Thema( s) Aantal deelnemers Min. 5 / max. 20. Binnen, maar kan ook buiten min. Begin actief, verder rustig. Materiaal

Transcriptie

1 Soort activiteit Thema( s) Actief, gespreksvorm en een bezinning Hoop, last, moeilijke momenten, vooruitkijken naar positieve dingen, zaligsprekingen Aantal deelnemers Min. 5 / max. 20 Leeftijd Locatie Duur Intensiteit Materiaal +16 jaar Binnen, maar kan ook buiten min. Begin actief, verder rustig (Grote) dobbelsteen, mikado, jenga, twister, bakstenen of klinkers, bijlagen Doel / samenvatting activiteit Deze activiteit is een combinatie van actievere spelletjes en een gespreksvorm met een afsluitende bezinning. In deze activiteit kunnen de deelnemers stilstaan bij de dingen die ze als een steen, als een last ervaren en hoopvol vooruitblikken naar positievere tijden. Ze reflecteren over wat belangrijk is en over de dingen waaruit zij hoop putten. Zo wordt er ingespeeld op die zaligheden die ons in het leven misschien zwaar lijken, maar ons eigenlijk ook een hoopvolle toekomst kunnen geven. Verloop 1. Hoopvol spelendoorschuifsysteem Volgende reeks spelletjes kan, afhankelijk van de grootte van de groep, als carrousel gespeeld worden of, in een kleine groep, gewoon na elkaar. Na elk spelletje krijgt de verliezer een steen mee, die hij/zij de hele tijd moet meenemen. - Ontwar de hoop: mikado (Haal een stokje uit de hoop, zonder dat er een ander stokje beweegt.) Wie erin slaagt een stok uit de knoop te halen, beantwoordt de volgende vraag: Waar word jij gelukkig van? - Laat de hoop niet vallen: jenga (Iedereen haalt om de beurt een blokje uit de toren, zonder dat de toren valt. Het blokje dat eruit gehaald werd, wordt bovenop de toren gelegd.) Telkens wanneer iemand erin slaagt een steentje uit de toren te halen en boven op de toren te leggen, wordt de volgende vraag beantwoord: Waar haal jij hoop uit? - Hoog, hoger, hoop (Je gaat met je groep aan een trap staan. Ieder mag om de beurt met de dobbelsteen gooien. Je mag zoveel treden stijgen als er ogen zijn gedobbeld. Het is de bedoeling om als eerste boven te geraken.) Wie als eerste boven is, beantwoordt de volgende vraag: Wat hoop jij ooit in je leven te bereiken? 1

2 - Op een hoopje: Twister (De spelleider draait aan de schijf, de jongeren verspreiden zich over het speelveld. De spelleider noemt een ledemaat en een kleur, bijvoorbeeld: linkervoet op geel, rechterhand op groen. De jongere moeten nu die ledemaat op een vrij vakje van de desbetreffende kleur zetten, de andere ledematen blijven staan waar ze stonden. Lukt dit niet, dan is de speler af en mag niet meer meedoen. Wie houdt dit het langst vol.) Als er iemand valt, beantwoordt die de volgende vraag: Waar heb je anderen voor nodig? Wat kan je niet alleen? - Vleeshoop (met de hele groep) (Dit spel speel je best op een grasveld of op een zachte ondergrond. Een persoon gaat even aan de kant staan. De rest van de groep gaat op de grond liggen, haakt met de armen in elkaar en zorgt ervoor dat ze elkaar zo stevig mogelijk vasthebben. Diegene die aan de kant stond, mag nu proberen om de groep uit elkaar te krijgen en mensen uit de groep te trekken.) Telkens als iemand van de groep gescheiden raakt, beantwoordt die de volgende vraag: Welke mensen heb je nodig? Welke mensen uit jouw omgeving hebben jou nodig? - Hoop doet leven: Dunne Bertha (met de hele groep) (In het begin staat één iemand in het midden met de benen gespreid. De rest van de groep staat achter een lijn, 5 meter verderop. Op het signaal van de begeleider is het de bedoeling dat iedereen door de benen van die persoon in het midden kruipt. Diegene die het laatst door de benen is gekropen, gaat mee in het midden staan vóór de persoon die er al stond.) Ieder die in het midden komt te staan, beantwoordt nadien de volgende vraag: Wanneer heb jij het al eens opgenomen voor iemand in nood? Variant: Je kan ook de opdracht geven om twee spelen te combineren om het spel wat uitdagender te maken (vb. Twister en Mikado samen) 2. Samenstellen schriftlezing (bijlage 1) Na de spelencarrousel mogen de personen die een steen hebben naar de begeleider komen. Diegenen die nog geen steen hebben, krijgen nu ook een steen. Voor iedere steen die ze kunnen tonen/voorleggen, krijgen ze een stukje van een Bijbelverhaal (zie bijlage 1, knip het op voorhand zelf in stukjes). Ze krijgen dan de opdracht om de tekst samen te stellen. 3. Jacobs ladder Nadat de tekst samengesteld is, krijgt iedereen de het oorspronkelijke Bijbelverhaal (bijlage 2). Ze vergelijken hun samengestelde versie met de oorspronkelijke versie. Daarna lezen ze ook de duiding van de tekst. Laat elke deelnemer er een element uithalen dat hem of haar geraakt heeft. Je laat iedereen kort vertellen waarom ze dat element gekozen hebben. Daarna kan je nog stilstaan bij de volgende vragen: - Zijn er in jouw leven wel eens momenten dat je het moeilijk hebt? - Hoe komt het dan dat je er toch bovenop komt? - Waar heb je hoop uit geput? - Zie je gelijkenissen tussen jouw en Jakobs ervaring? - Je hebt nu de hele tijd die stenen meegedragen, hoe heb je dit ervaren? - Welke zware stenen draag jij mee in je leven? Zie je er misschien ook iets hoopvols in? Laat de jongeren eventueel op de steen schrijven wat hun steen is. 4. Afsluiter: bezinning (zie bijlage 3 en bijlage 4) Tijdens de bezinning worden de stenen weer allemaal samengelegd en opgebouwd tot een trap. 2

3 Opmerkingen/bijlagen Bijlage 1 SCHRIFTLEZING: Gn 28, Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. Nadat de zon al was ondergegaan, wilde hij op een bepaalde plaats overnachten. Een van de stenen die daar lagen nam hij als hoofdkussen en hij viel op die plaats in slaap. Hij kreeg een droom en zag een ladder die op de aarde stond en waarvan de top tot in de hemel reikte. Langs die ladder stegen Gods engelen op en daalden zij neer. Ineens stond de HEER bij hem en zei: Ik ben de HEER, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak. Het land waar u op ligt, zal Ik aan u en aan uw nakomelingen geven. Uw nageslacht zal als het stof van de aarde zijn; u zult zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden; om u en uw nakomelingen zullen alle geslachten van de aarde zich gezegend beschouwen. Ik ben met u; Ik zal u behoeden waar u ook bent, en u terugvoeren naar dit land. Want Ik zal u niet verlaten tot Ik mijn belofte heb vervuld. Jakob werd wakker en riep uit: Waarlijk, de HEER is op deze plaats en ik wist het niet. Hij werd bang en zei: Ontzagwekkend is deze plaats! Dit kan niet anders zijn dan het huis van God en de poort van de hemel. De volgende ochtend zette Jakob de steen waar hij met zijn hoofd op had gelegen, als een wijsteen overeind en goot er olie over uit. Hij noemde die plaats Betel; vroeger heette die stad Luz. 3

4 Bijlage 2 SCHRIFTLEZING: Gn 28, Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. Nadat de zon al was ondergegaan, wilde hij op een bepaalde plaats overnachten. Een van de stenen die daar lagen nam hij als hoofdkussen en hij viel op die plaats in slaap. Hij kreeg een droom en zag een ladder die op de aarde stond en waarvan de top tot in de hemel reikte. Langs die ladder stegen Gods engelen op en daalden zij neer. Ineens stond de HEER bij hem en zei: Ik ben de HEER, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak. Het land waar u op ligt, zal Ik aan u en aan uw nakomelingen geven. Uw nageslacht zal als het stof van de aarde zijn; u zult zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden; om u en uw nakomelingen zullen alle geslachten van de aarde zich gezegend beschouwen. Ik ben met u; Ik zal u behoeden waar u ook bent en u terugvoeren naar dit land. Want Ik zal u niet verlaten tot Ik mijn belofte heb vervuld. Jakob werd wakker en riep uit: Waarlijk, de HEER is op deze plaats en ik wist het niet. Hij werd bang en zei: Ontzagwekkend is deze plaats! Dit kan niet anders zijn dan het huis van God en de poort van de hemel. De volgende ochtend zette Jakob de steen waar hij met zijn hoofd op had gelegen, als een wijsteen overeind en goot er olie over uit. Hij noemde die plaats Betel; vroeger heette die stad Luz. DUIDING Lang geleden was er een jongeman, Jakob, op de vlucht. Op de vlucht voor zijn broer, die hem naar het leven staat. Op de vlucht, nadat hij zich in nesten heeft gewerkt: hij heeft gelogen, bedrogen, genomen. Hij heeft de dingen zelf geregeld en het is verkeerd afgelopen. Hij heeft gekregen wat hij wou: zijn vaders' zegen. Maar deze zegen lijkt geen positieve uitwerking te hebben, integendeel! Het leven van deze jongeman Jakob is zwaar. Er zijn vele lasten, heel wat stenen die hij met zich meezeult en die hem terneer drukken: angst, opgejaagd-zijn door een broer die op wraak uit is; verdriet, omdat hij zijn ouders en zijn vertrouwde omgeving moest achterlaten; gevoelens van eenzaamheid, verlatenheid; stress en onzekerheid over de toekomst; misschien ook gevoelens van schaamte, schuld en zelfverwijt. Heel symbolisch valt deze jongeman Jakob op een steen (die als hoofdkussen dient) in slaap. En dan, verrassend, juist op dat moment en op die plek, komt God tevoorschijn, onderbreekt God dit 'zware' verhaal. Een droom, een ladder die tot de hemel reikt. God die Jakob, slapend op de steen, duidelijk maakt dat Hij er is! God die Jakob, doorheen het beeld van de ladder, kenbaar wil maken dat er een 'Hogerop' is. God die Hoop is, God die te midden van de zwaarte van het leven zegt: "Ik zal er voor je zijn. Ik zal je behoeden". Na deze droom zet Jakob de steen, waarop hij had geslapen, rechtop als wijsteen. Het wordt een heilige plaats. Deze steen, eens een symbool voor de last, de zwaarte van het leven, wordt na de droom van de ladder een wijsteen, een heilige gedenksteen, een symbool van 'Hoop'. Deze wijsteen is een blijvende herinnering aan Gods' belofte: "Ik zal er voor je zijn" en een steeds terugkerende uitnodiging om 'Hogerop' te kijken. 4

5 Bijlage 3: bezinning WELKOM! Als afsluiting van deze activiteit, willen we nog stil staan bij het Bijbelverhaal van Jacob. Een Bijbelverhaal met aandacht voor stenen, de moeilijkheden in ons leven, én tegelijk een Bijbelverhaal waarin een ladder centraal staat. Een ladder, zo vertelt het verhaal, waarvan de top tot in de hemel reikt. Een ladder die uitnodigt om 'Hogerop' te kijken. Een ladder, symbool voor de Hoop. Door deze Hoop willen we ons tijdens dit samenzijn laten inspireren, er een zalig moment van proberen maken. We doen dit in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen. We mogen die Hoop ook samen uitzingen met het lied: Wie wil leven 5

6 SCHRIFTLEZING: GN 28, Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. Nadat de zon al was ondergegaan, wilde hij op een bepaalde plaats overnachten. Een van de stenen die daar lagen nam hij als hoofdkussen en hij viel op die plaats in slaap. Hij kreeg een droom en zag een ladder die op de aarde stond en waarvan de top tot in de hemel reikte. Langs die ladder stegen Gods engelen op en daalden zij neer. Ineens stond de HEER bij hem en zei: Ik ben de HEER, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak. Het land waar u op ligt, zal Ik aan u en aan uw nakomelingen geven. Uw nageslacht zal als het stof van de aarde zijn; u zult zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden; om u en uw nakomelingen zullen alle geslachten van de aarde zich gezegend beschouwen. Ik ben met u; Ik zal u behoeden waar u ook bent, en u terugvoeren naar dit land. Want Ik zal u niet verlaten tot Ik mijn belofte heb vervuld. Jakob werd wakker en riep uit: Waarlijk, de HEER is op deze plaats en ik wist het niet. Hij werd bang en zei: Ontzagwekkend is deze plaats! Dit kan niet anders zijn dan het huis van God en de poort van de hemel. De volgende ochtend zette Jakob de steen waar hij met zijn hoofd op had gelegen, als een wijsteen overeind en goot er olie over uit. Hij noemde die plaats Betel; vroeger heette die stad Luz. STILTE MIJN STEEN Ieder van ons heeft een steen meegedragen. Deze steen kan (dit hoeft niet, maar kan) verwijzen naar een bepaalde last, een 'zwaarte' in je leven. Een last die ons verhindert om hogerop te geraken. We willen je de kans geven om deze steen neer te leggen. Niet zomaar neerleggen, nee, we willen je uitnodigen om samen met de anderen een trap te bouwen met alle stenen. Een trap, die 'Hogerop' leidt. Een trap die ons duidelijk maakt dat we elkaar nodig hebben, als jongerenbegeleider, als catechist. Samen mogen we 'Hogerop' kijken, samen kunnen we 'Hogerop' bouwen! En hierbij mag onze verwachting liggen bij onze God, onze Hoop! Terwijl we samen bouwen (of daarna), mogen we ook samen zingen: Zie hier ben ik Here I am Lord 6

7 VOORBEDE IN DE HEER We willen nu tijd maken om alles wat er leeft in ons hart aan pijn, aan vreugde en verdriet, aan God toe te vertrouwen. Bemoedigd door het Bijbelverhaal waarin God laat zien dat Hij onze stenen, onze lasten kent en belooft dat Hij met ons is! Uitgenodigd door hetzelfde Bijbelverhaal om naar boven, 'Hogerop' te kijken. Laten we onze gebeden voorleggen aan God, die onze Hoop is! Na elke voorbede mogen we zingend antwoorden met het lied In de Heer. 7

8 ONZE VADER Laten we nu samen rechtstaan en elkaar de hand reiken als teken van verbondenheid, verenigd als hoopvolle mensen, en samen bidden tot God die we Vader mogen noemen. Onze Vader SLOTGEBED God, U liet Jacob niet alleen, in de duisternis kwam u Hem tegemoet, richtte U hem weer op, deed hem omhoog kijken, gaf hem nieuwe hoop, nieuwe levensmoed, wat een zaligheid! God, wij vragen U, breng ook in ons telkens opnieuw de hoop weer naar boven dat wij hoopvolle mensen worden en blij kunnen uitroepen: Za-alig! Ga met ons mee op weg vandaag, morgen en alle dagen van ons leven. Amen. ZEGEN Moge God ons hiertoe ook zegenen. Hij die wij mogen noemen Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen. Laten we vanuit die zegen van Vader, Zoon en Geest, nu nog samen zingen over die drie-ene God met het lied: HEER U BENT MIJN LEVEN 8

9 9

10 Bijlage 4: blaadje voor bezinning Schriftlezing: Gn 28, Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. Nadat de zon al was ondergegaan, wilde hij op een bepaalde plaats overnachten. Een van de stenen die daar lagen nam hij als hoofdkussen en hij viel op die plaats in slaap. Hij kreeg een droom en zag een ladder die op de aarde stond en waarvan de top tot in de hemel reikte. Langs die ladder stegen Gods engelen op en daalden zij neer. Ineens stond de HEER bij hem en zei: Ik ben de HEER, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak. Het land waar u op ligt, zal Ik aan u en aan uw nakomelingen geven. Uw nageslacht zal als het stof van de aarde zijn; u zult zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden; om u en uw nakomelingen zullen alle geslachten van de aarde zich gezegend beschouwen. Ik ben met u; Ik zal u behoeden waar u ook bent, en u terugvoeren naar dit land. Want Ik zal u niet verlaten tot Ik mijn belofte heb vervuld. Jakob werd wakker en riep uit: Waarlijk, de HEER is op deze plaats en ik wist het niet. Hij werd bang en zei: Ontzagwekkend is deze plaats! Dit kan niet anders zijn dan het huis van God en de poort van de hemel. De 10

11 volgende ochtend zette Jakob de steen waar hij met zijn hoofd op had gelegen, als een wijsteen overeind en goot er olie over uit. Hij noemde die plaats Betel; vroeger heette die stad Luz. Stilte Mijn steen Zie hier ben ik Voorbede In de Heer 11

12 Onze Vader Slotgebed God, U liet Jacob niet alleen, in de duisternis kwam u Hem tegemoet richtte U hem weer op, deed hem omhoog kijken, gaf hem nieuwe hoop, nieuwe levensmoed, wat een zaligheid! God, wij vragen U, breng ook in ons telkens opnieuw de hoop weer naar boven dat wij hoopvolle mensen worden en blij kunnen uitroepen: Za-alig! Ga met ons mee op weg vandaag, morgen en alle dagen van ons leven. Amen. Heer U bent mijn leven 12