeren (n=103) van 18 tot 23 jaar die zich in 2011 (opnieuw) aanmeldden bij één van de centrale meldpunten voor daklozen of bij een apart meldpunt voor (zwerf)jongeren 3 binnen de G4, en voldoen aan de criteria van de steden voor de start van een individueel traject. Omdat de vier steden verschillen in omvang van de populatie daklozen, is hier in de verdeling van het aantal deelnemers over de steden rekening mee gehouden. De gewenste verdeling van het aantal deelnemers over de vier steden is gebaseerd op de aantallen opgestelde trajecten onder volwassenen per stad zoals beschreven in de Monitor Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang 2010 (Tuynman, Planije, & Place, 2011) 4. De beoogde verdeling per stad voor zowel volwassen als jongere deelnemers was: Amsterdam 31,9%, Rotterdam 29,2%, Den Haag 25,0% en Utrecht 13,9%. De gerealiseerde percentages komen goed overeen met de beoogde percentages. De beoogde en gerealiseerde percentages staan vermeld in tabel 1.1. Tabel 1.1. Deelnemers per stad, volwassenen en jongeren, gerealiseerd en beoogd(%) * volwassenen zijn deelnemers vanaf 23 jaar ** jongeren zijn deelnemers tussen 18 en 22 jaar 2 De onderzoekers hielden zich bij de procedure aan de gedragscode Gezondheidsonderzoek Goed Gedrag. Meer informatie over deze gedragscode is te vinden op de website van het College Bescherming Persoonsgegevens: 3 Het Centraal Onthaal Jongeren (COJ) in Rotterdam. 4 Wegens het ontbreken van soortgelijke gegevens over het aantal trajecten van jongeren in de G4, is bij jongeren dezelfde verdeling van het aantal deelnemers over de steden aangehouden als bij volwassenen. 14 Profiel van daklozen in de vier grote steden

15 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek De gegevens in dit rapport zijn gebaseerd op deelnemersaantallen uit bovenstaande tabel. Wanneer het aantal deelnemers hiervan afwijkt, bijvoorbeeld omdat enkele deelnemers een vraag niet hebben beantwoord, geven we dat expliciet aan (zie de n ). Representativiteit In 2011 stroomden 2084 volwassenen van 23 jaar of ouder in in de maatschappelijke opvang in de G4. Van deze totale instroom is 19,7% geïncludeerd in de cohortstudie (n=410). Deelnemers aan de cohortstudie verschillen weinig van de totale groep die instroomde in de maatschappelijke opvang wat betreft het percentage mannen (respectievelijk 80,2% in het cohort en78,1% in de totale instroom) en gemiddelde leeftijd (respectievelijk 40,3 jaar in het cohort en 39,3 jaar in de totale instroom). In 2011 stroomden 976 jongeren van 18 tot 23 jaar in in de maatschappelijke opvang in de G4. Van deze totale instroom is 10,6% geïncludeerd in de cohortstudie (n=103). Jongere deelnemers aan de cohortstudie zijn vaker man dan de totale groep jongeren die instroomde in de maatschappelijke opvang (respectievelijk 60,2% in het cohort tegen 49,2% in de totale instroom). Wat betreft gemiddelde leeftijd verschillen jongere deelnemers weinig van de totale groep jongeren die instroomde (respectievelijk 20,2 jaar in het cohort en 20,0 jaar in de totale instroom). Rol van deelnemerspanels en klankbordgroep Dakloze mensen staan centraal in dit onderzoek, daarom hechten wij veel waarde aan hun betrokkenheid en input. (Ex-)dakloze mensen worden daarom niet alleen als respondent bij dit onderzoek betrokken, maar ook als 'meedenker'. Per stad is een panel samengesteld van ongeveer acht (ex-)daklozen die actief zijn in verschillende cliëntenorganisaties of belangenorganisaties. Met deze deelnemerspanels is een conceptversie van dit rapport besproken. De belangrijkste opmerkingen en aanbevelingen van de panels op basis van de resultaten van de eerste meting worden in bijlage 2 weergegeven. Een conceptversie van dit rapport is tevens besproken in een klankbordgroep bestaande uit medewerkers van relevante instellingen en instituten als het Ministerie van VWS, VNG, Federatie Opvang en beleidsmedewerkers, leden van cliëntenorganisaties en medewerkers van universiteiten of hogescholen. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk twee beschrijft het profiel en de bestaansvoorwaarden van deelnemers. De daaropvolgende hoofdstukken gaan over gezondheid, middelengebruik en gokken (hoofdstuk 3), sociale relaties en veiligheid (hoofdstuk 4) en het subjectieve oordeel van de deelnemers over hun kwaliteit van leven (hoofdstuk 5). Hoofdstuk zes gaat over hulpbehoeften en ontvangen hulp, het zorggebruik en persoonlijke doelen van deelnemers. Het rapport besluit met een terugblik op het uitgevoerde onderzoek, een samenvatting van de bevindingen en hierop voortbouwend, een discussie van resultaten en aanbevelingen voor praktijk en beleid. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 15

16 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek Afbeelding 1.1. Interviewlocatie bij een opvangvoorziening 16 Profiel van daklozen in de vier grote steden

17 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Dit hoofdstuk beschrijft het profiel van de deelnemers met een onderscheid tussen volwassenen en jongeren. Aan de orde komen ook de bestaansvoorwaarden van de deelnemers, zoals inkomen, woonsituatie, dagbesteding en financiën. 2.1 Demografische kenmerken Leeftijd, geslacht en herkomst De meerderheid van de volwassen deelnemers is man (80%) en allochtoon 5 (60%, verdeeld in 48% eerste generatie allochtonen en 12% tweede generatie allochtonen). Eerste generatie allochtonen zijn voornamelijk afkomstig uit Suriname (12%), de Nederlandse Antillen (10%) en Marokko (7%). Het gaat bij de tweede generatie allochtonen vooral om Surinaams-Nederlandse volwassenen (4%) en Marokkaans- Nederlandse volwassenen (4%). De leeftijd varieert van 23 tot 72 jaar en is gemiddeld 40 jaar. Bij de jongeren is ook de meerderheid man (60%) en allochtoon (63%, verdeeld in 24% eerste generatie allochtonen 39% tweede generatie allochtonen). Eerste generatie allochtonen zijn voornamelijk afkomstig uit Marokko (7%), de Nederlandse Antillen (6%) en Suriname (6%). Het gaat bij de tweede generatie allochtonen vooral om Surinaams-Nederlandsejongeren (18%) en Marokkaans-Nederlandse jongeren (14%). De leeftijd van de jongeren varieert van 18 tot 23 jaar, en is gemiddeld 20 jaar. Vergeleken met de algemene bevolking uit Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, waar respectievelijk 50%, 49%, 48% en 32%volgens de CBS definitie allochtoon is (Mulder, 2011), is het aandeel allochtonen onder deelnemers relatief groot. Tabel 2.1. Demografische kenmerken van de deelnemers, volwassenen en jongeren Burgerlijke staat Het merendeel van de volwassen deelnemers is nooit gehuwd geweest (65%), ruim een kwart is gescheiden (27%) en 7% is gehuwd. Sommige deelnemers zijn weduwe/weduwnaar (2%), en een enkeling heeft een geregistreerd partnerschap. Van de volwassen deelnemers geeft 28% aan een partner te hebben. Van de jongere deelnemers is niemand ooit gehuwd geweest. Wel heeft bijna de helft van de jongeren een partner (47%). 5 Bij het vaststellen van etniciteit is de definitie van het CBS gehanteerd: een deelnemer werd aangemerkt als allochtoon als de deelnemer zelf (eerste generatie) of tenminste één van zijn ouders (tweede generatie) in het buitenland geboren is. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 17

18 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Kinderen Ruim de helft van de volwassen deelnemers heeft kinderen (55%). Van deze groep met kinderen verblijven bij ruim de helft van hen de kinderen bij iemand anders, meestal bij de moeder of een ander familielid. Van 6% van de deelnemers verblijven de kinderen bij de deelnemer in de opvang, dit zijn (eenouder-) gezinnen in de opvang. Soms zijn de kinderen al ouder, en wonen zij op zichzelf (11%). De meeste jongeren hebben nog geen kinderen (85%). Van degenen met kinderen (n=15), verblijven de kinderen meestal bij hun moeders in de (tienermoeder)opvang. Opleiding Het opleidingsniveau van de volwassen deelnemers is over het algemeen (zeer) laag 6. Volwassenen en jongeren zijn oververtegenwoordigd in lage opleidingsniveaus (basisschool of lager, LTS, VMBO, MBO-kort). Ter vergelijking: in de algemene bevolking van 25 t/m 64 jaar heeft 8% enkel ten hoogste de lagere school afgerond, bij de deelnemende volwassenen en jongeren is dat respectievelijk 33% en 35%. Daarbij moet worden opgemerkt dat de jongeren vaak nog bezig zijn met hun opleiding, of van plan zijn die te hervatten (zie paragraaf 2.3 over dagbesteding). Acht procent van de volwassenen en 9% van de jongeren geeft aan het lager onderwijs niet te hebben afgerond (deze groep valt in de categorie laagst ). Figuur 2.1. Opleidingsniveau, jongeren (n=103), volwassenen 7 (n=406) en algemene bevolking 8. 6 Bij het vaststellen van opleidingsniveau is zoveel mogelijk de indeling van het CBS gehanteerd. Een verschil is dat in deze studiein de vragenlijst MBO niveau 1 en 2 bij laag is ingedeeld, het CBS deelt niveau 2 in bij middelbaar. Geen opleiding is toegevoegd bij laagst. 7 Bij 1% van de volwassenen was het opleidingsniveau niet vast te stellen (n=4). 8 Gegevens uit: Verweij, Sanderse& Van der Lucht (2011). 18 Profiel van daklozen in de vier grote steden

19 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 19

20 2. Profiel en bestaansvoorwaarden 2.2 Woonsituatie Huidige verblijfplaats en vorige woonsituaties Veruit de meeste volwassenen (91%) zijn feitelijk dakloos ten tijde van het interview. Zij verblijven in een passantenverblijf of een tijdelijke opvang 9, bij vrienden, kennissen of familie zonder uitzicht op langer verblijf, of op straat. Van deze groep is 3% een zogeheten buitenslaper. Drie procent van de volwassen deelnemers is residentieel dakloos: zij verblijven in een woonvoorziening in de maatschappelijke opvang. In de categorie overig vallen volwassenen die bijvoorbeeld in een psychiatrisch ziekenhuis of afkickkliniek verblijven; zij zijn in de periode tussen aanmelding bij de maatschappelijke opvang en afname van het interview al van verblijfssituatie gewisseld. Figuur 2.2. Woonsituatie ten tijde van het interview van volwassenen (n=409) Veel volwassenen hadden in de periode voor het interview al enige tijd geen eigen woonruimte meer: zij woonden voornamelijk tijdelijk bij familie of vrienden (29%). Vijftien procent van de volwassen deelnemers had in de zes maanden voorafgaand aan het interview voornamelijk een eigen woonruimte, en ruim een kwart verbleef voornamelijk in tijdelijke opvangvoorzieningen (zie bijlage 3 voor de locaties). In figuur 2.3 staat een voorbeeld vande woonsituaties van een volwassen deelnemer in de zes maanden voorafgaand aan het interview. Figuur 2.3. Woonsituaties van een volwassene in de zes maanden voorafgaand aan het interview Ruim de helft van de jongeren (53%) is feitelijk dakloos ten tijde van het interview: zij verblijven in een passantenverblijf of tijdelijke opvang of sliepen bij vrienden, kennissen of familie zonder uitzicht op langer verblijf. Van deze groep is 1% buitenslaper. Ten tijde van het interview verblijft 37% van de jongere deelnemers in een woonvoorziening in de maatschappelijke opvang: zij zijn residentieel dakloos. In de categorie overig vallen jongeren die bijvoorbeeld al een eigen woning of kamer hadden gevonden of (nog) permanent bij familie of vrienden verblijven. 9 Zie bijlage 3 voor de indeling van (opvang)locaties per categorie. 20 Profiel van daklozen in de vier grote steden

21 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Figuur 2.4. Woonsituatie ten tijde van het interview van jongeren (n=103) Veel jongeren woonden in de zes maanden voorafgaand aan het interview tijdelijk bij vrienden of familie (28%), in tijdelijke opvangvoorzieningen (28%) of permanent bij vrienden of familie (17%). Bij familie gaat het meestal om ouder(s)/opvoeder(s). In figuur 2.5 staat een voorbeeld van de woonsituaties van een jongere in de zes maanden voorafgaand aan het interview. Figuur 2.5. Woonsituaties van een jongere in de zes maanden voorafgaand aan het interview Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 21

22 2. Profiel en bestaansvoorwaarden In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de voornaamste verblijfplaats zes maanden voorafgaand aan het interview en van de huidige verblijfplaats. Tabel 2.1. Voornaamste verblijfplaats zes maanden voorafgaand aan het interview en huidige verblijfplaats ten tijde van interview, volwassenen en jongeren 22 Profiel van daklozen in de vier grote steden

23 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Afbeelding 2.1. Gemeenschappelijke ruimte in een opvangvoorziening Dakloosheid Van de volwassen deelnemers (n=410) is 63% niet eerder dakloos geweest in zijn of haar leven. Ten tijde van het interview is deze nieuwe groep volwassen daklozen (n=254) gemiddeld 1,8 jaar dakloos en bijna vier tiende deel van hen is minder dan zes maanden dakloos. De relatief lange periode van dakloosheid kan ermee te maken hebben dat deze mensen de eerste maanden van hun dakloosheid overbruggen door (tijdelijk) onderdak bij vrienden of familie om zich daarna pas aan te melden bij de opvang. Vijf volwassenen geven aan niet dakloos te zijn; zij hebben zich bijvoorbeeld aangemeld voor een traject vanwege dreigende huisuitzetting. Volwassen deelnemers die ooit in hun leven wel eerder dakloos zijn geweest (n=150), zijn dat gemiddeld 4,4 jaar. De langste periode van dakloosheid ooit is 27 jaar. Van de jongeren (n=103) is56% niet eerder dakloos geweest in zijn of haar leven. Ten tijde van het interview zijn deze jongeren (n=57) gemiddeld één jaar dakloos; ruim de helft is minder dan zes maanden dakloos. Twee jongeren geven aan feitelijk niet dakloos te zijn: zij hebben zich preventief aangemeld bij het centrale loket vanwege een onhoudbare thuissituatie. Jongeren die ooit in hun leven eerder dakloos zijn geweest (n=44), zijn dat gemiddeld 2,3 jaar. De langste periode van dakloosheid ooit in de jongerengroep is acht jaar. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) 23

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf Profiel van daklozen in de vier grote Omz, UMC St Radboud Nijmegen steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) IVO, Rotterdam Jorien van der

Nadere informatie

Profiel van daklozen in Rotterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4)

Profiel van daklozen in Rotterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) Profiel van daklozen in Rotterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein

Nadere informatie

Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4)

Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4) Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein

Nadere informatie

Profiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4)

Profiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4) Profiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein

Nadere informatie

Socio-economic situation of long-term flexworkers

Socio-economic situation of long-term flexworkers Socio-economic situation of long-term flexworkers CBS Microdatagebruikersmiddag The Hague, 16 May 2013 Siemen van der Werff www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Discussion topics and conclusions

Nadere informatie

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang

Nadere informatie

Daklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4

Daklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4 Daklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen

Nadere informatie

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Eindrapportage Coda-G4

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Eindrapportage Coda-G4 Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf Juni 2015 Colofon

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Eindrapportage Coda-G4 Sara Al Shamma, Barbara van Straaten, Sandra Boersma, Gerda Rodenburg, Jorien van der Laan, Dike van de Mheen, Judith

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Amsterdam

Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Amsterdam Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Rotterdam

Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Rotterdam Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze

Nadere informatie

Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Den Haag

Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Den Haag Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze

Nadere informatie

codag Daklozenprofielen in de vier grote steden en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Cohortstudie Daklozen

codag Daklozenprofielen in de vier grote steden en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Cohortstudie Daklozen codag Cohortstudie Daklozen in de vier grote steden vr Daklozenprofielen in de vier grote steden en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4

Nadere informatie

Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Utrecht

Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Utrecht Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Ambulant werken met kwetsbare mensen

Ambulant werken met kwetsbare mensen Ambulant werken met kwetsbare mensen UMC St Radboud Judith Wolf & Dorieke Wewerinke Van asiel & beschermen naar herstel & participeren Zelfstandig wonen Transmuraal wonen Nachtopvang Inloop Flexibele ondersteuning

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE

ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE Judith Wolf, Astrid Altena, Milou Christians, Mariëlle Beijersbergen Maart 2010 COLOFON Colofon Project Onderzoek naar dakloze jongeren in de centrumregio

Nadere informatie

Daklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4

Daklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4 Daklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen Judith

Nadere informatie

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Instroom en uitstroom van Housing First klanten bij acht praktijken 27 in maart Nederland 2014 Sara Al Shamma, Linda van den Dries & Judith Wolf Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan

Nadere informatie

Daklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4

Daklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4 Daklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen

Nadere informatie

Maatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman

Maatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman Improving Mental Health by Sharing Knowledge Maatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman Deze presentatie Deze

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen

Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen Hoofdstuk uit: Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg UMC St Radboud Nijmegen Februari 2010 Astrid Altena

Nadere informatie

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland? First part of the Inburgering examination - the KNS-test Of course, the questions in this exam you will hear in Dutch and you have to answer in Dutch. Solutions and English version on last page 1. In welk

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Manon krabbenborg, Sandra Boersma, Marielle Beijersbergen & Judith Wolf s.boersma@elg.umcn.nl Homeless youth in the Netherlands Latest estimate:

Nadere informatie

OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam

OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam G4-USER OGGZ monitor matrix Inhoud Zelfredzaamheid-Matrix Hoeveel daklozen zijn er? 4/15/2015 2 G4-USER Urban Social Exclusion

Nadere informatie

Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven

Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4 in Den Haag: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Impact en disseminatie Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Wie is wie? Voorstel rondje Wat hoop je te leren? Heb je iets te delen? Wat zegt de Programma Gids? WHAT DO IMPACT AND SUSTAINABILITY MEAN? Impact

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn Chapter 4 Understanding Families In this chapter, you will learn Topic 4-1 What Is a Family? In this topic, you will learn about the factors that make the family such an important unit, as well as Roles

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers The Influence of Job Demands and Job Resources on Psychological Fatigue and Work Satisfaction

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Global TV Canada s Pulse 2011

Global TV Canada s Pulse 2011 Global TV Canada s Pulse 2011 Winnipeg Nobody s Unpredictable Methodology These are the findings of an Ipsos Reid poll conducted between August 26 to September 1, 2011 on behalf of Global Television. For

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Persoonlijke informatie / Personal information

Persoonlijke informatie / Personal information LOB-cv Answers Persoonlijke informatie / Personal information Naam / Name Place of residence Woonplaats Country of residence School / School Nationaliteit / Nationality Geboortedatum / Date-of-birth Place-of-birth

Nadere informatie

De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose

De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose The Relationship between Adaptive and Cognitive Functioning

Nadere informatie

Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven

Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4 in Amsterdam: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

Het Effect van Voortgangsfeedback aan Behandelaars op de Uitkomsten van Psychologische Behandelingen; een Pilot Onderzoek

Het Effect van Voortgangsfeedback aan Behandelaars op de Uitkomsten van Psychologische Behandelingen; een Pilot Onderzoek Het Effect van Voortgangsfeedback aan Behandelaars op de Uitkomsten van Psychologische Behandelingen; een Pilot Onderzoek The Effect of Progress Feedback to Therapists on Psychological Treatment Outcome;

Nadere informatie

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te. De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te Stoppen The Influence of the Innovation Characteristics on the Intention of

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen UMC St Radboud Nijmegen

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen UMC St Radboud Nijmegen Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen T 024 361 43 65 E werkplaatsoxo@elg.umcn.nl I www.werkplaatsoxo.nl ISBN 978-94-90626-10-5 Stabiel worden, stabiel zijn,

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory

Nadere informatie

Het Signaleren van Problemen 3 Maanden na Ontslag van de Intensive. Care en de Noodzaak van een Nazorgprogramma

Het Signaleren van Problemen 3 Maanden na Ontslag van de Intensive. Care en de Noodzaak van een Nazorgprogramma Running head: HET SIGNALEREN VAN PROBLEMEN NA EEN IC-OPNAME 1 Het Signaleren van Problemen 3 Maanden na Ontslag van de Intensive Care en de Noodzaak van een Nazorgprogramma The Screening of Problems 3

Nadere informatie

Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven

Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4 in Rotterdam: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang

Nadere informatie

Running Head: SMARTPHONE>ACTIVITEITEN>DETACHMENT>HERSTEL

Running Head: SMARTPHONE>ACTIVITEITEN>DETACHMENT>HERSTEL De Impact van Smartphone Gebruik na het Werk op Herstelactiviteiten en Ervaren Herstel en de rol van Psychologisch Detachment als Mediator M. Feenstra Open Universiteit Naam student: M. Feenstra Studentnummer:

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven

Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4 in Utrecht: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang Eline

Nadere informatie

Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016

Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Understanding and being understood begins with speaking Dutch Understanding and being understood begins with speaking Dutch Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal The Dutch language links us all Wat leest u in deze folder? 1.

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Running Head: IDENTIFICATIE MET SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS 1. Sociaal-economische Status en Gezondheid:

Running Head: IDENTIFICATIE MET SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS 1. Sociaal-economische Status en Gezondheid: Running Head: IDENTIFICATIE MET SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS 1 Sociaal-economische Status en Gezondheid: Invloed van ervaren Stress en Classificering Gezondheidschadend Gedrag Socioeconomic Status and Health:

Nadere informatie

Licht verstandelijke beperking onder cliënten van CVD Havenzicht nachtopvang in 2017

Licht verstandelijke beperking onder cliënten van CVD Havenzicht nachtopvang in 2017 Licht verstandelijke beperking onder cliënten van CVD Havenzicht nachtopvang in 2017 Augustus 2018 Colofon Licht verstandelijke beperking onder cliënten van CVD Havenzicht nachtopvang in 2017 Auteurs:

Nadere informatie