Nederlands Wedstrijdreglement 2009

Transcriptie

1 Nederlands Wedstrijdreglement 2009 Nationale Bepalingen (NWR 2008 art 1) 1. Dit reglement is vastgesteld conform artikel 18 lid 1 van de statuten van de vereniging. Geldigheidsbereik (NWR 2008 art 1) 2. Dit wedstrijdreglement is geldig voor alle in Nederland door het NSIJP erkende wedstrijden en evenementen. 3. Dit reglement is geldig vanaf het eerste moment dat de ruiter en/of zijn paard arriveert op het wedstrijdterrein tot het moment dat de ruiter en/of zijn paard het wedstrijdterrein gedurende het evenement voor de laatste maal verlaat. De regels zijn geldig op het gehele wedstrijdterrein. 4. Tenzij anders kan worden aangetoond is de ruiter te allen tijde verantwoordelijk voor het paard waarmee hij deelneemt. 5. In dit NWR gelden de regels van het op dat moment geldige FIRO en FIPO (de internationale reglementen van de FEIF) aangevuld met nationale bepalingen. Als zaken zowel door het FIRO/FIPO als door het NWR worden geregeld, dan gelden de regels uit het NWR. Voor Gaeðingakeppni wedstrijden gelden de regels die door de FEIF zijn vastgesteld. Algemene Bepalingen 6. Bij alle door het Nederlands Stamboek voor IJslandse Paarden goedgekeurde wedstrijden dient eerlijk en vriendschappelijk gedrag voorop te staan. 7. De deelnemers verplichten zich tot een correcte behandeling van de paarden zowel binnen als buiten het wedstrijdterrein. 8. De deelnemers dienen zich tijdens de wedstrijdonderdelen onvoorwaardelijk aan het oordeel van de jury te onderwerpen. Veterinaire regels (NWR 2008 art 3) 9. Op evenementen behoort een veterinair oproepbaar te zijn. De veterinair is verantwoordelijk voor gezonde omstandigheden en het welzijn van de paarden die deelnemen. 10. De deelnemende paarden dienen vrij te zijn van infecties en besmettelijke ziektes en dienen uit een ziektevrij bestand te komen. De paarden dienen gevaccineerd te zijn volgens de eisen van de FEI. Indien een paard naar de mening van de meerderheid van de juryleden of de aanwezige veterinair niet fit genoeg wordt bevonden om deel te nemen kan de voorzitter van de jury besluiten tot een veterinaire controle. De beslissing om deel te mogen nemen ligt bij de veterinair en is bindend. Er is geen beroep mogelijk. Arbitraire en disciplinaire maatregelen (NWR 2008 art 1 + 7) Arbitraire en disciplinaire maatregelen met betrekking tot ruiters zijn geregeld in het FIRO en het FIPO. 11. Onbehoorlijk gedrag kan met disciplinaire maatregelen worden bestraft. Indien het voorval als zeer ernstig beschouwd wordt, kan op verzoek van een jurylid of de vertegenwoordiger van de wedstrijdorganisatie de Commissie van Beroep bijeen worden geroepen. Deze kan dan besluiten de betrokkene te diskwalificeren voor 1 wedstrijd, te berispen of te schorsen. Van het gebeuren moet ter plaatse schriftelijk verslag worden gedaan aan de sportcommissaris of zijn vertegenwoordiger. Dit besluit moet ter bekrachtiging worden voorgelegd aan het bestuur, dat binnen twee weken uitspraak moet doen. Het bestuur bericht dan alle belanghebbenden (ook de FEIF sportleader) 12. Over zaken welke niet tot het verloop van de wedstrijd behoren, kan eenieder klachten indienen bij de ter plaatse bevoegde vertegenwoordiger van de Sport en Recreatie commissie, contactpersoon genaamd. Deze contactpersoon dient in het programmaboekje te worden vermeld. De wedstrijdleiding dient zich ter zake van de uitvoering van dit reglement te richten naar de mening van de contactpersoon. 13. In Nederland worden de ruiters voor de Commissie van Beroep aangewezen door loting. Dit gebeurd voor aanvang van het evenement door de overige leden van de Commissie van Beroep. De Commissie van Beroep is daarmee als volgt samengesteld:

2 13.1. de vertegenwoordiger van de wedstrijdorganisatie; de voorzitter van de jury; de ter plaatse bevoegde vertegenwoordiger van de Sport en Recreatiecommissie; ruiters; De ruitervertegenwoordigers worden, door middel van loting, uit de deelnemerslijst aangewezen door de andere leden van de Commissie van Beroep, vóór aanvang van de wedstrijd. Kleding (NWR 2008 art 6) 14. De deelnemers verplichten zich tot het dragen van de volgende kleding: rijlaarzen en rijbroek of jodphur en jodphurlaarzen; in de Sportklasse A en B: rijjasje; in de Sportklasse C en D, Lichte klasse en Jeugd Klasse: rijjasje, IJslandse trui, of verenigingstrui; in telgangproef, telgangren, cross, galopren: bovenstaande of een informeel,maar geschikt kledingstuk; helm, gecertificeerd met het volgende nummer: EN Er mag met één zweep gereden worden. De lengte van de zweep, inclusief slag, mag niet langer zijn dan 120 cm. In de telgangren P1 en P3 is een zweep niet toegestaan Ten aanzien van alle kleding geldt dat zij veilig, geschikt, netjes, passend en correct dient te zijn. Veilig, geschikt, respectievelijk netjes, passend en correct betekent: Lange mouwen, body reikend tot in of over de rijbroek of jodphur (geen mouwloze shirts, geen naveltruitjes). Zie de NSIJP website voor concrete kledingrichtlijnen. Soorten wedstrijden en klassen (nieuw, vervangt delen art 14 NWR 2008) 15. Soorten wedstrijden: Het NSIJP onderscheidt de volgende soorten wedstrijden Categorie 1: basale wedstrijd Categorie 2:sport wedstrijd (bv indoor) Categorie 3: Kwalificatiewedstrijd Categorie 4: Selectiewedstrijd Categorie 5: Nederlandse Kampioenschappen (NK) World Ranking wedstrijd Gæðingakeppni Een wedstrijd wordt als zodanig goedgekeurd door de Sportcommissaris. De eisen waaraan elke wedstrijd moet voldoen staan in de uitvoeringsregeling Wedstrijdsoorten. Sportklassen (nieuw, vervangt delen art 13 en 14 NWR 2008) 16. De volgende klassen worden onderscheiden: Sportklasse A Sportklasse B Sportklasse C Sportklasse D Lichte Klasse Jeugdklasse Leeftijdsklassen (NWR 2008 Art 13) 17. Indien onderscheid gemaakt wordt tussen jeugd en volwassenen, dan geldt het volgende: Ruiters, die in het lopende kalenderjaar tenminste 6 jaar zijn of worden en niet ouder worden dan 15 jaar, zijn verplicht in de jeugdklasse te starten Ruiters, die in het lopende kalenderjaar tenminste 16 jaar zijn of worden en niet ouder worden dan 18 jaar, mogen kiezen tussen jeugd of volwassenen. De keuze geldt per wedstrijd voor alle paarden waarmee de ruiter start Ruiters, die in het lopende kalenderjaar 19 jaar of ouder zijn, gelden als volwassene Het is voor jeugdruiters jonger dan 16 jaar mogelijk om dispensatie te verkrijgen zodat zij kunnen starten in de sportklasse B en sportklasse A (na kwalificatie). Een jeugdcombinatie dient zich daarvoor eerst te kwalificeren in de proeven uit de jeugdklasse Indien een wedstrijdorganisatie binnen de jeugdklasse een nader onderscheid wil aanbrengen, dan

3 geldt de volgende indeling: ruiters, die in het lopende kalenderjaar tenminste 6 jaar zijn of worden en niet ouder zijn dan of worden dan 9 jaar; ruiters, die in het lopende kalenderjaar tenminste 10 jaar oud zijn of worden en niet ouder zijn of worden dan 13 jaar; ruiters, die in het lopende kalenderjaar tenminste 14 jaar zijn of worden en niet ouder zijn of worden dan 18 jaar Startgerechtigd (NWR 2008 art 13) 18. Startgerechtigd zijn: In de lichte klasse: alle combinaties In de Sportklasse D: alle combinaties In de Sportklasse C: alle combinaties; in de Sportklasse B: alle combinaties voor zover zij nog niet driemaal de kwalificatiedrempel (zoals beschreven onder art 20) hebben behaald; in de Sportklasse A de combinaties die tenminste eenmaal de kwalificatiedrempel (zoals omschreven onder art 20) hebben behaald In de overige proeven zijn alle combinaties startgerechtigd, tenzij door een wedstrijdorganisatie aanvullende regels worden gemaakt, welke vooraf door de S&R-cie moeten worden goedgekeurd. Ex Aequo (nieuw vervangt art 11f NWR 2008) 19. Bij een ex aequo op plaats 1 bepalen de juryleden de winnaar op basis van de cijfers die zij reeds hebben gegeven. Zij laten plaatscijfers zien waarbij ze de elke plaats slechts eenmaal mogen tonen. Indien de ruiters ex aequo geëindigd zijn op andere plaatsen, delen zij de prijs. Kwalificatie (NWR 2008 art 13) 20. Sportklasse A Per combinatie tellen de punten die in de selecties van de Sport-B en Jeugdklasse worden behaald, per proef. De kwalificaties behaald in de Sportklasse-B voor de Sportklasse-A en in de Jeugdklasse voor de Sportklasse-B zijn twee jaar geldig en wel in de periode van een NK tot de tweede NK daarna. Wordt in deze periode de kwalificatiedrempel niet nogmaals behaald, dan moet de combinatie weer in de oorspronkelijke klasse starten De kwalificatiedrempel wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur op voordracht van de S&R-cie. (Uitvoeringsregeling Kwalificatiedrempels) Een combinatie kan de kwalificatiedrempel behalen op: Alle voor kwalificatie goedgekeurde wedstrijden/ wedstrijdonderdelen in Nederland (dwz wedstrijden in de categorie 3,4,5) Op wedstrijden in het buitenland die voldoen aan de regels zoals jaarlijks gesteld door de S&R-cie. De ruiter dient zelf aan te tonen dat hij/zij de kwalificatiedrempel heeft behaald. (uitvoeringsregeling buitenlandse wedstrijden) Toegelaten paarden (NWR 2008 art 2) 21. Toegelaten paarden De paarden dienen te zijn ingeschreven te zijn in een der stamboeken van de vereniging. De eigenaars dienen lid te zijn van de vereniging en te voldoen aan het bepaalde in artikel 4 van de statuten van de vereniging. Aan een wedstrijd kunnen ook paarden deelnemen welke staan ingeschreven in een der stamboeken van de FEIF-zusterverenigingen Januari van het jaar waarin het paard is geboren is bepalend voor de leeftijd van het paard. De paarden dienen voor deelname aan wedstrijden op 1 januari van het lopende jaar de leeftijd van 5 jaar te hebben. Voor deelname aan Wereld Kampioenschappen dienen de paarden op 1 januari van het lopende jaar de leeftijd van 6 jaar te hebben Voor snelheidsonderdelen dienen de paarden op 1 januari van het lopende jaar de leeftijd van 6 jaar te hebben Tot de snelheidsonderdelen worden gerekend: telgangren

4 speedpass cross steeple galopren springen Tijdwaarneming (NWR 2008 art 9) 22. Bij snelheidsonderdelen dienen gekwalificeerde starters en tijdwaarnemers te worden ingezet. Hiertoe kunnen worden gerekend: juryleden aspirant-juryleden oefenmeesters anderen van wie kan worden aangetoond dat zij over voldoende kennis en vaardigheid hieromtrent beschikken Klassementen (NWR 2008 art 12) 23. Klassementen In de sportklasse A zijn twee klassementen van toepassing. Het viergangenklassement en vijfgangenklassement. Van elke groep telt slechts één proef. Uitsluitend de cijfers uit de voorselectie tellen mee De winnaar van het viergangenklassement Sportklasse A is de combinatie met de hoogste som punten in twee proeven: Groep I: Tölt T1 of Tölt T Groep II: Viergangen V De winnaar van het vijfgangenklassement Sportklasse A is de combinatie met de hoogste som punten in drie proeven. Van elke groep telt slechts één proef: Groep I: Tölt T1 of Tölt T Groep II: Vijfgangen F Groep III: Telgangren 250 m P1 of Telgangproef PP1 of SpeedPass P Wanneer er in plaats van de P1 alleen de telgangren 150 m P3 wordt uitgeschreven is het toegestaan, mits duidelijk kenbaar gemaakt, om deze proef in Groep III mee te laten tellen voor het vijfgangenklassement In de sportklasse B is sprake van het klassement Sportklasse B. De winnaar van dit klassement is de combinatie met het hoogste gemiddelde van de proeven T3 en V2 of F In de sportklasse C is sprake van het klassement Sportklasse C. De winnaar van dit klassement is de combinatie met het hoogste gemiddelde van de proeven T5 of T6 en V3 of F In de sportklasse D is sprake van het klassement Sportklasse D. De winnaar van dit klassement is de combinatie met het hoogste gemiddelde van de proeven T7 of T8 en V5, V6 of F In de jeugdklasse is sprake van het algemeen Jeugdklassement. De winnaar van het jeugdklassement is de combinatie met het hoogste aantal punten in de vier verschillende categorieën (uit het klassement van de Youth Cup). Per categorie telt de hoogste score. Als er minder categorieën worden uitgeschreven telt het hoogste puntenaantal in de categorieën die overblijven Er kan ook voor gekozen worden om in de Jeugdklasse een apart viergangen en vijfgangen klassement uit te schrijven: Algemeen Kampioen Jeugd Viergangen (hoogste gemiddelde van twee proeven uit de combinatie van T5Y, T6Y of T7Y en V3Y. Er kan maar één resultaat meetellen uit elke categorie) Algemeen Kampioen Jeugd Vijfgangen (hoogste gemiddelde van drie proeven uit de combinatie van T5Y, T6Y of T7Y en F3Y en Pp1Y of P2Y. Er kan maar één resultaat meetellen uit elke categorie) Nederlandse Kampioenschappen (NWR 2008 art 14) 24. Jaarlijks organiseert het N.S.IJ.P of een door het N.S.IJ.P. aan te wijzen wedstrijdorganisatie een meerdaagse wedstrijd waarbij in een aantal wedstrijdonderdelen en klassementen de titel "Nederlands Kampioen" kan worden behaald In de volgende proeven kan de titel Nederlands Kampioen worden behaald:

5 Sportklasse A : T1, T2, V1, F1, P1, P2 & PP1 Algemeen Nederlands Kampioen Viergangen (volgens FEIF) Algemeen Nederlands Kampioen Vijfgangen (volgens FEIF) Sportklasse B : T3, V2, F2, P3 Nederlands Kampioen Sportklasse B (hoogste gemiddelde van de combinatie van T3 en V2 of F2) Sportklasse C : T5, T6, V3 & F3 Nederlands Kampioen Sportklasse C (hoogste gemiddelde van de combinatie van T5 of T6 en V3 of F3) Jeugdklasse : T5Y, T6Y, T7Y, V3Y, F3Y, Pp1Y & P2Y Algemeen Nederlands Kampioen Jeugd Viergangen (hoogste gemiddelde van twee proeven uit de combinatie van T5Y, T6Y of T7Y en V3Y. Er kan maar één resultaat meetellen uit elke categorie) Algemeen Nederlands Kampioen Jeugd Vijfgangen (hoogste gemiddelde van drie proeven uit de combinatie van T5Y, T6Y of T7Y en F3Y en Pp1Y of P2Y. Er kan maar één resultaat meetellen uit elke categorie) Op het jaarlijks uit te schrijven Nederlands Kampioenschap worden alle proeven uit de sportklasse A & B uitgeschreven, alsmede de proeven uit de jeugdklasse tenzij er voor de jeugd in dat jaar een apart Nederlands Jeugdkampioenschap wordt uitgeschreven. Het blijft mogelijk om op Nederlandse Kampioenschappen ook andere proeven uit te schrijven maar in deze proeven kan geen titel Nederlands Kampioen worden behaald Indien er een apart Nederlands Jeugdkampioenschap wordt uitgeschreven dan zal dit georganiseerd worden volgens de dan geldende regels van de FEIF voor de organisatie van de Youth Cup, en zal er in al de onderdelen van deze wedstrijd de titel Nederlands Kampioen kunnen worden behaald In de proeven en klassementen waarvoor wisselprijzen beschikbaar zijn, dient het NSIJP voor een zogenaamde replica te zorgen. Deze replica wordt naast de wisselprijs uitgereikt en vervangt na een jaar de wisselprijs die naar de nieuwe winnaar gaat Met betrekking tot het Nederlands Kampioenschap gelden de volgende beperkingen: Deelname aan dit kampioenschap staat slechts open voor die combinaties waarvan het paard staat ingeschreven in een der stamboeken van het N.S.IJ.P Het Bestuur van het N.S.IJ.P. kan kwalificatie-eisen vaststellen voor deelname aan de Nederlandse Kampioenschappen. Deze kwalificatie-eisen worden op voordracht van de S&Rcie vastgesteld en worden gepubliceerd vóór 1 april van het desbetreffende jaar Nederlands Kampioen kan slechts worden díe combinatie waarvan het paard staat ingeschreven in een der stamboeken van het N.S.IJ.P. en waarvan de berijder aan een van de volgende voorwaarden voldoet: het hebben van de Nederlandse nationaliteit het minimaal een jaar voorafgaande aan het evenement ingeschreven zijn in een Nederlandse gemeente het op een andere wijze een voldoende binding hebben met Nederland, dit ter beoordeling van het bestuur van het N.S.IJ.P. Degenen die voor deze voorwaarde ( ) in aanmerking wensen te komen, dienen dit aan het bestuur kenbaar te maken uiterlijk 1 week voor de Nederlandse Kampioenschappen. Het bestuur dient haar besluit vóór aanvang van de Nederlandse Kampioenschappen aan de deelnemers bekend te maken Deelname aan de Nederlandse Kampioenschappen staat eveneens open voor die combinaties waarvan de het paard staat ingeschreven in een der stamboeken van de bij de FEIF aangesloten landen Buitenlandse combinaties kunnen geen aanspraak maken op de titel "Nederlands Kampioen" Op de Nederlandse Kampioenschappen wordt in de ovaalbaanproeven altijd een kleine finale verreden wanneer er 25 of meer combinaties in de proef zijn gestart. Bij minder starts is de organisatie vrij om te beslissen of er wel of geen kleine finale wordt uitgeschreven Een proef wordt uitsluitend uitgeschreven bij minimaal 3 deelnemers

6 Selectie voor de WK (NWR 2008 art 16.) 25. Ten behoeve van de deelname aan de Wereld Kampioenschappen, die onder supervisie van de FEIF om de twee jaar worden georganiseerd, stelt het N.S.IJ.P. een equipe samen. Met betrekking tot deze samenstelling zijn de volgende voorwaarden van kracht: De grootte van de equipe wordt bepaald aan de hand van: de reglementen van de FEIF; de financiële middelen welke ten behoeve van een uitzending beschikbaar zijn. Hierbij zal steeds het bestuur van het N.S.IJ.P. ernaar streven steeds een zo groot mogelijke equipe af te vaardigen De samenstelling van de equipe wordt bepaald aan de hand van een door het bestuur, op advies van de S&R-cie, vast te stellen selectieprocedure Door het bestuur wordt ten behoeve van de coördinatie van de activiteiten, welke met de uitzending gemoeid zijn, een chef d'equipe aangesteld Ten behoeve van deelname aan de Wereld Kampioenschappen kunnen slechts combinaties worden geselecteerd, waarvan het paard staat ingeschreven in een der stamboeken van het N.S.IJ.P. en waarvan de berijder aan een van de volgende voorwaarden voldoet: het hebben van de Nederlandse nationaliteit het minimaal een jaar voorafgaande aan het evenement ingeschreven zijn in een Nederlandse gemeente het op een andere wijze een voldoende binding hebben met Nederland, dit ter beoordeling van het bestuur van het N.S.IJ.P. Degenen die voor voorwaarde ( ) in aanmerking wensen te komen, dienen dit aan het bestuur kenbaar te maken uiterlijk op het moment dat er nog twee selectiewedstrijden verreden moeten worden. Het bestuur dient haar besluit voor aanvang van deze wedstrijden aan de ruiters die deelnemen aan deze twee wedstrijden bekend te maken Combinaties waarvan de berijder niet de Nederlandse nationaliteit bezit mogen in aantal niet meer zijn dan 3/7 deel van het totaal aantal combinaties binnen de Nederlandse equipe. Deelname aan de Youth Cup. 26. Het bestuur stelt elke twee jaar een selectieprocedure vast voor de Youth Cup, in overleg met de S&R-cie en de Jeugdwerkgroep. Deze selectieprocedure wordt gepubliceerd in het laatste nummer van het verenigingsorgaan IJslandse Paarden van het jaar voorafgaand aan de Youth Cup en op de website van het NSIJP. Voor de toelating van ruiters gelden dezelfde regels als voor toelating voor de WK zoals beschreven in art 19 van dit reglement. Deelname 27. Deelname aan de MEM of andere wedstrijden waarvoor NL de ruiters moet uitzenden / uitkiezen: Het bestuur stelt hiervoor telkens een selectieprocedure vast op voordracht van de S&R-cie, met in principe inachtneming van het geformuleerde over toegelaten ruiters zoals in art 19 vastgelegd. Aansprakelijkheid. (NWR 2008 art 17) 28. De vereniging N.S.IJ.P., noch de organisatoren van wedstrijden, noch die functionarissen welke zijn belast met de uitvoering van dit reglement, kunnen aansprakelijk worden gesteld voor enigerlei schade welke het gevolg is van deelname aan en het bezoeken van op basis van dit reglement georganiseerde wedstrijden. Slotbepaling. (NWR 2008 art 18) 29. In situaties waarin de reglementen niet voorzien, beslist in hoogste instantie het bestuur van het N.S.IJ.P.