Design Guide VLT AutomationDrive FC 300

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Design Guide VLT AutomationDrive FC 300"

Transcriptie

1 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Design Guide VLT AutomationDrive FC kw

2

3 Inhoud Inhoud 1 Deze Design Guide gebruiken Deze Design Guide gebruiken FC Beschikbare publicaties Goedkeuringen Symbolen Afkortingen Definities Arbeidsfactor 13 2 Veiligheid en conformiteit Veiligheidsmaatregelen Voorzichtig CE-markering Behuizingstypen Agressieve omgevingen 16 3 Inleiding tot het product Productoverzicht Regelingen Besturingsprincipe Regelstructuur op basis van VVC plus Geavanceerde vectorregeling Regelstructuur op basis van Flux sensorvrij Regelstructuur op basis van Flux met motorterugkoppeling Interne stroomregeling in de modus VVC plus Lokale (Hand On) en externe (Auto On) besturing Gebruik van referenties Referentielimieten Schaling van vooraf ingestelde referenties en busterugkoppelingen Schaling van analoge en pulsreferenties en terugkoppeling Dode band rond nul PID-regeling Snelheids-PID-regeling Parameters snelheids-pid-regeling Voorbeeld van het programmeren van de snelheidsregeling Programmeervolgorde snelheids-pid-regeling De PID-snelheidsregelaar afstellen Proces-PID-regeling Parameters proces-pid-regeling Voorbeeld van proces-pid-regeling 40 MG34S210 Rev

4 Inhoud Programmeervolgorde proces-pid-regeling Optimalisatie van de procesregelaar Ziegler/Nichols-instelmethode Algemene EMC-aspecten Algemene aspecten van EMC-emissies EMC-testresultaten Emissie-eisen Immuniteitseisen Galvanische scheiding (PELV) Aardlekstroom Remfuncties Mechanische houdrem Dynamisch remmen Keuze van de remweerstand Mechanische rembesturing Mechanische rem bij hijstoepassingen Smart Logic Controller Extreme bedrijfsomstandigheden Veilige stop Werking STO-functie Werking STO-functie (alleen FC 302) Aansprakelijkheidsbepalingen Aanvullende informatie Installatie van externe beveiliging in combinatie met MCB Selectie Elektrische gegevens, V Elektrische gegevens, V Elektrische gegevens, V AC, 12-puls Algemene specificaties Rendement Akoestische ruis du/dt-condities Speciale omstandigheden Handmatige reductie Reductie wegens omgevingstemperatuur Automatische reductie 84 5 Bestellen Bestelformulier Typecode 85 2 MG34S210 Rev

5 Inhoud Drive Configurator Bestelnummers Opties en accessoires Remweerstanden Bestelnummer: Geavanceerde harmonischenfilters Bestelnummer: Sinusfiltermodules, V AC du/dt-filters Mechanische installatie Vóór de installatie De frequentieomvormer in ontvangst nemen Transport en uitpakken Hijsen Mechanische afmetingen Mechanical Dimensions, 12-Pulse Units Mechanische installatie Benodigd gereedschap Algemene overwegingen Klemposities framegrootte D Klemposities framegrootte E Klemposities framegrootte F Klemposities framegrootte F, 12-puls Pakking/leidingdoorvoer IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12) Pakking/leidingdoorvoer, 12-puls IP 21 (NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12) Koeling en luchtcirculatie Installatie met wand-/paneelmontage Voetmontage voor frequentieomvormers met frame D Voetmontage voor frequentieomvormers met frame E Voetmontage voor frequentieomvormers met frame F Elektrische installatie Aansluitingen Aanhaalmomenten Voedingsaansluitingen Voedingsaansluitingen 12-pulsomvormers Selectierichtlijnen transformator 12-puls Afscherming tegen elektrische ruis Voeding externe ventilator Zekeringen en circuitbreakers Zekeringen Nominale kortsluitstroom (SCCR) frame D 197 MG34S210 Rev

6 Inhoud Aanbevelingen Zekeringgrootte voeding/halfgeleider Zekeringopties voeding/halfgeleider Extra zekeringen Zekeringen High Power, 12-puls Extra zekeringen High Power Netschakelaars en contactors Netschakelaars framegrootte E en F Hoofdschakelaars, 12-puls Ingangscontactors Extra motorgegevens Motorkabel Parallelle aansluiting van motoren Motorisolatie Motorlagerstromen Stuurkabels en klemmen Toegang tot stuurklemmen Stuurkabelroute Stuurklemmen Schakelaars S201 (A53), S202 (A54) en S Stuurklemmen installeren Eenvoudig bedradingsvoorbeeld Stuurkabels installeren Stuurkabels 12-puls Relaisuitgang voor frame D Relaisuitgang frame E & F Temperatuurschakelaar remweerstand Extra aansluitingen DC-busaansluiting Loadsharing Installatie van bekabeling remweerstand Een pc aansluiten op de frequentieomvormer Pc-software Veiligheid Hoogspanningstest Aarding Aardverbinding EMC-correcte installatie Elektrische installatie EMC-voorzorgsmaatregelen Gebruik van EMC-correcte kabels MG34S210 Rev

7 Inhoud Aarding van afgeschermde stuurkabels RFI-schakelaar Interferentie via het net/harmonischen Het effect van harmonischen in een vermogendistributiesysteem Normen en voorschriften voor het beperken van harmonischen Beperking van de harmonischen Harmonischenberekening Reststroomapparaat Uiteindelijke setup en test Toepassingsvoorbeelden Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) Analoge snelheidsreferentie Start/Stop Externe reset na alarm Snelheidsreferentie via handmatige potentiometer Snelheid omh./omlaag RS-485-netwerkaansluiting Motorthermistor Setup relais met Smart Logic Control Mechanische rembesturing Encoderaansluiting Encoderrichting Omvormersysteem met terugkoppeling Stop en koppelbegrenzing Opties en accessoires Opties en accessoires Sleuf A Sleuf B Sleuf C General Purpose I/O-module MCB Galvanische scheiding in de MCB Digitale ingangen Klem X30/ Analoge ingangen klem X30/11, Digitale uitgangen klem X30/6, Analoge uitgang klem X30/ Encoderoptie MCB Resolveroptie MCB Relaisoptie MCB V-backupoptie MCB MG34S210 Rev

8 Inhoud 9.7 PTC Thermistor Card MCB Extended Relay Card MCB Remweerstanden Paneelbevestigingsset voor LCP Sinusfilters High Power-opties Opties voor framegrootte D Loadsharingklemmen Regeneratieve klemmen Anticondensverwarming Remchopper Netafscherming Geharde printplaten Toegangspaneel koellichaam Hoofdschakelaar Contactor Circuitbreaker Opties voor framegrootte F Installatie en setup RS Overzicht Netwerkaansluiting Busafsluiting Installatie en setup RS EMC-voorzorgsmaatregelen Overzicht FC-protocol Netwerkconfiguratie Setup frequentieomvormer Berichtframingstructuur FC-protocol Inhoud van een teken (byte) Telegramstructuur Telegramlengte (LGE) Adres frequentieomvormer (ADR) Datastuurbyte (BCC) Het dataveld Het PKE-veld Parameternummer (PNU) Index (IND) Parameterwaarde (PWE) Ondersteunde datatypen Conversie MG34S210 Rev

9 Inhoud Proceswoorden (PCD) Voorbeelden Een parameterwaarde schrijven Een parameterwaarde lezen Overzicht Modbus RTU Aannames Vereiste kennis Overzicht Modbus RTU Frequentieomvormer met Modbus RTU Netwerkconfiguratie Frequentieomvormer met Modbus RTU Berichtframingstructuur Modbus RTU Frequentieomvormer met Modbus RTU Structuur Modbus RTU-bericht Start-/stopveld Adresveld Functieveld Dataveld CRC-controleveld Adressering spoelregister De frequentieomvormer besturen Door Modbus RTU ondersteunde functiecodes Uitzonderingscodes Modbus Toegang krijgen tot parameters Parameterafhandeling Dataopslag IND Tekstblokken Conversiefactor Parameterwaarden FC-stuurwoordprofiel Stuurwoord overeenkomstig het FC-profiel Statuswoord overeenkomstig het FC-profiel Referentiewaarde bussnelheid 270 Trefwoordenregister 274 MG34S210 Rev

10 Deze Design Guide gebruiken 1 1 Deze Design Guide gebruiken 1.1 Deze Design Guide gebruiken FC 300 This contains information proprietary to Danfoss. By accepting and using this manual, the reader agrees that the information contained herein will be used solely for operating units from Danfoss or equipment from other vendors provided that such equipment is intended for communication with Danfoss units over a serial communication link. This publication is protected under the copyright laws of Denmark and most other countries. Danfoss does not warrant that a software program produced according to the guidelines provided in this manual functions properly in every physical, hardware, or software environment. Although Danfoss has tested and reviewed the documentation within this manual, Danfoss makes no warranty or representation, neither expressed nor implied, with respect to this documentation, including its quality, performance, or fitness for a particular purpose. In no event shall Danfoss be liable for direct, indirect, special, incidental, or consequential damages arising out of the use, or the inability to use information contained in this manual, even if advised of the possibility of such damages. In particular, Danfoss is not responsible for any costs, including but not limited to those incurred as a result of lost profits or revenue, loss or damage of equipment, loss of computer programs, loss of data, the costs to substitute these, or any claims by third parties. 1.2 Beschikbare publicaties De Bedieningshandleiding wordt bij de eenheid geleverd en bevat informatie over de installatie en het opstarten. De Design Guide bevat alle technische informatie over de frequentieomvormer (frame D, E en F), het ontwerpen van installaties en mogelijke toepassingen. De Programmeerhandleiding geeft informatie over het programmeren en bevat een uitgebreide beschrijving van de parameters. De Profibus Bedieningshandleiding bevat informatie over het besturen, bewaken en programmeren van de frequentieomvormer via een Profibus-veldbus. De DeviceNet Bedieningshandleiding bevat informatie over het besturen, bewaken en programmeren van de frequentieomvormer via een DeviceNet-veldbus. De technische publicaties van Danfoss zijn in gedrukte vorm te verkrijgen bij een verkoopkantoor van Danfoss bij u in de buurt of online via Goedkeuringen Approvals Danfoss reserves the right to revise this publication at any time and to change its contents without prior notice or any obligation to notify former or present users of such revisions or changes. FC 300 Design Guide Softwareversie: 6.6x Tabel 1.2 Compliance Marks: CE, UL, and C-Tick The frequency converter complies with UL508C thermal memory retention requirements. For more information, refer tohoofdstuk Thermische motorbeveiliging. Deze Design Guide kan worden gebruikt voor alle FC 300- frequentieomvormers met softwareversie 6.6x. Het versienummer van de software kan worden uitgelezen via Softwareversie. Tabel 1.1 Softwareversielabel 8 MG34S210 Rev

11 Deze Design Guide gebruiken 1.4 Symbolen 1.5 Afkortingen 1 1 De volgende symbolen worden gebruikt in dit document. WAARSCHUWING Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. VOORZICHTIG Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkpraktijken. LET OP Geeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen. Alternating current AC American wire gauge AWG Ampere/AMP A Automatic Motor Adaptation AMA Current limit Degrees Celsius C Direct current DC Drive Dependent D-TYPE Electro Magnetic Compatibility EMC Electronic Thermal Relay ETR Frequency converter FC Gram g Hertz Hz Horsepower hp Kilohertz khz Local Control Panel LCP Meter m Millihenry Inductance mh Milliampere ma ILIM Millisecond ms Minute min Motion Control Tool MCT Nanofarad nf Newton Meters Nm Nominal motor current Nominal motor frequency Nominal motor power Nominal motor voltage Permanent Magnet motor Protective Extra Low Voltage Printed Circuit Board Rated Inverter Output Current Revolutions Per Minute Regenerative terminals Second Synchronous Motor Speed Torque limit Volts The maximum output current The rated output current supplied by the frequency converter IM,N fm,n PM,N UM,N PM motor PELV PCB IINV RPM Regen sec. ns TLIM V IVLT,MAX IVLT,N Tabel 1.3 Abbreviations used in this Manual MG34S210 Rev

12 Deze Design Guide gebruiken Definities Omvormer: IVLT,MAX De maximale uitgangsstroom. nm,n De nominale motorsnelheid (gegevens motortypeplaatje). PM,N Het nominale motorvermogen (gegevens motortypeplaatje). IVLT,N De nominale uitgangsstroom die door de frequentieomvormer wordt geleverd. UVLT, MAX De maximale uitgangsspanning. Ingang: TM,N Het nominale koppel (motor). UM De momentele motorspanning. UM,N De nominale motorspanning (gegevens motortypeplaatje). Stuurcommando Start en stop de Groep 1 Reset, Vrijloop na stop, Reset en vrijloop na Losbreekkoppel: aangesloten motor via het LCP of de digitale ingangen. stop, Snelle stop, DCrem, Stop en de [Off]- toets. ns Synchroonmotorsnelheid. De functies zijn in twee groepen verdeeld. De functies in groep 1 hebben een hogere prioriteit dan de functies Groep 2 Start, Pulsstart, Omkeren, Start omkeren, Jog en Uitgang vasthouden. 2 par s ns = par in groep 2. Tabel 1.4 Ingangsfuncties Motor: Afbeelding 1.1 Grafiek losbreekkoppel fjog De motorfrequentie wanneer de jog-functie is geactiveerd (via digitale klemmen) fm De motorfrequentie. ηvlt Het rendement van de frequentieomvormer wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het uitgangsvermogen en het ingangsvermogen. fmax De maximale motorfrequentie. fmin De minimale motorfrequentie. fm,n De nominale motorfrequentie (gegevens motortypeplaatje). Startdeactiveercommando Een stopcommando behorend tot groep 1 van de stuurcommando's. Stopcommando Zie de parametergroep met stuurcommando's. Referenties: IM De motorstroom. Analoge referentie Een signaal dat naar analoge ingang 53 of 54 wordt gestuurd, kan bestaan uit een spannings- of stroomsignaal. IM,N De nominale motorstroom (gegevens motortypeplaatje). 10 MG34S210 Rev

13 Deze Design Guide gebruiken Binaire referentie Een signaal dat op de seriële-communicatiepoort (RS-485, klem 68-69) wordt toegepast. CT-karakteristieken Constant-koppelkarakteristieken die worden gebruikt voor schroef- en scrollcompressoren voor koelsystemen. 1 1 Busreferentie Een signaal dat naar de seriële communicatiepoort (FCpoort) wordt gestuurd. Digitale ingangen De digitale ingangen kunnen worden gebruikt voor het besturen van diverse functies van de frequentieomvormer. Digitale referentie Een gedefinieerde, vooraf ingestelde referentie die wordt ingesteld tussen -100% en +100% van het referentiebereik. Selectie van acht digitale referenties via de digitale klemmen. Pulsreferentie Een pulsfrequentiesignaal dat naar de digitale ingangen (klem 29 of 33) wordt gestuurd. RefMAX Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een waarde van 100% van de volledige schaal (gewoonlijk 10 V, 20 ma) en de totale referentie. De maximumreferentie die is ingesteld in 3-03 Maximum Reference. RefMIN Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een waarde van 0% (gewoonlijk 0 V, 0 ma, 4 ma) en de totale referentie. De minimumreferentie die is ingesteld in 3-02 Minimum Reference. Diversen: Analoge ingangen De analoge ingangen worden gebruikt om diverse functies van de frequentieomvormer te besturen. Er zijn twee typen analoge ingangen: Stroomingang, 0-20 ma en 4-20 ma Spanningsingang, 0-10 V DC Analoge uitgangen De analoge uitgangen kunnen een signaal van 0-20 ma, 4-20 ma of een digitaal signaal leveren. Automatische aanpassing motorgegevens, AMA Het AMA-algoritme bepaalt de elektrische parameters van de aangesloten motor in stilstand. Remweerstand De remweerstand is een module die het remvermogen dat bij regeneratief remmen wordt gegenereerd, kan absorberen. Dit regeneratieve remvermogen verhoogt de tussenkringspanning en een remchopper zorgt ervoor dat het vermogen wordt overgebracht naar de remweerstand. Digitale uitgangen De frequentieomvormer bevat twee halfgeleideruitgangen die een signaal van 24 V DC (max. 40 ma) kunnen leveren. DSP Digitale signaalverwerker. Relaisuitgangen: De frequentieomvormer beschikt over twee programmeerbare relaisuitgangen. ETR Elektronisch thermisch relais is een berekening van de thermische belasting op basis van de actuele belasting en de tijd. Het doel hiervan is het schatten van de motortemperatuur. GLCP: Grafisch lokaal bedieningspaneel (LCP 102) Hiperface Hiperface is een gedeponeerd handelsmerk van Stegmann. Initialisatie Bij initialisatie (14-22 Operation Mode) zullen de programmeerbare parameters van de frequentieomvormer worden teruggezet naar de fabrieksinstelling. Intermitterende werkcyclus De intermitterende-werkcyclusclassificatie heeft betrekking op een reeks werkcycli. Elke cyclus bestaat uit een belaste en een onbelaste periode. De werking kan een periodieke cyclus of een niet-periodieke cyclus zijn. LCP Het lokale bedieningspaneel (LCP) biedt een complete interface voor de bediening en programmering van de frequentieomvormer. Het LCP kan worden losgekoppeld en met behulp van de optionele installatieset op maximaal 3 meter van de frequentieomvormer worden geïnstalleerd in een frontpaneel. Het LCP is leverbaar in twee versies: Numeriek LCP 101 (NLCP) Grafisch LCP 102 (GLCP) MG34S210 Rev

14 Deze Design Guide gebruiken 1 lsb Minst significante bit. MCM Staat voor Mille Circular Mil, een Amerikaanse meeteenheid voor de doorsnede van kabels. 1 MCM 0,5067 mm². msb Meest significante bit. NLCP Numeriek lokaal bedieningspaneel LCP 101. Online/offlineparameters Wijzigingen van onlineparameters worden meteen geactiveerd nadat de datawaarde is gewijzigd. Wijzigingen van offlineparameters worden pas geactiveerd na het indrukken van [OK] op het LCP. PID-regelaar De PID-regelaar zorgt ervoor dat de gewenste snelheid, druk en temperatuur constant worden gehouden door de uitgangsfrequentie aan te passen aan wijzigingen in de belasting. PCD Procesdata. Pulsingang/incrementele encoder Een externe, digitale sensor die wordt gebruikt voor terugkoppeling van de snelheid en draairichting van de motor. Encoders worden gebruikt voor een uiterst snelle en nauwkeurige terugkoppeling in zeer dynamische toepassingen. De encoder wordt aangesloten via klem 32 of via encoderoptie MCB 102. RCD Reststroomapparaat Een apparaat dat een circuit onderbreekt wanneer er een onbalans optreedt tussen een onder spanning staande geleider en aarde. Wordt ook wel aardlekschakelaar (ELCB) genoemd. Setup Parameterinstellingen kunnen worden opgeslagen in vier setups. Het is mogelijk om tussen de vier parametersetups te schakelen en een setup te bewerken terwijl een andere setup actief is. SFAVM Schakelpatroon genaamd Stator Flux-georiënteerde Asynchrone Vector Modulatie (14-00 Switching Pattern). Slipcompensatie De frequentieomvormer compenseert het slippen van de motor met een aanvulling op de frequentie op basis van de gemeten motorbelasting, waardoor de motorsnelheid vrijwel constant wordt gehouden. Smart Logic Control (SLC) De SLC is een reeks van gebruikersgedefinieerde acties die wordt uitgevoerd wanneer de bijbehorende, door de gebruiker gedefinieerde gebeurtenissen door de SLC worden geëvalueerd als TRUE. STW Statuswoord. Thermistor: Een temperatuurafhankelijke weerstand die wordt aangebracht op plaatsen waar de temperatuur wordt bewaakt (frequentieomvormer of motor). THD Totale harmonische vervorming. Een maat voor totale harmonische vervorming. Uitschakeling (trip) Een toestand die zich voordoet in foutsituaties, bijvoorbeeld als de frequentieomvormer te maken krijgt met overtemperatuur of wanneer de frequentieomvormer de motor, het proces of het mechanisme beschermt. Een herstart is niet mogelijk totdat de oorzaak van de fout is verdwenen en de uitschakelingsstatus is opgeheven door het activeren van de reset of, in sommige gevallen, doordat een automatische reset is geprogrammeerd. Een uitschakeling (trip) mag niet worden gebruikt voor persoonlijke veiligheid. Uitschakeling met blokkering Een toestand die zich voordoet in foutsituaties waarbij de frequentieomvormer zichzelf beschermt en fysiek ingrijpen noodzakelijk is, bijv. als de frequentieomvormer wordt kortgesloten op de uitgang. Een uitschakeling met blokkering kan alleen worden opgeheven door de netvoeding af te schakelen, de oorzaak van de fout weg te nemen en de frequentieomvormer opnieuw aan te sluiten op het net. VT-karakteristieken Variabel-koppelkarakteristieken die worden gebruikt voor pompen en ventilatoren. 12 MG34S210 Rev

15 Deze Design Guide gebruiken VVC plus In vergelijking met een standaardregeling van de spanning-frequentieverhouding zorgt Voltage Vector Control (VVC plus ) voor betere dynamische prestaties en stabiliteit, zowel bij een wijziging van de snelheidsreferentie als met betrekking tot het belastingskoppel AVM Schakelpatroon genaamd 60 Asynchronous Vector Modulation (zie Switching Pattern). 1.7 Arbeidsfactor De arbeidsfactor is de verhouding tussen I1 en IRMS. Vermogensfactor = 3 U I1 COSϕ 3 U IRMS De arbeidsfactor voor driefasebesturing: I1 cosϕ1 = = I1 aangezien cosϕ1 = 1 IRMS IRMS De arbeidsfactor geeft aan in hoeverre een frequentieomvormer de netvoeding belast. Hoe lager de arbeidsfactor, hoe hoger IRMS voor dezelfde kw-prestatie. IRMS = I I I I n 2 Bovendien betekent een hoge arbeidsfactor dat de verschillende harmonische stromen gering zijn. De ingebouwde DC-spoelen zorgen voor een hoge arbeidsfactor, waardoor de belasting op de netvoeding wordt geminimaliseerd. MG34S210 Rev

16 Veiligheid en conformiteit 2 2 Veiligheid en conformiteit 2.1 Veiligheidsmaatregelen Frequentieomvormers bevatten componenten die onder hoge spanning staan, en kunnen bij onjuiste hantering dodelijk letsel veroorzaken. Deze apparatuur mag uitsluitend worden geïnstalleerd of bediend door goed opgeleid personeel. Voer geen reparatiewerkzaamheden uit voordat de spanning naar de frequentieomvormer is afgeschakeld en de voorgeschreven ontladingstijd voor het afvoeren van opgeslagen elektrische energie is verstreken. Het strikt opvolgen van de veiligheidsmaatregelen en - opmerkingen is verplicht voor een veilige werking van de frequentieomvormer. 2.2 Voorzichtig WAARSCHUWING ONTLADINGSTIJD De frequentieomvormer bevat DC-tussenkringcondensatoren waarop spanning kan blijven staan, zelfs wanneer de frequentieomvormer niet van spanning wordt voorzien. Om elektrische gevaren te voorkomen, moet u de volgende elementen afschakelen: Netvoeding Permanentmagneetmotoren Externe DC-tussenkringvoedingen, inclusief backupvoedingen, UPS-eenheden en DC-tussenkringaansluitingen naar andere frequentieomvormers Wacht tot de condensatoren volledig zijn ontladen voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert. De vereiste wachttijd staat vermeld in de tabel Ontladingstijd condensatoren. Als u de aangegeven wachttijd na afschakeling niet in acht neemt voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. Spanning [V] Vermogen [kw] Minimale wachttijd kw 40 (framegrootte D) [min] Verwijderingsinstructie Apparatuur die elektrische componenten bevat, mag niet als huishoudelijk afval worden afgevoerd. Tabel 2.2 Verwijderingsinstructie 2.3 CE-markering Voer dergelijke apparatuur apart af volgens de geldende lokale voorschriften CE-conformiteit en -markering Machinerichtlijn (2006/42/EG) Frequentieomvormers vallen niet onder de machinerichtlijn. Wanneer een frequentieomvormer echter wordt geleverd voor gebruik in een machine geeft Danfoss informatie over de veiligheidsaspecten met betrekking tot de frequentieomvormer. Wat is CE-conformiteit en -markering? Het doel van CE-markering is het voorkomen van technische handelsobstakels binnen de EVA en de EU. De EU heeft de CE-markering geïntroduceerd om op eenvoudige wijze aan te geven of een product voldoet aan de relevante EU-richtlijnen. De CE-markering zegt niets over de specificaties of kwaliteit van een product. Er zijn twee EU-richtlijnen die betrekking hebben op frequentieomvormers: Laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) Frequentieomvormers moeten zijn voorzien van een CEmarkering volgens de Laagspanningsrichtlijn van 1 januari Deze richtlijn is van toepassing op alle elektrische apparaten en toestellen die worden gebruikt in het spanningsbereik van V AC en V DC. Danfoss CE-markeringen worden aangebracht volgens de richtlijn. Op verzoek wordt een Conformiteitsverklaring afgegeven. EMC-richtlijn (2004/108/EG) EMC staat voor elektromagnetische compatibiliteit. De aanwezigheid van elektromagnetische compatibiliteit betekent dat de interferentie over en weer tussen de verschillende componenten/apparaten zo klein is dat de werking van de apparaten hierdoor niet wordt beïnvloed. Tabel 2.1 Ontladingstijden condensatoren 14 MG34S210 Rev

17 Veiligheid en conformiteit De EMC-richtlijn is op 1 januari 1996 van kracht geworden. Danfoss CE-markeringen worden aangebracht volgens de richtlijn. Op verzoek wordt een Conformiteitsverklaring afgegeven. Zie hoofdstuk 7.8 EMC-correcte installatie voor het uitvoeren van een EMC-correcte installatie. Bovendien specificeren wij aan welke normen onze producten voldoen. Danfoss levert de in de specificaties vermelde filters en verleent verdere assistentie om te zorgen voor een optimaal EMC-resultaat. In de meeste gevallen wordt de frequentieomvormer door vakmensen gebruikt als een complex onderdeel van een omvangrijker(e) toepassing, systeem of installatie. De verantwoordelijkheid voor de uiteindelijke EMCeigenschappen van de toepassing, het systeem of de installatie ligt bij de installateur Waarvoor gelden de richtlijnen? De EU-uitgave 'Richtsnoeren voor de toepassing van de Richtlijn van de Raad 2004/108/EG' schetst drie typische situaties voor het gebruik van een frequentieomvormer. Zie onderstaande lijst voor EMC-aspecten en CE-markering. 1. De frequentieomvormer wordt rechtstreeks aan de eindgebruiker verkocht, bijvoorbeeld via een DHZ-zaak. De eindgebruiker is een leek die de frequentieomvormer installeert om deze te gebruiken voor een hobbymachine of een huishoudelijk apparaat. Voor dergelijke toepassingen moet de frequentieomvormer worden voorzien van een CE-markering overeenkomstig de EMC-richtlijn. 2. De frequentieomvormer wordt verkocht voor gebruik in een installatie die is ontworpen door vakmensen. De frequentieomvormer en de uiteindelijke installatie hoeven niet te worden voorzien van een CE-markering overeenkomstig de EMCrichtlijn. De eenheid moet echter wel voldoen aan de EMC-basiseisen van de richtlijn. Dit wordt gegarandeerd door componenten, apparaten en systemen te gebruiken die een CE-markering overeenkomstig de EMC-richtlijn hebben. 3. De frequentieomvormer wordt verkocht als onderdeel van een compleet systeem, zoals een airconditioningsysteem. Het complete systeem moet voorzien zijn van een CE-markering overeenkomstig de EMC-richtlijn. De fabrikant kan de CE-markering overeenkomstig de EMC-richtlijn garanderen door componenten met een CEmarkering te gebruiken of door de EMC van het systeem te testen. Als de fabrikant enkel componenten met een CE-markering toepast, is het niet nodig het hele systeem te testen Danfoss frequentieomvormer en CEmarkering CE-markering is een positief gegeven wanneer het wordt gebruikt voor het oorspronkelijke doel, namelijk het vereenvoudigen van de handel binnen de EU en de EVA. Het systeem van CE-markering kan echter betrekking hebben op veel verschillende specificaties. Controleer dus de CE-markering om na te gaan of de betreffende toepassingen worden gedekt. Danfoss voorziet de frequentieomvormers van een CEmarkering overeenkomstig de Laagspanningsrichtlijn. Dit betekent dat Danfoss garandeert dat aan de Laagspanningsrichtlijn wordt voldaan wanneer de frequentieomvormer correct is geïnstalleerd. Danfoss geeft een Conformiteitsverklaring af die bevestigt dat onze CEmarkering voldoet aan de Laagspanningsrichtlijn. De CE-markering is ook van toepassing als de instructies voor een EMC-correcte installatie en filters worden opgevolgd. Uitgebreide instructies voor een EMC-correcte installatie vindt u in Hoofdstuk 7.8 EMC-correcte installatie. Bovendien specificeert Danfoss de normen waaraan onze producten voldoen Conformiteit met EMC-richtlijn 2004/108/EG De frequentieomvormer wordt hoofdzakelijk gebruikt door ervaren vakmensen, als een complex onderdeel van een omvangrijker(e) apparaat, systeem of installatie. De verantwoordelijkheid voor de uiteindelijke EMC-eigenschappen van de toepassing, het systeem of de installatie ligt bij de installateur. Danfoss heeft EMC-installatierichtlijnen voor het aandrijfsysteem opgesteld als hulpmiddel voor de installateur. Wanneer de instructies voor een EMC-correcte installatie worden opgevolgd, wordt er voldaan aan de normen en testniveaus die zijn vermeld voor aandrijfsystemen. Zie hoofdstuk Immuniteitseisen. 2 2 MG34S210 Rev

18 Veiligheid en conformiteit Behuizingstypen De VLT-frequentieomvormers zijn verkrijgbaar in diverse behuizingstypen, die optimaal aansluiten bij de vereisten van uw specifieke toepassing. De beschikbare behuizingstypen zijn gebaseerd op twee internationale normen: NEMA (National Electrical Manufacturers Association) in de Verenigde Staten IP-classificatie (Ingress Protection) opgesteld door de IEC (International Electrotechnical Commission), in alle overige landen Standaard VLT-frequentieomvormers van Danfoss zijn verkrijgbaar in diverse behuizingstypen, die voldoen aan de vereisten van IP 00 (Chassis), IP 20, IP 21 (NEMA 1) of IP 54 (NEMA 12). UL- en NEMA-normen NEMA/UL type 1 behuizingen, vervaardigd voor binnengebruik, die personeel een zekere mate van bescherming bieden tegen onbedoeld contact met de in de behuizing opgenomen eenheden en tegen vallend vuil. NEMA/UL type 12 universele behuizingen, bedoeld voor binnengebruik, die de in de behuizing opgenomen eenheden beschermen tegen de volgende mogelijke verontreinigingen: vezels pluizen stof en vuil licht spatwater doorsijpeling druppelen en externe condensatie van nietcorrosieve vloeistoffen De behuizing mag geen openingen, uitbreekpoorten of kabeldoorvoeren bevatten, behalve bij gebruik met oliebestendige pakkingen voor de montage van oliedichte of stofdichte mechanismen. Ook de deuren zijn voorzien van oliebestendige pakkingen. Bovendien zijn behuizingen voor combinatieregelaars uitgerust met scharnierdeuren, die horizontaal openslaan en alleen met gereedschap te openen zijn. 'UL type' geeft aan dat de behuizingen voldoen aan de NEMA-normen. De constructie- en beproevingseisen voor behuizingen zijn vastgelegd in NEMA Standards Publication en UL 50, elfde editie. IP-codes In Tabel 2.4 worden de twee normen met elkaar vergeleken. Tabel 2.3 toont hoe de IP-nummercode moet worden gelezen en hoe de beschermingsgraden gedefinieerd zijn. De frequentieomvormers voldoen aan de eisen van beide normen. NEMA-type Chassis Beschermd chassis NEMA 1 NEMA 12 Tabel 2.3 Vergelijking NEMA-type/IP-nummer Eerste cijfer (vaste vreemde voorwerpen) 0 Geen bescherming 1 Bescherming tot 50 mm (handen) 2 Bescherming tot 12,5 mm (vingers) 3 Bescherming tot 2,5 mm (gereedschap) 4 Bescherming tot 1,0 mm (draad) IP-type IP00 IP20 IP21 IP54 5 Bescherming tegen stof beperkte binnendringing 6 Volledige bescherming tegen stof Tweede cijfer (water) 0 Geen bescherming 1 Bescherming tegen druppelend water 2 Bescherming tegen druppelend water onder een hoek van 15 3 Bescherming tegen water onder een hoek van 60 4 Bescherming tegen opspattend water 5 Bescherming tegen waterstralen 6 Bescherming tegen krachtige waterstralen 7 Bescherming tegen tijdelijke onderdompeling 8 Bescherming tegen permanente onderdompeling Tabel 2.4 Definitie IP-nummercodes 2.5 Agressieve omgevingen Een frequentieomvormer bevat een groot aantal mechanische en elektronische componenten, waarvan er veel gevoelig zijn voor invloeden vanuit de omgeving. VOORZICHTIG De frequentieomvormer mag daarom niet worden geïnstalleerd in omgevingen waar vloeistoffen, deeltjes of gassen in de lucht aanwezig zijn die de elektrische componenten zouden kunnen beïnvloeden of beschadigen. Als men geen beschermende maatregelen treft, neemt de kans op uitval toe, waardoor de levensduur van de frequentieomvormer wordt verkort. 16 MG34S210 Rev

19 Veiligheid en conformiteit Beschermingsgraad conform IEC Om fouten door kruisen of door vreemde voorwerpen veroorzaakte kortsluiting tussen klemmen, connectoren, sporen en veiligheidscircuits te voorkomen, moet in een schakelkast met beschermingsgraad IP 54 of hoger (of vergelijkbare omgeving) de functie voor veilige uitschakeling van het koppel (STO) worden geïnstalleerd en gebruikt. Vloeistoffen kunnen via de lucht worden overgedragen en in de frequentieomvormer condenseren, wat kan leiden tot corrosie van componenten en metalen onderdelen. Stoom, olie en zout water kunnen corrosie van componenten en metalen delen veroorzaken. In dergelijke omgevingen wordt een installatie met een IP 54/55-behuizing aanbevolen. Voor extra bescherming in een dergelijke omgeving kunnen gecoate printplaten worden besteld als optie. In de lucht aanwezige deeltjes, zoals stof, kunnen leiden tot mechanische, elektrische of thermische storingen in de frequentieomvormer. Een goede aanwijzing voor een te hoge concentratie stof in de lucht zijn stofdeeltjes in de buurt van de ventilator van de frequentieomvormer. In zeer stoffige omgevingen wordt een installatie met een IP 54/55-behuizing of een kast voor IP 00/IP 20/Type 1- apparatuur aanbevolen. In omgevingen met een hoge temperatuur en luchtvochtigheidsgraad leiden corrosieve gassen als zwavel, stikstof en chloorverbindingen tot chemische reacties op componenten van de frequentieomvormer. Dergelijke chemische reacties hebben al snel een negatief effect op de elektronische onderdelen en kunnen deze beschadigen. Als de apparatuur in een dergelijke omgeving moet worden gebruikt, wordt aanbevolen deze in een kast met toevoer van frisse lucht te monteren om te voorkomen dat agressieve gassen in de buurt van de frequentieomvormer kunnen komen. Ook optionele gecoate printplaten bieden bescherming in een dergelijke omgeving. LET OP Wanneer frequentieomvormers in een agressieve omgeving worden opgesteld, zal dit de kans op uitval verhogen en leiden tot een aanzienlijke verkorting van de levensduur. Voordat de frequentieomvormer wordt geïnstalleerd, moet de omgevingslucht worden gecontroleerd op de aanwezigheid van vloeistoffen, deeltjes en gassen. Dit doet u door bestaande installaties in de betreffende omgeving te observeren. Typische aanwijzingen voor schadelijke, in de lucht aanwezige vloeistoffen zijn bijvoorbeeld water of olie op metalen delen of corrosie van metalen delen. Grote hoeveelheden stof worden vaak aangetroffen op installatiekasten en aanwezige elektrische installaties. Een aanwijzing voor agressieve, in de lucht aanwezige gassen is de zwarte verkleuring van koperen rails en kabeluiteinden. De behuizingen D en E kunnen optioneel worden uitgerust met een backchannel van roestvrij staal om meer bescherming te bieden in agressieve omgevingen, zoals bij installaties die worden blootgesteld aan de zilte zeelucht. Voor de interne componenten van de frequentieomvormer blijft een goede ventilatie noodzakelijk. Neem contact op met Danfoss voor aanvullende informatie Vochtigheid De frequentieomvormer is ontworpen volgens de norm EN-IEC , EN bij 50 C Trilling De frequentieomvormer is getest volgens een procedure die is gebaseerd op de volgende normen: EN-IEC : Trilling (sinusvormig) 1970 EN-IEC : Trilling, breedband willekeurig De frequentieomvormer voldoet aan de vereisten die gelden wanneer de eenheid aan de wand of op de vloer van een productiehal is gemonteerd of in panelen die met bouten aan de wand of de vloer zijn bevestigd. 2 2 MG34S210 Rev

20 3 Inleiding tot het product 3.1 Productoverzicht Nominaal vermogen bij hoge overbelasting 160% overbelastingskoppel Framegrootte 130BC /54 21/ Type 1/Type 12 Type 1/Type 12 Chassis Chassis kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) D5h Beschermingsklasse behuizing IP NEMA Nominaal vermogen bij hoge overbelasting 160% overbelastingskoppel kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) D6h D7h D8h 21/54 21/54 21/54 21/54 Type 1/Type 12 Type 1/Type 12 Type 1/Type 12 Type 1/Type kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) Tabel 3.1 Productoverzicht, 6-puls frequentieomvormers kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) 130BD NEMA D4h 130BD IP 130BD Beschermingsklasse behuizing D3h 130BC D2h 130BC D1h 130BC Framegrootte 130BD VLT AutomationDrive FC 300 Design Guide kw Inleiding tot het product MG34S210 Rev kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V)

21 Inleiding tot het product Framegrootte E1 E2 F1/F3 F2/F4 130BA BA F3 F1 130BA F4 F2 130BB Beschermingsklasse behuizing Nominaal vermogen bij hoge overbelasting IP 21/ /54 21/54 NEMA Type 1/Type 12 Chassis Type 1/Type 12 Type 1/Type kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) Tabel 3.2 Productoverzicht, 6-puls frequentieomvormers LET OP kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) kw bij 400 V ( V) kw bij 690 V ( V) Frame F is leverbaar met of zonder optiekast. F1 en F2 bestaan uit een gelijkrichterkast links en een omvormerkast rechts. F3/F4 zijn F1/F2-eenheden met een extra optiekast links van de gelijkrichterkast. Framegrootte F8 F9 F10 F11 F12 F13 F9 F8 130BB F11 F10 130BB F13 F12 130BB % overbelastingskoppel Beschermingsklasse behuizing Nominaal vermogen bij hoge overbelasting 160% overbelastingskoppel IP 21/54 21/54 21/54 21/54 21/54 21/54 NEMA Type 1/Type 12 Type 1/Type 12 Type 1/Type 12 Type 1/Type 12 Type 1/Type 12 Type 1/Type kw ( V) kw ( V) kw ( V) kw ( V) Tabel 3.3 Productoverzicht, 12-puls frequentieomvormers LET OP kw ( V) kw ( V) kw ( V) kw ( V) kw ( V) kw ( V) kw ( V) kw ( V) Frame F is leverbaar met of zonder optiekast. De F8, F10 en F12 bestaan uit een gelijkrichterkast links en een omvormerkast rechts. F9/F11/F13 zijn F8/F10/F12-eenheden met een extra optiekast links van de gelijkrichterkast. MG34S210 Rev

22 Inleiding tot het product 3.2 Regelingen De frequentieomvormer kan de snelheid van of het koppel op de motoras regelen. De instelling in 1-00 Configuratiemodus bepaalt het type regeling. 3 Snelheidsregeling Er zijn twee soorten snelheidsregeling: Voor een regeling zonder terugkoppeling is geen terugkoppeling vanaf de motor nodig (sensorloos). Voor een PID-regeling met terugkoppeling is een snelheidsterugkoppeling op een ingang vereist. Een correct geoptimaliseerde snelheidsregeling met terugkoppeling biedt een grotere nauwkeurigheid dan een snelheidsregeling zonder terugkoppeling. In 7-00 Terugk.bron snelheids-pid selecteert u welke ingang moet worden gebruikt als snelheids-pid-terugkoppeling. Koppelregeling De koppelregelingsfunctie wordt gebruikt bij toepassingen waar het koppel op de uitvoeras van de motor de toepassing regelt voor spankrachtregeling. Een koppelregeling is in te stellen via 1-00 Configuratiemodus, als VVC plus pen loop [4] of Flux control closed loop with motor speed feedback [2]. Het koppel is in te stellen door middel van een analoge, digitale of busreferentie. De maximale snelheidsbegrenzingsfactor is in te stellen in 4-21 Speed Limit Factor Source. Bij gebruik van een koppelregeling verdient het aanbeveling om een volledige AMA uit te voeren, aangezien correcte motorgegevens essentieel zijn voor optimale prestaties. Een fluxregeling met encoderterugkoppeling biedt superieure prestaties in alle vier de kwadranten en bij alle motorsnelheden. Regeling zonder terugkoppeling op basis van VVC plus eze functie wordt gebruikt bij mechanisch robuuste toepassingen, maar de nauwkeurigheid is beperkt. Een koppelregeling zonder terugkoppeling werkt slechts in één snelheidsrichting. Het koppel wordt berekend op basis van een stroommeting binnen in de frequentieomvormer. Zie. Snelheids-/koppelreferentie De referentie voor deze regelingen kan bestaan uit één referentie of uit de som van meerdere referenties, waaronder referenties met een relatieve schaal. Meer informatie over het gebruik van referenties vindt u in hoofdstuk 3.3 Gebruik van referenties Besturingsprincipe Een frequentieomvormer herleidt een wisselspanning tot een gelijkspanning en zet deze gelijkspanning vervolgens om in AC-vermogen met variabele amplitude en frequentie. De variabele spanning/stroom en frequentie die aan de motor worden geleverd, maken een traploze toerenregeling mogelijk bij standaard, driefasedraaistroommotoren en synchrone permanentmagneetmotoren. 3-phase power input DC bus 91 (R/L1) 92 (S/L2) 93 (T/L3) 95 PE 88 (-) 89 (+) (U/T1) 96 (V/T2) 97 (W/T3) 98 (PE) 99 (R+) 82 (R-) 81 Brake resistor Motor 130BC Afbeelding 3.1 Besturingsprincipe 20 MG34S210 Rev

23 Inleiding tot het product De stuurklemmen voorzien in de bedrading voor terugkoppelings-, referentie- en andere ingangssignalen voor: de frequentieomvormer; communicatie van status en foutcondities van de frequentieomvormer; relais voor het aansturen van hulpapparatuur; de interface voor seriële communicatie. Stuurklemmen zijn voor diverse functies te programmeren via de parameteropties die in het hoofdmenu en het snelmenu staan beschreven. De meeste stuurkabels moeten door de klant zelf worden geleverd, tenzij ze af fabriek zijn besteld. Er is ook een 24 V DC-voedingsoptie beschikbaar die kan worden gebruikt met de stuuringangen en -uitgangen van de frequentieomvormer. 3 3 In Tabel 3.4 worden de functies van de stuurklemmen beschreven. Voor veel van deze klemmen zijn meerdere functies beschikbaar die te selecteren zijn via de parameterinstellingen. Sommige opties voorzien in meer klemmen. Zie hoofdstuk 6.2 Mechanische installatie voor klemposities. Klemnr. Functie 01, 02, 03 en 04, 05, 06 Twee relaisuitgangen met omschakelcontact. Maximaal 240 V AC, 2 A. minimaal 24 V DC, 10 ma, of 24 V AC, 100 ma. Kunnen worden gebruikt voor het weergeven van status en waarschuwingen. Bevinden zich op de voedingskaart. 12, V DC-voeding naar digitale ingangen en externe transductoren. De maximale uitgangsstroom bedraagt 200 ma. 18, 19, 27, 29, 32, 33 Digitale ingangen voor het besturen van de frequentieomvormer. R = 2 kω. Kleiner dan 5 V = logische 0 (open). Groter dan 10 V = logische 1 (gesloten). Klem 27 en 29 kunnen worden geprogrammeerd als digitale/pulsuitgangen. 20 Common voor digitale ingangen V DC-ingang voor veilige stop (sommige eenheden). 39 Common voor analoge en digitale uitgangen. 42 Analoge en digitale uitgangen voor het weergeven van waarden zoals frequentie, referentie, stroom en koppel. Het analoge signaal is 0/4-20 ma bij maximaal 500 Ω. Het digitale signaal is 24 V DC bij minimaal 500 Ω V DC bij maximaal 15 ma, analoge voedingsspanning voor potentiometer of thermistor. 53, 54 In te stellen als 0-10 V DC-spanningsingang, R = 10 kω, of analoge signalen 0/4 tot 20 ma bij maximaal 200 Ω. Gebruikt voor referentie- of terugkoppelingssignalen. Hierop kan een thermistor worden aangesloten. 55 Common voor klem 53 en RS-485-common. 68, 69 RS-485-interface en seriële communicatie. Tabel 3.4 Stuurklemfuncties (zonder optionele apparatuur) MG34S210 Rev

24 Inleiding tot het product 3 3 Phase power input Load Share +10 VDC 0 VDC - 10 VDC 0/4-20 ma 0 VDC - 10 VDC 0/4-20 ma 230 VAC 50/60 Hz 230 VAC 50/60 Hz TB5 R1 TB6 Contactor 91 (L1) 92 (L2) 93 (L3) 95 PE 88 (-) 89 (+) = = = 50 (+10 V OUT) A53 U-I (S201) 53 (A IN) A54 U-I (S202) 54 (A IN) 55 (COM A IN) 12 (+24 V OUT) 13 (+24 V OUT) 18 (D IN) 19 (D IN) 20 (COM D IN) 27 (D IN/OUT) 29 (D IN/OUT) 32 (D IN) 33 (D IN) (D IN) - option Anti-condensation heater (optional) (optional) ON ON ON=0-20 ma OFF=0-10 V 24 V 0 V 24 V 0 V P 5-00 Switch Mode Power Supply 10 VDC 24 VDC 15 ma 200 ma V (NPN) 0 V (PNP) 24 V (NPN) 0 V (PNP) 24 V (NPN) 0 V (PNP) 24 V (NPN) 0 V (PNP) 24 V (NPN) 0 V (PNP) 24 V (NPN) 0 V (PNP) S801/Bus Term. OFF-ON V ON (U) 96 (V) 97 (W) 98 (PE) 99 (R+) 82 (R-) 81 Relay Relay (COM A OUT) 39 (A OUT) 42 ON=Terminated OFF=Open 0 V S801 RS-485 (P RS-485) 68 Interface (N RS-485) 69 (COM RS-485) Brake resistor 240 VAC, 2A 400 VAC, 2A 240 VAC, 2A 400 VAC, 2A Analog Output 0/4-20 ma Brake Temp (NC) RS-485 (PNP) = Source (NPN) = Sink Motor 130BC Afbeelding 3.2 Aansluitschema frame D 22 MG34S210 Rev

25 Inleiding tot het product Afbeelding 3.3 Aansluitschema frame E en F 3 3 MG34S210 Rev

26 Inleiding tot het product Regelstructuur op basis van VVC plus Geavanceerde vectorregeling 3 Afbeelding 3.4 Regelstructuur op basis van VVC plus in configuraties met en zonder terugkoppeling In Afbeelding 3.4 is 1-01 Motorbesturingsprincipe ingesteld op VVC plus [1] en 1-00 Configuratiemodus op Snelh. zndr terugk [0]. De totale referentie van het referentiebeheersysteem loopt via de aan-/uitloopbegrenzing en snelheidsbegrenzing voordat deze naar de motorregeling wordt gestuurd. De uitgang van de motorregeling wordt vervolgens begrensd door de maximumfrequentie. Als 1-00 Configuratiemodus is ingesteld op Snelh. met terugk. [1] wordt de totale referentie van de aan-/uitloopbegrenzing en snelheidsbegrenzing doorgegeven naar een snelheids-pid-regeling. De parameters voor de snelheids-pid-regeling zijn te vinden in parametergroep 7-0* Snelh.-PID-reg. De totale referentie van de snelheids-pid-regeling wordt gestuurd naar de motorregeling die wordt beperkt door de frequentiebegrenzing. Selecteer Proces [3] in 1-00 Configuratiemodus om de proces-pid-regeling te gebruiken voor een regeling met terugkoppeling van bijvoorbeeld de snelheid of de druk in de toepassing die wordt geregeld. De parameters voor de proces-pid zijn te vinden in parametergroep 7-2* Procesreg. Terugk. en 7-3* Proces-PID-reg. 24 MG34S210 Rev

27 3 3 Inleiding tot het product Regelstructuur op basis van Flux sensorvrij Afbeelding 3.5 Regelstructuur op basis van Flux sensorvrij in configuraties met en zonder terugkoppeling. In Afbeelding 3.5 is 1-01 Motorbesturingsprincipe ingesteld op Flux sensorvrij [2] en 1-00 Configuratiemodus op Snelh. zndr terugk. [0]. De totale referentie van het referentiebeheersysteem loopt via de aan-/uitloopbegrenzing en snelheidsbegrenzing, zoals bepaald door de aangegeven parameterinstellingen. Een geschatte snelheidsterugkoppeling wordt naar de snelheids-pid verzonden om de uitgangsfrequentie te regelen. De snelheids-pid moet zijn ingesteld met de P-, I- en D-parameters (parametergroep 7-0* Snelh.-PID-reg.). Selecteer Proces [3] in 1-00 Configuratiemodus om de proces-pid-regeling te gebruiken voor een regeling met terugkoppeling van bijvoorbeeld de snelheid of de druk in de toepassing die wordt geregeld. De parameters voor de proces-pid zijn te vinden in parametergroep 7-2* Procesreg. Terugk. en 7-3* Proces-PID-reg Regelstructuur op basis van Flux met motorterugkoppeling Afbeelding 3.6 Regelstructuur op basis van Flux met motorterugkoppeling (alleen beschikbaar in FC 302) MG34S210 Rev

28 Inleiding tot het product 3 In Afbeelding 3.6 is 1-01 Motorbesturingsprincipe ingesteld op Flux met enc.terugk. [3] en 1-00 Configuratiemodus op Snelh. met terugk. [1]. De motorregeling in deze configuratie is afhankelijk van een terugkoppelingssignaal van een encoder die rechtstreeks op de motor is geïnstalleerd (ingesteld in 1-02 Flux motorterugk.bron). Selecteer Snelh. met terugk. [1] in 1-00 Configuratiemodus om de totale referentie te gebruiken als invoer voor de snelheids-pid-regeling. De parameters voor de snelheids- PID-regeling zijn te vinden in parametergroep 7-0* Snelh.- PID-reg. Selecteer Koppel [2] in 1-00 Configuratiemodus om de totale referentie direct als koppelreferentie te gebruiken. De koppelregeling kan alleen worden geselecteerd in de configuratie Flux met enc.terugk. (1-01 Motorbesturingsprincipe). Wanneer deze modus is geselecteerd, gebruikt de referentie de eenheid Nm. Er is geen terugkoppeling vereist, aangezien het actuele koppel wordt berekend op basis van de gemeten stroom van de frequentieomvormer. Selecteer Proces [3] in 1-00 Configuratiemodus om de proces-pid-regeling te gebruiken voor een regeling met terugkoppeling van bijvoorbeeld een snelheids- of procesvariabele in de betreffende toepassing Interne stroomregeling in de modus VVC plus De frequentieomvormer is uitgerust met een ingebouwde stroombegrenzer die wordt geactiveerd wanneer de motorstroom, en daarmee dus het koppel, hoger is dan de ingestelde koppelbegrenzingen in 4-16 Koppelbegrenzing motormodus, 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus en 4-18 Stroombegr. Wanneer de frequentieomvormer de stroomgrens bereikt tijdens motorwerking of generatorwerking probeert hij zo snel mogelijk onder de vooraf ingestelde koppelbegrenzingen te komen, zonder de controle over de motor te verliezen Lokale (Hand On) en externe (Auto On) besturing De frequentieomvormer kan handmatig worden bestuurd via het LCP of extern worden bestuurd via de analoge en digitale ingangen of een seriële bus. Als dit wordt toegestaan in 0-40 [Hand on]-toets op LCP, 0-41 [Off]-toets op LCP, 0-42 [Auto on]-toets op LCP en 0-43 [Reset]-toets op LCP kan de frequentieomvormer worden gestart en gestopt via [Hand On] en [Off] op het LCP. Druk op [Reset] om de alarmen te resetten. Nadat u op [Hand On] hebt gedrukt, schakelt de frequentieomvormer over naar de H- modus (handmodus) en wordt (standaard) de lokale referentie gevolgd die met de pijltjestoetsen op het LCP kan worden ingesteld. Nadat u op [Auto On] hebt gedrukt, schakelt de frequentieomvormer over naar de automodus en wordt (standaard) de externe referentie gevolgd. In deze modus is het mogelijk om de frequentieomvormer te besturen via de digitale ingangen en diverse seriële interfaces (RS-485, USB of een optionele veldbus). Zie parametergroep 5-1* Digitale ingangen of parametergroep 8-5* Digitaal/Bus voor meer informatie over starten, stoppen, aan-/uitloop wijzigen, parametersetups enz. Hand on Off Auto on Afbeelding 3.7 Bedieningstoetsen LCP Reset Actieve referentie en configuratiemodus De actieve referentie kan de lokale referentie of de externe referentie zijn. De lokale referentie kan permanent worden geselecteerd door Lokaal [2] te selecteren in 3-13 Referentieplaats. Selecteer Extern [1] om permanent de externe referentie te selecteren. Bij selectie van Gekoppeld Hand/Auto [0] (standaard) is de referentieplaats afhankelijk van de modus die actief is (handmodus of automodus). 130BP Afbeelding 3.8 Actieve referentie 26 MG34S210 Rev

29 3 3 Inleiding tot het product Afbeelding 3.9 Configuratiemodus Hand On 3-13 Referentieplaats Actieve referentie Hand Gekoppeld Hand/Auto Lokaal Hand Off Gekoppeld Hand/Auto Lokaal Auto Gekoppeld Hand/Auto Extern Auto Off Gekoppeld Hand/Auto Extern Alle toetsen Lokaal Lokaal Alle toetsen Extern Extern Tabel 3.5 Condities voor activering lokale of externe referentie 1-00 Configuratiemodus bepaalt welk toepassingsbesturingsprincipe (snelheids-, koppel- of procesregeling) wordt gebruikt wanneer de externe referentie actief is Configuratie lokale modus bepaalt welk toepassingsbesturingsprincipe wordt gebruikt wanneer de lokale referentie actief is. Een van beide is altijd actief, maar ze kunnen niet allebei tegelijk actief zijn. MG34S210 Rev

30 Inleiding tot het product 3.3 Gebruik van referenties 3 Lokale referentie De lokale referentie is actief wanneer de [Hand On]-toets van de frequentieomvormer is ingeschakeld. Wijzig de referentie met de toetsen [ / ] en [ / ]. Externe referentie Het referentiebeheersysteem voor het berekenen van de referentie wordt getoond in Afbeelding Afbeelding 3.10 Externe referentie 28 MG34S210 Rev

31 Inleiding tot het product De externe referentie wordt één keer per scaninterval berekend en bestaat aanvankelijk uit de volgende referentie-ingangen: X (extern): de som (zie 3-04 Referentiefunctie) van maximaal vier extern geselecteerde referenties, die kan bestaan uit elke combinatie van een vaste, vooraf ingestelde referentie (3-10 Ingestelde ref.), variabele analoge referenties, variabele digitale pulsreferenties en diverse seriëlebusreferenties in de eenheid waarin de frequentieomvormer wordt geregeld ([Hz], [tpm], [Nm] enz.). De combinatie wordt bepaald door de instelling in 3-15 Referentiebron 1, 3-16 Referentiebron 2 en 3-17 Referentiebron 3. Y (relatief): de som van één vaste, vooraf ingestelde referentie (3-14 Ingestelde relatieve ref.) en één variabele analoge referentie (3-18 Rel. schaling van referentiebron) in [%]. De twee typen referentie-ingangen worden met elkaar gecombineerd via de volgende formule: Externe referentie = X + X * Y / 100%. Als de relatieve referentie niet wordt gebruikt, moet 3-18 Rel. schaling van referentiebron worden ingesteld op Geen functie en 3-14 Ingestelde relatieve ref. op 0%. De functies versnellen/vertragen en referentie vasthouden kunnen beide worden geactiveerd via digitale ingangen van de frequentieomvormer. Zie de Programmeerhandleiding voor een beschrijving van de functies en parameters. Het schalen van analoge referenties wordt beschreven in parametergroep 6-1* Anal. ingang 1 en 6-2* Anal. ingang 2, en het schalen van digitale pulsreferenties wordt beschreven in parametergroep 5-5* Pulsingang. Referentielimieten en -bereiken worden ingesteld in parametergroep 3-0* Ref. begrenz Referentielimieten Afbeelding 3.11 Relatie tussen totale referentie en de som van alle referenties Afbeelding 3.12 Totale referentie De waarde van 3-02 Minimumreferentie kan niet worden ingesteld op een waarde lager dan 0, tenzij 1-00 Configuratiemodus is ingesteld op Proces [3]. In dat geval zijn onderstaande relaties tussen de totale referentie (na fixatie) en de som van alle referenties zoals weergegeven in Afbeelding Referentiebereik, 3-02 Minimumreferentie en 3-03 Max. referentie bepalen samen het bereik voor de som van alle referenties. De som van alle referenties wordt indien nodig gefixeerd. De relatie tussen de totale referentie (na fixatie) en de som van alle referenties wordt in Afbeelding 3.11 en Afbeelding 3.12 weergegeven. Afbeelding 3.13 Som van alle referenties MG34S210 Rev

32 Inleiding tot het product Schaling van vooraf ingestelde referenties en busterugkoppelingen Vooraf ingestelde referenties Vooraf ingestelde referenties worden geschaald op basis van de volgende regels: Wanneer 3-00 Referentiebereik Min - Max [0] is, staat een referentie van 0% gelijk aan 0 [eenheid], waarbij 'eenheid' elke eenheid kan zijn, zoals tpm, m/s, bar enz. Een referentie van 100% staat gelijk aan Max abs (3-03 Max. referentie), Min abs (3-02 Minimumreferentie). Wanneer 3-00 Referentiebereik -Max - +Max [1] is, staat een referentie van 0% gelijk aan 0 [eenheid], terwijl een referentie van -100% gelijkstaat aan -Max. referentie en een referentie van 100% gelijkstaat aan Max. referentie. Busreferenties Busreferenties worden geschaald op basis van de volgende regels: Wanneer 3-00 Referentiebereik Max - Max [0] is om een max. resolutie op de busreferentie te verkrijgen, is de schaling op de bus als volgt: een referentie van 0% staat gelijk aan Minimumreferentie en 100% staat gelijk aan Max. referentie. Wanneer 3-00 Referentiebereik -Max - +Max [1] is, staat een referentie van -100% gelijk aan -Max. referentie en staat een referentie van 100% gelijk aan Max. referentie Schaling van analoge en pulsreferenties en terugkoppeling Afbeelding 3.14 Schaling van analoge en pulsreferenties Referenties en terugkoppeling vanaf analoge en pulsingangen worden op dezelfde wijze geschaald. Het enige verschil is dat een referentie boven of onder de aangegeven minimale en maximale 'eindpunten' (P1 en P2 in Afbeelding 3.14) worden gefixeerd, terwijl dit niet het geval is bij een terugkoppeling boven of onder de eindwaarde. Afbeelding 3.15 Schaling van analoge en pulsterugkoppeling 30 MG34S210 Rev

33 Inleiding tot het product De eindpunten P1 en P2 worden bepaald door de volgende parameters, afhankelijk van de gebruikte analoge of pulsingang. Analoog 53 S201 = Uit P1 = (Min. ingangswaarde, Min. referentiewaarde) Min. referentiewaarde 6-14 Klem 53 lage ref./ terugkopp. waarde Analoog 53 S201 = Aan 6-14 Klem 53 lage ref./ terugkopp. waarde Analoog 54 S202 = Uit 6-24 Klem 53 lage ref./ terugkopp. waarde Analoog 54 S202 = Aan 6-24 Klem 53 lage ref./ terugkopp. waarde Pulsingang Klem 29 lage ref./terugk. waarde Pulsingang Klem 33 lage ref./terugk. waarde 3 3 Min. ingangswaarde 6-10 Klem 53 lage spanning [V] 6-12 Klem 53 lage stroom [ma] 6-20 Klem 54 lage spanning [V] 6-22 Klem 54 lage stroom [ma] 5-50 Klem 29 lage freq. [Hz] 5-55 Klem 33 lage freq. [Hz] P2 = (Max. ingangswaarde, Max. referentiewaarde) Max. referentiewaarde 6-15 Klem 53 hoge ref./ terugkopp. waarde 6-15 Klem 53 hoge ref./ terugkopp. waarde 6-25 Klem 54 hoge ref./ terugkopp. waarde 6-25 Klem 54 hoge ref./ terugkopp. waarde 5-53 Klem 29 hoge ref./ terugk. waarde 5-58 Klem 33 hoge ref./terugk. waarde Max. ingangswaarde 6-11 Klem 53 hoge spanning [V] 6-13 Klem 53 hoge stroom [ma] 6-21 Klem 54 hoge spanning [V] 6-23 Klem 54 hoge stroom [ma] 5-51 Klem 29 hoge freq. [Hz] 5-56 Klem 33 hoge freq. [Hz] Tabel 3.6 Parameters P1 en P Dode band rond nul Soms heeft de referentie en in zeldzame gevallen ook de terugkoppeling een dode band rond nul nodig. Deze wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de machine wordt gestopt wanneer de referentie 'dicht bij nul' is. Om de dode band te activeren en de omvang van de dode band in te stellen, moeten de volgende instellingen worden toegepast: De minimumreferentiewaarde (zie Tabel 3.6 voor de juiste parameter) of de maximumreferentiewaarde moet nul zijn. Met andere woorden: P1 of P2 moet in Afbeelding 3.16 op de x-as liggen. Beide punten die de schalingsgrafiek bepalen, moeten zich in hetzelfde kwadrant bevinden. De omvang van de dode band wordt bepaald door P1 of P2 zoals weergegeven in Afbeelding Afbeelding 3.16 Dode band Afbeelding 3.17 Omgekeerde dode band MG34S210 Rev

34 Inleiding tot het product Een referentie-eindpunt van P1 = (0 V, 0 tpm) leidt daarom niet tot een dode band, maar een referentie-eindpunt van P1 = (1 V, 0 tpm) leidt tot een dode band van -1 V tot +1 V, op voorwaarde dat eindpunt P2 zich in kwadrant 1 of 4 bevindt. 3 Praktijkvoorbeeld 1. Dit praktijkvoorbeeld geeft aan hoe een referentie-ingang met begrenzingen binnen het Min tot Maxbereik wordt gefixeerd. Afbeelding 3.18 Positieve referentie met dode band, digitale ingang als trigger voor omkering 32 MG34S210 Rev

35 3 3 Inleiding tot het product Praktijkvoorbeeld 2. Dit praktijkvoorbeeld geeft aan hoe een referentie-ingang met begrenzingen buiten het -Max tot +Max-bereik wordt gefixeerd op de lage en hoge begrenzingen van de ingang, voordat deze bij de externe referentie wordt opgeteld, en hoe de externe referentie aan -Max tot +Max wordt gefixeerd door het referentiealgoritme. Afbeelding 3.19 Positieve referentie met dode band, digitale ingang als trigger voor omkering. Regels voor fixatie MG34S210 Rev

36 Inleiding tot het product Praktijkvoorbeeld 3. 3 Afbeelding 3.20 Negatieve tot positieve referentie met dode band, teken bepaalt de richting, -Max tot +Max 34 MG34S210 Rev

37 Inleiding tot het product 3.4 PID-regeling Snelheids-PID-regeling 1-00 Configuratiemodus 1-01 Motorbesturingsprincipe U/f VVC+ Flux sensorvrij Flux met enc.terugk. [0] Snelh. zndr terugk. Niet actief Niet actief Actief n.v.t. [1] Snelh. met terugk. n.v.t. Actief n.v.t. Actief [2] Koppel n.v.t. n.v.t. n.v.t. Niet actief [3] Proces Niet actief Actief Actief 3 3 Tabel 3.7 Besturingsconfiguraties waarbij de snelheidsregeling actief is 'n.v.t.' betekent dat de betreffende modus niet beschikbaar is. 'Niet actief' betekent dat de betreffende modus wel beschikbaar is maar dat de snelheidsregeling niet actief is in deze modus. LET OP De PID voor de snelheidsregeling werkt bij de standaard parameterinstelling, maar het aanpassen van de parameters wordt ten zeerste aanbevolen om de motorbesturingsprestaties te optimaliseren. Met name de twee Flux-motorbesturingsprincipes zijn voor een optimale werking afhankelijk van een juiste fijnafstelling Parameters snelheids-pid-regeling Parameter Functiebeschrijving 7-00 Terugk.bron snelheids-pid Stel in van welke ingang de snelheids-pid een terugkoppeling moet krijgen Snelheids-PID, prop. versterking Hoe hoger de waarde, hoe sneller de regeling. Een te hoge waarde kan echter leiden tot oscillaties Snelheids-PID, integratietijd Elimineert snelheidsfouten in stationaire toestand. Een lagere waarde betekent een snelle reactie. Een te lage waarde kan echter leiden tot oscillaties Snelheids-PID, differentiatietijd Zorgt voor een versterking die proportioneel is met de snelheid waarmee de terugkoppeling wijzigt. Een nulinstelling schakelt de differentiator uit Snelheids-PID, diff. versterkingslimiet Wanneer er bij een bepaalde toepassing snelle veranderingen in referentie of terugkoppeling optreden wat betekent dat de fout snel verandert kan de differentiator al snel te dominant worden. Dit komt omdat hij reageert op veranderingen in de fout. Hoe sneller de fout verandert, hoe sterker de differentiële versterking is. De differentiële versterking kan daarom worden beperkt, zodat instelling van een redelijke differentiatietijd voor langzame veranderingen en een passende snelle versterking voor snelle verandering mogelijk is Snelheids-PID, laagdoorl.filtertijd Een laagdoorlaatfilter dempt oscillaties op het terugkoppelingssignaal en verbetert de prestaties in stationaire toestand. Een te hoge filtertijd zal de dynamische prestaties van de snelheids-pid-regeling echter verstoren. Praktische instelling van 7-06 Snelheids-PID, laagdoorl.filtertijd zoals verkregen op basis van het aantal pulsen per omwenteling of via de encoder (PPR): Encoder PPR 7-06 Snelheids-PID, laagdoorl.filtertijd ms ms ms ms Tabel 3.8 Relevante parameters voor de snelheids-pid-regeling MG34S210 Rev

38 Inleiding tot het product Voorbeeld van het programmeren van de snelheidsregeling 3 In dit geval wordt de snelheids-pid-regeling gebruikt om een constante motorsnelheid te handhaven, ongeacht wijzigingen in de belasting van de motor. De benodigde motorsnelheid wordt ingesteld via een potentiometer die is aangesloten op klem 53. Het snelheidsbereik is tpm, wat overeenkomt met 0-10 V via de potentiometer. Het starten en stoppen wordt geregeld door middel van een schakelaar die is aangesloten op klem 18. De snelheids-pid bewaakt het actuele toerental van de motor door een 24 V (HTL) incrementele encoder als terugkoppeling te gebruiken. De terugkoppelingssensor is een encoder (1024 pulsen per omwenteling) die is aangesloten op klem 32 en 33. L1 L2 L3 N PE F1 130BA L1 L2 L3 PE U V W PE M 3 24 Vdc Afbeelding 3.21 Aansluitingen voor snelheidsregeling Programmeervolgorde snelheids-pid-regeling Het volgende moet worden geprogrammeerd in de getoonde volgorde (zie de toelichting op de instellingen in de VLT AutomationDrive Programmeerhandleiding). In Tabel 3.9 wordt ervan uitgegaan dat alle andere parameters en schakelaars hun standaardinstelling hebben behouden. Functie Parameternummer Instelling 1) Om ervoor te zorgen dat de motor goed draait, gaat u als volgt te werk: Stel de motorparameters in aan de hand van de 1-2* Motordata Volgens de gegevens op het motortypeplaatje gegevens op het motortypeplaatje Voer een Automatische aanpassing motorgegevens (AMA) uit Autom. aanpassing motorgeg. (AMA) [1] Volledige AMA insch. 2) Controleer of de motor draait en of de encoder correct is aangesloten. Volg onderstaande stappen: Druk op [Hand On]. Controleer of de motor draait en kijk Stel een positieve referentie in. in welke richting de motor draait (hierna aangeduid als de 'positieve richting'). Ga naar Motorhoek. Draai de motor langzaam in de positieve richting. Het draaien moet zo langzaam gaan (slechts enkele tpm) dat kan worden beoordeeld of de Motorhoek n.v.t. (alleen-lezenparameter) Opmerking: een toenemende waarde loopt over bij en start dan opnieuw op 0. waarde in Motorhoek toeneemt of afneemt. Als Motorhoek afneemt, moet de encoderrichting in 5-71 Klem 32/33 encoderrichting worden gewijzigd Klem 32/33 encoderrichting [1] Linksom (als Motorhoek afneemt) 3) Zorg ervoor dat de omvormerbegrenzingen zijn ingesteld op veilige waarden. Stel aanvaardbare begrenzingen voor de referenties in Minimumreferentie 3-03 Max. referentie 0 tpm (standaard) 1500 tpm (standaard) 36 MG34S210 Rev

39 Inleiding tot het product Functie Parameternummer Instelling Controleer of de instellingen voor aan-/uitlopen binnen de mogelijkheden van de omvormer en de toegestane 3-41 Ramp 1 aanlooptijd 3-42 Ramp 1 uitlooptijd standaardinstelling standaardinstelling bedieningsspecificaties voor de toepassing vallen. Stel aanvaardbare begrenzingen voor de motorsnelheid en -frequentie in Motorsnelh. lage begr. [RPM] 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] 4-19 Max. uitgangsfreq. 0 tpm (standaard) 1500 tpm (standaard) 60 Hz (standaard 132 Hz) 4) Configureer de snelheidsregeling en selecteer het motorbesturingsprincipe. Snelheidsregeling activeren Configuratiemodus [1] Snelh. met terugk. Motorbesturingsprincipe selecteren Motorbesturingsprincipe [3] Flux met enc.terugk. 5) Configureer en schaal de referentie naar de snelheidsregeling. Stel analoge ingang 53 in als een referentiebron Referentiebron 1 Niet nodig (standaard) Schaal analoge ingang 53 van 0 tpm (0 V) tot 1500 tpm (10 V). 6-1* Anal. ingang 1 Niet nodig (standaard) 6) Configureer het 24 V HTL-encodersignaal als terugkoppeling voor de motorregeling en de snelheidsregeling. Stel de digitale ingangen 32 en 33 in als encoderingangen Klem 32 digitale [0] Niet in bedrijf (standaard) ingang 5-15 Klem 33 digitale ingang Stel klem 32/33 in als motorterugkoppeling Flux motorterugk.bron Niet nodig (standaard) Stel klem 32/33 in als snelheids-pid-terugkoppeling Terugk.bron snelheids- PID Niet nodig (standaard) 7) Pas de parameters voor de snelheidsregelings-pid aan. Volg de fijnafstellingsrichtlijnen indien relevant, of voer de fijnafstelling handmatig uit. 7-0* Snelh.-PID-reg. Zie hoofdstuk De PID-snelheidsregelaar afstellen. 8) Voltooid. Sla de parameterinstellingen op in het LCP LCP kopiëren [1] Alles naar LCP 3 3 Tabel 3.9 Volgorde van programmeren De PID-snelheidsregelaar afstellen De fijnafstellingsrichtlijnen zijn relevant bij het gebruik van de Flux-motorbesturingsprincipes bij toepassingen met voornamelijk een traagheidsbelasting (met weinig wrijving). De waarde van Snelheids-PID, prop. versterking hangt af van de gecombineerde massatraagheid van de motor en de belasting. De geselecteerde bandbreedte kan worden berekend aan de hand van de volgende formule: Totale massatraagheid kgm 2 x par Par = Par x 9550 x Bandbreedte rad / s LET OP 1-20 Motorverm. [kw] is het motorvermogen in kilowatt. Vul in de formule dus niet 4000 W in, maar 4 kw. Een praktische waarde voor de bandbreedte is 20 rad/s. Controleer het resultaat van de berekening van Snelheids-PID, prop. versterking aan de hand van de volgende formule. Dit is niet nodig bij gebruik van een terugkoppeling met hoge resolutie, zoals een SinCos-terugkoppeling. Par. 7 02MAX = x Max koppelrimpel % 0.01 x 4 x encoderresolutie x Par x π MG34S210 Rev

40 Inleiding tot het product Een goede startwaarde voor 7-06 Snelheids-PID, laagdoorl.filtertijd is 5 ms. Een lagere encoderresolutie vereist een hogere filterwaarde. Over het algemeen is een waarde van 3% voor een max. koppelrimpel aanvaardbaar. Voor incrementele encoders is de encoderresolutie te vinden in 5-70 Klem 32/33 pulsen per omwenteling (24 V HTL op standaard omvormer) of Resolutie (PPO) (5 V TTL op MCB102-optie). 3 Over het algemeen wordt de praktische maximumbegrenzing in Snelheids-PID, prop. versterking bepaald door de encoderresolutie en de terugkoppelingsfiltertijd, maar andere factoren in de toepassing kunnen Snelheids-PID, prop. versterking begrenzen op een lagere waarde. Om doorschot te minimaliseren, kan 7-03 Snelheids-PID, integratietijd worden ingesteld op ca. 2,5 s. De tijd is afhankelijk van de toepassing Snelheids-PID, differentiatietijd moet worden ingesteld op 0 tot alle overige parameters goed zijn ingesteld. Sluit de fijnafstelling zo nodig af door deze instelling in kleine stappen bij te stellen Proces-PID-regeling De proces-pid-regeling kan worden gebruikt voor het regelen van toepassingsparameters die kunnen worden gemeten via een sensor (druk, temperatuur en doorstroming) en die door de aangesloten motor kunnen worden beïnvloed via een pomp of ventilator. Tabel 3.10 toont de besturingsconfiguraties waarbij de procesregeling mogelijk is. Bij gebruik van het motorbesturingsprincipe Flux-vector moet ook een fijnafstelling van de parameters voor de snelheidsregelings-pid worden uitgevoerd. Zie hoofdstuk Regelstructuur op basis van VVC plus Geavanceerde vectorregeling om te zien waar de snelheidsregeling actief is Configuratiemodus 1-01 Motorbesturingsprincipe U/f VVC+ Flux sensorvrij Flux met enc.terugk. [3] Proces n.v.t. Proces Proces & snelheid Proces & snelheid Tabel 3.10 Configuraties procesregeling LET OP De PID voor de procesregeling werkt bij de standaard parameterinstelling, maar een fijnafstelling van de parameters wordt ten zeerste aanbevolen om de toepassingsbesturingsprestaties te optimaliseren. Met name de twee Fluxmotorbesturingsprincipes zijn afhankelijk van een juiste fijnafstelling van de snelheidsregelings-pid om optimaal te kunnen functioneren. De fijnafstelling van de snelheidsregelings-pid gebeurt vóór de fijnafstelling van de procesregelings-pid. Afbeelding 3.22 Schema voor proces-pid-regeling 38 MG34S210 Rev

41 Inleiding tot het product Parameters proces-pid-regeling De volgende parameters zijn relevant voor de procesregeling. Parameter Functiebeschrijving 7-20 Proces-CL Terugk. 1 Selecteer van welke ingang de proces-pid een terugkoppeling moet ontvangen. Bron 7-22 Proces-CL Terugk. 2 Optioneel: bepaal of en uit welke bron de proces-pid een extra terugkoppelingssignaal moet ontvangen. Bron Als een extra terugkoppelingsbron is geselecteerd, worden de twee terugkoppelingssignalen bij elkaar opgeteld voordat ze worden gebruikt in de proces-pid-regeling Proces-PID normaal/ Bij Normaal [0] bedrijf reageert de procesregeling met een verhoging van de motorsnelheid als de omgekeerd terugkoppeling lager wordt dan de referentie. Onder dezelfde omstandigheden, maar bij geïnverteerd [1] bedrijf reageert de procesregeling door de motorsnelheid te verlagen Anti-windup proces-pid De anti-windupfunctie zorgt ervoor dat bij het bereiken van een frequentie- of koppelbegrenzing de integrator wordt ingesteld op een versterking die overeenkomt met de actuele frequentie. Zo wordt integratie voorkomen bij een fout die niet kan worden gecompenseerd door middel van een snelheidswijziging. Schakel deze functie uit door Uit [0] te selecteren Proces-PID startsnelheid Bij sommige toepassingen kan het lang duren voordat de vereiste snelheid of het vereiste setpoint wordt bereikt. In dergelijke gevallen kan het gunstig zijn om een vaste motorsnelheid voor de frequentieomvormer in te stellen voordat de procesregeling wordt geactiveerd. Dit is mogelijk door een startwaarde (snelheid) voor de proces-pid in te stellen in 7-32 Proces-PID startsnelheid Prop. versterking proces- Hoe hoger de waarde, hoe sneller de regeling. Een te hoge waarde kan echter leiden tot oscillaties. PID 7-34 Integratietijd proces-pid Elimineert snelheidsfouten in stationaire toestand. Een lagere waarde betekent een snelle reactie. Een te lage waarde kan echter leiden tot oscillaties Differentiatietijd proces- Zorgt voor een versterking die proportioneel is met de snelheid waarmee de terugkoppeling wijzigt. Een PID nulinstelling schakelt de differentiator uit Proces-PID diff. Als zich bij een bepaalde toepassing snelle veranderingen van de referentie of terugkoppeling voordoen, verst.limiet kan de differentiële versterking worden begrensd om instelling van een redelijke differentiatietijd voor langzame foutveranderingen mogelijk te maken Voorwaartswerkingsfactor proces-pid motorsnelheid die nodig is om deze referentie te verkrijgen, kan de voorwaartse koppelingsfactor worden Bij toepassingen met een goede en min of meer lineaire correlatie tussen de procesreferentie en de gebruikt om betere dynamische prestaties van de proces-pid-regeling te realiseren Pulsfilter tijdconstante Als er oscillaties van het terugkoppelingssignaal van de stroom/spanning optreden, kunnen deze worden nr. 29 (pulsklem 29), gedempt met behulp van een laagdoorlaatfilter. Deze tijdconstante staat voor de snelheidsbegrenzing van 5-59 Pulsfilter tijdconstante de rimpels die op het terugkoppelingssignaal voorkomen. nr. 33 (pulsklem 33), Voorbeeld: als het laagdoorlaatfilter is ingesteld op 0,1 s, bedraagt de begrenzingssnelheid 10 RAD/s (het 6-16 Klem 53 filter tijdconstante (analoge klem 53), spanningen die met meer dan 1,6 oscillaties per seconde variëren, door het filter worden gedempt. De omgekeerde van 0,1 s), wat overeenkomt met (10/(2 x π)) = 1,6 Hz. Dit betekent dat alle stromen/ 6-26 Klem 54 filter tijdconstante (analoge klem 54) van minder dan 1,6 Hz. regeling wordt alleen uitgevoerd bij een terugkoppelingssignaal dat varieert met een frequentie (snelheid) Het laagdoorlaatfilter verbetert de prestaties in stationaire toestand, maar het instellen van een te hoge filtertijd zal de dynamische prestaties van de proces-pid-regeling verstoren. 3 3 Tabel 3.11 Parameters procesregeling MG34S210 Rev

42 Inleiding tot het product Voorbeeld van proces-pid-regeling 3 Afbeelding 3.23 Voorbeeld van een proces-pid-regeling in een ventilatiesysteem In dit voorbeeld met een ventilatiesysteem moet de temperatuur met een potentiometer van 0-10 V kunne worden ingesteld tussen -5 en 35 C. De procesregeling wordt gebruikt om de ingestelde temperatuur constant te houden. Afbeelding 3.24 Tweedraadszender Wanneer de temperatuur stijgt, verhoogt de PID-regeling de ventilatiesnelheid, zodat een grotere luchtstroming wordt gegenereerd. Wanneer de temperatuur daalt, wordt de snelheid verlaagd. De gebruikte zender is een temperatuursensor met een werkbereik van -10 tot 40 C, 4-20 ma. Min./max. snelheid 300/1500 tpm. De volgende stappen geven aan hoe de proces-pidregeling uit Afbeelding 3.24 wordt geconfigureerd. 1. Start/stop via een schakelaar die is aangesloten op klem Temperatuurreferentie via potentiometer (-5 tot 35 C, 0-10 V DC) aangesloten op klem Temperatuurterugkoppeling via zender (-10 tot 40 C, 4-20 ma) aangesloten op klem 54. Schakelaar S202 ingesteld op Aan (stroomingang). 40 MG34S210 Rev

43 Inleiding tot het product Programmeervolgorde proces-pid-regeling Functie Par.nr. Instelling Initialiseer de frequentieomvormer [2] Initialisatie schakel uit en weer in druk op [Reset] 1) Stel de motorparameters in: Stel de motorparameters in aan de hand van de 1-2* Volgens gegevens op het motortypeplaatje gegevens op het motortypeplaatje Voer een volledige AMA (Automation Motor Adaptation Automatische aanpassing motorgegevens) uit [1] Volledige AMA insch. 2) Controleer of de motor in de goede richting draait Als de motor op de frequentieomvormer is aangesloten met een standaardvolgorde van de fasen als U U, V V, W W draait de motoras gewoonlijk rechtsom, gezien vanaf het asuiteinde. Druk op de [Hand On]-toets op het LCP. Controleer de draairichting van de as door een handmatige referentie toe te passen. Als de motor de verkeerde kant op draait: 1. Wijzig de draairichting van de motor in 4-10 Draairichting motor Selecteer de juiste draairichting van de motoras Schakel de netvoeding af wacht tot de DCtussenkring is ontladen verwissel twee van de motorfasen. Stel de configuratiemodus in [3] Proces Stel de configuratie van de lokale modus in [0] Snelh. zndr terugk. 3) Stel de referentieconfiguratie in, d.w.z. het bereik voor het gebruik van referenties. Stel in par. 6-** de schaling van de analoge ingang in. Stel de eenheden voor referentie/terugkoppeling in: Stel de min. referentie in (10 C): Stel de max. referentie in (80 C): Als de ingestelde waarde is gebaseerd op een vooraf ingestelde waarde (arrayparameter), moeten andere referentiebronnen worden ingesteld op Geen functie ) Stel de begrenzingen voor de frequentieomvormer in: Stel de aan-/uitlooptijden in op een geschikte waarde, zoals 20 s. Stel de min. snelheidsbegrenzingen in: Stel de max. begrenzing van het motortoerental in: Stel de max. uitgangsfrequentie in: [60] C-eenheid die op het display wordt weergegeven -5 C 35 C [0] 35% Par Ref = 100 Par par = 24,5 C 3-14 Ingestelde relatieve ref. tot 3-18 Rel. schaling van referentiebron [0] = Geen functie 20 s 20 s 300 tpm 1500 tpm Stel S201 of S202 in op de gewenste functie voor de analoge ingang (spanning (V) of milliampère (I)). WAARSCHUWING Schakelaars zijn gevoelig schakel de frequentieomvormer uit en weer in bij een standaardinstelling in V. 60 Hz 5) Schaal de analoge ingangen die worden gebruikt voor referentie en terugkoppeling. Stel Klem 53 lage spanning in: Stel Klem 53 hoge spanning in.: Stel Klem 54 lage ref./terugkopp. waarde in: Stel Klem 54 hoge ref./terugkopp. waarde in: Stel de terugkoppelingsbron in: V 10 V -5 C 35 C [2] Anal. ingang 54 6) PID-basisinstellingen. Proces-PID normaal/geïnverteerd [0] Normaal Anti-windup proces-pid [1] Aan Startsnelheid proces-pid tpm Sla parameters op in het LCP [1] Alles naar LCP Tabel 3.12 Voorbeeld van setup proces-pid-regeling MG34S210 Rev

44 Inleiding tot het product Optimalisatie van de procesregelaar Na het uitvoeren van de basisinstelling moet u het volgende optimaliseren: Proportionele versterking Integratietijd Differentiatietijd Bij de meeste processen kunt u dit doen door de onderstaande stappen te volgen: 1. Start de motor. 2. Stel 7-33 Prop. versterking proces-pid in op 0,3 en verhoog de waarde totdat het terugkoppelingssignaal continu begint te variëren. Verlaag de waarde vervolgens totdat het terugkoppelingssignaal is gestabiliseerd. Verlaag ten slotte de proportionele versterking met 40-60%. 3. Stel 7-34 Integratietijd proces-pid in op 20 s en verlaag de waarde totdat het terugkoppelingssignaal continu begint te variëren. Verhoog de integratietijd totdat het terugkoppelingssignaal is gestabiliseerd, gevolgd door een toename van 15-50%. 4. Gebruik 7-35 Differentiatietijd proces-pid alleen voor zeer snelwerkende systemen (differentiatietijd). De gangbare waarde is vier keer de ingestelde integratietijd. Gebruik de differentiator alleen wanneer de instelling van de proportionele versterking en de integratietijd volledig is geoptimaliseerd. Ga na of oscillaties op het terugkoppelsignaal voldoende worden gedempt door het laagdoorlaatfilter op het terugkoppelingssignaal. LET OP Indien nodig kan start/stop enkele keren worden geactiveerd om een variatie van het terugkoppelingssignaal teweeg te brengen Ziegler/Nichols-instelmethode Er kunnen diverse instelmethoden worden gebruikt voor fijnafstelling van de PID-regeling van de frequentieomvormer. Eén daarvan is de Ziegler/Nichols-instelmethode. LET OP De gegeven methode mag niet worden gebruikt bij toepassingen die beschadigd kunnen raken door de oscillaties die worden veroorzaakt door marginaal stabiele besturingsinstellingen. De criteria voor het aanpassen van de parameters zijn eerder gebaseerd op een evaluatie van het systeem op de grens van stabiliteit dan op het bepalen van de staprespons. De proportionele versterking wordt verhoogd totdat continue oscillaties (gemeten op de terugkoppeling) worden waargenomen, dat wil zeggen, totdat het systeem marginaal stabiel wordt. De bijbehorende versterking (Ku) wordt de uiterste versterking genoemd. De oscillatietijd (Pu) (ook wel de uiterste periode genoemd) wordt bepaald zoals aangegeven in Afbeelding y(t) P u Afbeelding 3.25 Marginaal stabiel systeem Pu moet worden gemeten wanneer de oscillatieamplitude zeer klein is. Vervolgens moet er weer een 'terugtrekking' van deze versterking plaatsvinden, zoals weergegeven in Tabel Ku is de versterking waarbij de oscillatie verkregen wordt. Type regeling Proportionele versterking Integratietijd PI-regeling 0,45 * Ku 0,833 * Pu - PID strakke regeling PID enige doorschot Differentiatietijd 0,6 * Ku 0,5 * Pu 0,125 * Pu 0,33 * Ku 0,5 * Pu 0,33 * Pu Tabel 3.13 Ziegler/Nichols-instelmethode voor regelaar, gebaseerd op een stabiliteitsgrens Uit ervaring is gebleken dat de regelingsinstellingen volgens de Ziegler/Nichols-methode die in onderstaande stappen worden beschreven, voor veel systemen een goede terugkoppelingsreactie opleveren. De procesoperator kan de laatste fijnafstelling van de regeling meerdere keren uitvoeren om een bevredigende regeling te verkrijgen. 130BA t 42 MG34S210 Rev

45 Inleiding tot het product Stapsgewijze beschrijving 1. Selecteer alleen een proportionele regeling (de integratietijd wordt ingesteld op de maximumwaarde, terwijl de differentiatietijd wordt ingesteld op nul). 2. Verhoog de waarde van de proportionele versterking totdat het punt van instabiliteit is bereikt (aanhoudende oscillaties) en de kritische waarde van de versterking, Ku, is bereikt. 3. Meet de oscillatieperiode om de kritische tijdconstante, Pu, te verkrijgen. 4. Gebruik Tabel 3.13 om de benodigde PID-regelingsparameters te berekenen Algemene EMC-aspecten Algemene aspecten van EMC-emissies Elektrische interferentie treedt het vaakst op bij frequenties in het bereik 150 khz tot 30 MHz. Via de lucht verspreide interferentie van het frequentieomvormersysteem binnen een bereik van 30 MHz tot 1 GHz wordt gegenereerd door de omvormer, de motorkabel en de motor. Capacitieve stromen in de motorkabel, in combinatie met een hoge du/dt van de motorspanning, genereren lekstromen. Afgeschermde motorkabels verhogen de lekstroom (zie Afbeelding 3.26), omdat ze een grotere capaciteit naar aarde hebben dan niet-afgeschermde kabels. Als de lekstroom niet wordt gefilterd, zal deze meer interferentie in het net veroorzaken in het frequentiebereik lager dan 5 MHz. Omdat de lekstroom (I1) via de afscherming (I 3) naar de eenheid wordt teruggevoerd, wekt de afgeschermde motorkabel slechts een gering elektromagnetisch veld (I4) op. De afscherming vermindert de interferentie door straling, maar verhoogt de laagfrequente interferentie op het net. Sluit de afscherming van de motorkabel zowel op de behuizing van de frequentieomvormer als op de motorbehuizing aan. Gebruik voor het aansluiten van de afscherming geïntegreerde afschermingsklemmen om ineengedraaide uiteinden (pigtails) te vermijden. De gedraaide uiteinden van de afscherming verhogen de impedantie van de afscherming bij hogere frequenties, waardoor het afschermingseffect afneemt en de lekstroom (I4) toeneemt. Als voor veldbus, relais, stuurkabel, signaalinterface of rem een afgeschermde kabel wordt gebruikt, moet de afscherming aan beide uiteinden op de behuizing worden gemonteerd. In enkele situaties zal het echter noodzakelijk zijn de afscherming te onderbreken om stroomlussen te vermijden. MG34S210 Rev

46 Inleiding tot het product z z L1 L2 C S U V I 1 C S 175ZA z z PE L3 PE W I 2 I 3 C S 1 2 C S CS C S I 4 I 4 Afbeelding 3.26 Lekstromen Aarddraad 2 Afscherming 3 Netvoeding 4 Frequentieomvormer 5 Afgeschermde motorkabel 6 Motor Tabel 3.14 Legenda bij Afbeelding 3.26 Afbeelding 3.26 toont een voorbeeld van een 6-puls frequentieomvormer, maar kan tevens gelden voor een 12-puls frequentieomvormer. Als de afscherming op een montageplaat wordt geplaatst, moet een metalen plaat worden gebruikt, omdat de afschermingsstromen naar de frequentieomvormer terug moeten worden geleid. Zorg voor een goed elektrisch contact van de montageplaat, via de montagebouten, naar het chassis van de frequentieomvormer. Bij gebruik van niet-afgeschermde kabels wordt niet voldaan aan bepaalde emissievereisten, hoewel er wel aan de immuniteitsvereisten wordt voldaan. Om het interferentieniveau van het totale systeem (eenheid en installatie) zo veel mogelijk te beperken, moet de bekabeling van de motor- en remweerstand zo kort mogelijk zijn. Voorkom dat signaalgevoelige kabels naast motor- en remweerstandskabels worden geplaatst. Radiostoring van meer dan 50 MHz (via de lucht) is afkomstig van de besturingselektronica. Zie hoofdstuk 7.8 EMC-correcte installatie voor meer informatie over EMC. 44 MG34S210 Rev

47 Inleiding tot het product EMC-testresultaten De volgende testresultaten zijn verkregen bij gebruik van een frequentieomvormer (inclusief eventuele opties), een afgeschermde stuurkabel, een besturingskast met potentiometer en een motor en afgeschermde motorkabel. RFI-filtertype Emissie via geleiding Emissie via straling EN Klasse B Woonhuizen, kantoren en lichte industrie Normen en EN-IEC Categorie C1 voorschriften Eerste omgeving woonhuizen en kantoren H2 Klasse A groep 1 Industriële omgeving Categorie C2 Eerste omgeving woonhuizen en kantoren Klasse A groep Klasse B 2 Woonhuizen, Industriële kantoren en omgeving lichte industrie Categorie C3 Categorie C1 Tweede Eerste omgeving omgeving woonhuizen en industriële kantoren omgeving Klasse A groep 1 Industriële omgeving Categorie C2 Eerste omgeving woonhuizen en kantoren FC kw, V Nee Nee 150 m Nee Nee kw V Nee Nee 150 m Nee Nee H4 FC kw, V Nee 150 m 150 m Nee Ja kw, V Nee 30 m 150 m Nee Nee 3 3 Tabel 3.15 EMC-testresultaten (Emissie en immuniteit) WAARSCHUWING Dit type aandrijfsysteem is niet geschikt voor gebruik op een openbaar laagspanningsnetwerk waarop woonhuizen zijn aangesloten. Bij gebruik op een dergelijk netwerk is radiofrequente interferentie te verwachten en kunnen aanvullende corrigerende maatregelen vereist zijn Emissie-eisen Volgens de EMC-productnorm voor frequentieomvormers met regelbaar toerental, EN-IEC :2004, hangen de EMCeisen af van de omgeving waarin de frequentieomvormer wordt geïnstalleerd. Deze omgevingen en de netspanningsvereisten zijn gedefinieerd in Tabel Categorie C1 C2 C3 C4 Definitie Frequentieomvormers geïnstalleerd in een woon- en kantooromgeving met een voedingsspanning lager dan 1000 V. Frequentieomvormers geïnstalleerd in een woon- en kantooromgeving met een voedingsspanning lager dan 1000 V. Deze frequentieomvormers hebben geen stekkeraansluiting en kunnen niet worden verplaatst. Ze zijn bedoeld voor installatie en inbedrijfstelling door vakmensen. Frequentieomvormers geïnstalleerd in een industriële omgeving met een voedingsspanning lager dan 1000 V. Frequentieomvormers geïnstalleerd in een industriële omgeving met een voedingsspanning van 1000 V of hoger of een nominale stroom van 400 A of hoger of bedoeld voor gebruik in complexe systemen. Eisen t.a.v. emissie via geleiding volgens de limieten in EN Klasse B Klasse A groep 1 Klasse A groep 2 Geen emissielimiet Maak een EMC-plan Tabel 3.16 Emissie-eisen MG34S210 Rev

48 Inleiding tot het product Bij toepassing van de algemene emissienormen moeten frequentieomvormers voldoen aan Tabel Omgeving Eerste omgeving (woonhuizen en kantoren) Tweede omgeving (industriële omgeving) Algemene norm Eisen t.a.v. emissie via geleiding volgens de limieten in EN EN-IEC Emissienormen voor huishoudelijke, handels- en Klasse B licht-industriële omgevingen. EN-IEC Emissienorm voor industriële omgevingen. Klasse A groep 1 Tabel 3.17 Limieten algemene emissienormen Immuniteitseisen De immuniteitseisen voor frequentieomvormers hangen af van de omgeving waarin ze geïnstalleerd zijn. De eisen voor industriële omgevingen zijn zwaarder dan de eisen voor woon- en kantooromgevingen. Alle frequentieomvormers van Danfoss voldoen aan de eisen voor zowel industriële omgevingen als woon-/kantooromgevingen. Om de immuniteit voor elektrische interferentie te documenteren, zijn de volgende immuniteitstests uitgevoerd op een frequentieomvormer (inclusief eventuele opties), een afgeschermde stuurkabel en een schakelkast met potentiometer, motorkabel en motor. De tests zijn uitgevoerd in overeenstemming met de volgende basisnormen. Zie Tabel 3.18 voor meer informatie. EN (IEC ): Elektrostatische ontladingen (ESD). Simulatie van de invloed van elektrostatisch geladen mensen. EN (IEC ): Uitgestraalde, radiofrequente, elektromagnetische velden Immuniteitsproef EN (IEC ): Snelle elektrische transiënten. Simulatie van interferentie veroorzaakt door het schakelen van een schakelaar, relais en dergelijke. EN (IEC ): Stootspanningen. Simulatie van transiënten veroorzaakt door blikseminslag in de buurt van de installatie. EN (IEC ): RF common mode. Simulatie van het effect van radiozendapparatuur die verbonden is via aansluitkabels. 46 MG34S210 Rev

49 Inleiding tot het product Basisnorm Piek IEC Stootspanningen IEC ESD IEC Uitgestraald elektromagnetische veld IEC RF commonmodespanning IEC Aanvaardingscriterium B B B A A Lijn 2 kv/2 Ω DM 4 kv CM 4 kv/12 Ω CM 10 Vrms Motor 4 kv CM 4 kv/2 Ω 1) 10 Vrms Rem 4 kv CM 4 kv/2 Ω 1) 10 Vrms Loadsharing 4 kv CM 4 kv/2 Ω 1) 10 Vrms Stuurdraden 2 kv CM 2 kv/2 Ω 1) 10 Vrms Standaardbus 2 kv CM 2 kv/2 Ω 1) 10 Vrms Relaisdraden 2 kv CM 2 kv/2 Ω 1) 10 Vrms Toepassings- en veldbusopties 2 kv CM 2 kv/2 Ω 1) 10 Vrms LCP-kabel 2 kv CM 2 kv/2 Ω 1) 10 Vrms Externe 24 V DC 0,5 kv/2 Ω DM 2 V CM 1 kv/12 Ω CM 10 Vrms Behuizing 8 kv AD 6 kv CD 10 V/m 3 3 Tabel 3.18 EMC-immuniteitsschema, spanningsbereik: V, V, V 1) Injectie op kabelafscherming AD: luchtontlading; CD: contactontlading; CM: common mode; DM: differentiële modus 3.6 Galvanische scheiding (PELV) PELV Protective Extra Low Voltage WAARSCHUWING Installatie op grote hoogte: V, behuizing D, E en F: neem voor hoogtes boven 3000 m contact op met Danfoss in verband met PELV V: neem voor hoogtes boven 2000 m contact op met Danfoss in verband met PELV. WAARSCHUWING Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben zelfs nadat de apparatuur is afgeschakeld van het net. Wacht minimaal de tijd die is aangegeven in hoofdstuk 2.1 Veiligheidsmaatregelen voordat u elektrische onderdelen aanraakt. Een kortere tijd is alleen toegestaan als dit op het typeplaatje van de betreffende eenheid wordt aangegeven. Verzeker u er ook van dat de andere spanningsingangen zijn afgeschakeld. Bescherming tegen elektrische schokken is gegarandeerd als de voeding van het PELV-type is en de installatie voldoet aan de lokale/nationale voorschriften met betrekking tot PELV-voedingen. Alle stuurklemmen en de relaisklemmen 01-03/04-06 voldoen aan PELV. Dit geldt niet voor een driehoekschakeling met één zijde geaard boven de 400 V. Galvanische scheiding wordt verkregen door te voldoen aan de eisen betreffende hogere isolatie en door de relevante kruip-/spelingafstanden in acht te nemen. Deze vereisten worden beschreven in de norm NEN- EN-IEC Om aan de PELV-eisen te voldoen, moet elke afzonderlijke aansluiting op de stuurklemmen aan PELV voldoen. De componenten die de elektrische scheiding vormen, voldoen ook aan de eisen voor hogere isolatie en de relevante test zoals beschreven in NEN-EN-IEC MG34S210 Rev

50 Inleiding tot het product De galvanische scheiding volgens PELV kan op zes plaatsen worden getoond, zoals weergegeven in Afbeelding Leakage current a 130BB Netvoeding (SMPS) inclusief scheiding van het Udc-signaal, dat de tussenkringspanning aangeeft. 2. Poortschakeling die de IGBT's aanstuurt (triggertransformatoren/optische koppelingen). 3. Stroomtransductoren. 4. Optische koppeling, remmodule. b Motor cable length Afbeelding 3.28 Invloed van kabellengte en vermogensklasse op de lekstroom. 5. Interne aanloopstroom-, RFI- en temperatuurmeetcircuits. Leakage current 130BB Eigen relais. THVD=0% 3 M 130BA THVD=5% Afbeelding 3.29 Invloed van lijnvervorming op de lekstroom Afbeelding 3.27 Galvanische scheiding a De functionele galvanische scheiding (a en b in Afbeelding 3.27) geldt voor de 24 V-backupoptie en voor de RS-485-standaardbusinterface. 3.7 Aardlekstroom Volg de nationale en lokale voorschriften ten aanzien van de aarding van apparatuur met een lekstroom > 3,5 ma op. Frequentieomvormertechnologie impliceert hoogfrequent schakelen bij hoog vermogen, waardoor een lekstroom in de aardverbinding wordt gegenereerd. Een foutstroom op de uitgangsklemmen van de frequentieomvormer kan een DC-component bevatten waardoor de filtercondensatoren kunnen worden geladen en een kortstondige aardstroom kan worden veroorzaakt. De aardlekstroom wordt beïnvloed door de volgende factoren: RFI-filters afgeschermde motorkabels vermogen frequentieomvormer (zie Afbeelding 3.28) lijnvervorming (zie Afbeelding 3.29) b LET OP Bij gebruik van een filter moet RFI Filter tijdens het laden van het filter zijn uitgeschakeld, om te voorkomen dat de RCD-schakelaar wordt geactiveerd vanwege een hoge lekstroom. Voor lekstromen groter dan 3,5 ma schrijft EN-IEC (productnorm elektrische aandrijfsystemen) voor dat de aarding moet worden versterkt op een van de volgende manieren: Aardkabel (klem 95) van minimaal 10 mm² Twee afzonderlijke aarddraden die beide voldoen aan de regels ten aanzien van maatvoering Zie EN-IEC en EN voor meer informatie. Gebruik van RCD's Bij gebruik van reststroomapparaten (RCD's), ook wel bekend als aardlekschakelaars (ELCB's), moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: Gebruik uitsluitend RCD's van het B-type die geschikt zijn voor het detecteren van AC- en DCstromen. Gebruik RCD's met een inschakelvertraging om fouten door kortstondige aardstromen te voorkomen. Dimensioneer RCD's op basis van de systeemconfiguraties en omgevingsaspecten. 48 MG34S210 Rev

51 Inleiding tot het product Zie ook Beveiliging tegen elektrische gevaren Dynamisch remmen RCD with low f cut- Leakage current RCD with high f cut- 50 Hz 150 Hz f sw Frequency Mains 3rd harmonics Cable Afbeelding 3.30 Belangrijkste factoren die bijdragen aan lekstroom Leakage current [ma] 100 Hz 2 khz 100 khz 130BB BB Dynamisch remmen wordt binnen in de frequentieomvormer uitgevoerd en wordt gebruikt om de motor af te remmen totdat deze uiteindelijk stilstaat. De volgende methoden worden gebruikt voor dynamisch remmen: Weerstandsrem: een rem-igbt zorgt ervoor dat de overspanning onder een bepaalde drempel blijft door de remenergie vanaf de motor naar de aangesloten remweerstand te leiden (2-10 Remfunctie = [1]). AC-rem: de remenergie wordt verdeeld in de motor door de verliescondities in de motor te wijzigen. De AC-remfunctie kan niet worden gebruikt in toepassingen met een hoge wisselfrequentie omdat dit zal leiden tot oververhitting van de motor (2-10 Remfunctie = [2]). DC-rem: een overgemoduleerde DC-stroom die aan de AC-stroom wordt toegevoegd, werkt als een wervelstroomrem (2-02 DC Braking Time 0 s). 3 3 Afbeelding 3.31 Invloed van de uitschakelfrequentie van de RCD op wat er wordt gemeten/waarop wordt gereageerd 3.8 Remfuncties De remfunctie (statisch dan wel dynamisch) wordt gebruikt voor het afremmen van de belasting op de motoras Mechanische houdrem Een mechanische houdrem is een rechtstreeks op de motoras gemonteerd extern apparaat dat voorziet in statisch remmen. Statisch remmen is als een rem wordt gebruikt om de motor vast te klemmen nadat de belasting is gestopt. Een houdrem wordt bestuurd door een PLC of rechtstreeks via een digitale uitgang van de frequentieomvormer. LET OP Een frequentieomvormer kan geen veilige besturing van een mechanische rem bieden. In de installatie moet een redundant circuit voor de rembesturing worden opgenomen Keuze van de remweerstand Als vanwege regeneratief remmen moet worden voldaan aan hogere eisen, is een remweerstand noodzakelijk. Het gebruik van een remweerstand zorgt ervoor dat de energie wordt geabsorbeerd in de remweerstand en niet in de frequentieomvormer. Zie de Design Guide voor remweerstanden voor meer informatie. Als de hoeveelheid kinetische energie die tijdens elke remperiode wordt overgebracht naar de weerstand niet bekend is, kan het gemiddelde vermogen worden berekend op basis van de cyclustijd en de remtijd (intermitterende werkcyclus). De weerstand voor een intermitterende werkcyclus is een indicatie van de werkcyclus waarbij de weerstand actief is. Afbeelding 3.32 toont een typische remcyclus. LET OP Leveranciers van motoren gebruiken vaak S5 om de toelaatbare belasting, een uitdrukking van de intermitterende werkcyclus, aan te geven. De intermitterende werkcyclus voor de weerstand wordt als volgt berekend: Werkcyclus = tb/t T is de cyclustijd in seconden tb is de remtijd in seconden (van de cyclustijd) MG34S210 Rev

52 Inleiding tot het product 3 Afbeelding 3.32 Typische remcyclus V V Cyclustijd (s) Werkcyclus rem bij een koppel van 100% Werkcyclus rem bij overkoppel (150/160%) N90K-N Continu 10% N200-N Continu 10% P315-P % 10% N55K-N315, P355-P % 10% P500-P % 10% P630-P1M % 10% Tabel 3.19 Remmen bij een hoge-overbelastingskoppel Danfoss levert remweerstanden met een werkcyclus van 5%, 10% en 40%. Bij een werkcyclus van 10% zijn de remweerstanden in staat om het remvermogen gedurende 10% van de cyclustijd te absorberen. De resterende 90% van de cyclustijd wordt gebruikt om de overtollige warmte af te voeren. Zorg ervoor dat de weerstand geschikt is voor de vereiste remtijd. De maximaal toelaatbare belasting op de remweerstand wordt aangegeven als een piekvermogen bij een bepaalde intermitterende werkcyclus. De remweerstand wordt als volgt berekend: Rbr Ω = waarbij U 2 dc Ppeak Ppeak = Pmotor x Mbr [%] x ηmotor x ηvlt [W] De remweerstand is dus afhankelijk van de tussenkringspanning (Udc). Maat Rem actief Waarschuwing vóór uitschakeling Uitschakeling (trip) FC x V* 810 V/795 V 84 V/828 V 850 V/855 V FC x V 1084 V 1109 V 1130 V Tabel 3.20 Rembegrenzingswaarden * Afhankelijk van vermogensklasse 50 MG34S210 Rev

53 Inleiding tot het product LET OP Controleer of de remweerstand geschikt is voor een spanning van 410 V, 820 V, 850 V, 975 V of 1130 V, tenzij er Danfoss-remweerstanden worden gebruikt. Danfoss adviseert het gebruik van de remweerstand Rrec. Dit garandeert dat de frequentieomvormer in staat is te remmen met het hoogst mogelijke remkoppel (Mbr(%)) van 160%. De formule kan als volgt worden genoteerd: Rrec Ω = U 2 dc x 100 Pmotor x Mbr % xηvlt x ηmotor ηmotor is typisch 0,90 ηvlt is typisch 0,98 Voor frequentieomvormers van 200 V, 480 V, 500 V en 600 V kan Rrec bij een remkoppel van 160% worden geschreven als: 200V : Rrec = Pmotor Ω 500V : Rrec = Pmotor Ω 600V : Rrec = Pmotor Ω 690V : Rrec = Pmotor Ω LET OP De circuitweerstand van de geselecteerde remweerstand mag niet hoger zijn dan de circuitweerstand van de door Danfoss aanbevolen weerstand. Frequentieomvormers met frame D-F bevatten meer dan één remchopper en hebben één remweerstand per remchopper nodig. LET OP Als in de remtransistor kortsluiting ontstaat, kan vermogensdissipatie in de remweerstand alleen worden voorkomen door een netschakelaar of contactor te gebruiken om de netvoeding van de frequentieomvormer af te schakelen. De contactor kan door de frequentieomvormer worden bestuurd. WAARSCHUWING BRANDGEVAAR Remweerstanden kunnen tijdens/na het remmen zeer heet worden en moeten in een veilige omgeving worden geplaatst om brandgevaar te vermijden Regeling met remfunctie De rem is beveiligd tegen kortsluiting van de remweerstand en de remtransistor wordt bewaakt zodat kortsluiting van de transistor tijdig ontdekt wordt. Er kan een relaisuitgang/digitale uitgang worden gebruikt om de remweerstand te beschermen tegen overbelasting door een fout in de frequentieomvormer te genereren. Bovendien maakt de rem het mogelijk om het momentane vermogen en het gemiddelde vermogen van de laatste 120 seconden uit te lezen. De rem kan ook het remvermogen bewaken en ervoor zorgen dat de in 2-12 Brake Power Limit (kw) ingestelde begrenzing niet wordt overschreden. In 2-13 Brake Power Monitoring kan de functie worden geselecteerd die moet worden uitgevoerd wanneer het vermogen dat naar de remweerstand wordt overgebracht, de in 2-12 Brake Power Limit (kw) ingestelde begrenzing overschrijdt. VOORZICHTIG De bewaking van het remvermogen is geen veiligheidsfunctie; voor dat doel is een thermische schakelaar nodig. Het remweerstandcircuit beschikt niet over aardlekbeveiliging. Overspanningsreg. kan als een alternatieve remfunctie worden geselecteerd in 2-17 Over-voltage Control. Deze functie is actief voor alle eenheden en zorgt ervoor dat als de DC-tussenkringspanning toeneemt, ook de uitgangsfrequentie wordt verhoogd om de spanning van de DCtussenkring te beperken, zodat uitschakeling (trip) wordt vermeden. LET OP OVC kan niet worden geactiveerd bij gebruik van een PM-motor wanneer 1-10 Motor Construction is ingesteld op PM, niet uitspr. SPM [1]. 3.9 Mechanische rembesturing Voor hijstoepassingen moet een elektromagnetische rem worden bestuurd. Voor besturing van de rem is een relaisuitgang (relais 1 of relais 2) of een geprogrammeerde digitale uitgang (klem 27 of 29) vereist. Deze uitgang moet gewoonlijk gesloten worden gehouden gedurende de tijd dat de frequentieomvormer niet in staat is de motor te 'houden'. Stel 5-40 Functierelais (arrayparameter), 5-30 Klem 27 dig. uitgang of 5-31 Klem 29 dig. uitgang in op Mech. rembesturing [32] voor toepassingen met een elektromagnetische rem. 3 3 MG34S210 Rev

54 Inleiding tot het product 3 Als Mech. rembesturing [32] is geselecteerd, blijft het mechanische remrelais tijdens het starten gesloten totdat de uitgangsstroom boven het ingestelde niveau in 2-20 Stroom bij vrijgave rem komt. Tijdens het stoppen wordt de mechanische rem gesloten wanneer de snelheid lager is dan het geselecteerde niveau in 2-21 Snelheid remactivering [TPM]. Als de frequentieomvormer zich in een alarmtoestand bevindt, zoals een overspanningssituatie, wordt de mechanische rem onmiddellijk ingeschakeld. Dit is ook het geval tijdens een veilige uitschakeling van het koppel. Afbeelding 3.33 Mechanische rembesturing zonder terugkoppeling Voor besturing van de elektromagnetische rem volgt u de volgende stappen: 1. U kunt elke gewenste relaisuitgang of digitale uitgang gebruiken (klem 27 of 29). Eventueel kan een contactor worden gebruikt. 2. Zorg dat de uitgang uitgeschakeld blijft zolang de frequentieomvormer niet in staat is om de motor aan te drijven. Voorbeelden zijn een te zware belasting of het niet gemonteerd zijn van de motor. 3. Selecteer Mech. rembesturing [32] in parametergroep 5-4* Relais (of in parametergroep 5-3* Digitale uitgangen) voordat u een elektromechanische rem aansluit. 4. De rem wordt vrijgegeven als de motorstroom hoger is dan de ingestelde waarde in 2-20 Stroom bij vrijgave rem. 5. De rem wordt ingeschakeld wanneer de uitgangsfrequentie lager is dan de ingestelde waarde in 2-21 Snelheid remactivering [TPM] of 2-22 Snelheid activering rem [Hz], en alleen als de frequentieomvormer een stopcommando uitvoert. LET OP Voor verticale hef- of hijstoepassingen wordt ten zeerste aanbevolen om ervoor te zorgen dat de belasting kan worden gestopt in geval van nood of bij een storing. Als de frequentieomvormer zich in de alarmmodus of een overspanningssituatie bevindt, wordt de mechanische rem ingeschakeld. Zorg er bij hijstoepassingen voor dat de koppelbegrenzingen in 4-16 Koppelbegrenzing motormodus en 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus lager zijn dan de ingestelde stroomgrens in 4-18 Stroombegr.. Het is tevens raadzaam om Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. in te stellen op '0', Uitschakelvertraging bij inverterfout op '0' en Netstoring op Vrijloop [3]. 52 MG34S210 Rev

55 Inleiding tot het product Mechanische rem bij hijstoepassingen De VLT AutomationDrive is uitgerust met een mechanische rembesturing die speciaal ontworpen is voor hijstoepassingen. Het gebruik van de mechanische rem voor hijsen wordt ingeschakeld door 1-72 Startfunctie in te stellen op [6]. Het belangrijkste verschil met een normale mechanische rembesturing is dat de mechanische remfunctie voor hijsen directe controle uitoefent op het remrelais. Er wordt niet ingesteld bij welke stroomwaarde de rem wordt vrijgegeven. In plaats daarvan wordt het koppel gedefinieerd dat moet worden toegepast op een gesloten rem voordat deze wordt vrijgegeven. Omdat het koppel rechtstreeks wordt bepaald, is de setup voor hijstoepassingen eenvoudiger. Via 2-28 Verst.boostfactor kan een snellere regeling worden verkregen voor vrijgave van de rem. De mechanische remstrategie bij hijstoepassingen is gebaseerd op de volgende reeks van drie stappen, waarbij de motorregeling en vrijgave van de rem worden gesynchroniseerd om een zo soepel mogelijke vrijgave van de rem te verkrijgen Voer een voormagnetisering van de motor uit Om ervoor te zorgen dat de motor kan worden gehouden en om te controleren of deze op de juiste wijze is geïnstalleerd, wordt de motor eerst voorgemagnetiseerd. 2. Pas een koppel toe op de gesloten rem Wanneer de belasting wordt gehouden door de mechanische rem, kan de grootte hiervan niet worden bepaald maar enkel de richting. Op het moment dat de rem opent, moet de motor worden overgenomen door de motor. Om deze gemakkelijker mogelijk te maken, wordt een door de gebruiker gedefinieerd koppel, ingesteld in 2-26 Koppelref., toegepast in de hijsrichting. Dit wordt gebruikt om de snelheidsregelaar die de belasting uiteindelijk over zal nemen, te initialiseren. Om slijtage van de tandwielkast als gevolg van speling te beperken, zal het koppel eerst aanlopen. 3. Geef de rem vrij Wanneer het koppel de ingestelde waarde in 2-26 Koppelref. bereikt, wordt de rem vrijgegeven. De ingestelde waarde in 2-25 Tijd vrijgave rem bepaalt de vertraging voordat de belasting wordt vrijgegeven. Om zo snel mogelijk te kunnen reageren op de belastingstap die volgt op de vrijgave van de rem, kan aan de snelheids-pidregeling een boost worden gegeven door de proportionele versterking te verhogen. I II 130BA Motor-snelh. Voormagn Ramp-tijd koppel p Koppelref Vertraging remactivering p Ramp 1 aanloopp Ramp 1 uitloopp Stopvertr. p Vertraging remactivering p Koppelref. Relais Verst.boost Verst.boostfactor p Mech.rem Afbeelding 3.34 Remvrijgaveprocedure voor mechanische rembesturing bij hijstoepassingen I) Vertraging remactivering: de frequentieomvormer start opnieuw met ingeschakelde mechanische rem. II) Stopvertr.: wanneer de tijd tussen opeenvolgende starts korter is dan de ingestelde waarde in 2-24 Stopvertr. start de frequentieomvormer zonder de mechanische rem in te schakelen. Zie voor een voorbeeld van een geavanceerde mechanische rembesturing voor hijstoepassingen. MG34S210 Rev

56 Inleiding tot het product Remweerstandkabels EMC (ineengedraaide kabels/afscherming) Draai de draden ineen om de elektrische ruis tussen de remweerstand en de frequentieomvormer te beperken. Gebruik een metalen afscherming om de EMC-prestaties te verbeteren Smart Logic Controller Smart Logic Control (SLC) is in feite een reeks van gebruikersgedefinieerde acties (zie SL-controlleractie [x]) die door de SLC wordt uitgevoerd als de bijbehorende gebruikersgedefinieerde gebeurtenis (zie SL Controller Event [x]) door de SLC wordt geëvalueerd als TRUE. De voorwaarde voor een gebeurtenis kan een bepaalde status zijn of een logische regel of comparator-operand die het resultaat TRUE oplevert. Dit leidt tot een bijbehorende actie, zoals aangegeven in Afbeelding Gebeurtenissen en acties zijn genummerd en in paren gekoppeld (statussen). Dit betekent dat actie [0] wordt uitgevoerd wanneer gebeurtenis [0] heeft plaatsgevonden (de waarde TRUE heeft gekregen). Hierna worden de omstandigheden van gebeurtenis [1] geëvalueerd en bij de evaluatie TRUE wordt actie [1] uitgevoerd, enz. Er wordt steeds slechts één gebeurtenis geëvalueerd. Als een gebeurtenis wordt geëvalueerd als FALSE gebeurt er niets (in de SLC) tijdens het huidige scaninterval en zullen er geen andere gebeurtenissen worden geëvalueerd. Dit betekent dat bij het starten van de SLC alleen gebeurtenis [0] tijdens elk scaninterval wordt geëvalueerd. Alleen als gebeurtenis [0] wordt geëvalueerd als TRUE voert de SLC actie [0] uit en begint hij met het evalueren van gebeurtenis [1]. Er kunnen 1 tot 20 gebeurtenissen en acties worden geprogrammeerd. Nadat de laatste gebeurtenis/actie is geëvalueerd, begint de cyclus opnieuw bij gebeurtenis [0]/actie [0]. Afbeelding 3.36 toont een voorbeeld met drie gebeurtenissen/acties: Par SL Controller Event Running Warning Torque limit Digital input X 30/2... Par SL Controller Action Coast Start timer Set Do X low Select set-up BB Par Logic Rule Operator Par Comparator Operator Afbeelding 3.36 Voorbeeld van interne stroomregeling = TRUE longer than Afbeelding 3.35 Stroomregelaarstatus/gebeurtenis en actie Comparatoren Comparatoren worden gebruikt om continue variabelen (uitgangsfrequentie, uitgangsstroom en analoge ingang) te vergelijken met een vaste ingestelde waarde. Par Comparator Operand Par Comparator Value Par Comparator Operator = TRUE longer than BB Afbeelding 3.37 Comparatoren 54 MG34S210 Rev

57 Inleiding tot het product Logische regels Combineer maximaal drie booleaanse ingangen (TRUE/ FALSE) van timers, comparatoren, digitale ingangen, statusbits en gebeurtenissen die de logische operatoren AND, OR en NOT gebruiken. Par Logic Rule Boolean 1 Par Logic Rule Boolean 2 Par Logic Rule Operator Par Logic Rule Boolean 3 Afbeelding 3.38 Logische regels Toepassingsvoorbeeld +24 V +24 V D IN D IN COM D IN D IN D IN D IN D IN +10 V A IN A IN COM A OUT COM R1 R2 FC BB Functie Par Logic Rule Operator Parameters 4-30 Motorterugkoppelingsve rliesfunctie 4-31 Motorterugkoppelingssn elh. fout 4-32 Motorterugkoppelingsve rliestime-out 7-00 Terugk.bron snelheids-pid Resolutie (PPO) SL Controller Mode Gebeurt. starten Gebeurt. stoppen Comparat or-operand Comparat or-operator Comparat or Value SL Controller Event SL-controlleractie 5-40 Functierelais Instelling 130BB [1] Waarschuwing 100 tpm 5 s [2] MCB * [1] Aan [19] Waarschuwin g [44] Toets Reset [21] Waarsch.num mer [1] * 90 [22] Comparator 0 [32] Dig. uitgang A laag * = standaardwaarde [80] SL dig. uitgang A Opmerkingen: Parameters Als de limiet van de terugkoppelingsbewaking wordt overschreden, wordt Waarschuwing 90 gegenereerd. De SLC bewaakt Waarschuwing 90 en schakelt relais 1 in wanneer Waarschuwing 90 TRUE wordt. Via externe apparatuur kan vervolgens worden aangegeven dat er mogelijk onderhoud nodig is. Als de terugkoppelingsfout binnen 5 s weer tot onder de limiet daalt, blijft de omvormer werken en verdwijnt de waarschuwing. Relais 1 zal echter ingeschakeld blijven tot de [Reset]-toets op het LCP wordt ingedrukt. Tabel 3.21 SLC gebruiken om een relais in te stellen 3.11 Extreme bedrijfsomstandigheden Kortsluiting (motorfase fase) De frequentieomvormer is beveiligd tegen kortsluiting door middel van stroommetingen in elk van de drie motorfasen of in de DC-koppeling. Een kortsluiting tussen twee uitgangsfasen veroorzaakt een overstroom in de omvormer. De omvormer wordt afzonderlijk uitgeschakeld als de kortsluitstroom de toegestane waarde (Alarm 16 Uit & blokk.) overschrijdt. Zie Application Note for FC 100, FC 200 and FC 300 Fuses and Circuit Breakers voor het beveiligen van de frequentieomvormer tegen kortsluiting aan de loadsharing- en remuitgangen. Zie certificaat in. Schakelen aan de uitgang Schakelen aan de uitgang tussen de motor en de frequentieomvormer is toegestaan. Schakelen aan de uitgang veroorzaakt geen schade aan de frequentieomvormer, maar er kunnen wel foutmeldingen verschijnen. Door de motor gegenereerde overspanning De spanning in de tussenkring neemt toe wanneer de motor als generator werkt. Dit gebeurt in de volgende gevallen: Wanneer de belasting energie genereert, drijft de belasting de motor aan bij een constante uitgangsfrequentie van de frequentieomvormer. Als gedurende het vertragen het traagheidsmoment hoog is, de wrijving laag is en de uitlooptijd te kort is om de energie te kunnen afvoeren als een verlies in de frequentieomvormer of de motor. 3 3 MG34S210 Rev

58 Inleiding tot het product 3 Een onjuiste instelling van de slipcompensatie kan leiden tot een hogere DC-tussenkringspanning. Tegen-EMK bij gebruik van een PM-motor. In geval van vrijlopen bij hoog toerental bestaat de kans dat de tegen-emk van de PM-motor de maximale spanningstolerantie van de frequentieomvormer overschrijdt en schade veroorzaakt. Om dit tegen te gaan, wordt de waarde van 4-19 Max Output Frequency automatisch begrensd op basis van een interne berekening die is gebaseerd op de waarde van 1-40 Back EMF at 1000 RPM, 1-25 Motor Nominal Speed en 1-39 Motor Poles. Als de kans bestaat dat de motor overtoeren maakt, adviseert Danfoss om de frequentieomvormer uit te rusten met een remweerstand. LET OP De frequentieomvormer moet worden uitgerust met een remchopper. De besturingseenheid probeert de uitloop indien mogelijk te corrigeren (2-17 Over-voltage Control). Om de transistoren en de tussenkringcondensatoren te beschermen, schakelt de omvormer uit wanneer een bepaald spanningsniveau is bereikt. Zie 2-10 Brake Function en 2-17 Over-voltage Control om de methode te selecteren om het spanningsniveau van de tussenkring te regelen. LET OP OVC kan niet worden geactiveerd bij gebruik van een PM-motor (wanneer 1-10 Motor Construction is ingesteld op PM, niet uitspr. SPM [1]). Netstoring Tijdens een netstoring blijft de frequentieomvormer in bedrijf tot de tussenkringspanning onder het minimale stopniveau komt. Het minimale stopniveau ligt gewoonlijk 15% onder de laagste nominale netspanning van de frequentieomvormer. De netspanning vóór de storing en de motorbelasting bepalen hoe lang het duurt voordat de omvormer gaat vrijlopen. Statische overbelasting in VVC plus -modus Overbelasting treedt op wanneer de koppelbegrenzing in 4-16 Torque Limit Motor Mode/4-17 Torque Limit Generator Mode wordt bereikt. Wanneer de frequentieomvormer overbelast is, zal de besturingseenheid de uitgangsfrequentie verlagen om de belasting te verminderen. Als de overbelasting bijzonder groot is, kan een stroom ontstaan die ervoor zorgt dat de frequentieomvormer na circa 5-10 s uitschakelt. Na activering van de koppelbegrenzing blijft de frequentieomvormer nog beperkte tijd (0-60 s) ingeschakeld, volgens de instelling in Trip Delay at Torque Limit Thermische motorbeveiliging Om de toepassing te beschermen tegen ernstige beschadigingen, beschikt de VLT AutomationDrive over diverse speciale functies. Koppelbegrenzing De motor wordt beschermd tegen overbelasting bij alle toerentallen. De koppelbegrenzing wordt ingesteld via 4-16 Koppelbegrenzing motormodus en 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus. In Uitsch.vertr. bij Koppelbegr. wordt ingesteld hoe lang het duurt voordat de koppelbegrenzingswaarschuwing een uitschakeling (trip) veroorzaakt. Stroomgrens De stroomgrens wordt ingesteld in 4-18 Stroombegr., terwijl de ingestelde tijd in Uitsch.vertr. bij stroombegr. bepaalt na hoeveel tijd de omvormer bij een stroombegrenzingswaarschuwing zal uitschakelen (trip). Minimale snelheidsbegrenzing 4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of 4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz] begrenst het bereik van de bedrijfssnelheid tussen 30 en 50/60 Hz Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of 4-19 Max. uitgangsfreq. bepaalt de max. uitgangssnelheid van de frequentieomvormer. ETR (elektronisch thermisch relais) De ETR-functie van de frequentieomvormer meet de actuele stroom, snelheid en tijd voor het berekenen van de motortemperatuur en beschermt de motor tegen oververhitting (waarschuwing of uitschakeling (trip)). Er is ook een externe thermistoringang beschikbaar. ETR is een elektronische functie die een bimetaalrelais simuleert op basis van interne metingen. Afbeelding 3.39 illustreert het onderstaande voorbeeld, waarbij op de x-as de verhouding tussen Imotor en Imotor nominaal wordt weergegeven. De Y- as toont de tijd in seconden voordat de ETR uitschakelt en zo de frequentieomvormer uitschakelt (trip). De curves tonen het karakteristieke nominale toerental bij twee keer het nominale toerental en bij 0,2 keer het nominale toerental. Bij lagere toerentallen schakelt de ETR uit bij een lagere warmte vanwege de verminderde koeling van de motor. Op die manier is de motor zelfs bij lage toerentallen beschermd tegen oververhitting. De ETR-functie berekent de motortemperatuur op basis van de actuele stroom en het actuele toerental. De berekende temperatuur kan worden uitgelezen via Motor therm. in de FC MG34S210 Rev

59 Inleiding tot het product t [s] 1,0 1,2 1,4 Afbeelding 3.39 Voorbeeld ETR 3.12 Veilige stop 1,6 1,8 2, Werking STO-functie 175ZA fout = 1 x f M,N fout = 2 x f M,N fout = 0,2 x f M,N IM IMN De FC 302 is leverbaar met een functie voor veilige uitschakeling van het koppel (STO) via stuurklem 37. Deze functie schakelt de stuurspanning van de vermogenshalfgeleiders van de uitgangstrap van de frequentieomvormer uit, waardoor wordt voorkomen dat er spanning wordt gegenereerd voor het draaien van de motor. Wanneer de STO-functie (klem 37) is geactiveerd, genereert de frequentieomvormer een alarm en zal de eenheid uitschakelen, waarbij de motor vrijloopt tot stop. Een handmatige herstart is vereist. De STO-functie kan worden gebruikt om de frequentieomvormer te stoppen in noodsituaties. Gebruik de normale stopfunctie van de frequentieomvormer in de normale bedrijfsmodus, wanneer de STOfunctie niet is vereist. Bij gebruik van een automatische herstart moet worden voldaan aan de vereisten conform ISO paragraaf Werking STO-functie (alleen FC 302) De functie Veilige uitschakeling van het koppel (STO) van de FC 302 kan worden gebruikt voor asynchrone, synchrone en permanentmagneetmotoren. Er kunnen twee fouten optreden in de vermogenshalfgeleider van de frequentieomvormer. Bij gebruik van synchroonmotoren of permanentmagneetmotoren kan dit een restrotatie veroorzaken. De rotatie kan worden berekend op basis van Hoek = 360/(aantal polen). Bij toepassingen die gebruik maken van synchroonmotoren of permanentmagneetmotoren moet hiermee rekening worden gehouden en moet ervoor worden gezorgd dat dit geen ernstig veiligheidsprobleem oplevert. Deze situatie is niet relevant voor asynchrone motoren Aansprakelijkheidsbepalingen Aansprakelijkheidsbepalingen Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor te zorgen dat het personeel weet hoe de STO-functie moet worden geïnstalleerd en bediend door: de veiligheidsvoorschriften ten aanzien van veiligheid en gezondheid/ongevallenpreventie te lezen en te begrijpen; de algemene en veiligheidsrichtlijnen in deze beschrijving en in de uitgebreide beschrijving in de Bedieningshandleiding VLT -frequentieomvormers Veilige uitschakeling van het koppel (STO) te begrijpen; te beschikken over een goede kennis van de algemene en veiligheidsnormen die van toepassing zijn op de specifieke toepassing. De 'gebruiker' is gedefinieerd als integrator, operator, service- en onderhoudsmedewerker Aanvullende informatie Meer informatie over de STO-functie, inclusief installatie en inbedrijfstelling, vindt u in de Bedieningshandleiding VLT - frequentieomvormers Veilige uitschakeling van het koppel (STO) Installatie van externe beveiliging in combinatie met MCB 112 Als de Ex-gecertificeerde thermistormodule MCB 112 (die klem 37 gebruikt als veiligheidsgerelateerd uitschakelkanaal) is aangesloten, moet uitgang X44/12 van MCB 112 op basis van een logische AND-functie werken met de veiligheidsgerelateerde sensor (noodknop of veiligheidsschakelaar) die de STO-functie activeert. Dit betekent dat de uitgang naar klem 37 voor de STO-functie alleen HOOG (24 V) zal zijn als zowel het signaal vanaf uitgang X44/12 van de MCB 112 als het signaal vanaf de veiligheidsgerelateerde sensor HOOG is. Als ten minste een van de twee signalen LAAG is, moet de uitgang naar klem 37 eveneens LAAG zijn. De beveiliging met deze AND-logica moet zelf voldoen aan IEC 61508, SIL 2. De aansluiting vanaf de uitgang van de beveiliging met AND-logica naar klem 37 voor de STO-functie moet zijn beveiligd tegen kortsluiting. Afbeelding 3.40 toont een herstartingang voor het externe veiligheidsapparaat. Dit betekent dat 5-19 Klem 37 Veilige stop in deze installatie moet worden ingesteld op [7] of [8]. Raadpleeg de MCB 112 Bedieningshandleiding voor meer informatie. 3 3 MG34S210 Rev

60 Inleiding tot het product 3 Hazardous Area PTC Sensor Par Terminal 37 Safe Stop Non- Hazardous Area PTC Thermistor Card MCB112 X44/ Digital Input e.g. Par DI DI Safe Stop Safety Device SIL 2 Safe AND Input 130BA LET OP Houd er rekening mee dat de opties [7] en [8] in 5-19 Klem 37 Veilige stop zorgen voor een automatische herstart wanneer de externe beveiliging weer wordt gedeactiveerd. Dit is enkel toegestaan in de volgende gevallen: Een onbedoelde start wordt voorkomen via andere delen van de installatie voor de STOfunctie. Aanwezigheid in de gevarenzone kan fysiek worden uitgesloten wanneer de STO-functie niet wordt gebruikt. Met name sectie van ISO moet in acht worden genomen. Zie hoofdstuk 9.7 PTC Thermistor Card MCB 112 en de bedieningshandleiding voor meer informatie over MCB 112. Safe Input Safe Output Manual Restart Afbeelding 3.40 Illustratie van de essentiële aspecten voor het installeren van een combinatie van de STO-functie en een MCB 112 Parameterinstelling voor externe beveiliging in combinatie met de MCB 112 Als MCB 112 is aangesloten, kan 5-19 Klem 37 Veilige stop (Klem 37 Veilige stop) ook worden ingesteld op [4]-[9]. De waarden [1]* en [3] van 5-19 Klem 37 Veilige stop zijn nog steeds beschikbaar, maar mogen niet worden gebruikt, omdat deze bedoeld zijn voor installaties zonder MCB 112 of externe beveiligingen. Als MCB 112 wordt geactiveerd terwijl 5-19 Klem 37 Veilige stop per ongeluk is ingesteld op [1]* of [3], zal de frequentieomvormer het alarm 'Gev. storing [A72]' genereren en op veilige wijze vrijlopen tot stop, zonder een automatische herstart. De opties [4] en [5] in 5-19 Klem 37 Veilige stop mogen alleen worden geselecteerd wanneer de MCB 112 gebruikmaakt van de STO-functie. Als de externe beveiliging de STO-functie activeert terwijl 5-19 Klem 37 Veilige stop per ongeluk is ingesteld op optie [4] of [5], zal de frequentieomvormer het alarm 'Gev. storing [A72]' genereren en op veilige wijze vrijlopen tot stop, zonder een automatische herstart. De opties [6]-[9] in 5-19 Klem 37 Veilige stop zijn van toepassing bij gebruik van een combinatie van een externe beveiliging en de MCB MG34S210 Rev

61 Selectie 4 Selectie 4.1 Elektrische gegevens, V FC 302 N90K N110 N132 N160 N200 N250 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 400 V [kw] Typisch asvermogen bij 460 V [pk] Typisch asvermogen bij 500 V [kw] Behuizing IP 21 D1h D1h D1h D2h D2h D2h Behuizing IP 54 D1h D1h D1h D2h D2h D2h Behuizing IP 20 D3h D3h D3h D4h D4h D4h Uitgangsstroom Continu (bij 400 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 460/500 V) [kva] Continu kva (bij 400 V) [kva] Continu kva (bij 460 V) [kva] Continu kva (bij 500 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Max. kabelgrootte: net, motor, rem en 2 x 95 (2 x 3/0) 2 x 185 (2 x 350 mcm) loadsharing [mm² (AWG)] 1,2) Max. externe netzekeringen [A] 3) Geschat vermogensverlies bij 400 V [W] 4,5) Geschat vermogensverlies bij 460 V [W] 4,5) Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 kg (lb) 6) 62 (135) 125 (275) Gewicht, behuizing IP 20 kg (lb) 6) 62 (135) 125 (275) Rendement 5) 0,98 Uitgangsfrequentie Hz Uitsch. wegens overtemp. koellichaam 110 C Uitsch. wegens omgevingstemp. stuurkaart 75 C 80 C *Hoge overbelasting = 150% stroom gedurende 60 s, normale overbelasting = 110% stroom gedurende 60 s 4 4 Tabel 4.1 Technische specificaties, frame D V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) De aansluitklemmen op N132, N160 en N315 frequentieomvormers zijn niet geschikt voor kabels die één maat groter zijn. 3) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 4) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 5) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. 6) Het extra gewicht van de diverse framegroottes is als volgt: D5h (255) / D6h (285) / D7h (440) / D8h (496). Gewicht in kg (lb). MG34S210 Rev

62 Selectie 4 FC 302 P315 P355 P400 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 400 V [kw] Typisch asvermogen bij 460 V [pk] Typisch asvermogen bij 500 V [kw] Behuizing IP 21 E1 E1 E1 Behuizing IP 54 E1 E1 E1 Behuizing IP 00 E2 E2 E2 Uitgangsstroom Continu (bij 400 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 460/500 V) [A] Continu kva (bij 400 V) [kva] Continu kva (bij 460 V) [kva] Continu kva (bij 500 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Max. kabelgrootte, net, motor en 4 x 240 (4 x 500 mcm) 4 x 240 (4 x 500 mcm) 4 x 240 (4 x 500 mcm) loadsharing [mm² (AWG)] 1,2) Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG)] 1) 2 x 185 (2 x 350 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 3) Geschat vermogensverlies bij 400 V [W] 4,5) Geschat vermogensverlies bij 460 V [W] 4,5) Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] Gewicht, behuizing IP 00 [kg] Rendement 5) 0,98 Uitgangsfrequentie Hz Uitsch. wegens overtemp. koellichaam 110 C Uitsch. wegens omgevingstemp. stuurkaart * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s 85 C Tabel 4.2 Technische specificaties, frame E V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) De aansluitklemmen op N132, N160 en P315 frequentieomvormers zijn niet geschikt voor kabels die één maat groter zijn. 3) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 4) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 5) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. 60 MG34S210 Rev

63 Selectie FC 302 P450 P500 P560 P630 P710 P800 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 400 V [kw] Typisch asvermogen bij 460 V [pk] Typisch asvermogen bij 500 V [kw] Behuizing IP 21, IP 54 zonder/met optiekast Uitgangsstroom F1/F3 F1/F3 F1/F3 F1/F3 F2/F4 F2/F4 Continu (bij 400 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 460/500 V) [A] Continu kva (bij 400 V) [kva] Continu kva (bij 460 V) [kva] Continu kva (bij 500 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Max. kabelgrootte, motor [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, net F1/F2 [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, net F3/F4 [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, loadsharing [mm² (AWG) 1) ] 8 x 150 (8 x 300 mcm) 12 x 150 (12 x 300 mcm) 8 x 240 (8 x 500 mcm) 8 x 456 (8 x 900 mcm) 4 x 120 (4 x 250 mcm) Max. kabelgrootte, rem 4 x 185 (4 x 350 mcm) 6 x 185 (6 x 350 mcm) [mm² (AWG)] 1) Max. externe netzekeringen [A] 2) Geschat vermogensverlies bij 400 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 460 V [W] 3,4) Max. extra verliezen voor RFI A1, lastscheider of hoofdschakelaar & contactor, F3/F Max. verliezen van paneelopties 400 Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] 1017/ /1561 Gewicht, gelijkrichtermodule [kg] Gewicht, omvormermodule [kg] Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Uitsch. wegens overtemp. koellichaam Uitsch. wegens omgevingstemp. stuurkaart Hz 110 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s 85 C 4 4 Tabel 4.3 Technische specificaties, frame F, V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. MG34S210 Rev

64 Selectie 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie MG34S210 Rev

65 Selectie FC 302 P250 P315 P355 P400 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 400 V [kw] Typisch asvermogen bij 460 V [pk] Typisch asvermogen bij 500 V [kw] Behuizing IP 21 F8/F9 F8/F9 F8/F9 F8/F9 Behuizing IP 54 F8/F9 F8/F9 F8/F9 F8/F9 Uitgangsstroom Continu (bij 400 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 460/500 V) [A] Continu kva (bij 400 V) [kva] Continu kva (bij 460 V) [kva] Continu kva (bij 500 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Max. kabelgrootte, net [mm² (AWG) 1) ] 4 x 90 (3/0) 4 x 90 (3/0) 4 x 240 (500 mcm) 4 x 240 (500 mcm) Max. kabelgrootte, motor [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 4 x 240 (4 x 500 mcm) 4 x 240 (4 x 500 mcm) 4 x 240 (4 x 500 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) x 240 (4 x 500 mcm) 2 x 185 (2 x 350 Geschat vermogensverlies bij 400 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 460 V [W] 3,4) Gewicht,behuizing IP 21, IP 54 [kg] 447/669 Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Uitsch. wegens overtemp. koellichaam Uitsch. wegens omgevingstemp. stuurkaart Hz 110 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s 85 C mcm) 4 4 Tabel 4.4 Technische specificaties, frame F8/F9, V, netvoeding 6 x V AC, 12-puls 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. MG34S210 Rev

66 Selectie 4 FC 302 P450 P500 P560 P630 P710 P800 Hoge/normale belasting * HO NO HO NO HO NO HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 400 V [kw] Typisch asvermogen bij 460 V [pk] Typisch asvermogen bij 500 V [kw] Behuizing IP 21, IP 54 zonder/met optiekast Uitgangsstroom F10/F11 F10/F11 F10/F11 F10/F11 F12/F13 F12/F13 Continu (bij 400 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 460/500 V) [A] Continu kva (bij 400 V) [kva] Continu kva (bij 460 V) [kva] Continu kva (bij 500 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 400 V) [A] Continu (bij 460/500 V) [A] Max. kabelgrootte, motor [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, net [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 8 x 150 (8 x 300 mcm) 12 x 150 (12 x 300 mcm) 6 x 120 (6 x 250 mcm) 4 x 185 (4 x 350 mcm) 6 x 185 (6 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) Geschat vermogensverlies bij 400 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 460 V [W] 3,4) Max. aanvullende verliezen van A1 RFI, lastscheider of hoofdschakelaar & contactor, F9/F11/F Max. verliezen van paneelopties 400 Gewicht,behuizing IP 21, IP 54 [kg] 1017/ / 1562 Gewicht, gelijkrichtermodule [kg] Gewicht, omvormermodule [kg] Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Uitsch. wegens overtemp. koellichaam Hz 95 C Uitsch. voed.krt wegens omg.temp. 85 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s Tabel 4.5 Technische specificaties, frame F10-F13, V, netvoeding 6 x V AC, 12-puls 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. 64 MG34S210 Rev

67 Selectie 4.2 Elektrische gegevens, V FC 302 N55K N75K N90K N110 N132 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21 D1h D1h D1h D1h D1h Behuizing IP 54 D1h D1h D1h D1h D1h Behuizing IP 20 D3h D3h D3h D3h D3h Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [kva] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) Max. kabelgrootte: net, motor, rem en loadsharing, mm² (AWG) 1) 2 x 95 (2 x 3/0) Max. externe netzekeringen [A] 2) Geschat vermogensverlies bij 575 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 kg (lb) 62 (135) Gewicht, behuizing IP 20 kg (lb) 125 (275) Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Uitschakeling wegens overtemperatuur koellichaam Uitsch. wegens omgevingstemp. stuurkaart Hz 110 C *Hoge overbelasting = 150% stroom gedurende 60 s, normale overbelasting = 110% stroom gedurende 60 s 75 C 4 4 Tabel 4.6 Technische specificaties, frame D, V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. MG34S210 Rev

68 Selectie 4 FC 302 Hoge/normale belasting* N160 N200 N250 N315 HO NO HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21 D2h D2h D2h D2h Behuizing IP 54 D2h D2h D2h D2h Behuizing IP 20 D4h D4h D4h D4h Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [kva] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) Max. kabelgrootte: net, motor, rem en loadsharing, mm² (AWG) 1) 2 x 185 (2 x 350) Max. externe netzekeringen [A] 2) 550 Geschat vermogensverlies bij 575 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 kg (lb) 125 (275) Gewicht, behuizing IP 20 kg (lb) 125 (275) Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Uitschakeling wegens overtemperatuur koellichaam Hz 110 C Uitsch. wegens omgevingstemp. stuurkaart 80 C *Hoge overbelasting = 150% stroom gedurende 60 s, normale overbelasting = 110% stroom gedurende 60 s Tabel 4.7 Technische specificaties, frame D, V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. 66 MG34S210 Rev

69 Selectie FC 302 P355 Hoge/normale belasting* HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21 E1 Behuizing IP 54 E1 Behuizing IP 00 E2 Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [A] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) [A] Max. kabelgrootte, net, motor en loadsharing [mm² (AWG) 1) ] 4 x 240 (4 x 500 mcm) Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 2 x 185 (2 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) 700 Geschat vermogensverlies bij 600 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] 263 Gewicht, behuizing IP 00 [kg] 221 Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Hz Uitsch. wegens overtemp. koellichaam 110 C Uitsch. voed.krt wegens omg.temp. 85 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s 4 4 Tabel 4.8 Technische specificaties, frame E, V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. MG34S210 Rev

70 Selectie 4 FC 302 P400 P500 P560 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21 E1 E1 E1 Behuizing IP 54 E1 E1 E1 Behuizing IP 00 E2 E2 E2 Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [A] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) [A] Max. kabelgrootte, net, motor en 4 x 240 (4 x 500 mcm) 4 x 240 (4 x 500 mcm) 4 x 240 (4 x 500 mcm) loadsharing [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 2 x 185 (2 x 350 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) Geschat vermogensverlies bij 600 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] Gewicht, behuizing IP 00 [kg] Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Hz Uitsch. wegens overtemp. koellichaam 110 C Uitsch. voed.krt wegens omg.temp. 85 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s Tabel 4.9 Technische specificaties, frame E V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. 68 MG34S210 Rev

71 Selectie FC 302 P630 P710 P800 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21, IP 54 zonder/met optiekast F1/F3 F1/F3 F1/F3 Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [A] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) [A] Max. kabelgrootte, motor [mm² (AWG) 1) ] 8 x 150 (8 x 300 mcm) Max. kabelgrootte, net F1 [mm² (AWG) 1) ] 8 x 240 (8 x 500 mcm) Max. kabelgrootte, net F3 [mm² (AWG) 1) ] 8 x 456 (8 x 900 mcm) Max. kabelgrootte, loadsharing [mm² (AWG) 1) ] 4 x 120 (4 x 250 mcm) Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 4 x 185 (4 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) 1600 Geschat vermogensverlies bij 600 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Max. aanvullende verliezen van lastscheider of hoofdschakelaar & contactor, F3/F Max. verliezen van paneelopties 400 Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] 1017/1318 Gewicht, gelijkrichtermodule [kg] Gewicht, omvormermodule [kg] Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Hz Uitsch. wegens overtemp. koellichaam 95 C 105 C 95 C Uitsch. voed.krt wegens omg.temp. 85 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s 4 4 Tabel 4.10 Technische specificaties, frame F1/F3, V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. MG34S210 Rev

72 Selectie 4 FC 302 P900 P1M0 P1M2 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21, IP 54 zonder/met optiekast F2/F4 F2/F4 F2/F4 Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [A] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) [A] Max. kabelgrootte, motor [mm² (AWG) 1) ] 12 x 150 (12 x 300 mcm) Max. kabelgrootte, net F2 [mm² (AWG) 1) ] 8 x 240 (8 x 500 mcm) Max. kabelgrootte, net F4 [mm² (AWG) 1) ] 8 x 456 (8 x 900 mcm) Max. kabelgrootte, loadsharing [mm² (AWG) 1) ] 4 x 120 (4 x 250 mcm) Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 6 x 185 (6 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) Geschat vermogensverlies bij 600 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Max. aanvullende verliezen van lastscheider of hoofdschakelaar & contactor, F3/F Max. verliezen van paneelopties 400 Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] 1260/ /1595 Gewicht, gelijkrichtermodule [kg] Gewicht, omvormermodule [kg] Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Hz Uitsch. wegens overtemp. koellichaam 95 C 105 C 95 C Uitsch. voed.krt wegens omg.temp. 85 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s Tabel 4.11 Technische specificaties, frame F2/F4, V, netvoeding 3 x V AC 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. 70 MG34S210 Rev

73 Selectie Elektrische gegevens, V AC, 12-puls FC 302 P355 P400 P500 P560 Hoge/normale belasting HO NO HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21 F8/F9 F8/F9 F8/F9 F8/F9 Behuizing IP 54 F8/F9 F8/F9 F8/F9 F8/F9 Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [A] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) [A] Max. kabelgrootte, net [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, motor [mm² (AWG) 1) ] Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 2 x 185 (2 x 350 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) 4 x 85 (3/0) 4 x 250 (500 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) x 185 (2 x 350 mcm) 2 x 185 (2 x 350 mcm) Geschat vermogensverlies bij 600 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] 447/669 Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Uitsch. wegens overtemp. koellichaam Hz 110 C Uitsch. voed.krt wegens omg.temp. 85 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s 4 4 Tabel 4.12 Technische specificaties frame F8/F9, V, netvoeding 6 x V AC, 12-puls 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. MG34S210 Rev

74 Selectie 4 FC 302 P630 P710 P800 Hoge/normale belasting HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21, IP 54 zonder/met optiekast F10/F11 F10/F11 F10/F11 Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [A] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) [A] Max. kabelgrootte, motor [mm² (AWG) 1) ] 8 x 150 (8 x 300 mcm) Max. kabelgrootte, net [mm² (AWG) 1) ] 6 x 120 (6 x 250 mcm) Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 4 x 185 (4 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) 900 Geschat vermogensverlies bij 600 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Max. aanvullende verliezen van lastscheider of hoofdschakelaar & contactor, F3/F Max. verliezen van paneelopties 400 Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] 1017/1319 Gewicht, gelijkrichtermodule [kg] Gewicht, omvormermodule [kg] Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Hz Uitsch. wegens overtemp. koellichaam 95 C 105 C 95 C Uitsch. voed.krt wegens omg.temp. 85 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s Tabel 4.13 Technische specificaties, frame F10/F11, V, netvoeding 6 x V AC, 12-puls 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. 72 MG34S210 Rev

75 Selectie FC 302 P900 P1M0 P1M2 Hoge/normale belasting* HO NO HO NO HO NO Typisch asvermogen bij 550 V [kw] Typisch asvermogen bij 575 V [pk] Typisch asvermogen bij 690 V [kw] Behuizing IP 21, IP 54 zonder/met optiekast F12/F13 F12/F13 F12/F13 Uitgangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 550 V) [A] Continu (bij 575/690 V) [A] Intermitterend (60 s overbelasting) (bij 575/690 V) [A] Continu kva (bij 550 V) [kva] Continu kva (bij 575 V) [kva] Continu kva (bij 690 V) [kva] Maximale ingangsstroom Continu (bij 550 V) [A] Continu (bij 575 V) [A] Continu (bij 690 V) [A] Max. kabelgrootte, motor [mm² (AWG) 1) ] 12 x 150 (12 x 300 mcm) Max. kabelgrootte, net F12 [mm² (AWG) 1) ] 8 x 240 (8 x 500 mcm) Max. kabelgrootte, net F13 [mm² (AWG) 1) ] 8 x 400 (8 x 900 mcm) Max. kabelgrootte, rem [mm² (AWG) 1) ] 6 x 185 (6 x 350 mcm) Max. externe netzekeringen [A] 2) Geschat vermogensverlies bij 600 V [W] 3,4) Geschat vermogensverlies bij 690 V [W] 3,4) Max. aanvullende verliezen van lastscheider of hoofdschakelaar & contactor, F3/F Max. verliezen van paneelopties 400 Gewicht, behuizing IP 21, IP 54 [kg] 1261/ /1596 Gewicht, gelijkrichtermodule [kg] Gewicht, omvormermodule [kg] Rendement 4) 0,98 Uitgangsfrequentie Hz Uitsch. wegens overtemp. koellichaam 95 C 105 C 95 C Uitsch. voed.krt wegens omg.temp. 85 C * Hoge overbelasting = koppel van 160% gedurende 60 s, normale overbelasting = koppel van 110% gedurende 60 s 4 4 Tabel 4.14 Technische specificaties, frame F12/F13, V, netvoeding 6x V AC, 12-puls 1) American Wire Gauge (Amerikaanse kabeldiktemaat). 2) Zie hoofdstuk Zekeringen voor de juiste zekeringgroottes. 3) Het typische vermogensverlies treedt op bij normale condities en ligt gewoonlijk tussen ± 15% (tolerantie hangt af van variaties in spanning en kabelcondities). Deze waarden zijn gebaseerd op een typisch motorrendement (grenslijn IEC2/IEC3). Motoren met lager rendement dragen ook bij aan het vermogensverlies in de frequentieomvormer. Als de schakelfrequentie wordt verhoogd ten opzichte van de nominale waarde, kunnen de vermogensverliezen aanzienlijk toenemen. Hierbij is rekening gehouden met het typische energieverbruik van de stuurkaart en het LCP. Opties en klantbelasting kunnen een verdere bijdrage van 30 W aan de verliezen leveren, hoewel dit gewoonlijk slechts 4 W extra is voor een volledig belaste stuurkaart of voor elk van de opties voor sleuf A of B. 4) Gemeten met een afgeschermde motorkabel van 5 m bij een nominale belasting en een nominale frequentie. MG34S210 Rev

76 Selectie 4.3 Algemene specificaties 4 Netvoeding Voedingsklemmen (6-puls) L1, L2, L3 Voedingsklemmen (12-puls) L1-1, L2-1, L3-1, L1-2, L2-2, L3-2 Voedingsspanning V ± 10% Voedingsspanning FC 302: V ± 10% Netspanning laag/netstoring: Bij een lage netspanning of uitval van de netvoeding blijft de frequentieomvormer in bedrijf totdat de tussenkringspanning daalt tot onder het minimale stopniveau. Dit ligt gewoonlijk 15% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieomvormer. Bij een netspanning van meer dan 10% onder de minimale nominale netspanning van de frequentieomvormer zijn inschakeling en een volledig koppel waarschijnlijk niet mogelijk. Netfrequentie 50/60 Hz ± 5% Max. tijdelijke onbalans tussen netfasen 3,0% van de nominale netspanning Werkelijke arbeidsfactor (λ) 0,9 nominaal bij nominale belasting Verschuivingsfactor (cos ϕ) dicht bij 1 (>0,98) Schakelen aan netingang L1, L2, L3 (inschakelingen) 90 kw maximaal 1 keer/2 min Omgeving volgens EN overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2 De eenheid is geschikt voor gebruik in een circuit dat maximaal Arms symmetrisch en 240/500/600/690 V kan leveren. Motorvermogen (U, V, W) Uitgangsspanning Uitgangsfrequentie ( kw) Uitgangsfrequentie in fluxmodus (alleen FC 302) Schakelen aan de uitgang Aan- en uitlooptijden 1) Afhankelijk van spanning en vermogen % van de voedingsspanning ) Hz Hz Onbeperkt 0, s Koppelkarakteristieken Startkoppel (constant koppel) maximaal 160% gedurende 60 s 1) Startkoppel maximaal 180% gedurende max. 0,5 s 1) Overbelastingskoppel (constant koppel) maximaal 160% gedurende 60 s 1) Startkoppel (variabel koppel) maximaal 110% gedurende 60 s 1) Stijgtijd van het koppel in VVC plus (onafhankelijk van fsw) 10 ms Stijgtijd van het koppel in Flux (voor 5 khz fsw) 1 ms 1) Het percentage heeft betrekking op het nominale koppel. 2) De responstijd van het koppel is afhankelijk van de toepassing en de belasting, maar gewoonlijk is de koppelstap van 0 naar de referentiewaarde 4-5 keer de koppelstijgtijd. Kabellengte en dwarsdoorsnede voor stuurkabels 1) Max. lengte motorkabel, afgeschermd Max. lengte motorkabel, niet-afgeschermd Maximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame/stijve kabel zonder kabelmoffen Maximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel met kabelmoffen Maximale kabeldoorsnede voor stuurklemmen, buigzame kabel met kabelmoffen en kraag Minimale kabeldoorsnede naar stuurklemmen 1) Zie hoofdstuk 4.1 Elektrische gegevens, V voor informatie over voedingskabels. 150 m 300 m 1,5 mm²/16 AWG 1 mm²/18 AWG 0,5 mm²/20 AWG 0,25 mm²/24 AWG 74 MG34S210 Rev

77 Selectie Bescherming en functies Thermo-elektronische motorbeveiliging tegen overbelasting. Temperatuurbewaking van het koellichaam zorgt ervoor dat de frequentieomvormer wordt uitgeschakeld als een vooraf gedefinieerde temperatuur wordt bereikt. Een temperatuuroverbelasting kan pas worden gereset als de temperatuur van het koellichaam onder de waarden in de tabellen op de volgende pagina's is gezakt. Deze temperatuur kan verschillen op basis van vermogensklasse, framegrootte, behuizingstype enz. De frequentieomvormer is beveiligd tegen kortsluiting op de motorklemmen U, V, W. Als er een netfase ontbreekt, wordt de frequentieomvormer uitgeschakeld of geeft hij een waarschuwing (afhankelijk van de belasting). Bewaking van de tussenkringspanning zorgt ervoor dat de frequentieomvormer wordt uitgeschakeld als de tussenkringspanning te laag of te hoog is. De frequentieomvormer controleert continu op kritische niveaus van interne temperatuur, belastingsstroom, hoge spanning op de tussenkring en lage motortoerentallen. Als reactie op een kritisch niveau kan de frequentieomvormer de schakelfrequentie aanpassen en/of het schakelpatroon wijzigen om een goede werking van de frequentieomvormer te garanderen. 4 4 Digitale ingangen Programmeerbare digitale ingangen 4 (6) 1) Klemnummer 18, 19, 27 1), 29 1), 32, 33 Logica PNP of NPN Spanningsniveau 0-24 V DC Spanningsniveau, logische '0' PNP < 5 V DC Spanningsniveau, logische '1' PNP > 10 V DC Spanningsniveau, logische '0' NPN 2) > 19 V DC Spanningsniveau, logische '1' NPN 2) < 14 V DC Maximale spanning op ingang 28 V DC Pulsfrequentiebereik khz Min. pulsbreedte (werkcyclus) 4,5 ms Ingangsweerstand, Ri ongeveer 4 kω Veilige uitschakeling van het koppel, klem 37 3,4) (klem 37 is vaste PNP-logica) Spanningsniveau Spanningsniveau, logische '0' PNP Spanningsniveau, logische '1' PNP Maximale spanning op ingang Typische ingangsstroom bij 24 V Typische ingangsstroom bij 20 V Ingangscapaciteit 0-24 V DC < 4 V DC > 20 V DC 28 V DC 50 ma rms 60 ma rms 400 nf Alle digitale ingangen zijn galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. 1) Klem 27 en 29 kunnen ook worden geprogrammeerd als uitgang. 2) Met uitzondering van klem 37 voor veilige uitschakeling van het koppel. 3) Zie hoofdstuk 3.12 Veilige stop voor meer informatie over klem 37 en veilige uitschakeling van het koppel. 4) Bij gebruik van een contactor met interne DC-spoel in combinatie met veilige uitschakeling van het koppel is het belangrijk om te voorzien in een retourpad voor de stroom uit de spoel wanneer deze wordt uitgeschakeld. Dit kan worden gedaan door gebruik te maken van een vrijloopdiode (of eventueel een 30 of 50 V MOV voor een snellere responstijd) over de spoel. Er zijn contactors te koop met een dergelijke diode. MG34S210 Rev

78 Selectie 4 Analoge ingangen Aantal analoge ingangen 2 Klemnummer 53, 54 Modi Spanning of stroom Modusselectie Schakelaar A53 en A54 (frame D) S201 en S202 (frame E & F) Spanning Schakelaar A53 en A54 (frame D) S201 en S202 (frame E & F) = Uit (U) Spanningsniveau -10 tot +10 V (schaalbaar) Ingangsweerstand, Ri ongeveer 10 kω Max. spanning ± 20 V Stroommodus Schakelaar A53 en A54 (frame D) S201 en S202 (frame E & F) = Aan (I) Stroomniveau 0/4 tot 20 ma (schaalbaar) Ingangsweerstand, Ri ongeveer 200 Ω Max. stroom 30 ma Resolutie voor analoge ingangen 10 bit (+ teken) Nauwkeurigheid van analoge ingangen Max. fout 0,5% van volledige schaal Bandbreedte 100 Hz De analoge ingangen zijn galvanisch gescheiden van de netspanning (PELV) en andere hoogspanningsklemmen. Afbeelding 4.1 Galvanische scheiding (PELV) Puls-/encoderingangen Programmeerbare puls-/encoderingangen 2/1 Klemnummer puls/encoder 29 1), 33 2) /32 3), 33 3) Max. frequentie op klem 29, 32, khz (push-pull) Max. frequentie op klem 29, 32, 33 5 khz (open collector) Min. frequentie op klem 29, 32, 33 4 Hz Spanningsniveau zie hoofdstuk Digitale ingangen Klem X30/1-4 Maximale spanning op ingang 28 V DC Ingangsweerstand, Ri ongeveer 4 kω Nauwkeurigheid van pulsingang (0,1-1 khz) Max. fout: 0,1% van volledige schaal Nauwkeurigheid van encoderingang (1-11 khz) Max. fout: 0,05% van volledige schaal De puls- en encoderingangen (klem 29, 32, 33) zijn galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. 1 ) Alleen FC 302 2) De pulsingangen zijn 29 en 33 3) Encoderingangen: 32 = A en 33 = B Analoge uitgang Aantal programmeerbare analoge uitgangen 1 Klemnummer 42 Stroombereik van analoge uitgang 0/4-20 ma Max. belasting GND analoge uitgang 500 Ω Nauwkeurigheid van analoge uitgang Max. fout: 0,5% van volledige schaal Resolutie op analoge uitgang 12 bit De analoge uitgang is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. 76 MG34S210 Rev

79 Selectie Stuurkaart, RS-485 seriële communicatie Klemnummer 68 (P,TX+, RX+), 69 (N,TX-, RX-) Klemnummer 61 Gemeenschappelijk voor klem 68 en 69 Het RS-485 seriële-communicatiecircuit is functioneel gescheiden van andere centrale circuits en galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV). Digitale uitgang Programmeerbare digitale/pulsuitgangen 2 Klemnummer 27, 29 1) Spanningsniveau bij digitale/frequentie-uitgang 0-24 V Max. uitgangsstroom (sink of source) 40 ma Max. belasting bij frequentie-uitgang 1 kω Max. capacitieve belasting bij frequentie-uitgang 10 nf Min. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 0 Hz Max. uitgangsfrequentie bij frequentie-uitgang 32 khz Nauwkeurigheid van frequentie-uitgang Max. fout: 0,1% van volledige schaal Resolutie van frequentie-uitgangen 12 bit 1) Klem 27 en 29 kunnen ook worden geprogrammeerd als ingang. 4 4 De digitale uitgang is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. Stuurkaart, 24 V DC-uitgang Klemnummer 12, 13 Uitgangsspanning 24 V +1, -3 V Max. belasting 200 ma De 24 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV), maar heeft dezelfde potentiaal als de analoge en digitale in- en uitgangen. Relaisuitgangen Programmeerbare relaisuitgangen 2 Relais 01 klemnummer 1-3 (verbreek), 1-2 (maak) Max. klembelasting (AC-1) 1) op 1-3 (NC), 1-2 (NO) (resistieve belasting) 240 V AC, 2 A Max. klembelasting (AC-15) 1) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 A Max. klembelasting (DC-1) 1) op 1-2 (NO), 1-3 (NC) (resistieve belasting) 60 V DC, 1 A Max. klembelasting (DC-13) 1) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 A Relay 02 (alleen FC 302) klemnummer 4-6 (verbreek), 4-5 (maak) Max. klembelasting (AC-1) 1) op 4-5 (NO) (resistieve belasting) 2,3) overspanningscategorie II 400 V AC, 2 A Max. klembelasting (AC-15) 1) op 4-5 (NO) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 A Max. klembelasting (DC-1) 1) op 4-5 (NO) (resistieve belasting) 80 V DC, 2 A Max. klembelasting (DC-13) 1) op 4-5 (NO) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 A Max. klembelasting (AC-1) 1) op 4-6 (NC) (resistieve belasting) 240 V AC, 2 A Max. klembelasting (AC-15) 1) op 4-6 (NC) (inductieve belasting bij cos φ 0,4) 240 V AC, 0,2 A Max. klembelasting (DC-1) 1) op 4-6 (NC) (resistieve belasting) 50 V DC, 2 A Max. klembelasting (DC-13) 1) op 4-6 (NC) (inductieve belasting) 24 V DC, 0,1 A Min. klembelasting op 1-3 (NC), 1-2 (NO), 4-6 (NC), 4-5 (NO) 24 V DC 10 ma, 24 V AC 20 ma Omgeving volgens EN overspanningscategorie III/verontreinigingsgraad 2 1) IEC deel 4 en 5. De relaiscontacten zijn galvanisch gescheiden van de rest van het circuit door middel van versterkte isolatie (PELV). 2) Overspanningscategorie II. 3) UL-toepassingen 300 V AC 2 A. MG34S210 Rev

80 Selectie 4 Stuurkaart, 10 V DC-uitgang Klemnummer 50 Uitgangsspanning 10,5 V ± 0,5 V Max. belasting 15 ma De 10 V DC-voeding is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. Stuurkarakteristieken Resolutie van uitgangsfrequentie bij Hz ± 0,003 Hz Herhalingsnauwkeurigheid van precisiestart/-stop (klem 18, 19) ± 0,1 ms Systeemresponstijd (klem 18, 19, 27, 29, 32, 33) 2 ms Bereik snelheidsregeling (zonder terugkoppeling) 1:100 van synchrone snelheid Bereik snelheidsregeling (met terugkoppeling) 1:1000 van synchrone snelheid Nauwkeurigheid van snelheid (zonder terugkoppeling) tpm: fout ± 8 tpm Snelheidsnauwkeurigheid (met terugkoppeling), afhankelijk van de resolutie van de terugkoppelingsbron tpm: fout ± 0,15 tpm Nauwkeurigheid koppelregeling (snelheidsterugkoppeling) max. fout ± 5% van nominaal koppel Alle stuurkarakteristieken zijn gebaseerd op een 4-polige asynchrone motor. Stuurkaartprestaties Scaninterval 1 ms Omgeving Framegrootte D1h, D2h, E1, F1, F2, F3 en F4 IP 21, IP 54 Framegrootte D3h, D4h IP20 E2 IP00 Triltest, framegrootte D, E en F 1 g Max. relatieve vochtigheid 5-95% (IEC ; klasse 3K3 (niet-condenserend) tijdens bedrijf) Agressieve omgeving (IEC ) H2S-test klasse Kd Testmethode conform IEC H2S (10 dagen) Agressieve omgeving (IEC ), gecoat Klasse 3C3 Omgevingstemperatuur (volledige classificatie met standaard parameterinstellingen) Max. 45 C Omgevingstemperatuur met reductie Max. 55 C Zie hoofdstuk 4.7 Speciale omstandigheden voor meer informatie over reductie bij hoge omgevingstemperaturen. Minimale omgevingstemperatuur bij volledig bedrijf 0 C Minimale omgevingstemperatuur bij gereduceerd bedrijf -10 C Temperatuur tijdens opslag/transport -25 tot +65/70 C Maximumhoogte boven zeeniveau 1000 m Reductie wegens grote hoogte; zie hoofdstuk 4.7 Speciale omstandigheden EMC-normen, emissie EN , EN /4, EN EN , EN /2, EMC-normen, immuniteit EN , EN , EN , EN , EN Zie hoofdstuk 4.7 Speciale omstandigheden. Stuurkaart, seriële communicatie via USB USB-standaard USB-stekker 1.1 (volle snelheid) USB type B 'apparaat'-stekker Aansluiting op de pc vindt plaats via een standaard USB-host/apparaatkabel. De USB-aansluiting is galvanisch gescheiden van de voedingsspanning (PELV) en andere klemmen met hoge spanning. De USB-aardverbinding is niet galvanisch gescheiden van de veiligheidsaarde. Sluit alleen geïsoleerde laptops aan op de USBconnector van de frequentieomvormer. 78 MG34S210 Rev

81 Selectie 4.4 Rendement Rendement van de frequentieomvormer (ηvlt) De belasting van de frequentieomvormer heeft weinig invloed op het rendement. In het algemeen is er bij de nominale motorfrequentie fm,n geen verschil in rendement tussen een motor die een askoppel van 100% nominaal geeft en een motor die slechts 75% afgeeft, in geval van gedeeltelijke belastingen. Het rendement van de frequentieomvormer verandert niet door het wijzigen van de U/f-karakteristieken. De U/fverhouding is echter wel van invloed op het rendement van de motor. Het rendement daalt enigszins als de schakelfrequentie is ingesteld op een waarde boven 5 khz. Het rendement zal ook enigszins afnemen als de netspanning 480 V is of de motorkabel langer is dan 30 m. Rendement van de frequentieomvormer berekenen Bereken het rendement van de frequentieomvormer bij verschillende belastingen op basis van Afbeelding 4.2. De factor in deze grafiek moet worden vermenigvuldigd met de relevante rendementsfactor die in de specificatietabellen in hoofdstuk 4.1 Elektrische gegevens, V en hoofdstuk 4.2 Elektrische gegevens, V staat vermeld. Relative Efficiency % 50% 100% 150% 200% % Speed 100% load 75% load 50% load 25% load Afbeelding 4.2 Typische rendementscurves Voorbeeld: hierbij gaan we uit van een 160 kw, V AC-frequentieomvormer bij een belasting van 25% en een toerental van 50%. Afbeelding 4.2 toont een rendement van 0,97, terwijl het nominale rendement van een 160 kwfrequentieomvormer 0,98 is. Het feitelijke rendement is dan: 0,97 x 0,98 = 0,95. Rendement van de motor (ηmotor) Het rendement van een motor die is aangesloten op de frequentieomvormer hangt af van het magnetiseringsniveau. Over het algemeen is het rendement even goed als bij werking op het net. Het motorrendement is afhankelijk van het type motor. 130BB In het bereik van % van het nominale koppel zal het motorrendement bijna constant zijn, zowel bij aansluiting op de frequentieomvormer als bij werking direct op het net. Bij gebruik van kleine motoren is de invloed van de U/fkarakteristiek op het rendement marginaal. Bij gebruik van motoren vanaf 11 kw zijn de voordelen echter aanzienlijk. Over het algemeen is de schakelfrequentie niet van invloed op het rendement van kleine motoren. Voor motoren vanaf 11 kw neemt het rendement toe (1-2%) doordat de sinusvorm van de motorstroom bij hoge schakelfrequenties bijna perfect is. Rendement van het systeem (ηsystem) Om het systeemrendement te berekenen, wordt het rendement van de frequentieomvormer (ηvlt) vermenigvuldigd met het rendement van de motor (ηmotor): ηsystem = ηvlt x ηmotor 4.5 Akoestische ruis De akoestische ruis uit de frequentieomvormer is afkomstig uit drie bronnen: 1. DC-tussenkringspoelen 2. Ingebouwde ventilator 3. RFI-filter (smoorspoel) In Tabel 4.15 staan de karakteristieke waarden voor akoestische ruis vermeld, gemeten op een afstand van 1 m vanaf de eenheid. Framegrootte dba bij volledige ventilatorsnelheid N90k 71 N N N N N Frame E1/E2 1) 74 Frame E1/E2 2) 83 Frame F 80 Tabel 4.15 Akoestische ruis 1) Alleen 250 kw, V en 355/400 kw, V. 2) Alle andere eenheden met frame E. 4 4 MG34S210 Rev

82 Selectie 4.6 du/dt-condities LET OP Om te voorkomen dat motoren die niet ontworpen zijn voor gebruik in combinatie met een frequentieomvormer, zoals motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere versterkte isolatie, vroegtijdig slijten, raadt Danfoss ten zeerste aan om een du/dt-filter of een sinusfilter aan te brengen op de uitgang van de frequentieomvormer. Zie de Design Guide voor uitgangsfilters voor meer informatie over du/dt- en sinusfilters. 4 Wanneer een transistor in de omvormerbrug schakelt, neemt de spanning in de motor toe met een du/dt-verhouding die afhankelijk is van: de motorkabel (type, dwarsdoorsnede, lengte afgeschermd of niet-afgeschermd); inductantie. De natuurlijke inductie veroorzaakt doorschot UPEAK in de motorspanning voordat deze zichzelf stabiliseert op een niveau dat afhankelijk is van de spanning in de tussenkring. De stijgtijd en de piekspanning UPEAK beïnvloeden de levensduur van de motor. Een te hoge piekspanning heeft met name gevolgen voor motoren zonder fasespoelisolatie. De lengte van de motorkabel is van invloed op de stijgtijd en de piekspanning. Bij een korte motorkabel (enkele meters) zijn de stijgtijd en de piekspanning bijvoorbeeld lager. Bij een lange motorkabel (100 m) zijn de stijgtijd en de piekspanning hoger. Een piekspanning op de motorklemmen worden veroorzaakt door het schakelen van de IGBT's. De frequentieomvormer voldoet aan de vereisten van IEC met betrekking tot motoren die zijn ontworpen om te worden bestuurd door frequentieomvormers. De frequentieomvormer voldoet tevens aan IEC met betrekking tot standaardmotoren die worden bestuurd door frequentieomvormers. High Power-serie De vermogensklassen in Tabel 4.16 en Tabel 4.17 bij de betreffende netspanningen voldoen aan de eisen van IEC ten aanzien van normale motoren die worden bestuurd door frequentieomvormers, IEC ten aanzien van normale motoren die zijn ontworpen om te worden bestuurd door frequentieomvormers, en NEMA MG Deel voor motoren die door een omvormer worden gevoed. Onderstaande vermogensklassen voldoen niet aan NEMA MG Part voor motoren voor algemene toepassing. Vermogens-klasse Kabellengte [m] Netspanning [V] Stijgtijd [µs] Piekspanning [V] du/dt [V/µs] kw/ V , ` Tabel 4.16 du/dt, frame D, V Vermogensklasse Kabellengte [m] Netspanning [V] Stijgtijd [µs] Piekspanning [V] du/dt [V/µs] kw/ V , Tabel 4.17 du/dt, frame E, V 1) Met du/dt-filter van Danfoss ) 0, , ) 0, MG34S210 Rev

83 Selectie Vermogens-klasse Kabellengte [m] Netspanning [V] Stijgtijd [µs] Piekspanning [V] du/dt [V/µs] kw/ V , kw/ V ) 0, Tabel 4.18 du/dt, frame D, V 1) Met du/dt-filter van Danfoss. Vermogensklasse Kabellengte [m] Netspanning [V] Stijgtijd [µs] Piekspanning [V] du/dt [V/µs] kw/ V , , ) 1, Tabel 4.19 du/dt, frame E en F, V 1) Met Danfoss du/dt-filter. 4.7 Speciale omstandigheden Deze sectie bevat uitgebreide gegevens over de bediening van de frequentieomvormer in omstandigheden waarbij reductie vereist is. Onder bepaalde omstandigheden moet het reduceren handmatig worden gedaan. In andere omstandigheden past de frequentieomvormer automatisch een bepaalde mate van reductie toe wanneer dat nodig is. Dit dient om te zorgen voor een correcte werking in kritieke situaties die anders tot een uitschakeling (trip) zouden kunnen leiden Handmatige reductie Handmatige reductie moet worden overwogen voor: luchtdruk relevant voor installaties op hoogtes boven 1000 m; motortoerental bij continubedrijf bij lage toerentallen in toepassingen met een constant koppel; omgevingstemperatuur relevant voor omgevingstemperaturen boven 50 C. MG34S210 Rev

84 Selectie Reductie wegens omgevingstemperatuur Grafieken worden afzonderlijk weergegeven voor 60 AVM en SFAVM. 60 AVM schakelt slechts 2/3 van de tijd, terwijl SFAVM gedurende de gehele periode schakelt. De maximale schakelfrequentie is 16 khz voor 60 AVM en 10 khz voor SFAVM. De discrete schakelfrequenties worden weergegeven in Tabel 4.20 en Tabel Frame model Frame D N90 t/m N V Schakelpatroon 60 AVM Iout [%] Hoge overbelasting HO, 150% Normale overbelasting NO, 110% fsw [khz] o 50 C o 55 C 130BX Iout [%] o 45 C o 50 C o 55 C fsw [khz] 130BX SFAVM BX BX Iout [%] fsw [khz] o 45 C o 50 C o 55 C Iout [%] fsw [khz] 40 C o 45 C o 50 C o 55 C o Frame E & F P315 t/m P1M V 60 AVM Iout [%] o 50 C o 55 C fsw [khz] 130BX Iout [%] fsw [khz] o 45 C o 50 C o 55 C 130BX SFAVM BX BX Iout [%] Iout [%] fsw [khz] o 45 C o 50 C o 55 C fsw [khz] o 40 C o 45 C o 50 C o 55 C Tabel 4.20 Reductietabellen voor frequentieomvormers met een nominaal vermogen van V (T5) 82 MG34S210 Rev

85 Selectie Frame D N55K t/m N V Framemodel Schakelpatroon 60 AVM Iout [%] Hoge overbelasting HO, 150% Normale overbelasting NO, 110% fsw [khz] o 50 C o 55 C BX Iout [%] fsw [khz] o 45 C o 50 C o 55 C BX SFAVM Iout [%] fsw [khz] o 45 C o 50 C o 55 C 130BX Iout [%] fsw [khz] o 40 C o 45 C o 50 C o 55 C 130BX Frame E & F P355 t/m P1M V 60 AVM Iout [%] fsw [khz] o 50 C o 55 C BX Iout [%] fsw [khz] o 45 C o 50 C o 55 C 130BX SFAVM BX BX Iout [%] fsw [khz] o 45 C o 50 C o 55 C Iout [%] o 50 C o fsw [khz] o 40 C o 45 C 55 C Tabel 4.21 Reductietabellen voor frequentieomvormers met een nominaal vermogen van V (T7) MG34S210 Rev

86 Selectie Automatische reductie De frequentieomvormer controleert voortdurend op kritieke niveaus: 4 Kritisch hoge temperatuur op de stuurkaart van het koellichaam Hoge motorbelasting Hoge DC-tussenkringspanning Laag motortoerental Als reactie op een kritisch niveau past de frequentieomvormer de schakelfrequentie aan. Bij kritisch hoge interne temperaturen en een laag motortoerental kunnen de frequentieomvormers ook het PWM-patroon forceren naar SFAVM. LET OP Automatische reductie werkt anders wanneer Uitgangsfilter is ingesteld op Sinusfilter vast [2]. 84 MG34S210 Rev

87 Bestellen 5 Bestellen 5.1 Bestelformulier Typecode F C - T X X S X X X X A B C D Tabel 5.1 Typecodereeks 130BC Productgroepen 1-3 Frequentieomvormerserie 4-6 Generatiecode 7 Vermogensklasse 8-10 Fasen 11 Netspanning 12 Behuizing Type behuizing Behuizingsklasse Stuurspanning Hardwareconfiguratie RFI-filter/Low Harmonic Drive/12- puls Rem 18 Display (LCP) 19 Coating printplaat 20 Netvoedingsoptie 21 Aanpassing A 22 Aanpassing B Software, versie Software, taal 28 A-opties B-opties C0-opties, MCO C1-opties 35 Software voor C-optie D-opties Niet alle keuzes/opties zijn beschikbaar voor elke versie van de FC 302. Gebruik de Drive Configurator op het internet om te controleren of een bepaalde versie beschikbaar is Drive Configurator Met behulp van het in Tabel 5.1 en Tabel 5.2 getoonde bestelnummersysteem kan een FC 300-frequentieomvormer worden ontworpen op basis van de toepassingseisen. Voor de FC 300-serie kunt u de frequentieomvormer in een standaardversie of in een versie met ingebouwde opties bestellen door een typecodereeks die het product omschrijft, te verzenden naar een lokaal verkooppunt van Danfoss. FC-302N132T5E20H4BGCXXXSXXXXA0BXCXXXXD0 De betekenis van de tekens in de reeks is gedefinieerd in Tabel 5.3. Aanvullende informatie voor elke frequentieomvormer is te vinden op de pagina's met bestelnummers in dit hoofdstuk. In bovenstaand voorbeeld is de frequentieomvormer uitgerust met een Profibus DP V1 en een 24 V- backupoptie. Gebruik de Drive Configurator om de juiste frequentieomvormer voor de juiste toepassing te configureren. De Drive Configurator genereert automatisch een 8-cijferig bestelnummer dat naar het verkoopkantoor bij u in de buurt moet worden verzonden. U kunt ook een projectlijst met verschillende producten samenstellen en deze naar een verkoopmedewerker van Danfoss zenden. De Drive Configurator is te vinden op de internationale website: Tabel 5.2 Voorbeeld van typecode voor het bestellen van een frequentieomvormer MG34S210 Rev

88 Bestellen 5 Frequentieomvormers worden automatisch geleverd met een taalpakket dat toepasselijk is voor het gebied waar de bestelling is geplaatst. Er bestaan vier regionale taalpakketten met daarin de volgende talen: Taalpakket 1 Engels, Duits, Frans, Deens, Nederlands, Spaans, Zweeds, Italiaans en Fins. Taalpakket 2 Engels, Duits, Chinees, Koreaans, Japans, Thais, Traditioneel Chinees en Bahasa Indonesisch. Taalpakket 3 Engels, Duits, Sloveens, Bulgaars, Servisch, Roemeens, Hongaars, Tsjechisch en Russisch. Taalpakket 4 Engels, Duits, Spaans, Engels VS, Grieks, Braziliaans Portugees, Turks en Pools. Als u een omvormer met een ander taalpakket wilt bestellen, kunt u contact opnemen met het verkoopkantoor van Danfoss bij u in de buurt. Beschrijving Pos. Mogelijke keuze Productgroep : FC 302 Generatiecode 7 N kw Fasen 11 Drie fasen (T) Netspanning T5: V AC T7: V AC Behuizing E20: IP 20 (chassis voor installatie in een externe behuizing) E2S: IP 20/Chassis frame D3h E21: IP 21 (NEMA 1) E2D: IP 21/Type 1 frame D1h E54: IP 54 (NEMA 12) E5D: IP 54/Type 12 frame D1h E2M: IP 21 (NEMA 1) met afscherming netvoeding E5M: IP 54 (NEMA 12) met afscherming netvoeding C20: IP 20/Chassis + backchannel van roestvrij staal C2S: IP 20/Chassis + backchannel van roestvrij staal frame D3h H21: IP 21 (NEMA 1) + verwarming H54: IP 54 (NEMA 12) + verwarming RFI-filter H2: RFI-filter, klasse A2 (standaard) H4: RFI-filter, klasse A1 1) Rem 18 X: geen rem-igbt B: rem-igbt gemonteerd R: regeneratieve klemmen S: rem + regeneratie (alleen IP 20) Vermogensklasse Beschrijving Pos. Mogelijke keuze Display 19 G: grafisch lokaal bedieningspaneel LCP N: numeriek lokaal bedieningspaneel (LCP) X: geen lokaal bedieningspaneel Coating printplaat 20 C: gecoate printplaat R: gecoate printplaat + verstevigd Netvoedingsoptie 21 X: geen netvoedingsoptie 3: hoofdschakelaar en zekering 4: contactor + zekeringen 7: zekering A: zekering en loadsharing (alleen IP 20) D: loadsharingklemmen (alleen IP 20) E: hoofdschakelaar + contactor + zekeringen J: circuitbreaker + zekeringen Aanpassing 22 X: standaard kabelingangen Aanpassing 23 X: geen aanpassing Q: toegangspaneel koellichaam Software, Actuele software versie Software, taal 28 Tabel 5.3 Besteltypecode voor frequentieomvormers met frame D 1) Leverbaar voor alle D-frames. 86 MG34S210 Rev

89 Bestellen Beschrijving Pos. Mogelijke keuze Productgroep : FC 302 Omvormerserie 4-6 FC 302 Vermogensklasse kw Fasen 11 Drie fasen (T) Netspanning T5: V AC T7: V AC Behuizing E00: IP 00 (chassis voor installatie in een externe behuizing) C00: IP 00/Chassis met backchannel van roestvrij staal E21: IP 21 (NEMA 1) E54: IP 54 (NEMA 12) E2M: IP 21 (NEMA 1) met afscherming netvoeding E5M: IP 54 (NEMA 12) met afscherming netvoeding RFI-filter H2: RFI-filter, klasse A2 (standaard) H4: RFI-filter, klasse A1 1) B2: 12-pulsomvormer met RFI-filter, klasse A2 B4: 12-pulsomvormer met RFI-filter, klasse A1 N2: LHD met RFI-filter, klasse A2 N4: LHD met RFI-filter, klasse A1 Rem 18 B: rem-igbt gemonteerd X: geen rem-igbt R: regeneratieve klemmen S: rem + regeneratie Display 19 G: grafisch lokaal bedieningspaneel LCP N: numeriek lokaal bedieningspaneel (LCP) X: geen lokaal bedieningspaneel Coating 20 C: gecoate printplaat printplaat Netvoedingsoptie 21 X: geen netvoedingsoptie 3: hoofdschakelaar en zekering 5: netschakelaar, zekering en loadsharing 7: zekering A: zekering en loadsharing D: Loadsharing Aanpassing 22 X: standaard kabelingangen Aanpassing 23 X: geen aanpassing Software, versie Actuele software Software, taal 28 Beschrijving Pos. Mogelijke keuze Productgroep 1-6 FC 302 Vermogensklasse kw Fasen 11 Drie fasen (T) Netspanning T5: V AC T7: V AC Behuizing C21: IP 21/NEMA type 1 met backchannel van roestvrij staal C54: IP 54/Type 12 met backchannel van roestvrij staal E21: IP 21/NEMA type 1 E54: IP 54/NEMA type 12 L2X: IP 21/NEMA 1 met binnenverlichting & IEC 230 V-stopcontact L5X: IP 54/NEMA 12 met binnenverlichting & IEC 230 V-stopcontact L2A: IP 21/NEMA 1 met binnenverlichting & NAM 115 V-stopcontact L5A: IP 54/NEMA 12 met binnenverlichting & NAM 115 V-stopcontact H21: IP 21 met verwarmingstoestel en thermostaat H54: IP 54 met verwarmingstoestel en thermostaat R2X: IP 21/NEMA 1 met verwarmingstoestel, thermostaat, verlichting & IEC 230 V-stopcontact R5X: IP 54/NEMA 12 met verwarmingstoestel, thermostaat, verlichting & IEC 230 V-stopcontact R2A: IP 21/NEMA 1 met verwarmingstoestel, thermostaat, verlichting & NAM 115 V-stopcontact R5A: IP 54/NEMA 12 met verwarmingstoestel, thermostaat, verlichting & NAM 115 V-stopcontact 5 5 Tabel 5.4 Besteltypecode voor frequentieomvormers met frame E 1) Alleen leverbaar voor /500 V. 2) Neem contact op met de fabriek voor toepassingen waarvoor maritieme certificatie nodig is. MG34S210 Rev

90 Bestellen 5 Beschrijving Pos. Mogelijke keuze RFI-filter H2: RFI-filter, klasse A2 (standaard) H4: RFI-filter, klasse A1 HE: RCD met RFI-filter, klasse A2 HF: RCD met RFI-filter, klasse A1 HG: IRM met RFI-filter, klasse A2 HH: IRM met RFI-filter, klasse A1 HJ: NAMUR-klemmen en RFI-filter, klasse A2 HK: NAMUR-klemmen met RFI-filter, klasse A1 HL: RCD met NAMUR-klemmen en RFIfilter, klasse A2 HM: RCD met NAMUR-klemmen en RFIfilter, klasse A1 HN: IRM met NAMUR-klemmen en RFIfilter, klasse A2 HP: IRM met NAMUR-klemmen en RFIfilter, klasse A1 N2: Low Harmonic Drive met RFI-filter, klasse A2 N4: Low Harmonic Drive met RFI-filter, klasse A1 B2: 12-pulsomvormer met RFI-filter, klasse A2 B4: 12-pulsomvormer met RFI-filter, klasse A1 BE: 12-puls + RCD voor TN/TT-net + RFIfilter, klasse A2 BF: 12-puls + RCD voor TN/TT-net + RFIfilter, klasse A1 BG: 12-puls + IRM voor IT-net + RFIfilter, klasse A2 BH: 12-puls + IRM voor IT-net + RFIfilter, klasse A1 BM: 12-puls + RCD voor TN/TT-net + NAMUR-klemmen + RFI-filter, klasse A1* Rem 18 B: rem-igbt gemonteerd X: geen rem-igbt C: Veilige stop met Pilz-relais D : Veilige stop met Pilz-veiligheidsrelais & rem-igbt R: regeneratieve klemmen M: drukknop voor noodstop conform IEC (met Pilz-veiligheidsrelais) N: drukknop voor noodstop conform IEC met rem-igbt en remklemmen P: drukknop voor noodstop conform IEC met klemmen voor regeneratie Display 19 G: grafisch lokaal bedieningspaneel LCP Coating printplaat 20 C: gecoate printplaat Beschrijving Pos. Mogelijke keuze Netvoedingsoptie 21 X: geen netvoedingsoptie 3: hoofdschakelaar en zekering 5: netschakelaar, zekering en loadsharing 7: zekering A: zekering en loadsharing D: Loadsharing E: hoofdschakelaar, contactor en zekeringen F: hoofdschakelaar, contactor en zekeringen G: hoofdschakelaar, contactor, loadsharingklemmen en zekeringen 2) H: hoofdschakelaar, contactor, loadsharingklemmen en zekeringen J: hoofdschakelaar en zekeringen K: hoofdschakelaar, loadsharingklemmen en zekeringen Voedingsklemmen & motorstarters 22 X: geen optie E: op 30 A afgezekerde voedingsklemmen F: op 30 A afgezekerde voedingsklemmen & 2,5-4 A handmatige motorstarter G: op 30 A afgezekerde voedingsklemmen & 4-6,3 A handmatige motorstarter H: op 30 A afgezekerde voedingsklemmen & 6,3-10 A handmatige motorstarter J: op 30 A afgezekerde voedingsklemmen & A handmatige motorstarter K: twee 2,5-4 A handmatige motorstarters L: twee 4-6,3 A handmatige motorstarters M: twee 6,3-10 A handmatige motorstarters N: twee A handmatige motorstarters 24 V- hulpvoeding & externe temperatuurbewaking 23 X: geen optie H: 5 A, 24 V-voeding (te gebruiken door klant) J: Externe temperatuurbewaking G: 5 A, 24 V-voeding (te gebruiken door klant) & externe temperatuurbewaking Software, Actuele software versie S023: backchannel van roestvrij staal 316 alleen High Power-omvormers Software, taal 28 * Hiervoor zijn MCB 112 en MCB 113 vereist Tabel 5.5 Besteltypecode voor frequentieomvormers met frame F 88 MG34S210 Rev

91 Bestellen Beschrijving Pos. Mogelijke keuze A-opties AX: geen A-optie A0: PROFIBUS DP MCA 101 (standaard) A4: DeviceNet MCA 104 (standaard) A6: CANopen MCA 105 (standaard) AN: EtherNet/IP MCA 121 AL: PROFINET MCA 120 AQ: Modbus TCP MCA 122 AT: PROFIBUS Converter MCA 113, VLT 3000 AU: PROFIBUS Converter MCA 114, VLT 5000 B-opties BX: geen optie BK: MCB 101 General purpose I/O-optie BR: MCB 102 Encoderoptie BU: MCB 103 Resolveroptie BP: MCB 105 Relaisoptie BZ: MCB 108 Safe PLC Interface-optie B2: MCB 112 PTC-thermistorkaart B4: Sensor Input MCB 114 C0/E0-opties CX: geen optie C4: Motion Control Option MCO 305 BK: MCB 101 General Purpose I/O in E0 BZ: MCB 108 Safe PLC I/O in E0 C1-opties/ A/B in C- optieadapter Software voor C-optie/ E1-opties 35 X: geen optie R: Extended Relay Card MCB 113 Z: OEM-optie Modbus RTU MCA 140 E: MCF 106 A/B in C-optieadapter 36- XX: standaardregelaar 37 10: Synchronizing Controller MCO : Position Controller MCO : Center Winder MCO 352 AN: EtherNet/IP MCA 121 in E1 BK: MCB 101General Purpose I/O in E1 BZ: MCB 108 Safe PLC I/O in E1 D-opties 38- DX: geen optie 39 D0: 24 V External Supply MCB Tabel 5.6 Bestelopties voor alle framegroottes MG34S210 Rev

92 Bestellen 5.2 Bestelnummers Opties en accessoires 5 Type Beschrijving Bestelnr. Overige hardware Profibus boveningang Boveningang voor frame D en E, behuizingstype IP 00, IP 20, IP 21 en 176F1742 IP 54 Aansluitklemmen Schroefaansluitklemmen voor het vervangen van veeraansluitklemmen 1 st. 10-polige, 1 st. 6-polige en 1 st. 3-polige connectoren 130B1116 De bestelnummers voor kanaalkoelsets, NEMA 3R-sets, montagevoetsets, ingangplaatsets en afscherming netvoeding zijn te vinden in hoofdstuk 9.12 High Power-opties LCP LCP 101 Numeriek lokaal bedieningspaneel (NLCP) 130B1124 LCP 102 Grafisch lokaal bedieningspaneel (GLCP) 130B1107 LCP-kabel Losse LCP-kabel, 3 m 175Z0929 LCP-set, IP 21 Paneelbevestigingsset inclusief grafisch LCP, bevestigingsmateriaal, 3 130B1113 m kabel en pakking LCP-set, IP 21 Paneelmontageset voor numeriek LCP, bevestigingsmateriaal en 130B1114 pakking LCP-set, IP 21 Paneelbevestigingsset voor alle LCP's inclusief bevestigingsmateriaal, 3 m kabel en pakking 130B1117 Opties voor sleuf A Ongecoat Gecoat MCA 101 Profibus-optie DP V0/V1 130B B1200 MCA 104 DeviceNet-optie 130B B1202 MCA 105 CANopen 130B B1205 MCA 113 Protocolomzetter tussen Profibus en VLT B1245 Opties voor sleuf B MCB 101 Algemene I/O-optie 130B B1212 MCB 103 Encoderoptie 130B B1203 MCB 103 Resolveroptie 130B B1227 MCB 105 Relaisoptie 130B B1210 MCB 108 Veiligheidsinterface naar PLC (DC/DC-omzetter) 130B B1220 MCB 112 ATEX PTC-thermistorkaart 130B1137 Opties voor sleuf C MCO 305 Programmeerbare bewegingsregelaar 130B B1234 MCO 350 Synchronisatieregelaar 130B B1252 MCO 351 Positioneringsregelaar 130B B1253 MCO 352 Centrale wikkelregelaar 130B B1166 MCB 113 Uitgebreide relaiskaart 130B B1264 Optie voor sleuf D Ongecoat Gecoat MCB V DC-backup 130B B1208 Externe opties Ethernet IP Ethernet master 175N2584 Tabel 5.7 Opties en accessoires 90 MG34S210 Rev

93 Bestellen Type Beschrijving Bestelnr. Pc-software MCT 10 MCT 10 setupsoftware 1 gebruiker 130B1000 MCT 10 MCT 10 setupsoftware 5 gebruikers 130B1001 MCT 10 MCT 10 setupsoftware 10 gebruikers 130B1002 MCT 10 MCT 10 setupsoftware 25 gebruikers 130B1003 MCT 10 MCT 10 setupsoftware 50 gebruikers 130B1004 MCT 10 MCT 10 setupsoftware 100 gebruikers 130B1005 MCT 10 MCT 10 setupsoftware onbeperkt aantal gebruikers 130B1006 Tabel 5.8 Softwareopties Opties kunnen worden besteld als door de fabriek ingebouwde opties. Neem contact op met uw Danfoss-leverancier voor informatie over de compatibiliteit van veldbus- en toepassingsopties met oudere softwareversies Remweerstanden De vereisten voor remweerstanden hangen af van de toepassing Raadpleeg altijd de Design Guide voor remweerstanden voor de VLT FC-serie voordat u remweerstanden selecteert. Kritieke gegevens zijn onder meer: werkcyclus rem, weerstand en vermogenscapaciteit remweerstand minimale weerstand frequentieomvormer De onderstaande tabellen bevatten typische gegevens voor twee veel voorkomende toepassingstypen. 10% wordt gewoonlijk gebruikt voor incidenteel remmen van horizontale belastingen. 40% wordt gewoonlijk gebruikt bij hijstoepassingen waarbij de belasting altijd moet worden gestopt als deze omlaaggaat V AC FC 302 [T5] Pm (HO) [kw] Aantal remchoppers 1) Rmin Rbr,nom N90K ,6 3,8 N ,0 3,2 N ,5 2,5 N ,0 2,0 N ,6 1,7 N ,2 1,4 P ,2 1,5 P ,2 1,3 P ,1 1,1 P ,9 1,0 P ,9 0,91 P ,8 0,82 P ,7 0,72 P ,6 0,64 P ,5 0,57 Tabel 5.9 Gegevens remchopper, V Rmin = minimale remweerstand die voor deze frequentieomvormer kan worden gebruikt. Als de frequentieomvormer meerdere remchoppers bevat, is de weerstandswaarde de som van alle weerstanden in parallel. Rbr,nom= nominale weerstand die nodig is om een remkoppel van 150% te realiseren. Rrec = weerstandswaarde van de aanbevolen remweerstand van Danfoss. 1) Grotere frequentieomvormers bevatten meerdere omvormermodules met een remchopper in elke omvormer. Op alle remchoppers moeten gelijkwaardige weerstanden worden aangesloten. MG34S210 Rev

94 Bestellen V AC 5 FC 302 [T7] Pm (HO) [kw] Aantal remchoppers 1) Rmin Rbr,nom N55K ,5 11,0 N75K ,8 9,4 N90K ,2 7,5 N ,6 6,2 N ,2 5,2 N ,2 4,2 N ,4 3,3 N ,3 2,8 N ,3 2,4 P ,3 2,4 P ,1 2,1 P ,0 2,0 P ,0 2,0 P ,3 1,3 P ,1 1,2 P ,1 1,1 P ,0 1,0 P1M ,8 0,84 P1M ,7 0,70 P1M ,55 0,60 Tabel 5.10 Gegevens remchopper, V Rmin = minimale remweerstand die voor deze frequentieomvormer kan worden gebruikt. Als de frequentieomvormer meerdere remchoppers bevat, is de weerstandswaarde de som van alle weerstanden in parallel. Rbr,nom= nominale weerstand die nodig is om een remkoppel van 150% te realiseren. Rrec= weerstandswaarde van de aanbevolen remweerstand van Danfoss. 1) Grotere frequentieomvormers bevatten meerdere omvormermodules met een remchopper in elke omvormer. Op alle remchoppers moeten gelijkwaardige weerstanden worden aangesloten. 92 MG34S210 Rev

95 Bestellen Bestelnummer: Geavanceerde harmonischenfilters Harmonischenfilters dienen om de harmonischen in het elektriciteitsnet te beperken. Zie de AHF Design Guide voor meer informatie over geavanceerde harmonischenfilters. AHF 010: 10% stroomvervorming AHF 005: 5% stroomvervorming Codenummer AHF 005 IP 00 IP 20 Codenummer AHF 010 IP 00 IP 20 Nominale Typische VLT-model en Verliezen Akoestische Framegrootte filterstroom motor nominale stroom AHF005 AHF010 ruis [A] [kw] [kw] [A] [W] [W] [dba] AHF005 AHF B B B B N <75 X6 X6 130B B B B N <75 X7 X7 130B B B B N <75 X7 X7 130B B B B Parallelle plaatsing voor 355 kw <75 X8 X7 130B B B B N <77 X8 X7 130B B B B N <77 X8 X8 2x 130B1448 2x 130B1259 2x 130B1370 2x 130B N <80 Tabel 5.11 Geavanceerde harmonischenfilters V, 50 Hz, Frame D MG34S210 Rev

96 Bestellen Bestelnr. AHF 005 IP 00 IP 20 Bestelnr. AHF 010 IP 00 IP 20 Nominale Typische VLT-model en Verliezen Akoestische Framegrootte filterstroom motor nominale stroom AHF005 AHF010 ruis [A] [kw] [kw] [A] [W] [W] [dba] AHF005 AHF010 2x 130B3153 2x 130B3152 2x 130B3151 2x 130B P <80 130B B B B B B B B P <80 5 2x 130B1449 2x 130B B B B B1261 2x 130B1389 2x 130B B B B B P < P <80 2x 130B1469 2x 130B1261 2x 130B1391 2x 130B P <80 3x 130B1449 3x 130B1260 3x 130B1389 3x 130B P <80 2x 130B B1469 2x 130B B1261 2x 130B B1391 2x 130B B P <80 3x 130B1469 3x x 130B1391 3x 130B P <80 2x 130B x 130B1469 2x 130B x 130B1261 2x 130B x 130B1391 2x 130B x 130B P <80 Tabel 5.12 Geavanceerde harmonischenfilters V, 50 Hz, frame E en F Bestelnummer AHF005 IP 00 IP B B B B B B B B B B B B2873 2x 130B3133 2x 130B2871 Bestelnummer AHF010 IP 00 IP B B B B B B B B B B B B2856 2x 130B3092 2x 130B2819 Nominale filterstroom Typische VLT-model en Verliezen Akoestische Framegrootte motor nominale stroom AHF005 AHF010 ruis [A] [kw] [kw] [A] [W] [W] [dba] AHF005 AHF N <75 X6 X N <75 X7 X N <75 X8 X7 325 Parallelle plaatsing voor 355 kw <75 X8 X N <77 X8 X N <77 X8 X N <80 Tabel 5.13 Geavanceerde harmonischenfilters V, 60 Hz, Frame D 94 MG34S210 Rev

97 Bestellen Bestelnummer AHF005 IP 00 IP 20 Bestelnummer AHF010 IP 00 IP 20 Nominale Typische VLT-model en Verliezen Akoestische Framegrootte filterstroom motor nominale stroom AHF005 AHF010 ruis [A] [kw] [kw] [A] [W] [W] [dba] AHF005 AHF010 2x 130B3157 2x 130B3156 2x 130B3155 2x 130B P <80 130B B B B B B B B P <80 2x 130B3134 2x 130B B B B B3135 2x 130B3093 2x 130B B B B B P < P < x 130B3135 2x 130B2873 2x 130B3094 2x 130B P <80 3x 130B3134 3x 130B2872 3x 130B3093 3x 130B P <80 2x 130B B3135 2x 130B B2873 2x 130B B3094 2x 130B B P <80 3x 130B3135 3x 130B2873 3x 130B3094 3x 130B P <80 2x 130B x 130B3135 2x 130B x 130B2873 2x 130B x 130B3094 2x 130B x 130B P1M <80 Tabel 5.14 Geavanceerde harmonischenfilters V, 60 Hz, frame E en F Bestelnummer AHF005 IP 00 IP B B B B B B B B B B B B B B B B1766 Bestelnummer AHF010 IP 00 IP B B B B B B B B B B B B B B B B1498 Nominale Typische VLT-model en filterstroom motor nominale stroom Verliezen Akoestische Framegrootte AHF005 AHF010 ruis [A] [pk] [pk] [A] [W] [W] [dba] AHF005 AHF N <75 X6 X N <75 X7 X N <75 X8 X N <75 X8 X7 380 Gebruikt voor parallel plaatsing bij <77 X8 X7 355 kw N <77 X8 X N <80 Tabel 5.15 Geavanceerde harmonischenfilters V, 60 Hz, Frame D MG34S210 Rev

98 Bestellen Bestelnummer AHF005 IP 00/IP 20 Bestelnummer AHF010 IP 00/IP 20 Nominale Typische VLT-model en filterstroom motor nominale stroom Verliezen Akoestische Framegrootte AHF005 AHF010 ruis [A] [pk] [kw] [A] [W] [W] [dba] AHF005 AHF010 2x 130B2200 2x 130B1766 2x 130B1784 2x 130B P <80 130B B B B B B B B P <80 5 2x 130B2257 2x 130B1768 2x 130B3168 2x 130B3167 2x 130B1785 2x 130B1499 2x 130B3166 2x 130B P < P <80 2x 130B2259 2x 130B1769 2x 130B1786 2x 130B P <80 3x 130B2257 3x 130B1768 3x 130B1785 3x 130B P <80 3x 130B3168 3x 130B3167 3x 130B3166 3x 130B P <80 3x 130B2259 3x 130B1769 3x 130B1786 3x 130B P <80 2x 130B x 130B2259 2x 130B x 130B1768 2x 130B1785 2x 130B x 130B1786 2x 130B x 130B P1M <80 Tabel 5.16 Geavanceerde harmonischenfilters, V, 60 Hz, frame E en F 96 MG34S210 Rev

99 Bestellen Bestelnummer Bestelnummer AHF005 IP AHF010 IP 00/IP 20 00/IP B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B5226 2x 130B B5244 2x 130B B5227 2x 130B B5245 2x 130B B5228 VLT-model en Akoestische Verliezen nominale stroom ruis Framegrootte 50 Hz AHF005 AHF010 [A] [pk] [kw] [A] [W] [W] [dba] AHF005 AHF N75K <72 X6 X N90K <72 X6 X N <72 X6 X N <72 X7 X N <72 X7 X N <75 X8 X N <75 X8 X N <75 X N <75 X8 5 5 Tabel 5.17 Geavanceerde harmonischenfilters, 600 V, 60 Hz Bestelnummer AHF005 IP 00/IP 20 2x 130B5274 2x 130B5259 2x 130B5275 2x 130B5260 3x 130B5274 3x 130B5259 3x 130B5274 3x 130B5259 3x 130B5275 3x 130B5260 4x 130B5274 4x 130B5259 4x 130B5275 4x 130B5260 Bestelnummer AHF010 IP 00/IP 20 2x 130B5242 2x 130B5225 2x 130B5243 2x 130B5226 2x 130B5244 2x 130B5227 2x 130B5244 2x 130B5227 3x 130B5243 3x 139B5226 3x 130B5244 3x 130B5227 3x 130B5244 3x 130B5227 4x 130B5244 4x 130B5227 Nominale Standaard filterstroom motor Nominale Standaard filterstroom motor VLT-model en Akoestische Verliezen nominale stroom ruis Framegrootte 50 Hz AHF005 AHF010 [A] [pk] [kw] [A] [W] [W] [dba] AHF005 AHF P P P P P P P1M P1M Tabel 5.18 Geavanceerde harmonischenfilters, 600 V, 60 Hz MG34S210 Rev

100 Bestellen 5 Bestelnummer AHF005 IP 00/IP B B B B B B B B B B B B B B B B5199 2x 130B5042 2x 130B5197 Bestelnummer AHF010 IP 00/IP B B B B B B B B B B B B B B B B B B5295 Nominale filterstroom Frame- VLT-model en nominale stroom Verliezen Akoestische Typisch Typisch grootte AHF AHF ruis 50 Hz motorve V motorver V rmogen mogen [A] [kw] [kw] [A] [kw] [kw] [A] [W] [W] [dba] AHF AHF N55K N75K <72 X6 X N75K <72 X6 X N90K N90K <72 X6 X N N <72 X6 X N N <72 X7 X N N <72 X7 X N N <75 X8 X N N <75 X8 X N N X8 2x 130B B N X8 130B B B B B B N N B B5293 Tabel 5.19 Geavanceerde harmonischenfilters, V, 50 Hz 98 MG34S210 Rev

101 Bestellen Bestelnummer AHF005 IP 00/IP 20 Bestelnummer AHF010 IP 00/IP 20 Nominale VLT-model en nominale stroom Verliezen filterstroom Akoestische ruis Typisch Typisch AHF AHF 50 Hz motorver V motorver V mogen mogen [A] [kw] [kw] [A] [kw] [kw] [A] [W] [W] [dba] Framegrootte AHF AHF B B B B5199 2x 130B5076 2x 130B B B B B5294 2x 130B5332 2x 130B P P P P B x 130B B x 130B B B B B P P x 130B5042 4x 130B5197 2x 130B5333 2x 130B P P x 130B5076 3x 130B5199 3x 130B5332 3x 130B P P x 130B x 130B5042 2x 130B x 130B5197 2x 130B B5333 2x 130B B P P x 130B5042 6x 130B5197 3x 130B5333 3x 130B P1M P1M Tabel 5.20 Geavanceerde harmonischenfilters, V, 50 Hz MG34S210 Rev

102 Bestellen Bestelnummer: Sinusfiltermodules, V AC V, 50 Hz 460 V, 60 Hz 500 V, 50 Hz Framegrootte Bestelnummer filter [kw] [A] [pk] [A] [kw] [A] IP00 IP D1h/D3h 130B B D1h/D3h D1h/D3h, D2h/D4h, D13 130B B D2h/D4h, D D2h/D4h, D13 130B B D2h/D4h, D13, E1/E2, E9, F8/F9 130B B E1/E2, E9, F8/F E1/E2, E9, F8/F9 130B B E1/E2, E9, F8/F E1/E2, E9, F8/F9 130B B F1/F3, F10/F11, F18 2X130B3186 2X130B F1/F3, F10/F11, F F1/F3, F10/F11, F18 2X130B3188 2X130B F1/F3, F10/F11, F F1/F3, F10/F11, F18 2X130B3191 2X130B F2/F4, F12/F F2/F4, F12/F13 3X130B3188 3X130B F2/F4, F12/F F2/F4, F12/F13 3X130B3191 3X130B3192 Tabel 5.21 Sinusfiltermodules, V 525 V, 50 Hz 575 V, 60 Hz 690 V, 50 Hz Framegrootte Bestelnummer filter [kw] [A] [pk] [A] [kw] [A] IP00 IP D1h/D3h 130B B D1h/D3h D1h/D3h 130B B D1h/D3h, D2h/D4h D2h/D4h 130B B D2h/D4h D2h/D4h, F8/F9 130B B D2h/D4h, F8/F D2h/D4h, F8/F9 130B B E1/E2, F8/F E1/E2, F8/F9 130B B E1/E2, F8/F E1/E2, F8/F E1/E2, F8/F9 130B B F1/F3, F10/F11 2X130B4129 2X130B F1/F3, F10/F F1/F3, F10/F11 2X130B4152 2X130B F1/F3, F10/F F1/F3, F10/F11 2X130B4154 2X130B F2/F4, F12/F F2/F4, F12/F13 3X130B4152 3X130B F2/F4, F12/F13 3X130B4154 3X130B4155 Tabel 5.22 Sinusfiltermodules, V 100 MG34S210 Rev

103 Bestellen LET OP Bij gebruik van sinusfilters moet de schakelfrequentie voldoen aan de filterspecificaties in Switching Frequency. LET OP Zie ook de Design Guide voor uitgangsfilters du/dt-filters Nominale waarden voor typische toepassingen V [T5] 400 V, 50 Hz 460 V, 60 Hz 500 V, 50 Hz Framegrootte Bestelnummer filter kw A pk A kw A IP00 IP D1h/D3h/D5h/D6h D1h/D3h/D5h/D6h D1h/D3h, D2h/D4h, D13 130B B D2h/D4h, D7h/D8h, D D2h/D4h, D7h/D8h, D D2h/D4h, D7h/D8h, D11 E1/E2, 130B B3850 E9, F8/F E1/E2, E9, F8/F E1/E2, E9, F8/F9 E1/E2, F8/F9 E1/E2, F8/F9 130B B2852 E1/E2, F8/F E1/E2, E9, F8/F9 F1/F3, F10/F11, F E1/E2, E9, F8/F9 F1/F3, F10/F11, F18 130B x 130B B x 130B28502 F1/F3, F10/F F1/F3, F10/F11, F18 2 x 130B x 130B F1/F3, F10/F11, F F1/F3, F10/F11, F18 2 x 130B x 130B2852 F1/F3, F10/F11 2 x 130B x 130B F2/F4, F12/F13 3 x 130B x 130B2850 F2/F4, F12/F F2/F4, F12/F13 3 x 130B x 130B F2/F4, F12/F13 F2/F4, F12/F13 3 x 130B x 130B Tabel 5.23 Bestelnummers du/dt-filters voor V MG34S210 Rev

104 Bestellen 5 Nominale waarden voor typische toepassingen V [T7] 525 V, 50 Hz 575 V, 60 Hz 690 V, 50 Hz Framegrootte Bestelnummer filter kw A pk A kw A IP00 IP D1h/D3h, D5h/D6h D1h/D3h, D5h/D6h 130B B2842 (IP 20) D1h/D3h, D5h/D6h D1h/D3h, D5h/D6h 130B B2845 (IP 20) D1h/D3h, D5h/D6h D1h/D3h, D2h/D4h, D13 130B B D2h/D4h, D7h/D8h, D D2h/D4h, D7h/D8h, D D2h/D4h, D7h/D8h, D11 E9, F8/F9 130B B D2h/D4h, D7h/D8h, E9, F8/F D2h/D4h, D7h/D8h, E9, F8/F9 130B B D2h/D4h, D7h/D8h, E1/E2, F8/F E1/E2, F8/F E1/E2, E9, F8/F E1/E2, E9, F8/F9 130B B E1/E2, F8/F9 F1/F3, F10/F11, F F1/F3, F10/F11, F18 2 x 130B x 130B F1/F3, F10/F F1/F3, F10/F11, F18 2 x 130B x 130B F1/F3, F10/F11, F F1/F3, F10/F11, F18 2 x 130B x 130B F1/F3, F10/F11 2 x 130B x 130B F2/F4, F12/F13 3 x 130B x 130B F2/F4, F12/F F2/F4, F12/F13 3 x 130B x 130B F2/F4, F12/F F2/F4, F12/F13 3 x 130B x 130B2854 Tabel 5.24 Bestelnummers du/dt-filters voor V LET OP Zie ook Advanced Harmonic Filters Design Guide. 102 MG34S210 Rev

105 Mechanische installatie 6 Mechanische installatie 6.1 Vóór de installatie LET OP Het is belangrijk om de installatie van de frequentieomvormer te plannen. Als u dit niet doet, kan dit tijdens en na installatie extra werk met zich mee brengen. Selecteer de beste bedrijfslocatie op basis van onderstaande punten: Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf Installatiemethode Koeling van de eenheid Plaatsing van de frequentieomvormer Bekabeling Zorg ervoor dat de voedingsbron de juiste spanning en de benodigde stroom kan leveren. Zorg ervoor dat de nominale motorstroom lager is dan de maximale stroom vanaf de frequentieomvormer. Als de frequentieomvormer niet is uitgerust met ingebouwde zekeringen, moet u ervoor zorgen dat de externe zekeringen de juiste nominale waarde hebben. Meer informatie vindt u op de volgende pagina's in dit hoofdstuk De frequentieomvormer in ontvangst nemen Controleer bij ontvangst van de frequentieomvormer of de verpakking onbeschadigd is en of de eenheid eventueel beschadigd is tijdens het vervoer. Neem in geval van schade onmiddellijk contact op met het transportbedrijf om de schade te melden. Afbeelding 6.1 Typeplaatje Transport en uitpakken Plaats de frequentieomvormer zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke installatielocatie voordat u de frequentieomvormer uitpakt. Verwijder de doos en laat de frequentieomvormer zo lang mogelijk op het pallet staan. 6 6 Kijk ook naar het typeplaatje zoals getoond in Afbeelding 6.1 en controleer of de bestelling overeenkomt met de informatie op het typeplaatje. MG34S210 Rev

Design Guide VLT AQUA Drive FC 202 110-1400 kw

Design Guide VLT AQUA Drive FC 202 110-1400 kw MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Design Guide VLT AQUA Drive FC 202 110-1400 kw www.danfoss.com/drives Inhoud Inhoud 1 Deze Design Guide gebruiken 7 2 Inleiding 12 2.1 Veiligheid 12 2.2 Softwareversie 13

Nadere informatie

FC 300 Design Guide. Deze Design Guide gebruiken 5 Symbolen 5 Afkortingen 6 Definities 6. Veiligheidsmaatregelen 11 Agressieve omgevingen 14

FC 300 Design Guide. Deze Design Guide gebruiken 5 Symbolen 5 Afkortingen 6 Definities 6. Veiligheidsmaatregelen 11 Agressieve omgevingen 14 FC 300 Design Guide Inhoud Inhoud 1 Deze Design Guide gebruiken 5 Deze Design Guide gebruiken 5 Symbolen 5 Afkortingen 6 Definities 6 2 Veiligheid en conformiteit 11 Veiligheidsmaatregelen 11 Agressieve

Nadere informatie

Design Guide VLT AutomationDrive FC 301/302 0,25-75 kw

Design Guide VLT AutomationDrive FC 301/302 0,25-75 kw MAKING MODERN LIVING POSSIBLE VLT AutomationDrive FC 301/302 0,25-75 kw www.danfoss.com/drives Inhoud Inhoud 1 Inleiding 8 1.1 Doel van de 8 1.2 Aanvullende hulpmiddelen 8 1.3 Afkortingen, symbolen en

Nadere informatie

Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie

Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie Prijs: 762,00 SKU: FLXCNA 015G3 Productcategorie: Geavanceerde Frequentieregelaar Product pagina: https://www.fluxcon.nl/product/frequentieregelaar-400v-15vector-control-fluxcon-10

Nadere informatie

Design Guide VLT HVAC Drive FC 102

Design Guide VLT HVAC Drive FC 102 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE VLT HVAC Drive FC 102 1,1-90 kw www.danfoss.com/drives Inhoud Inhoud 1 Deze gebruiken 6 2 Inleiding tot VLT HVAC Drive 11 2.1 Veiligheid 11 2.2 CE-markering 12 2.3 Luchtvochtigheid

Nadere informatie

1. Hoe gebruikt u deze Design Guide 5

1. Hoe gebruikt u deze Design Guide 5 FC 300 Design Guide Inhoud Inhoud 1. Hoe gebruikt u deze Design Guide 5 Deze Design Guide gebruiken 5 Goedkeuringen 5 Symbolen 5 Afkortingen 6 Definities 6 2. Veiligheid en conformiteit 13 Veiligheidsmaatregelen

Nadere informatie

FC 300 Design Guide Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5 " Deze Design Guide gebruiken... 5 " Goedkeuringen... 7 " Symbolen... 7 " Afkortinge

FC 300 Design Guide Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5  Deze Design Guide gebruiken... 5  Goedkeuringen... 7  Symbolen... 7  Afkortinge Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5 " Deze Design Guide gebruiken... 5 " Goedkeuringen... 7 " Symbolen... 7 " Afkortingen... 8 " Definities... 8 " Arbeidsfactor... 13! Inleiding van de FC 300...

Nadere informatie

Auteursrechten, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrechten 4 Goedkeuringen 5 Symbolen 6 Afkortingen 6 Definities 7

Auteursrechten, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrechten 4 Goedkeuringen 5 Symbolen 6 Afkortingen 6 Definities 7 VLT HVAC Drive Design Guide Inhoud Inhoud 1 Deze Design Guide gebruiken 3 Auteursrechten, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrechten 4 Goedkeuringen 5 Symbolen 6 Afkortingen 6 Definities 7 2

Nadere informatie

Geoptimaliseerd voor lage vermogens

Geoptimaliseerd voor lage vermogens Geoptimaliseerd voor lage vermogens Nieuw! Emotron VS10 / VS30 In omvang en prijs geoptimaliseerd voor lage vermogens De nieuwe Emotron-frequentieregelaars VS10 en VS30 zijn klein van formaat, maar voorzien

Nadere informatie

Instructie AKD LonWorks ADAP-KOOL AK-LON

Instructie AKD LonWorks ADAP-KOOL AK-LON Instructie AKD LonWorks ADAP-KOOL AK-LON ADAP-KOOL AKD-LonWorks 1 Copyright 1Copyright 1.1 Copyright 1 1.1.1 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht Deze publicatie bevat informatie

Nadere informatie

Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar

Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar Data sheet Nederlands Emotron VSA en VSC Tabel 1 Specificaties per model Model Netspanning Vermogen [kw/hp] Nominale stroom [A] EMC filter 1ste omgeving Beschermingsgraad

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 4 Goedkeuringen 4 Symbolen 5 Afkortingen 5 Definities 6

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 4 Goedkeuringen 4 Symbolen 5 Afkortingen 5 Definities 6 VLT HVAC Drive Design Guide Inhoud Inhoud 1. Deze Design Guide gebruiken 3 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 4 Goedkeuringen 4 Symbolen 5 Afkortingen 5 Definities 6 2. Inleiding

Nadere informatie

FC 300 Design Guide Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5 " Deze Design Guide gebruiken... 5 " Goedkeuringen... 7 " Symbolen... 7 " Afkortinge

FC 300 Design Guide Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5  Deze Design Guide gebruiken... 5  Goedkeuringen... 7  Symbolen... 7  Afkortinge Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5 " Deze Design Guide gebruiken... 5 " Goedkeuringen... 7 " Symbolen... 7 " Afkortingen... 8 " Definities... 8 " Arbeidsfactor... 13! Inleiding van de FC 300...

Nadere informatie

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 3 Goedkeuringen 3 Symbolen 4 Afkortingen 4 Definities 4

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 3 Goedkeuringen 3 Symbolen 4 Afkortingen 4 Definities 4 VLT AQUA Drive Design Guide Inhoud Inhoud 1. Deze Design Guide gebruiken 3 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 3 Goedkeuringen 3 Symbolen 4 Afkortingen 4 Definities 4 2. Inleiding

Nadere informatie

Multi Purpose Converter 20A

Multi Purpose Converter 20A MPC20 Multi Purpose Converter 20A Gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door voordat u uw omvormer gaat gebruiken GEBRUIKSAANWIJZING Index SECTIE 1 Eigenschappen...17 SECTIE 2 Aansluitschema...17

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

FC 300 Design Guide Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5 " Deze Design Guide gebruiken... 5 " Goedkeuringen... 5 " Symbolen... 6 " Afkortinge

FC 300 Design Guide Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5  Deze Design Guide gebruiken... 5  Goedkeuringen... 5  Symbolen... 6  Afkortinge Inhoud! Hoe gebruikt u deze Design Guide... 5 " Deze Design Guide gebruiken... 5 " Goedkeuringen... 5 " Symbolen... 6 " Afkortingen... 6 " Definities... 7 " Arbeidsfactor... 11! Inleiding van de FC 300...

Nadere informatie

USV ACTIVE POTENTIOMETER. Montage & gebruiksvoorschriften

USV ACTIVE POTENTIOMETER. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Table of contents VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 NORMEN 4 BEKABELING EN AANSLUITING 5 WERKINGSSCHEMA

Nadere informatie

VLT 2800-serie. Inhoud

VLT 2800-serie. Inhoud Inhoud Snelle Setup 3 Algemene waarschuwing 3 Mechanische installatie 3 Elektrische installatie, voeding 3 Elektrische aansluiting, stuurkabels 3 Programmeren 3 Motorstart 4 Veiligheidsvoorschriften 4

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE HANDLEIDING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR ECO VOOR TOEPASSINGEN MET VARIABEL KOPPEL

SAMENVATTING VAN DE HANDLEIDING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR ECO VOOR TOEPASSINGEN MET VARIABEL KOPPEL SAMENVATTING VAN DE HANDLEIDING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR ECO VOOR TOEPASSINGEN MET VARIABEL KOPPEL 19/ECO/sep05 Start/stop via de stuurstroomklemmen (1 draairichting), snelheid veranderen met een externe

Nadere informatie

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen binnen ons leveringspakket en meld u aan voor onze inmotion email nieuwsbrief op www.vltnewsletter.

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen binnen ons leveringspakket en meld u aan voor onze inmotion email nieuwsbrief op www.vltnewsletter. Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen binnen ons leveringspakket en meld u aan voor onze inmotion email nieuwsbrief op www.vltnewsletter.com Houd u er rekening mee dat de prijzen zoals vermeld in deze

Nadere informatie

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Programmeerhandleiding. VLT AutomationDrive

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Programmeerhandleiding. VLT AutomationDrive MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Programmeerhandleiding VLT AutomationDrive Inhoud Inhoud 1 Inleiding 3 1.1.1 Goedkeuringen 3 1.1.2 Symbolen 3 1.1.3 Afkortingen 3 1.1.4 Definities 3 1.1.5 Elektrische bedrading

Nadere informatie

DATA SHEET C2-20. Besturing voor elektrische actuators. DATA SHEET C2-20 A&E Trading b.v. 1

DATA SHEET C2-20. Besturing voor elektrische actuators. DATA SHEET C2-20 A&E Trading b.v. 1 DATA SHEET C2-20 Besturing voor elektrische actuators DATA SHEET C2-20 A&E Trading b.v. 1 C2-20 De C2-20 biedt geavanceerde positionering en controle van actuators door middel van eenvoudige en flexibele

Nadere informatie

em4 Toebehoren Analoge uitbreidingen

em4 Toebehoren Analoge uitbreidingen em4 Toebehoren en Uitbreidingen voor analoge ingangen en statische uitgangen om een groter aantal sensoren en schakelaars te verbinden aan uw PLC Er kunnen tot twee dezelfde of verschillende uitbreidingen

Nadere informatie

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems PWM50/3 Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING Touwslagerij 19 4762AT Zevenbergen Nederland www.motion.nl info@motion.nl tel: 00 31 168 325077 fax: 00 31 168 328134 Inhoudsopgave: INHOUDSOPGAVE:...1

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Version 1.2

Gebruikershandleiding Version 1.2 Gebruikershandleiding Version 1.2 NE Copyright 2004, by DIALOC ID All rights reserved Gebruikershandleiding ScanIt NEN 3140 DIALOC ID reserves the right to modify the software described in this manual

Nadere informatie

Nominale bedrijfsstroom bij een schakelfrequentie van 5 khz en een omgevingstemperatuur van +40 C

Nominale bedrijfsstroom bij een schakelfrequentie van 5 khz en een omgevingstemperatuur van +40 C Type: DF6 340 30K Bestelnummer: 231388 Verkoopstekst Frequenzumrichter DF6 (30 kw; 400 V) Bestelinformatie nom. spanning U e V 3 AC 342 528 V ± 0 % max. nominale bedrijfsstroom I e A 57 nominaal motor

Nadere informatie

HANDLEIDING - ACTIEVE MOTORKRAAN

HANDLEIDING - ACTIEVE MOTORKRAAN M A N U A L HANDLEIDING - ACTIEVE MOTORKRAAN MANUAL - ACTIVE MOTOR VALVE Model E710877 E710878 E710856 E710972 E710973 www.tasseron.nl Inhoud / Content NEDERLANDS Hoofdstuk Pagina NL 1 ALGEMEEN 2 NL 1.1

Nadere informatie

Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie

Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Gebruiksaanwijzing Nederlands Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Gebruiksaanwijzing - Nederlands Documentnummer: 01-5920-03 Uitgave: r0 Datum van uitgifte: 01-03-2012

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Scan-It NEN 3140 Version: 1.1

Gebruikershandleiding Scan-It NEN 3140 Version: 1.1 Gebruikershandleiding Scan-It NEN 3140 Version: 1.1 Copyright 2002, by DIALOC ID All rights reserved Gebruikershandleiding Scan-It NEN 3140 DIALOC reserves the right to modify the equipment described in

Nadere informatie

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5 Symbolen 6 Afkortingen 7 Definities 7

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5 Symbolen 6 Afkortingen 7 Definities 7 VLT AQUA Drive Design Guide Inhoud Inhoud 1 Deze Design Guide gebruiken 5 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5 Symbolen 6 Afkortingen 7 Definities 7 2 Inleiding tot de VLT AQUA

Nadere informatie

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Meting van de ruimte T en relatieve vochtigheid (rh) Voedingsspanning : AC/DC 24 Volt Bus interface : MODBUS RTU (RS45) Uitgangssignaal T : proportioneel

Nadere informatie

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Design Guide VLT HVAC Drive

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Design Guide VLT HVAC Drive MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Design Guide VLT HVAC Drive Inhoud Inhoud 1 Deze Design Guide gebruiken 5 1.1.1 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5 1.1.3 Goedkeuringen 6 1.1.4

Nadere informatie

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op   Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND

Nadere informatie

MultiPlus-II 48/3000/ V (voorheen MultiGrid-II)

MultiPlus-II 48/3000/ V (voorheen MultiGrid-II) 28-05-2018 MultiPlus-II 48/3000/35-32 230V (voorheen MultiGrid-II) Vergelijking met de MultiGrid 48/3000/35-50 230V en installatie suggesties 1. Specificaties MultiPlus-II 48/3000/35 230V MultiGrid 48/3000/35-50

Nadere informatie

DARE!! Welkom. Afgeschermde kabels: zin of onzin? Organisatie: Uneto-VNI in samenwerking met de Nederlandse EMC-ESD vereniging

DARE!! Welkom. Afgeschermde kabels: zin of onzin? Organisatie: Uneto-VNI in samenwerking met de Nederlandse EMC-ESD vereniging Welkom Afgeschermde kabels: zin of onzin? DARE!! Organisatie: Uneto-VNI in samenwerking met de Nederlandse EMC-ESD vereniging 8 februari 2012 Door: P. Dijkstra Agenda: EMC dag voor de installateur Wat

Nadere informatie

DISPLAY WM44-P (11/2009)

DISPLAY WM44-P (11/2009) HANDLEIDING UITLEZING MET SETPUNTEN DISPLAY WM44-P (11/2009) indic bvba, Molenberglei 21, B-2627 Schelle, tel +32(0)3 451 93 93 - fax +32(0)3 887 30 61 www.indiconline.com 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 CE certificaat...

Nadere informatie

PTC 2.0-optieprint. PTC/RTC-optieprint. Gebruiksaanwijzing Nederlands. Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y. Voor Emotron FlowDrive-IP2Y

PTC 2.0-optieprint. PTC/RTC-optieprint. Gebruiksaanwijzing Nederlands. Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y. Voor Emotron FlowDrive-IP2Y PTC 2.0-optieprint Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y PTC/RTC-optieprint Voor Emotron FlowDrive-IP2Y Gebruiksaanwijzing Nederlands PTC 2.0-optieprint Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU

Nadere informatie

Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem

Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem Leerdoelen Na het voltooien van deze opgave: Ben je bekend met het veilig opbouwen van een servomotor systeem Ben je bekend met de basisprincipes van schema

Nadere informatie

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Installatie handleiding Emergency Battery System. Installatie handleiding Emergency Battery System. 391796 EBS Compact 1000/3 (3 phase) 1 391800.00 Dit is een beknopte installatiehandleiding, voor een complete handleiding zie www.famostar.nl INSTALLATIE

Nadere informatie

SATD1 DIN RAIL VEILIGHEIDS EN ISOLATIETRANSFORMATOR. Montage & gebruiksvoorschriften

SATD1 DIN RAIL VEILIGHEIDS EN ISOLATIETRANSFORMATOR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKELCODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 NORMEN 5 BEKABELING EN AANSLUITING 5 MONTAGE

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Design Guide VLT HVAC Basic Drive FC 101

Design Guide VLT HVAC Basic Drive FC 101 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Design Guide VLT HVAC Basic Drive FC 101 www.danfoss.com/drives Inhoud Inhoud 1 Inleiding 5 1.1 Doel van de handleiding 5 1.2 Document- en softwareversie 5 1.3 Veiligheidssymbolen

Nadere informatie

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 TD-1 PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 1. Toepassingen De detector kan temperatuur meten en worden gebruikt om informatie te tonen over: Te lage temperatuur, bijv. in kassen, bloemenwinkels,

Nadere informatie

Optinet-MX-V2. Ethernet IO-modules. Opticom Engineering B.V.

Optinet-MX-V2. Ethernet IO-modules. Opticom Engineering B.V. Optinet-MX-V2 Ethernet IO-modules Opticom Engineering B.V. INSTALLATIE - 2 - januari 2012 TOEPASSING De Optinet-V2 kan worden uitgebreid met externe ethernet IO-modules. Deze modules kunnen worden aangesloten

Nadere informatie

Installatie-instructie

Installatie-instructie Document vertaald uit het Engels -NL 2013-06-25 A003 Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring... 1 2 Waarschuwingen... 2 3 Inleiding product... 3 3.1 Algemeen... 3 3.1.1 Beschrijving van de ruimteregeling...

Nadere informatie

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5248

Handleiding HCS VB5248 Handleiding HCS VB5248 Analoge Uitgangsmodule met 8 uitgangen HCS Building Automation Kompasstraat 7a, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00 00 Fax +31(0)10

Nadere informatie

Emotron I/O-board 2.0 Optie

Emotron I/O-board 2.0 Optie Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar en Emotron TSA softstarter Gebruiksaanwijzing Nederlands Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar

Nadere informatie

DTTH SCHAKELAAR VOOR TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID. Montage & gebruiksvoorschriften

DTTH SCHAKELAAR VOOR TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID. Montage & gebruiksvoorschriften TWEEVOUDIGE KANAAL SCHAKELAAR VOOR TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN PRODUCTBESCHRIJVING ARTIKEL CODE GEBRUIKSTOEPASSING TECHNISCHE

Nadere informatie

BM104X Excentrische Eddy Current scheider Ontijzeringssysteem voor recycling industrieën

BM104X Excentrische Eddy Current scheider Ontijzeringssysteem voor recycling industrieën BM104X Excentrische Eddy Current scheider Ontijzeringssysteem voor recycling industrieën Datasheet Bakker Magnetics BM104X Excentrische Eddy Current scheider versie 1.0 Uitvoering : Excentrische non-ferro

Nadere informatie

Design guide VLT AQUA Drive FC 202

Design guide VLT AQUA Drive FC 202 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Design guide VLT AQUA Drive FC 202 0,25-90 kw vlt-drives.danfoss.com Inhoud Design guide Inhoud 1 Inleiding 8 1.1 Doel van de design guide 8 1.2 Indeling 8 1.3 Aanvullende

Nadere informatie

VLT 5000. Bedieningshandleiding. Drives Solutions. www.danfoss.com/drives

VLT 5000. Bedieningshandleiding. Drives Solutions. www.danfoss.com/drives VLT 5000 Bedieningshandleiding Drives Solutions www.danfoss.com/drives VLT 5000 n Technische informatie met betrekking tot harmonische filters Er zijn harmonische filters verkrijgbaar die de harmonische

Nadere informatie

EM4000. Universele meetwaarde omvormer

EM4000. Universele meetwaarde omvormer Universele meetwaarde omvormer EM4000 Compacte behuizing Hoge nauwkeurigheid Volledig galvanische scheiding MODbus (RS232/RS485) 3 Analoge + 1 Puls uitgang Directe spanning ingang tot 690V 48 uurs service

Nadere informatie

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Design Guide. VLT HVAC Basic Drive FC 101

MAKING MODERN LIVING POSSIBLE. Design Guide. VLT HVAC Basic Drive FC 101 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Design Guide VLT HVAC Basic Drive FC 101 Inhoud Inhoud 1 Deze Design Guide gebruiken 4 1.1.1 Juridische informatie 4 1.1.2 Beschikbare publicaties voor VLT HVAC Basic Drive

Nadere informatie

AVAX Lusgevoede brandalarm elementen

AVAX Lusgevoede brandalarm elementen 990-095, Issue 1 Maart 2006 AVAX Lusgevoede brandalarm elementen Analoge adresseerbare audio visuele alarm elementen Sectie: Intelligent/Addressable Devices Eigenschappen Gemeenschappelijke aansluitsokkel

Nadere informatie

Microstap Stappenmotor Eindtrap HP5056

Microstap Stappenmotor Eindtrap HP5056 DamenCNC Microstap Stappenmotor Eindtrap HP5056 DamenCNC Louis Pasteurweg 17 2408 AH Alphen aan den Rijn E-Mail: kpdamen@damencnc.com Homepage: http://www.damencnc.com Veiligheid aanwijzingen De stappenmotor

Nadere informatie

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1

Handleiding AT1G Toegangscontrole Module. rev ver1 Handleiding AT1G26-200 rev.0914 Toegangscontrole Module ver1 PRODUCT SPECIFICATIE Modelen, AT1G26-200 ver1 en AT1G34-200 Opbouw Antivandaal Geborsteld aluminium behuizing Tot 200 gebruikerscodes 100 Mil.

Nadere informatie

ITR ELEKTRONISCHE DIGITALE SNELHEIDSREGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

ITR ELEKTRONISCHE DIGITALE SNELHEIDSREGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKEL CODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 5 BEKABELING EN AANSLUITING

Nadere informatie

SYNTHESIS IP65 regelaar

SYNTHESIS IP65 regelaar Kenmerkend aan de Synthesis frequentieregelaars zijn het bedieningsgemak, geïntegreerde EMC filters, IP65 beschermingsgraad (optioneel) en compacte afmetingen. De combinatie van goede prestaties, degelijke

Nadere informatie

Set-Up instructies MULTICONTROLLER _R02

Set-Up instructies MULTICONTROLLER _R02 Set-Up instructies NL MULTICONTROLLER 0664040_R02 Pagina 3 4 5 6 7 8 9 Beschrijving van de set-up mogelijkheden: 0-10V. Gebruik deze instelling indien u de ventilator 0-10V wilt regelen. Aan/Uit. Gebruik

Nadere informatie

DATA SHEET C2-10. Besturing en bescherming van elektrische actuators. DATA SHEET C2-10 A&E Trading b.v. 1

DATA SHEET C2-10. Besturing en bescherming van elektrische actuators. DATA SHEET C2-10 A&E Trading b.v. 1 DATA SHEET C2-10 Besturing en bescherming van elektrische actuators DATA SHEET C2-10 A&E Trading b.v. 1 C2-10 C2-10 is ontwikkeld voor aansturing van Concens actuators. C2-10 heeft meerdere stroombegrenzings

Nadere informatie

Digistart D3. Elektronische softstarters Vermogen 23 tot 1600 A

Digistart D3. Elektronische softstarters Vermogen 23 tot 1600 A Digistart D3 Elektronische softstarters Vermogen 23 tot 1600 A DIGISTART D3 met hoog prestatievermogen! Range: 23-1600 A / 400 V of 690 V Onmiddellijk toegang tot de informatie Parameters, waarden & eenheden

Nadere informatie

Productinformatie. ORION-VA Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS)

Productinformatie. ORION-VA Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS) Productinformatie Hotraco Agri BV Stationsstraat 142 5963 AC Hegelsom Tel +31 (0)77 327 50 20 Fax +31 (0)77 327 50 21 info@hotraco.com www.hotraco.com Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS) Klimaatcomputer

Nadere informatie

PIR DC-SWITCH. DC Passive infra-red Detector. Model No. PDS-10 GEBRUIKSAANWIJZING/INSTRUCTION MANUAL

PIR DC-SWITCH. DC Passive infra-red Detector. Model No. PDS-10 GEBRUIKSAANWIJZING/INSTRUCTION MANUAL PIR DC-SWITCH DC Passive infra-red Detector Model No. PDS-10 GEBRUIKSAANWIJZING/INSTRUCTION MANUAL Please read this manual before operating your DETECTOR PIR DC-Switch (PDS-10) De PDS-10 is een beweging

Nadere informatie

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel

Storing indicatie van LED binnen/buiten en eerste oordeel indicatie van binnen/buiten en eerste oordeel Bestemd voor wand model 9K en 12K Indicatie binnendeel (, 0.5s AAN, No. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hoge druk Invries Systeem geblokkeerd of koelmiddel lekkage Hoge

Nadere informatie

Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen

Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen Introductie Capa Switch KLS 100 - Algemeen Opmerking: De Capa Switch KLS 100 mag alleen worden toegepast zoals omschreven in deze gebruiksaanwijzing. De Capa Switch KLS 100 capacitieve niveauschakelaar

Nadere informatie

User Manual. 99-2908 DMX Universal Demux 8 channel Switch / PWM / Servo / Strobe / Binair

User Manual. 99-2908 DMX Universal Demux 8 channel Switch / PWM / Servo / Strobe / Binair User Manual 99-2908 DMX Universal Demux 8 channel Switch / PWM / Servo / Strobe / Binair Omschrijving De DMX Universele Demux is uitstekend geschikt voor het aansturen van diverse. Aan de uitgang staan

Nadere informatie

Installatiehandleiding Sensor Interface Option FLX series

Installatiehandleiding Sensor Interface Option FLX series MAKING MODERN LIVING POSSIBLE SOLAR INVERTERS Installatiehandleiding Sensor Interface Option FLX series www.danfoss.com/solar Veiligheid Veiligheid Typen veiligheidsmeldingen WAARSCHUWING 'Waarschuwing'

Nadere informatie

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009)

HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009) HANDLEIDING WINDMETER IED SAG-105WR (10/2009) indic bvba, Molenberglei 21, B-2627 Schelle, tel +32(0)3 451 93 93 - fax +32(0)3 887 30 61 www.indiconline.com 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 CE certificaat... 3

Nadere informatie

HYDROVAR. toegenomen flexibiliteit en besturing met De nieuwe generatie

HYDROVAR. toegenomen flexibiliteit en besturing met De nieuwe generatie HYDROVAR toegenomen flexibiliteit en besturing met De nieuwe generatie Hydrovar pompbesturing maakt pompen flexibeler en efficiënter m Wand- of motormontage m Meer flexibiliteit m Kostenbesparend m Hitech

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5224

Handleiding HCS VB5224 Handleiding HCS VB5224 Digitale Uitgangsmodule met 4 uitgangen HCS Building Automation Kompasstraat 7, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00 00 Fax +31(0)10

Nadere informatie

De nieuwe Hydrovar generatie: Toegenomen flexibiliteit en besturing

De nieuwe Hydrovar generatie: Toegenomen flexibiliteit en besturing De nieuwe Hydrovar generatie: Toegenomen flexibiliteit en besturing De nieuwe generatie Hydrovar drukverhogingssets brengt pompen naar een hoger niveau van flexibiliteit en efficiëntie. Montage op de

Nadere informatie

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14 INT-IORS INT-ORS DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14 De INT-IORS uitbreiding is voor uitbreiding van het alarmsysteem met 8 programmeerbare bedrade zones en 8 programmeerbare bedrade uitgangen. De modules

Nadere informatie

ACS-30-EU-PCM2-x-32A

ACS-30-EU-PCM2-x-32A Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen Stroom- en regelmodule (PCM) Beschrijving De Raychem ACS-30-EU-PCM2-stroom- en regelmodule levert

Nadere informatie

Emotron M20 Asbelastingsmonitor

Emotron M20 Asbelastingsmonitor Emotron M20 Asbelastingsmonitor Data sheet Nederlands Data sheet English De M20 is volledig flexibel wat het type beveiliging voor uw toepassing betreft. U kunt een beveiliging tegen over- en onderbelasting

Nadere informatie

AP80 Display Controller

AP80 Display Controller Datasheet AP80 AP80 Display Controller Toepasbaar als: Display voor positie en snelheid Nokkencontroller Signaalomvormer Toerentalbewaking Linearisatie functie 72 mm ca. 160 mm 144 mm Voor sensoren met:

Nadere informatie

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller IP2030-NL/QS, Rev AA Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller Beknopte installatiegids WAARSCHUWING Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig

Nadere informatie

Idee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7

Idee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7 1 Introduction... 2 2 Uitzicht... 2 3 Aansluitingen... 3 3.1 Voeding van de module... 4 3.2 LCD aansluiting... 4 3.3 Voeding remsysteem... 4 3.4 relais of generator GND remsysteem... 4 3.5 RPM sensor...

Nadere informatie

Introductie EMC. Hét EMC Event 2011 DARE!!

Introductie EMC. Hét EMC Event 2011 DARE!! Introductie EMC Inleiding EMC 1. Bepalen van de opgewekte veldsterkte van een zender - Norm versus optredende velden 2. AM detectie - Hoe veroorzaakt een HF signaal problemen op LF apparatuur 3. Hoe lopen

Nadere informatie

Emotron AFE-aandrijvingen

Emotron AFE-aandrijvingen Emotron AFE-aandrijvingen Aandrijvingen met lage harmonische vervorming Regeneratieve aandrijvingen 55-1100 kw, 380-690 V Technische Catalogus 15 April, 2013 Kosteneffectieve en probleemloze werking met

Nadere informatie

Introductie EMC. Hét EMC Event 2011 DARE!!

Introductie EMC. Hét EMC Event 2011 DARE!! Introductie EMC Inleiding EMC 1. Electro Magnetische Compatibiliteit, hoe en waarom? 2. EMC fenomenen - Eigenschappen - Oorzaken - Gevolgen 3. Afschermen of filteren? 4. Bepalen van de opgewekte veldsterkte

Nadere informatie

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. MOVIMOT MM..D met draaistroommotor DT/DV

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. MOVIMOT MM..D met draaistroommotor DT/DV Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *23582510_0817* Correcties MOVIMOT MM..D met draaistroommotor DT/DV Uitvoer 08/2017 23582510/NL SEW-EURODRIVE Driving the world

Nadere informatie

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 6 Goedkeuringen 7 Symbolen 7 Afkortingen 8 Definities 8

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 6 Goedkeuringen 7 Symbolen 7 Afkortingen 8 Definities 8 VLT HVAC Drive Design Guide Inhoud Inhoud 1. Deze Design Guide gebruiken 5 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 6 Goedkeuringen 7 Symbolen 7 Afkortingen 8 Definities 8 2. Inleiding

Nadere informatie

Programmeerhandleiding VLT AQUA Drive FC 202

Programmeerhandleiding VLT AQUA Drive FC 202 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE VLT AQUA Drive FC 202 vlt-drives.danfoss.com Inhoud Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Doel van de handleiding 4 1.2 Aanvullende hulpmiddelen 4 1.3 Softwareversie 4 1.4 Goedkeuringen

Nadere informatie

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5 Goedkeuringen 6 Symbolen 6 Afkortingen 7 Definities 7

Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5 Goedkeuringen 6 Symbolen 6 Afkortingen 7 Definities 7 VLT HVAC Drive Design Guide Inhoud Inhoud 1. Deze Design Guide gebruiken 5 Copyright, beperking van aansprakelijkheid en wijzigingsrecht 5 Goedkeuringen 6 Symbolen 6 Afkortingen 7 Definities 7 2. Inleiding

Nadere informatie

Opgave 1 Opbouwen van een stappenmotor-systeem

Opgave 1 Opbouwen van een stappenmotor-systeem Opgave 1 Opbouwen van een stappenmotor-systeem Leerdoelen Na het voltooien van deze opgave: Ben je bekend met het veilig opbouwen van een stappenmotor systeem Ben je bekend met de basisprincipes van schema

Nadere informatie

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS T6590B1000 FANCOIL REGELAAR PRODUCT GEGEVENS KENMERKEN TOEPASSINGEN De T6590B1000 ruimteregelaar is ontworpen om de regelafsluiters, ventilator en extra elektrische in fancoil systemen te regelen. Een

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP:

GEVAAR: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: WAARSCHUWING: LET OP: GEVAAR: De MGS-460 is NIET gecertificeerd of goedgekeurd voor gebruik in een met zuurstof verrijkte atmosfeer. Dat kan ernstig of dodelijk lichamelijk letsel veroorzaken. WAARSCHUWING: Gebruik dit product

Nadere informatie

SR2B122BD Zelio Logic - Compacte smart relais - 12 I/O - 24V DC - Met klok / display

SR2B122BD Zelio Logic - Compacte smart relais - 12 I/O - 24V DC - Met klok / display Product Data Sheet Karakteristieken SR2B122BD Zelio Logic - Compacte smart relais - 12 I/O - 24V DC - klok / display Complementair Lokale display Aantal stuurschemalijnen Cyclustijd Hoofd Productreeks

Nadere informatie

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (Emergency UC03 sensor)

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (Emergency UC03 sensor) Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (Emergency UC03 sensor) Let op: Als het flexibele draad van dit licht beschadigd is, dient het te worden vervangen door iemand van de technische service,

Nadere informatie

Emotron FDU en VFX 2.0

Emotron FDU en VFX 2.0 Emotron FDU en VFX 2.0 Frequentieregelaars met beschermingsklasse IP20 en IP21 7.5-132 kw Addendum voor Gebruiksaanwijzing Nederlands Software versie 4.3X Addendum geldig voor Frequentieregelaars Emotron

Nadere informatie

ABB i-bus KNX KNX-voeding met diagnosefunctie, 320 ma/640 ma, DIN-rail SV/S 30.320.2.1, 2CDG110145R0011, SV/S 30.640.5.

ABB i-bus KNX KNX-voeding met diagnosefunctie, 320 ma/640 ma, DIN-rail SV/S 30.320.2.1, 2CDG110145R0011, SV/S 30.640.5. Technische gegevens 2CDC501052D3101 ABB i-bus KNX Beschrijving De KNX-voedingen genereren en bewaken de KNX-systeemspanning (SELV). Met de geïntegreerde smoorspoel wordt de buslijn van de voeding losgekoppeld.

Nadere informatie

ES-S7B. Buitensirene.

ES-S7B. Buitensirene. ES-S7B Buitensirene www.etiger.com Inhoud van de verpakking 1 x ES-S7B 1 x 12V adapter 1 x back-upbatterij (ingebouwd) 1 x siliconen frame Schroeven, pluggen en siliconen doppen Documentatie Belangrijke

Nadere informatie

PumpDrive. Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar. Verkorte handleiding

PumpDrive. Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar. Verkorte handleiding Verkorte handleiding PumpDrive 4070.801/2--51 Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar Montagevarianten: Motormontage (MM) Wandmontage (WM) Schakeltkastmontage (CM) Verkorte handleiding 1 Over

Nadere informatie

OEM-druktransmitters voor heavy duty toepassingen, type MBS 1200 en MBS 1250

OEM-druktransmitters voor heavy duty toepassingen, type MBS 1200 en MBS 1250 MAKING MODERN LIVING POSSIBLE Gegevensblad OEM-druktransmitters voor heavy duty toepassingen, type MBS 1200 en MBS 1250 De compacte OEM-druktransmitters zijn ontworpen voor gebruik in veeleisende hydraulische

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5118

Handleiding HCS VB5118 Handleiding HCS VB5118 Digitale Ingangsmodule met 8 ingangen HCS Building Automation Kompasstraat 7, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00 00 Fax +31(0)10

Nadere informatie