Marcel van Kuijk Universiteit van Tilburg November Recht op toegang tot het internet?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Marcel van Kuijk Universiteit van Tilburg November 2007. Recht op toegang tot het internet?"

Transcriptie

1 Marcel van Kuijk Universiteit van Tilburg November 2007 Recht op toegang tot het internet?

2

3 The internet is as diverse as human thought * * ACLU v. Reno, 929 F. Supp. 824, (ED Pa. 1996) at 842 (District Court Opinion)

4

5 Universiteit van Tilburg Faculteit der rechtsgeleerdheid Recht op toegang tot het internet? Een onderzoek naar het bestaan van een (inter)nationaal (mensen)recht op toegang tot het internet Marcel van kuijk Eerste Druk s-hertogenbosch 2007

6 Auteur: Marcel van Kuijk Voltastraat CM s-hertogenbosch Telefoon: Onderwijsinstelling: Universiteit van Tilburg Opleiding Recht en Overheidsmanagement

7 Woord Vooraf Zal er iemand zijn die dit onderzoek leest maar die niet weet wat het internet is, vraag ik me wel eens af. Of die wel weet wat het internet is, maar die er nog nooit gebruik van heeft gemaakt. Ik was dertien of veertien jaar oud toen ik voor het eerst de virtuele wereld van het internet betrad - ik ben er dus al mijn halve leven. En sindsdien ben ik er ook niet meer weg te slaan. Ik kijk televisie via het internet, ik houdt contact met mijn vrienden via het internet, ik publiceer een eigen dagboek op internet, ik haal mijn muziek en veel van mijn films van het internet, kortom ik heb een heel eigen digitale identiteit opgebouwd - op het internet. Het internet heeft op mij altijd een enorme aantrekkingskracht uitgeoefend. Een fascinatie die is begonnen toen ik de eerste keer die zo typerende piepjes hoorde, die uit je computer kwamen als deze contact ging zoeken met het internet over de telefoonlijn. Ik heb het internet altijd gevolgd, niet alleen als tevreden gebruiker maar ook als een op zichzelf staand fenomeen. Het motto van deze scriptie - The internet is as diverse as human thought - is dan ook niet toevallig gekozen. Het drukt voor mij twee dingen heel duidelijk uit, allereerst: als je het kan bedenken, is het op het internet te vinden. De mogelijkheden zijn dus werkelijk oneindig. En dat opent een (virtuele) wereld waar je veilig, van achter je eigen computer, in je eigen huiskamer, een kijkje kunt nemen in de vele facetten van de menselijke psyche. Van dagboeken van terminaal zieke mensen tot verhalen over het hondje van het overbuurmeisje, van obscure documentaires over de Tweede Wereldoorlog tot de nieuwste rages op seksueel gebied, alles is te vinden. Vaak in beeld en geluid en tegenwoordig steeds meer interactief. Iedereen kan overal aan meedoen en dat doen we dan ook massaal. Het tweede punt is, dat het internet ook echt voorkomt uit onze gedachten. Wij maken het internet zelf, in dat opzicht is het internet te zien als ongeleid projectiel. Als men het internet bij wil sturen of er richting aan wil geven, vanuit overheden of het bedrijfsleven, kiest het internet toch altijd zelf weer zijn eigen weg. En weet het daardoor uit de handen te blijven van iedereen die denkt er aanspraak op te kunnen maken. En het is fascinerend om dat te volgen. Toen de tijd daar was, dat ik een onderzoek moest gaan doen en een scriptie moest gaan schrijven om mijn opleiding af te ronden, was het voor mij al snel duidelijk wat het onderwerp moest gaan worden. Het internet. En over het internet is al heel veel geschreven, en naar het internet is al heel veel onderzoek gedaan. Veel juridisch onderzoek ook, naar de vrijheid van meningsuiting bijvoorbeeld, en privacykwesties online. En daar wilde ik het nu eens niet over hebben. Juist omdat daar al zoveel onderzoek naar gedaan is, wat zou ík daar nog aan toe kunnen voegen? Het duurde even voordat ik de juiste onderzoeksvraag wist te formuleren maar toen die eenmaal stond, schreef deze scriptie zich als vanzelf. En gaat het een keer niet over de vrijheid van meningsuiting op het internet of over privacy, maar over toegang. Ik hoop dat jullie deze scriptie met plezier lezen want ik heb deze met veel plezier geschreven. En ik wil hier even van de mogelijkheid gebruik maken om Frank Vlemminx te bedanken, zonder zijn scherpe en kritische blik was dit onderzoek nooit zo volledig geworden. Ook wil ik Gert-Jan Leenknecht bedanken voor het beoordelen van mijn onderzoek. En als laatste, maar eigenlijk komt ze boven alles en iedereen, wil ik mijn moeder bedanken voor het geloof dat ze altijd in mij heeft gehouden. Ik draag dit onderzoek dan ook op aan haar. v

8 vii

9 Inhoudsopgave Woord vooraf Lijst met afkortingen V X Hoofdstuk 1 Toegang tot het internet 1 Hoofdstuk 2 Het internet Het internet, inleiding Het internet, de ontstaansgeschiedenis Het internet, een definitie Het Internet, de omvang Het internet, de toepassingen Het internet, en de overheid Het internet, exclusiviteit Het internet, en de virtualisering Het internet, conclusie 15 Hoofdstuk 3 Europese Unie Europese Unie, inleiding Europese Unie, afbakening eeurope eeurope, inleiding eeurope 2002, het begin eeurope 2005, het vervolg Na eeurope, i eeurope, conclusie Universele dienst Universele dienst, inleiding Universele dienst, diensten van algemeen belang Universele dienst, conclusie Europees Parlement Europees Parlement, inleiding Europees Parlement, de resolutie Europees Parlement, conclusie 30 Hoofdstuk 4 De Mensenrechten De mensenrechten, inleiding Universeel deel Universeel deel, inleiding Universeel deel, afbakening Universeel deel, Universele Verklaring Universeel deel, IVBPR Universeel deel, in de wetenschap Universeel deel, andere rechten Universeel deel, Unesco Universeel deel, wereldwijde aandacht Universeel deel, conclusies 42 viii

10 Universeel deel, slotbeschouwing Europees deel Europees deel, inleiding Europees deel, het EVRM Europees deel, artikel 10 EVRM Europees deel, het Hof Het Hof, en de wijze van besluitvorming Het Hof, en positieve verplichtingen Het Hof, en evolutieve uitlegging Het Hof, en andere ontwikkelingen Het Hof, en Raad van Europa Het Hof, en andere invloeden Het Hof, invloeden rond artikel Europees deel, conclusie Slotbeschouwing, inleiding Slotbeschouwing, terugblik Slotbeschouwing, vooruitblik Slotbeschouwing, toegang tot het internet buiten artikel 10? 59 Hoofdstuk 5 Nationaal Nationaal, inleiding Nationaal, wat er is gebeurd Nationaal, wat er moet gebeuren Nationaal, er is verdringing Nationaal, een recht op toegang tot het internet Nationaal, toepassing toetsingskader Toepassing toetsingskader, punt 1: nationaal of internationaal Toepassing toetsingskader, punt 2: vorm van regelgeving Toepassing toetsingskader, punt 3: uiteindelijke vorm Aanbevelingen 76 Lijst van aangehaalde literatuur 79 Jurisprudentieregister 87 ix

11 Lijst met afkortingen APC ARPA EG EHRM ESH EVRM HvJ EG ICT IVBPR IVESCR MvT OAS OSCE PCC PIP SCP TK Unesco WSIS Association for Progressive Communications Advanced Research Projects Agency Europese Gemeenschap Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Sociaal Handvest Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden Hof van justitie van de Europese Gemeenschappen informatie- en communicatietechnologie Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten Memorie van Toelichting Organization of American States Organization for Security and Co-operation in Europe People s Community Charter Persoonlijke Internet Pagina Sociaal Cultureel Planbureau Tweede Kamer United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization World Summit on the Information Society x

12

13 Hoofdstuk 1 Toegang tot het internet Wereldwijd zijn er ondertussen ruim één miljard ( !) mensen aangesloten op het internet 2. Dit cijfer las ik in een artikel in het NRC-Handelsblad en ik werd er door gegrepen. Ik probeerde me voor te stellen dat ik, als ik op een willekeurig tijdstip in zou loggen op het internet, daadwerkelijk contact zou kunnen maken met 1 miljard mensen. En dat kon ik me toen niet en nu nog nauwelijks voorstellen. Een week later gebeurde er iets bij mij thuis. Mijn nieuwe modem, gekregen bij een hernieuwd internetabonnement, stopte er ineens mee. Ineens was ik afgesloten van de buitenwereld. Zo voelde ik dat toen echt, terwijl het feitelijk natuurlijk verre van waar was. Ik heb naast een computer met internetaansluiting een televisie met satellietverbinding, meerdere radio s, een mobiele telefoon, een fiets en een aantal buren. Maar toch miste ik iets. Ik was de voordelen kwijt die ik had van het internet. Snel stukken opzoeken voor een paper die ik moest schrijven, in de digitale databank van de mediatheek van de universiteit, was niet mogelijk vanuit het comfort van mijn eigen huiskamer. Mijn bankzaken beheren via de beveiligde website van mijn bank was ook niet meer mogelijk. Snel contact leggen met een groep vrienden tegelijkertijd via een online chatservice om af te spreken ging niet meer. Op dat moment realiseerde ik me dat ik bij de gelukkige groep mensen op aarde behoor die toegang heeft tot het internet, mits mijn modem het doet. En tegelijkertijd liet deze realisatie mij inzien dat er een nog veel grotere groep mensen op aarde is die geen toegang heeft tot het internet en dus ook niet dezelfde voordelen die het internet mij biedt. Het internet lijkt tegenwoordig alom vertegenwoordigd te zijn in onze samenleving. Het afgelopen decennia is het aantal internetaansluitingen in Nederland (en de westerse wereld) explosief gegroeid. Sinds de hype rond het internet tijdens de eeuwwisseling is ook het aantal breedbandaansluitingen sterk in aantal toegenomen 3. Bijna iedereen lijkt toegang tot het internet te hebben en steeds meer organisaties maken op een of andere manier van het internet gebruik om te communiceren met de buitenwereld. Een groeiende groep mensen heeft een eigen website of een persoonlijke pagina op een verzamelsite (bijvoorbeeld op de websites blogspot.nl of hyves.nl). Ook de manieren waarop mensen aangesloten zijn op het internet nemen zienderogen toe, waar men in de begintijd van het internet gebruik moest maken van een telefoonlijn, een computer en een modem om in te kunnen bellen op het netwerk zijn de mogelijkheden tegenwoordig gevarieerder. De computer is niet altijd meer noodzakelijk, het internet is ook toegankelijk via de mobiele telefoon, PDA, spelcomputers, als ook via de koelkast en magnetron. Men wordt voor toegang tot het netwerk ook minder afhankelijk van de telefoonlijn. Naast de televisiekabel die ook een internetsignaal kan dragen komen er steeds meer openbaar toegankelijke netwerken. Voorbeeld hiervan is rond tankstations en de treinstations, waar de NS tegen betaling een draadloos netwerk beschikbaar heeft gesteld, dat zich soms ook uitbreidt tot toegankelijkheid van het netwerk in de trein zelf. Ook de mobiele telefoonaanbieders zijn momenteel bezig om breedbandinternet draadloos beschikbaar te stellen, zodat men dit netwerk onderweg op de mobiele telefoon of laptop kan gebruiken. Het internet lijkt uit te groeien tot een van de meest belangrijke communicatiemethoden van deze nieuwe eeuw. Het verkeer op internet groeit nog steeds, net als de content (de inhoud van het internet) en er lijken vooralsnog geen grenzen te zijn aan de groei. Zowel 2 One Billion People Online! Welcome to Cyberspace. Pop. One Billion, emarketer.com, 18 mei Meer over deze ontwikkeling in: T. Friendman, The World is flat. The globalized World in the twentyfirst century, Penguin books Ltd, London,

14 particulieren als bedrijven als de overheid hebben het internet ontdekt en vaak al ingebed in de organisatie. Dit zijn allemaal ontwikkelingen die ervoor zorgen dat steeds meer mensen op steeds meer manieren toegang hebben tot een nog steeds groeiend internet. Wereldwijd zijn er momenteel zelfs meer dan 1 miljard mensen aangesloten op het internet. Dit betekent dat er wereldwijd één op de zes mensen is aangesloten op en toegang heeft tot het internet. Maar dit betekent ook dat vijf van de zes mensen op onze aarde niet zijn aangesloten op het internet. De vraag die bij mij opkwam toen ik dit alles in overweging nam is of er ondertussen een recht op toegang tot het internet bestaat. Om preciezer te zijn, ik wil gaan onderzoeken of er een recht op toegang tot het internet bestaat. Want als het internet uit aan het groeien is tot een van de meest belangrijke manieren van communiceren (soms zelfs een exclusieve manier) moet daar dan geen garantie tegenover staan dat het internet ook voor iedereen toegankelijk wordt en blijft? De hoofdvraag van dit onderzoek is: Bestaat er een recht op toegang tot het internet? Dit wil ik gaan onderzoeken door op zoek te gaan naar het bestaan van dit recht in de verschillende rechtsbronnen. Er zijn vele bronnen van recht, zowel nationaal als internationaal. Een recht op toegang tot het internet zou dus op meerdere plekken kunnen voorkomen. Al deze bronnen komen aan bod. De nadruk komt echter te liggen op het bestaan van een recht op toegang tot het internet in het internationale recht. Het onderzoek richt zich dus voornamelijk op het verdragsrecht, universeel en Europees en de daarbij behorende jurisprudentie. Ook komen beleidsnota s van de verschillende (internationale) organisaties aan bod, omdat daar soms ook recht uit af te leiden valt. En ook de nationale component wordt in het onderzoek meegenomen. Deze afbakening, waarbij de nadruk op het internationale recht komt te liggen, vloeit deels voort uit het bijzondere karakter van het internet. Want het internet is inherent internationaal. Op het internet zijn de grenzen zoals die er fysiek bestaan tussen landen veel minder aanwezig, zo niet afwezig. Het internet als zodanig heeft ook geen nationaliteit 4. Anderzijds is de internationale component erg belangrijk, omdat veel van het internationale recht (direct of indirect) doorwerkt in de nationale rechtsordes, zodat een onderzoek naar het recht op toegang tot het internet wel internationaal gehouden moet worden. 4 Internet wordt bestuurd en gereguleerd door een aantal organisaties, zoals de Internet Society (ISOC), die geen enkele affiliatie heeft met nationale staten. De ISOC huist een aantal belangrijke organisaties, zoals de Internet Engineering Task Force (IETF) die technische standaarden voor het internet ontwikkelt en de Internet Engineering Steering Group (IESG) die de activiteiten van IETF coördineert en standaarden goedkeurt. Ieder individu en iedere organisatie waar ook ter wereld kan lid worden van de ISOC die wordt bestuurd door een Board of Trustees. De leden van de ISOC kiezen zelf de bestuursleden. Representativiteit voor enige achterban speelt hierbij geen rol. Overigens zijn leden alleen op individuele titel verkiesbaar en niet als vertegenwoordiger van een organisatie. Iedere wereldburger kan dus in principe zijn stem laten horen binnen deze internetregering. 2

15 Als het gaat over toegang rijst direct de vraag wat allemaal onder toegang moet worden verstaan. Hamelink stelt deze vraag ook 5, nu al bijna een decennium geleden. Hamelink onderscheidt de toegang tot de technische infrastructuur zodat men cyberspace 6 in kan en toegang tot de informatiediensten die in cyberspace te koop (toegankelijk) zijn. Mijns inziens is dit een interessant onderscheid maar kun men er ook anders tegen aan kijken. Het recht op toegang tot het internet kan gezien worden als een positief recht. Dit vertaalt Hamelink tot toegang tot de technische infrastructuur, iets wat de overheid moet doen (vandaar positief recht) en een negatief recht (iets wat de overheid moet nalaten). Dit negatieve recht is te zien als verbod voor de overheid om toegang tot bepaalde delen van het internet af te schermen of te censureren of toe te staan cq mogelijk te maken dat dit gebeurd, waardoor men dus automatisch toegang heeft tot de aangeboden diensten en informatie als men toegang heeft tot het netwerk. De vraag naar een recht op toegang tot het internet is daarmee ook een vraag naar de vorm van dit recht, is een eventueel recht op toegang tot het internet positief of negatief of misschien wel beide? Het onderzoek zal in twee delen gebeuren. Er komt een politiek bestuurlijk deel en een mensenrechten deel. In het eerste deel, het politiek bestuurlijk deel, wordt er ingegaan op het recht van de Europese Unie. Onderzocht wordt of er in het communautaire recht een recht op toegang tot het internet bestaat. Het tweede deel is het Mensenrechten deel. In dit deel van het onderzoek staat het mensenrecht centraal. Er wordt ingegaan op de Universele verklaring voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit onderscheid is gemaakt omdat beide terreinen (Europees recht en de mensenrechten) dusdanig van elkaar verschillen dat ze niet tegelijkertijd behandeld kunnen worden. Het onderzoek wordt als volgt opgebouwd. In hoofdstuk twee wordt een omschrijving gegeven van wat centraal staat in het onderzoek: het internet. Onder andere het ontstaan en de geschiedenis van het internet worden behandeld in dit hoofdstuk. Er wordt omschreven wat het internet nu precies is. Er wordt omschreven hoe vaak het internet gebruikt wordt en waarvoor. En als laatste wordt er ingegaan op enkele specifieke ontwikkelingen van het internet en wat deze betekenen voor onze maatschappij. In hoofdstuk drie van het onderzoek, het politieke bestuurlijke deel, komt het recht en het beleid van de Europese Unie aan bod. Hierbij wordt ingegaan op enkele wetgevingsinstrumenten van de Europese Unie die in het kader van dit onderzoek en onderwerp van belang zijn. Ook zal een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende organen van de Europese Unie en hun initiatieven. In hoofdstuk vier staan de mensenrechten centraal. Allereerst het universele recht. Er wordt ingegaan op de Universele verklaring van de rechten van de mens, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Internationale Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Besproken wordt hoe deze verdragen zijn ontstaan en welke ontwikkelingen ze hebben doorgemaakt. Ook wordt aandacht besteed aan de Verenigde Naties en Unesco (de United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization. Ook wordt ingegaan op de juridische afdwingbaarheid van het hier gevonden recht. 5 C.J. Hamelink, Digitaal fatsoen, mensenrechten in cyberspace, Boom uitgeverij, 1999 p90 6 Cyberspace was een gangbare term voor het internet maar deze term is de laatste jaren uit het taalgebruik verdwenen. 3

16 Daarna komt het Europees mensenrecht aan bod. In dit deel van het onderzoek staat het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten de Mens en de fundamentele vrijheden centraal (EVRM). Het ontstaan van het EVRM wordt behandeld evenals enkele ontwikkelingen die van belang zijn voor dit onderzoek. Zo wordt ingegaan op het belang van de zogenaamde evolutieve interpretatie van het EVRM en het ontstaan van positieve verplichtingen voor nationale overheden uit het EVRM. In het volgende hoofdstuk, hoofdstuk vijf, van het onderzoek wordt ingegaan op de nationale situatie. Hoe is de situatie in Nederland, welke belangrijke ontwikkelingen zijn er op wetgevingsgebied en wat betekent dit voor de rechtspraktijk in Nederland. 4

17 Hoofdstuk 2 Het internet 2.1 Het internet, inleiding Voor op zoek wordt gegaan naar een recht op toegang tot het internet is het belangrijk om in kaart te brengen wat het internet nu precies is. In dit hoofdstuk wordt daarom dieper ingegaan op het internet. Allereerst wordt in kaart gebracht hoe het internet ontstaan is en wat het internet tegenwoordig allemaal inhoudt. Ook wordt beschreven hoe groot het gebruik van internet is en welke trends hieruit zijn af te leiden. Daarna wordt ingegaan op hoe het internet in Nederland gebruikt wordt en welke gevolgen de toepassing van Informatie- en communicatietechnologie, waarvan internet een belangrijke exponent is, heeft voor onze maatschappij. 2.2 Het internet, de ontstaansgeschiedenis In deze paragraaf komt de ontstaansgeschiedenis van het internet aan bod. Dit wordt om twee redenen gedaan. Allereerst zodat iedereen weet waarover het gaat in dit onderzoek. Dat niet iedereen nog weet wat het internet is, bleek eerder dit jaar in Engeland waar een rechter tijdens een proces over steun aan terrorisme via internet de vraag stelde wat een website nu precies is 7. Tweede reden is om aan te tonen dat het internet in het afgelopen decennium een enorme groei heeft doorgemaakt. De geschiedenis van het internet kent een interessant beginpunt. Het is namelijk rechtstreeks te herleiden tot de lancering van Spoetnik I door Rusland. Dit gebeurde in Dit lijkt op het eerste gezicht niets met het internet te maken te hebben, toch vindt het internet zijn wortels in deze historische gebeurtenis. Het waren de Russen die de eerste stappen buiten de dampkring van de aarde zetten, en niet de Amerikanen. En dit maakte aan de Amerikanen iets duidelijk. Namelijk dat de Amerikanen niet onkwetsbaar zijn en dat de Amerikanen niet op alle terreinen voorop lopen. En ze dachten dat dit wel zo was, zo kort na de Tweede Wereldoorlog. Als reactie op de lancering werd binnen het Amerikaanse ministerie van defensie het Advanced Research Projects Agency (ARPA) opgericht. ARPA kreeg de taak om een geavanceerde technologie te ontwikkelen, zodat Amerika een voorsprong zou krijgen en houden op zijn concurrenten. Eén van de projecten waaraan ARPA werkte was het ontwikkelen van een methode om te communiceren met de vele universitaire instellingen die voor ARPA onderzoek deden. En dan het liefst op een zo veilig mogelijke manier. De communicatie zou moeten gebeuren via een netwerk van computers. Een netwerk dat én stabiel én onafluisterbaar zou zijn. Om aan deze beide eisen te voldoen werd ervoor gekozen de gegevens die verstuurd werden via het computernetwerk op te splitsen in kleine pakketjes en deze pakketten via verschillende routes naar de eindbestemming te sturen. Op de eindbestemming kunnen de verschillende pakketten dan weer worden samengesteld tot het oorspronkelijke bericht. Door deze innovaties was het systeem onafluisterbaar en onafhankelijk van onderbrekingen in het netwerk. Toch zou het nog tot 1969 duren voordat het netwerk ook daadwerkelijk operationeel was 8. In het begin van de jaren tachtig werd het netwerk gesplitst in twee netwerken, één voor de militaire doeleinden en één netwerk dat voor iedereen toegankelijk werd. Dit gebeurde omdat steeds meer universiteiten en overheidsinstellingen ook aansluiting wilden op dit netwerk. Dit netwerk was namelijk ideaal om met verschillende actoren informatie uit te wisselen en te communiceren over 7 ANP, Cyberterreurrechter weet niet wat website is, 18 mei BM. Leiner e.a., A Brief History of the Internet, version 3.32, ISOC.org

18 gezamenlijk onderzoek. Dit openbare netwerk is het internet. En daar bleef het natuurlijk niet bij. Steeds meer instellingen en bedrijven zochten aansluiting bij dit netwerk. En ook particulieren konden zich aansluiten bij het netwerk via een provider. De provider verzorgt de verbinding met het netwerk voor particulieren. Dit kon vanaf de begin jaren negentig. Het internet zou bekend worden als het World Wide Web. Het is een wereldwijd netwerk, dat als je het op een kaart zou tekenen eruit zou zien als een web als van bijvoorbeeld een spin. 2.3 Het internet, een definitie Van Heste 9 komt in zijn Handboek voor Internet- en Intranet-technologie met twee definities voor internet. De een is een vrij technische en luidt: "Het Internet is de wereldwijde verzameling van netwerken die met elkaar verbonden zijn via de TCP/IP techniek". (Van Dale 10 spreekt van een netwerk gebaseerd op een gemeenschappelijk, gestandaardiseerd protocol). De andere, een meer toepassingsgerichte definitie luidt: "Het Internet biedt een wereldwijde communicatieinfrastructuur en is een bron van gigantische hoeveelheden informatie". De laatste definitie zou, volgens van Heste, meer aansluiten bij de wijze waarop het internet door gebruikers wordt ervaren. Het is een definitie, maar veel zegt deze definitie nog niet. Want het internet is dus een verzameling van netwerken, maar wat is een netwerk precies? Van Dale komt met volgende definitie van netwerk: stelsel van zaken of personen die nauw met elkaar in contact staan. Dit is belangrijk omdat dit aantoont dat het netwerk internet anders is dan voorgaande massamedia 11. De persoon die ontvanger is van deze klassieke massamedia is alleen maar ontvanger. In het geval van het internet is dit niet alleen zo. In het geval van internet is de ontvanger tegelijkertijd ook zender, wat het werkelijk interactief maakt. Er is namelijk sprake van een wisselwerking. Het internet is dus een verzameling van interactieve netwerken die met elkaar verbonden zijn. Nog een belangrijk verschil met de traditionele massamedia is dat het internet zich ook steeds meer multimediaal ontwikkeld, wat niets anders betekent dan met gebruik van vele soorten middelen. Dit houdt in dat er steeds meer toepassingen geïntegreerd worden in het internet, hoofdzakelijk ook andere media. De eerste websites bestonden alleen uit tekst, de daarop volgende websites publiceerde ook plaatjes, waarna langzaam de video, het geluid en de spraak gemeengoed werden op de website en dus op het internet. Het duurde niet lang voor de krant, de radio en de televisie ook bereikbaar werden via internet (soms zelfs exclusief, de zogenaamde webcasts) en bellen over het internet (voip 12 ) begint ook steeds verder ingeburgerd te raken. Internet neemt langzaam de plek over van deze media 13. Men heeft niet zomaar toegang tot het internet, daarvoor zijn een aantal dingen nodig. Hoewel er tegenwoordig steeds meer methoden bestaan om toegang te verkrijgen tot het internet, blijft in de meeste gevallen een computer nodig 14. Naast een computer heeft men ook een modem nodig. Een modem zorgt ervoor dat je via 9 J van Heste, Het handboek voor Internet- en Intranet-technologie, druk 3, Pearson Education Massamedia zijn media die een bereik hebben onder een groot publiek. Klassieke voorbeelden zijn landelijke dagbladen en radio- en Tv-stations. 12 Voip staat voor voice over internet protocol. 13 Hier komen we later in het onderzoek op terug. 14 Pc (personal computer), laptop, PDA, mobiele telefoon en dergelijke 6

19 de telefoonlijn 15 contact kunt maken met de computer van een provider 16. De computer van de provider staat weer in contact met het internet waardoor men via die weg dus toegang heeft tot het internet. Om via een provider het internet op te kunnen, moet je een abonnement afsluiten bij een provider. De provider verstrekt dan vaak een modem en een telefoonnummer zodat men met de modem in kan bellen op de computer bij de provider Het Internet, de omvang Nadat eerst militairen en daarna universiteiten en overheden werden aangesloten op het internet, was het in de jaren negentig de beurt aan de gewone mensen om aangesloten te worden op het internet. En sindsdien is het aantal aansluitingen op internet explosief gegroeid, in Nederland, in Europa en wereldwijd. En niet alleen het aantal aansluitingen groeide explosief, ook het aantal toepassingen op internet groeide sterk. In deze paragraaf worden enkele cijfers gepresenteerd om dit aan te tonen. Daarbij wil ik eerst een voorbehoud maken. Het is namelijk zo, dat er vele cijfers over toegang tot en het gebuik van het internet zijn. En dat veel van deze cijfers niet met elkaar overeenkomen. Dit komt omdat de verschillende organisaties die deze cijfers verzamelen, verwerken en publiceren er allemaal een andere meetmethode op na houden. Sommige kijken naar het aantal mensen dat toegang heeft tot het internet, andere tellen alleen die mensen mee, die ook daadwerkelijk gebruik maken van het internet en weer anderen tellen alleen mensen mee, die minimaal veertien jaar of ouder zijn. Getracht is om zoveel mogelijk cijfers uit betrouwbare bronnen te halen, maar ook dan kunnen er nog verschillen ontstaan. Kortom, de cijfers die hier genoemd worden zijn zo accuraat mogelijk maar er kunnen geen rechten aan ontleend worden. Volgens United Nations Statistics Division 18 waren er in Nederland in 1990 ongeveer mensen aangesloten op het internet. In 1994 was dit het tienvoudige ( ) en in 1995 was dat aantal al verdubbeld tot één miljoen mensen die aangesloten zijn op het internet. In 2004 is dit aantal vertienvoudigd en zijn er 10 miljoen mensen in Nederland die een aansluiting hebben op internet. En het aantal groeit nog steeds. In 2005 had 83 procent van de Nederlanders toegang tot internet 19. Volgens dezelfde gegevens konden er in Amerika in 1990 twee miljoen mensen online, in 1995 groeide dit aantal uit tot 25 miljoen. Uit gebruikergegevens bleek dat de internetters in dat jaar gemiddeld vijf uren per week spendeerden op het internet 20. Uit onderzoek van Morgan Stanley bleek dat in 1995 de meerderheid van mensen die aangesloten waren op internet de Amerikaanse nationaliteit hadden: 66 procent 21. Dit betekent dat er wereldwijd in 1995 ongeveer 38 miljoen mensen 15 De eerste verbindingen met het internet verliepen allemaal via de telefoonlijn. Later is er de televisiekabel bijgekomen waarmee ook een internetsignaal verzonden kon worden, en nog later werden er ook draadloze netwerken aangelegd. Een modem blijft in alle gevallen echter nodig. 16 Een provider is een organisatie die, al dan niet tegen betaling, toegang verleent tot internet of die andere elektronische diensten aanbiedt. 17 Janice Richardson ea, The Internet Literacy Handbook. A guide for parents, teachers and young people, 2006 fact sheet 1 18 United Nations Statistics Division, te vinden via unstats.un.org 19 Ger Linden, en en chatten populairste internetactiviteiten, CBS Webmagazine, 6 maart Marcel Bullinga, Elektronische en digitale communicatie of de virtualisering van de samenleving, Open Universiteit Heerlen Morgan Stanley, Global Technology / Internet Trends, Stanford Graduate School of Business Version 2.0 November 15, 2005 p15 7

Trends in de samenleving. Ontwikkelingen op het gebied van demografie, economie, media en informatie binnen het sociaal-culturele domein.

Trends in de samenleving. Ontwikkelingen op het gebied van demografie, economie, media en informatie binnen het sociaal-culturele domein. Ontwikkelingen op het gebied van demografie, economie, media en informatie binnen het sociaal-culturele domein. Colofon Sectorinstituut Openbare Bibliotheken Koninginnegracht 14 2514 AA Den Haag Postbus

Nadere informatie

ALLEEN AANWEZIG ZIJN OP SOCIAL MEDIA IS NIET GENOEG

ALLEEN AANWEZIG ZIJN OP SOCIAL MEDIA IS NIET GENOEG ALLEEN AANWEZIG ZIJN OP SOCIAL MEDIA IS NIET GENOEG Een onderzoek naar het gebruik van social media door gemeenten in Nederland David Kok 1 Copyright 2011 D.S.C. Kok, Amsterdam Alle rechten zijn niet voorbehouden.

Nadere informatie

Door de bomen het bos. Met tekstbijdragen van: Koos Baas Albert Boekhorst Jan Karmiggelt Dirk van der Veen Maarten van Veen Iwan Wopereis

Door de bomen het bos. Met tekstbijdragen van: Koos Baas Albert Boekhorst Jan Karmiggelt Dirk van der Veen Maarten van Veen Iwan Wopereis Met tekstbijdragen van: Koos Baas Albert Boekhorst Jan Karmiggelt Dirk van der Veen Maarten van Veen Iwan Wopereis Onder redactie van: Maarten van Veen Door de bomen het bos Informatievaardigheden in het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 892 Regels inzake de bescherming van persoonsgegevens (Wet bescherming persoonsgegevens) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1 INHOUDSOPGAVE Algemeen

Nadere informatie

Van huis uit digitaal

Van huis uit digitaal Van huis uit digitaal Van huis uit digitaal Verwerving van digitale vaardigheden tussen thuismilieu en school Jos de Haan en Frank Huysmans m.m.v. Jan Steyaert Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag,

Nadere informatie

Hoe cultureel is de digitale generatie?

Hoe cultureel is de digitale generatie? Hoe cultureel is de digitale generatie? Hoe cultureel is de digitale generatie? Het internetgebruik voor culturele doeleinden onder schoolgaande tieners Marjon Schols Marion Duimel Jos de Haan Sociaal

Nadere informatie

Hoe? Zo! Bring Your Own Device (BYOD)

Hoe? Zo! Bring Your Own Device (BYOD) Hoe? Zo! Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Wat is BYOD? 4 3 Hoe kun je BYOD zinvol inzetten? 7 4 Wat zijn de consequenties van de invoering van BYOD? 10 5 Hoe werkt BYOD voor medewerkers? 14 6 Hoe kan ik BYOD

Nadere informatie

Burgers over de digidrempel heen?

Burgers over de digidrempel heen? TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Burgers over de digidrempel heen? Hoe kunnen burgers verleid worden tot meer digitale interactie

Nadere informatie

Van het oude werken De dingen Die voorbijgaan HET NIEUWE WERKEN BIJ HET RIJK. Drs. Marloes Pomp Dr. Anthon Klapwijk Gerbrand Haverkamp Anita Smit Msc

Van het oude werken De dingen Die voorbijgaan HET NIEUWE WERKEN BIJ HET RIJK. Drs. Marloes Pomp Dr. Anthon Klapwijk Gerbrand Haverkamp Anita Smit Msc Van het oude werken De dingen Die voorbijgaan HET NIEUWE WERKEN BIJ HET RIJK Drs. Marloes Pomp Dr. Anthon Klapwijk Gerbrand Haverkamp Anita Smit Msc Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2 De Hub 24 Hoofdstuk

Nadere informatie

Meebetalen aan de zorg

Meebetalen aan de zorg Meebetalen aan de zorg Meebetalen aan de zorg Nederlanders over solidariteit en betaalbaarheid van de zorg Sjoerd Kooiker en Mirjam de Klerk (scp) Judith ter Berg en Yolanda Schothorst (Bureau Veldkamp)

Nadere informatie

Eigen gegevens, eigen regie?

Eigen gegevens, eigen regie? ? advies over de juridische en organisatorische consequenties van 'eigenaarschap' van persoonsgegevens die binnen de overheid worden verwerkt adviseurs: drs. E.B.M Schoenmakers CMC mr. W.E.H. Sloots mr.dr.

Nadere informatie

Compensatie na geweld

Compensatie na geweld Compensatie na geweld Wie krijgen er een vergoeding van het Schadefonds Geweldsmisdrijven en wat zijn de effecten van zo n financiële vergoeding? Door Drs. J.D.W.E. Mulder José Mulder is als promovenda

Nadere informatie

Camera s in het publieke domein. Privacynormen voor het cameratoezicht op de openbare orde INHOUD. A.H.C.M. Smeets

Camera s in het publieke domein. Privacynormen voor het cameratoezicht op de openbare orde INHOUD. A.H.C.M. Smeets ACHTERGRONDSTUDIES EN VERKENNINGEN 28 A.H.C.M. Smeets Camera s in het publieke domein INHOUD Privacynormen voor het cameratoezicht op de openbare orde A.H.C.M. Smeets Camera s in het publieke domein INHOUD

Nadere informatie

op betalingsverkeer Innovaties in het betalingsverkeer Succesvolle sturing van de geldmarktrente Afwikkeling OTC-derivaten

op betalingsverkeer Innovaties in het betalingsverkeer Succesvolle sturing van de geldmarktrente Afwikkeling OTC-derivaten focus Een special issue over de betaal- en effectenmarkt van het Focusgebied betalingsverkeer op betalingsverkeer Innovaties in het betalingsverkeer Succesvolle sturing van de geldmarktrente Afwikkeling

Nadere informatie

Maak werk van geschiedenis

Maak werk van geschiedenis Maak werk van geschiedenis Oriëntatiegids voor historici op de arbeidsmarkt Marc Kruyswijk en Arjan Verweij eindredactie: Febe van der Wardt stichting Historisch Platform oorspronkelijke uitgave: 1998

Nadere informatie

Focus op functies. u i t d a g i n g e n v o o r e e n t o e k o m s t b e s t e n d i g m e d i a b e l e i d

Focus op functies. u i t d a g i n g e n v o o r e e n t o e k o m s t b e s t e n d i g m e d i a b e l e i d W E T E N S C H A P P E L I J K E R A A D V O O R H E T R E G E R I N G S B E L E I D Focus op functies u i t d a g i n g e n v o o r e e n t o e k o m s t b e s t e n d i g m e d i a b e l e i d A M S

Nadere informatie

Een ander Europa is mogelijk

Een ander Europa is mogelijk Een ander Europa is mogelijk Ideeën voor een nieuw Europa Willem Bos F 2,- Vooraf Na de referenda over de Europese Grondwet in Frankrijk en Nederland, op respectievelijk 29 mei en 1 juni 2005, werd door

Nadere informatie

6/2013. Rob. Van wie is deze hond? Van wie is deze hond? Politieke sturing op dienstverlening en ICT. Juni 2013

6/2013. Rob. Van wie is deze hond? Van wie is deze hond? Politieke sturing op dienstverlening en ICT. Juni 2013 6/2013 Van wie is deze hond? Rob Raad Ropenbaar voor het bestuur Van wie is deze hond? Politieke sturing op dienstverlening en ICT Juni 2013 Rob Profiel De Raad voor het openbaar bestuur (Rob) is een adviesraad

Nadere informatie

Rob. Vertrouwen op democratie. Februari 2010

Rob. Vertrouwen op democratie. Februari 2010 Rob Raad Ropenbaar voor het bestuur Vertrouwen op democratie Februari 2010 Rob Profiel De Raad voor het openbaar bestuur (Rob) is een adviesraad van de regering en het parlement. De Rob is ingesteld bij

Nadere informatie

Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Auteur: Eva Geesing 2 Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg?

Nadere informatie

Wordt mijn stem gehoord? Afstudeerthesis E.R. (Eric) de Vos MA MBA Healthcare 2012-2014, Erasmus Universiteit Rotterdam

Wordt mijn stem gehoord? Afstudeerthesis E.R. (Eric) de Vos MA MBA Healthcare 2012-2014, Erasmus Universiteit Rotterdam Wordt mijn stem gehoord? Afstudeerthesis E.R. (Eric) de Vos MA MBA Healthcare 2012-2014, Erasmus Universiteit Rotterdam Centrale onderzoeksvraag Op welke wijze kan cliëntparticipatie een bijdrage leveren

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting. Toegang tot het recht

Beleidsdoorlichting. Toegang tot het recht Beleidsdoorlichting Toegang tot het recht Ministerie van Justitie Directie Rechtsbestel Juni 2008 Inhoudsopgave Algemeen begrippenkader... 1 1. Wat was het probleem dat aanleiding is (geweest) voor beleid?...

Nadere informatie

Vormgevende trends binnen het onderwijs

Vormgevende trends binnen het onderwijs Vormgevende trends binnen het onderwijs Editie 2008 Centrum voor Educatief Onderzoek en Innovatie OECD Uitgegeven door het OECD in het Engels en Frans met de titels: Trends Shaping Education Les grandes

Nadere informatie

Nederlandse code voor goed openbaar bestuur. Beginselen van deugdelijk overheidsbestuur

Nederlandse code voor goed openbaar bestuur. Beginselen van deugdelijk overheidsbestuur Nederlandse code voor goed openbaar bestuur Beginselen van deugdelijk overheidsbestuur 2 Nederlandse code voor goed openbaar bestuur Beginselen van deugdelijk overheidsbestuur 1 Uitgave Ministerie van

Nadere informatie

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Ervaringen van mensen met klachten over de Gezondheidszorg S. Kruikemeier R. Coppen J.J.D.J.M. Rademakers

Nadere informatie

DE ZONNEBLOEM OOK VOOR 40-65 JARIGEN

DE ZONNEBLOEM OOK VOOR 40-65 JARIGEN DE ZONNEBLOEM OOK VOOR 40-65 JARIGEN Uitgevoerd in opdracht van de Zonnebloem provincie Overijssel Bacheloropdracht Technische Bedrijfskunde Roel Kikkert September 2010 Enschede Begeleider UT: Dr. R. van

Nadere informatie

De participatiesamenleving een utopie?

De participatiesamenleving een utopie? De participatiesamenleving een utopie? Een onderzoek naar de grenzen van zelfzorg door de civil society Scriptie bij de master Arbeid, zorg en welzijn: Beleid en interventie Algemene Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het gebruik van sociale media in het werkveld herdenken, vieren en herinneren

Praktische handreiking voor het gebruik van sociale media in het werkveld herdenken, vieren en herinneren Praktische handreiking voor het gebruik van sociale media in het werkveld herdenken, vieren en herinneren Mieke van Heesewijk, Stichting Netwerk Democratie Eindredactie: Mieke Sobering Rechten Op dit rapport

Nadere informatie

Diversiteit op de werkvloer: hoe werkt dat? Voorbeelden van diversiteitsbeleid in de praktijk

Diversiteit op de werkvloer: hoe werkt dat? Voorbeelden van diversiteitsbeleid in de praktijk Diversiteit op de werkvloer: hoe werkt dat? Voorbeelden van diversiteitsbeleid in de praktijk Nederlandse Organisatie voor toegepastnatuurwetenschappelijk onderzoek TNO S. de Vries, C. van de Ven, M. Nuyens,

Nadere informatie