Profiel van daklozen in Rotterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4)
|
|
- Gijs Smet
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Profiel van daklozen in Rotterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein Maas Judith Wolf Dike van de Mheen Maart 2013
2 Colofon Profiel van daklozen in Rotterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) Auteurs: Barbara van Straaten, IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving Jorien van der Laan, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Carola Schrijvers, IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving Sandra Boersma, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Marjolein Maas, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Judith Wolf, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Dike van de Mheen, IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving Met medewerking van: Ympkje Albeda, Marianne Snijdewind, Jasper Hamberg, Laura van der Wall, Angeline Giel-Kelly, Lenneke Sjoukema, Simone van den Akker, Helen Koning, Nienke Tolsma, Remco van Esch, Chantal van Kasteren, Nadine Langerak, Lotte van den End, Frank Wiersema, Dorieke Wewerinke, Myrthe Ziedses des Plantes, Emiel Elgersma (fotograaf afbeelding 2.1) & Ine Smeets. Met dank aan: alle deelnemers aan het onderzoek, alle instellingen, voorzieningen en centrale loketten die ons hebben geholpen met de werving van deelnemers, medewerkers van de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, de vier deelnemerspanels en de klankbordgroep. Vormgeving: Jenny Jansen, Final Design Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO) van het Ministerie van VWS. Maart Profiel van daklozen in Rotterdam
3 Inhoud Pagina 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek Achtergrond en aanleiding Doelen en onderzoeksvragen Leeswijzer 6 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Demografische kenmerken Woonsituatie Dagbesteding Financiën Gezondheid, middelengebruik en gokken Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Middelengebruik Gokken Sociale relaties en veiligheid Relaties en problemen in de kindertijd Veiligheid en criminele activiteiten Subjectieve kwaliteit van leven Ervaren kwaliteit van leven Hulpbehoeften en zorggebruik Hulpbehoeften Zorggebruik Vertrouwen in de hulpverlening 28 Literatuur 29 Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 3
4 4 Profiel van daklozen in Rotterdam
5 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek 1.1 Achtergrond en aanleiding In 2006 startte de eerste fase van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (PvA MO) in de vier grote steden (G4; Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) (Rijk en vier grote steden, 2006). Er zijn door het rijk en de G4 veel extra middelen ingezet voor de uitvoering van de eerste fase van het Plan van Aanpak. De groep feitelijk daklozen uit de jaren lijkt van de straat en onder dak: een niet onaanzienlijk aantal maakt thans gebruik van zogenaamde residentiële woonvoorzieningen. Onduidelijk is nog voor wie deze woonvoorzieningen een eindstation zijn en voor wie deze mogelijk een springplank vormen naar zelfstandigheid en maatschappelijke participatie. Er blijven zich in de G4 bij de maatschappelijke opvang substantiële aantallen mensen aanmelden. Onder hen bevinden zich recent daklozen (zij die nooit eerder dakloos waren), maar ook herhaald daklozen (ex-dakloze mensen die bij verlies van onderdak opnieuw een beroep op de opvang doen). De eerste fase van het PvA MO is inmiddels succesvol afgerond, en de tweede fase is in 2010 in gang gezet. Deze tweede fase richt zich voornamelijk op het voorkomen van nieuwe daklozen, het in zorg en opvang brengen van mensen die dakloos zijn, het verbeteren van de doorstroom en het bevorderen dat mensen die in de opvang zitten, uitstromen, re-integreren en participeren in de samenleving (Rijk en de vier grote steden, 2011). Ook krijgen in deze tweede fase zwerfjongeren, dat wil zeggen jongeren tot 23 jaar met meervoudige problemen die feitelijk of residentieel dakloos zijn (Ministerie van VWS, 2011), meer aandacht. Om de werkzaamheid van de persoonsgerichte aanpak bij daklozen in de G4 te onderzoeken is in opdracht van het Ministerie van VWS een cohortstudie opgezet. Deze studie wordt uitgevoerd door het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het UMC St Radboud en het IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving. De studie volgt ruim 500 personen gedurende 2,5 jaar vanaf het moment dat ze zich bij de maatschappelijke opvang in één van de vier grote steden melden. Deze personen worden in die periode vier keer geïnterviewd. Niet eerder is in Nederland op deze schaal binnen de maatschappelijke opvang onderzoek gedaan vanuit het perfectief van dakloze mensen zelf. In deze rapportage doen wij verslag van de resultaten van de eerste meting van basisgegevens van 126 Rotterdamse daklozen die in de periode van januari 2011 tot en met december 2011 in het cohort instroomden. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 5
6 1. Opzet en uitvoering van het onderzoek 1.2 Doelen en onderzoeksvragen De doelen van de longitudinale cohortstudie zijn: A. Bepalen van de behoeften en wensen van dakloze personen met een persoonsgerichte aanpak, in relatie tot hun achtergrond en problemen. B. Bepalen van verbeteringen in de objectieve en subjectieve kwaliteit van leven in de populatie daklozen, en van de voorspellers van een verbeterde subjectief ervaren levenskwaliteit. C. Bepalen van de transities in soorten onderdak en van de voorspellers van stabiele huisvesting. D. Bepalen van de door daklozen zelf ervaren baat van de persoonsgerichte aanpak. De onderzoeksvragen zijn: 1. Wat is het profiel van de populatie dakloze personen met een persoonsgerichte aanpak, en van subgroepen in deze populatie, en wat is het profiel van de daklozen waarbij het traject niet tot stand komt of voortijdig wordt afgebroken? 2. Is er een verbetering van de objectieve kwaliteit van leven (onderdak, inkomen, dagbesteding, zorgcontact) en subjectieve kwaliteit van leven van daklozen met een persoonsgericht traject? Bij welke (sub)groepen wel, bij welke niet? 3. Wat zijn de voorspellers van een verbeterde subjectief ervaren levenskwaliteit? Doet de persoonsgerichte aanpak ertoe? 4. Welke transities in soorten onderdak doen zich voor bij dakloze personen met een persoonsgericht traject? 5. Wat zijn de voorspellers van het krijgen van stabiele huisvesting? Doet de persoonsgerichte aanpak ertoe? 6. Wat is de ervaring of voldoening van daklozen met het geboden persoonsgerichte traject? In deze deel rapportage van de cohortstudie beschrijven wij de basisgegevens van dakloze Rotterdamse volwassenen die deelnamen aan de eerste meting, zonder daaruit conclusies te trekken of aanbevelingen te doen. In deze rapportage komen de volgende thema s aan de orde: Het profiel van daklozen, in termen van demografische kenmerken, huisvesting, dagbesteding en financiën; Gezondheid, middelengebruik en gokken; Sociale relaties en veiligheid; Subjectieve kwaliteit van leven; Hulpbehoeften en zorggebruik. Voor informatie over inclusiecriteria, werving en deelnemers verwijzen wij naar het rapport Profiel van daklozen in de vier grote steden (Van Straaten et al., 2012). Dit rapport beschrijft de resultaten uit de eerste meting van de cohortstudie voor deelnemers uit de vier steden tezamen. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk twee beschrijft het profiel en de bestaansvoorwaarden van deelnemers. De daaropvolgende hoofdstukken gaan over gezondheid, middelengebruik en gokken (hoofdstuk 3), sociale relaties en veiligheid (hoofdstuk 4) en het subjectieve oordeel van de deelnemers over hun kwaliteit van leven (hoofdstuk 5). Hoofdstuk zes gaat over hulpbehoeften en ontvangen hulp en over het zorggebruik van deelnemers. 6 Profiel van daklozen in Rotterdam
7 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Dit hoofdstuk beschrijft het profiel van de volwassen deelnemers. Aan de orde komen ook de bestaansvoorwaarden van de deelnemers, zoals inkomen, woonsituatie, dagbesteding en financiën. 2.1 Demografische kenmerken Leeftijd, geslacht en herkomst De meerderheid van de volwassen deelnemers is man (76%) en allochtoon 1 (67,2%, verdeeld in 52% eerste generatie allochtonen en 15,2% tweede generatie allochtonen). Eerste generatie allochtonen zijn voornamelijk afkomstig van de Nederlandse Antillen (16%), uit Suriname (12%), Turkije (2%) en Marokko (2%). Het gaat bij de tweede generatie allochtonen vooral om Surinaams-Nederlandse volwassenen (21%), Marokkaans-Nederlandse volwassenen (5%) en Turks-Nederlandse volwassenen (5%). De leeftijd varieert van 23 tot 64 jaar en is gemiddeld 38 jaar. Vergeleken met de algemene bevolking uit Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, waar respectievelijk 50%, 49%, 48% en 32% volgens de CBS definitie allochtoon is (Mulder, 2011), is het aandeel allochtonen onder deelnemers relatief groot. Tabel 2.1. Demografische kenmerken van de deelnemers, volwassenen Burgerlijke staat Het merendeel van de volwassen deelnemers is nooit gehuwd geweest (69%), een vijfde is gescheiden (21%) en 8% is gehuwd. Enkele deelnemers zijn weduwe/weduwnaar (1%), en een enkeling heeft een geregistreerd partnerschap (1%). Van de deelnemers geeft 28% aan een partner te hebben. 1 Bij het vaststellen van etniciteit is de definitie van het CBS gehanteerd: een deelnemer werd aangemerkt als allochtoon als de deelnemer zelf (eerste generatie) of tenminste één van zijn ouders (tweede generatie) in het buitenland geboren is. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 7
8 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Kinderen Ruim de helft van de deelnemers heeft kinderen (55%). Van 12% van de deelnemers verblijven de kinderen bij de deelnemer in de opvang, dit zijn (eenouder-) gezinnen in de opvang. Soms zijn de kinderen al ouder, en wonen zij op zichzelf (9%). Opleiding Het opleidingsniveau van de volwassen deelnemers is over het algemeen (zeer) laag 2. Volwassenen zijn oververtegenwoordigd in lage opleidingsniveaus (basisschool of lager, LTS, VMBO, MBO-kort). Ter vergelijking: in de algemene bevolking van 25 t/m 64 jaar heeft 8% enkel ten hoogste de lagere school afgerond, bij de deelnemende volwassenen is dat 29%. Vijf procent van de volwassenen geeft aan het lager onderwijs niet te hebben afgerond (deze groep valt in de categorie laagst ). Figuur 2.1. Opleidingsniveau, volwassenen 3 (n=126) en algemene bevolking Volwassenen Algemene bevolking Hoog Middelbaar Laag Laagst 2 Bij het vaststellen van opleidingsniveau is zoveel mogelijk de indeling van het CBS gehanteerd. Een verschil is dat in deze studie in de vragenlijst MBO niveau 1 en 2 bij laag is ingedeeld, het CBS deelt niveau 2 in bij middelbaar. Geen opleiding is toegevoegd bij laagst. 3 Bij 2% van de volwassenen was het opleidingsniveau niet vast te stellen (n=2). 4 Gegevens uit: Verweij, Sanderse & Van der Lucht (2011). 8 Profiel van daklozen in Rotterdam
9 2. Profiel en bestaansvoorwaarden 2.2 Woonsituatie Huidige verblijfplaats en vorige woonsituaties Veruit de meeste volwassenen (93%) zijn feitelijk dakloos ten tijde van het interview. Zij verblijven in een passantenverblijf of een tijdelijke opvang bij vrienden, kennissen of familie zonder uitzicht op langer verblijf. Vier procent van de volwassen deelnemers is residentieel dakloos: zij verblijven in een woonvoorziening in de maatschappelijke opvang. In de categorie overig vallen volwassenen die bijvoorbeeld in een psychiatrisch ziekenhuis of afkickkliniek verblijven; zij zijn in de periode tussen aanmelding bij de maatschappelijke opvang en afname van het interview al van verblijfssituatie gewisseld. Figuur 2.2. Woonsituatie ten tijde van het interview van volwassenen (n=126) Feitelijk dakloos Residentieel dakloos Overig Veel volwassenen hadden in de periode voor het interview al enige tijd geen eigen woonruimte meer: zij woonden voornamelijk tijdelijk bij familie of vrienden (24%). Eenentwintig procent van de volwassen deelnemers had in de zes maanden voorafgaand aan het interview voornamelijk een eigen woonruimte, en een vijfde verbleef voornamelijk in tijdelijke opvangvoorzieningen. In figuur 2.3 staat een voorbeeld van de woonsituaties van een volwassen deelnemer in de zes maanden voorafgaand aan het interview. Figuur 2.3. Woonsituaties van een volwassene in de zes maanden voorafgaand aan het interview Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 9
10 2. Profiel en bestaansvoorwaarden In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de voornaamste verblijfplaats zes maanden voorafgaand aan het interview en van de huidige verblijfplaats. Tabel 2.2. Voornaamste verblijfplaats zes maanden voorafgaand aan het interview en huidige verblijfplaats ten tijde van interview, volwassenen 10 Profiel van daklozen in Rotterdam
11 2. Profiel en bestaansvoorwaarden Dakloosheid Van de volwassen deelnemers (n=126) is 67% niet eerder dakloos geweest in zijn of haar leven. Ten tijde van het interview is deze nieuwe groep volwassen daklozen (n=84) gemiddeld 1,2 jaar dakloos en bijna de helft van hen is minder dan zes maanden dakloos. De relatief lange periode van dakloosheid kan ermee te maken hebben dat deze mensen de eerste maanden van hun dakloosheid overbruggen door (tijdelijk) onderdak bij vrienden of familie om zich daarna pas aan te melden bij de opvang. Twee volwassenen geven aan niet dakloos te zijn; zij hebben zich bijvoorbeeld aangemeld voor een traject vanwege dreigende huisuitzetting. Volwassen deelnemers die ooit in hun leven wel eerder dakloos zijn geweest (n=42), zijn dat gemiddeld 2,8 jaar. De langste periode van dakloosheid ooit is 12 jaar. Op de vraag wat volgens de deelnemers redenen voor dakloosheid waren, konden meer antwoorden worden gegeven. Volwassen deelnemers noemen de volgende elf redenen het vaakst: 1. Financiële problemen (47,6%) 2. Huisuitzetting (31,0%) 3. Conflicten of breuken in persoonlijke relaties (30,2%) 4. Ontslag van werk (15,1%) 5. Ontslag uit detentie (11,9%) 6. Psychische problemen (6,3%) 7. Overlijden van een naaste (4,8%) 8. Contacten met politie / justitie (4,0%) 9. Lichamelijke gezondheidsproblemen (3,2%) 10.Te krappe of slecht onderhouden behuizing (2,4%) 11. Mishandeling (2,4%) Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 11
12 2. Profiel en bestaansvoorwaarden 2.3 Dagbesteding Slechts een klein deel van de volwassenen heeft dagbesteding zoals een reguliere betaalde baan (9%), vrijwilligerswerk (9%), een betaalde baan in een sociale werkvoorziening (1%) of een arbeidsreïntegratietraject (4%). De meest genoemde vorm van dagbesteding is dagbesteding in een opvang- of woonvoorziening (29%). Daarnaast zegt een deel (20%) zich bezig te houden met hetregelen van praktische zaken, zoals afspraken met instanties, het zoeken naar werk en het zoeken naar een woning. Overige dagbesteding wordt door drie tiende van de volwassenen genoemd. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld het beoefenen van een hobby, de zorg voor een kind of naaste, of het onderhouden van sociale contacten. Negen procent van de volwassenen zegt ten tijde van het interview helemaal geen dagbesteding te hebben. Figuur 2.4. Dagbesteding, volwassenen (n=126) (%) (meerdere antwoorden mogelijk) Reguliere betaalde baan (met arbeidscontract) Betaalde baan in sociale werkvoorziening Arbeidsreïntegratietraject Vrijwilligerswerk Opleiding / studie Dagactiviteitencentrum Dagbesteding in dagopvang / woonvoorziening Dagloon werk (zoals veegploeg) Praktische zaken regelen Zwart werk Geen Overig Volwassenen 12 Profiel van daklozen in Rotterdam
13 2. Profiel en bestaansvoorwaarden 2.4 Financiën Ruim een kwart van de volwassenen heeft in het jaar voorafgaand aan het interview een bijstands- of daklozenuitkering (een uitkering voor mensen zonder woonadres) gehad of hebben deze nog. Dertig procent van de volwassen heeft inkomsten (gehad) uit een andere uitkering en bijna veertig procent van de volwassenen heeft inkomsten (gehad) uit loon uit betaald werk met een arbeidscontract. Figuur 2.5. Bronnen van inkomsten in het jaar voorafgaand aan het interview, volwassenen (n=126) (%) (meerdere antwoorden mogelijk) Bijstandsuitkering / daklozenuitkering Andere uitkering (bv. WAO, ziektewet, WW) Loon uit betaald werk met arbeidscontract Volwassenen Loon uit betaald werk zonder arbeidscontract Andere bronnen (alimentatie, studiefinanciering) Inkomsten uit illegale activiteiten Schulden Het merendeel van de volwassenen (87%) heeft schulden. We vroegen hen een schatting te geven van de omvang van hun schulden. De mediaan (het midden van de verdeling) van het schuldbedrag onder volwassenen die hier een schatting van konden geven (n=94, 75%) ligt op 8500 euro. De laagste schuld is 300 euro, de hoogste euro. Van degenen die schulden hebben, kan 12% geen schatting geven van de hoogte van de schuld. Vergeleken met de algemene bevolking hebben deelnemers vaker en hogere schulden. In 2010 had 26,7% van de Nederlandse huishoudens betalingsachterstanden, zoals achterstallige rekeningen, roodstand of creditcardschulden. Meestal was die schuld lager dan 1500 euro (61,2%) (Bleeker, Westhof, Vroonhof, 2010). Tabel 2.3. Schulden, volwassenen Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 13
14 14 Profiel van daklozen in Rotterdam
15 3. Gezondheid, middelengebruik en gokken Dit hoofdstuk behandelt de gezondheid van de deelnemers lichamelijk en psychisch en beschrijft verder het middelengebruik en het gokken. 3.1 Lichamelijke gezondheid Tien procent van de volwassenen heeft geen lichamelijke klachten in de maand voorafgaand aan het interview, 90% geeft aan die wel te hebben. In deze groep (n=114) rapporteren deelnemers gemiddeld 3,4 lichamelijke klachten (range 1-9). Bijna 50% van de groep met lichamelijke klachten ervaart klachten aan spieren en beenderen; hierbij gaat het bijvoorbeeld om rugklachten, nekklachten en ziekten aan gewrichten. Van de volwassenen heeft 32% problemen met hun gebit. Ook visuele problemen en klachten aan ademhalingsorganen worden vaak genoemd (respectievelijk 37% en 33%). Onder deze laatste categorie vallen bijvoorbeeld astma, longontsteking of griep. Bijna drie tiende van de volwassenen ervaart voetklachten. In figuur 3.1 zijn de elf meest gerapporteerde categorieën van gezondheidsklachten en ziekten weergegeven. Overige categorieën, niet in de figuur weergegeven, zoals infectieuze en parasitaire ziekten en nieuwvorming en gezwel, noemden minder dan 10% van de deelnemers. Figuur 3.1. Meest gerapporteerde lichamelijke klachten, volwassenen (n=126) (%) (meerdere antwoorden mogelijk) Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Ziekten van hart- en vaatstelsel Ziekten van de ademhalingsorganen Ziekten van de spijsverteringsorg. Ziekten van huid en onderhuids bindweefsel Ziekten van spieren en beenderen Visueel (zichtproblemen) Auditief (hoorproblemen) Gebitsklachten Voetklachten Geen klachten Volwassenen Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 15
16 3. Gezondheid, middelengebruik en gokken Uit een vergelijking van de meest gerapporteerde lichamelijke klachten van deelnemers met die van de algemene bevolking 5 (Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2011) blijkt er nauwelijks verschil te zijn in ziekten van ademhalingsorganen en spijsverteringsorganen. Wel rapporteren deelnemers duidelijk meer dan de algemene bevolking ziekten van spieren en beenderen (zoals rugklachten). Vanwege een andere meetperiode (een maand versus een jaar) en een andere methode (zelfrapportage versus diagnoses door de huisarts) is voorzichtigheid bij de interpretatie van de vergelijking geboden. Van de volwassenen is 18% onverzekerd. Daarnaast weet 2% van de volwassenen niet of zij al dan niet verzekerd zijn. Vergeleken met de algemene bevolking (CBS, 2011), waarvan 0,8% onverzekerd is, is het percentage onverzekerden onder de volwassen groot. 3.2 Psychische gezondheid Volwassen deelnemers hebben duidelijk meer psychische klachten dan de algemene bevolking. Omdat voor mannen en vrouwen andere normscores bestaan op de Brief Symptom Inventory (BSI), zijn deze groepen apart geanalyseerd. Mannen scoren op alle schalen hoog 6 vergeleken met de normgroep uit de algemene bevolking, behalve op cognitieve klachten en interpersoonlijke gevoeligheid; daarop zijn hun scores bovengemiddeld vergeleken met de normgroep. De scores voor volwassen vrouwen zijn op alle gebieden hoog. 5 Beschikbaar is het percentage van de bevolking (15-75 jaar) dat in 2009 door de huisarts is geregistreerd met symptomen, klachten of ziekten behorende bij een van de categorieën. Van de algemene bevolking kreeg 17,2% in dat jaar een diagnose voor een ziekte van de spijsverteringsorganen, 29,7% kreeg een diagnose van een ziekte aan spieren en beenderen en 26,8% kreeg een diagnose van een ziekte aan de ademhalingorganen. 6 Classificering van hoog of bovengemiddeld zijn onderdeel van vastgestelde categorieën uit de BSI-normen. 16 Profiel van daklozen in Rotterdam
17 3. Gezondheid, middelengebruik en gokken Tabel 3.1. Psychische klachten bij volwassenen, mannen en vrouwen Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 17
18 3. Gezondheid, middelengebruik en gokken 3.3 Middelengebruik Achtendertig procent van de volwassenen gebruikte cannabis in de maand voorafgaand aan het interview. Zij gebruiken dit middel gemiddeld 17 dagen. Vergeleken met de algemene bevolking (Van Rooij, Schoenmakers & Van de Mheen, 2011), waar 4,2% in de afgelopen maand cannabis gebruikt, komt cannabisgebruik onder volwassen deelnemers negen keer zo vaak voor. Pijnstillers zijn door ruim 30% van de volwassenen in de maand voorafgaand aan het interview gebruikt met een gemiddelde van 8 dagen. Alcohol (vijf glazen of meer op één gelegenheid in de afgelopen maand) gebruikt ruim 25% van de volwassenen. Zij dronken deze hoeveelheid alcohol gemiddeld 12 dagen in de maand voorafgaand aan het interview. We hebben dit aantal vergeleken met cijfers over zwaar drinken in de algemene bevolking (CBS, 2011), omdat exact vergelijkbare cijfers niet voorhanden zijn in de algemene bevolking (daar wordt gevraagd naar gebruik in de afgelopen 6 maanden). Zwaar drinken betekent dat iemand minimaal eenmaal per week zes glazen of meer drinkt (Zantinge & Van Laar, 2011). In de algemene Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder is 10% een zware drinker. In de groep volwassen deelnemers voldoet zo n 18% (n=23) aan deze definitie, zij drinken minstens vier dagen per maand vijf glazen of meer alcohol. De groep volwassenen lijkt dus bijna twee keer zoveel zware drinkers te omvatten als de algemene bevolking. Hieronder staan de acht meest gebruikte middelen door volwassenen weergegeven. Tabel 3.2. Actueel middelengebruik, meest gebruikte middelen en aantal dagen gebruikt, volwassenen Vergeleken met alcohol, pijnstillers en cannabis worden andere middelen door relatief weinig deelnemers gebruikt. Heroïne wordt bijvoorbeeld door 3% van de volwassenen gebruikt. GHB (gamma-hydroxyboterzuur) is in de maand voorafgaand aan het interview door geen enkele volwassene gebruikt. In de tabel worden enkel de acht meest gebruikte middelen genoemd. Een zeer groot deel van de deelnemers rookt tabak; 73% van de volwassenen rookt. In de algemene bevolking is dat ongeveer een kwart (24,3%) (TNS NIPO, 2011). 18 Profiel van daklozen in Rotterdam
19 3. Gezondheid, middelengebruik en gokken 3.4 Gokken Bijna een kwart van de volwassenen gokte in het jaar voorafgaand aan het interview. Zij spelen vooral mee aan bingo, krasloterijen en weddenschappen (16%), kansspel- of fruitautomaten (8%) en casinospelen zoals roulette of blackjack (5%). In vergelijking met de algemene bevolking (Schrijvers, Risselada & Meerkerk, 2010), spelen volwassen deelnemers duidelijk meer kansspelen: in de algemene bevolking ligt de jaarprevalentie van kansspelof fruitautomaten op 2,7%, van casinospelen op 3,9% en van pokeren op 2,4% Tabel 3.3. Gokken in het jaar voorafgaand aan het interview, volwassenen Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 19
20 20 Profiel van daklozen in Rotterdam
21 4. Sociale relaties en veiligheid 4.1 Relaties en problemen in de kindertijd De meeste volwassen deelnemers (70%) groeiden op in een tweeoudergezin, 18% groeide op in een eenoudergezin met de moeder, en 2% groeide op in een tehuis of internaat. Op de vraag welke problemen er vroeger thuis in hun jeugdjaren (tot 23 jaar) meespeelden, wijzen de volwassenen het meest op: Er waren problemen op school (33%), gevolgd door Het contact met mijn (stief)vader was niet goed (32%) en Er was veel ruzie thuis (28%). Ruim 20% geeft aan dat er sprake was van (forse) financiële problemen. Bij een vijfde van de volwassenen was er vroeger sprake van emotionele of lichamelijke mishandeling. Figuur 4.1. Problemen in de jeugd, volwassenen (n=126) (%) (meerdere antwoorden mogelijk) Er was veel ruzie thuis Ik ben door ouders/opvoeders uit huis gezet Er waren problemen op school Het contact met mijn (stief)moeder was niet goed Het contact met mijn (stief)vader was niet goed Er waren (forse) financiële problemen Mijn vriend(in) werd niet geaccepteerd Problemen met politie/justitie Ik ben lichamelijk mishandeld Ik ben emotioneel mishandeld Volwassenen Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 21
22 4. Sociale relaties en veiligheid 4.2 Veiligheid en criminele activiteiten Slachtoffer van misdrijven Van de volwassenen was 16% in het jaar voorafgaand aan het interview slachtoffer van een gewelddadig misdrijf, zoals mishandeling, verkrachting of een overval. Een wat hoger percentage, namelijk 24%, was slachtoffer van een niet-gewelddadig misdrijf, zoals inbraak, diefstal van eigendommen of bedrog. Vergeleken met cijfers van het CBS (2012) over de algemene bevolking van 15 jaar of ouder, zijn volwassen deelnemers relatief vaak slachtoffer van een gewelddadig misdrijf. In de algemene bevolking was in ,2% slachtoffer van een gewelddadig misdrijf, tegen 16% van de volwassenen in deze cohortstudie. In de algemene bevolking was 19,7% slachtoffer van een niet-gewelddadig misdrijf; hierbij is er een klein verschil (bijna 5%) met de volwassen in deze studie. Arrestaties Ruim een kwart (n=33) van de volwassenen is in het jaar voorafgaand aan het interview gearresteerd of opgepakt vanwege een mogelijk misdrijf; meestal wegens diefstal of openstaande boetes. Een meerderheid van hen is één of twee keer opgepakt (78%). Bij twee deelnemers gaat het om tien of meer arrestaties. Tabel 4.1. Meest genoemde redenen gearresteerd of opgepakt, volwassenen Boetes Bijna de helft van de volwassen deelnemers kreeg in het jaar voorafgaand aan het interview één of meerdere boetes (n=55), met een gemiddelde van zes boetes. Bijna 10% (n=5) ontving 20 boetes of meer, met een uitschieter van 50 boetes in één jaar tijd. Volwassenen werden voornamelijk beboet voor zwartrijden en verkeersovertredingen. Tabel 4.2. Meest genoemde redenen voor boetes wegens overtredingen, volwassenen 22 Profiel van daklozen in Rotterdam
23 5. Subjectieve kwaliteit van leven Dit hoofdstuk beschrijft hoe deelnemers zelf hun kwaliteit van leven waarderen, in het algemeen en op diverse leefgebieden. 5.1 Ervaren kwaliteit van leven Deelnemers beoordeelden hun kwaliteit van leven op twaalf leefgebieden (Lehman, 1995) aan de hand van vragen als: Wat vindt u van de privacy die u heeft in uw woonsituatie? en Wat vindt u van de manier waarop het contact met uw kinderen verloopt?. Hierna volgt eerst een beeld van de kwaliteit van leven zoals de deelnemers die gemiddeld op diverse leefgebieden ervaren, uitgedrukt in een zevenpuntsschaal (1 = vreselijk; 7 = prima). Daarna wordt ook per antwoordcategorie de levenskwaliteit in percentages uitgedrukt. De volwassen deelnemers ervaren hun algemene kwaliteit van leven gemiddeld als niet slecht/niet goed (M = gemiddelde = 3,9 op een schaal van 1 t/m 7). Het meest tevreden zijn zij over hun weerbaarheid (M = 5,6) en de relatie met hun kinderen (M = 5,6), gevolgd door hun werk (M = 5,3). Het minst tevreden zijn de volwassen deelnemers over hun financiën (M = 2,4) en huisvesting (M = 3,1). Voor de overige leefgebieden relatie met hun familie, dagbesteding, lichamelijke gezondheid, psychische gezondheid, veiligheid en sociale contacten met vrienden - geven de deelnemers gemiddelde scores die uiteenlopen van niet slecht/niet goed (M = 3,9) tot redelijk (M = 4,9). Ongeveer vier op de tien deelnemers vindt zijn/haar kwaliteit van leven matig tot vreselijk (41%) en ook bijna één derde vindt zijn kwaliteit van leven redelijk tot prima (31%). Daar tussenin zit een kleinere groep van 29% die zijn algemene kwaliteit van leven als neutraal (niet slecht/niet goed) beoordeelt. De deelnemers beoordelen de relatie met kinderen en de weerbaarheid gemiddeld het meest positief (M= 5,6): de relatie met kinderen wordt door 60% van de deelnemers als redelijk tot prima beoordeeld en door 26% als matig tot vreselijk. De eigen weerbaarheid beoordelen de meeste deelnemers als redelijk tot prima (86%), en 10% van de deelnemers beoordeelt hun weerbaarheid als matig tot vreselijk. Gemiddeld is de subjectieve evaluatie van de financiële situatie het laagst (M= 2,4): deze wordt door 83% beoordeeld als matig tot vreselijk en door 10% van de deelnemers als redelijk tot prima. De financiële situatie is daarmee ook het leefgebied waarop de meeste deelnemers hun situatie als matig tot vreselijk beoordelen. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 23
24 5. Subjectieve kwaliteit van leven Tabel 5.1. Subjectieve kwaliteit van leven van volwassenen (n=126) volwassenen geven aan werk te hebben. Alleen zij hebben de vragen over de subjectieve kwaliteit van leven op dit gebied beoordeeld volwassenen hebben kinderen waar ze ook contact mee hebben. Alleen zij hebben de subjectieve kwaliteit van leven van dit gebied beoordeeld. 24 Profiel van daklozen in Rotterdam
25 6. Hulpbehoeften en zorggebruik In dit hoofdstuk staat de afstemming tussen behoefte en aanbod van hulp, het zorggebruik en vertrouwen in de hulpverlening centraal. 6.1 Hulpbehoeften De hulpbehoeften van de deelnemers zijn op verschillende leefgebieden geïnventariseerd. Nagegaan is hoe de gewenste hulp zich verhoudt tot de ontvangen hulp. Wij vroegen de deelnemers op verschillende leefgebieden: (a) Wilt u hulp op dit gebied? en (b) Krijgt u hierbij hulp van instanties?, waarop zij konden antwoorden met ja of nee. Aan de hand van de antwoorden van deelnemers en begeleiders ontstaan vier vraag-aanbodconfiguraties (Maas, Al Shamma, Altena, Jansen & Wolf, 2012; Wolf, Jonker, Nicholas, Meertens & Te Pas, 2006): a. Hulp gewenst en ontvangen; b. Hulp niet gewenst maar wel ontvangen; c. Hulp gewenst maar niet ontvangen; d. Hulp niet gewenst en ook niet ontvangen. Bij a en d is er in principe sprake van een match tussen vraag en aanbod. Bij b is er sprake van ongevraagde bemoeienis en bij c zijn er onvervulde hulpbehoeften. Zorgaansluiting bij volwassenen Hulp gewenst en ontvangen Volwassen deelnemers hebben op gemiddeld één leefgebied vervulde hulpbehoeften. Ongeveer een derde van de volwassenen heeft vervulde hulpbehoeften bij het zoeken naar woonruimte en een vijfde op het gebied van financiën. Daarnaast geeft 18% van de deelnemers aan dat zij hulp wensen én ontvangen voor lichamelijke gezondheid, 14% voor hun gebit, 13% voor het vinden van werk en 12% voor hun psychische gezondheid. Minder dan 10% van de volwassen deelnemers rapporteert een vervulde hulpbehoefte op de overige leefgebieden. Hulp niet gewenst maar wel ontvangen Er is op de meeste leefgebieden geen ongevraagde bemoeienis (78%). De ervaren ongevraagde bemoeienis is er vooral bij het gebit (6%) en lichamelijke gezondheid (5%). Vijftien procent van de deelnemers ervaart ongevraagde bemoeienis op één leefgebied. Hulp gewenst maar niet ontvangen Onvervulde hulpbehoeften zijn er bij de volwassenen op gemiddeld vier leefgebieden. De meeste onvervulde hulpbehoeften zijn er bij het zoeken naar woonruimte (62%). Daarnaast zijn er onvervulde hulpbehoeften bij het gebit en het vinden van werk: de helft van de deelnemers maakt hier melding van. Daarnaast geeft 45% aan onvervulde hulpbehoeften te hebben bij financiën, bijna een derde bij lichamelijke gezondheid, ruim een kwart bij dagbesteding en een vijfde op het gebied van psychische gezondheid. Hulp niet gewenst en ook niet ontvangen Volwassenen geven aan op 20 leefgebieden geen hulp te willen en die ook niet te ontvangen. Voor huishoudelijke taken, zelfverzorging, vervoer, de eigen veiligheid, alcohol, drugs, familie, sociale contacten en relatie met kinderen wenst en ontvangt meer dan 90% van de deelnemers geen hulp. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 25
26 6. Hulpbehoeften en zorggebruik Figuur 6.1. Gewenste en ontvangen hulp bij volwassenen (n=126) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Huisvesting & woonruimte Zelfverzorging Financiën Het vinden van werk Dagbesteding Basisvaardigheden Huishouden Vervoer Relatie met familie Sociale relaties Relatie met eigen kinderen Hulp voor eigen kinderen Bescherming eigen veiligheid Bescherming anderen Lichamelijke gezondheid Geestelijke gezondheid Weerbaarheid Alcohol Drugs Het gebit Voeding Relatie met partner Hulp gewenst en ontvangen Hulp niet gewenst maar wel ontvangen Hulp gewenst maar niet ontvangen Hulp niet gewenst en ook niet ontvangen 26 Profiel van daklozen in Rotterdam
27 6. Hulpbehoeften en zorggebruik 6.2 Zorggebruik Zorggebruik van volwassenen In het half jaar voorafgaand aan het interview is door ruim 40% van de deelnemers gebruik gemaakt van de huisarts. Ook heeft 41% contact gehad met het algemeen maatschappelijk werk. Bijna een derde heeft de afgelopen 6 maanden contact gehad met de tandarts en een algemeen ziekenhuis en 27% met rechtshulp. Andere vormen van zorg worden door minder dan 15% van de deelnemers genoemd, behalve ambulante psychiatrische zorg. De zorg waarvan ooit gebruik is gemaakt komt overeen met de meest voorkomende actuele zorg. Meest genoemde zorgcontacten in het verleden zijn verder: ambulante psychiatrische zorg (33%), sociaal medisch spreekuur (17%), kredietbank (18%), kinderbescherming (14%), ambulante woonbegeleiding (12%) en ambulante verslavingszorg (11%). Figuur 6.2. Zorggebruik van volwassenen (n=126) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Psychiatrisch Ambulante psychiatrische zorg Opname in psych. ziekenhuis/kliniek Ambulante verslavingszorg Verslaving Opname in verslavingszorg Methadonverstrekking Medisch Sociaal medische spreekuur Huisarts Algemeen ziekenhuis Tandarts ooit afgelopen 6 maanden Overig Algemeen maatschappelijk werk Zelfhulpgroep Kredietbank Begel. wonen/ Amb. woonbegel. Beschermd / beschut wonen Kinderbescherming Rechtshulp Vrouwenhulpverlening Andere zorg Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 27
28 6. Hulpbehoeften en zorggebruik 6.3 Vertrouwen in de hulpverlening Ongeveer de helft van de volwassenen heeft vertrouwen in de hulpverlening en ervaart hierbij geen vooroordelen. Een vijfde van de deelnemers geeft aan de hulpverlening niet te vertrouwen en heeft het gevoel dat hulpverleners vooroordelen over hen hebben. Figuur 6.3. Vertrouwen in de hulpverlening, volwassen (n=119) Wel een beetje Volwassenen Niet 0% 10% 20% 30% 40% 50% Figuur 6.4. Vooroordelen van hulpverleners, volwassen (n=116) Wel een beetje Volwassenen Niet 0% 20% 40% 60% 80% 28 Profiel van daklozen in Rotterdam
29 Literatuur Bleeker, D, Westhof, F., & Vroonhof, P. (2010). Monitor betalingsachterstanden: Meting Zoetermeer: Panteia. Centraal Bureau voor de Statistiek (2011). StatLine databank. Centraal Bureau voor de Statistiek (2012). StatLine databank. Centraal Bureau voor de Statistiek (2011). Persbericht Tien procent minder onverzekerden tegen ziektekosten in ( ). Lehman, A.F. (1995). Toolkit on evaluating quality of life for persons with severe mental illness, (PN-3), MD, MSPH. Maas, M., Al Shamma, S.l, Altena, A., Jansen, N., & Wolf, J. (2012). Discus Amsterdam: Housing First. Evaluatie van de werkzaamheid. Nijmegen: Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Nijmegen. Ministerie van VWS (2011). Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Mulder, M. (2011). Niet-westerse allochtonen In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Rijk en vier grote steden (2006). Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Den Haag: SDU uitgevers. Rijk en vier grote steden (2011). Plan van aanpak dak- en thuislozen (maatschappelijke opvang) 2 e fase. Den Haag. Schrijvers, C., Risselada, A., & Meerkerk, G.J. (2010). Aard en omvang van kansspelverslaving in Nederland in Rotterdam: IVO. TNS NIPO (2011). Continue Onderzoek Rookgewoonten in opdracht van STIVORO. Amsterdam: TNS NIPO. Van Rooij, A. J., Schoenmakers, T. M., & Van de Mheen, D. (2011). Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: De kerncijfers. Rotterdam: IVO. Van Straaten, B., Van der Laan, J., Schrijvers, C., Boersma, S., Maas, M., Wolf, J., & Van de Mheen, D. (2012). Profiel van daklozen in de vier grote steden. Rotterdam en Nijmegen: IVO en UMC St Radboud. Verweij, A., Sanderse, C., & Van der Lucht, F. (2011). Scholing en opleiding: Wat is de huidige situatie? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Wolf, J., Jonker, I., Nicholas, S., Meertens, V., & Te Pas, S. (2006). Maat en baat van de vrouwenopvang, Onderzoek naar vraag en aanbod. Amsterdam: uitgeverij SWP. Wynne, H.J. (2003). Introducing the Canadian Problem Gambling Index. Edmonton, AB: Wynne Resources. Zantinge, E.M., & Van Laar, M.W. (2011). Hoeveel mensen gebruiken alcohol? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Rotterdam (Coda-G4) 29
30 letter kievit Profiel van daklozen in Rotterdam
Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4)
Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein
Nadere informatieProfiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4)
Profiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein
Nadere informatieProfiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf
Profiel van daklozen in de vier grote Omz, UMC St Radboud Nijmegen steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) IVO, Rotterdam Jorien van der
Nadere informatieDaklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4
Daklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen
Nadere informatieDaklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4
Daklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen Judith
Nadere informatieDakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Amsterdam
Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze
Nadere informatieDakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Rotterdam
Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze
Nadere informatieDakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Den Haag
Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze
Nadere informatieDaklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4
Daklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen
Nadere informatieDakloze mensen in Utrecht: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Utrecht
Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze
Nadere informatieDakloze mensen in Utrecht: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven
Dakloze mensen in Utrecht: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4 in Utrecht: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang Eline
Nadere informatieDakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven
Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4 in Amsterdam: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang
Nadere informatieDakloze mensen in Den Haag: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven
Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4 in Den Haag: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang
Nadere informatieDakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven
Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in leefsituatie, zorggebruik en kwaliteit van leven Resultaten uit de derde meting van Coda-G4 in Rotterdam: 1,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang
Nadere informatieDakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar
Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Eindrapportage Coda-G4 Sara Al Shamma, Barbara van Straaten, Sandra Boersma, Gerda Rodenburg, Jorien van der Laan, Dike van de Mheen, Judith
Nadere informatieOnderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen UMC St Radboud Nijmegen
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen T 024 361 43 65 E werkplaatsoxo@elg.umcn.nl I www.werkplaatsoxo.nl ISBN 978-94-90626-10-5 Stabiel worden, stabiel zijn,
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE
ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE Judith Wolf, Astrid Altena, Milou Christians, Mariëlle Beijersbergen Maart 2010 COLOFON Colofon Project Onderzoek naar dakloze jongeren in de centrumregio
Nadere informatieBewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen
Hoofdstuk uit: Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg UMC St Radboud Nijmegen Februari 2010 Astrid Altena
Nadere informatieImpuls Onderzoekcentrum maatschappelijke zorg
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Amsterdam en omgeving Onderzoek naar dreigende huisuitzetting vanwege huurachterstand Sara Al Shamma, Marieke Holl, Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke &
Nadere informatieBijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting
Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,
Nadere informatieZwerfjongeren in Utrecht
Zwerfjongeren in Utrecht Omvang en profiel van de zwerfjongerenpopulatie Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Mariëlle Beijersbergen Carinda Jansen Judith Wolf 1 Colofon Onderzoek: Opdrachtgever: Financier:
Nadere informatieVoorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen
Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen Onderzoeksteam: Marieke Holl, Dorieke Wewerinke, Sara Al Shamma, Linda van den Dries en Judith Wolf 29 oktober 2013 Studie naar huisuitzetting (Omz ZonMw)
Nadere informatieImpuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Instroom en uitstroom van Housing First klanten bij acht praktijken 27 in maart Nederland 2014 Sara Al Shamma, Linda van den Dries & Judith Wolf Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan
Nadere informatieImpuls Onderzoekcentrum maatschappelijke zorg
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Leiden en omgeving Onderzoek naar dreigende huisuitzetting vanwege huurachterstand Sara Al Shamma, Marieke Holl, Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke & Judith
Nadere informatieOnderzoek naar meiden en moeders in de residentiële opvang
Onderzoek naar meiden en in de residentiële opvang Houvast: De ontwikkeling van een bij dakloze jongeren passende interventie Astrid Altena Irene Jonker Judith Wolf Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Nadere informatieProfiel van sociaal kwetsbare mensen in Leiden, Katwijk en Alphen aan de Rijn
Profiel van sociaal kwetsbare mensen in Leiden, en Alphen aan de Rijn Beschrijving van gezondheid, welzijn, sociale steun, kwaliteit van leven en woonwensen. Connie Mensink Judith Vocks Judith Wolf Onderzoekscentrum
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE
ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE Judith Wolf, Astrid Altena, Milou Christians, Mariëlle Beijersbergen Maart 2010 COLOFON Colofon Project Onderzoek naar dakloze jongeren in de centrumregio
Nadere informatieImpuls Onderzoekcentrum maatschappelijke zorg
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Nijmegen en omgeving Onderzoek naar dreigende huisuitzetting vanwege huurachterstand Sara Al Shamma, Marieke Holl, Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke &
Nadere informatieImpuls Onderzoekcentrum maatschappelijke zorg
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Utrecht en omgeving Onderzoek naar dreigende huisuitzetting vanwege huurachterstand Sara Al Shamma, Marieke Holl, Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke & Judith
Nadere informatieAmbulant werken met kwetsbare mensen
Ambulant werken met kwetsbare mensen UMC St Radboud Judith Wolf & Dorieke Wewerinke Van asiel & beschermen naar herstel & participeren Zelfstandig wonen Transmuraal wonen Nachtopvang Inloop Flexibele ondersteuning
Nadere informatieImpuls Onderzoekcentrum maatschappelijke zorg
Huurders met een dreigende huisuitzetting in Rotterdam en omgeving Onderzoek naar dreigende huisuitzetting vanwege huurachterstand Sara Al Shamma, Marieke Holl, Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke &
Nadere informatieZwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie
Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Deze brochure is bedoeld voor iedereen die beroeps- en beleidsmatig met zwerfjongeren werkt. Zwerfjongeren
Nadere informatieIJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer
IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor
Nadere informatieTabel 1: Type verblijf van dak- en thuislozen uitgesplitst naar centrumgemeente Onderdak Breda N=76 (%) Bergen op Zoom Totaal (N=102)
Inleiding Vanaf juli 2015 heeft de GGD laagdrempelige spreekuren voor dak- en thuislozen in Bergen op Zoom en Breda en bezoekt zij dak- en thuislozen op vindplaatsen in de regio West-Brabant. De GGD verpleegkundige
Nadere informatieDakloos in Zwolle Onderzoek naar omvang en profiel van de daklozenpopulatie
Dakloos in Zwolle Onderzoek naar omvang en profiel van de daklozenpopulatie Judith Vocks Vivian Meertens Judith Wolf Colofon Onderzoek: Opdrachtgever: Financier: Projectleiding: Projectuitvoering: Adviseur:
Nadere informatieAfhankelijk van een uitkering in Nederland
Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.
Nadere informatieTabel 1: Plek waar de dak- en thuislozen onderdak vinden Onderdak Breda N=40 (%) Bergen op Zoom Totaal (N=81)
Vanaf juli 2015 biedt de GGD in West-Brabant sociaal-medische verpleegkundigenzorg aan dak- en thuislozen aan vanuit de twee centrumgemeenten Breda en Bergen op Zoom. In acht maanden tijd, van juli 2015
Nadere informatieDakloze mensen in Den Haag: veranderingen in leefsituatie over 5,5 jaar Resultaten van een vervolgmeting in Den Haag van Coda-G4
Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in leefsituatie over 5,5 jaar Resultaten van een vervolgmeting in Den Haag van Coda-G4 Barbara van Straaten Nadine van Gelder Gerda Rodenburg Dike van de Mheen
Nadere informatieProfiel van daklozen in de vier grote steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4)
Profiel van daklozen in de vier grote steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers
Nadere informatieGooische daklozen. S. Biesma. R. van der Stoep. R. Nijkamp. B. Bieleman. Aard en omvang daklozen Gooi en Vechtstreek
Gooische daklozen Aard en omvang daklozen Gooi en Vechtstreek S. Biesma R. van der Stoep R. Nijkamp B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl
Nadere informatieFlevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks
Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek
Nadere informatie10. Veel ouderen in de bijstand
10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van
Nadere informatieMaatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman
Improving Mental Health by Sharing Knowledge Maatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman Deze presentatie Deze
Nadere informatieMonitor begeleid wonen Twente 2012
Monitor begeleid wonen Twente 2012 metingen 2009, 2010 en 2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen
Nadere informatieDaklozenenquête Rotterdam
Daklozenenquête Rotterdam 2016-2017 INHOUD Inleiding... 2 Het beeld van alle daklozen... 3 Voorgeschiedenis... 4 Verblijfplaats s avond en overdag... 4 Demografische kenmerken... 5 Problematiek en gezondheid...
Nadere informatieOnderzoek naar de impact van ambulantisering Sara Al Shamma Judith Wolf
Eigen woonruimte voor klanten van De Veste Onderzoek naar de impact van ambulantisering Sara Al Shamma Judith Wolf Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke en Judith Wolf Eigen woonruimte voor klanten van
Nadere informatieKerncijfers Brijder Jeugd 2016
Kerncijfers Brijder Jeugd 2016 Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep Renske Rigter Peter Blanken Den Haag, oktober 2017 IHOUDSOPGAVE BEKOPTE SAMEVATTIG 3 DEMOGRAFISCHE KEMERKE
Nadere informatieMonitor. alcohol en middelen
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,
Nadere informatieFLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner
FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit
Nadere informatieWebbijlage 2: Verantwoording gebruikte instrumenten in de vragenlijst
Webbijlage 2: Verantwoording gebruikte instrumenten in de vragenlijst Onderdelen van de deelnemersvragenlijst Gebruik van gezondheidsvoorzieningen en maatschappelijke bronnen Om het zorggebruik van de
Nadere informatieImpuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Het functioneren van Housing First klanten gevolgd in de tijd Sara Al Shamma, Linda van den Dries & Judith Wolf 27 maart 2014 Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan de uitvoering van
Nadere informatieHoofdstuk 2. Profiel Leidenaar
Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2008 116.891 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit
Nadere informatieSamenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen
Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,
Nadere informatieONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003
RIS128575b_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie en
Nadere informatieIJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer
IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor
Nadere informatieKerncijfers Brijder 2012 Noord- en Zuid-Holland. Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep
Kerncijfers Brijder 2012 Noord- en Zuid-Holland Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep INHOUDSOPGAVE INLEIDING 3 VOORAF 4 BEKNOPTE SAMENVATTING 5 KERNCIJFERS BRIJDER 2012 NOORD-HOLLAND
Nadere informatieKERNCIJFERS ROKEN 2017
OKTOBER 2018 KERNCIJFERS ROKEN 2017 DE LAATSTE CIJFERS OVER ROKEN, STOPPEN MET ROKEN, MEEROKEN EN HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE SIGARETTEN ROKEN IN NEDERLAND 23,1% van de volwassenen (18 jaar en ouder)
Nadere informatieWerkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?
Werkt de aanpak van kindermishandeling en? Eerste resultaten van een grootschalig onderzoek: hoe vaak komen kindermishandeling en voor? En hoe ernstig is het geweld? INLEIDING EERSTE FACTSHEET Werkt de
Nadere informatie4. SLOTBESCHOUWING. 4.1 Omvang
Doel gr oepenanal yse dak-ent hui sl ozenen har ddr ugsver sl aaf den st edendr i ehoek 4. SLOTBESCHOUWING Vanaf 1999 heeft onderzoeksbureau INTRAVAL doelgroepenanalyses uitgevoerd in Apeldoorn (1999/2000),
Nadere informatieMonitor verslaafden en daklozen Enschede 2008
Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008 metingen 2001 tot en met 2007 A. Kruize M. Hofman B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieMETINGEN 2014, 2015 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman
METINGEN 2014, 2015 EN 2016 Monitor opvang Enschede A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ingegaan. In deze wet wordt gesproken over twee ondersteuningsvormen
Nadere informatieHoofdstuk 2. Profiel Leidenaar
Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2006 118.070 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit
Nadere informatieHoofdstuk 2. Profiel Leidenaar
Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2009 116.818 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit
Nadere informatieondergetekende, voornaam/voorletters achternaam straatnaam + huisnr woonplaats geboortedatum postcode telefoon mobiel verzekerd bij polisnummer
Vragenlijst bij aanmelding Voorafgaand aan je eerste bezoek aan Bureau Dongelmans heb je de gelegenheid om informatie over jezelf te geven en toe te lichten waarom je komt. Daarom hier een vragenlijst
Nadere informatieSamenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef
Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Amsterdam, 4 augustus 2011 Lotte Loef DSP groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR
Nadere informatieKERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND
KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND De waarden die in de tabellen worden weergegeven zijn percentages, tenzij anders aangegeven. Sassenheim Voorhout
Nadere informatieKwetsbare burgers in beeld? Workshop Symposium 10 februari 2014 Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
Kwetsbare burgers in beeld? Workshop Symposium 10 februari 2014 Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant Kwetsbaarheid in beeld Inhoud workshop Het algemene beeld: Monitor Sociaal Kwetsbare Groepen
Nadere informatieJ. Wolf M. Zwikker S. Nicholas H. van Bakel D. Reinking I. van Leiden. Op achterstand. Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag
J. Wolf M. Zwikker S. Nicholas H. van Bakel D. Reinking I. van Leiden Op achterstand Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag Trimbos-instituut, Utrecht 2002 Colofon Opdrachtgever Ministerie
Nadere informatieNederlands Autisme Register, rapportage
Nederlands Autisme Register, rapportage 20 17 Een initiatief van: (Jong)volwassenen met autisme over zichzelf Ouders/verzorgers over hun kind met autisme Wettelijke vertegenwoordigers over hun naaste met
Nadere informatieSociale psychiatrie in de marge
Presentatie, 10 december 2004 Sociale psychiatrie in de marge Prof. dr. Judith Wolf Sociaal wetenschapper. Zij is bij het Trimbosinstituut werkzaam als hoofd van het onderzoeksprogramma Opvang en maatschappelijke
Nadere informatieMETINGEN 2014 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman
METINGEN 2014 EN 2015 Monitor opvang Enschede A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ingegaan. In deze wet wordt gesproken over twee ondersteuningsvormen
Nadere informatieFactsheet Jongeren buiten beeld 2013
Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken
Nadere informatieHoofdstuk 2. Profiel Leidenaar
Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden en is gebaseerd op kerncijfers uit de Gemeentelijke
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15
Nadere informatieKerncijfers Brijder 2013 Noord- en Zuid-Holland. Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep
Kerncijfers Brijder 2013 Noord- en Zuid-Holland Parnassia Addiction Research Centre (PARC) Brijder Parnassia Groep INHOUDSOPGAVE INLEIDING 3 BEKNOPTE SAMENVATTING 5 KERNCIJFERS BRIJDER 2013 NOORD-HOLLAND
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren
Nadere informatieLeidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming
incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I
Nadere informatieAanmeldformulier Beschermd wonen Flevoland GGD Flevoland
Aanmeldformulier Beschermd wonen Flevoland GGD Flevoland Gegevens verwijzer Verwijzende instantie Contactpersoon Functie Straat Huisnummer Postcode Plaats Telefoonnummer Emailadres Te bereiken op Maandag
Nadere informatieIJsselland. Monitor OGGZ 2015
IJsselland Monitor OGGZ 201 De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) richt zich op het signaleren en bestrijden van risicofactoren van sociale kwetsbaarheid en het begeleiden van sociaal kwetsbare
Nadere informatieV O LW A S S E N E N
GENOTMIDDELEN V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 5 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009 een schriftelijke
Nadere informatieGezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Gezondheidsmonitor ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede Inhoud Deze samenvatting bevat de belangrijkste resultaten van de Gezondheidsmonitor en 2016 voor gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
Nadere informatieKerncijfers drugsgebruik 2014
Fact sheet Kerncijfers drugsgebruik 2014 Tweede druk ERRATUM Kerncijfers middelengebruik Kernpunten Een kwart (24,1%) van de Nederlandse bevolking (15-64 jaar) heeft ooit wel eens cannabis gebruikt, en
Nadere informatiePersonen met een uitkering naar huishoudsituatie
Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder
Nadere informatieSamen voor een beschermd thuis
Samen voor een beschermd thuis Herstel en maatschappelijk participatie van kwetsbare burgers Judith Wolf 24 januari 2019 Gedreven door kennis, bewogen door mensen Ja, je komt op een punt dat je nergens
Nadere informatieKoudweeronderzoek 2014-2015. Rapportage Utrecht
Koudweeronderzoek 2014-2015 Rapportage Utrecht Analyse registratiegegevens en interviews in de Utrechtse nachtopvang in de winterperiode 2014-2015 Inhoud Samenvatting en conclusie... 1 Inleiding... 2 1.
Nadere informatieMonitor begeleid wonen en bemoeizorg Twente 2013
metingen 2009-2012 Monitor begeleid wonen en bemoeizorg Twente 2013 A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen vormgeven,
Nadere informatieSamenvatting Jong; dus gezond!?
Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg
Nadere informatieScholierenonderzoek Kindermishandeling 2016
Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting
Nadere informatieAlgemeen. In te vullen aanmeldende partij: Datum aanmelding: Aangemeld door, voor en achternaam: Instantie/instelling: Adres instantie/instelling:
Algemeen In te vullen aanmeldende partij: Datum aanmelding: Aangemeld door, voor en achternaam: Instantie/instelling: Adres instantie/instelling: Motivatie aanmeldende partij voor deelname KmK: In te vullen
Nadere informatieArtikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst
Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk
Nadere informatieDakloze mensen in Amsterdam: veranderingen 5,5 jaar na instroom in de opvang Resultaten uit de vervolgmeting Coda-G4 in Amsterdam
Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen 5,5 jaar na instroom in de opvang Resultaten uit de vervolgmeting Coda-G4 in Amsterdam Linda van den Dries Yvonne Peters Sara Al Shamma Judith Wolf Met dank aan
Nadere informatieMonitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012
Monitor Huisuitzettingen en preventie Twente 2012 metingen 2008- A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Aantallen Huisuitzetting is één van de oorzaken van dakloosheid. Mensen worden door woningcorporaties,
Nadere informatieKenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet
Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,
Nadere informatieHuiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen
Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud
Nadere informatieGezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmermeer
Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmermeer Inhoud Deze samenvatting bevat de belangrijkste resultaten van de Gezondheidsmonitor en 2016 voor gemeente Haarlemmermeer.
Nadere informatieFLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf
FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit
Nadere informatie5. CONCLUSIES ONDERZOEK
5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.
Nadere informatieBijlagen. Tevredenheid van potentiële werknemers
Bijlagen Tevredenheid van potentiële werknemers Evaluatie Pastiel Bijlagen Tevredenheid van potentiële werknemers Pastiel Drs. Jan Dirk Gardenier MBA Erik Geerlink, MSc Lotte Piekema, MSc Februari 2014
Nadere informatieNederlands Autisme Register, rapportage
Nederlands Register, rapportage 20 18 Auteurs: Sander Begeer, Marlies van Wijngaarden, Kawita Mataw en Bernadette Wijnker-Holmes Een initiatief van: Deelrapport 3: Wettelijk vertegenwoordigers over (jong)volwassenen
Nadere informatie