BIBOB beleid. gemeente Schagen

Transcriptie

1 BIBOB beleid

2 Bibob-beleid Inhoudsopgave 1 Inleiding Doel van de Wet Bibob De Wet Bibob Verantwoordelijkheid Toepassingsgebieden Algemene werkwijze Financiën Toelichting Het Bibob-vragenformulier De intake Bestaande vergunningen Aanvraag Landelijk Bureau Bibob Kennisgeving aanvrager/vergunninghouder Onderzoek door Landelijk Bureau Bibob Termijnen Vergunningverlening in afwachting advies Landelijk Bureau Bibob RIEC (Regionaal Informatie en expertise centrum) Bijlage 1 Algemeen vragenformulier op grond van artikel 30 van de wet Bibob Bijlage 2: Bijlagenvel bij algemeen vragenformulier

3 Bibob-beleid 1 Inleiding Lang is er van uitgegaan dat de preventie en bestrijding van criminaliteit uitsluitend een taak is van de politie en justitie. Pas de laatste jaren is het besef doorgedrongen dat ook het bestuur hierin een rol heeft. Het bestuur maakt immers mét politie en justitie deel uit van één overheid. Een overheid die verantwoordelijk is voor het stellen van normen en de handhaving hiervan. Indien die normen geschonden worden, moet ook het bestuur zich daartegen verweren. Er bestaan vele raakvlakken tussen criminaliteit en wat wel genoemd wordt de wettige omgeving. Deze raakvlakken bieden het bestuur een goed aanknopingspunt om bij te dragen aan de preventie en bestrijding van criminaliteit. Het bestuur heeft daarbij eigen instrumenten: vergunning weigeren, vergunning intrekken, pand sluiten, een subsidie of de gunning van een opdracht weigeren. Sinds 1 juni 2003 hebben bestuursorganen er op dit terrein een instrument bij gekregen: de Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (hierna te noemen Wet Bibob). De Wet Bibob is een zet om de criminele infrastructuur aan te pakken en criminelen niet langer onbedoeld te faciliteren. 1.1 Doel van de Wet Bibob De Wet Bibob is ingevoerd om vervlechting van boven- en onderwereld tegen te gaan. Het geeft overheidsorganen de mogelijkheid om aan malafide ondernemers geen beschikkingen af te geven zodra aannemelijk is gemaakt dat het dreigt te worden, of is misbruikt voor strafbare feiten. Aan de wet BIBOB heeft de wetgever een aantal doelstellingen verbonden: 1. Het voorkomen dat een vergunning wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten en/of het benutten van onrechtmatig verkregen voordelen. 2. Het voorkomen dat een bestuursorgaan ongewild de onder 1 bedoelde gedragingen van (aanstaande) verguninghouders, subsidieontvangers of gegadigden voor een aanbesteding faciliteert. De memorie van toelichting bij de Wet Bibob vermeldt hierover het volgende: Het openbaar bestuur moet in staat worden gesteld zich te beschermen tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd, zowel wat betreft zijn bestuurlijke rol bij het verlenen van subsidies en vergunningen, als in zijn civielrechtelijke rol als contractpartij bij aanbestedingen en andere verbintenissen. Het doel van de is het tegengaan van de aantasting van de veiligheid en/of leefbaarheid van groepen bewoners, bepaalde wijken of gebieden, zowel de daadwerkelijke aantasting van de rechtsorde en de aantasting van de integriteit en bestuurlijke slagkracht van het bestuur, als de verloedering door de aanwezigheid van criminaliteit en de subjectieve gevoelens van (on)veiligheid. 1.2 De Wet Bibob De burgemeester geeft in het Bibob-beleid de feitelijke categorieën aan waarop de Wet Bibob wordt toegepast. Met name de afweging om tot een Bibob-onderzoek over te gaan, dient weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur te worden genomen. De reden hiertoe is het ingrijpende karakter van het instrument. Proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid spelen hierin een belangrijke rol. De Wet Bibob geeft bestuursorganen twee instrumenten in handen om zich tegen het risico, dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteren te beschermen. Ten eerste geeft de Wet Bibob namelijk een aantal extra mogelijkheden om deze risico inschatting op juiste wijze uit te kunnen voeren en biedt een extra weigering en/of intrekkingsgrond voor vergunningen en subsidies. Op grond van artikel 3 van de Wet Bibob kan een beschikking (vergunning of subsidie) geweigerd of ingetrokken worden wanneer: a) sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten (bijvoorbeeld het witwassen van zwart geld); b) sprake is van een ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor het plegen van strafbare feiten (bijvoorbeeld als dekmantel); c) feiten en omstandigheden erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld valsheid in geschriften of omkoping). Ten tweede voorziet de wet in een landelijk Bureau Bibob dat n desgevraagd gaat adviseren of, en zo ja in welke mate er sprake is van ernstig gevaar van criminele banden. Het Landelijk Bureau Bibob kan hiertoe diverse screeningen uitvoeren. 3

4 Bibob-beleid Proportionaliteit In de Wet Bibob wordt door middel van een aantal procedurele en inhoudelijke waarborgen, die onder andere hun basis vinden in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), getracht de juiste balans te vinden tussen de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van het openbaar belang. In het licht van deze proportionaliteitsgedachte is er door de wetgever gekozen om niet ten aanzien van alle bestuursbesluiten van toepassing te verklaren voor de Wet Bibob. Een andere inperking betreft de relatie die aanwezig moet zijn tussen de aard van de strafbare feiten die in het onderzoek van het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LBB) kunnen zijn gebleken en het te nemen bestuursbesluit. Niet alle strafbare feiten zijn relevant; het gegeven dat is gebleken van een winkeldiefstal is niet direct relevant in het kader van de vraag of aan de betrokkene een milieuvergunning kan worden verleend. Alleen strafbare feiten die relevant zijn voor de activiteiten die kunnen worden ontplooid bij het gebruiken van de subsidie of vergunning, dan wel bij de uitvoering van de overheidsopdracht, mogen worden verwerkt en in de motivering van het Bibob-advies worden vermeld. De in het onderzoek van het LBB gebleken strafbare feiten behoeven overigens niet georganiseerd van aard te zijn om als relevant te kunnen worden aangemerkt. Ook criminaliteit die niet in georganiseerd verband geschiedt, kan niettemin qua maatschappelijke effecten en met het oog op het behoud van de integriteit van het openbaar bestuur zodanig zijn dat het openbaar bestuur deze niet wenst te faciliteren. Tenslotte wordt opgemerkt dat het Bibob-instrumentarium een aanvulling is op de reeds bestaande mogelijkheden om een beschikking te weigeren of in te trekken. Van deze aanvullende mogelijkheid dient op grond van de proportionaliteit in beginsel dan ook uitsluitend gebruik te worden gemaakt, indien een beschikking niet op andere gronden en met gebruik van minder in de persoonlijke levenssfeer binnendringende instrumenten kan worden geweigerd of ingetrokken. Subsidiariteit Het bestuursorgaan dient zorgvuldig af te wegen of zij direct, zonder advisering van het LBB de Wet Bibob kan toepassen. Het onderzoek van het LBB is namelijk verstrekkender en diepgaander en daardoor ingrijpender dan het eigen onderzoek van de. Het onderzoek van het LBB behelst niet alleen de informatie die door het bestuursorgaan is aangeleverd, maar ook informatie voortgekomen uit gesloten (privacygevoelige/ geheime) bronnen. Tevens dienen de (juridische) gevolgen van het intrekken of weigeren van een vergunning afgewogen te worden. Wordt een vergunning ingetrokken of geweigerd, dan houdt dit in dat een ondernemer zijn (vergunde) werkzaamheden niet (meer) mag uitvoeren. Een intrekking van een vergunning is een ingrijpende maatregel waar terughoudend mee dient te worden omgegaan. De Wet Bibob geeft: Het recht om in de aanvraagprocedure aanvullende informatie te vragen en te beoordelen; Een extra grond tot weigeren c.q. intrekken; De mogelijkheid om extra voorwaarden te verbinden aan een te verlenen vergunning; De mogelijkheid om voor de beoordeling van een aanvraag het advies in te roepen van het landelijk Bureau Bibob. 1.3 Verantwoordelijkheid Uitgangspunt, van de Wet Bibob, met betrekking tot de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van bestuurlijke facilitiering van criminele activiteien ligt bij de burgemeester. De burgemeester besluit in de eerste plaats zelfstandig of gebruik wordt gemaakt van dat instrumentarium en een Bibob-advies wordt aangevraagd. Ten tweede blijft de burgemeester, indien het er in het concrete geval voor heeft gekozen het Bibob-instrumentarium toe te passen, zelf verantwoordelijk voor de beslissing die met inachtneming van het Bibob-advies wordt genomen. 1.4 Toepassingsgebieden Onder de Wet Bibob valt een groot aantal toepassingsgebieden. Na publicatie van die beleid wordt de Wet Bibob in de toegepast voor: Vergunningen op grond van de Drank- en Horecawet; Exploitatievergunningen op grond van artikel 2:28 APV horecabedrijven; Exploitatievergunningen op grond van artikel 3:4 APV voor seksinrichtingen en escortbedrijven; 4

5 Bibob-beleid Vergunningen op grond van artikel 2:25 APV voor aangewezen risicovolle categorieën vechtsportevenementen; Vergunning speelautomatenhallen op grond van artikel 2:39 APV; Coffeeshops, growshops, smartshops en headshops. Uitzonderingen: verenigingen en stichtingen. Wij verwachten minder criminaliteit vanwege het niet commerciële karakter van deze organisaties en de effecten van eventuele criminaliteit zijn relatief gering; wijziging/aanvulling leidinggevende op de Drank en horeca vergunning, niet zijnde de exploitant. Deze vorm van deregulering is in overeenstemming met het wetsontwerp van de nieuwe Drank en Horecawet. Er vindt wel een toets plaats op basis van zedelijkheidseisen; wijziging van terrasinrichting. Dit heeft namelijk niets te maken met een wijziging in de onderneming, het is een wijziging van de inrichting; Aanvraag om slijtersbedrijf uit te oefenen. Reden: betreft in feite detailhandel. 1 De houdt zich het recht voor om in incidentele gevallen, ook als er sprake is van een uitzondering, de Bibob - vragenformulieren in te laten vullen bij een vergunningaanvraag of reeds verleende vergunning indien: a) een ambtenaar is gechanteerd, omgekocht of bedreigd, of pogingen daartoe; b) er een vermoeden is van valsheid in geschrifte; c) er aanwijzingen zijn dat de (reeds verleende) vergunning wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van zwart/crimineel geld; d) bij signalen vanuit politie of justitie die erop duiden dat een betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten die reeds zijn gepleegd, of naar redelijkerwijs op grond van feiten en omstandigheden kan worden vermoed, gepleegd zullen worden; e) er overige ambtelijke, bestuurlijke of strafrechtelijke informatie is die aanleiding geeft om een Bibob onderzoek in te stellen. 1.5 Algemene werkwijze Blijkens de Memorie van Toelichting van de Wet Bibob zijn de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit belangrijke uitgangspunten van de wet. Het instrument Bibob dient dan ook een ultimum remedium te zijn. Mitsdien bekijkt het bestuursorgaan eerst zelf of er geen bestaande weigeringsgronden aanwezig zijn. Deze bestaande weigeringsgronden hebben namelijk ook betrekking op de integriteit van de aanvrager of vergunninghouder. Te denken valt bijvoorbeeld aan de eis niet in enig opzicht van slecht levensgedrag te zijn of de eisen van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank en Horecawet. Op de tweede plaats dient het bestuursorgaan te onderzoeken of zij niet zelfstandig de Wet Bibob kan toepassen. Dit vindt plaats met behulp van de in artikel 30 van de wet Bibob omschreven aanvraagformulieren. Hierin wordt onder andere gevraagd wie de leidinggevenden dan wel de vermogensverschaffers van de betrokkene(n) zijn, en wie de eventuele onderaannemer is en wat de wijze van financiering is. Wanneer een bestuursorgaan zelf voldoende informatie heeft weten te verzamelen waaruit blijkt dat er sprake is van een situatie als omschreven in artikel 3 van de Wet Bibob kan het bestuursorgaan rechtstreeks overgaan tot weigering of intrekking van de vergunning. Het niet meewerken aan het invullen van het Bibob vragenformulier mag door het bestuursorgaan worden uitgelegd als een ernstig gevaar op crimineel misbruik en kan dus direct leiden tot intrekking of weigering van de vergunning. Toepassing van de Wet Bibob bestaat dan ook uit verschillende stappen. Stap 1: Toetsing aanvraag aan huidige wetgeving Het bestuursorgaan toetst de ingediende standaard vragenformulieren en de Bibob aanvraagformulieren aan de weigeringsgronden die worden genoemd in bestaande wetten, verordeningen, besluiten en beleidsnota s. Deze weigeringsgronden moeten, voordat de Wet Bibob kan worden toegepast, eerst worden bekeken. Als de bestaande weigeringsgronden niet van toepassing zijn en er bestaan twijfels over de aanvraag, dan wordt een Bibob onderzoek gedaan. Formeel is het in laten vullen van een Bibob vragenformulier een Bibob onderzoek maar wij willen wel een belangrijk onderscheid maken tussen een eerste toets en een echt Bibob onderzoek. Op basis van de ingevulde vragenformulieren en de aangeleverde bewijsstukken wordt een eerste toets gedaan en daarna wordt pas besloten of er daadwerkelijk een Bibob onderzoek wordt ingesteld. 1 Zie ook de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 5 maart

6 Bibob-beleid Stap 2: Bibob onderzoek Bij het Bibob onderzoek worden de ingevulde Bibob vragenformulieren en de aangeleverde stukken diepgaander onderzocht en gecontroleerd dan bij stap 1. Op basis van dit eigen onderzoek kunnen er voldoende aanwijzingen zijn om de gevraagde vergunning met toepassing van artikel 3 van de Wet Bibob te weigeren c.q. in te trekken. Wanneer een aanvrager weigert medewerking te verlenen aan het Bibob onderzoek kan dit er toe leiden dat het bestuur de aanvraag niet in behandeling neemt of dat een reeds verstrekte vergunning wordt ingetrokken. Het Bibob onderzoek kan er dus toe leiden dat de gevraagde vergunning wordt geweigerd. Het kan ook aanleiding zijn om een advies te vragen aan het landelijk Bureau Bibob. Stap 3: Diepgaander Bibob onderzoek Indien het Bibob onderzoek integriteitsvragen oproept, wordt overgegaan tot een diepgaand onderzoek via het Landelijk Bureau Bibob. Dit kunnen bijvoorbeeld vragen zijn over de bedrijfsstructuur of de financiering. Het dossier inclusief het ingevulde Bibob vragenformulier en de bijlagen wordt overgedragen aan het landelijk Bureau Bibob. 1.6 Financiën Het aanvragen van een advies in het kader van de Wet Bibob bij het landelijk bureau bibob kost een geld. Het Landelijk Bureau Bibob vraagt hier een bijdrage van 500,00 voor. Dit bedrag wordt vastgesteld door het Landelijk Bureau Bibob. 6

7 Bibob-beleid 2. Toelichting De beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid heeft een adviserende functie en fungeert als contactpersoon en aanspreekpunt voor het Landelijk Bureau Bibob. Het taakveld vergunningen en bijzondere wetten is eigenaar van het vergunningsverleningsproces als geheel en de toetsingsgrond Bibob als onderdeel daarvan. Het bewaken van de behandeltermijn is een belangrijke taak voor de behandelend vergunningverlener. Een Bibob toets is procesmatig gezien te verdelen in zes fasen. Fase Werkproces 1 Versturen vragenformulier 2 Ontvankelijkheidsfase 3 Eigen Huiswerkfase 4 Controlerende fase 5 Bibob adviesfase 6 Besluitvormingsfase Vanaf fase 3 vind er intern overleg plaats tussen de vergunningverlener en een financieel medewerker. Zij behandelen in gezamenlijkheid de aanvraag op het onderdeel Bibob, het zogeheten huiswerk wat onder meer inhoud: het beoordelen van het ingevulde bibobvragenformulier, het inwinnen van adviezen en het raadplegen van openbare bronnen en half open bronnen. Het resulteert in een tussentijdse beoordeling of er naar aanleiding van adviezen voor de zelfstandige weigeringsgronden voorhanden zijn. 2.1 Het Bibob-vragenformulier Toepassing van de Wet BIBOB maakt een zorgvuldige toetsing van de aanvraag, dan wel tussentijdse beoordeling bij een voorgenomen intrekking, noodzakelijk. Dit kan de voor een deel zelf doen, door onderzoek van open bronnen en de beoordeling van de extra informatie. Deze informatie wordt ingewonnen bij de aanvrager c.q. exploitant onder andere door middel van het zogenaamde BIBOBvragenformulier. In het BIBOB-vragenformulier worden vragen gesteld die duidelijkheid dienen te geven omtrent de zeggenschap en financiering van een (horeca)inrichting. Het onderzoek dat hieruit volgt dient uitsluitsel te geven of er sprake is van schijnbeheer en/of de inrichting/vergunning gebruikt gaat worden om strafbare feiten te plegen, dan wel dat ter verkrijging van de vergunning strafbare feiten zijn gepleegd. Alle vragen die in het formulier gesteld worden dienen volledig beantwoord te worden door de exploitant(en). Tevens dienen alle bescheiden die voortvloeien uit de beantwoorde vragen aangeleverd te worden. Het niet compleet of onjuist aanleveren van bescheiden kan leiden tot een buiten behandeling stelling of weigering van de aanvraag. De beslist vervolgens naar aanleiding van de aangeleverde informatie of er redenen aanwezig zijn om een BIBOB-advies aan te vragen bij het Landelijk Bureau Bibob. 2.2 De intake Bij het taakveld vergunnningen wordt tevens een intake gesprek gehouden. Tijdens of na dit gesprek wordt beoordeeld of een Bibob-onderzoek gestart wordt. In de onderstaande gevallen start te allen tijde een Bibob-onderzoek: Bij een nieuwe vestiging van een inrichting; Bij overname of wijziging exploitant van een horecabedrijf of seks-inrichting. Indien een voorafgaande aanvraag door de vorige aanvrager ingetrokken is omdat deze anders geweigerd zou worden; Bij een weigering of buiten behandelingstelling van een voorafgaande aanvraag (in verband met het niet c.q. onvolledig aanleveren van BIBOB-bescheiden); Een overname na een bestuurlijke maatregel, dan wel voorstel bestuurlijke maatregel. 2.2 Bestaande vergunningen Indien er na verlening van een vergunning nieuwe feiten of omstandigheden bekend worden, kan de een BIBOB-onderzoek opstarten. Hiervoor is het niet altijd noodzakelijk dat een vragenlijst door de 7

8 Bibob-beleid vergunninghouder wordt ingevuld, maar in de meeste gevallen wel gewenst om een verklaring voor goed betalingsgedrag van de Belastingdienst te overleggen. Door middel van een notificatiebrief wordt de vergunninghouder op de hoogte gesteld dat er een Bibob-onderzoek gestart wordt en welke formulieren ingevuld c.q. vragen beantwoord moeten worden. 2.3 Aanvraag Landelijk Bureau Bibob Er zijn drie aanleidingen te noemen, die in een concreet geval leiden tot een verzoek om advies van het Landelijk Bureau Bibob: 1. De Bibob-Officier van Justitie geeft een tip om in het kader van een aanvraag van een vergunning, dan wel een bestaande vergunning, een advies aan het LBB te vragen. 2. Ten aanzien van een bestaande vergunning komen nieuwe feiten of omstandigheden aan de orde die reden geven tot een Bibob-onderzoek. 3. Na de BIBOB-intake en de Bibob-screening door de blijven vragen bestaan over: a. de bedrijfsstructuur, of de activiteiten in en/of in de directe omgeving van de onderneming; b. de financiering van het bedrijf; c. de omstandigheden in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd en/of de inventaris van de inrichting; d. (andere) omstandigheden die de doen vermoeden dat er sprake is van een ernstig gevaar dat de vergunning zal worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten, of het gebruiken van voordelen uit strafbare feiten; e. (andere) omstandigheden die de doen vermoeden dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven vergunning een strafbaar feit is gepleegd. 2.4 Kennisgeving aanvrager/vergunninghouder De aanvrager/vergunninghouder dient door de schriftelijk worden bericht dat de voornemens is een BIBOB-advies bij het LBB aan te vragen (door middel van een zogenoemde notificatiebrief). De adviesaanvraag bij het LBB is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is het de aanvrager van een vergunning ten allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken. Bij een reeds verleende vergunning kan een vergunninghouder besluiten zijn vergunning in te leveren. Indien dit het geval is, wordt hiervan aantekening gemaakt en wordt het RIEC Noord-Holland, kennisknooppunt Noord-Holland Noord hierover geïnformeerd om de effectiviteit van het instrument Bibob te meten. 2.5 Onderzoek door Landelijk Bureau Bibob Het Landelijk Bureau Bibob zal, als er een advies is gevraagd, een nader onderzoek instellen en een advies uitbrengen over de mate van gevaar, als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. Welke personen en bedrijven worden in het onderzoek betrokken? Uiteraard wordt de betrokkene, in dit geval de aanvrager van de vergunning zelf onderzocht. Daarnaast wordt onderzocht of deze misschien een relatie heeft tot strafbare feiten als bedoeld in de Wet Bibob. Dit betekent dat ook andere personen kunnen worden betrokken in het onderzoek. In artikel 3 van de Wet is bepaald dat betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten als die feiten door een ander gepleegd zijn en deze personen: 1. direct of indirect leiding geeft of heeft gegeven aan betrokkene, dan wel 2. zeggenschap heeft dan wel heeft gehad over betrokkene, dan wel 3. vermogen verschaft dan wel heeft verschaft aan betrokkene, dan wel 4. in een zakelijk samenwerkingsverband tot hem staat. Deze andere personen kunnen dus ook worden betrokken in het onderzoek. In het Bibob-vragenformulier wordt daarom onder meer gevraagd wie de leidinggevenden dan wel vermogensverschaffers van betrokkene zijn, en wie de eventuele onderaannemer is en wat de wijze van financiering is. Al deze personen moeten er derhalve rekening mee houden dat zij onderworpen kunnen worden aan een Bibob onderzoek. Het Landelijk Bureau Bibob kan op grond van artikel 12 Wet Bibob in bepaalde gevallen contact opnemen met de aanvrager om aanvullende vragen te stellen. Het Landelijk Bureau Bibob moet in beginsel binnen acht weken adviseren aan het bestuursorgaan. Deze termijn kan eenmaal met vier weken worden verlengd. 8

9 Bibob-beleid Het Landelijk Bureau Bibob stelt het bestuursorgaan hiervan in kennis stellen. Het bestuursorgaan zal de aanvrager hiervan op haar beurt in kennis stellen. De beslistermijn voor de om te beslissen op de vergunningaanvraag wordt opgeschort gedurende de adviestermijn van het Landelijk Bureau Bibob. Het advies van Landelijk Bureau Bibob kan drie uitkomsten hebben met betrekking tot de mate gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob: Er is sprake van geen gevaar Er is sprake van een mindere mate van gevaar Er is sprake van een ernstige mate van gevaar Het bestuursorgaan kan wanneer er sprake is van een mindere of ernstige mate van gevaar op basis van artikel 3 van de Wet Bibob een vergunning weigeren of intrekken wanneer er sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor: a. het benutten van voordelen uit strafbare feiten b. het plegen van strafbare feiten c. wanneer een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd. Het bestuursorgaan kan het advies gebruiken ter motivering van een besluit. Het ligt voor de hand dat de vergunning in het eerste geval wordt verleend. In het tweede en derde geval zal het bestuursorgaan een extra afweging dienen te maken of de vergunning wordt geweigerd dan wel ingetrokken of dat de vergunning onder extra voorschriften kan worden verleend. Voor de inhoud van het besluit blijft het bestuursorgaan verantwoordelijk. Het bestuursorgaan zal, indien er het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een Bibob-advies, de betrokkene in de gelegenheid stellen zijn zienswijze naar voren te brengen, betrokkene kan dan het Bibob advies inzien. Derden die genoemd zijn in de beslissing worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 4:8 Awb en moeten, indien te verwachten is dat zij hiertegen bedenkingen hebben, ook in de gelegenheid worden gebracht om hun zienswijze naar voren te brengen. Derden hebben overigens niet het recht om het advies in zijn geheel in te zien. Tegen de uiteindelijke beslissing van het bestuursorgaan waarin een BIBOB-advies is verwerkt kan bezwaar en beroep worden aangetekend. 2.6 Termijnen Na ontvangst van een aanvraag wordt getoetst of een Bibob vragenlijst ingevuld dient te worden. Voor het aanleveren van het Bibob-formulier wordt een termijn van 14 dagen geboden. Indien blijkt dat het Bibobformulier onvolledig is of gevraagde gegevens niet zijn overlegd, wordt een termijn van 14 dagen geboden om de aanvraag alsnog volledig, inclusief behoren bescheiden te overleggen. De beslistermijn waarbinnen de aanvraag afgehandeld dient te worden wordt opgeschort tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de geboden termijn is verstreken. Indien na het verlopen van voornoemde termijn de bescheiden niet (volledig) zijn aangeleverd, kan het bestuursorgaan de aanvrager slechts bij hoge uitzondering de termijn met 7 dagen verlengen. Na deze termijn dient de aanvraag volledig en compleet met de gewenste bijlagen, ingediend te zijn. Indien de aanvrager dit nalaat, zal het bestuursorgaan besluiten de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (jo. artikel 4 Wet Bibob), niet te behandelen. Het besluit om de aanvraag niet te behandelen dient aan de aanvrager bekendgemaakt te worden binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. Tegen voornoemd besluit kunnen belanghebbenden bezwaar of beroep instellen. Mocht na het aanleveren van het Bibob-formulier behoefte zijn aan aanvullende informatie, dan kunnen er extra vragen worden gesteld aan de aanvrager. Ook hiervoor geldt de procedure zoals hierboven reeds is beschreven. Er wordt een termijn van 14 dagen geboden om de antwoorden te verstrekken. Bij hoge uitzondering kan opnieuw een termijn van 14 dagen worden geboden om de vragen te beantwoorden. Na het verlopen van de geboden termijn, zal het bestuursorgaan besluiten de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (jo. artikel 4 Wet Bibob), niet te behandelen. Deze handelwijze wordt door de strikt toegepast met het oog op de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen. Voor een drank- en horecavergunning is een termijn in de Drank- en Horecawet opgenomen van drie maanden. In beginsel dient een aanvraag voor een exploitatievergunning binnen acht weken afgehandeld te worden. Indien noodzakelijk kan de aanvraag met acht weken opgeschort worden. Aanvullend op de 9

10 Bibob-beleid vorengenoemde acht weken afhandeling en acht weken opschorting kan indien advies gevraagd wordt aan het Landelijk Bureau Bibob, de aanvraag nogmaals maximaal tweemaal met 4 weken opgeschort worden. 2.7 Vergunningverlening in afwachting advies Landelijk Bureau Bibob Wanneer het advies van het Landelijk Bureau Bibob langer dan 8 weken op zich laat wachten en de bovengenoemde termijn dreigt overschreden te worden, kan besloten worden om de vergunning te verlenen. Het verlenen van de vergunning in afwachting van het Bibob-advies van het Landelijk Bureau Bibob kan alleen na 24 weken van indiening van de aanvraag. In de vergunning staat de volgende passage vermeld: Deze vergunning wordt u vooruitlopend op het nog te ontvangen Bibob-advies verleend. Indien het Landelijk Bureau Bibob advies uitbrengt waaruit blijkt dat er feiten en/of omstandigheden zijn die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden, dat ter verkrijging van de aangevraagde vergunning een strafbaar feit wordt gepleegd, alsmede indien er enige mate of ernstig gevaar bestaat, dat de vergunning mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen, kan de vergunning ingetrokken worden. Bij gelijktijdige behandeling van een exploitatievergunning en drank- en horecavergunning wordt gestreefd naar gelijktijdige besluitvorming binnen de uiterste wettelijke termijn. Het niet kunnen verstrekken van drank terwijl een inrichting wel geopend mag zijn, heeft zowel voor de ondernemer als voor de maatschappij weinig toegevoegde waarde. Indien de behandeling van een Bibob-adviesprocedure langer duurt dan beoogt, wordt in dergelijke gevallen de vergunning voor de exploitatie- en de drank- en horecavergunning verleend, voorzien van dezelfde passage als hierboven genoemd. 2.8 RIEC (Regionaal Informatie en expertise centrum) De n Harenkarspel, Zijpe en hebben in november 2012 ingestemd met de verlening van het Regionaal Convenant Geintegreerde aanpak van georganiseerde misdaad in de regio Noord-Holland (ook wel RIEC-convenant). Bij de uitvoering van het Bibob-proces kan het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) ondersteuning bieden en uitwisseling van informatie bevorderen. In de Wet Bibob is wel een geheimhoudingsplicht opgenomen. Informatie verkregen uit het BIBOB-onderzoek en de Bibob-adviezen mag gedeeld worden met het RIEC. Het RIEC kan informatie inwinnen bij partners (Belastingdienst, politie, openbaar ministerie) ter bevordering van de beoordeling van het Bibob-dossier, maar geen informatie teruggeven om voor andere doeleinden te gebruiken. De andere partners mogen informatie uit het BIBOB-onderzoek niet voor andere doeleinden gebruiken, dan het verstrekken van informatie ten behoeve van bovenstaande beoordeling. 10

11 Bijlage 1 Algemeen vragenformulier op grond van artikel 30 van de wet Bibob Bibob-beleid Invulinstructie In dit formulier wordt onder meer gebruik gemaakt van meerkeuzevragen. Indien meer dan één keuze mogelijk is, staat dit aangegeven als Meerdere keuzes mogelijk. Let op! De vragen verwijzen naar bijlagen. Deze bijlagen moeten inclusief documenten worden teruggezonden. Een onvolledig ingevuld aanvraagformulier en/of een weigering gegevens te verstrekken kan leiden tot het buiten behandeling laten van de aanvraag, dan wel het weigeren of intrekken van de vergunning (artikel 4 Wet Bibob). 11

12 Bibob-beleid 1 De Vergunning 1A Deze vergunning(aanvraag) betreft (vakje aankruisen): Vergunning artikel 3 Drank- en Horecawet Exploitatievergunning t.b.v. horeca Exploitatievergunning t.b.v. coffeeshop Exploitatievergunning t.b.v. seksinrichting Exploitatievergunning t.b.v. escortservice Exploitatievergunning t.b.v. smart-, of growshop Artikel 40 Woningwet (bouwvergunning) Artikel 61a Woningwet (vervreemding onroerende zaken woningcorporaties) Artikel 8.1 Wet milieubeheer de (aangevraagde) vergunning betreft een gecoördineerde vergunning(aanvraag) met: een bouwvergunning een lozingsvergunning niet van toepassing Artikel 5 Wet goederenvervoer Artikel 5 Wet personenvervoer 2000 Artikel 6 Opiumwet (opiumontheffingen) Anders, namelijk: 1B De (aangevraagde) vergunning voor deze locatie is In deze kolom zijn de bijlagen vermeld die bijgevoegd moeten worden. U vindt deze op het bijlagenvel een nieuwe vergunning een verlenging van de bestaande vergunning een wijziging of verandering van de bestaande vergunning een overname van een bestaande vergunning (de onderneming wordt daarmee de nieuwe drijver van de inrichting), ga door naar vraag 1c. Niet van toepassing (er is geen sprake van een vergunningaanvraag), ga door naar vraag 1d 1C Deze vraag enkel beantwoorden indien er sprake is van overname van de vergunning! Ga naar Vul de gegevens betreffende de overgenomen vergunning in: Vergunningnr.: Verleend op d.d.: Naam vorige vergunninghouder: Voeg bij deze vraag de in bijlage 1a genoemde documenten toe. Bijlage1a 12

13 Bibob-beleid 1D Het pand waarop deze vergunning van toepassing is Ga naar Wordt het pand waarin de onderneming wordt gevestigd gehuurd? Ja Voeg bij deze vraag de in bijlage 1b genoemde documenten toe: Nee Is het pand waarin de onderneming wordt / is gevestigd in eigendom van aanvrager-/vergunninghouder? Ja Wat was het aankoopbedrag van het pand? Wat is de huidige WOZ-waarde van het pand? Hoe heeft u dit toen gefinancierd? Voeg nu de documenten genoemd in Bijlage 1c genummerd toe Bijlage 1b Nee beantwoord nu volgende vragen: U heeft aangegeven dat u het pand niet in eigendom heeft / huurt: Wie is dan de eigenaar van het pand? Wat voor een overeenkomst is er gesloten met betrekking tot het exploiteren van het pand? Bijlage 1c Voeg nu de documenten genoemd in Bijlage 1d genummerd toe. Bijlage 1d 13

14 Bibob-beleid 1E Deze vraag 1e enkel beantwoorden indien er sprake is van een bouwvergunning. Bent u eigenaar van het perceel waarop gebouwd dan wel verbouwd gaat worden? Ga naar Nee wat is uw relatie met de eigenaar? Heeft u toestemming van de eigenaar? Nee Ja voeg nu bijlage 1e toe. Ja Wat zijn de verwachte bouwkosten? Waar zijn deze kosten op gebaseerd? 2 De onderneming Bijlage 1e 2A Onderneming waarvoor de vergunning wordt aangevraagd of is verleend (hierna de onderneming ) Naam van de onderneming: Handelsnaam: Statutaire vestigingsplaats: (is vermeld in de akte van oprichting) Straat + huisnr. : Postcode: Plaatsnaam: Telefoonnr.: Fax: Burgerservicenr.: KvK-nr.: Contactpersoon : Tel. contactpers: 2B Betreft de onderneming een eenmanszaak? Ja vul hieronder uw persoonlijke gegevens in: Achternaam: Voorna(a)m(en): Geboortedatum: / / 19 Geboorteplaats: Straat + huisnr.: Postcode: Plaatsnaam: Telefoonnr.: Fax: Burgerservicenr.: Ga naar Voeg nu bijlage 2a genummerd toe: Nee geef de ondernemingsvorm aan en vul de gegevens in: Naamloze Vennootschap (NV) Besloten Vennootschap (BV) Bij BV of NV, nr. verklaring van geen bezwaar verleend: (Dit gegeven is te vinden in de oprichtingsakte of de akte van statutenwijziging.) 14

15 Bibob-beleid Vennootschap Onder Firma (VOF) Commanditaire Vennootschap (CV) Rechtspersoon naar buitenlands recht Zo ja, welk land? Welke rechtsvorm? Stichting Vereniging Maatschap Anders namelijk: Bijlage 2a Voeg nu bijlage 2b genummerd toe: Bijlage 2b 2C Bent u in de laatste drie jaren voorafgaand aan de ondertekening van dit formulier in loondienst werkzaam geweest: Ga naar Ja Voeg nu bijlage 2c genummerd toe: Bijlage 2c Nee op welke wijze heeft de aanvrager / vergunninghouder in zijn/haar levenonderhoud voorzien? als zelfstandig ondernemer via een uitkering, namelijk: anders, namelijk: 2D Uw onderneming is een onderneming die: Ga naar langer bestaat dan 1 jaar Voeg nu bijlage 2d genummerd toe: Bijlage 2d korter bestaat dan 1 jaar Voeg nu bijlage 2e genummerd toe: Bijlage 2e in de afgelopen 12 maanden is gewijzigd van ondernemingsvorm of statuten Voeg nu bijlage 2f genummerd toe: Bijlage 2f 15

16 Bibob-beleid 3 Bestuur en zeggenschap Geef aan welke natuurlijke- en rechtspersonen in de vijf jaar voorafgaand aan de ondertekening van dit formulier betrokken zijn (geweest) bij de onderneming, in één of meerdere van de volgende hoedanigheden Financier Bestuurder Gevolmachtigde Vermogensbeheerder Commissaris Procuratiehouder Beheerder Houder van 5% of meer van de aandelen van de rechtspersoon Een andere hoedanigheid die leiding/zeggenschap/toezicht mogelijk maakt(e). Geef dit aan in bijlage 3 4 Betrokkenheid bij andere ondernemingen Ga naar Bijlage 3 Is de onderneming in de afgelopen vijf jaar als bestuurder, aandeelhouder, maat of (stille) vennoot betrokken (geweest) bij andere onderneming(en),* zoals een NV, BV, CV, VOF, Stichting, rederij, maatschap of een rechtspersoon naar buitenlands recht? * Bijvoorbeeld als eigenaar / bestuurder / commissaris / (commanditaire en/of stille) vennoot /gevolmachtigde / beheerder / houder van 5% of meer van de aandelen van de rechtspersoon. Ga naar Nee ga naar vraag 5 Ja, de ondernemer(s) en/of onderneming zijn/is betrokken (geweest) bij andere ondernemingen: Geef aan bij welke ondernemingen men betrokken is (geweest) en in welke hoedanigheid in bijlage 4 en voeg ook de daar gevraagde documenten genummerd toe. 5 Situatie van de onderneming Heeft de onderneming of één of meerdere van de onder vraag 3 vermelde ondernemer(s) en/of onderneming(en) opeisbare schulden aan de Belastingdienst? Bijlage 4 Ga naar Nee ga naar vraag 6 Ja, wat voor schulden? omzetbelasting vennootschapsbelasting inkomstenbelasting anders: Voeg nu de in bijlage 5 genoemde documenten genummerd toe Bijlage 5 16

17 Bibob-beleid 6 Wijze van financiering Geef aan hoe de onderneming waarvoor de vergunning wordt aangevraagd is of wordt gefinancierd. Meerdere keuzes mogelijk. Ga naar Door middel van een geldlening/krediet, aangegaan bij een (bank)instelling of een particulier: Voeg nu de in bijlage 6a genoemde documenten genummerd toe Bijlage 6a Door middel van eigen vermogen: Geef aan hoe dit eigen vermogen de vijf jaar voorafgaand aan de financiering is opgebouwd: Voeg nu de in bijlage 6b genoemde documenten genummerd toe Bijlage 6b Door middel van eigen vermogen verkregen middels een erfenis of schenking: Voeg nu de in bijlage 6c genoemde documenten genummerd toe Bijlage 6c Anders: Geef aan hoe de onderneming gefinancierd is of wordt: Voeg nu de in bijlage 6d genoemde documenten genummerd toe 7 Eerder aangevraagde en/of verleende vergunningen 7A Hebben de ondernemer(s) en/of onderneming(en) binnen de afgelopen vijf jaar beschikt over een vergunning of een vergunning aangevraagd in het kader van: a) Vergunning artikel 3 Drank- en Horecawet b) Exploitatievergunning t.b.v. horeca c) Exploitatievergunning t.b.v. coffeeshop d) Exploitatievergunning t.b.v. seksinrichting e) Exploitatievergunning t.b.v. escortservice f) Exploitatievergunning t.b.v. smart-, of growshop g) Artikel 40 Woningwet (bouwvergunning) h) Artikel 61a Woningwet (vervreemding onroerende zaken woningcorporaties) i) Artikel 8.1 Wet milieubeheer j) Artikel 5 Wet goederenvervoer k) Artikel 5 Wet personenvervoer 2000 l) Artikel 6 Opiumwet (opiumontheffingen) m) Anders, namelijk: Bijlage 6d Ga naar Nee ga naar vraag 8 Ja, voeg nu de in bijlage 7a genoemde documenten genummerd toe Bijlage 7a 17

18 Bibob-beleid 7B Heeft de onderneming met betrekking tot een (of meerdere) van de vergunning(en) zoals hierboven vermeld in de laatste vijf jaar voorafgaand aan de datum van ondertekening van dit formulier te maken gehad met één of meer van de volgende situaties? 1) Weigering van de vergunning 2) Intrekking van de vergunning 3) Verstrekking onder voorwaarden 4) Aanvraag, die nog in behandeling is 5) Oplegging van een bestuurlijke boete 6) Toepassing van bestuursdwang/last onder dwangsom 7) Buiten behandeling stelling en/of intrekking van een aangevraagde vergunning Ga naar Nee ga naar vraag 8 Ja, voeg nu de in bijlage 7b genoemde documenten genummerd toe 8 Strafrechtelijke onderzoeken en vervolging Zijn de ondernemer(s) en/of onderneming(en) genoemd bij de vragen 1 en 3 de afgelopen vijf jaar veroordeeld, een schikking (transactie) aangegaan met het Openbaar Ministerie of anderszins in negatieve zin in aanraking geweest met Politie en/of Justitie? Bijlage 7b Ga naar Nee ga naar vraag 9 Ja, vul de gegevens op bijlage 8 in 9. Verklaring Bijlage 8 De ondergetekenden verklaren: in hun hoedanigheid van bestuurders van de onderneming dan wel degene (adviseur/gemachtigde) die dit formulier namens de onderneming heeft ingevuld, dat dit formulier naar waarheid is ingevuld; dit op instructie van de bestuurders en namens de onderneming te hebben gedaan; dat zij weten volledig verantwoordelijk te zijn voor de inhoud van de gegeven antwoorden. Datum: Plaats: Handtekening(en), namen en hoedanigheid van de bestuurders van de onderneming: Naam: Hoedanigheid: Naam: Hoedanigheid: Handtekening: Handtekening: Naam: Hoedanigheid: Naam: Hoedanigheid: Handtekening: Handtekening: NB: Een onvolledig ingeleverd aanvraagformulier en/of een weigering gegevens te verstrekken kan leiden tot het buiten behandeling laten van de aanvraag, dan wel het weigeren of intrekken van de vergunning (artikel 4 Wet Bibob). Het bewust verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar in de zin van art. 225 Wetboek van Strafrecht (valsheid in geschrifte) en kan leiden tot weigering dan wel intrekking van de vergunning (artikel 3 lid 6 Wet Bibob). 18

19 Bijlage 2: Bijlagenvel bij algemeen vragenformulier Bibob-beleid Invulinstructie Dit is het bijlagenformulier dat onderdeel uit maakt van het algemene BIBOB-vragenformulier op grond van artikel 30 van de Wet BIBOB. In het algemene BIBOB-vragenformulier wordt verwezen naar deze bijlagen. Deze bijlagen moeten inclusief documenten worden teruggezonden. Een onvolledig ingevuld aanvraagformulier met bijlagen en/of een weigering gegevens te verstrekken kan leiden tot het buiten behandeling laten van de aanvraag, dan wel het weigeren of intrekken van de vergunning (artikel 4 Wet Bibob). 19

20 Bibob-beleid Vraag 1 Bijlage 1a Voeg de volgende documenten toe: een kopie van de koopovereenkomst ; kopieën balansen en winst- en verliesrekeningen (jaarrekeningen) van de afgelopen 3 jaar van de vorige onderneming of ondernemer overleggen; een kopie van het ondernemingsplan; een kopie van de beginbalans; een kopie van de exploitatiebegroting van de onderneming; een kopie van de melding ex art 8.20 lid 2 Wm (alleen van toepassing bij aanvraag vergunning art. 8.1 Wet Milieubeheer). Bijlage 1b Voeg de volgende documenten toe: een kopie van het huurcontact van de pandeigenaar; in geval van (een) onderverhuurcontract(en), een verklaring van de pandeigenaar waaruit blijkt dat hij hiervan op de hoogte is. Bijlage 1c Voeg een kopie toe van de eindafrekening notaris inzake de aankoop van het pand. Bijlage 1d Voeg een kopie toe van de overeenkomst met betrekking tot het exploiteren van het pand. Bijlage 1e Voeg een schriftelijke verklaring toe waaruit de toestemming van de eigenaar blijkt. Vraag 2 Bijlage 2a Voeg de volgende documenten toe: een kopie van een geldige identiteitskaart, paspoort, rijbewijs of verblijfsvergunning; een origineel uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), niet ouder dan 6 maanden. Bijlage 2b Voeg de volgende documenten toe: een overzicht met personalia van de (stille) vennoten, maten of bestuurders; per genoemde persoon een kopie van een geldige identiteitskaart, paspoort, rijbewijs of verblijfsvergunning; per genoemde natuurlijke persoon een origineel uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), niet ouder dan 6 maanden; een kopie van de oprichtingsakte van de onderneming; een kopie van de vennootschapsakte van de onderneming; een kopie van de statuten van de onderneming; bij een registratie van de onderneming bij een buitenlandse Kamer van Koophandel een uittreksel uit de desbetreffende buitenlandse Kamer van Koophandel, niet ouder dan 6 maanden. * vink de controlekolom af na uw controle op de compleetheid van de gevraagde gegevens en documenten, die u moet retourneren. 20

21 Bibob-beleid Bijlage 2c Vul hieronder de opgave voorgaande werkgevers en loondienstverhoudingen in. 1. Van: (dag-maand-jaar) tot: (dag-maand-jaar) Naam bedrijf: Adres: Postcode: Plaats: In welke functie was u bij deze onderneming betrokken? Bedrijfsleider Als bestuurder Als houder van 5% of meer van de aandelen Als commissaris Als ge(vol)machtigde Als procuratiehouder Als beheerder Anders, namelijk 2. Van: (dag-maand-jaar) tot: (dag-maand-jaar) Naam bedrijf: Adres: Postcode: Plaats: In welke functie was u bij deze onderneming betrokken? Bedrijfsleider Als bestuurder Als houder van 5% of meer van de aandelen Als commissaris Als ge(vol)machtigde Als procuratiehouder Als beheerder Anders, namelijk 3. Van: (dag-maand-jaar) tot: (dag-maand-jaar) Naam bedrijf: Adres: Postcode: Plaats: In welke functie was u bij deze onderneming betrokken? Bedrijfsleider Als bestuurder Als houder van 5% of meer van de aandelen Als commissaris Als ge(vol)machtigde Als procuratiehouder Als beheerder Anders, namelijk * vink de controlekolom af na uw controle op de compleetheid van de gevraagde gegevens en documenten, die u moet retourneren. 21

22 Bibob-beleid 4. Van: (dag-maand-jaar) tot: (dag-maand-jaar) Naam bedrijf: Adres: Postcode: Plaats: In welke functie was u bij deze onderneming betrokken? Bedrijfsleider Als bestuurder Als houder van 5% of meer van de aandelen Als commissaris Als ge(vol)machtigde Als procuratiehouder Als beheerder Anders, namelijk Bijlage 2d Voeg kopieën balansen en winst- en verliesrekeningen (jaarrekeningen) van de afgelopen drie jaar toe. Bijlage 2e Voeg de volgende documenten toe (tenzij deze al bij een vorige vraag zijn toegevoegd): een kopie van het ondernemingsplan; een kopie van de beginbalans; een kopie van een tussenbalans of de kwartaalcijfers; een kopie van de exploitatiebegroting van de onderneming. Bijlage 2f Voeg de volgende documenten toe (tenzij deze al bij een vorige vraag zijn toegevoegd): een kopie van de statutenwijzigingen of een kopie van de oprichtingsakte (afhankelijk van de situatie); kopieën van balansen en winst- en verliesrekeningen (jaarrekeningen) van de afgelopen drie jaar van de vorige onderneming; een kopie van de beginbalans van de nieuwe onderneming; een kopie van de exploitatiebegroting van de nieuwe onderneming ; een verklaring van geen bezwaar voor omzetting en akkoordverklaring (art. 2:183BW) * vink de controlekolom af na uw controle op de compleetheid van de gevraagde gegevens en documenten, die u moet retourneren. 22

23 Bibob-beleid Vraag 3 Bijlage 3 Geef hieronder aan op welke (rechts)personen in welke hoedanigheid betrokken zijn (waren) bij de onderneming of zeggenschap hebben (hadden) in de onderneming in de afgelopen vijf jaar. Rechtspersonen Statutaire naam: Vestingadres: In welke hoedanigheid? Statutaire naam: Vestingadres: In welke hoedanigheid? Statutaire naam: Vestingadres: In welke hoedanigheid? Statutaire naam: Vestingadres: In welke hoedanigheid? Statutaire naam: Vestingadres: In welke hoedanigheid? Statutaire naam: Vestingadres: In welke hoedanigheid? Natuurlijke personen Achternaam: Voornaam(en): Geboortedatum: / / 19 Geboorteplaats: Straat + huisnr.: Postcode: Telefoonnr.: Woonplaats: Burgerservicenr.: Hoedanigheid / Functie: Periode betrokkenheid : van: tot: * vink de controlekolom af na uw controle op de compleetheid van de gevraagde gegevens en documenten, die u moet retourneren. 23

24 Bibob-beleid Achternaam: Voornaam(en): Geboortedatum: / / 19 Geboorteplaats: Straat + huisnr.: Postcode: Woonplaats: Telefoonnr.: Burgerservicenr.: Hoedanigheid / Functie: Periode betrokkenheid : van: tot: Achternaam: Voornaam(en): Geboortedatum: / / 19 Geboorteplaats: Straat + huisnr.: Postcode: Woonplaats: Telefoonnr.: Burgerservicenr.: Hoedanigheid / Functie: Periode betrokkenheid : van: tot: Achternaam: Voornaam(en): Geboortedatum: / / 19 Geboorteplaats: Straat + huisnr.: Postcode: Woonplaats: Telefoonnr.: Burgerservicenr.: Hoedanigheid / Functie: Periode betrokkenheid : van: tot: Achternaam: Voornaam(en): Geboortedatum: / / 19 Geboorteplaats: Straat + huisnr.: Postcode: Woonplaats: Telefoonnr.: Burgerservicenr.: Hoedanigheid / Functie: Periode betrokkenheid : van: tot: * vink de controlekolom af na uw controle op de compleetheid van de gevraagde gegevens en documenten, die u moet retourneren. 24

25 Bibob-beleid Vraag 4 Bijlage 4 Let op: de hieronder aangegeven documenten hebben betrekking op betrokkenheid in de afgelopen vijf jaar bij andere ondernemingen. Geef aan bij welke ondernemingen en in welke hoedanigheid de onderneming en/of de ondernemers betrokken zijn (geweest). Naam van de onderneming: Registratienummer Kamer van Koophandel: Vestigingsadres: In welke hoedanigheid: Naam van de onderneming: Registratienummer Kamer van Koophandel: Vestigingsadres: In welke hoedanigheid: Naam van de onderneming: Registratienummer Kamer van Koophandel: Vestigingsadres: In welke hoedanigheid: Naam van de onderneming: Registratienummer Kamer van Koophandel: Vestigingsadres: In welke hoedanigheid: Naam van de onderneming: Registratienummer Kamer van Koophandel: Vestigingsadres: In welke hoedanigheid: Voeg de volgende documenten toe (tenzij deze al bij een vorige vraag zijn toegevoegd): kopieën van vennootschapsaktes van de onderneming (indien van toepassing); kopieën van de statuten van de onderneming (indien van toepassing); kopieën van het aandelenregister (indien van toepassing); bij een registratie van de onderneming bij een buitenlandse Kamer van Koophandel een uittreksel uit de desbetreffende buitenlandse Kamer van Koophandel, niet ouder dan 6 maanden. Vraag 5 Bijlage 5 Voeg een kopie van de desbetreffende belastingaanslag(en) toe. * vink de controlekolom af na uw controle op de compleetheid van de gevraagde gegevens en documenten, die u moet retourneren. 25

26 Bibob-beleid Vraag 6 Bijlage 6a Voeg de volgende documenten toe: een overzicht van de instelling(en) en particulier(en), waarbij u het geleende bedrag in Euro s aangeeft; per zakelijke financier (bijvoorbeeld een bankinstelling) een ondertekende en gewaarmerkte financieringsovereenkomst van de bank of notaris; per particuliere financier (bijvoorbeeld familie) een onderhands contract met de financier (origineel tonen); Ten aanzien van deze financiering kopieën van bankafschriften waaruit blijkt dat de bedragen zijn overgemaakt of zijn gestort op uw bankrekening. Bijlage 6b Voeg de volgende documenten toe (tenzij deze al bij een vorige vraag zijn toegevoegd): kopieën balansen en winst- en verliesrekeningen (jaarrekeningen) van de afgelopen drie jaar; bij rechtspersonen kopieën belastingaangiften of belastingaanslagen vennootschapsbelasting en omzetbelasting over de laatste drie kalenderjaren en bij andere ondernemingsvormen kopieën belastingaangiften/aanslagen inkomstenbelasting en omzetbelasting over de laatste drie kalenderjaren. Kopieën van bankafschriften waaruit blijkt dat de bedragen zijn overgemaakt of zijn gestort op uw bankrekening Vraag 7 Bijlage 6c Voeg een kopie van door een notaris gewaarmerkte boedelverdeling of schenkingsakte, dan wel een gelijkwaardig document toe, afgegeven door een gerechtelijke- of overheidsinstantie van het land van herkomst. Bijlage 6d Voeg bewijsstukken toe waaruit blijkt hoe de inrichting gefinancierd is of wordt. kopieën van bankafschriften waaruit blijkt dat de bedragen zijn overgemaakt of zijn gestort op uw bankrekening. Bijlage 7a Voeg een volledig overzicht met vergunningen zoals genoemd (a - l) en de datum van aanvraag en/of verlening. Bijlage 7b Voeg de volgende documenten toe: een volledig overzicht met de namen van de overheidsinstantie, de betreffende ondernemingen, de vergunning zoals genoemd onder 7A a t/m l), de datum van aanvraag en/of verlening van genoemde beschikkingen, de situaties zoals genoemd in vraag 7B (1 t/m 7) en de datum van die situatie; kopie van de beschikking(en) inzake de situaties zoals genoemd onder vraag 7B, onder 1 t/m 7. Dit is niet nodig als de beschikking is afgegeven door de overheidsorganisatie, waar u deze formulieren naar stuurt. Vraag 8 Bijlage 8 Voeg een overzicht toe met de naam van de ondernemer of onderneming, het (strafbare) feit, de pleegdatum en de pleegplaats van de afgelopen vijf jaar. * vink de controlekolom af na uw controle op de compleetheid van de gevraagde gegevens en documenten, die u moet retourneren. 26