Nota van Zienswijzen. bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg. Behorend bij raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg

Transcriptie

1 Nota van Zienswijzen bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg Behorend bij raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg Nota van zienswijzen bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg 1

2 Procedure Het ontwerpbestemmingsplan is op 20 maart 2013 bekendgemaakt en heeft met daarop betrekking hebbende stukken van 21 maart tot en met 1 mei 2013 ter visie gelegen. Alle zienswijzen zijn tijdig ingediend en ontvankelijk. Tijdens de periode van tervisielegging zijn zienswijzen ingediend door: 1. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag 2. Van Schie Advocatuur, namens Chipshol Holding B.V. en haar dochterondernemingen, Boeingavenue 242, 1119 PZ Schiphol Rijk 3. Schiphol Group, Postbus 7501, 1118 ZG Schiphol Na vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad wordt het vastgestelde plan ter inzage gelegd. De Wet ruimtelijke ordening bepaalt, dat een gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan pas na zes weken mag worden gepubliceerd. In deze periode krijgen de provincie en het rijk de gelegenheid om een reactieve aanwijzing te geven in het geval de gewijzigde vaststelling een provinciaal of rijks belang schaadt. Na de terinzagelegging is het plan van kracht, tenzij beroep wordt ingesteld. Als tegen het plan wel beroep wordt ingesteld maar niet binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de Raad van State is gedaan, dan treedt het plan direct na de beroepstermijn in werking. Zienswijzen Onderstaand zijn de zienswijzen samengevat en van een commentaar voorzien. Per zienswijze is een conclusie opgenomen. 1. Zienswijze Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag, bij brief dd. 25 april 2013, ingeboekt onder nummer 2013/19660 Zienswijze a. Tot 1 april 2008 had de provincie Noord-Holland mede op verzoek van het ministerie een ruimtereservering voor de parallelle Kaagbaan voor Schiphol opgenomen in het Streekplan Noord- Holland Zuid. De provincie wilde de reservering niet verlengen, daarom heeft het Rijk vanaf deze datum de reservering overgenomen vanwege het nationale belang. Reclamant somt de documenten op waaruit blijkt hoe en wanneer zij dit kenbaar heeft gemaakt. Aangekondigd is dat een algemene maatregel van bestuur (AMvB) in voorbereiding is en op korte termijn zal het ontwerp ter inzage worden gelegd. De gemeente Haarlemmermeer is betrokken geweest bij het bestuurlijk overleg over dit besluit eind 2011 en sindsdien actief geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de juridische uitwerking van het besluit en de besluitvormingsprocedure. Reclamant heeft het nationale belang van de reservering herhaaldelijk kenbaar gemaakt in zowel schriftelijke documenten als in mondelinge contacten. In de Bestuursovereenkomst N201 is expliciet met de gemeente Haarlemmermeer afgesproken dat het reserveringsgebied van de parallelle Kaagbaan door het Rijk wordt vastgelegd in een AMvB. b. Het bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van een logistiek bedrijventerrein. De nieuwe bestemming is niet in strijd met het reserveringsbeleid en de in voorbereiding zijnde AMvB, aangezien in de geldende bestemming ook bedrijfsdoeleinden mogelijk zijn via een wijzigingsbevoegdheid. De toelichting gaat echter onvoldoende in op de kaders van het reserveringsbeleid van het Rijk, en dat het nationale belang en voortzetting daarvan onverminderd van toepassing blijft. Het ministerie adviseert het herhaaldelijk kenbaar gemaakte rijksbeleid duidelijker over te nemen. Nota van zienswijzen bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg 2

3 c. Het bestemmingsplan en de gebruiksregels moeten voldoen aan het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB). De minister adviseert dringend om het bestemmingsplan in lijn te brengen met het LIB en geen bepalingen en bouwregels op te nemen die strijdig zijn met het LIB. d. Op dit moment beoordeelt de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een principeverzoek voor een verklaring van geen bezwaar voor het nieuwe inrichtingsplan voor het Groenenbergterrein. Het ILT heeft aangegeven nadere informatie over het bouwplan nodig te hebben, voordat zij hierover kan adviseren. De minister meent dat het bestemmingsplan onvoldoende inzicht biedt om te kunnen concluderen dat het plan aan het LIB voldoet. Er kan niet volstaan worden met de melding dat het bestemmingsplan is gebaseerd op het inrichtingsplan c.q. beeldkwaliteitsplan zoals dat ter toetsing door het Rijk voorligt. De minister adviseert het bestemmingsplan aan te houden tot dat de bouwaanvraag voor het Groenenbergterrein tot een (positief) besluit van de ILT heeft geleid, dan wel in het bestemmingsplan uitsluitend de vergunde mogelijkheden uit 2008 en 2009 over te nemen. e. De minister wijst erop dat de formele voorbereidingsprocedures van het bestemmingsplan en de AMvB parallel lopen. Op grond van artikel 3.1 Barro moet de AMvB binnen drie jaar verwerkt zijn in het bestemmingsplan. De minister adviseert ter voorkoming van extra bestuurlijke lasten rekening te houden met de inhoud van het AMvB. Commentaar a. De gemeente neemt dit voor kennisgeving aan. b. In de toelichting van het bestemmingsplan zal uitgebreider worden ingegaan op de AMvB en het voorbereidingsbesluit voor de parallelle Kaagbaan. De gemeente verwoordt in het bestemmingsplan haar standpunt, maar zal het op verzoek van de minister niet plaatsen onder het kopje rijksbeleid. c. Met het bestemmingsplan worden de LIB regels in acht genomen. Om dit boven alle twijfel te verheffen zijn in artikel 3 de bouwregels aangepast alsmede de verbeelding. Een en ander om tot uitdrukking te brengen dat een bouwhoogte van 14 m slechts kan worden gerealiseerd na afgifte van een verklaring van geen bezwaar ex artikel 8.9 Wet luchtvaart. d. De door de Inspectie Leefomgeving en Transport gewenste nadere informatie over HSLP is door de gemeente verstrekt. Bij brief van 12 februari 2014 heeft de gemeente de inhoudelijke beoordeling op onder andere externe veiligheidsaspecten en Instrument Landing Systemaspecten van het plan HSLP ontvangen. De beoordeling door ILT was positief. Hetgeen met zich meebrengt dat het planinitiatief haalbaar moet worden geacht. e. Artikel Barro (reserveringsgebied parallelle Kaagbaan) is in februari 2014 in werking getreden. In het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met dit beleid, met dien verstande dat gelet op het feit dat de gronden al een bedrijfsbestemming hadden binnen het reserveringsgebied (opnieuw) een bedrijfsbestemming mag worden vastgesteld. Verwezen wordt onder meer naar de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat aan Chipshol geschreven op 7 mei 2008 en naar de brief van de minister aan de Tweede Kamer (kamerstuk 29665, nr. 96). Conclusie Het bestemmingsplan wordt gewijzigd ter vaststelling aangeboden, in die zin dat er in de toelichting meer aandacht besteed wordt aan de reservering van de tweede Kaagbaan, het LIB alsmede de verwachting dat voor HSLP verklaringen van geen bezwaar zullen worden afgegeven. 2. Zienswijze Van Schie Advocatuur, namens Chipshol Holding B.V. en haar dochterondernemingen, Boeingavenue 242, 1119 PZ Schiphol Rijk, bij brief dd. 1 mei 2013, ingeboekt onder nummer 2013/20554 Zienswijze Nota van zienswijzen bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg 3

4 a. Reclamant en de gemeente hebben in 2007 een minnelijke regeling getroffen inzake het onrechtmatige voorbereidingsbesluit over het Groenenbergterrein (november 2002). In de schikkingsovereenkomst heeft de gemeente zich verplicht om op constructieve wijze planologische medewerking te verlenen aan nieuwe ontwikkelplannen van reclamant voor het Groenenbergterrein en het Pruissenterrein. Het ontwerpbestemmingsplan biedt geen goede basis voor de ontwikkeling van betreffend terrein. b. In het geldende bestemmingplan hebben de gronden de bestemming Bedrijfsdoeleinden-I. Het Paraplubestemmingsplan Luchthavenindeling staat de ontwikkeling van de bedrijfsbestemming in de weg. Het bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg kent wederom een harde beperking toe waardoor het niet mogelijk is om de hoogtelijnen van het LIB te overschrijden. Reclamant verwijst naar de vaststellingsovereenkomst waarin is bepaald dat de gemeente alle benodigde planologische medewerking zal verlenen. De gemeente zal daarbij acht slaan op de nieuwe informatie van het deskundigenrapport van Cyrrus Associates. c. Het bestemmingsplan heeft voor reclamant alleen meerwaarde indien het bestemmingsplan een rechtstreekse basis biedt voor de afgifte van nieuwe bouwvergunningen. Deze kunnen worden verleend omdat volgens het Cyrrusrapport dankzij de gevelrichting geen verstoring van het ILS systeem zal plaatsvinden. Bepalend is dat voor het effect op het ILS de gevelrichting bepalend is en niet de bouwhoogte. Dat nog los van het feit dat High Speed Logistics Park al op 2 november 2011 ter toetsing is voorgelegd aan de minister. d. De directeur Luchtvaart heeft in januari 2013 gemeld dat voor de zorgvuldige beoordeling ten behoeve van een verklaring van geen bezwaar (als bedoeld in artikel 8.9 Wet luchtvaart) nadere informatie van het nieuwe inrichtingsplan nodig is. Tevens zal de ILT advies vragen aan Luchtverkeersleiding Nederland. De directeur Luchtvaart gaat ervan uit dat de gemeente zich in het bestemmingsplan houdt aan het LIB en de Wet luchtvaart en dat het bestemmingsplan geen bepalingen opneemt die vooruitlopen op een eventueel door het ILT af te geven verklaring van geen bezwaar. e. Op het verzoek van 2 november 2011 en aanvullend schrijven van 13 december 2011 heeft de minister nog niet beslist. Het bezwaar wordt daarmee onnodig en welbewust al circa 1,5 jaar door de minister in de lucht gehouden, terwijl gelet op de deskundigenonderzoeken evident is dat er tegen de beoogde ontwikkeling vanuit het oogpunt van het functioneren van het ILS systeem bij de Aalsmeerderbaan geen bezwaren zijn. Nog steeds is er sprake van stelselmatige tegenwerking van de plannen van Chipshol door de minister. Chipshol gaat er vooralsnog van uit dat de gemeente daarin geen rol speelt. f. Reclamant meent dat de gemeente in het bestemmingsplan directe bouwmogelijkheden moet bieden, omdat het bestemmingsplan voldoet aan een goede ruimtelijke ordening ondanks het feit dat nog gewacht wordt op de verklaring van geen bezwaar. De planregels over het LIB moeten komen te vervallen. Reclamant stelt zich op het standpunt dat de gemeente niet langer kan blijven wachten op de verklaring van geen bezwaar en daarom in het bestemmingsplan direct de beoogde ontwikkelingsmogelijkheden moet bieden. g. Wat betreft externe veiligheidsaspecten staat vast dat het huidige plan voldoet aan de normen en een belangrijke verbetering betreft ten opzichte van het eerdere plan met kleine kantoorpaviljoens langs de Fokkerweg. Het externe veiligheidsrisico is aanmerkelijk kleiner omdat in logistieke gebouwen minder mensen werken. h. Reclamant sommeert de gemeente de toegezegde constructieve medewerking te verlenen en het Cyrrusrapport leidend te laten zijn voor bouwmogelijkheden in het bestemmingsplan. i. Reclamant verzoekt om op de verbeelding een indicatie voor de ontsluitingen op te nemen. Voor een goede en veilige bereikbaarheid is een tweede ontsluiting noodzakelijk. j. In de toelichting wordt geschetst dat er ruimte voor een HOV is, maar daarvoor is in het onderhavige plan geen plaats. Verzocht wordt om betreffende passage te laten vervallen. Nota van zienswijzen bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg 4

5 Commentaar a. De gemeente neemt dit voor kennisgeving aan. b. De gemeente heeft acht geslagen op het Cyrrus-rapport, maar dat rapport vervangt in juridische zin niet het LIB. Wij concluderen dat de verantwoordelijkheid voor het afgeven van de verklaring van geen bezwaar bij de minister ligt. c. Met de in het plan opgenomen aangepaste LIB-regeling denkt de gemeente de huidige wettelijke mogelijkheden optimaal te hebben benut. Met de benodigde verklaring van geen bezwaar van de minister van I&M kan op basis van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning (bouwen) worden afgegeven. d. De gemeente neemt dit voor kennisgeving aan. e. De gemeente neemt dit voor kennisgeving aan. f. Er komt een wetswijziging aan die ook ruimte laat voor afgifte van een verklaring van geen bezwaar voor een bestemmingsplan. Op basis van de huidige wetstekst is het echter niet mogelijk aan dit verzoek van Chipshol tegemoet te komen. g. In de toelichting is de voorlopige beoordeling van de minister ter zake van het plan HSLP ten aanzien van externe veiligheidsaspecten opgenomen. h. Het bestemmingsplan biedt directe bouwmogelijkheden met een bouwhoogte die overeenkomt met de maximale bouwhoogte volgens het Luchthavenindelingbesluit. De gemeente is bij het afgeven van de omgevingsvergunning afhankelijk van een verklaring van geen bewaar ex artikel 8.9 Wet luchtvaart. Indien een dergelijke verklaring is verleend mag tot die afwijkende hoogte worden gebouwd, waarbij als maximale stedenbouwkundige bouwhoogte voor bedrijfsgebouwen een hoogte van 14 meter geldt. Wij zijn van mening dat wij conform de gesloten overeenkomst constructieve medewerking verlenen aan de beide bestemmingsplannen voor Chipshol. i. Een indicatie ten behoeve van de ontsluiting van het nieuwe bedrijventerrein is niet nodig. Binnen de bestemming Bedrijventerrein kan het terrein immers ontsloten worden op de openbare weg. j. In de toelichting wordt in het kader van de parkeernormering en de beschrijving van de verkeerstructuur en in groter verband de Ruimtelijk-Economische Visie Schipholregio gesproken over HOV voorzieningen. Betreffende teksten gaan over het grotere geheel en niet specifiek over het plangebied en blijven gehandhaafd in de toelichting van het bestemmingsplan. Conclusie De bovengenoemde zienswijzen leiden niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Zienswijze Schiphol Group en KLM, Postbus 7501, 1118 ZG Schiphol, bij brief dd. 25 april 2013 ingeboekt onder nummer 2013/19652 Zienswijze a. Het bestemmingsplan houdt geen rekening met het ruimtereserveringsbeleid van de parallelle Kaagbaan, waarvan de gemeente Haarlemmermeer sinds jaar en dag op de hoogte is. In het bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg wordt hiervan geen rekenschap gegeven of nader toegelicht hoe hiermee wordt omgegaan. b. Ruimtelijke ontwikkelingen mogen niet in strijd zijn met de ICAO en het LIB. Reclamant verzoekt de toets van het bestemmingsplan en het grondgebruik aan deze regels alsnog te laten plaatsvinden en de ontwikkelingen door de Luchtverkeersleiding Nederland te laten toetsen. Er moet kritisch worden omgegaan met het planologisch mogelijk maken van windturbines in de omgeving van Schiphol. c. Het bestemmingsplan ligt in het ACT-gebied, maar een visie zoals vastgesteld in het Masterplan ACT ontbreekt. Alle bedrijvigheid (t/m categorie 3.2) wordt mogelijk gemaakt en er wordt niet aangesloten bij het logistieke karakter van ACT. Nota van zienswijzen bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg 5

6 d. Reclamant gaat ervan uit dat de gemeente Haarlemmermeer een consistente lijn trekt als het gaat om parkeerbeleid en parkeernormen, bereikbaarheid, luchtkwaliteit en overige normen en regels voor alle bestemmingsplannen. Het lijkt erop dat in het bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg, in vergelijking met andere bestemmingsplannen in de regio Schiphol, hiervan geen sprake is. e. De toelichting geeft een hoge ambitie aan (High Speed Logistics Park) die niet wordt onderbouwd en verankerd. Daardoor zijn toelichting en regels niet met elkaar in overeenstemming. In het bestemmingsplan is geen enkele verbeelding opgenomen. f. Er is geen enkel bouwvlak, bouwrichting of rooilijn aangegeven. g. Onduidelijk is hoe dit plan past in de landschapsvisie die wordt opgesteld in het kader van de N201. Commentaar a. De gemeente houdt rekening met de reservering voor de parallelle Kaagbaan. Verwezen wordt naar de beantwoording van opmerkingen van de minister onder e. b. Met het bestemmingsplan wordt het LIB in acht genomen. Daaraan wordt toegevoegd dat voor het plan HSLP afgifte van de vereiste verklaringen van geen bezwaar mag worden verwacht. Dit gelet op een eerder uitgevoerde (pre)toets. Alle vergunningplichtige onderdelen zullen door de minister worden getoetst. Indien de aanvraag wordt ingediend voor een kleine windturbine valt dit ook onder dat bereik. c. Strikt genomen ligt het Groenenbergterrein niet in het ACT-kerngebied Schiphol Zuidoost. Los daarvan ziet de gemeente niet in hoe een bedrijventerrein als bestemd in het bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg niet zou aansluiten bij de visie van Amsterdam Connecting Trade die zich richt op logistieke en aanverwante bedrijvigheid. d. De gemeente hanteert een consistente lijn. Zo gaan wij in de bestemmingsplannen uit van vastgestelde parkeernormeringen en van relevante wet- en regelgeving ten aanzien van milieuaspecten. Anderzijds kan het plangebied niet worden vergeleken met bijvoorbeeld Schiphol Centrum. e. De planregels zijn ruim opgesteld ten behoeve van flexibiliteit in de ontwikkelplannen. In de toelichting van het bestemmingsplan kan meer informatie over de nieuwe situatie worden geboden door middel van beeldmateriaal uit het inrichtingsplan. f. Deze constatering is correct. Het bouwvlak valt samen met het bestemmingsvlak, daarbinnen geldt een maximaal bebouwingspercentage en een maximale bouwhoogte. g. Dit bestemmingsplan heeft geen relatie met de landschapsvisie N201. Conclusie De bovengenoemde zienswijzen leiden niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan.. Nota van zienswijzen bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg 6