MultiBoot. Artikelnummer van document:

Transcriptie

1 MultiBoot Artikelnummer van document: Januari 2006

2 Inhoudsopgave 1 Standaardvolgorde van opstarteenheden 2 Opstarteenheden inschakelen in Computer Setup (Computerinstellingen) 3 Aandachtspunten bij het wijzigen van de opstartvolgorde 4 Voorkeuren voor MultiBoot Nieuwe standaardopstartvolgorde instellen in Computer Setup Dynamisch een opstarteenheid kiezen via f MultiBoot Express-prompt instellen MultiBoot Express-voorkeuren opgeven MultiBoot ii

3 1 Standaardvolgorde van opstarteenheden Wanneer u de computer opstart, probeert het systeem op te starten vanaf geactiveerde opstarteenheden. Het hulpprogramma MultiBoot, dat standaard is geactiveerd, bepaalt de volgorde waarin het systeem een opstarteenheid selecteert. Opstarteenheden kunnen optische-schijfeenheden, diskettedrives, een netwerkadapter (ook wel aangeduid als NIC: network interface card), vaste schijven of USB-apparaten zijn. Opstarteenheden bevatten media waarmee kan worden opgestart of bestanden die de computer nodig heeft om op te kunnen starten en correct te kunnen werken. Sommige opstarteenheden moeten worden ingeschakeld in Computer Setup (Computerinstellingen) voordat ze kunnen worden opgenomen in de opstartvolgorde. Raadpleeg "Opstarteenheden inschakelen in Computer Setup (Computerinstellingen)" voor meer informatie. MultiBoot 1 1

4 Standaardvolgorde van opstarteenheden Wanneer er meer dan één opstarteenheid is geïnstalleerd in het systeem, selecteert de computer standaard de opstarteenheid door in een vooraf vastgestelde volgorde te zoeken naar geactiveerde opstarteenheden en locaties van schijfruimtes. Standaard is de opstartvolgorde als volgt: MultiBay (alleen bepaalde modellen) of optische-schijfeenheid USB-cd-rom-drive USB-diskettedrive interne vaste schijf vaste USB-schijf netwerkcontroller U kunt de volgorde wijzigen waarin de computer zoekt naar een opstarteenheid door de opstartvolgorde te wijzigen in Computer Setup. U kunt ook drukken op f9 wanneer het bericht "F9 = Boot device menu" linksonder op het scherm verschijnt wanneer de computer wordt opgestart. Als u op f9 drukt, verschijnt er een menu waarin de huidige opstarteenheden worden weergegeven en waarin u een opstarteenheid kunt selecteren. U kunt ook gebruikmaken van MultiBoot Express om de computer zo in te stellen dat om een opstartlocatie wordt gevraagd telkens wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart. Als MultiBoot is uitgeschakeld, gebruikt de computer een vaste opstartvolgorde, waarbij eerst wordt gezocht naar een drive A-opstarteenheid. Als er geen wordt gevonden, zoekt het systeem naar een drive C-opstarteenheid. Drive A-opstarteenheden zijn optische-schijfeenheden en diskettedrives. Drive C-opstarteenheden zijn optische-schijfeenheden en vaste schijven. Aan de netwerkadapter is geen driveletter toegewezen. Een optische-schijfeenheid (bijvoorbeeld een cd-rom-drive) kan opstarten als drive A of drive C, afhankelijk van de indeling van de opstart-cd. 1 2 MultiBoot

5 Standaardvolgorde van opstarteenheden De volgende lijst beschrijft de standaardopstartvolgorde waarin de driveletters A en C worden toegewezen wanneer MultiBoot is uitgeschakeld. (De werkelijke volgorde varieert per configuratie.) Standaardopstartvolgorde voor drive A-opstarteenheden: 1. optische-schijfeenheid in een optioneel dockingapparaat of in een optionele externe MultiBay die een schijf bevat die is geformatteerd als drive A; 2. optische-schijfeenheid in de interne MultiBay (alleen bepaalde modellen) die een schijf bevat die is geformatteerd als drive A; 3. diskettedrive in een optioneel dockingapparaat of in een optionele externe MultiBay. Standaardopstartvolgorde voor drive C-opstarteenheden: 1. optische-schijfeenheid in een optioneel dockingapparaat of in een optionele externe MultiBay die een schijf bevat die is geformatteerd als drive C; 2. optische-schijfeenheid in de interne MultiBay (alleen bepaalde modellen) die een schijf bevat die is geformatteerd als drive C; 3. vaste schijf in de vaste-schijfruimte van de computer; 4. vaste schijf in een optioneel dockingapparaat of in een optionele externe MultiBay. Als u de positie van de netwerkadapter in de opstartvolgorde wijzigt, heeft dat geen gevolgen voor de schijfaanduidingen van andere eenheden, aangezien er geen schijfaanduiding aan de netwerkadapter wordt toegewezen. MultiBoot 1 3

6 2 Opstarteenheden inschakelen in Computer Setup (Computerinstellingen) De computer start alleen op vanaf een USB-apparaat of een netwerkadapter als de eenheid eerst in Computer Setup is geactiveerd als opstarteenheid. U activeert een USB-apparaat of een netwerkadapter als volgt als opstarteenheid: 1. Open Computer Setup door de computer aan te zetten of opnieuw op te starten en op f10 te drukken wanneer het bericht "F10 = ROM Based Setup" linksonder op het scherm verschijnt. MultiBoot 2 1

7 Opstarteenheden inschakelen in Computer Setup (Computerinstellingen) 2. Als u opstartmedia in USB-schijfeenheden of in schijfeenheden in een optioneel dockingapparaat (alleen bepaalde modellen) wilt inschakelen, selecteert u met de pijltoetsen System Configuration (Systeemconfiguratie) > Device Configurations (Apparaatconfiguraties) en drukt u op enter. Selecteer met de pijltoetsen Enable (Activeren) in het veld USB legacy support (Ondersteuning van oude USB). De optie USB Port (USB-poort) in System Configuration (Systeemconfiguratie) > Port Options (Poortopties) moet zijn geactiveerd om USB-ondersteuning van oudere systemen te kunnen gebruiken. of Om een netwerkadapter te activeren, selecteert u met de pijltoetsen System Configuration (Systeemconfiguratie) > Boot Options (Opstartopties) en drukt u op enter. Selecteer met de pijltoetsen Enable (Activeren) in het veld Internal network adapter boot (Opstarten vanaf interne netwerkadapter). 3. Als u uw voorkeuren wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, selecteert u met de pijltoetsen File (Bestand) > Save changes and exit (Wijzigingen opslaan en programma verlaten). Volg daarna de instructies op het scherm. De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. Als u een netwerkadapter wilt aansluiten op een Preboot execution Environment-server (PXE) of Remote Program Load-server (RPL) zonder gebruik te maken van MultiBoot, drukt u snel op f12 wanneer rechtsonder op het scherm kort het bericht "Network Service Boot" (Opstarten via netwerkservice) verschijnt. 2 2 MultiBoot

8 3 Aandachtspunten bij het wijzigen van de opstartvolgorde Voordat u de opstartvolgorde wijzigt, is het belangrijk om rekening te houden met het volgende: Wanneer de computer opnieuw wordt opgestart nadat de opstartvolgorde is gewijzigd, probeert de computer op te starten op basis van de nieuwe opstartvolgorde. Als er meer dan één type opstarteenheid is, probeert de computer op te starten vanaf de eerste eenheid van elk type opstarteenheid (met uitzondering van optischeschijfeenheden). Een voorbeeld: als de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat (alleen bepaalde modellen) dat een vaste schijf bevat, wordt deze vaste schijf in de opstartvolgorde aangegeven als vaste USB-schijf. Als het systeem probeert op te starten vanaf deze vaste USB-schijf en daar niet in slaagt, probeert het systeem niet op te starten vanaf de vaste schijf in de vasteschijfruimte. In plaats daarvan probeert het systeem op te starten vanaf het volgende type eenheid in de opstartvolgorde. Als er echter twee optische-schijfeenheden zijn en het systeem niet kan opstarten vanaf de eerste optischeschijfeenheid (omdat deze eenheid geen medium bevat of omdat het geen opstartmedium betreft), dan probeert het systeem op te starten vanaf de tweede optische-schijfeenheid. MultiBoot 3 1

9 Aandachtspunten bij het wijzigen van de opstartvolgorde Wanneer u de opstartvolgorde wijzigt, wordt ook de aanduiding van de logische schijfeenheden aangepast. Als u bijvoorbeeld opstart vanaf een cd-rom-drive met een schijf die is geformatteerd als drive C, wordt die cd-rom-drive drive C, terwijl de vaste schijf in de vaste-schijfruimte drive D wordt. De computer start alleen op vanaf een netwerkadapter als die eerst is geactiveerd in het menu Device Security (Apparaatbeveiliging) van Computer Setup. Het opstarten vanaf een netwerkadapter heeft geen gevolgen voor de aanduiding van de logische schijfeenheden, aangezien er geen schijfaanduiding aan de netwerkadapter wordt toegewezen. Drives in een optioneel dockingapparaat (alleen bepaalde modellen) worden in de opstartvolgorde beschouwd als externe USB-apparaten. 3 2 MultiBoot

10 4 Voorkeuren voor MultiBoot Met MultiBoot kunt u het volgende doen: U kunt een nieuwe standaardopstartvolgorde instellen die de computer bij inschakeling altijd gebruikt, door de opstartvolgorde te wijzigen in Computer Setup. U kunt het opstartapparaat ook "dynamisch" kiezen door te drukken op f9 wanneer het bericht "F9 = Boot device menu" linksonder op het scherm verschijnt wanneer de computer wordt opgestart. U kunt met MultiBoot Express variabele opstartvolgordes instellen. Hierbij wordt elke keer dat de computer (opnieuw) wordt opgestart, om een opstarteenheid gevraagd. MultiBoot 4 1

11 Voorkeuren voor MultiBoot Nieuwe standaardopstartvolgorde instellen in Computer Setup U kunt als volgt een nieuwe standaardopstartvolgorde instellen die de computer altijd gebruikt wanneer deze wordt ingeschakeld of opnieuw wordt opgestart: 1. Open Computer Setup door de computer aan te zetten of opnieuw op te starten en op f10 te drukken wanneer het bericht "F10 = ROM Based Setup" linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen System Configuration (Systeemconfiguratie) > Boot Options (Opstartopties) en druk op enter. 3. Selecteer met de pijltoetsen Enable (Activeren) in het veld MultiBoot. 4. Selecteer met de pijltoetsen de opstartvolgorde van uw voorkeur in de velden Boot Order (Opstartvolgorde). 5. Als u uw voorkeuren wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, selecteert u met de pijltoetsen File (Bestand) > Save changes and exit (Wijzigingen opslaan en programma verlaten). Volg daarna de instructies op het scherm. De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. 4 2 MultiBoot

12 Voorkeuren voor MultiBoot Dynamisch een opstarteenheid kiezen via f9 U kiest als volgt dynamisch een opstarteenheid voor de huidige opstartsequentie: 1. Open het menu Select Boot Device (Opstarteenheid selecteren) door de computer in te schakelen of opnieuw op te starten en op f9 te drukken wanneer het bericht "F9 = Boot device menu" linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen een opstarteenheid en druk op enter. De voorkeursinstelling is onmiddellijk van kracht. MultiBoot 4 3

13 Voorkeuren voor MultiBoot MultiBoot Express-prompt instellen Als u de computer zodanig wilt instellen dat telkens wanneer de computer wordt opgestart of opnieuw wordt opgestart, het MultiBoot-opstartlocatiemenu wordt weergegeven, doet u het volgende: 1. Open Computer Setup door de computer aan te zetten of opnieuw op te starten en op f10 te drukken wanneer het bericht "F10 = ROM Based Setup" linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen System Configuration (Systeemconfiguratie) > Boot Options (Opstartopties) en druk op enter. 3. Geef in het veld Express Boot Popup Delay (Sec) (Vertraging (in sec.) voor pop-up bij snelle opstart) aan hoe lang het opstartlocatiemenu moet worden weergegeven voordat de huidige standaardinstelling van MultiBoot wordt geactiveerd (wanneer 0 is geselecteerd, wordt het opstartlocatiemenu van Express Boot niet weergegeven). 4. Als u uw voorkeuren wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, selecteert u met de pijltoetsen File (Bestand) > Save changes and exit (Wijzigingen opslaan en programma verlaten). Volg daarna de instructies op het scherm. De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. 4 4 MultiBoot

14 Voorkeuren voor MultiBoot MultiBoot Express-voorkeuren opgeven Wanneer tijdens het opstarten het Express Boot-menu wordt weergegeven, kunt u het volgende doen: Als u een opstarteenheid wilt opgeven in het menu Express Boot, selecteert u de gewenste locatie binnen de toegestane tijd en drukt u op enter. Als u wilt voorkomen dat de computer de huidige MultiBootinstelling kiest, drukt u op een willekeurige toets voordat de toegestane tijd is verstreken. De computer wordt pas opgestart nadat u een opstarteenheid heeft geselecteerd en vervolgens op enter heeft gedrukt. Als u de computer wilt opstarten met de huidige MultiBoot-instelling, wacht u tot de toegestane tijd is verstreken. MultiBoot 4 5

15 Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. MultiBoot Eerste editie, januari 2006 Artikelnummer van document: