Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in verband met de invoering van het veilen van schaarse frequenties voor systemen van digitale mobiele telecommunicatie (veilen frequenties mobiele telecommunicatie) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 4 maart 1997 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat 1, met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel belast, brengt onderstaand verslag uit. Met een tijdige en afdoende beantwoording door de regering van de daarin opgenomen vragen en opmerkingen acht zij de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. I. ALGEMEEN 1. Inleiding 1 Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), ondervoorzitter, Van den Berg (SGP), Lilipaly (PvdA), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Reitsma (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Van Gijzel (PvdA), Leers (CDA), Van Heemst (PvdA), Verbugt (VVD), Van Rooy (CDA), Poppe (SP), Van t Riet (D66), Duivesteijn (PvdA), H. G. J. Kamp (VVD), Stellingwerf (RPF), Crone (PvdA), Roethof (D66), M. B. Vos (GroenLinks), Verkerk (AOV), Van Zuijlen (PvdA), Van Waning (D66), Keur (VVD), Hofstra (VVD), Assen (CDA). Plv. leden: Blauw (VVD), Schutte (GPV), Van Gelder (PvdA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Dankers (CDA), Jeekel (D66), Swildens- Rozendaal (PvdA), Terpstra (CDA), Huys (PvdA), Korthals (VVD), Th. A. M. Meijer (CDA), vacature CD, Hillen (CDA), H. Vos (PvdA), Remkes (VVD), Leerkes (U55+), Witteveen-Hevinga (PvdA), Augusteijn-Esser (D66), Rosenmöller (GroenLinks), Nijpels- Hezemans (Groep Nijpels), Valk (PvdA), Hoekema (D66), Klein Molekamp (VVD), Te Veldhuis (VVD), Van der Linden (CDA). De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Hoewel deze leden instemmen met de algemene strekking van het wetsvoorstel, het creëren van de mogelijkheid het gebruiksrecht op frequenties voor specifieke vormen van openbare mobiele telecommunicatie te veilen, betreuren zij het dat met de indiening van het wetsvoorstel op dit moment veel tijd verloren is gegaan. De leden van de CDA-fractie hebben met teleurstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij hebben geen principiële bezwaren tegen het instrument veilen om frequenties toe te wijzen, maar achten onder de huidige omstandigheden vergunningverlening door middel van aanbesteding een meer geëigend instrument dan een veiling. Zij geven daaraan dan ook voorkeur boven een veiling. Een openbare aanbesteding heeft volgens de leden van de fractie van het CDA het bezwaar dat het een nauwgezette bestudering vraagt van de voorstellen, hetgeen tijd vergt en dat vervolgens op basis van criteria een oordeel gevormd moet worden welke de beste aanbieding is. Dit is zeker niet eenvoudig, maar de ervaring bij de tweede GSM-vergunning en in andere EU-lidstaten (bij voorbeeld Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk) wijst uit dat dit instrument wel degelijk goed hanteerbaar is. De ervaring in Duitsland laat zien dat de procedure van uitgifte van het tenderdocument tot de feitelijke vergunningverlening in een half jaar voltooid kan zijn (KPMG-rapport). Waarom zou een aanbesteding in 7K0778 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1997 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 1

2 Nederland meer tijd moeten vergen? Evenmin blijkt uit het KPMG-rapport dat de beoordeling van de voorstellen tot substantiële problemen geleid heeft. De Tweede Kamer heeft bij herhaling aangedrongen op een snelle uitgifte van de DCS 1800-vergunning omdat Nederland een forse achterstand heeft ten opzichte van andere Europese landen. De leden van de fractie van het CDA zijn van oordeel dat de regering onnodig veel tijd verloren heeft laten gaan door aan te koersen op een veiling, een nieuw instrument, waar elders nog weinig ervaring mee opgedaan is en dat voor de Nederlandse situatie nieuw ontwikkeld moest worden. Indien onmiddellijk na de GSM-vergunningverlening de voorbereidingen gestart waren voor een openbare aanbesteding van DCS 1800-frequenties, had naar de mening van deze leden de vergunningverlening nu ruimschoots tot stand gekomen kunnen zijn. De achterstand die Nederland op andere Europese landen heeft is onnodig vergroot, omdat het wetgevingstraject veel meer tijd heeft gevraagd dan door de regering was voorzien. Dit draagt geenszins bij aan de doelstelling van de regering dat Nederland op het terrein van de elektronische snelweg in Europa tot de koplopers moet gaan behoren. Ook het Overlegorgaan post en telecommunicatie heeft terecht gewezen op de forse vertraging die optreedt door veiling van frequenties, hetgeen de Nederlandse positie niet ten goede komt. De regering wijst er op dat het Overlegorgaan post en telecommunicatie geen voorstellen doet voor alternatieve oplossingen. Is dit niet omdat het Overlegorgaan post en telecommunicatie het bestaande systeem namelijk een openbare aanbesteding een beter alternatief acht? Waarom zou het Overlegorgaan post en telecommunicatie met alternatieven moeten komen als een goed systeem voorhanden is? De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij denken dat rekening gehouden moet worden met de mogelijkheid dat het voorstel in deze vorm te laat komt. Een jaar geleden was het misschien nog mogelijk één landelijke vergunning voor DCS 1800-mobiele telefonie uit te geven. Inmiddels hebben de inzichten over schaarste aan frequenties, de wenselijkheid van een drievoudige infrastructuur en de mogelijkheden om op korte termijn GSM- en DCS-technologie te combineren zich echter verder ontwikkeld. Voor de leden van de fractie van de VVD zijn nu vijf kernvragen aan de orde, die in dit verslag zijn opgenomen. De uiteenzettingen hieromtrent in de memorie van toelichting hebben de leden van de VVD-fractie niet overtuigd. Afhankelijk van de reactie van de regering op de hierna uit te werken kernvragen zullen de leden van de VVD-fractie hun standpunt over het wetsvoorstel bepalen. De fractie van D66 heeft dit voorstel met grote interesse bekeken, aangezien de ether een belangrijk onderdeel is van de infra-structuur die de basis moet bieden voor de elektronische snelweg. Deze leden bekijken het voorstel in de eerste plaats vanuit de optiek van het totale etherbeleid en de gevolgen daarvan voor het tempo waarin de digitalisering zich in ons land kan voltrekken. Wat betreft het scheppen van ruimte voor technische vooruitgang wil de fractie van D66 ook even stil staan bij de implementatie van richtlijn 96/2 en de opmerkingen die daarover door de Raad van State zijn gemaakt onder punt 9. Uit de considerans van deze richtlijn volgt dat de lidstaten verplicht zijn na te gaan of technische vooruitgang het mogelijk maakt meer ruimte binnen het frequentiespectrum beschikbaar te stellen. Op welke wijze heeft Nederland daar gevolg aan gegeven? Deze leden van deze fractie denken dat een versnelde digitalisering van de ether veel meer ruimte zou genereren en vragen waarom er niet voor die mogelijkheid wordt gekozen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 2

3 De leden van de RPF-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Het belangrijkste element van de voorgestelde wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen is het creëren van een wettelijke grondslag voor veilen van het gebruiksrecht van frequenties voor mobiele telecommunicatie. In de toelichting op het wetsvoorstel schrijft de regering ook expliciet dat ze in principe al heeft gekozen voor het regime van vergunningverlening na veiling. De leden van de RPF-fractie stellen het op prijs dat de regering weinig onduidelijkheid over haar voorkeur laat bestaan, al is het voor hun niet helder of andere mogelijkheden nu volstrekt buiten beeld zijn. Daarnaast vragen ze of de voorkeur van de regering voldoende is onderbouwd. De hamvraag die voor de leden van de fractie van de RPF na lezing van het voorliggende wetsvoorstel en toelichting rest is wat nu eigenlijk het belangrijkste doel is van de beoogde wetswijziging: het bevorderen van concurrentie op het gebied van mobiele telecommunicatie of het genereren van forse opbrengsten voor het rijk tengevolge van de voorgenomen vergunningverstrekking? De leden van de GPV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. 2. Veiling De leden van de fractie van de PvdA blijven bij hun bij meerdere gelegenheden in het verleden ingenomen standpunt dat veilen van frequenties een instrument is dat de voordelen transparantie, efficiëntie en opbrengst met elkaar verbindt. Deelt de regering de mening, dat voor een veiling een transparante marktsituatie is vereist en partijen over gelijke informatie dienen te beschikken? Is van een dergelijke situatie sprake en kan de regering meer in detail schetsen welke (toekomstige) ontwikkelingen er in de mobiele communicatie zijn te verwachten (zoals UMTS en mobiele satellietcommunicatie), welke consequenties dit zal hebben voor de frequentieplanning en welke frequenties er in de komende tijd zullen worden geveild (inclusief eventuele herverkaveling en veiling van bestaande toewijzingen) zoals ten behoeve van gesloten gebruikers? Wanneer komt, meer in het bijzonder, de vergunning voor NMT te vervallen en wanneer c.q. volgens welk tijdpad zullen er frequenties aan het NMT-net worden onttrokken? Is de regering van mening dat het opheffen van het NMT-net tijdig aan gebruikers moet worden kenbaar gemaakt en dat bij eventuele markt- c.q. promotie-activiteiten van een eventuele opheffing melding moet worden gemaakt, dan wel dat bij dergelijke activiteiten terughoudendheid moet worden betracht? Deze leden zouden graag zien dat de regering ingaat op het type veiling en de veilingregels. Wat voor soort veiling wil de regering gaan organiseren? Over hoeveel rondes gaat de veiling? Welk bod zal worden gekozen; het hoogste, het op één na hoogste of het op één na laagste of nog een andere variant? Welke afbetalingsvariant wil de regering gebruiken? Deze leden zouden er prijs op stellen wanneer de regering de algemene maatregel van bestuur waarin deze zaken worden geregeld aan de Kamer zou worden voorgehangen. Is de regering daartoe bereid? Wat voor taakverdeling zal er zijn tussen de diverse onderdelen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat met betrekking tot de veiling en verlening van DCS 1800 vergunning(en)? Kan de regering inzicht geven in de verleende vergunningen, machtigingen, toestemming voor met name openbare mobiele communicatie (met een substantiële landelijke en/of regionale omvang) inclusief de duur van de vergunning? Is de regering voornemens deze diverse systemen in het kader van de herziening van de Wet op de telecommunicatie- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 3

4 voorzieningen te harmoniseren en overeenkomstig de voorwaarden van verlening aan te passen? Op welke wijze kunnen één of meerdere vergunningen het beste worden uitgegeven, zo vragen de leden van de fractie van de VVD. Er van uitgaande dat meerdere bedrijven in aanmerking willen komen voor de DCS-vergunning, moet voor de selectie een keus gemaakt worden tussen een vergelijkende toets en een veiling. Bij de verlening van de tweede GSM-vergunning is gebleken dat de aanbiedingen van de verschillende partijen elkaar weinig ontlopen en dat het achteraf moeilijk te controleren is of de goede keus is gemaakt. Een veiling daarentegen is zeer transparant, hetgeen de leden van de VVD-fractie een belangrijk voordeel vinden. Een veiling brengt een opbrengst met zich mee. Het zou een belangrijk nadeel zijn als deze opbrengst voor de staat de veilingprijs zou leiden tot hogere tarieven voor de gebruiker. De redenering van de regering die leidt tot de conclusie dat dit niet het geval zal zijn, overtuigt hen nog niet. Overigens merken de leden van de VVD-fractie in dit verband op dat indien het inderdaad zo zou zijn dat de veilingprijs niet van invloed is op de tarieven van de DCS-vergunninghouder, het ontbreken van een heffing evenmin van invloed is op de tarieven van de GSM-vergunninghouders. Het ontbreken van die heffing zou dus de concurrentiepositie van de DCS-vergunninghouder niet nadelig beïnvloeden. Die heffing is dan slechts een aanvullende winstbelasting achteraf. Anders dan de regering zijn de leden van de VVD-fractie niet van mening dat een keuze voor veiling impliceert dat voorschriften en beperkingen tot een minimum beperkt moeten blijven. Die voorschriften en beperkingen moeten zodanig zijn dat het risico dat niet snel een compleet net wordt aangelegd zoveel mogelijk wordt uitgesloten. De regering denk aan een ruime periode om een landelijk dekkend net aan te leggen. De leden van de VVD-fractie denken juist aan een korte periode. De extra kosten die dit met zich meebrengt, zal leiden tot een lagere veilingprijs. Dat is niet bezwaarlijk, omdat het doel is snel te komen tot meer concurrentie op de mobiele telefoniemarkt en niet een hoge veilingprijs. In een eerder stadium heeft de D66-fractie al laten weten de veiling een snel, efficiënt en transparant verdelingsmechanisme te vinden. Daarbij is echter steeds gezegd dat er eerst een zero base onderzoek plaats moest vinden, omdat deze leden meenden dat het totale frequentiespectrum veel beter kon worden ingedeeld dan nu het geval is. Deze fractie heeft ook gewezen op het gebruik dat de overheid zelf van frequenties maakt voor militaire en justitiële doeleinden. In sommige gevallen biedt de kabel volgens deze fractie een beter alternatief, zodat de ether gereserveerd blijft voor die vormen van communicatie (radio in de auto) die werkelijk niet op een andere manier kunnen geschieden. De leden van de fractie van D66 betreuren het dat de veiling van radio-frequenties in de wijziging van de Mediawet is opgenomen, terwijl de veiling van frequenties voor mobiele telefonie zijn beslag krijgt in de Interimwet op de telecommunicatievoorzieningen. Wat is hiervan de reden? De leden van de fractie van D66 zien een samenhang tussen het wel of niet veilen en het Mediabeleid. De leden van deze fractie vinden het wel gunstig dat het voorstel het veilen van frequenties mogelijk maakt, maar ook de ruimte laat er onder bepaalde omstandigheden van af te zien. Voor de veiling van frequenties voor commerciële radio vindt de fractie van D66 het thans te vroeg. Op die manier zou een belangrijke groeisector van de Nederlandse economie, de audiovisuele sector, onnodig worden geschaad. Onze culturele concurrentiepositie is in het verleden ook al ondergraven door niet op tijd Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 4

5 ruimte te scheppen voor commerciële omroep. Zodoende is een aanzienlijk deel van de reclamegelden op de Nederlandse markt naar Luxemburg zijn gegaan. Voor populaire vaderlandse commerciële stations moet het mogelijk zijn tegen betaalbare prijzen een plaats in het etherspectrum te verwerven. Per slot van rekening gaat het om het overbruggen van een overgangsperiode: als de ether is gedigitaliseerd, is dit type schaarste opgeheven. Om te voorkomen dat kansrijke initiatieven deze overgangsperiode niet doorkomen moet ruimte gewonnen worden op frequenties die nu anderszins in gebruik zijn. De leden van D66 zouden bijvoorbeeld graag zien dat er op korte termijn een oplossing wordt gevonden voor de dubbele dekking van de publieke televisie, die via de kabel en door de ether wordt verspreid en die wellicht via de satelliet of een wireless local loop naar de huishoudens zonder kabel kan worden verzonden. In de toelichting wordt er op gewezen dat er op 30 mei 1995 nog van uit werd gegaan dat ook de vergunningverlening voor DCS 1800 volgens de reeds eerder toegepaste tenderprocedure en dus zonder wetswijziging zou plaatsvinden. Twee maanden later besloot de regering echter toch het instrument veilen reeds toe te passen bij de vergunningverlening voor DCS Deze keuze was gebaseerd op het onderzoeksrapport «Meer marktwerking binnen een begrensde bandbreedte». De leden van de RPF-fractie vragen hoe breed de conclusies van dit rapport worden gedragen. Zij verwijzen in dit verband naar de door de Europese Commissie uitgesproken zorg over de mogelijke doorwerking van de betaalde veilingprijs in de tarieven. Ook in het commentaar van KPN van 28 januari 1997 wordt op dit onderdeel kritisch commentaar gegeven. Koninklijke PTT Nederland nv. distantieert zich in elk geval van de conclusie dat de hoogte van de veilingprijs geen invloed heeft op de tarieven. Kan worden hardgemaakt dat de tariefstelling echt onafhankelijk is van de gemaakte vaste kosten en dat de veilingprijs in beginsel ten koste zal gaan van de winst? Welke betekenis heeft in deze zinsnede de toevoeging «in beginsel»? De belangrijkste argumenten voor de regering om te kiezen voor veilen zijn het transparante karakter van het instrument en de opbrengsten voor de overheid. Het benieuwt de leden van de RPF-fractie hoe zwaar het tweede argument voor de regering weegt. Door dit wetsvoorstel wordt weliswaar de mogelijkheid gecreëerd om gebruik te maken van het instrument veilen, maar dat wil nog niet zeggen dat hoe dan ook zal gebeuren. In hoeverre gaat de regering nu al uit van eventuele opbrengsten ten gevolge van het veilen? Nu er bedragen circuleren van 1 miljard gulden, waarbij ook rekening is gehouden met de vergoedingen van de GSM-vergunninghouders, dringt zich de vraag op of de regering nog wel serieus wil nadenken over alternatieve instrumenten om de frequenties te verdelen. Deze gedachte wordt versterkt door het gegeven dat de overheid slechts minimumeisen kan stellen waaraan de aanvragers moeten voldoen ten aanzien van een bepaald kwaliteitsniveau en dat het belangrijkste selectiecriterium de hoogte van het bod is. Afgezien van het risico dat de consument de dupe kan worden van het feit dat de overheid zich beperkt tot minimumeisen is het duidelijk dat de regering zeer veel waarde hecht aan de opbrengst van de komende veiling. Moet hieruit de conclusie worden getrokken dat wat de regering betreft de zogenaamde tenderprocedure eigenlijk al niet meer in beeld is? Denkt de regering dat er een reële kans bestaat dat de veiling niet het «geschikte instrument» zal blijken te zijn? Deze leden verzoeken de regering hierin volstrekte duidelijkheid te geven. De leden van de GPV-fractie informeren of de opbrengsten die uit de veiling en de vergoedingen voortvloeien een bijzondere bestemming krijgen, bijvoorbeeld de versterking van de telecommunicatiesector. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 5

6 De leden van de fractie van het CDA willen inzicht hebben in de nadelen van een snelle ontwikkeling van de telecommarkt. Het telecombeleid is er op gericht in Nederland door middel van liberalisering van de markt een krachtige telecomsector tot ontwikkeling te laten komen die internationaal concurrerend is en waardoor een zodanig aantrekkelijk bedrijfsklimaat ontstaat (lage kosten, ruim aanbod van telecomdiensten) dat Nederland als een telecomgateway in Europa kan gaan functioneren. Dat vraagt niet alleen om tempo bij de modernisering van het wettelijk kader, maar ook om beheersing van de kosten ten gunste van lagere prijzen voor de gebruiker en voldoende ruimte voor nieuwe investeringen en voor O&O-uitgaven. De (bescheiden) ervaring elders toont aan dat een veiling waarschijnlijk zal leiden tot een hoge prijs voor de nieuwe DCS 1800-vergunninghouder en een daaraan gerelateerde hoge naheffing voor de beide GSM-vergunninghouders. Dit betekent een extra lastenverzwaring voor deze bedrijven. De leden van de CDA-fractie achten dit ongewenst uit een oogpunt van gelijke internationale concurrentieverhoudingen. Immers, aanbieders van mobiele telecomdiensten in bij voorbeeld Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk betalen weliswaar een prijs voor het gebruik van frequenties, maar niet zo hoog als bij een veiling. Een substantiële naheffing kan toch moeilijk beschouwd worden als een ondersteuning van de concurrentiepositie van bij voorbeeld Koninklijke PTT Nederland nv. dat op de internationale markt moet concurreren met de sowieso veel grotere bedrijven uit genoemde landen? Deze leden achten het ongewenst om in een markt die zo snel internationaliseert en waar sprake is van felle internationale concurrentie, het Nederlandse bedrijfsleven met extra lasten te confronteren ten opzichte van buitenlandse concurrenten. Dit draagt uiteindelijk niet bij aan de versterking van de Nederlandse economische structuur. Het is temeer verwonderlijk waar de regering terecht een zwaar accent legt op vermindering van lasten voor het bedrijfsleven. De regering motiveert de veiling onder meer met het argument dat de naheffing niet doorberekend zal worden in de prijzen, maar dat deze ten laste van de winst, dus de aandeelhouder gebracht zal worden. De partijen die een bod uitbrengen zouden dit relateren aan de te verwachte winstcapaciteit. De heffing moet gerekend worden tot de vaste kosten en deze vaste kosten zouden niet doorberekend worden in de prijzen voor de consument. De leden van de CDA-fractie achten dit een theoretische en discutabele redenering. Allereerst is het wellicht voor de nieuwe aanbieder nog mogelijk om zijn bod af te stemmen op zijn verwachte winstcapaciteit; voor de beide GSM-aanbieders is dit geenszins het geval, omdat zij op geen enkele wijze invloed kunnen uitoefenen op de hoogte van het bod en dus op de hoogte van de naheffing waar zij mee geconfronteerd worden. In de tweede plaats is het zeer de vraag of de redenering dat de heffing behoort tot de vaste kosten die niet doorberekend worden in de prijzen aan de consument in de onderhavige situatie wel opgaat. Immers, aanbieders van mobiele telecom, zeker de nieuwe aanbieders op de markt, zitten nog volop in de investeringsfase. Zolang men nog investeert is er eigenlijk geen verschil tussen de variabele en de vaste kosten. Dit betekent dat het snijpunt van de marginale en de vaste kosten heel anders komt te liggen en er dus wel degelijk mogelijkheden zijn voor afwenteling van de heffing op de consument. Juist in een markt waar alle aanbieders geconfronteerd worden met (relatief) dezelfde heffing is het zeer wel denkbaar dat de tariefstelling van alle aanbieders zich op een hoger niveau zal consolideren dan zonder heffing het geval geweest zou zijn. Het is niet voor niets dat de Europese Commissie in haar groenboek zich bezorgd uit over de mogelijke doorwerking van de veilingprijs in de tarieven. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 6

7 In de derde plaats vrezen deze leden, gesteld dat de veilingprijs niet doorberekend zou worden aan de consument, dat dit ten koste zal gaan van nieuwe investeringen in onderwijs en onderzoek. Waarop baseert de regering de stellige redenering dat dit enkel en alleen ten laste van de aandeelhouder gebracht zal worden? Veiling dient volgens de leden van de fractie van de D66 niet in de eerste plaats als inkomstenbron. Veiling zou tot verhoging tarieven kunnen leiden. De leden van de fractie van D66 kiezen voor het instrument veilen omdat het transparant en snel is, niet omdat de leden van deze fractie zo de inkomsten van de rijksoverheid willen verhogen. De overheid mag dus onder geen beding zelf schaarste creëren of in stand houden om zo de prijs op te drijven. Als het de regering ernst is met de liberalisering van de telecommarkt kan zij deze exclusiviteit ook niet waarmaken en is het risico van aansprakelijkheidseisen achteraf bepaald niet denkbeeldig. Om te voorkomen dat de DCS 1800 vergunninghouder een bod uitbrengt dat naderhand onrealistisch hoog blijkt te zijn, is het beter potentiële gegadigden voor te houden dat liberalisering en vrije concurrentie op de Nederlandse telecommarkt het doel van het beleid vormen en dat dus geen vrijwaring of beperking van de concurrentie (mobiel of via het vaste net of een combinatie van die twee) in het vooruitzicht kunnen worden gesteld. Hoe lager de prijs die wordt betaald des te beter kan de nieuwe aanbieder met de gevestigde marktpartijen concurreren, lijkt de leden van de fractie van D66. Net als de Raad van State vragen de leden van de fractie van D66 of de verwachting dat de veiling nooit tot een tariefsverhoging zal leiden wel gerechtvaardigd is. Er is nog geen sprake van een normale markt, de markt voor mobiele telefonie is een exclusieve markt. In het Groenboek over mobiele en persoonlijke communicatie spreekt ook de Commissie haar zorg uit over een mogelijke doorwerking van een hoge veilingprijs in de tarieven. Om te voorkomen dat de toekomstige DCS 1800 vergunninghouder te veel voor zijn frequentieruimte betaalt, zijn de leden van de fractie van D66 gecharmeerd door het type veiling: de hoogste bieder wint, maar hij betaalt slechts het bod dat door de nummer twee is uitgebracht. De overheid beperkt zich tot het stellen van minimumeisen waaraan de aanvragers moeten voldoen om voor een vergunning in aanmerking te komen. Deze zullen lichter zijn dan de eisen die gesteld werden aan aanvragers van GSM-vergunningen. Betekent dit niet evenzeer dat halverwege de «wedstrijd» de spelregels worden gewijzigd? Hadden de eisen die gesteld werden aan GSM-aanbieders niet evenzeer tot doel een hoog kwaliteitsniveau te waarborgen? Betekent dit niet een te vergaande asymmetrie, omdat een aanbieder als Libertel, die toch nog niet als een gevestigde marktpartij beschouwd kan worden, nu aan strengere eisen moet voldoen dan de DCS 1800-aanbieder? Deze leden zouden graag een overzicht verkrijgen van de eisen waaraan aanvragers voor GSM-vergunningen moeten voldoen en de eisen die ten behoeve van de DCS 1800-veiling opgesteld zullen worden om zich een goed oordeel te kunnen vormen van de verschillen in behandeling tussen de diverse aanbieders van mobiele telecommunicatie (artikel 1, onderdeel E). Tevens zouden de leden van de fractie van het CDA graag vernemen wat de situatie terzake is in enkele andere EU-lidstaten (Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Zweden en Finland). Welke eisen worden in deze landen gesteld aan DCS 1800-vergunninghouders en in hoeverre verschillen deze van de eisen gesteld aan GSM-vergunninghouders? Stellen deze landen (uit bij voorbeeld Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 7

8 kwaliteitsoverwegingen) hogere eisen aan DCS 1800-vergunninghouders dan Nederland voornemens is te doen? Is het niet een voordeel van een «beauty contest» dat de overheid kan opleggen dat de beste implementatieplannen ook werkelijk verwezenlijkt worden? Bij een veiling kan dit immers niet. De leden van het CDA ontvangen gaarne een reactie op de hierboven door haar weergegeven kritiek om onder de huidige omstandigheden een veiling als verdeelmechanisme voor de DCS 1800-vergunning te hanteren. Deze leden zijn van oordeel dat de financiële opbrengst voor de overheid ten onrechte een belangrijke overweging is geweest voor de keuze van het instrument veilen. Wat betreft de kwaliteitseisen vragen de leden van de fractie van de RPF hoe kan worden gerechtvaardigd dat niet alle aanbieders van mobiele diensten dezelfde kwalitatieve verplichtingen krijgen opgelegd. Er wordt blijkbaar nog steeds gestudeerd op het beste type veiling. De leden van de CDA-fractie hebben hierover de volgende vragen. Kan de regering de voor- en nadelen van de verschillende typen veiling aangeven? Is inmiddels een keuze gemaakt? Deze leden gaan er vanuit ingeval de weg van veilen gevolgd zou worden dat over het type veiling nog overleg met de Kamer plaatsvindt. 3. Één landelijke vergunning De leden van de PvdA-fractie vragen of het instrument van veilen nog wel hanteerbaar is op het moment dat feitelijk geen sprake is van schaarste. De regering zegt dat in de loop van 1998 en 1999 de overige voor DCS geschikte frequenties vrijkomen (2*50 Mhz). Hoe denkt de regering dat een bieder op de landelijke vergunning in zijn ondernemingsplan en dus zijn bod, rekening kan houden met deze onzekerheid? Deze leden hebben begrepen dat ten eerste de overige frequenties in de DCS-1800-band snel vrijgemaakt kunnen worden en ten tweede eenvoudig gebruik kan worden gemaakt van alternatieve infrastructuren (glasvezel, satelliet, nieuwe straalverbindingsfrequenties) en dat dit zelfs kwalitatief beter en goedkoper kan voor de functies die nu de DCS 1800-band (op 2*22 frequenties na) bezetten. Deze leden menen dat de regering zo snel mogelijk ervoor moet zorgen dat de bezette frequenties vrij worden gemaakt bij voorbeeld door Nozema/KPN opdracht te geven om alternatieve infrastructuren te gebruiken. Waarom heeft de regering, gezien het feit dat deze situatie al lang had kunnen worden voorzien, deze beide varianten niet veel eerder overwogen en toegepast? Hiermee laadt de regering de verdenking op zich de schaarste kunstmatig in stand te houden. Is het waar dat NOZEMA (dan wel KPN of een andere gebruiker) in het verleden is gevraagd of zij bereid is afstand te doen van de in de DCS 1800-band gelegen frequenties die worden aangewend voor het transport van haar radio- en televisiesignalen en dat gevraagd is het betreffende transport via alternatieve wegen in te vullen? Is het waar dat (een) dergelijk(e) verzoek(en) in een later stadium weer is ingetrokken? Kan de regering aangeven wanneer besloten is de 2*50 Mhz aan frequenties in de DCS 1800-band die vooralsnog niet kunnen worden toegewezen, toe te wijzen (aan Koninklijke PTT Nederland nv.) voor ander gebruik (straalverbindingen)? Was op dat moment al voorzien dan wel voorzienbaar dat de betreffende frequenties voor mobiele communicatie c.q. DCS 1800 zouden worden bestemd? Deelt de regering de mening van de leden van de fractie van de PvdA dat feitelijk van schaarste geen sprake is? Hoe staat de regering tegenover de in de Verenigde Staten in het kader van de PCS-veilingen geboden mogelijkheid om reeds nu frequenties te Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 8

9 veilen die nog niet beschikbaar zijn, maar binnen afzienbare tijd beschikbaar komen? Is het Europeesrechtelijk (zie het artikel in Mediaforum van juni 1996 van de hand van Dommering, Van Eijk en Verberne) verantwoord om over te gaan tot een veiling voor slechts één partij? De Richtlijn Mobiele Telecommunicatie uit 1994 spreekt van meerdere vergunningen. Bovendien is beperking van het aantal vergunningen slechts mogelijk op basis van schaarste argumenten waarvan in dit geval niet echt sprake lijkt te zijn (zie boven). Kan de regering uitgebreid op deze Europeesrechtelijke aspecten en de Nederlandse achterstand in Europa ingaan? In diverse landen van de Europese Unie zijn meerdere DCS 1800 operators actief of zijn er concrete plannen tot het uitgeven van meerdere vergunningen. Kan de regering een overzicht geven van de stand van zaken in de verschillende landen van de Europese Unie voor wat betreft verleende en nog te verlenen vergunningen voor mobiele communicatie, in het bijzonder met betrekking tot DCS 1800? De leden van de fractie van de PvdA begrijpen de keuze van de regering voor het veilen van één landelijke vergunning, maar hebben hierover, ook in het licht van het bovengenoemde, ambivalente gevoelens. Zij kunnen zich voorstellen dat, gezien het karakter van DCS 1800, de noodzaak voor landelijke dekking minder groot is. Deze leden vragen of met bij voorbeeld het veilen van twee of meerdere regionale of (zie opmerkingen Raad van State) zelfs twee landelijke vergunningen de concurrentie niet sneller van de grond zal komen. Zij denken dat het positief zou kunnen werken voor de telecommunicatiemarkt als bij voorbeeld ook de regionale vergunninghouders van vaste infrastructuur een DCS 1800-vergunning kunnen bemachtigen. Waarom heeft de regering er niet voor gekozen de markt vrijer te laten? «Krenten uit de pap» betekent in feite dat de markt sneller tot ontwikkeling komt. In dit kader vragen deze leden de regering uitgebreid in te gaan op de argumentatie van het reeds genoemde artikel uit Mediaforum. De leden van de fractie van de VVD vragen of het inderdaad van belang is dat een derde onafhankelijk en compleet landelijk dekkend net voor mobiele telefonie beschikbaar komt. De leden van de VVD-fractie verzoeken de regering daarom in te gaan op het belang van het tot stand komen van een derde onafhankelijk en compleet landelijk dekkend net voor mobiele telefonie. Het gaat er volgens genoemde leden om dat een zodanige infrastructuur tot stand komt, dat over enige tijd meerdere operators, die al dan niet over een eigen landelijk, regionaal of lokaal net beschikken en al dan niet via roaming van de overige netten gebruik maken, met elkaar kunnen concurreren op de kwaliteit en de prijs van de dienstverlening. Zijn twee landelijke netten waar en wanneer nodig aan te vullen met extra GSM-frequenties en met DCS-technologie voldoende als basis voor optimale concurrentie of is het beter dat er een derde net bij komt? Kan met twee optimale netten in combinatie met adequate regels en een krachtig toezicht voor wat betreft de roaming-voorwaarden niet een aanmerkelijke kostenbesparing worden gerealiseerd? Moet het aantal uit te geven vergunningen tot één beperkt worden, zo vragen de leden van de fractie van de VVD. De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader in te gaan op de technische mogelijkheden om nu meer dan één DCS-vergunning te verlenen. Volgens de memorie van toelichting is 22 MHZ beschikbaar en is 15 MHz nodig voor een vergunning. De leden van de fractie van de VVD vragen of het niet mogelijk is om op korte termijn tenminste een deel vrij te maken van de 50 MHz DCS-frequenties die nu nog (grotendeels) in gebruik zijn bij Nozema. In dat verband zijn ook relevant het gebruik van deze frequenties, de alternatieven voor dit gebruik en de eigendomsverhoudingen bij Nozema. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 9

10 In diverse publicaties is betoogd dat er voldoende ruimte is om twee DCS 1800 vergunningen uit te geven. D66 vindt dat een interessante gedachte. Het huidige wetsvoorstel staat geheel in het teken van een geleide markt-politiek terwijl in de Memorie van Toelichting ons inziens terecht wordt opgemerkt dat «de liberalisatie van de telecommarkt in samenhang met de technologische convergentie van verschillende netten naar verwachting zal leiden tot een toenemende concurrentie tussen diensten die via vaste netten worden aangeboden en diensten die via mobiele netten worden aangeboden». In de argumentatie van de regering om slechts een DCS 1800 vergunning te verlenen is het voornaamste argument dat zij een sterke concurrentie op de markt voor mobiele telecommunicatie wil creëren. Wie deze markt niet beziet als een gesloten domein maar als een onderdeel van de totale telecom-infrastructuur is minder snel overtuigd van de noodzaak ons nu tot het verlenen van een DCS 1800 vergunning te beperken. Een tweede argument om slechts een vergunning te verlenen ligt in de wens van de regering om frequenties achter de hand te houden voor de potentiële groei van de GSM-netwerken. De fractie van D66 vindt dat de huidige aanbieders, Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel, nu reeds zo n voorsprong hebben dat een dergelijke voorkeursbehandeling niet in de rede ligt. In plaats van frequenties op te sparen en onbenut te laten zou de overheid zo snel mogelijk meer frequenties vrij moeten maken. Met het veilen van een vergunning voor DCS 1800 kunnen de leden van de fractie van D66 instemmen, zolang dit niet leidt tot een verstarring van de status quo. Deze leden vinden het geen goede gedachte om de DCS 1800 vergunninghouder drie jaar exclusiviteit te garanderen. Dit zal ongetwijfeld de opbrengst van de veiling verhogen, maar brengt het risico met zich mee dat de schaarste in de ether in stand moet worden gehouden omdat een van de marktpartijen exclusiviteit heeft gekocht. Volgens deze leden staat de exclusiviteit die de vergunninghouder voor DCS 1800 in het vooruitzicht wordt gesteld op gespannen voet met artikel 3 bis van richtlijn 96/2, waarin staat dat lidstaten geen beperkingen mogen stellen aan het aanbieden van uiteenlopende technologieën waarbij van verschillende frequenties gebruik wordt gemaakt. Zij hebben begrepen dat multi-norm apparatuur (handsets die gecombineerd gebruik van GSM en DCS 1800 mogelijk maken) aan het eind van dit jaar beschikbaar kan zijn en denken dat het belang van de consument met snelle invoering is gediend. Het lijkt de leden van de fractie van D66 nuttig om enkele frequenties te bewaren voor regionale vaste netten, omdat dit de regionale aanbieders veel betere mogelijkheden tot concurrentie geeft. In de memorie van toelichting schrijft de regering ook dat zij frequenties achter de hand wil houden met het oog op toekomstige vragen waarbij zij ondermeer denkt aan de wireless local loop. Misschien is het ook mogelijk om te kijken of de kabelexploitanten met enkele regionale frequenties hun netten dusdanig kunnen uitbreiden dat zij samen een honderd procent landelijke dekking kunnen garanderen en dat uit het aanvaarden van de doorgifteplicht voor de publieke omroep dan vanzelf volgt dat het niet langer noodzakelijk is de publieke televisie via de ether te verspreiden. Een belangrijk argument voor de regering om slechts één vergunning voor DCS 1800 te verlenen is de beperkte hoeveelheid beschikbare frequenties (22 MHz). De leden van de RPF-fractie zetten hier vraagtekens bij. Zij zijn benieuwd naar de reactie van de regering op het standpunt van potentiële DCS 1800-operators dat er helemaal geen sprake is van schaarste aan frequentieruimte en dat die kunstmatig wordt gecreëerd. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 10

11 Deze leden verzoeken de regering uitgebreid in te gaan op de opmerkingen van EnerTel met betrekking tot de beschikbare ruimte voor en na 2000 (zie het commentaar van EnerTel van 18 februari 1997) en ook expliciet in te gaan op de opmerking dat de GSM-vergunninghouders nu ten onrechte beweren een tekort aan frequentieruimte te hebben (zie commentaar EnerTel, 22 januari 1997, bladzijde 9). Wil de regering daarbij ook de vraag betrekken hoe het zit met de uitfasering van ATF 3, ATF 2 en SMF? De leden van de CDA-fractie delen de argumenten voor asymmetrische regelgeving die er op gericht zijn de aanbieder(s) van DCS 1800, als nieuwkomer(s) op de markt van mobiele telefonie, een reële uitgangspositie te verschaffen om een marktaandeel te verwerven. Zij hebben wel enkele vragen. In enkele andere Europese landen wordt een periode van vier jaar gehanteerd voordat meer DCS 1800-vergunningen worden verstrekt. Waarom acht de regering een periode van drie jaar toereikend? Hebben andere landen ook de mogelijkheid gecreëerd dat de (eerste) DCS 1800-vergunninghouder(s) door middel van roaming gebruik kan maken van de bestaande GSM-netten (Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en België)? Waren de GSM-vergunninghouders er van op de hoogte dat die verplichting hen opgelegd zou kunnen worden? Welke investeringen zijn hiermee gemoeid voor de huidige GSM-aanbieders die nieuwe zogenaamde dual-band terminals moeten plaatsen? Is het waar dat deze terminals pas eind 1997 beschikbaar zijn? Betekent deze roamingverplichting nog een extra belasting van de toch al schaarse capaciteit op het GSM-net? Deelt de regering de opvatting van de leden van de CDA-fractie dat de bestaande GSM-vergunningen de overheid verplichten de vergunninghouders de beschikking te geven over voldoende capaciteit en dat vergunninghouders hierover tijdig zekerheid moeten hebben in verband met hun investeringsprogramma? Kan reeds worden meegedeeld wat het resultaat is van het overleg met Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel in het kader van het stappenplan dat in het eerste kwartaal wordt afgerond? Hoeveel kans is er op het tijdig beschikbaar komen van de zogenaamde E-GSM? Indien het niet lukt om tijdig voldoende capaciteit voor de GSM-aanbieders beschikbaar te stellen, kan de Staat dan aansprakelijk worden gesteld? Uit de toelichting op het wetsvoorstel blijkt dat de DCS 1800-vergunninghouder in diverse opzichten in het nadeel is ten opzichte van de GSM-vergunninghouders. Daartegenover staat echter dat het DCS 1800 op sommige punten beter scoort dan GSM. De leden van de RPF-fractie verzoeken de regering een schematisch overzicht te presenteren, waaruit duidelijk blijkt welke voor- en nadelen GSM en DCS 1800 ten opzichte van elkaar hebben. Blijkbaar is de achterstandspositie van de DCS 1800-vergunninghouder zo groot, dat de regering aan dit bezwaar wil tegemoetkomen. Dit zou op verschillende manieren gestalte kunnen krijgen. De leden van de RPF-fractie hebben er kennis van genomen dat de regering er in dit kader voor kiest om slechts één vergunning voor DCS 1800 te verlenen. Als er meer vergunningen zouden worden verstrekt zou dat ten koste gaan van de concurrentiekracht van de nieuwkomer. De leden van de fractie van de RPF vragen in hoeverre de overheid er zelf aan bijdraagt dat er een achterstandsituatie ontstaat. Als geen gebruik zou worden gemaakt van het veilinginstrument zou dat de vergunninghouder dan niet in een veel betere financiële uitgangspositie brengen? Nu moet de nieuwe DCS 1800-operator voorafgaande aan de realisering van zijn netwerk zeer fors investeren, terwijl de gevestigde GSM-operators in hun aanloopfase van hun netwerk vrijgesteld waren van een dergelijke Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 11

12 investering. Is denkbaar dat de DCS 1800-operator in staat wordt gesteld de licentiekosten (grotendeels) later betaalt? Bovendien is wellicht denkbaar dat een andere verdeling in kosten plaatsvindt. Zo kan het bedrag dat door de nieuwkomer en de huidige GSM-vergunninghouder voor de licentie wordt geboden bijvoorbeeld ook worden herleid naar een licentiewaarde per abonnee. Deze waarde zou door alle operators betaald moeten worden aan de hand van het aantal abonnees. In die opzet zou dus niet per MHz worden betaald, maar is de hoeveelheid abonnees uitgangspunt bij de vaststelling van de waarde van de licentie. De leden van de RPF-fractie verwijzen naar het commentaar van EnerTel van 22 januari 1997, in het bijzonder bijlage 1 (bladzijde 17). Aldus wordt voorkomen dat de GSM-operators niet meer dan de helft van het bedrag moeten betalen dat de DCS 1800-operator moet betalen. Wil de regering de nu gemaakte verdeling in kosten nader motiveren? Overigens geldt voor de DCS 1800-operator dat hij de prijs voor de licentie bepaalt op basis van zijn geplande kosten en opbrengsten, terwijl de GSM-operators maar moeten afwachten hoeveel zij moeten betalen. In hoeverre is daarmee rekening gehouden in het regeringsvoorstel? De regering noemt een reeks van toepassingen voor de resterende 7 Mhz in de DCS 1800-band. Kan de regering duidelijker aangeven welke aanwending zij prioritair acht? Deelt de regering de mening van de CDA-fractie dat in ieder geval de huidige DCS 1800-vergunninghouders, die terecht zijn uitgesloten om mee te dingen naar de DCS 1800-vergunning, wel de mogelijkheid moeten krijgen om ervaring op te doen met DCS 1800, m.n. vanwege hun internationale concurrentiepositie? De leden van de RPF-fractie informeren voorts wat wordt bedoeld met de experimenten, waarvoor een deel van de nog beschikbare 7 MHz zal worden gebruikt. Is de kans reëel dat Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel het extra spectrum zullen gebruiken voor commerciële dienstverlening? Deze leden vragen de regering te reageren op de suggestie om GSM-operators voorlopig nog te weren van de DCS 1800 band, ook voor regionaal gebruik of voor experimenten. Welke objectieve rechtvaardigingsgrond ligt overigens aan het besluit ten grondslag dat de nieuwe DCS 1800-vergunninghouder in elk geval buiten beeld blijft bij de verdeling van deze 7 MHz? In het jaar 2000, dus al over drie jaar, komt aanzienlijk meer DCS 1800-capaciteit vrij. Waarom overweegt de regering niet deze capaciteit nu reeds te veilen, zo vragen de leden van de fractie van het CDA. De regering voorziet een toenemende concurrentie tussen diensten die via vaste netten worden aangeboden en diensten die via mobiele netten worden aangeboden. De leden van de RPF-fractie vragen of een situatie is te voorzien waarin alle of in elk geval de meeste operators van zowel vaste als van mobiele netten gebruik kunnen maken. Is daarnaast ook op korte termijn te verwachten dat alle operators gebruik zullen maken van de 900 MHz band en de 1800 MHz band? Ook vragen de leden van de fractie van de VVD of het niet beter is een vergunning uit te geven voor gecombineerd gebruik van GSM- en DCS-frequenties. Ook indien de leden van de VVD-fractie hierna uitgaan van het belang van een derde net menen zij dat het efficiënter is voor mobiele telefonienetten zo spoedig mogelijk GSM- en DCS-frequenties te combineren. In stedelijke gebieden kunnen dan DCS-frequenties worden toegepast en in landelijke gebieden GSM-frequenties. Op deze wijze kunnen in stedelijke gebieden capaciteitsproblemen beter worden opgelost en in landelijke gebieden kosten worden bespaard. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 12

13 De leden van de fractie van de VVD vragen of het niet mogelijk is op voldoende korte termijn GSM-frequenties vrij te maken om die nu in één pakket te veilen met de voor een derde net benodigde DCS-frequenties. Gedacht kan worden aan de 10 MHz van de zogeheten extended GSM-band, die op 1 april 1997 beschikbaar zouden kunnen komen en aan de ATF 3-frequenties, over de vrijmaking waarvan de minister van Verkeer en Waterstaat in overleg is met KPN. Aan de twee GSM-vergunninghouders kunnen dan volgens de leden van de fractie van de VVD DCS-frequenties toegekend worden onder zodanige voorwaarden dat die toekenning de opbouw van het derde net niet in de weg staat. De leden van de fractie van de VVD merken in dit verband nog op dat naar verwachting in de loop van dit jaar de voor gecombineerde GSM/DCS-toepassing benodigde dual band terminals (draagbare telefoontoestellen) in grote series kunnen worden geproduceerd. Bovendien merken de leden van de fractie van de VVD op dat ook de regering al uitgaat van het gebruik van dual band terminals als gesteld wordt dat de DCS-vergunninghouder de eerste jaren tijdens de opbouw van zijn net via roaming gebruik mag maken van de GSM-netten. Overigens verzoeken de leden van de VVD-fractie de regering een toelichting te geven op de feitelijke mogelijkheden om roaming zonodig van de GSM-vergunninghouders af te dwingen. Zij willen graag dat bij die toelichting ook betrokken worden de investeringskosten die de GSM-vergunninghouders daarvoor zullen moeten maken gelet op de bestaande capaciteitsproblemen en de mogelijkheid dat die kosten niet meer terugverdiend kunnen worden nadat het derde net tot stand zal zijn gekomen. 4. Uitsluiting van de GSM-vergunninghouders De leden van de fractie van de PvdA begrijpen waarom de regering de huidige GSM-vergunninghouders wil uitsluiten van de veiling voor één landelijke vergunning. Deze leden denken wel dat de markt en de consument erbij gebaat zijn dat mobiele operators zo snel mogelijk kunnen beschikken over zowel GSM- als DCS 1800-frequenties, zodat de kwaliteit van de mobiele communicatie in Nederland snel verbetert. Het doet vreemd aan hier onderscheid te maken tussen twee technische systemen die operators in feite geïntegreerd aan hun klanten zouden moeten kunnen aanbieden (dual band licenties). Kan de regering aangeven wat de huidige stand van de techniek en de markt is met betrekking tot dual band-mogelijkheden. Is het waar dat er in Zwitserland en Scandinavië netten voor een dergelijk gebruik worden ingericht en dat dit jaar de benodigde randapparatuur op de markt beschikbaar zal komen? Deze leden denken dat zo snel mogelijk de GSM-operators de beschikking moeten krijgen over DCS 1800-frequenties en andersom. Zij willen van de regering weten waarom geen gebruik kan worden gemaakt van de extended GSM-band door de nieuwe DCS 1800 vergunninghouder(s)? Zal er op 1 april *10 Mhz in de 900-band beschikbaar komen? Zo niet, wanneer komt de extended-gsm band wel beschikbaar? Waarom zal deze frequentieruimte pas in het jaar 2000 worden geveild als marktpartijen er eerder om vragen en de frequentieruimte al beschikbaar is? Onder welke voorwaarden kan hiervan door de DCS 1800-vergunninghouder(s) gebruik worden gemaakt? Ook Libertel zal op korte termijn last krijgen van gebrek aan frequenties. In eerste instantie kan dit opgelost worden door middel van het voor GSM beschikbaar stellen van de NMT/ATF3 frequenties. Hierover zijn zelfs wettelijke afspraken gemaakt. Op welke manier denkt de regering te bevorderen dat Koninklijke PTT Nederland nv. zich aan deze afspraken houdt? Kan zij het verschil van inzicht tussen haarzelf en KPN uitleggen wat betreft de ATF 3 machtiging? Loopt die machtiging af in september Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 13

14 1999 of pas wanneer de minister formeel de sluitingstermijn van vijf jaar heeft ingeroepen, zoals Koninklijke PTT Nederland nv. meent? Heeft dat formele moment niet al plaatsgevonden, namelijk op het moment dat KPN van start is gegaan met GSM? Hoe denkt de regering over de suggestie van EnerTel een deel van de 1800-band voor Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel te veilen zodra (vóór het jaar 2000) de kavel van 2*50 MHz beschikbaar is? Op die laatste manier wordt KPN geprikkeld zo snel mogelijk de band vrij te maken. Waarom wordt de mogelijkheid niet geboden aan eventuele verkrijgers om de huidige gebruikers uit te kopen tegen een objectief vast te stellen prijs? Kan de regering aangeven wat de mogelijke kosten van een dergelijke uitkoop zullen zijn? Wat zijn de mogelijkheden voor de vergunninghouders van GSM en DCS 1800 om individuele frequenties (bij voorbeeld in het geval van overcapaciteit) uit te ruilen, terug te geven of door te verkopen? De regering wil een openbare consultatie houden over de 2*7 MHz die nog over zijn na een veiling van de 2*15. Kan zij nader ingaan op de procedure hieromtrent? Wanneer gaat de consultatie van start en welke vorm zal die krijgen? De regering spreekt van mogelijkheden voor experimenten. Kan zij uitleggen of hiermee ook wordt bedoeld dat Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel de frequenties strategisch mogen inzetten? Kan hierbij worden ingegaan op de asymmetrie in regelgeving die bij deze experimenten van Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel overblijft? De leden van de fractie van de PvdA vragen of er redenen zijn om 7 MHz opzij te zetten voor experimenten. De DCS standaard is in beginsel even uitontwikkeld als GSM. Kan de regering hierop ingaan? Voor zover de stelling opgeld doet dat frequenties uit de «zandbak» bestemd zijn of zouden kunnen zijn om Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel te laten experimenteren met de integratie van GSM en DCS 1800 geldt dat omgekeerde niet eveneens voor de DCS-1800 vergunninghouder(s)? Welke rol spelen de frequenties die de komende tijd vrijkomen in deze consultatieronde? Met uitsluiten van de huidige GSM-vergunninghouders van de veiling door het de voorgestelde systematiek hebben de leden van de fractie van D66 geen moeite. Deze leden vragen wel in hoeverre de regering ook in de toekomst asymmetrische regelgeving in de wet wil vastleggen en welke tijdelijke uitzonderingsregels beter door het OPTA (onafhankelijk toezichthoudend orgaan voor de telecommunicatie) kunnen worden opgesteld. Wanneer denkt de regering de bevoegdheden van het OPTA uit te breiden zodat het ook de telecomgedragingen in de ether kan bijsturen? Het wetsvoorstel laat wel toe dat Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel op kleine schaal met de DCS 1800 technologie experimenteren. Daarvoor krijgen zij minimaal 2,4 Mhz per aanvrager. De leden van de fractie van D66 zouden liever vastleggen dat beide partijen elk van maximaal 2,4 Mhz voor hun proefprojecten gebruik kunnen maken en vinden het logisch met het oog op de economische achterstand van de nieuwe aanbieder, te bepalen dat de DCS 1800 experimenten niet in de randstad mogen plaats vinden. De leden van de RPF-fractie hebben kennis genomen van het voornemen de GSM-vergunninghouders tot het jaar 2000 uit te sluiten van een landelijke DCS 1800 vergunning. Zij vragen of deze periode lang genoeg is voor de DCS 1800-operator om een sterke concurrentiepositie op te bouwen. In dit verband informeren zij wat de regering vindt van de suggestie om de periode van alleenrecht in DCS 1800 te verlengen tot het jaar 2002 en Koninklijke PTT Nederland nv. en Libertel te verbieden regionaal gebruik te maken van de 1800 MHz band. Is de rechtstreekse Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 4 14

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 095 Frequentiebeleid Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 000 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1997

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 662 Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen en de Radio-Omroep-Zender Wet 1935 in verband met de volledige wederzijdse erkenning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 095 Frequentiebeleid Nr. 8 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 12 juni 1996 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 171 Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in verband met de invoering van het veilen van schaarse frequenties voor systemen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 513 Wijziging van de Wet Luchtverkeer (bewijzen van bevoegdheid, bestrijding drank- en drugsgebruik) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 12 januari 1996

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 607 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de invoering van de mogelijkheid door middel van een financieel instrument het optimaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 003 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het nader regelen van het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 38f 25 171 Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in verband met de invoering van het veilen van schaarse frequenties voor

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 297 25 171 Wijziging van de Wet op de telecommunicatie-voorzieningen in verband met de invoering van het veilen van schaarse frequenties voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 24 095 Frequentiebeleid Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 171 Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in verband met de invoering van het veilen van schaarse frequenties voor systemen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 171 Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in verband met de invoering van het veilen van schaarse frequenties voor systemen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 867 Wijziging van enkele wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met het invoeren van de mogelijkheid tot het heffen van kostendekkende

Nadere informatie

ir. H.R. de Kleijn OPTA/DIR/99/5553 DGTP/99/1019 070-315 35 83

ir. H.R. de Kleijn OPTA/DIR/99/5553 DGTP/99/1019 070-315 35 83 de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat mw drs. J.M. de Vries Postbus 20901 2500 EX Den Haag Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer ir. H.R. de Kleijn OPTA/DIR/99/5553 DGTP/99/1019

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 555 Decemberverslag 1995 van de Algemene Rekenkamer Nr. 5 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 maart 1996 De algemene commissie

Nadere informatie

ADVIES. I Inleiding. Achtergrond van het advies. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbare versie

ADVIES. I Inleiding. Achtergrond van het advies. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit aan de directeur-generaal Telecommunicatie en Post van het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 568 Besluit van 25 november 1997, houdende wijziging van het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie in verband met de invoering van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 900 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1995

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 164 Regels inzake vergunningen voor de aanleg, de instandhouding en de exploitatie van kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur (Vergunningenwet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 799 Wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Mediawet 2008 (gebruiksbeperking frequentieruimte en digitale radio-omroep) Nr. 3 MEMORIE

Nadere informatie

Ingediend via: https://www.internetconsultatie.nl/veiling_frequenties_dvbt

Ingediend via: https://www.internetconsultatie.nl/veiling_frequenties_dvbt 1 Ministerie van Economische Zaken Directie Telecommarkt Postbus 20401 2500 EK Den Haag Ingediend via: https://www.internetconsultatie.nl/veiling_frequenties_dvbt Amsterdam, 24 maart 2016 Betreft: Ontwerp-bekendmakingsbesluit,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 24 095 Frequentiebeleid Nr. 153 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ADVIES VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 31 JANUARI 2013 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE RADIOTOEGANG IN DE FREQUENTIEBAND

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2001

Nadere informatie

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE ADVIES VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 12 FEBRUARI 2014 MET BETREKKING TOT HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 687 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Nr. 60 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 095 Frequentiebeleid Nr. 13 1 Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Vlies (SGP), Van Nieuwenhoven (PvdA), M.M.H. Kamp (VVD), voorzitter,

Nadere informatie

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

De zienswijze is op de OPTA website  onder thema interconnectie te vinden. Inleiding Bij brief van 17 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202957, heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de markt op de hoogte gebracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam Brussel Parijs Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010 > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

Inleiding en achtergrond

Inleiding en achtergrond Toelichting bij ontwerpbesluit tot verlengbaarheid van de GSM-vergunningen en de ontwerpwijzigingen in de GSM-vergunningen zoals die zullen luiden bij verlenging Inleiding en achtergrond Op 25 februari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 472 Aanpassing van wetten in verband met de vervanging van de gulden door de euro (Aanpassingswet euro) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 8 februari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 802 Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2009/12/EG van het Europese Parlement en de Raad van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 mei 2016 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007 ... No.W11.07.0382/IV 's-gravenhage, 7 december 2007 Bij brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 16 oktober 2007 heeft de Tweede Kamer bij de Raad van State het voorstel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 810 Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met het inrichten van een fonds voor niet verhaalbare noodzakelijke kosten voor de continuïteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 21 501-09 Transportraad Nr. 56 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 mei 1996 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft op

Nadere informatie

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld november De voorzitter van de commissie, Duisenberg

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld november De voorzitter van de commissie, Duisenberg Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2016-2017 34 576 Holland Casino Nr. INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld november 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft op 3

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 503 Goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia

Nadere informatie

2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D44592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 18 november 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 989 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

4G frequentiebanden / LTE frequentiebanden

4G frequentiebanden / LTE frequentiebanden 4G frequentiebanden / LTE frequentiebanden 13-01-2014 GSM Helpdesk Nederland Bij reguliere 2G (GSM) en 3G (UMTS) telefoons en smartphones was het zeer gebruikelijk om de frequenties in MHz aan te geven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 567 Wijziging van de Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (uitbreiding tot therapiebaden) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 7 juli 1999 De vaste

Nadere informatie

2. Bij brieven van 9 mei en 11 september 2008 en per van 12 september 2008 heeft StudieBoeken.com de gevraagde informatie verstrekt.

2. Bij brieven van 9 mei en 11 september 2008 en per  van 12 september 2008 heeft StudieBoeken.com de gevraagde informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: BVB-006686-mvk Betreft: prijsstelling bij verkoop studieboeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, tweede lid, van

Nadere informatie

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE Den Haag, Uw kenmerk: Ons kenmerk: ACM/DE/2017/205229 Contactpersoon: [vertouwelijk] Onderwerp: 17.0309.01 Advies

Nadere informatie

Wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Mediawet 2008 (gebruiksbeperking FM en digitale radio-omroep)

Wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Mediawet 2008 (gebruiksbeperking FM en digitale radio-omroep) Wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Mediawet 2008 (gebruiksbeperking FM en digitale radio-omroep) VOORSTEL VAN WET (18-05-2016) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 688 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie

Nadere informatie

Algemeen Juridische kader

Algemeen Juridische kader Voornemen van de Staatssecretaris van Economische Zaken met betrekking tot de verlengbaarheid van de op 26 februari 1998 verleende vergunningen voor EGSM en GSM1800 De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

De vergadering wordt enkele minuten geschorst. Voorzitter: Van der Hoeven

De vergadering wordt enkele minuten geschorst. Voorzitter: Van der Hoeven Mevrouw Jorritsma-Lebbink, minister van Verkeer en Waterstaat De voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het CDA, de groep-nijpels, het AOV, de CD en het

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL I Vergaderjaar 2010-2011 32 339 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. J. Krom OPTA/AM/2013/ dgetmtm (070)

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. J. Krom OPTA/AM/2013/ dgetmtm (070) Ministerie van Economische Zaken De heer drs. N.H.L. van den Hove Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE 2500EK20401 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer J. Krom OPTA/AM/2013/200474 dgetmtm12355583

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 491 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en de

Nadere informatie

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2018/19 34 989 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 514 Wijziging van de wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting (aanvullende bijdrage) Nr. 9 NADER VERSLAG Vastgesteld 24 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 682 Vragen van de leden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 463 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 21 501 09 Transportraad Nr. 54 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 8 februari 1996 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 822 Wijziging van het wetsvoorstel in verband met de instelling van het implantatenregister houdende aanpassing van het verbod op de toepassing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 058 Regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee) Nr. 8 NADER VERSLAG Vastgesteld 6 februari 2015 De vaste commissie voor Economische

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer KPN Corporate Legal & Regulatory De heer M.A. Prinsen Geerligs Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200612

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2006/46484 (1743) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 163b 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG

Nadere informatie

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken voorgelegd over de brief d.d.

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

R e g i s t r a t i e k a m e r. Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal R e g i s t r a t i e k a m e r Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal..'s-Gravenhage, 2 november 1998.. Onderwerp Wetsvoorstel onderwijsnummer

Nadere informatie

2016D Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

2016D Inbreng verslag van een schriftelijk overleg 2016D42120 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Veiligheid en Justitie over

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 877 Staat van de Europese Unie 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie H 1 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IBT/2003/203596 Datum Onderwerp Bijlage(n) Interconnectieplicht Voorlopig oordeel inzake interconnectie Het college van de Onafhankelijke Post

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 779 Wijziging van de Wet kabelbaaninstallaties in verband met Verordening (EU) nr. 2016/424 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart

Nadere informatie

3. Op 12 juli 2007 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waar Vodafone en VDB hun zienswijzen mondeling naar voren hebben gebracht.

3. Op 12 juli 2007 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waar Vodafone en VDB hun zienswijzen mondeling naar voren hebben gebracht. Ons kenmerk: OPTA/COL/2008/200007 Zaaknummer: 07.0100.22.1.01 Datum: 10 januari 2008 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inhoudende de beslissing op het bezwaarschrift

Nadere informatie

02/02/2001. 1. Aanwijzing van Belgacom Mobile NV als operator met een sterke marktpositie

02/02/2001. 1. Aanwijzing van Belgacom Mobile NV als operator met een sterke marktpositie ADVIES VAN HET BIPT OVER DE AANWIJZING VAN BELGACOM MOBILE NV ALS OPERATOR MET EEN STERKE POSITIE OP DE MARKT VOOR OPENBARE MOBIELE TELECOMMUNICATIENETWERKEN EN OP DE NATIONALE MARKT VOOR INTERCONNECTIE

Nadere informatie

Telecom en Toezicht. Chris Fonteijn collegevoorzitter OPTA. Nationaal Overleg Telecommunicatie, 22 juni 2006

Telecom en Toezicht. Chris Fonteijn collegevoorzitter OPTA. Nationaal Overleg Telecommunicatie, 22 juni 2006 Telecom en Toezicht Chris Fonteijn collegevoorzitter OPTA Nationaal Overleg Telecommunicatie, 22 juni 2006 Opbouw Marktontwikkelingen Bundels: hosanna? OPTA en de IJzeren Wet van Michels Marktontwikkelingen

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008

VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 31 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste

Nadere informatie

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA

BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA BELEIDSREGELS NUMMERHANDEL OPTA Inleiding De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) het college de bevoegdheid gegeven om op te treden tegen nummerhandel. Op grond van artikel 4.3 Tw en

Nadere informatie

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Post Bits of Freedom Bank 55 47 06 512 M +31 (0)6 13 38 00 36 Postbus 10746 KvK 34 12 12 86 E ton.siedsma@bof.nl 1001 ES Amsterdam W https://www.bof.nl Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie