Handleiding Computerinstellingen Zakelijke desktop pc HP Compaq dx2200 microtower

Transcriptie

1 Handleiding Computerinstellingen Zakelijke desktop pc HP Compaq dx2200 microtower Artikelnummer van document: Januari 2006 Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U gebruikt dit hulpprogramma om onderhoud uit te voeren of om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd.

2 Å WAARSCHUWING: Ä LET Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten of redactionele fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie in dit document is intellectuele eigendom, waarop het auteursrecht van toepassing is. Niets uit deze publicatie mag worden gekopieerd, vermenigvuldigd of vertaald in een andere taal, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. OP: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. Handleiding Computerinstellingen Zakelijke desktop pc HP Compaq dx2200 microtower Eerste editie, januari 2006 Artikelnummer van document:

3 Inhoudsopgave Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup Werken met Computer Setup System Information (Systeeminformatie) Product Name (Productnaam) SKU Number (Artikelnummer) Processor Type (Processortype) Processor Speed (Processorsnelheid) CPUID/Patch ID (CPU- en Patch-ID) Cache Size (Cachegrootte) Memory Size (Hoeveelheid geheugen) System ROM (Systeem-ROM) Integrated MAC (Geïntegreerde MAC) UUID System Serial # (Serienummer van het systeem) Asset Tracking Number (Inventarisnummer) Enter Asset Tag No. (Inventarisnummer invoeren) CPU Clock Ratio (CPU-klokverhouding) Standard CMOS Features (Standaard CMOS-functies) Date (Systeemdatum, mm:dd:jj) Time (Systeemtijd, uu:mm:ss) PATA Controller (PATA-controller) PATA Ch 0 Master (PATA-master kanaal 0) PATA Ch 0 Slave (PATA-slave kanaal 0) SATA Controller (SATA-controller) SATA Ch 1 Master (SATA-master kanaal 1) SATA Ch 2 Master (SATA-master kanaal 2) Floppy Controller (Diskettecontroller) Handleiding Computerinstellingen iii

4 Inhoudsopgave Drive A (Schijfeenheid A) Halt On (Stoppen bij) POST Delay (POST-vertraging) Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies) Device Boot Disabling (Opstartapparaat uitschakelen) F9 Boot Menu (F9 Opstartmenu) Removable Device Boot Seq. (Opstartvolgorde verwisselbare schijfeenheden) Hard Disk Boot Seq. (Opstartvolgorde vaste schijven) Optical Drive Boot Seq. (Opstartvolgorde optische-schijfeenheden) Network Boot Seq. (Opstartvolgorde netwerkapparaten) First Boot Device (Eerste opstartapparaat) Second Boot Device (Tweede opstartapparaat) Third Boot Device (Derde opstartapparaat) Fourth Boot Device (Vierde opstartapparaat) Boot Up NumLock Status (Num Lock-status bij opstarten) Security Option (Beveiligingsoptie) APIC Mode (APIC-stand) MPS Version Control for OS (MPS-versiebeheer voor besturingssysteem) BIOS Write Protection (Schrijfbeveiliging BIOS) Execute Disable Bit (XD-bit) E.I.S.T Advanced Chipset Features (Geavanceerde chipset-functies) UMA Frame Buffer (UMA-framebuffer) Init Display First (Primaire schermadapter) SURROUNDVIEW Auto Detect PCI Clk (Automatische detectie PCI-klok) Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) Onboard HD Audio (Geïntegreerde HD-audio) OnChip USB Controller (Interne USB-controller) USB Legacy Support (Ondersteuning oudere USB-apparaten) Onboard LAN (Geïntegreerd netwerk) Onboard LAN Boot ROM (Opstart-ROM geïntegreerd netwerk) Onboard Serial Port (Geïntegreerde seriële poort) Onboard Parallel Port (Geïntegreerde parallelle poort) Parallel Port Mode (Werkstand parallelle poort) ECP Mode Use DMA (DMA in ECP-stand) iv Handleiding Computerinstellingen

5 Inhoudsopgave Power Management Setup (Energiebeheer instellen) ACPI Suspend Type (Type ACPI-standbystand) After AC Power Loss (Na stroomuitval) External Modem S5 Wake-Up (Terugkeren uit S5 via extern modem) RTC Alarm Resume (Hervatten via alarm real-timeklok) Date (Dag van de maand) Resume Time (Hervattingstijd, uu:mm:ss) PnP/PCI Configuration (Plug and Play/PCI- configuratie) Reset Configuration Data (Configuratiegegevens opnieuw instellen) Resources Controlled By (Beheer systeembronnen) IRQ Resources (IRQ-bronnen) Maximum Payload Size (Maximale payload) PC Health Status (Computerstatus) System Fan Fail Check (Controle systeemventilator) Smart Fan Function (Intelligente ventilator) Current CPU Temperature (Huidige processortemperatuur) Current System Temperature (Huidige systeemtemperatuur) Current CPU Fan Speed (Huidige snelheid processorventilator) Current System Fan Speed (Huidige snelheid systeemventilator) Vcore V VCC ,3 V VBAT (V) VSB (V) Load Optimized Defaults (Optimale standaardinstellingen laden) Set Supervisor Password (Beheerderswachtwoord instellen) Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen) Save & Exit Setup (Opslaan en afsluiten) Exit Without Saving (Afsluiten zonder op te slaan) Configuratie-instellingen herstellen Backup van het CMOS maken CMOS herstellen Handleiding Computerinstellingen v

6 Mogelijkheden van Computer Setup Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u: De fabrieksinstellingen wijzigen. De systeemdatum en -tijd instellen. De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur. De opstartvolgorde wijzigen van schijfeenheden waarvan kan worden opgestart, zoals vaste schijven, diskettedrives, optische-schijfeenheden of USB-flashapparaten. Instellen dat het systeem niet vanaf een bepaalde schijfeenheid kan worden opgestart. Zelftests op vaste schijven uitvoeren. De CPU- en systeemtemperatuur opvragen. Het inventarisnummer of eigendomsidentificatienummer invoeren dat door uw bedrijf aan deze computer is toegekend. Een beheerderswachtwoord definiëren dat de toegang regelt tot het hulpprogramma Computer Setup en de instellingen die in dit gedeelte worden beschreven. Beveiliging toepassen op de geïntegreerde I/O-functionaliteit zoals USB-poorten, seriële en parallelle poorten en geïntegreerde geluids- en netwerkkaarten, zodat deze voorzieningen alleen kunnen worden gebruikt nadat de beveiliging is opgeheven. Handleiding Computerinstellingen 1

7 Werken met Computer Setup De mogelijkheid om op te starten vanaf verwisselbare schijfeenheden in- of uitschakelen. Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives in- en uitschakelen (indien dit door de hardware wordt ondersteund). Het hulpprogramma Computer Setup kan alleen worden geactiveerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart. U krijgt als volgt toegang tot Computer Setup: 1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op. Klik hiervoor in Microsoft Windows op Start > Afsluiten > Opnieuw opstarten. 2. Zodra de computer aan gaat, drukt u op F10. Houd deze toets ingedrukt totdat Computer Setup wordt geopend. Als u F10 niet tijdig heeft ingedrukt, start u de computer opnieuw op. Houd F10 ingedrukt totdat Computer Setup wordt geopend. 3. Het scherm van Computer Setup bestaat uit diverse hoofdmenu s met opties en een aantal acties. De volgende acht hoofdmenu s zijn beschikbaar in het scherm van Computer Setup: System Information (Systeeminformatie) Standard CMOS Features (Standaard CMOS-functies) Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies) Advanced Chipset Features (Geavanceerde chipset-functies) Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) Power Management Setup (Energiebeheer instellen) PnP/PCI Configuration (Plug and Play/PCI-configuratie) PC Health Status (Computerstatus) 2 Handleiding Computerinstellingen

8 Ä LET Het scherm van Computer Setup biedt de volgende acties: Load Optimized Defaults (Optimale standaardinstellingen laden) Set Supervisor Password (Beheerderswachtwoord instellen) Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen) Save & Exit Setup (Opslaan en afsluiten) Exit Without Saving (Afsluiten zonder op te slaan) Gebruik de pijltoetsen om het gewenste menu te selecteren en druk vervolgens op Enter. Gebruik de toetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag om de gewenste optie te selecteren en druk op Enter. Als u wilt terugkeren naar het vorige scherm, drukt u op Esc. 4. Wanneer u de aangebrachte wijzigingen wilt toepassen en opslaan, drukt u op F10 of selecteert u de optie Save & Exit Setup (Opslaan en afsluiten) in het scherm Computer Setup en vervolgens drukt u op Enter. Als u veranderingen heeft aangebracht die u niet wilt toepassen, selecteert u Exit Without Saving (Afsluiten zonder op te slaan) en vervolgens drukt u op Enter. OP: U mag de computer NOOIT uitschakelen terwijl de wijzigingen in de configuratie van Computer Setup worden opgeslagen, omdat anders het CMOS beschadigd kan raken. U kunt de computer pas veilig uitschakelen nadat u het scherm van Computer Setup heeft afgesloten. Handleiding Computerinstellingen 3

9 Computer Setup System Product Name (Productnaam) Information (Systeeminformatie) SKU Number (Artikelnummer) Processor Type (Processortype) Processor Speed (Processorsnelheid) Standard CMOS Features (Standaard CMOS-functies) CPUID/Patch ID (CPU- en Patch-ID) Cache Size (Cachegrootte) Memory Size (Hoeveelheid geheugen) System ROM (Systeem-ROM) Integrated MAC (Geïntegreerde MAC) UUID System Serial # (Serienummer van het systeem) Asset Tracking Number (Inventarisnummer) Enter Asset Tag No. (Inventarisnummer invoeren) CPU Clock Ratio (CPU-klokverhouding) Date (Systeemdatum, mm:dd:jj) Time (Systeemtijd, uu:mm:ss) PATA Controller (PATA-controller) De inventariscode invoeren die door uw bedrijf is toegekend (maximaal 18 tekens). De systeemdatum instellen. De systeemtijd instellen. PATA-controller in- of uitschakelen 4 Handleiding Computerinstellingen

10 Standard CMOS Features (Standaard CMOS-functies) (vervolg) PATA Ch 0 Master (PATA-master kanaal 0) PATA Ch 0 Slave (PATA-slave kanaal 0) Beide opties bieden, in geval van een PATA vaste schijf, de volgende mogelijkheden: zelftest van vaste schijf uitvoeren op geselecteerd kanaal: SMART Status Check (SMART-statuscontrole) Target Disk (Doelschijfeenheid) SMART SMART Status Check (SMART-statuscontrole) HDD Short Self-Test (Korte zelftest vaste schijf) Target Disk (Doelschijfeenheid) Estimated Test Time (Geschatte testduur) Start Test (Test starten) HDD Extended Self-Test (Uitgebreide zelftest vaste schijf) Target Disk (Doelschijfeenheid) Estimated Test Time (Geschatte testduur) Start Test (Test starten) schijfconfiguratie op geselecteerd kanaal instellen op: None (Geen) Auto (Automatisch) Manual (Handmatig) toegangsmodus voor geselecteerd kanaal instellen op: CHS (Cylinder-Head-Sector) LBA (Logical Block Addressing) Large (Groot) Auto (Automatisch) deze informatie weergeven: Firmware Version (Firmwareversie) Capacity (Capaciteit) Cylinder (Cilinders) Head (Koppen) Precomp Landing Zone Sector (Sectoren) Handleiding Computerinstellingen 5

11 Standard CMOS Features (Standaard CMOS-functies) (vervolg) SATA Controller (SATA-controller) SATA Ch 1 Master (SATA-master kanaal 1) SATA Ch 2 Master (SATA-master kanaal 2) Interne SATA-controller in- of uitschakelen. Beide opties bieden de volgende mogelijkheden: zelftest van vaste schijf uitvoeren op geselecteerd kanaal: SMART Status Check (SMART-statuscontrole) Target Disk (Doelschijfeenheid) SMART SMART Status Check (SMART-statuscontrole) HDD Short Self-Test (Korte zelftest vaste schijf) Target Disk (Doelschijfeenheid) Estimated Test Time (Geschatte testduur) Start Test (Test starten) HDD Extended Self-Test (Uitgebreide zelftest vaste schijf) Target Disk (Doelschijfeenheid) Estimated Test Time (Geschatte testduur) Start Test (Test starten) IDE-schijfeenheid op geselecteerd kanaal instellen op: None (Geen) Auto (Automatisch) toegangsmodus voor geselecteerd kanaal instellen op: Large (Groot) Auto (Automatisch) deze informatie weergeven: Firmware Version (Firmwareversie) Capacity (Capaciteit) Cylinder (Cilinders) Head (Koppen) Precomp Landing Zone Sector (Sectoren) 6 Handleiding Computerinstellingen

12 Standard CMOS Features (Standaard CMOS-functies) (vervolg) Floppy Controller (Diskettecontroller) Drive A (Schijfeenheid A) Halt On (Stoppen bij) POST Delay (POST-vertraging) De diskettecontroller in- of uitschakelen. Schijfeenheid A: instellen op None (Geen) of op 1,44 MB 3,5 inch. (Wordt gebruikt om schijfeenheid A: in oudere besturingssystemen in of uit te schakelen). Weergave van POST-fouten instellen op: All Errors (Alle fouten) No Errors (Geen fouten) All but Keyboard (Alle fouten, behalve toetsenbord) All but Diskette (Alle fouten, behalve diskettedrive) All but Diskette/Keyboard (Alle fouten, behalve diskettedrive/toetsenbord) POST-vertraging instellen op: 0 seconden 5 seconden 10 seconden 15 seconden 30 seconden Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies) Device Boot Disabling (Opstartapparaat uitschakelen) Verhinderen dat de computer vanaf bepaalde apparaten wordt opgestart. U kunt de volgende apparaten als opstartapparaat uitschakelen: None (Geen) USB Internal ODD (Interne optische-schijfeenheid) Internal FDD (Interne diskettedrive) USB + ODD + FDD (USB- en optischeschijfeenheid en diskettedrive) Handleiding Computerinstellingen 7

13 Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies) (vervolg) F9 Boot Menu (F9 Opstartmenu) Removable Device Boot Seq. (Opstartvolgorde verwisselbare schijfeenheden) Hard Disk Boot Seq. (Opstartvolgorde vaste schijven) Optical Drive Boot Seq. (Opstartvolgorde optische-schijfeenheden) Network Boot Seq. (Opstartvolgorde netwerkapparaten) Weergave van opstartmenu in- of uitschakelen. De opstartvolgorde instellen voor verwisselbare schijfeenheden (bijvoorbeeld verouderde diskettedrives of USB-diskettedrives). De als eerste genoemde schijfeenheid wordt herkend als schijfeenheid A: en heeft voorrang in de opstartvolgorde. De opstartvolgorde instellen voor vasteschijfapparaten (bijvoorbeeld USB-vaste schijven, USB2 Drive Key-apparaten of USB-flashapparaten). De als eerste genoemde schijfeenheid wordt herkend als schijfeenheid C: en heeft voorrang in de opstartvolgorde (indien er minimaal één schijfeenheid aanwezig is). Instellen in welke volgorde de aangesloten optische-schijfeenheden (inclusief USB optische-schijfeenheden) worden gecontroleerd op aanwezigheid van een besturingssysteem waarmee kan worden opgestart. Instellen in welke volgorde de aangesloten netwerkapparaten (inclusief UP-netwerkadapters) worden gecontroleerd op aanwezigheid van een besturingssysteem waarmee kan worden opgestart. 8 Handleiding Computerinstellingen

14 Advanced BIOS Features (Geavanceerde BIOS-functies) (vervolg) First Boot Device (Eerste opstartapparaat) Second Boot Device (Tweede opstartapparaat) Third Boot Device (Derde opstartapparaat) Fourth Boot Device (Vierde opstartapparaat) Boot Up NumLock Status (Num Lock-status bij opstarten) Security Option (Beveiligingsoptie) APIC Mode (APIC-stand) MPS Version Control for OS (MPS-versiebeheer voor besturingssysteem) BIOS Write Protection (Schrijfbeveiliging BIOS) Execute Disable Bit (XD-bit) E.I.S.T. Instellen vanaf welk type apparaten als eerste, tweede, derde en vierde wordt opgestart, of eventueel bepaalde typen apparaten uitschakelen: Removable (Verwisselbare schijfeenheden) Hard Disk (Vaste schijven) Optical Drive (Optische-schijfeenheden) Network (Netwerkapparaten) Disabled (Uitgeschakeld) De toewijzing van schijfaanduidingen in MS-DOS is mogelijk niet meer geldig nadat een ander besturingssysteem dan MS-DOS is opgestart. Beginwaarde van Num Lock instellen (aan of uit). De beveiligingsoptie instellen op Always (Altijd) of op Setup, zodat het wachtwoord altijd moet worden ingevoerd bij het opstarten van het systeem of alleen bij het starten van Computer Setup. APIC-stand in- of uitschakelen. MPS-tabelversie instellen op: BIOS-upgrades in- of uitschakelen. De functie Execute Disable Bit (XD-bit) in- of uitschakelen, waarmee aanvallen via een bufferoverflow worden verhinderd. Enhanced Intel SpeedStep Technology (E.I.S.T.) in- of uitschakelen, waarmee het energieverbruik van de processor wordt beperkt. Handleiding Computerinstellingen 9

15 Advanced Chipset Features (Geavanceerde chipset-functies) Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) UMA Frame Buffer (UMA-framebuffer) Init Display First (Primaire schermadapter) (VGA-instelling) SURROUNDVIEW Auto Detect PCI Clk (Automatische detectie PCI-klok) (VGA-instelling) Onboard HD Audio (Geïntegreerde HD-audio) OnChip USB Controller (Interne USB-controller) De omvang van de UMA-framebuffer instellen: 32 MB 64 MB 128 MB Auto (Automatisch) Primaire schermadapter selecteren: PCI Slot OnChipVGA PCIEx SURROUNDVIEW in- of uitschakelen (beschikbaar wanneer er een ATI PCIExvideokaart is geïnstalleerd). Automatische detectie van PCI-klok in- of uitschakelen. Geïntegreerde HD-audio in- of uitschakelen. USB-controller in- of uitschakelen. USB Legacy Support (Ondersteuning oudere USB-apparaten) Onboard LAN (Geïntegreerd netwerk) Onboard LAN Boot ROM (Opstart-ROM geïntegreerd netwerk) Ondersteuning voor oudere USB-apparaten (USB-toetsenbord, USB-muis en DiskOnKey) in- of uitschakelen. Geïntegreerde netwerkcontroller in- of uitschakelen. Opstart-ROM van geïntegreerde netwerkchip in- of uitschakelen Handleiding Computerinstellingen

16 Integrated Peripherals (Geïntegreerde randapparatuur) (vervolg) Onboard Serial Port (Geïntegreerde seriële poort) Onboard Parallel Port (Geïntegreerde parallelle poort) Parallel Port Mode (Werkstand parallelle poort) ECP Mode Use DMA (DMA in ECP-stand) Geïntegreerde seriële poort configureren: Disabled (Uitgeschakeld) 3F8/IRQ4 2F8/IRQ3 3E8/IRQ4 2E8/IRQ3 Geïntegreerde parallelle poort configureren: Disabled (Uitgeschakeld) 378/IRQ7 278/IRQ5 3BC/IRQ7 Werkstand van parallelle poort instellen op: SPP EPP ECP ECP+EPP Normal (Normaal) Als de werkstand van de parallelle poort is ingesteld op ECP of ECP+EPP, kunt u het DMA-kanaal voor de ECP-stand instellen op 1 of op 3. Handleiding Computerinstellingen 11

17 Power Management Setup (Energiebeheer instellen) ACPI Suspend Type (Type ACPI-standbystand) After AC Power Loss (Na stroomuitval) External Modem S5 Wake-Up (Terugkeren uit S5 via extern modem) RTC Alarm Resume (Hervatten via alarm real-timeklok) Date (Dag van de maand) Resume Time (Hervattingstijd, uu:mm:ss) Het type ACPI-standbystand instellen op: S1 (Power On Suspend) S3(Suspend To RAM) S1& S3 Systeemgedrag na stroomuitval instellen: On(Aan) Off(Uit) Last State (Laatste status) Terugkeren uit S5-stand via modem in- of uitschakelen. Hervatten via alarm van real-timeklok in- of uitschakelen. Als de optie RTC Alarm Resume (Hervatten via alarm real-timeklok) is ingeschakeld, kunt u hiermee instellen op welke dag van de maand het systeem wordt hervat via het alarm van de real-timeklok. (Instellen op 0 voor elke dag.) Als de optie RTC Alarm Resume (Hervatten via alarm real-timeklok) is ingeschakeld, kunt u hiermee instellen op welk tijdstip het systeem wordt hervat via het alarm van de real-timeklok Handleiding Computerinstellingen

18 PnP/PCI Configuration (Plug and Play/PCIconfiguratie) Reset Configuration Data (Configuratiegegevens opnieuw instellen) Resources Controlled By (Beheer systeembronnen) Automatische configuratie in- of uitschakelen. De standaardwaarde is Disabled (Uitgeschakeld). Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u wilt dat de Extended System Configuration Data (ESCD) opnieuw worden ingesteld wanneer u Computer Setup afsluit, indien er een nieuw apparaat is toegevoegd en de nieuwe systeemconfiguratie een dusdanig conflict veroorzaakt dat het besturingssysteem niet kan worden opgestart. Instellen of systeembronnen automatisch of handmatig worden beheerd: Auto (ESCD Extended Storage Configuration Data) Manual (Handmatig) Alle opstartapparaten en alle apparaten die Plug and Play-compatibel zijn, kunnen automatisch door het BIOS worden geconfigureerd. Als u Auto (Automatisch) selecteert, kunt u de velden voor IRQ, DMA en de basisgeheugenadressen niet instellen, aangezien deze systeembronnen dan automatisch door het BIOS worden toegewezen. Handleiding Computerinstellingen 13

19 PnP/PCI Configuration (Plug and Play/PCIconfiguratie) (vervolg) IRQ Resources (IRQ-bronnen) IRQ-3 assigned to (IRQ-3 toegewezen aan) IRQ-4 assigned to (IRQ-4 toegewezen aan) IRQ-5 assigned to (IRQ-5 toegewezen aan) IRQ-7 assigned to (IRQ-7 toegewezen aan) IRQ-10 assigned to (IRQ-10 toegewezen aan) IRQ-11 assigned to (IRQ-11 toegewezen aan) IRQ-14 assigned to (IRQ-14 toegewezen aan) IRQ-15 assigned to (IRQ-15 toegewezen aan) Maximum Payload Size (Maximale payload) Als de systeembronnen handmatig worden beheerd, kunt u aan elke systeeminterrupt een apparaattype toewijzen, afhankelijk van het type apparaat dat de interrupt gebruikt. De optie Legacy ISA (Verouderd ISA) is bedoeld voor apparaten die compatibel zijn met de oorspronkelijke PC AT-bus. De optie PCI/ISA PnP is voor apparaten die aan de Plug and Play-standaard voldoen, ongeacht de vraag of ze voor de PCI-bus of de ISA-bus zijn ontworpen. Maximale TLP-payload voor PCI Expressapparaten instellen op (bytes): Handleiding Computerinstellingen

20 PC Health Status (Computerstatus) System Fan Fail Check (Controle systeemventilator) Smart Fan Function (Intelligente ventilator) Current CPU Temperature (Huidige processortemperatuur) Current System Temperature (Huidige systeemtemperatuur) Current CPU Fan Speed (Huidige snelheid processorventilator) Current System Fan Speed (Huidige snelheid systeemventilator) Detectie van systeemventilator tijdens POST in- of uitschakelen. Functionaliteit voor intelligente ventilator inof uitschakelen. Vcore +12 V VCC5 +3,3 V VBAT (V) 3VSB (V) Handleiding Computerinstellingen 15

21 Load Optimized Defaults (Optimale standaardinstellingen laden) Set Supervisor Password (Beheerderswachtwoord instellen) Set User Password (Gebruikerswachtwoord instellen) Save & Exit Setup (Opslaan en afsluiten) Exit Without Saving (Afsluiten zonder op te slaan) Fabrieksinstellingen van Computer Setup herstellen. Een wachtwoord instellen om de toegang tot Computer Setup te beveiligen. Een wachtwoord instellen om de toegang tot de computer te beveiligen. (Het gebruikerswachtwoord kan pas worden ingesteld nadat het beheerderswachtwoord is ingesteld.) De huidige instellingen opslaan en Computer Setup afsluiten. Computer Setup afsluiten zonder dat de wijzigingen worden opgeslagen Handleiding Computerinstellingen

22 Configuratie-instellingen herstellen De configuratie-instellingen van Computer Setup kunnen alleen worden hersteld als u tevoren een backup van de instellingen heeft gemaakt. Het hulpprogramma CMOS Save/Load (CMOS opslaan/laden) kan vanaf de website worden gedownload via de koppeling Software en Drivers downloaden op de pagina voor uw model computer. Download de firmwarebestanden en plaats deze in een map op een verwisselbaar opslagmedium. Het is aan te raden dat u de configuratie-instellingen na elke wijziging opslaat op een diskette, een USB-flashapparaat of een opslagapparaat waarmee een diskettedrive wordt geëmuleerd, en dat u het desbetreffende opslagmedium goed bewaart om indien nodig de configuratie te kunnen herstellen. Backup van het CMOS maken CMOS herstellen 1. Zorg dat de computer is ingeschakeld. Sluit het verwisselbare opslagmedium aan op de computer. 2. Start de computer op in de MS-DOS-modus. 3. Typ N:\map\BIOS.exe SAVE:ABC001.DAT (hierbij staat N voor de schijfaanduiding van het verwisselbare opslagmedium) om de CMOS-instellingen op te slaan op het verwisselbare opslagmedium. 1. Zorg dat de computer is ingeschakeld. Sluit het verwisselbare opslagmedium aan op de computer. 2. Start de computer op in de MS-DOS-modus. 3. Typ N:\map\BIOS.exe LOAD:ABC001.DAT (hierbij staat N voor de schijfaanduiding van het verwisselbare opslagmedium) om de eerder opgeslagen CMOS-instellingen te herstellen. Handleiding Computerinstellingen 17