montage van StRUCtURen

Transcriptie

1 montage van STRUCTUREN

2 montage van een z-structuur 1 ZA 1 ZA 1 ZA 1 ZA volgorde van de opbouw: 1 voetstukken [ 1 ZA ] 2 kolommen [ ] 3 wandgordingen [ ] 4 liggers [ ] 5 trekbaren [ ] 6 dakgordingen [ ] 7 windverbanden [ vi ] 8 vertikale kopgevelprofielen [ i ] 9 horizontale kopgevelprofielen [ ii ]

3 montage van een z-structuur z-structuur structuurprofielen Een Z-structuur wordt opgebouwd uit koudgewalste Z-profielen. Dit profiel heeft een smalle en een brede flens. n de smalle flens is een herkenningsgaatje geperforeerd. Dit gaatje heeft verder geen functie bij de montage. Het type profiel wordt bepaald door de breedte van het gebouw en dit geldend bij normale belastingen: 1/ breedte tot 10m: -profielen 2/ breedte 10m en meer: Z-profielen van 300mm De kolomprofielen en de dakliggers worden opgebouwd uit dubbel gemonteerde profielen. kolom ligger De dak- en wandgording en kopgevels worden gevormd met enkel geplaatste profielen. wandgording trekbaar dakgording windverband vertikaal kopgevelprofiel horizontaal kopgevelprofiel montagestukken 1 ZA voetstuk 2 ZA hoekstuk 3 ZA nokstuk L R 4 ZA koppelstuk voor trekbaar 5 ZA U-stukken voor kopgevel 6 ZA U-stuk L R L R L-stukken 9 ZA L-stukken voor kopgevel 10 Z eindstuk voor windverband rail 50/2 voor windverband bouten mm

4 montage van een z-structuur 1 oetstukken [ 1 za ] vastzetten met ankerbouten op de fundering 1 ZA b o v e n a a n z i c h t 10x 1 ZA deze kant naar binnen deze kant naar binnen Alle voetstukken moeten in een rechte lijn ten opzichte van elkaar staan. De exacte positie voor de voetstukken staat op bijgevoegd technisch grondplan. De kant met het gaatje moet naar de binnenkant van het gebouw gericht zijn. 2 KOLOMmen [ ] SAMENSTELLEN en monteren op voetstukken [ 1 za ] 2 ZA z i ja a n z i c h t s t uk k en a a n beide kanten s t uk k en in het middden 2 ZA l i n k s b o v e n a a n z i c h t r e c h t s 6 ZA brede flens brede flens 6 ZA De kolommen en liggers worden met de brede flens naar de buitenkant van het gebouw gemonteerd. Eerst worden de verbindingsstukken op de grond aan de afzonderlijke Z-profielen bevestigd. Bovenaan: hoekstuk [2ZA] en L-stukken [7ZA]. n het midden: U-stukken [6ZA] en L-stukken [7ZA]. Als alle stukken gemonteerd zijn wordt het kolomprofiel [ ] over het voetstuk geschoven en wordt samen met de onderste L-stukken [7ZA] vastgemonteerd.

5 3 wandgording [ ] monteren tussen kolommen [ ] v o o r a a n z i c h t buitenkant gebouw buitenkant gebouw De Z-profielen worden bovenop de L-stukken [7ZA] van de kolommen gemonteerd met de brede flens naar beneden gericht aan de buitenkant van het gebouw. 4 liggers [ ] samenstellen 6 ZA 6 ZA 5 ZA 3 ZA 6 ZA 5 ZA l-stukken aan beide kanten b o v e n a a n z i c h t stukken in het midden 6 ZA 6 ZA 5 ZA* 3 ZA 5 ZA* 6 ZA 6 ZA De liggers worden opgebouwd door Z-profielen dubbel te monteren aan het nokstuk [3ZA]. De U-stukken [6ZA] en L-stukken [7ZA] worden gemonteerd waar de dakgordingen moeten komen (zie grondplan). * De speciale U-stukken [5ZA] worden voorzien op de voorste en achterste ligger voor de montage van de vertikale kopgevelprofielen.

6 montage van een z-structuur 5 trekbaren [ ] monteren aan de middenste liggers [ ] v o o r a a n z i c h t 4 ZA De koppelstukken [4ZA] worden bevestigd aan de middenste liggers waar de trekbaren moeten komen. Het Z-profiel wordt aan de koppelstukken vastgemaakt. 6 liggers [ ] monteren op de kolommen [ ] De liggers kunnen nu over de hoekstukken [2ZA] van de kolommen worden geschoven. oeg de buitenste L-stukken [7ZA] toe en het geheel kan worden bevestigd.

7 7 dakgording [ ] monteren tussen de liggers [ ] v o o r a a n z i c h t De Z-profielen worden tegen de L-stukken [7ZA] van de liggers gemonteerd. De algemene regel is dat de Z-profielen steeds met de brede flens naar de nok gericht gemonteerd worden. 8 diagonale windverbanden [ ] monteren aan de kolommen en liggers 10 Z 10 Z 10 Z zijaanzicht van binnenin 10 Z n het eerste vak van het gebouw moeten diagonale windverbanden geplaatst worden. Monteer de eindstukjes [10Z] aan de rails. oor de wand, bevestig de windverbanden bovenaan aan het hoekstuk [2ZA] van de ene kolom en onderaan aan het voetstuk [1ZA] van de ander kolom. oor het dak, bevestig de windverbanden bovenaan aan het nokstuk [3ZA] van de ligger en onderaan aan het hoekstuk [2ZA] van de kolom.

8 montage van een z-structuur 9 vertikale profielen [ ] monteren in de kopgevel v o o r a a n z i c h t Eerst worden de L-stukken [7ZA] op de grond aan beide kanten van een Z-profiel bevestigd, onderaan en in het midden (ter hoogte van de wandgordingen). Onderaan wordt u een L-stuk [7ZA] omgekeerd gemonteerd om het profiel op de fundering vast te schroeven (met ankerbouten). Bovenaan wordt het vertikaal kopgevelprofiel aan de dakligger bevestigd aan het speciale U-stuk [5 ZA]. 10 horizontale profielen [ ] monteren in de kopgevel 9 ZA 9 ZA Eerst worden de L-stukken [9ZA] aan de kolomprofielen bevestigd. Dan worden de Z-profielen op de L-stukken horizontaal gemonteerd met de brede flens naar beneden gericht aan de buitenkant van het gebouw.

9 montage van een -structuur volgorde van de opbouw: 1 voetstukken [ - ] 2 kolommen [ ] 3 wandgordingen [ ] 4 liggers [ ] 5 trekbaren [ ] 6 dakgordingen [ ] 7 windverbanden [ vi ] 8 vertikale kopgevelprofielen [ i ] 9 horizontale kopgevelprofielen [ ii ]

10 montage van een -structuur -structuur structuurprofielen Een -structuur is opgebouwd uit koudgewalste -profielen. Het type profiel wordt bepaald door de breedte van het gebouw en dit geldend bij normale belastingen: 1/ breedte tot 10m: -profielen 2/ breedte 10m en meer: Z-profielen van 300mm De kolomprofielen en de dakliggers worden opgebouwd uit dubbel gemonteerde profielen. kolom ligger De dak- en wandgording en kopgevels worden gevormd met enkel geplaatste profielen. wandgording trekbaar dakgording windverband vertikaal kopgevelprofiel horizontaal kopgevelprofiel montagestukken voetstuk voor kopspant voetstuk voor middenspant 2 tussenstuk L-stuk 3b L-stuk 4 hoekstuk 5 nokstuk 6 koppelstuk voor trekbaar 7 L-stuk voor kopgevel 8 L-stuk voor kopgevel 9 L-stuk voor windverband 10 eindstuk voor windverband rail 50/2 voor windverband ankerbouten en bouten

11 1 oetstukken [ 1 ] vastzetten met ankerbouten op de fundering b o v e n a a n z i c h t deze kant naar binnen deze kant naar binnen Alle voetstukken moeten in een rechte lijn ten opzichte van elkaar staan. De exacte positie voor de voetstukken staat op bijgevoegd technisch grondplan. 2 KOLOMmen [ ] SAMENSTELLEN en monteren op voetstukken [ 1 ] l i n k s b o v e n a a n z i c h t r e c h t s 9 Eerst worden de L-stukken [3a] op de grond aan de afzonderlijke -profielen bevestigd. Dan wordt de kolom opgebouwd door de profielen dubbel te monteren aan de rug met behulp van het hoekstuk [4] bovenaan en met het tussenstuk [2] in het midden. De speciale L-stukken voor de windverbanden [9] worden gemonteerd aan de kolommen van het eerste spant. Als alle stukken gemonteerd zijn wordt het kolomprofiel over het voetstuk [1] geschoven en vastgezet.

12 montage van een -structuur 3 wandgording [ ] monteren tussen kolommen [ ] v o o r a a n z i c h t De -profielen worden bovenop de L-stukken [] van de kolommen gemonteerd met de opening naar boven. 4 liggers [ ] samenstellen l-stukken aan beide kanten b o v e n a a n z i c h t stukken in het midden Eerst worden opnieuw de L-stukken [3a] op de grond aan de afzonderlijke -profielen bevestigd. Dan wordt de ligger opgebouwd door de profielen dubbel te monteren aan de rug met behulp van het nokstuk [5] en de tussenstukken [2]. Aan de liggers van de middenste spanten moeten ook de verbindingsstukken [6] gemonteerd worden voor de trekbaren. De speciale L-stukken voor de windverbanden [9] worden gemonteerd aan de liggers van het eerste spant.

13 5 trekbaren [ ] monteren aan de middenste liggers [ ] v o o r a a n z i c h t 6 Een -profiel wordt op de verbindingstukken [6] gemonteerd met de opening naar boven. 6 liggers [ ] monteren op de kolommen [ ] De liggers kunnen nu over de hoekstukken [4] van de kolommen worden geschoven en bevestigd.

14 montage van een -structuur 7 dakgording [ ] monteren tussen de liggers [ ] v o o r a a n z i c h t De -profielen worden tegen de L-stukken [] van de liggers gemonteerd. De algemene regel is dat de -profielen steeds met de opening naar de nok zijn gericht. 8 diagonale windverbanden [ ] monteren aan de kolommen en liggers zijaanzicht van binnenin 10 n het eerste vak van het gebouw moeten diagonale windverbanden geplaatst worden. Monteer de eindstukjes [10] aan de rails. Bevestig dan de windverbanden aan de speciale L-stukken [9] die reeds aan de kolommen en de liggers gemonteerd werden.

15 9 vertikale profielen [ ] monteren in de kopgevel 8 v o o r a a n z i c h t 3B Eerst worden opnieuw de L-stukken [] op de grond aan beide kanten van een -profiel bevestigd. Onderaan wordt een L-stuk [3B] gemonteerd waarmee het profiel op de fundering wordt vastgezet (met ankerbouten). Bovenaan wordt het vertikaal kopgevelprofiel aan de dakligger bevestigd aan het speciale L-stuk [8]. 10 horizontale profielen [ ] monteren in de kopgevel 7 Eerst worden de L-stukken [7] aan de kolomprofielen bevestigd. Dan worden de -profielen horizontaal op de L-stukken gemonteerd met de opening naar boven.

16 JORS DE GROUP afdelingen N Joris de verkoop belgie T +32 (0) T +32 (0) F +32 (0) F +32 (0) Hille 174, B-8750 Zwevezele verkoop.belgie@joriside.be BTW BE