RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:"

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: Naam programma +onderdeel: Sport, Cultuur en Recreatie, cultureel erfgoed Onderwerp: Vaststellen van Verordening tot wijziging van de Monumentenverordening 2008 in verband met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Aanleiding: De Minister heeft het voornemen tot invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 oktober Als gevolg hiervan is het noodzakelijk en wenselijk om de Monumentenverordening 2008 op een aantal punten aan te passen. Voor gemeentelijke verordeningen is geen specifiek overgangsrecht opgenomen in de Invoeringswet Wabo. Dat betekent dat gemeentelijke verordeningen tijdig aangepast dienen te worden, opdat de wijzigingen gelijktijdig met de Wabo in werking kunnen treden. Doel: De vergunning voor de wijziging van monumenten of voor sloop in beschermd gemeentelijk stadsgezicht gaat per 1 oktober 2010 op in de omgevingsvergunning (Wabo). Om dit daadwerkelijk te realiseren is de voorliggende wijziging van de Monumentenverordening 2008 noodzakelijk. Kader: - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 oktober 2010; - Besluit omgevingsrecht van 25 maart 2010, Staatsblad 143 en Regeling omgevingsrecht van 30 maart 2010, Staatscourant 5162 (van 1 april 2010); - In december 2008 zijn bij raadsbesluit RV enkele technische en inhoudelijke wijzigingen na inspraak in de Monumentenverordening doorgevoerd; deze Monumentenverordening 2008 wordt nu aangepast als gevolg van de Wabo; - Inspraakverordening: op grond van artikel 2.3 van de Inspraakverordening wordt geen inspraak verleend. Overwegingen: De voorgestelde wijzing van de monumentenverordening 2008 is noodzakelijk en wenselijk als gevolg van de voorgenomen invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Op hoofdlijnen zijn de voorgestelde wijzigingen als volgt: - de begripsbepalingen; het begrip monumentenvergunning bestaat niet meer; dit wordt de omgevingsvergunning en ook het begrip bevoegd gezag komt voort uit de Wabo; - toevoegen weigeringsgronden / toetsingscriteria; een belangrijke formaliteit omdat alleen dan het belang van het monument of het gemeentelijk beschermd stadsgezicht in de omgevingsvergunning kan worden meegewogen; - het verwijderen van (delen van) artikelen die overbodig zijn geworden; deze verwijderde artikelen worden opgevangen door de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (beslissing

2 op de omgevingsvergunning) en ook door het Besluit omgevingsrecht, de Regeling omgevingsrecht (de vergunningaanvraag) en de Algemene wet bestuursrecht (termijnen). - het verwijderen van de tweede zin van artikel 11, lid 1, zodat de vergunning voor sloop van een monument niet ook wordt voorgelegd aan de Monumentenselectiecommissie maar alleen aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (waarin deskundigen op het gebied van monumenten zijn vertegenwoordigd). Deze wijziging is ingegeven door de beperkte beslissingstermijnen van de Wabo. - de inhoud van het artikel over de strafbepaling wordt afgestemd op de Wabo. Financiën: De monumentenvergunning loopt mee in het gehele invoeringstraject van de omgevingsvergunning in Leiden. Evaluatie: Niet van toepassing. Bijgevoegde informatie: Bijlagen: 1. Toelichting op de voorgestelde wijzigingen, ; 2. Integrale tekst van de Monumentenverordening 2008 na wijziging, ; 3. Integrale tekst van de toelichting op de Monumentenverordening 2008 na wijziging, RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel van 2010), mede gezien het advies van de commissie BESLUIT: vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging van de Monumentenverordening 2008 Artikel I Wijziging verordening A In de artikelen 9 tot en met 14 en in de artikelen 20 tot en met 22 wordt het begrip burgemeester en wethouders vervangen door het begrip bevoegd gezag en worden de bijbehorende meervoudige werkwoorden vervangen door enkelvoudige. B Artikel 1. sub h. en j. vervalt onder gelijktijdige invoeging van een nieuw onderdeel h. en j. luidende: h. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; j. bevoegd gezag: het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht C. In artikel 9, lid 2.a. komt te vervallen de woorden: in enig opzicht. Zodat het tweede lid, onder a, als volgt komt te luiden: 2. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften:

3 a. een gemeentelijk monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of te wijzigen; D. Artikel 9, vijfde lid vervalt. Het zesde lid wordt het vijfde lid en het zevende lid wordt het zesde lid. In 9.6 wordt het begrip aanlegvergunningplicht vervangen door het begrip vergunningplicht. E. Artikel 10 vervalt onder gelijktijdige invoeging van een nieuw artikel 10 luidende: Artikel 10 Toetsingscriterium De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument. F. Het tweede deel van de titel van artikel 11 komt te vervallen, zodat de titel komt te luiden: Advies van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. G Artikel 11, tweede tot en met zevende lid vervallen. H. In artikel 11, eerste lid, wordt het begrip monumentenvergunning vervangen door het begrip vergunning. De tweede volzin vervalt. Artikel 11, eerste lid, wordt gesplitst in twee leden zodat het als volgt komt te luiden: 1. Het bevoegd gezag vraagt advies aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit voordat zij beslist op de aanvraag van de vergunning. 2. Indien de aanvraag een gemeentelijk archeologisch monument betreft, dan betrekt de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit een extern deskundig senior archeoloog bij haar advies. Het bevoegd gezag geeft op voorhand aan welke senior archeologen hiervoor in aanmerking komen. I. Aan artikel 14, eerste lid, wordt een nieuw onderdeel e. toegevoegd dat als volgt komt te luiden: 1. De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien: e. de vergunninghouder hierom verzoekt en het belang van het monument zich hiertegen niet verzet. J. In artikel 20 komt de tweede volzin te vervallen. De eerste volzin wordt vernummerd tot lid 1. onder gelijktijdige toevoeging van de nieuwe leden 2 tot en met 5 zodat het gehele artikel 20 komt te luiden: 1. In beschermde gemeentelijke stads- of dorpsgezichten is het verboden een bouwwerk geheel of gedeeltelijk af te breken zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag. 2. Een vergunning is niet vereist voor het slopen: a. ingevolge een aanschrijving van het bevoegd gezag ingevolge Hoofdstuk III van de Woningwet; b. van bouwwerken waarvoor ingevolge artikel 43 van de Woningwet geen vergunning is vereist. 3. Het bevoegd gezag vraagt advies aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit voordat zij beslist op de aanvraag. 4. De vergunning kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd. 5. De vergunning kan onder beperkingen worden verleend en aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. K. Artikel 21 tot en met 27 wordt vernummerd tot artikel 22 tot en met 28. Een nieuw artikel 21 wordt ingevoegd dat als volgt komt te luiden: Intrekken van de vergunning voor sloop in beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht

4 De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien: a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. binnen een bij de vergunning te bepalen termijn na dagtekening van de vergunning geen begin met de werkzaamheden is gemaakt; c. de werkzaamheden langer dan een in de vergunning te bepalen termijn zijn gestaakt; d. in strijd wordt gehandeld met beperkingen waaronder de vergunning is verleend of met de voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden. L. In het aldus vernummerde artikel 22 vervalt het tweede tot en met vierde lid. In het eerste lid wordt de aanvraag vervangen door het ontwerpbesluit, zodat artikel 22 komt te luiden: Het bevoegd gezag vraagt advies over het ontwerpbesluit aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit voordat zij beslist op de aanvraag van de vergunning. M. De inhoud van het aldus vernummerde artikel 24 vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: Indien overtreding van enig artikel van deze verordening niet strafbaar is gesteld krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt overtreding van het bij of krachtens de in deze verordening genoemde artikelen gestraft met een geldboete van de tweede categorie. Artikel II Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op het moment dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt. Gedaan in de openbare raadsvergadering van 30 september 2010, de Griffier, de Voorzitter, Dit voorstel is op 30 september 2010 ongewijzigd vastgesteld.

5 TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: E. Steneker Organisatieonderdeel: Realisatie, team Stadsruimte Telefoon: Verantwoordelijk portefeuillehouder: Cultuur, werk en inkomen Communicatie: Publicatie van de Verordening tot wijziging van de Monumentenverordening 2008 na vaststelling.

6 Bijgevoegde informatie: ADVIES PRESIDIUM Doel: Behandelingsvoorstel: Opmerkingen/aandachtspunten:

7 Bijlage 1 bij raadsvoorstel Vaststellen Verordening tot wijziging van de Monumentenverordening Betreft: toelichting op de Verordening tot wijziging van de monumentenverordening 2008, als gevolg van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht per 1 oktober 2010 Artikel I A. Het begrip bevoegd gezag komt voort uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Dit is het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van de aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning. Artikel van de Wabo geeft aan dat Burgemeester en wethouders van de gemeente waar het betrokken project in hoofdzaak wordt uitgevoerd, beslissen op de aanvraag om omgevingsvergunning, behoudens projecten van provinciaal belang, nationaal belang of algemeen belang. De Wabo betreft alleen de vergunningverlening, niet de aanwijzing van monumenten. In de artikelen 2 tot en met 8 zijn dus t.a.v. het bevoegd gezag geen wijzigingen doorgevoerd. B. Het begrip omgevingsvergunning komt voort uit de Wabo. De monumentenvergunning bestaat niet meer en gaat op in de omgevingsvergunning. Aan de begripsbepalingen is hier ook het begrip bevoegd gezag toegevoegd. Het begrip bouwhistorisch onderzoek komt te vervallen omdat dit begrip niet terug komt in de verordening. De regeling omgevingsrecht geeft aan welke indieningsvereisten van toepassing zijn. Dit kunnen ook cultuurhistorische rapporten zijn, waaronder bouwhistorische rapporten. C. Het is verboden om zonder vergunning een monument te wijzigingen. De woorden in enig opzicht zijn hier verwijderd omdat dit overbodig is. Bovendien stelt artikel 9.3 dat het bevoegd gezag nadere regels kan stellen waardoor bepaalde (eenvoudige) werkzaamheden wel vergunningvrij kunnen zijn. D. 9.5 (de vergunning kan voor een bepaalde tijd worden verleend) is verwijderd omdat dit overbodig is geworden door de Wabo: dit wordt geregeld in artikel 2.23, lid 1 van de Wabo: In een omgevingsvergunning kan worden bepaald dat zij geheel of gedeeltelijk geldt voor een daarin aangegeven termijn. Na vernummering wordt in 9.6 het begrip aanlegvergunning gewijzigd in vergunning, omdat het ook hier een omgevingsvergunning betreft. E. Bepalingen ten aanzien van de wijze van aanvraag van de vergunning (artikel 10) zijn verwijderd omdat dit wordt geregeld in de Regeling omgevingsrecht. Hierin staan bijvoorbeeld in paragraaf 4.2 ook de indieningsvereisten voor wijziging van een monument; ook voor een (gemeentelijk) monument dat is aangewezen op grond van een gemeentelijke verordening. Gelijktijdig is een nieuw artikel 10 toegevoegd, voortkomend uit de Wabo. Aangezien de monumentenvergunning op gaat in de omgevingsvergunning moeten de weigeringsgronden / toetsingscriteria voor een monument aan de gemeentelijke verordening worden toegevoegd. In artikel 2.18 van de Wabo staat namelijk: Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 (gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stadsgezicht) kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend of geweigerd op gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening. Middels het nieuwe artikel 10 is dat nu geregeld voor de gemeentelijke monumenten. Voor gemeentelijk beschermd stadsgezicht zie artikel X.

8 F. De titel is gewijzigd omdat het geen betrekking meer heeft op de beslissing. G. Van artikel 11 komt veel te vervallen: - de adviestermijnen omdat dit wordt geregeld in de Awb, artikel 3:16. - de bekendmaking van de aanvraag omdat dit wordt geregeld in artikel 3.8 van de Wabo. - de beslissingstermijn omdat dit wordt geregeld in artikel 3.9, lid 1 van de Wabo ( de termijn voor gemeentelijke monumenten gaat van 12 naar 8 weken in de reguliere voorbereidingsprocedure). - het verdagen van de termijn omdat dit wordt geregeld in artikel 3.9, lid 2 van de Wabo (voor gemeentelijke monumenten in de reguliere voorbereidingsprocedure ten hoogste 6 weken verlenging). - de van rechtswege verleende vergunning omdat dit wordt geregeld in artikel 3.9, lid 3 van de Wabo. - de inwerkingtreding van de vergunning omdat dit wordt geregeld in artikel 6.1, lid 2 onder a van de Wabo (voor monumenten een dag na afloop van de bezwaartermijn van zes weken. Indien een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan treedt de beschikking niet in werking voordat op dat verzoek is beslist). H. Van artikel 11 komt tevens te vervallen: - de advisering van de Monumentenselectiecommissie bij een vergunning tot sloop van een monument omdat dit gezien de korte beslissingstermijnen niet meer wenselijk en haalbaar is. Het advies van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (met inhoudelijke deskundigheid op het gebied van monumenten) blijft gewoon bestaan. I. De toevoeging van lid 1.e komt voort uit de praktijkervaring. J. Evenals voor monumenten onder artikel V moet ook voor (sloop in) een gemeentelijk beschermd stadsgezicht de weigerings- en toetsingsgronden worden toegevoegd. In artikel 2.18 van de Wabo staat namelijk: Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2 (gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stadsgezicht) kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend of geweigerd op gronden die zijn aangegeven in de betrokken verordening. Middels de toevoegingen in artikel 20 is dat nu geregeld voor sloop in gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Leiden heeft weliswaar nog geen gemeentelijke beschermde stadsgezichten maar aanwijzing hiervan is op grond van de Monumentenverordening 2008 wel mogelijk. K. Betreft een vernummering van artikelen en een nieuwe invoeging. De nieuwe toevoeging van artikel 21 betreft een vervolg op artikel 20. In artikel 20 worden de toetsings- en weigeringsgronden voor sloop in gemeentelijk beschermd stadsgezicht geregeld; in artikel 21 de gronden voor intrekking van de vergunning. Dit artikel ontbrak nog en wordt niet geregeld in de Wabo. L. Betreft het artikel ten aanzien van rijksmonumenten (voorheen 21, nu 22). Hierin vervalt: - de advisering en adviestermijnen omdat dit al wordt geregeld in de uitgebreide voorbereidingsprocedure voor rijksmonumenten zoals omschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo, onder verwijzing naar de Awb, afdeling de verwijzing naar artikel 10 omdat dit artikel is verwijderd: de aanvraag wordt geregeld in de Regeling omgevingsrecht. M. In het artikel over de strafbepaling wordt verwezen naar de Wabo. Artikel II

9 Betreft de inwerkingtreding van deze verordening op het moment dat de Wabo inwerking treedt. De integrale tekst van de Monumentenverordening 2008 na wijziging (vetgedrukt) is bijgevoegd in bijlage 2.

10 Bijlage 2 bij raadsvoorstel Verordening tot wijziging van de Monumentenverordening Wijzigingen, verwijderingen en toevoegingen vetgedrukt (derhalve zijn de kopteksten nog niet vetgedrukt m.u.v. de wijzigingen) Preambule Deze verordening, vastgesteld op bij raadsbesluit nr. RV..., is laatstelijk gewijzigd op.. bij raadsbesluit nr. RV.., is bekendgemaakt op en is in werking getreden op Monumentenverordening 2008 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. monument 1. zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of (cultuur)historische waarde; 2. terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak als bedoeld onder 1; b. beschermd gemeentelijk monument: onroerend monument als bedoeld onder a 1 en 2, dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen; c. gemeentelijk monumentenregister: het register waarin staan geregistreerd alle overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen zaken; d. beschermd rijksmonument: onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers; e. kerkelijk monument: onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en dat uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst; f. Monumentenselectiecommissie: de door burgemeester en wethouders ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders conform de Verordening op de Monumentenselectiecommissie te adviseren over de aanwijzing van monumenten, de toepassing van de Monumentenwet 1988, deze verordening en het monumentenbeleid; daaronder niet inbegrepen het uitbrengen van adviezen over de verlening van vergunningen bij verbouw of sloop van monumenten; g. Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK): de op basis van art. 15, lid 1 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders conform de Verordening op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit te adviseren over het verlenen van vergunningen bij verbouw of sloop van monumenten; (verwijderd: h. bouwhistorisch onderzoek: in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument, conform de landelijke Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek);

11 h. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; i. gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht: groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten bevinden; (verwijderd: j. aanvraagformulier monumentenvergunning: het standaard aanvraagformulier voor een monumentenvergunning voor het wijzigen, verstoren of slopen van een (archeologisch) monument, waarop staat aangegeven welke gegevens nodig zijn voor de aanvraag); j. bevoegd gezag: het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Artikel 2 Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument. Hoofdstuk 2: Beschermde gemeentelijke monumenten Paragraaf 1: De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de registratie in het gemeentelijk monumentenregister. Artikel 3 De aanwijzing tot gemeentelijk monument 1. Burgemeester en wethouders kunnen, al doen niet op aanvraag van een belanghebbende, een onroerend monument als bedoel onder 1a en b aanwijzen als gemeentelijk monument. 2. Voordat burgemeester en wethouders over de aanwijzing een besluit nemen, vragen zij advies aan de Monumentenselectiecommissie. Indien de aanwijzing een gemeentelijk archeologisch monument betreft dan betrekt de Monumentenselectiecommissie een extern deskundig senior archeoloog bij haar advies. Burgemeester en wethouders geven op voorhand aan welke senior archeologen hiervoor in aanmerking komen. 3. In spoedeisende gevallen kunnen burgemeester en wethouders zonder advies van de Monumentenselectiecommissie een onroerende zaak aanwijzen als voorlopig gemeentelijk monument. Terstond na de voorlopige aanwijzing vragen burgemeester en wethouders advies aan de Monumentenselectiecommissie. 4. De voorlopige aanwijzing vervalt na vierentwintig weken of zoveel eerder wanneer Burgemeester en Wethouders een definitief besluit nemen over de aanwijzing. De artikelen 9 tot en met 14 zijn van toepassing vanaf het moment dat belanghebbenden schriftelijk in kennis worden gesteld van het besluit van burgemeester en wethouders tot voorlopige aanwijzing van de onroerende zaak als gemeentelijk monument. 5. Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de aanwijzing van een onroerend monument als beschermd gemeentelijk monument als bedoeld onder 1a en b bepalen dat een nader waardestellend onderzoek wordt verricht. 6. Voordat burgemeester en wethouders een kerkelijk monument als gemeentelijk monument aanwijzen, voeren zij overleg met de eigenaar. 7. De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenverordening van de provincie Zuid-Holland. Artikel 4 Termijn advies en aanwijzingsbesluit

12 1. De Monumentenselectiecommissie adviseert schriftelijk binnen twaalf weken na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders. 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na ontvangst van het advies van de Monumentenselectiecommissie, maar in ieder geval binnen vierentwintig weken na de adviesvraag. Artikel 5 Mededeling De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan: a. Degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers; b. De gemeenteraad en de Monumentenselectiecommissie. Artikel 6 Registratie in het gemeentelijke monumentenregister 1. Burgemeester en wethouders registreren het beschermde gemeentelijke monument in het gemeentelijke monumentenregister. 2. Het gemeentelijke monumentenregister ligt voor een ieder ter inzage. 3. Het gemeentelijke monumentenregister bevat het monumentnummer, de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een beschrijving van het beschermde gemeentelijk monument. Artikel 7 Wijzigen van de aanwijzing 1. Burgemeester en wethouders kunnen de aanwijzing ambtshalve of op aanvraag van een belanghebbende wijzigen. 2. Artikel 3, lid 2 t/m 6, alsmede artikel 4 en 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de wijziging. 3. Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is, blijft overeenkomstige toepassing van artikel 3, lid 2 t/m 6, alsmede artikel 4 en 5 achterwege. 4. De inhoud en de datum van de wijziging worden in het gemeentelijke monumentenregister aangetekend. Artikel 8 Intrekken van de aanwijzing 1. Burgemeester en wethouders kunnen de aanwijzing intrekken. 2. Indien burgemeester en wethouders de aanwijzing intrekken, zijn artikel 3, lid 2, 5 en 6, alsmede artikel 4 en artikel 5, van overeenkomstige toepassing. 3. De aanwijzing wordt geacht ingetrokken te zijn, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of aan artikel 4 van de Monumentenverordening van de provincie Zuid- Holland. 4. De intrekking wordt in het gemeentelijk monumentenregister aangetekend. Paragraaf 2: Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten Artikel 9 Verbodsbepalingen en vergunning 1. Het is verboden een beschermd gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen. 2. Het is verboden zonder vergunning van (verwijderd: burgemeester en wethouders) het bevoegd gezag of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften: b. een gemeentelijk monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of (verwijderd: in enig opzicht) te wijzigen;

13 c. een gemeentelijk monument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt aangetast, ontsierd of in gevaar gebracht. 3. Het verbod en de vergunningplicht, als bedoeld in het tweede lid, gelden niet indien het (verwijderd: College) bevoegd gezag nadere regels stelt met betrekking tot de wijze waarop werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. 4. Het bevoegd gezag (verwijderd: Burgemeester en wethouders) kan aan een vergunning voorwaarden verbinden in het belang van de monumentenzorg. (verwijderd: 5. De vergunning kan voor een bepaalde tijd worden verleend. ) 5. Indien de vergunning een archeologisch monument betreft, kunnen daaraan in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; of c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan de in de Monumentenwet gestelde voorwaarden. 6. Op terreinen van archeologische waarde geldt een (verwijderd: aanleg) vergunningplicht conform het bepaalde in het bestemmingsplan. (Verwijderd: Artikel 10: de aanvraag 1. De aanvraag van de vergunning als bedoeld in artikel 9, tweede lid, wordt ingediend bij burgemeester en wethouders door middel van het daarvoor bestemde standaard aanvraagformulier monumentenvergunning. 2. Burgemeester en wethouders kunnen, binnen een door hen gestelde termijn, op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, nadere gegevens van de aanvrager verlangen. 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de beoordeling van de vergunningaanvraag als bedoeld in artikel 9 bepalen dat een nader waardestellend onderzoek wordt verricht.) Artikel 10 Toetsingscriterium De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument. Artikel 11 Advies van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (verwijderd: en beslissing op de aanvraag) 1. Het bevoegd gezag (verwijderd: Burgemeester en wethouders) vraagt advies aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit voordat zij beslist op de aanvraag van de (verwijderd: monumenten) vergunning. (Verwijderd: Indien de monumentenvergunning een sloopvergunning betreft vragen burgemeester en wethouders ook advies aan de Monumentenselectiecommissie.) 2. Indien de aanvraag een gemeentelijk archeologisch monument betreft, dan betrekt de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit een extern deskundig senior archeoloog bij haar advies. Het bevoegd gezag (verwijderd: Burgemeester en wethouders) geeft op voorhand aan welke senior archeologen hiervoor in aanmerking komen. (verwijderd: 2. Binnen zes weken na de adviesaanvraag brengt de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (en ingeval van sloop ook de Monumentenselectiecommissie) schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders. 3. Voordat een beslissing op de aanvraag wordt genomen, leggen burgemeester en wethouders de aanvraag voor een ieder ter inzage. Van de ter inzage legging wordt op de

14 gebruikelijke wijze kennisgegeven, waarbij mededeling wordt gedaan van de mogelijkheid voor een ieder om binnen een termijn van twee weken zienswijzen naar voren te brengen bij burgemeester en wethouders. 4. Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken na ontvangst van het advies van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (en in geval van sloop ook het advies van de Monumentenselectiecommissie), maar in ieder geval binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag om monumentenvergunning. 5. Burgemeester en wethouders kunnen de in het vierde lid genoemde termijn van twaalf weken met ten hoogste zes weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennis geven binnen de in het vierde lid genoemde termijn. 6. Indien burgemeester en wethouders niet voldoen aan het vierde of vijfde lid, wordt de vergunning geacht te zijn verleend. 7. Een vergunning ingevolge deze verordening blijft buiten werking gedurende zes weken na de datum waarop zij is verleend.) Artikel 12 Kerkelijk monument Het bevoegd gezag (verwijderd: Burgemeester en wethouders) geeft met betrekking tot een beschermd kerkelijk monument geen beschikking ingevolge de bepalingen van artikel 9 dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een beschikking betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn. Artikel 13 Register 1. Het bevoegd gezag (verwijderd: Burgemeester en wethouders) houdt een openbaar register aan, waarin aantekening wordt gehouden van ingevolge artikel 11, vierde lid, verleende vergunningen; 2. In het in het eerste lid bedoelde register worden voorts aangetekend: a. de datum van de vergunning; b. het nummer van de vergunning; c. de plaats van het monument waarop de vergunning betrekking heeft, alsmede de van belangzijnde gegevens; d. de aard van de werkzaamheden. Artikel 14 Intrekken van de vergunning 1. De vergunning kan door het bevoegd gezag (verwijderd: burgemeester en wethouders) worden ingetrokken indien: a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. blijkt dat de vergunninghouder de voorschriften als bedoeld in artikel 9 niet naleeft; c. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen; d. niet binnen zesentwintig weken van de vergunning gebruik wordt gemaakt door start van de werkzaamheden; e. de vergunninghouder hierom verzoekt en het belang van het monument zich hiertegen niet verzet. 2. De beschikking tot intrekking wordt in afschrift gezonden aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. 3. Van de beschikking tot intrekking wordt aantekening gemaakt in het register, bedoeld in artikel 13.

15 Hoofdstuk 3: Beschermde gemeentelijke stads- en dorpsgezichten Artikel 15 De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht 1. Burgemeester en wethouders kunnen een stads- of dorpsgezicht aanwijzen als beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht. 2. Voordat burgemeester en wethouders over de aanwijzing een besluit nemen, vragen zij advies aan de Monumentenselectiecommissie. In spoedeisende gevallen kan het vragen van dit advies achterwege blijven. 3. De aanwijzing kan geen stads- of dorpsgezicht betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 35 van de Monumentenwet 1988 of dat is aangewezen op grond van de monumentenverordening van de provincie Zuid-Holland. Artikel 16 Termijn advies en plaatsingsbesluit 1. De Monumentenselectiecommissie adviseert schriftelijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders. 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na ontvangst van het advies van de Monumentenselectiecommissie, maar in ieder geval binnen twintig weken na de adviesaanvraag. Artikel 17 Registratie in het gemeentelijke monumentenregister 1. Burgemeester en wethouders registreren het beschermde gemeentelijke stads- of dorpsgezicht in het gemeentelijke monumentenregister. 2. Het gemeentelijk monumentenregister bevat de plaatselijke aanduiding, datum van aanwijzing, de gebiedsaanwijzing van het beschermde stadsgezicht en een beschrijving van de daarin vervatte cultuurhistorische waarden. Artikel 18 Wijzigen en intrekken van de aanwijzing De artikelen 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat aan artikel 8, derde lid, nog wordt toegevoegd artikel 35 van de Monumentenwet 1988 en artikel 3 van de Monumentenverordening van de provincie Zuid-Holland. Artikel 19 Vaststellen beschermend bestemmingsplan 1. De gemeenteraad stelt, ter bescherming van een beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht een bestemmingsplan vast als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. Bij besluit tot aanwijzing van een beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht kan hiertoe een termijn worden gesteld. 2. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht wordt door burgemeester en wethouders bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen als beschermend plan in de zin van het eerste lid kunnen worden aangemerkt. 3. Alvorens burgemeester en wethouders de gemeenteraad ter zake een voorstel doen, vragen zij advies aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. 4. De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit adviseert schriftelijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders. Artikel 20 Vergunning tot slopen in beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht 1. In beschermde gemeentelijke stads- of dorpsgezichten is het verboden een bouwwerk geheel of gedeeltelijk af te breken zonder of in afwijking van een (verwijderd: (sloop)) vergunning van het

16 bevoegd gezag (verwijderd: burgemeester en wethouders). (verwijderd: Paragraaf van de Wet ruimtelijke ordening is hierop van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 3.20, lid 4, tweede volzin.) 2. Een vergunning is niet vereist voor het slopen: a. ingevolge een aanschrijving van het bevoegd gezag ingevolge Hoofdstuk III van de Woningwet; b. van bouwwerken waarvoor ingevolge artikel 43 van de Woningwet geen vergunning is vereist. 3. Het bevoegd gezag vraagt advies aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit voordat zij beslist op de aanvraag. 4. De vergunning kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd. 5. De vergunning kan onder beperkingen worden verleend en aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. Artikel 21 Intrekken van de vergunning voor sloop in beschermd gemeentelijk stads- of dorpsgezicht De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien: a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. binnen een bij de vergunning te bepalen termijn na dagtekening van de vergunning geen begin met de werkzaamheden is gemaakt; c. de werkzaamheden langer dan een in de vergunning te bepalen termijn zijn gestaakt; d. in strijd wordt gehandeld met beperkingen waaronder de vergunning is verleend of met de voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden. Hoofdstuk 4: Beschermde rijksmonumenten Artikel 22 Vergunning voor een beschermd rijksmonument Het bevoegd gezag (verwijderd: Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument) vraagt advies over het ontwerpbesluit aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit voordat zij beslist op de aanvraag van de vergunning. (verwijderd: 2. De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift. 3. Bij overschrijding van de in het tweede lid genoemde termijn wordt de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit geacht te hebben geadviseerd. 4. Op de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument, niet zijnde archeologische monumenten, is artikel 10 van overeenkomstige toepassing.) Hoofdstuk 5 Schadevergoeding Artikel 23 Schadevergoeding 1. Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van: a. de weigering van burgemeester en wethouders een vergunning te verlenen als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van deze verordening; b. voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van deze verordening; schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kennen burgemeester en wethouders hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. 2. Voor de behandeling van de aanvragen zijn de bepalingen van de Procedureregeling planschadevergoeding overeenkomstige toepassing.

17 Hoofdstuk 6 Slot- en overgangsbepalingen Artikel 24 Strafbepaling Indien overtreding van enig artikel van deze verordening niet strafbaar is gesteld krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt overtreding van het bij of krachtens de in deze verordening genoemde artikelen gestraft met een geldboete van de tweede categorie. (verwijderd: Hij, die handelt in strijd met artikel 9 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.) Artikel 25 Opsporingsbevoegdheid De opsporing van de in artikel 24 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld. Artikel 26 Binnentreden Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de machtiging verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker, te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening. Artikel 27 Inwerkingtreding 1. Voor zover deze verordening betrekking heeft op gemeentelijke monumenten treedt zij in werking op de eerste dag na bekendmaking. 2. De Monumentenverordening, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 24 april 1989, nr.53, gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 1994, nr , bekendgemaakt op 30 december 1994 en in werking getreden op 7 januari 1995, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 december 1999, nr , bekendgemaakt op 28 januari 2000 en in werking getreden op 1 februari 2000, voor zover het betreft bepalingen over gemeentelijke monumenten, vervalt op 10 januari Voor zover deze verordening betrekking heeft op beschermde rijksmonumenten, treedt zij in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Monumentenwet De Monumentenverordening, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 24 april 1989, nr.53, gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 1994, nr , bekendgemaakt op 30 december 1994 en in werking getreden op 7 januari 1995, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 december 1999, nr , bekendgemaakt op 28 januari 2000 en in werking getreden op 1 april 2000 voor zover het betreft bepalingen over beschermde rijksmonumenten, vervalt op de datum waarop het derde lid toepassing vindt. 5. De gemeentelijke monumenten, geregistreerd in het gemeentelijke monumentenregister van de ingevolge het tweede lid vervallen verordening, worden geacht aangewezen en geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. 6. Aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 9 van de in het tweede lid genoemde vervallen

18 verordening die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de in het tweede lid genoemde vervallen verordening. Artikel 28 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als 'Monumentenverordening 2008'. Bijlage 3 bij raadsvoorstel Vaststellen Verordening tot wijziging van de Monumentenverordening Toelichting op de gemeentelijke Monumentenverordening 2008 Deze toelichting is in 2010 aangepast als gevolg van de Verordening tot wijziging van de Monumentenverordening 2008, vastgesteld bij raadsbesluit nummer.d.d. Algemene toelichting In deze monumentenverordening wordt in hoofdzaak het volgende geregeld: - de aanwijzing van gemeentelijke monumenten, inclusief gemeentelijke archeologische monumenten; - de aanwijzing van gemeentelijke beschermde stadsgezichten; - de bescherming van - en de vergunningplicht voor de wijziging van - gemeentelijke monumenten; - de bescherming van en de vergunningplicht voor sloop in - gemeentelijk beschermd stadsgezicht. de Monumentenwet en rijksmonumenten De bepalingen van de Monumentenwet en de daarin gekozen systematiek vormen de basis voor deze Monumentenverordening. De bescherming van en de vergunningplicht voor rijksmonumenten is geregeld in de Monumentenwet. Ook voor de wijziging van rijksmonumenten, niet zijnde archeologische rijksmonumenten, is het bevoegd gezag in de meeste gevallen het College van Burgemeester en Wethouders. Daarbij vraagt het bevoegd gezag de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit om advies, zoals geregeld in artikel 22 van deze verordening. Ook vraagt het bevoegd gezag advies aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed adviseert niet in alle gevallen, maar wel bij - volledige afbraak van een monument of een overwegend deel daarvan, - reconstructie van een monument of een overwegend deel daarvan, - wijziging van een monument of een overwegend deel daarvan als gevolg van functiewijziging. Archeologie Deze verordening betreft zowel de gebouwde monumenten boven de grond als de gemeentelijke archeologische monumenten onder de grond. Voor archeologische rijksmonumenten is het bevoegd gezag niet het College van Burgemeester en Wethouders, maar de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Wel dient de gemeente als loket; de vergunningaanvraag wordt voor behandeling doorgestuurd naar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Naast aangewezen archeologische monumenten bestaan er ook archeologische verwachtingsgebieden. Het gehele bodemarchief van Nederland is beschermd op grond van de Wet archeologische monumentenzorg. Deze wetgeving vloeit voort uit het Europese verdrag van Malta en is opgenomen in de Monumentenwet. Ook voor ingrepen (van een bepaald oppervlak en een bepaalde diepte) in archeologische verwachtingsgebieden kan de omgevingsvergunning dus van toepassing zijn. Hiervoor verwijzen we naar de bepalingen in de bestemmingsplannen en in het bestemmingsplan Archeologie van de

19 gemeente Leiden. De Archeologische waardenkaart (met verwachtingsgebieden) dient daarbij als onderlegger. Modelverordening VNG De Monumentenverordening is mede gebaseerd op de Modelverordening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Op enkele punten is - gelet op de Leidse situatie - afgeweken. Zo is er in Leiden de mogelijkheid tot aanwijzing van gemeentelijke beschermde stadsgezichten. Deze mogelijkheid is niet opgenomen in de modelverordening van de VNG. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) In 2010 is deze verordening aangepast op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De monumentenvergunning bestaat niet meer; deze is opgegaan in de omgevingsvergunning. Een vergunningaanvraag voor het wijzigen van een rijksmonument, een gemeentelijk monument of voor sloop in beschermd stadsgezicht wordt behandeld conform de in de Wabo beschreven procedures voor de behandeling van vergunningaanvragen. Indieningsvereisten omgevingsvergunning De Regeling omgevingsrecht, behorende bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), geeft aan welke indieningsvereisten van toepassing zijn bij de omgevingsvergunning. Dit geldt dus ook voor de omgevingsvergunning bij de wijziging van monumenten of bij sloop in beschermd stadsgezicht. In alle gevallen geeft de Regeling omgevingsrecht aan welke indieningsvereisten van toepassing zijn. Voor monumenten kan bijvoorbeeld ook een nader waardestellend onderzoek van toepassing zijn, zoals een bouwhistorisch onderzoek. Algemene wet bestuursrecht In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt een aantal zaken geregeld die van toepassing zijn op de vergunningprocedure voor zaken zoals bedoeld in deze verordening, tenzij anders aangegeven in de Wabo. De Awb geeft regels voor de voorbereiding, de motivering en de bekendmaking van besluiten, en voor bezwaar en beroep tegen besluiten. Voorbereidingsprocedure In de Wabo wordt onderscheid gemaakt tussen de reguliere en de uitgebreide voorbereidingsprocedure (inzake besluiten op aanvraag omgevingsvergunning). De reguliere voorbereidingsprocedure is van toepassing op gemeentelijke monumenten. Het bevoegd gezag beslist op de aanvraag om een omgevingsvergunning binnen acht weken. Deze termijn kan met ten hoogste zes weken worden verlengd. De uitgebreide voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 van de Awb) is van toepassing op de wijziging van rijksmonumenten (niet zijnde archeologische rijksmonumenten). Het bevoegd gezag beslist op de aanvraag om een omgevingsvergunning binnen zesentwintig weken. Deze termijn kan in bepaalde gevallen met een redelijke termijn worden verlengd. Toelichting per artikel

20 Artikel 1: Begripsbepalingen a. Het begrip monument Bij de omschrijving van het begrip 'monument' is aansluiting gezocht bij de omschrijving in de Monumentenwet Cultuurhistorische waarde is de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt. Het begrip cultuurhistorische waarde is dermate ruim dat het ook betrekking kan hebben op zaken en gebieden met een geschiedkundige waarde. De onder a.2. bedoelde terreinen kunnen bijvoorbeeld gebieden zijn met een archeologische waarde (het bodemarchief), maar ook parken of tuinen. Het is niet vereist dat op het terrein ook een bouwkundig monument voorkomt teneinde over een monument te kunnen spreken. Een 'zaak' is immers een veel ruimer begrip. De vijftig- jaargrens die voor rijksmonumenten geldt, is niet voor gemeentelijke monumenten overgenomen. Daardoor biedt de verordening ook de mogelijkheid om monumenten die (nog) niet op de rijkslijst kunnen komen omdat ze te jong zijn, wel op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. b. Het begrip beschermd gemeentelijk monument Een beschermd gemeentelijk monument kan zowel een gebouwd (onroerend) monument zijn als een archeologisch monument. De aanwijzing van en de vergunningverlening voor - archeologische rijksmonumenten is een bevoegdheid van de minister en heeft dus geen plaats in deze verordening. Naast archeologische monumenten kennen we ook het begrip archeologische verwachtingsgebieden. Deze gebieden worden gemarkeerd op de archeologische waardenkaart Leiden met een hoge tot lage verwachting. De bescherming van archeologische verwachtingsgebieden (niet zijnde aangewezen monumenten) wordt niet in deze verordening geregeld, maar in het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan wordt het bodemarchief door middel van de omgevingsvergunning beschermd. Op deze wijze is het verdrag van Malta en de daarbij horende nieuwe archeologiewetgeving in Leiden geïmplementeerd. In dit artikel wordt gesproken over onroerende monumenten. De monumentenverordening is dus niet van toepassing op roerende zaken. Zaken die naar hun aard onroerend zijn, zoals een kerkorgel, kunnen wel de monumentenstatus krijgen, op basis van de redengevende omschrijving. Roerende zaken zijn bijvoorbeeld schepen, voertuigen, schilderijen, kerkschatten en gebruiksvoorwerpen. Het beoordelen van de wijziging van een roerend monument (in het kader van de omgevingsvergunnning) vergt dus zeer specifieke kennis. Dergelijke objecten kunnen beter worden opgenomen in (museale) collecties. Schepen kunnen bijvoorbeeld ook worden ingeschreven in het Nationaal register varend erfgoed en/of in aanmerking komen voor een ligplaats in de historische haven van Leiden. c. Gemeentelijk monumentenregister Het gemeentelijk monumentenregister is een openbaar register, waarin alle aangewezen gemeentelijke monumenten zijn opgenomen. Het opnemen in het register heeft als zodanig geen rechtsgevolg. Het betreft slechts een administratieve handeling. Hieraan vooraf gaat het besluit tot aanwijzing als gemeentelijk monument, dat wel rechtsgevolg beoogt. In het register staat onder meer de plaatselijke aanduiding, het monumentnummer en de redengevende omschrijving.

21 d. Beschermd rijksmonument Het is nodig om een begripsomschrijving van een beschermd rijksmonument in de gemeentelijke monumentenverordening op te nemen. De omgevingsvergunning voor de wijziging van rijksmonumenten (zie artikel 22), niet zijnde archeologische rijksmonumenten, wordt behandeld door het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wabo. Bijna altijd is dit het College. De bepalingen in artikel 11 tot en met 21 van de Monumentenwet 1988 zijn van toepassing op rijksmonumenten. De vergunningaanvraag voor een rijksmonument vindt op dezelfde wijze plaats als voor een gemeentelijk monument; de indieningsvereisten van de Regeling omgevingsrecht zijn hierop van toepassing. e. Kerkelijk monument Als de aanwijzing een kerkelijk monument betreft is overleg tussen eigenaar en gemeente nodig (zie artikel 3, lid 6 van deze verordening). Is er sprake van een omgevingsvergunning voor een kerkelijk monument, dan kan overeenstemming tussen eigenaar en vergunningverlener nodig zijn (zie artikel 12 van deze verordening). Overleg en overeenstemming betreffen de wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het kerkelijke monument. Voor bijvoorbeeld een pastorie, een catechisatieruimte of verblijven van kloosterlingen geldt deze verbijzondering voor kerkelijke monumenten in de regel dan ook niet. Zij vallen onder de voorschriften die voor de andere monumenten gelden. f. Monumentenselectiecommissie Op grond van de Monumentenverordening heeft de Monumentenselectiecommissie tot taak burgemeester en wethouders gevraagd of ongevraagd te adviseren over de aanwijzing van zaken of terreinen tot gemeentelijk monument. De commissie adviseert ook over de aanwijzing van gemeentelijke archeologische monumenten. Indien het advies een archeologisch monument betreft dan betrekt de Monumentenselectiecommissie een extern deskundige op het gebied van de archeologie bij haar advies. g. Adviescommissie ruimtelijke kwaliteit De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit adviseert over de omgevingsvergunning bij wijziging, verbouw, restauratie of sloop van monumenten, ook gemeentelijke archeologische monumenten. Ten behoeve van dit laatste is een lid benoemd met deskundigheid op het gebied van de archeologie. De adviezen ten aanzien van de gebouwde monumenten betreffen zowel rijksmonumenten als gemeentelijke monumenten. De instelling van deze adviescommissie komt voort uit artikel 15 van de Monumentenwet. Dit artikel schrijft voor dat de gemeenteraad een verordening vaststelt waarin de inschakeling wordt geregeld van een adviescommissie over de vergunningaanvragen als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet. h. Vergunning Het begrip vergunning verwijst naar de omgevingsvergunning zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De omgevingsvergunning is dus van toepassing op monumenten en op sloop in beschermde stadsgezichten. Het begrip monumentenvergunning bestaat niet meer. i. Gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht In de Monumentenwet wordt de aanwijzing van rijksbeschermde stadsgezichten geregeld. Als het echter niet om een gebied met nationale uitstraling gaat, maar het gebied wel een lokale kwaliteit heeft dan kan dit gebied worden aangewezen als een gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Het beschermd stadsgezicht gaat niet om de individuele bescherming maar om de structuur en architectuur van een gebied.

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ; De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr. 2004-04-16; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. Gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikel 12, 14 en 15 van de Monumentenwet

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 RB 2004/11-A MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1 monument: a zaak die van algemeen belang is

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING 2006

MONUMENTENVERORDENING 2006 MONUMENTENVERORDENING 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 De raad van de gemeente Houten, gezien het voorstel van het college van 1 november 2005, gelet op

Nadere informatie

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Zoek regelingen op overheid.nl Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld

Nadere informatie

H E E R H U G O W >\ /\ R D

H E E R H U G O W >\ /\ R D Raadsvergadoring :' ing 2 2 APRJQQB Besluii: ^f Voorstalnurroiner: PR nr*>6>qx± I 9 H E E R H U G O W >\ /\ R D Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp 7 2008-033 Monumentverordening Aan de Raad, Heerhugowaard,

Nadere informatie

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedverordening Boxtel 2010 Pagina 1 van 5 Erfgoedverordening Boxtel 2010 gezien het voorstel van het college van 18 mei 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen

Nadere informatie

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 18715 3 april 2014 Erfgoedverordening Stadsdeel Zuidoost 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat

Nadere informatie

Erfgoedverordening Amsterdam

Erfgoedverordening Amsterdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel r, onder 2; b. archeologisch onderzoek: werkzaamheden

Nadere informatie

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Brielle Nr. 103010 19 juni 2017 Erfgoedverordening 2017 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017,

Nadere informatie

Raadsvoorstel 21. Gemeenteraad. Vergadering 1 maart Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011

Raadsvoorstel 21. Gemeenteraad. Vergadering 1 maart Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011 Raadsvoorstel 21 Vergadering 1 maart 2011 Gemeenteraad Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011 B&W vergadering : 18 januari 2011 Dienst / afdeling : SE/KC Aan de gemeenteraad, Op 1 oktober 2010 is

Nadere informatie

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. GEMEENTE LOPIK Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010; gelet op artikel 149

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening gemeente Houten Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemeen

Hoofdstuk 1. Algemeen Erfgoedverordening gemeente Geldermalsen 2013 De raad van de gemeente Geldermalsen, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2012, nummer 9, gelet op artikel

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366; CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR75288_1 23 februari 2016 Erfgoedverordening Dordrecht De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen: 1. zaak,

Nadere informatie

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. Lijst agendapunten nummer: 8b Kenmerk: 11150 Afdeling: Vergunningen en Handhaving VERORDENING Datum: 9 oktober 2008 Onderwerp: Erfgoedverordening Terneuzen 2008 De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

Erfgoedverordening Roosendaal 2017 Erfgoedverordening Roosendaal 2017 De raad van de gemeente Roosendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van.; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang

Nadere informatie

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument. ERFGOEDVERORDENING HEERENVEEN 2010 HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk

Nadere informatie

Gemeenteraad 13 januari 2009 Gemeenteblad

Gemeenteraad 13 januari 2009 Gemeenteblad 6 Jaar: 2009 Nummer: Besluit: Gemeenteraad 13 januari 2009 Gemeenteblad MONUMENTENVERORDENING HELMOND 2009 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gelezen het voorstel van het college van 22 oktober 2010 (2010-14369); gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de

Nadere informatie

De raad van de gemeente Grave

De raad van de gemeente Grave ** Documentnr 28070.: zaaknr.: Z/G/16/36278 De raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016. gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, in

Nadere informatie

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 Raadsbesluit nr.7 Betreft: Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het collegeadvies Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 van 14 september 2010; overwegende dat hiermee de

Nadere informatie

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. CVDR Officiële uitgave van Druten. Nr. CVDR50463_3 17 oktober 2017 Erfgoedverordening gemeente Druten 2010 De Raad van de gemeente Druten, Gelezen het voorstel van het college van 31 augustus 2010; Gelet

Nadere informatie

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Erfgoedverordening Nissewaard 2016 Raadscasenr. Erfgoedverordening Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2016; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet,

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011; RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Nota archeologiebeleid gemeente Asten en de Erfgoedverordening Asten 2011 6 juni 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; ERFGOEDVERORDENING 2010 GEMEENTE NIEUWKOOP De raad van de gemeente Nieuwkoop; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

1 J gemeente «tffl" Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012

1 J gemeente «tffl Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012 1 J gemeente «tffl" Heemskerk Erfgoedverordening Heemskerk 2012 mei 2012 J>^^^ ERFGOEDVERORDENING HEEMSKERK 2012 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2012 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel

Nadere informatie

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst.

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst. Raadsbesluit Behorende bij raadsvoorstel met nummer: Raad-00348/8 De raad van de gemeente Bronckhorst; gelezen het voorstel van het college van b en w van 3 april 2018; besproken in de commissievergadering

Nadere informatie

Erfgoedverordening Heemskerk 2009

Erfgoedverordening Heemskerk 2009 Erfgoedverordening Heemskerk 2009 Januari 2009 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2009 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel 1: Begripsbepalingen 5 Artikel 2: Het gebruik van het beschermd

Nadere informatie

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr... CONCEPT

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr... CONCEPT Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr... CONCEPT Monumentenverordening Utrecht 2010 (raadsbesluit van 2010) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d..2010. Besluit vast te stellen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2008 ;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2008 ; Pagina 1 van 10 Versie 1 Agendapunt 2008 BESLUITEN Nr. De raad der gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2008 ; gezien het advies van commissie Ruimte

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Bekendmaking vaststelling beleid De raad van Heemskerk maakt bekend de Erfgoedverordening Heemskerk 2016 te hebben vastgesteld. De nieuwe verordening treedt in werking op 15 juli 2016, onder gelijke intrekking

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; immun um G10.0711 ^ nieuwkoop ^ ERFGOEDVERORDENING 2010 GEMEENTE NIEUWKOOP De raad van de gemeente Nieuwkoop; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; gelet

Nadere informatie

gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Raadsbesluit De raad van de gemeente Rheden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 april 2017; gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Nadere informatie

Monumentenverordening Enschede 2010

Monumentenverordening Enschede 2010 Monumentenverordening Enschede 2010 De raad van de gemeente Enschede, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2019, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en

Nadere informatie

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013 Erfgoedbeleid Ridderkerk Archeologieverordening Ridderkerk 2013 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013 Gemeentestukken: 2013-267 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013

Nadere informatie

Erfgoedverordening 2009 Gemeente Roosendaal

Erfgoedverordening 2009 Gemeente Roosendaal Erfgoedverordening 2009 Gemeente Roosendaal Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

ERFGOEDVERORDENING WASSENAAR De raad van de gemeente Wassenaar; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

ERFGOEDVERORDENING WASSENAAR De raad van de gemeente Wassenaar; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. De raad van de gemeente Wassenaar; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van de Monumentenwet

Nadere informatie

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van de Monumentenwet 1988,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van de Monumentenwet 1988, Z-23180-VS De raad van de gemeente Voorschoten; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017 Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017 Provinciale Staten van Noord-Holland; Overwegende dat het in verband met

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Krimpenerwaard. Nr. 157636 11 november 2016 Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2017 Artikel 1 Begripsbepalingen a. archeologisch monument: monument, als bedoeld

Nadere informatie

Erfgoedverordening Haaksbergen (6.2b)

Erfgoedverordening Haaksbergen (6.2b) Erfgoedverordening Haaksbergen (6.2b) Samenvatting Deze verordening regelt de aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen, aanwijzing en bescherming van gemeentelijke monumenten

Nadere informatie

Nr Houten, 1 november 2005

Nr Houten, 1 november 2005 Nr. 2005-185 Houten, 1 november 2005 Aan de gemeenteraad Onderwerp: Aanpassing Monumentenverordening Beslispunten: 1. Vast te stellen de Monumentenverordening 2006. Inleiding: In de nota Gekoesterd Erfgoed

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2017,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2017, CVDR Officiële uitgave van Culemborg. Nr. CVDR487003_1 10 juli 2018 ERFGOEDVERORDENING CULEMBORG 2017 De raad van de gemeente Culemborg, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN VENLO

GEMEENTEBLAD VAN VENLO GEMEENTEBLAD VAN VENLO -1.853.3 Monumentenverordening Venlo Vastgesteld bij besluit d.d. 2 januari 2001 van de Raad Afgekondigd d.d. 3 januari 2001 In werking d.d. 4 januari 2001 Gelet op de Wet tot samenvoeging

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE MONUMENTENVERORDENING HILVERSUM Hoofdstuk 2 De bescherming van gemeentelijke monumenten 4

INHOUDSOPGAVE MONUMENTENVERORDENING HILVERSUM Hoofdstuk 2 De bescherming van gemeentelijke monumenten 4 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilversum. Nr. 87720 30 juni 2016 Monumentenverordening Hilversum 2016 INHOUDSOPGAVE MONUMENTENVERORDENING HILVERSUM 2016 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Hoofdstuk II Beschermde monumenten. Monumentenlijst en plaatsing. Provinciale Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Hoofdstuk II Beschermde monumenten. Monumentenlijst en plaatsing. Provinciale Staten van Noord-Holland; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 augustus 2010, nr. 2010-48110 tot bekendmaking van de Monumentenverordening Noord- Holland 2010. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; maken overeenkomstig

Nadere informatie

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedszaken; ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN 2013

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedszaken; ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN 2013 DE RAAD VAN DE GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN Gezien het voorstel van het college van 20 november 2012; gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedszaken; BESLUIT vast te stellen de: ERFGOEDVERORDENING

Nadere informatie

1*z % Erfgoedverordening 2017

1*z % Erfgoedverordening 2017 ^O, nummer Kenmerk Onderwerp 1*z % Erfgoedverordening 2017 Reg.nr. Gemeente Zaaknr. 2-OC\!bOG?=> De raad van de gemeente ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017, gelet op de

Nadere informatie

De Provinciale Monumentenverordening Noord-Holland 2010 wordt als volgt aangepast:

De Provinciale Monumentenverordening Noord-Holland 2010 wordt als volgt aangepast: Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 28 september 2015, nr. 651194/703346 tot bekendmaking van de Monumentenverordening Noord-Holland 2010. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet op

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe gelezen het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 31 augustus 2017;

Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe gelezen het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 31 augustus 2017; CVDR Officiële uitgave van Neder-Betuwe. Nr. CVDR488676_1 23 mei 2018 Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe 2017 De raad van de gemeente Neder-Betuwe; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent erfgoed Erfgoedverordening Leiden 2017

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent erfgoed Erfgoedverordening Leiden 2017 CVDR Officiële uitgave van Leiden. Nr. CVDR473001_1 7 augustus 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent erfgoed Erfgoedverordening Leiden 2017 Hoofdstuk 1 Algemene

Nadere informatie

Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009;

Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR457888_1 1 mei 2018 Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel 2010 DE RAAD VAN DE GEMEENTE GEMERT-BAKEL, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 580 Beschikking van de Minister van Justitie van 21 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Monumentenwet BES, zoals

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5269 Inboeknummer 13bst00467 Beslisdatum B&W 15 januari 2013 Dossiernummer 13.02.451 RaadsvoorstelWijziging Erfgoedverordening Inleiding Op 10 april jl. heeft de Raad

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) verleend aan Rabobank Zuid en Oost Groningen voor het bouwen van een Rabobank geldkiosk aan de Hoofdweg 29 in Bellingwolde Veendam Nummer gemeente: 141114 Nummer Liza: 26644

Nadere informatie

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 6 september 2016

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 6 september 2016 r GEMEENTE VELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer 27 oktober 2016 n.v.t. R16.57 Rsl 6.00612 V Onderwerp: Erfgoedverordening Velsen

Nadere informatie

ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2012

ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2012 Bijlage 3 ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2012 De raad van de gemeente Valkenswaard; gezien het voorstel van het College van 22 mei; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12,

Nadere informatie

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website: Omgevingsvergunning Zaaknummer 1034185 1. Inleiding Op 1 oktober 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het vervangen van het dak en gedeeltelijk vervangen van de kozijnen

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ====================================================================

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ==================================================================== Intitulé : Monumentenverordening Citeertitel: Monumentenverordening Vindplaats : AB 1991 no. GT 46 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, No. B10.000482

gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, No. B10.000482 De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, No. B10.000482 gelet op artikel 149 Gemeentewet, de artikelen 12, 14, 15 en 38 Monumentenwet 1988 en de artikelen

Nadere informatie

De Monumentenverordening Nijkerk 2005 wordt vervangen door de Erfgoedverordening. Datum: 25 september 2014 Portefeuillehouder: wethouder Klein

De Monumentenverordening Nijkerk 2005 wordt vervangen door de Erfgoedverordening. Datum: 25 september 2014 Portefeuillehouder: wethouder Klein Raadsvoorstel Raadsnummer: 2014-021 Registratienummer Onderwerp: Erfgoedverordening Korte inhoud: De Monumentenverordening Nijkerk 2005 wordt vervangen door de Erfgoedverordening Datum: 25 september 2014

Nadere informatie

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988 De raad van de gemeente Waalwijk Gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 17 augustus 2010 nummer ; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet

Nadere informatie

verordening inzake monumenten en archeologie

verordening inzake monumenten en archeologie regeling nummer 7.2.6 verordening inzake monumenten en archeologie vastgesteld 23 maart 1998 bekendgemaakt - inwerkingtreding - laatste wijziging 12 december 2005 pagina 2 nr. 7.2.6 de raad van de gemeente

Nadere informatie

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen. Omgevingsvergunning Zaaknummer 485964 1. Inleiding Op 28 mei 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een dakkapel op de woning op het perceel Sandtlaan 6

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning UV/ Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 10 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van C.A. van Zon, Barrierweg 62 a te Liempde voor het gedeeltelijk verbouwen van het bijgebouw

Nadere informatie

Erfgoedverordening Amsterdam 2010

Erfgoedverordening Amsterdam 2010 Vaststelling Erfgoedverordening Gemeente Amsterdam De Gemeenteraad van Amsterdam Gezien de voordracht van Burgemeester en Wethouders van 13-10-2009, (Gemeenteblad afd 1, nr 769); Gelet op: - artikel 149

Nadere informatie

PROVINCIALE MONUMENTENVERORDENING 2008 HOOFDSTUK I, ALGEMENE BEPALINGEN

PROVINCIALE MONUMENTENVERORDENING 2008 HOOFDSTUK I, ALGEMENE BEPALINGEN PROVINCIALE MONUMENTENVERORDENING 2008 HOOFDSTUK I, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1, Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. de wet: de Monumentenwet 1988 (Staatsblad 1988, nummer 638); b.

Nadere informatie

* *

* * ontwerp omgevingsvergunning brandveilig gebruiken van een school brandveilig gebruiken van een school Beschikking 265718 *16.151899* 16.151899 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING nr. 265718 Uitgebreide procedure

Nadere informatie

Erfgoedverordening. gemeente Maarssen

Erfgoedverordening. gemeente Maarssen fgoedverordening gemeente Maarssen 2009 Vaststelling raad: Publicatiedatum: Inwerkingtreding: 9 februari 2009 19 februari 2009 16 februari 2009 Raadsbesluit Nummer 4.2 De raad van de gemeente Maarssen;

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. (uitgebreide procedure)

Omgevingsvergunning. (uitgebreide procedure) Omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden gezien het verzoek ingediend door: adres: postcode en woonplaats: ingekomen op: 27-12-2012 geregistreerd onder

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente De Ronde Venen Nr. 138105 8 augustus 2017 Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017 De raad van de gemeente De Ronde Venen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Gemeenteblad Texel 2015 nr Monumentenverordening Texel. Monumentenverordening Texel

Gemeenteblad Texel 2015 nr Monumentenverordening Texel. Monumentenverordening Texel Gemeenteblad Texel 2015 nr 06 01-04-2015 Monumentenverordening Texel Monumentenverordening Texel Vastgesteld in de raadsvergadering van 17 maart 2015 Inhoudsopgave Hoofdstuk I - Algemene bepalingen...

Nadere informatie

overwegende dat het actualiseren van de archeologische basiskaart noodzaakt tot het wijzigen van de Verordening inzake monumenten en archeologie;

overwegende dat het actualiseren van de archeologische basiskaart noodzaakt tot het wijzigen van de Verordening inzake monumenten en archeologie; Besluit van de gemeenteraad voorstelnummer div-nummer 670336 30 onderwerp wijziging van de verordening inzake monumenten en archeologie de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sluis. Nr. 105 4 januari 2016 Erfgoedverordening gemeente Sluis 2016 De raad van de gemeente Sluis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet; VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN 2017 De raad van de gemeente Roosendaal, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Erfgoedverordening 2011 gemeente Werkendam. Vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Erfgoedverordening 2011 gemeente Werkendam. Vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Erfgoedverordening 2011 gemeente Werkendam Vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1. Monument:

Nadere informatie

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Mevr. S.D. van der Veen voor het oprichten van een kleinschalige koffie- en theeschenkerij met kleine kaart en tevens verkoop van meubelen, curiosa, planten en

Nadere informatie

Gemeente in Bergen op Zoom

Gemeente in Bergen op Zoom Gemeente in Bergen op Zoom Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Programmanaam en nummer : Vaststelling "Monumentenverordening gemeente Bergen op Zoom" : SROB/05/040 Sector : Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2009, 09/35; raadsstuk ;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2009, 09/35; raadsstuk ; Archeologieverordening Rotterdam De raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2009, 09/35; raadsstuk 2009-2840; gelet op artikel 38 van de Monumentenwet

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer:

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer: RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer: Onderwerp: Aanpassen verordeningen in verband met inwerkintreding Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN De gemeenteraad Gooise Meren Gelezen het voorstel van 9348 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 14 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene

Nadere informatie

Artikel 3. Intrekken oude regeling De Monumentenverordening 2005 vastgesteld in de raadsvergadering op 22 december 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 3. Intrekken oude regeling De Monumentenverordening 2005 vastgesteld in de raadsvergadering op 22 december 2005 wordt ingetrokken. HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Nadere informatie

Wabo en de Monumentenwet. R Rodenburg

Wabo en de Monumentenwet. R Rodenburg Wabo en de Monumentenwet R Rodenburg Monument en Wabo artikel 1.1 van de Wabo stelt: een beschermd monument is een monument als bedoeld in artikel 1 onder d van de Monumentenwet 1988! op grond van artikel

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Datum voorstel : 30 augustus 2010 Raadsvergadering d.d. : 5 oktober 2010 Volgnummer : 2010R0044, agendanummer 8 Taakveld : VROM Portefeuillehouder

Nadere informatie

Vakafdeling: De afdeling binnen de gemeentelijke organisatie welke belast is met het beleid op het gebied van monumentenzorg.

Vakafdeling: De afdeling binnen de gemeentelijke organisatie welke belast is met het beleid op het gebied van monumentenzorg. CVDR Officiële uitgave van Roermond. Nr. CVDR56931_2 22 mei 2018 Monumenten- & Archeologieverordening 2010 MONUMENTEN- & ARCHEOLOGIEVERORDENING 2010 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Definities

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B15.001443;

gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B15.001443; De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B15.001443; gelet op artikel 149 Gemeentewet, de artikelen 3.16 en 9.1 Erfgoedwet en de artikelen 2.1 en 2.2

Nadere informatie

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet; De raad van de gemeente Waalwijk; gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 7 december 2010, nummer B010.0630; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88 van de Huisvestingswet; overwegende

Nadere informatie

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008. R AAD S B E S L U I T 2 00 8/45 74 De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg; gelezen het desbetreffende voorstel van het college; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 Standplaatsverordening 2001 (raadsbesluit van 31 mei 2001) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 mei 2001 Besluit vast te stellen

Nadere informatie

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr. CVDR Officiële uitgave van Oegstgeest. Nr. CVDR40220_2 8 november 2016 VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST 2005 De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van

Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van OMGEVINGSVERGUNNING (b ~1Y...1>... Gemeente '1\..'1" ~ Emmen ~ Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van 2 dubbele woningen en 1 vrijstaande

Nadere informatie

Van rijkswege beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en de archeologische monumentenzorg na invoering Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Van rijkswege beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en de archeologische monumentenzorg na invoering Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Van rijkswege beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en de archeologische monumentenzorg na invoering Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Versie 2.0 (augustus 2010) Inleiding De invoering van

Nadere informatie

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 CVDR Officiële uitgave van Leeuwarden. Nr. CVDR7337_4 11 december 2018 Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het

Nadere informatie

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D Verordening speelautomaten (hallen) 2016 *16-0015386* 16-0015386 Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D14-0175331 1 VERORDENING SPEELAUTOMATEN(HALLEN) 2016 De raad van de gemeente Waalwijk, gezien het

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1)

Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1) Artikel WW. gemeente Dossier: Ï5OMGS1O5 Ontwerp Omgevingsverguuning (fase 1) Burgemeester en wethouders hebben op 8 mei 2015 een aanvraag voor een oingevingsvergunning uitgebreide procedure fase 1 ontvangen

Nadere informatie