LAYHER KASSETTENDAK:

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "LAYHER KASSETTENDAK:"

Timo Beckers
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 LAYHER KASSETTENDAK: Beknopte Montage-instructie Deze informatie gebruiken in combinatie met de Duitstalige brochure Layher Kassettendak System.

2 Algemeen: Het Layher Kassettendak is een dak-constructie voor overkappingen van bouwwerken tijdens nieuwbouw en renovatie, tijdelijke hallen, opslagruimten enz. Door de stijve onderdelen zoals de stalen dakspanten, golfplaten kassettes, koppelframes enz. is de dak-constructie bijzonder bestand tegen alle voorkomende weersinvloeden en daarom gedurende alle jaargetijden te gebruiken. Indien correct gemonteerd kan het dak, op een volledig afgezeilde onderbouw, (mits goed verankerd of voorzien van ballast) volgens de afgebeelde bouwvormen in de Duitstalige brochure (zie pag. 5 en 6) tot 20,OO m hoogte boven het maaiveld opgebouwd worden. Bij hoogten groter dan 20,OO m, bij gedeeltelijk open onderbouw en op locaties met extreem hoge windverwachtingen moet u zich laten informeren door een deskundige en eventueel uitgebreidere constructieve voorzieningen aanbrengen. De toelaatbare sneeuwbelastingen zijn afhankelijk van de overspanning 25 kg/m 2 of 75 kg/m 2 (zie pag. 5 en 6). Bij een toelaatbare sneeuwbelasting van 25 kg/m 2 kan het in uitzonderlijke omstandigheden nodig zijn sneeuw te verwijderen of van binnenuit door verwarmen te smelten. Ten aanzien van sneeuwbelasting verdient met name gebruik in de Ardennen extra aandacht. Montage onderbouw: Praktische aanwijzigingen voor de opbouw Standaard dient het Kassettendak gemonteerd te worden op een steigeronderbouw met stramien maten 2,57 x 0.73 m of 2,57 x 1,09 m uit te voeren in het Layher Allround of Blitz systeem. De steigeronderbouw (2,57 x 0,73 m of 2,57 x 1,09 m) zuiver tegenover elkaar uitzetten en beide zijden waterpassen. Afstand buiten-staander c==> buitenstaander volgens de afbeeldingen op pag. 5 en 6. Omdat de voorgemonteerde segmenten zware en starre constructies zijn, dient het uitzetten van de onderbouw nauwkeurig te gebeuren omdat de segmenten in het werk nauwelijks zijn te corrigeren. Gebruik voor het horizontaal uitzetten van de steigeronderbouw een waterpasinstrument en zet grote constructies in het terrein uit met landmeetkundige hulpmiddelen. De steiger dient door middel van verankeringen voldoende stabiel gemonteerd te worden en versterkt met kopdiagonalen, tralieliggers of steunberen (zie pag. 21).

3 Indien verankeren niet mogelijk is moet de steiger gestabiliseerd worden door middel van grondankers, ballast of tuikabels (zie pag. 20). Aan de bovenzijde van de steigeronderbouw de spantdragers aanbrengen. Deze borgen met staanderborgpennen. Let op! De gaten in de staanders voor het aanbrengen van de borgpennen moeten uitgericht zijn in de langsrichting met de steigeronderbouw. Afhankelijk van de gewenste bouwvorm, open, afgezeild of half open en de plaatselijke omstandigheden dient u zich uitgebreider te laten adviseren door een deskundige. Voormontaqe dak-constructie: De opbouw kan voor het merendeel plaatsvinden op de begane grond. Één segment van 2,57 m, bestaande uit 2 spanten + dakplaten, kan volledig op de grond voorgemonteerd worden en met behulp van een kraan op de steigeronderbouw geplaatst. De tussenliggende strook wordt vanaf het dak dichtgelegd met dakkassettes. Bij een even aantal segmenten moet één dubbel segment voorgemonteerd worden. Montage volgorde: Zorg dat u voldoende ruimte hebt om de volledige overspanning te kunnen voormonteren en om met hijsmiddelen te manoevreren. Breng 2 nokspanten tegenover elkaar en verbind deze met 3 vertikale koppelframes. Het vakwerk van de koppelframes steeds in dezelfde positie monteren. Let op! Zorg dat de kipstiften van de nokspanten tegenover elkaar liggen. Vervolgens van onder naar boven aan beide zijden een dakkassette over de spanten schuiven. De lange uitstekende zijde van de golfplaat van de nok afgericht. Dakkassette lichten zodat de verbindingskokers van de dakkassette over de nokken van de tralieligger schuiven. Verbindingskokers van bovenaf aanleggen tegen de nokken. Let op! Controleer of de kokers zowel links als rechts aanliggen, zoniet nokspanten goed tegenover elkaar brengen (haaks uitrichten). Nokkassette plaatsen en alléén deze met spanplaten en spanspieën vastzetten samen met de bovenzijde van de eerder geplaatse dakkassettes (zie detail Kassetteneinhangung pag. 7).

4 Noksegment lichten met hijsmiddelen (heftruck, kraan) en vervolgens aan weerszijden dakspanten monteren. Volgorde: Spantelement, dak, spantelement, dak. Dakspanten monteren met de dikke montagepen*) en 2 dunne montagepennen of M14 x 80 bout en moer (zie detail A en B pag. 7). De montagepennen borgen met haarspeldveren. Bij gebruik van M14 bouten de moer licht vastdraaien. Vervolgens koppelframes monteren op de kipstiften. Nieuwe dakkassettes plaatsen zoals hierboven beschreven. Eerste dakkassette iets lichten en de volgende er onderdoor schuiven. Dakkassette aanleggen tegen de nokken. Montagediagonalen plaatsen en daarna de dakkassettes vastleggen met de spanplaten en spieën Bij de laatst aangebrachte kassettes nog geen spanplaten + kassettespieën monteren omdat de onderzijde nog gelicht moet kunnen worden om de volgende kassette er onder te schuiven. Let op! Voor de vormvastheid van de segmenten tijdens de montage is het gebruik van de montagediagonalen met klauw noodzakelijk. Verwijder deze nadat de dakkassettes gemonteerd zijn (minimaal twee per zijde gebruiken). Herhaal voorgeschreven montage methode totdat het segment de gewenste overspanningslengte heeft (zie pag. 10 en 11). Bouwvormen vanaf 23,2 m overspanning moeten uitgerust worden met een horizontaal windverband nabi j de oplegging zoals aangegeven op tekening Draufsicht Traverse Typ B (zie pag. 8). Bij een oneven aantal segmenten moet één dubbel segment voorgemonteerd worden. In verband met het hijsen moet dit dubbelsegment met twee tralieliggers versterkt worden (zie tekening Draufsicht Traverse Typ A en B pag. 8). Afhankelijk van de bouwvorm moeten sommige overspanningen voorzien worden van een trekstang. Deze wordt met een lange dikke borgpen aan de spanten bevestigd (zie tekening pag. 5 en 6). Onderling worden de trekstangen verbonden met (tralieligger) buisverbinders en borgpennen met haarspeldveer (of bouten M14 x 65). Om doorhangen te voorkomen wordt de trekstang met traditioneel buis- en koppelingmateriaal aan de spanten opgehangen. Let op! De lengte en de plaats van de bevestiging aan het spant moet gebeuren volgens de tekeningen pag. 5 en 6 omdat anders ongewenste vormafwijkingen optreden. *) Naast het pengat voor de dikke pen zit een klein gat. Hiermee kan men met een penvormig gereedschap door middel van wrikken de dakspanten goed tegenover elkaar brengen.

5 Montage op de steigeronderbouw: De voorgemonteerde segmenten worden met een kraan op de steigeronderbouw geplaatst. De hijsgewichten zijn aangegeven in tabel 8.1. Een viersprong aanslaan op de punten zoals aangegeven op de tekeningen pag. 5 en 6. Afmetingen van de viersprong minimaal volgens de lengten zoals aangegeven in tabel 8.1 (zie pag. 8). Voorgemonteerde segment ophijsen en boven de spantdragers brengen. Segment laten zakken en uit laten veren. Spantspieën al plaatsen op het moment dat het segment nog in de kraan hangt. Vervolgens laten zakken zodra het segment links en rechts goed uitgelijnd is. Spantspieën aanslaan en borgen met een haarspeldveer. Volgende segment aanbrengen en uitrichten op het eerder aangebrachte segment. Let op! Het uitrichten dient zorgvuldig te gebeuren omdat de afmontage met de tussenliggende dakkassettes, de nokkassette en de horizontale verbindingen anders problemen geeft. Horizontale verbindingen meteen aanbrengen en eventueel al een dakkassette om te beoordelen of deze onderdelen spanningsvrij gemonteerd kunnen worden. Herhaal deze montage methode en eindig indien noodzakelijk met een dubbelsegment. Leg vervolgens het dak helemaal dicht. Veiligheid: Gebruik de normale veiligheidsmiddelen: helm, handschoenen, veiligheidsschoenen en klimharnas. Let op de scherpe kanten van de dakgolfplaten. Monteer zo snel mogelijk de dakrandbeveiliging en gebruik voor de afmontage van het dak de handgrepen voor de dakkassettes. Belopen van het dak alleen daar waar de golfplaten ondersteund zijn, bij voorkeur met schoenen met een zachte zool. Leg de pakketten met de dakkassettes steeds in juiste aantallen en in de goede montagerichting op het dak om onnodige handeling te voorkomen. Voor uitgebreider advies kunt u contact opnemen met Layher b.v. Tel : 0031-(0) en fax 0031-(0)

Vergelijkbare documenten

Blitz steiger. Montage- en gebruikshandleiding. Meer Mogelijk. Het systeem voor steigers. 05-07- 04

Blitz steiger. Montage- en gebruikshandleiding. Meer Mogelijk. Het systeem voor steigers. 05-07- 04 Montage- en gebruikshandleiding Blitz steiger 05-07- 04 Meer Mogelijk. Het systeem voor steigers. De Layher Blitz-steiger is voor de gebruiker van frame systemen het steigersysteem bij uitstek. Het uitgangspunt