Monitoring Noordse woelmuis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitoring Noordse woelmuis"

Transcriptie

1 Monitoring Noordse woelmuis in deelgebied inlagen Zuidkust Schouwen Brackish Marsh LIFE06/NAT/NL/ SANDVICENSIS Ecologisch adviesbureau

2 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Monitoring Noordse woelmuis in deelgebied inlagen Zuidkust Schouwen Brackish Marsh LIFE06/NAT/NL/ onderzoek, rapportage en illustratiemateriaal: Kees de Kraker Ecologisch adviesbureau SANDVICENSIS Burghse ring LL Burgh-Haamstede tel krakertjes@zeelandnet.nl SANDVICENSIS december 2010 Overname van tekst of gegevens alleen met duidelijke bronvermelding Opdrachtgever: Provincie Zeeland Begeleidingsgroep: Jeroen de Maat, Marion Struik en Kristel Verhage - Provincie Zeeland André Hannewijk en Wouter van Steenis - Natuurmonumenten Figuur 1. (foto omslag): Oud karreveld in deelgebied 7. Het karreveld achter de Susanna-Kisters Inlaag bestaat nu al voor een aanzienlijk deel uit uit pioniervegetaties met Zeekraal (H1310A). Dankzij de forse zoute kwel kunnen dit soort vegetaties zich tot ver boven het huidig waterpeil manifesteren. Figuur 2. (onder). Inrichtingswerkzaamheden deelgebied 8 ten tijde van het onderzoek. 2

3 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust Figuur 3. Het beestje waar dit onderzoek om draait: de Noordse woelmuis. kenmerken o.a.: ruigharige vacht, oren nauwelijks zichtbaar Monitoring Noordse woelmuis in deelgebied inlagen Zuidkust Schouwen

4 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Inhoud blz. 1. Inleiding 5 2. Samenvatting 6 3. Opzet van het onderzoek 8 4. Resultaten Overzicht, conclusies en aanbevelingen Dankwoord Literatuur 29 Bijlagen 1. Maatregelen Noordse woelmuis Susanna-Kisters Inlaag Overzicht beheersdoelen Deelgebied Gegevens van het onderzoek 33 Over een hoekje bij de Levenstrijdweg (deelgebied 9) In 2006 was het een verruigd weitje met wat oude rommel, een kar en een vervallen paardenschuurtje. Al jaren niet meer in gebruik. Zoekend naar meetsoorten brakgrasland vond ik tussen ruige plekken met Strandkweek de bloemetjes van Gerande schijnspurrie en groeide er Schorrenzoutgras naast oude tractorbanden. In oktober 2010 is de heg langs de weg verdwenen, de sloot gedempt en een brede baan met grond over de eerste tien meter naast de weg gespreid. Wat verderop piketjes met oranje koppen. Een graafmachine maakt een breed spoor door de ruige begroeiing en laat hoge bergen van klei en veen achter. In de vallen tussen de Strandkweek van het oude weitje zit Dwergmuis, Huisspitsmuis en Noordse woelmuis. Oud zwerfvuil en heel veel Noordse woelmuizen. Hoe zal het er hier in 2014 uitzien en wat zal ik daar dan vinden? 4

5 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 LIFE-doelstellingen At present, the significance of the project area for fauna is limited. The Root vole is widespread throughout the plan area and lives in small numbers in the project area. The project area still fails to meet several of the requirements of this species: the vegetation is too uniform and too low, the project area is too dry, and grazing is too intensive. Upon restoration of the brackish marshland, as foreseen in the restoration plan, the habitat of the Root vole is expected to expand to include almost the entire project area The project is aimed at the restoration of the characteristic brackish water marshland that lies within the outer and inner dikes, with the habitat types Atlantic spartina grass vegetation (1330), the annual Salicornia vegetation (1310) and with its shallow creeks and inlets (1160), as natural habitat for the Root vole, as nesting grounds for terns, as nesting and refuge area for waders and as foraging grounds for wintering geese. Tekst uit aanvraag LIFE-subsidie voor inrichting Deelgebied Zuidkust Schouwen 1. Inleiding Voor de inrichting van Deelgebied 7, 8 en 9 (incl. de inlagen) van het natuurontwikkelingsgebied Zuidkust van Schouwen is een Europese LIFE-subsidie toegekend, waarbij verbetering van het biotoop voor de Noordse woelmuis Microtus oeconomus ssp. arenicola een belangrijke doelstelling is. Het onderhavige gebied vormt een belangrijke schakel in de keten van gebiedjes langs de Oosterscheldekust die geschikt zijn voor de Noordse woelmuis. Het is de bedoeling dat het in te richten gebied een belangrijke bronpopulatie gaat herbergen en er uitwisseling mogelijk is tussen de verspreide veelal kleinere populaties, zodat het geheel als één grote megapopulatie minder kwetsbaar wordt. Om vast te kunnen stellen of het biotoop door de geplande maatregelen ook daadwerkelijk voor de Noordse woelmuis verbetert, moest als eerste inzicht gekregen worden in de situatie van voor de inrichting. Daartoe werd in 2007 voor de uitvoering van de inrichtingswerkzaamheden in Deelgebied 7+8 een 0-meting uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in de rapportage De Noordse woelmuis in deelgebied 7+8 Zuidkust Schouwen (de Kraker, 2007). Voor de afronding van het project is in 2010 een vervolgmeting uitgevoerd. Naast deelgebied 7+8, zijn nu ook deelgebied 9 en de Susanna-Kisters Inlaag en Cauwersinlaag geïnventariseerd. Samen vormen ze het LIFE-projectgebied. In dit rapport worden de monitoringsresultaten van het voorkomen van de Noordse woelmuis in de onderzochte gebieden in 2010 gepresenteerd. De resultaten van het onderzoek moeten worden beschouwd als een tussenstand, omdat een belangrijk onderdeel van de inrichtingsmaatregelen dat van invloed is op het voorkomen van de Noordse woelmuis, namelijk de verhoging van het waterpeil, ten tijde van het onderzoek nog niet gerealiseerd was. Het daadwerkelijk effect van de inrichting zal pas enkele jaren na het bereiken van de streefpeilen in het veld meetbaar zijn. Op dit moment kunnen op basis van de inrichting en beheerplannen alleen verwachtingen worden uitgesproken. Het rapport is toegespitst op de resultaten van het onderzoek waarvan op beknopte, maar overzichtelijke wijze verslag wordt gedaan. 5

6 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis 2. Samenvatting Aanleiding onderzoek In opdracht van de Provincie Zeeland werd onderzoek verricht naar het voorkomen van Noordse woelmuis in Deelgebied 7, en aangrenzende inlagen van het natuurinrichtingsproject Zuidkust van Schouwen. Het onderzoek vond plaats in de periode van 5 september tot 10 november. Dit onderzoek moet worden beschouwd als een vervolg en een aanvulling op de in 2007 verrichtte 0-meting. Momenteel loopt nog de aanvraag voor een zogeheten "additional clause"(project: Brackish Marsh LIFE06/NAT/NL/000071). Hierin wordt voorgesteld om deelgebied 9 en de aangrenzende inlagen aan het project toe te voegen. Voor deze gebieden was geen 0-meting beschikbaar, zodat het hierbij om een eerste meting gaat. In aanvulling op het onderzoek voor het Brackish Marsh project zijn tegelijkertijd in opdracht voor Natuurmonumenten de aangrenzende gebieden geïnventariseerd op de aanwezigheid van de Noordse woelmuis, namelijk de deelgebieden 4t/m 6 en De Noordse woelmuis is een van de habitatrichtlijnsoorten van het Natura 2000-gebied Oosterschelde en wordt in zijn voortbestaan bedreigd. Voor de inrichting van het onderzochte gebied is een Europese LIFE subsidie toegezegd. Een van de doelstellingen van het project is door inrichting en beheer het leefgebied vande Noordse woelmuis te versterken. Het gebied moet tot een bolwerk van de Noordse woelmuis uitgroeien In het LIFE project zijn twee monitoringsmomenten opgenomen voor de Noordse woelmuis. Voor aanvang van de werkzaamheden en na afloop. Het is voor de resultaten wel van belang te melden dat de inrichting in het najaar van 2010 wel zo goed als afgerond was, maar het waterpeil nog niet het beoogde niveau had bereikt. Dit betekent dat de concurrentieverhouding van de Noordse woelmuis ten opzichte van de Veldmuis op de hoger gelegen delen nog in het voordeel van de Veldmuis was. Naar verwachting zal dat in de toekomst juist andersom zijn. Resultaten onderzoek Uit de resultaten blijkt dat het huidige voorkomen van de Noordse woelmuis in Deelgebied 7 nauwelijks verschilt met het beeld van de 0-meting in Ook voor Deelgebied 8 gaat dat in grote lijnen op. De karrevelden achter de Susanna-Kistersinlaag vormen een belangrijk leefgebied voor de Noordse woelmuis, waar thans in combinatie met de aangrenzende deelgebieden een duurzame netwerkpopulatie aanwezig is. In andere delen van het onderzochte gebied blijkt de Veldmuis geprofiteerd te hebben van de extensivering van het beheer gedurende de inrichtingsperiode. Bij een hoger oppervlaktewaterpeil zal er in de toekomst geleidelijk meer geschikt habitat voor de Noordse woelmuis in de pas ingerichte deelgebieden (7-9) ontstaan en zal de Veldmuis het veld ruimen. Dit zal met name het geval zijn in de gebiedsdelen waar het beheer op de Noordse woelmuis wordt afgestemd. De delen met een andere hoofddoelstelling (Bijlage 2) zullen vermoedelijk vanwege het begrazingsbeheer alleen tijdelijke populaties herbergen. In de nog niet eerder onderzochte gebieden, bleek in Deelgebied 9 lokaal een populatie Noordse woelmuis aanwezig in een al jaren geleden verruigd stukje brak grasland. De Noordse woelmuis werd tevens in beide inlagen vastgesteld, maar gezien het geringe areaal dat hier voor de soort beschikbaar is, gaat het daarbij om een zeer beperkt aantal individuen. In de Cauwersinlaag wordt gewerkt aan vergroting van het habitat voor de 6

7 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 Noordse woelmuis door aanleg van een nieuw karreveld. Behoud en verbetering van het huidige leefgebied van de Noordse woelmuis in de Susanna-Kisters Inlaag is eenvoudig te realiseren door het uitrasteren van oevergedeeltes. Conclusies en verwachte ontwikkeling Noordse woelmuispopulatie Het voorkomen van de Noordse woelmuis in de onderzochte deelgebieden van het natuurinrichtingsproject Zuidkust van Schouwen kan niet los van elkaar gezien worden. De aanwezigheid van naburige populaties, buiten het LIFE projectgebied, is van groot belang omdat daarmee de populatie Noordse woelmuizen in het LIFE-project een belangrijke impuls krijgt. Voor het onderzochte gebied als geheel is er momenteel sprake van een duurzame netwerkpopulatie. Aangenomen mag worden, dat wanneer ergens binnen deze netwerkpopulatie de omstandigheden voor Noordse woelmuis verbeteren, deze in staat zal zijn om daarvan te profiteren. Het LIFE projectgebied zal na de afronding van de inrichting en het opzetten van het streefpeil een cruciale bijdrage leveren aan de instandhouding van een duurzame netwerkpopulatie van de Noordse woelmuis langs de zuidkust van Schouwen. Figuur 4. Het onderzoeksgebied (geel) vormt onderdeel van een keten van natuurinrichtingsgebieden langs de rand van de Oosterschelde die begrensd zijn binnen het Natura 2000-gebied Oosterschelde.. 7

8 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis. Figuur 5. Indeling onderzocht gebied S-K C Susanna-Kisters Inlaag Cauwersinlaag 7 Deelgebied 7 dit deelgebied bestaat uit: 7-ok oude karrevelden 7-nk nieuwe karrevelden 7-kr kreek 7-w wei 8 Deelgebied 8 dit deelgebied bestaat uit: 8-ok oude karrevelden 8-n nieuw (ingericht) 9 Deelgebied 9 3. Opzet van het onderzoek Het doel van het onderzoek was evenals bij de 0-meting, de verspreiding van de Noordse woelmuis en de mate van voorkomen binnen het onderzoeksgebied op representatieve wijze vast te stellen. Vanwege de inrichting en het veranderende beheer, weken de omstandigheden in een deel van het gebied behoorlijk af van de situatie in In de oude karrevelden, waar maar weinig veranderde, kon voor een belangrijk deel op dezelfde locaties bemonsterd worden als bij de 0- meting. Elders was dat veel minder het geval. Over het algemeen zijn de vallen uitgezet aan de hand van terreinverkenning, waarbij gekeken werd naar locaties met een geschikte vegetatiestructuur en naar eventueel zichtbare sporen die op woelmuizen duiden. Terreingedeelten die geen of heel weinig kans boden op Noordse woelmuizen, zijn niet of weinig bemonsterd. De inspanning per gebied in aantal vallen dat geplaatst werd, was wel vergelijkbaar met de 0-meting. Aangenomen mag worden dat aan de hand van dit onderzoek een betrouwbaar beeld van de verspreiding en populatiegrootte van de Noordse woelmuis in Deelgebied 7-9 en de inlagen geschetst kan worden en daarmee ook van de veranderingen die sinds de 0-meting plaatsvonden. 8

9 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 Een meer gestandaardiseerde wijze van onderzoek zoals Vertegaal en Goderie bepleiten in het managementplan: Ruimtelijk patroon bij eerste volgend onderzoek van vallen aanpassen en standaardiseren, uitgaande van 50 raaien van elk 5 vallen, parallel aan landschapsecologische gradiënten na herinrichting; was nu weinig zinvol omdat er als gevolg van inrichting en peilopzet ook in de nabije toekomst nog veel verandert in het onderzochte gebied. Bij het plannen van het onderzoek moest rekening gehouden worden met: 1. inrichtingswerkzaamheden - in deelgebied 8+9 en de Cauwersinlaag was men met groot materieel bezig met afgraven, transport en storten van grond. 2. aanwezigheid van begrazing - in deelgebied 7-nk, 7-w en 7-kr en gedeelten van de inlagen liepen runderen De periode eind augustus-begin november is de beste tijd voor onderzoek naar kleine zoogdieren. De populaties hebben dan hun maximale omvang en er zwerven meer dieren rond (dispersie) wat de kans op vangsten aanzienlijk vergroot. Gebieden met seizoenbegrazing kunnen het beste na het afvoeren van de grazers onderzocht worden. Het onderzoek aan deelgebied inlagen werd uitgevoerd in de periode tussen 6 september en 10 november. Methode Er werd gewerkt met 82 inloopvallen (Longworth), waarmee een aantal rondes is gedraaid, waarbij telkens een gedeelte van het gebied onderzocht werd. De vallen werden in kleinere of grotere series in een enkele reeks op gemiddeld 10 meter afstand van elkaar, uitgezet. Het aantal vallen per serie was veelal afhankelijk van het oppervlak aan geschikt biotoop ter plaatse. Het leefgedeelte van de vallen werd voorzien van hooi, kippenvoer, havermout-pindakaasmengsel, appel, wortel en bij het op scherp stellen ook van meelwormen om sterfte van spitsmuizen te beperken. Na een gewenningsperiode van twee dagen waarbij de vallen open bleven staan, werden ze op scherp gezet. Het vangschema was als volgt: Na het plaatsen van de vallen op dag 1, volgden op scherp zetten op namiddag dag 3 en vervolgens 3 controles (ochtend + namiddag dag 4 en ochtend dag 5), waarna de vallen werden weggehaald. Gevangen Noordse woelmuizen werden voorzien van een vachtknip en gedetermineerd op leeftijd en geslacht. De overige dieren werden niet van een vachtknip voorzien, maar wel gedetermineerd op leeftijd en geslacht, behalve bij spitsmuizen waarbij dat moeilijk vast te stellen is. In latere instantie is de geslachtsbepaling ook bij soorten als Bosmuis en Veldmuis achterwege gebleven omdat die informatie nauwelijks van belang is en wel extra tijd kost. Aanvankelijk werd voor de Noordse woelmuis een individuele knipcode gehanteerd, om eventuele verplaatsingen over grotere afstanden te kunnen vaststellen. Dit bleek weinig zinvol. Verplaatsingen van meer dan 10 of 20 meter meter werden gedurende het hele onderzoek niet waargenomen. Bij elke uitgezette vallenreeks zijn de Amersfoortcoördinaten genoteerd. Daarnaast werd de locatie van iedere val nauwkeurig op kaart ingetekend. De vangsten van Noordse woelmuis zijn vervolgens per val op kaart aangegeven. Wanneer dezelfde muis bij de volgende controle in een aangrenzende val zat, zijn dat wel twee stippen op de kaart. Alle verzamelde gegevens zijn te vinden in Bijlage 3. Opmerkingen: De toegepaste methode bij bemonstering van dit onderzoek geeft geen representatieve samenstelling van de muizenbevolking in het gebied. Omdat gericht gezocht is naar Noordse woelmuis is het vegetatietype ruigte verhoudingsgewijs overbemonsterd en zijn korte vegetaties onderbemonsterd. Karakteristieke Veldmuisbiotopen zijn dus relatief weinig onderzocht. Wanneer alle biotopen procentueel even veel bemonsterd waren, zou het percentage Veldmuizen vaak nog een stuk hoger hebben gelegen. Zie daarvoor ook de toelichting op de tabel met de vangstresultaten op blz Door zoveel mogelijk ook allerlei kleine geschikte locaties te bemonsteren kon met een zelfde hoeveelheid vallen een veel nauwkeuriger beeld van de verspreiding verkregen worden. 9

10 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Figuur 6. Deelgebied 7, overzicht van geplaatste vallen (geel) met locaties waar Noordse woelmuis werd gevangen (rood) en Veldmuis (groen). Google Earth, luchtfoto Resultaten Aan de hand van de indeling van de gebieden in duidelijk herkenbare eenheden (Figuur 5) worden hier de resulaten besproken. Susanna-Kisters Inlaag (bestond enkele 100-en jaren geleden nog uit twee inlagen: Susannes Inlaag en Kitsers Inlaag. Het scheidingsdijkje werd al voor 1750 afgegraven. Verwisseling van ts door st bij de uitspraak zoals bij Kitsers en Kisters komt op Schouwen veel voor, een bekend voorbeeld is muste voor muts. Muste is een typisch Schouwse achternaam). Gebiedbeschrijving en beheer De inlaag bestaat voor het overgrote deel uit water. Dit is ondiep en bevat vaak een dichte begroeiing met Ruppia. Recent is door Natuurmonumenten en het Waterschap, buiten het LIFEproject, een vogeleiland aangelegd. Aan de oostzijde is door het Waterschap een baan met stortstenen op de oever aangebracht voor bescherming van de zeewering vanwege oeverafslag. Aan de noordoostzijde van de inlaagdijk bevindt zich een oude sluis waardoor overtollig water via een slootje naar de vaart achter de karrevelden loopt. Op een smalle oeverstrook aan de noordkant na, wordt het hele gebied begraasd. Bij de zeedijk met aangrenzend oeverland gaat het om schapenbegrazing (vrijwel jaarrond). Het gedeelte waarop de schapen lopen strekt zich aan de noordzijde uit tot de overgang/trap bij het Pikgat. Op de inlaagdijk gaat het om seizoenbegrazing met runderen die in het verleden ook de achterliggende 10

11 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 karrevelden begraasden. Met de inrichting van deelgebied 7 is dat veranderd; in 2010 was dit dijkgedeelte gekoppeld aan deelgebied 7-w. Vangsten (Figuur 6, Tabel 1,2 en 3 en Bijlage 2) Op een drietal locaties is de inlaag onderzocht. Het gaat daarbij om de enige niet begraasde oeverstrook aan de noordzijde, het nieuwe vogeleiland en de laaggelegen begraasde oever aan de zuidzijde. De met schapen begraasde zeedijk en de met runderen begraasde inlaagdijk vormden geen geschikt biotoop. De niet begraasde oeverstrook bestond voor een belangrijk deel uit Zeebies met Harig wilgenroosje en voor de rest uit grassen, hoofdzakelijk Fioringras. Hierin werden twee Noordse woelmuizen gevangen (+ 1 hervangst). In de zeebiesbegroeiing werd geen Noordse woelmuis gevangen. Lokaal is hier een kleine populatie Noordse woelmuis aanwezig. Op het vogeleilandje werd alleen Bosmuis gevangen. De begroeiing bestond vooral uit diverse meldesoorten die rijkelijk zaad hadden gezet - erg aantrekkelijk voor een zaadeter als de Bosmuis. Het eilandje is vanwege de afwerking als schelpenbank ongeschikt voor Noordse woelmuis. De zuidelijke oeverstrook die uit grassen als Rietzwenkgras, Kweek, Fiorin en Roodzwenkgras bestond was drassig. Op zich een goed uitgangspunt ware het niet dat de regelmatige schapenbegrazing er voor zorgt dat Noordse woelmuizen zich hier toch niet thuis voelen. Alleen de verrassend veelzijdige Huisspitsmuis weet het in dergelijke omstandigheden nog uit te houden. Soorten: Huisspitsmuis, Noordse woelmuis, Bosmuis (verder aanwezig Mol, Haas, Konijn) Populatieschatting Nwm: dieren Vergelijking met eerder onderzoek Bij de 0-meting in 2007 is dit gebied niet onderzocht. In 2003 is de niet begraasde noordelijke oeverstrook in het kader van de dijkversterking ook bemonsterd (door Jan Piet Bekker met een raai van 10x2 vallen) en evenals in 2010 werden er toen twee Noordse woelmuizen gevangen. Wat dat betreft lijkt ter plaatse een klein maar stabiel biotoop voor deze soort aanwezig. Toekomstige veranderingen Het peilbeheer van de inlaag wordt via het oude sluisje gekoppeld aan het peil in deelgebied 7. Naar verwachting zal er niet veel veranderen aan het peil in de inlaag omdat het huidige peil al op het streefniveau van -150 cm NAP voor deelgebied 7 staat. Wanneer uit het oogpunt van kustvogelbeheer het peil in de inlaag s winters wordt verhoogd, zal de smalle onbegraasde oeverstrook waar de Noordse woelmuis voorkomt onder water komen te staan, waardoor de Noordse woelmuis uit de inlaag zou kunnen verdwijnen. Vervangende ruimte is ter plaatse niet aanwezig omdat de strook grenst aan de dijkvoet. Aanbevelingen Om het leefgebied voor de Noordse woelmuis te behouden en zelfs te versterken kunnen de laaggelegen delen van de oever uitgerasterd worden. Mogelijkheden daartoe worden aangegeven in Bijlage 1. Opmerkingen: raster langs de niet begraasde oeverstrook in zeer slechte staat; aan de onderkant van de dijk was een deksel + bovenkant van pvc-buis met diameter van 30 cm kapot gemaaid (gevaarlijk voor schapen en dodelijke val voor muizen, die kunnen er niet meer uit) Deelgebied 7 - Oude karrevelden Gebiedbeschrijving en beheer De oude karrevelden vormen een eeuwenoud landschap van grote landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarde. De ruggetjes en greppelstructuur die bedoeld is om het laaggelegen land nog bruikbaar te houden als weidegebied, is ontstaan na eerdere maaiveldverlaging. Eerst voor het delven van veen voor brandstof en zoutwinning, later voor het gebruik van klei voor de inlaagdijk. Door zoute kwel vanuit de nabijgelegen Oosterschelde heeft het gebied grotendeels een zilte vegetatie, wat in de herfst op fraaie wijze zichtbaar wordt door het roodverkleuren van de pionierbegroeiing met Zeekraal en Schorrenkruid. Op de hogere delen is er naast een brakke vegetatie met Zilte rus en Gewoon kweldergras een zoete vegetatie van Fioringras, Roodzwenk en Witte klaver. Plaatselijk zijn wat hogere begroeiingen aanwezig met Strandkweek, Kweek en ruigtekruiden als Akkerdistel. Vanoudsher wordt het gebied begraasd met schapen en runderen. De laatste jaren waren er voor een deel van het gebied beheerovereenkomsten voor begrazing met runderen van 1 augustus - 1 november, maar die liepen in 2007 in verband met de inrichting van het gebied af. Nadien vond onregelmatig begrazing plaats, soms met grote aantallen schapen. Om het gebied te optimaliseren voor de Noordse woelmuis werd de begrazing met ingang van 2010 geheel stop gezet. 11

12 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Figuur 7. Kenmerkend voor de karrevelden is de greppelstructuur en de afwisseling van lager en hoger gelegen gedeelten op de ruggetjes. Vanwege de sterke zoute kwel is de gewenste vegetatie nu reeds aanwezig. Vangsten In totaal werden 24 verschillende Noordse woelmuizen gevangen. Huisspitsmuizen waren bijzonder talrijk. Veldmuis bleek op enkele locaties aanwezig (Figuur 6). Opvallend dat in grotere aaneengesloten gedeelten met een hogere begroeiing geen enkele Noordse woelmuis gevangen is, de soort bleek doorgaans beperkt tot smalle ruggetjes waarop de hogere grasbegroeiing een groen eilandje vormde in de zeekraalvlakte. Een soortgelijk voorkomen wordt wel op de slikken in de Grevelingen vastgesteld. De vegetatie op de plaats waar Noordse woelmuis gevangen werd, moest voldoende dekking bieden en bij voorkeur een enigszins humeuze ondergrond hebben. De begroeiing bestond veelal uit een combinatie van Roodzwenkgras, Fioringras, Gestreepte witbol en Zilte rus, in minder gevallen maakten Kweek, en Strandkweek deel uit van de vegetatie. Mogelijk had de afwezigheid van Noordse woelmuizen in de zone langs de inlaagdijk aan de oostkant te maken met de aanwezigheid van Bruine rat. Bij de scheidingsloot werden veel rattensporen waargenomen. Bruine rat en Noordse woelmuis gaan niet goed samen. Soorten: Huisspitsmuis, Veldmuis, Noordse woelmuis, Bosmuis (verder aanwezig Mol, Haas, Konijn, Bruine rat) Populatieschatting Nwm: dieren Vergelijking met eerder onderzoek Bij de 0-meting in 2007 werd een vergelijkbaar aantal Noordse woelmuizen gevangen. De soort kwam nu niet in de hogere ruigte voor waar deze in 2007 wel gevangen werd. Vermoedelijk heeft destijds een deel van de dieren nadat een maand eerder de seizoenbegrazing was begonnen, zijn toevlucht gezocht in gras- en distelruigten die door het vee niet betreden werd. In vergelijking met 2007 was de soort op gemiddeld iets lager gelegen delen aanwezig. Het aandeel van Gestreepte 12

13 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 Figuur 8. Plaats van de Noordse woelmuis in de vegetatiegradiënt van de karrevelden in 2007 en 2010 witbol op de locaties waar Noordse woelmuis gevangen werd, was in 2010 groter dan in Het staken van de begrazing houdt daarmee verband. Toekomstige veranderingen Onduidelijk wat er s winters precies boven water blijft wanneer binnenkort het peil verhoogd wordt. Als de begroeiing uit nog meer zeekraal of uit Zeeaster gaat bestaan, blijft er weinig leefgebied voor de Noordse woelmuis over. Op zich is enige vernatting positief en zijn eilandjes gunstige plekken voor Noordse woelmuis, maar dan moet daar wel een droge grasruigte aanwezig zijn en het totale oppervlak van deze gebiedjes enige omvang hebben, ook in de winter! De hogere delen dichtbij de inlaagdijk lijken minder kansrijk vanwege aanwezigheid Bruine rat en betere bereikbaarheid voor Veldmuis. Door het verhogen van het waterpeil zal de zoute kwel wat afnemen. Aanbevelingen Na het instellen van het hogere peil de vegetatie-ontwikkeling op hoger gelegen locaties jaarlijks monitoren met een aantal vaste proefvlakken, gekoppeld aan voorkomen Noordse woelmuis. Wanneer blijkt dat na het instellen van het hogere peil te veel ruggetjes onder water komen of te nat worden, de stuw op een lager niveau instellen. Opmerkingen Tijdens het onderzoek liep er een aantal schapen in de karrevelden. Deze waren door een gammele afrastering gekomen en om de afsluiting van een dam heen gelopen. In de karrevelden lagen veel oudere koeienvlaaien. Zowel door Natuurmonumenten als door de inscharende boer is echter verzekerd dat er dit jaar geen runderen hebben gelopen. Kennelijk blijven de uitwerpselen hier heel lang onverteerd liggen. Waarschijnlijk zijn er weinig mestkevers. Tabel 1. Overzicht van de vangstresultaten in Deelgebied en het totaal van hetzelfde gebied bij de 0-meting in Het gaat hierbij om het totaal aantal vangsten per soort van drie controles. Vanwege hervangsten ligt het aantal individuen dat gevangen werd doorgaans belangrijk lager. Zie voor aantal individuen Noordse woelmuis: Tabel 3 op blz. 23. deelgebied 7-kv oud 7-kv nieuw 7- kreek 7-wei 8-kv oud 8 nieuw Totaal 2010 Totaal 2007 aantal vallen soort/valcontroles Bosspitsmuis Bspm Huisspitsmuis Hspm Veldmuis Vm Noordse woelmuis Nwm Bosmuis Bm Dwergmuis 3 Dwm 3 Huismuis 5 Hsm

14 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Figuur 9. Kantelstuw aan de zuidzijde van het nieuwe karreveld. Nog moeilijk voor te stellen dat het water straks zo hoog staat als de stuw nu staat ingesteld. Deelgebied 7 - Nieuwe karrenvelden Gebiedbeschrijving en beheer Grotendeels tamelijk hoog gelegen voormalig akkerland, langer of korter geleden in gras gelegd, met een maai- en begrazingsbeheer of al langere tijd niets doen; ingericht in De inrichtingswerkzaamheden bestonden ondermeer uit plaatselijk maaiveldverlaging, graven van sleuven om het gebied het aspect van een karreveld te geven, aanleg van kades met afrastering, plaatsen van 2 kantelstuwen en een inlaat. Verhoging van het waterpeil tot op het gewenste niveau was vanwege de samenhang met gebieden die nog ingericht worden, in beperkte mate gerealiseerd. De vegetatie staat lokaal onder invloed van zoute kwel, met name op plaatsen waar maaiveldverlaging is toegepast. Buiten de zilte vegetaties met zeekraal lijkt Zeeaster zich uit te breiden. Verder is een grasbegroeiing van wisselende samenstelling aanwezig die momenteel nog sterk beïnvloed is door ingezaaide soorten als Rode klaver en Engels raaigras, maar die op veel plaatsen wordt gedomineerd door Rietzwenkgras. Daarnaast zijn veldjes met Akkerdistel en in het noordelijke stukje Jakobskruiskruid aanwezig. Het gebied werd in 2010 begraasd met 15 runderen, seizoenbegrazing. Ondermeer ingesteld om de rechte kanten van de sleuven wat af te trappen. In verband met het onderzoek werden de koeien verplaatst naar het aangrenzende deelgebied 7-w. Vangsten De enige Noordse woelmuis die gevangen werd (met twee hervangsten), zat buiten het raster langs de watergang bij het Pikgat. Het betrof een (fors) mannetje, waarvan bekend is dat deze meer rondzwerven en een groter territorium hebben dan vrouwtjes. Van een populatie was zeker geen sprake. De Veldmuis heeft geprofiteerd van de extensivering van het beheer bij een nog niet verhoogde grondwaterstand. Daarnaast werkte de begrazing zoals die in 2010 werd toegepast, in het voordeel van deze soort. Bovendien was 2010 (evenals 2007) een piekjaar voor de Veldmuis, wat het talrijke voorkomen eveneens heeft begunstigd. Veldmuizen werden in allerlei ruige begroeiingen aangetroffen. De meeste vallen werden in vegetaties met Rietzwenkgras en Kweek geplaatst. Soorten: Veldmuis, Noordse woelmuis, Huisspitsmuis, Bosmuis (verder aanwezig Mol, Haas) Populatieschatting Nwm: binnen raster: 0; buiten raster langs slootkanten enz: 5-15 dieren Vergelijking met eerder onderzoek In 2007 werd vanwege agrarische werkzaamheden als hooien, het onderzoek vooral op de randen van het gebied gericht omdat dat de enige plaats was waar veilig onderzoek kon worden verricht. Bovendien waren er op de percelen toen maar weinig woelmuisactiviteiten zichtbaar en die locaties 14

15 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 niet geschikt voor Noordse woelmuis. Aan de rand van het gebied werd destijds op enkele plaatsen Noordse woelmuis aangetroffen. De kleine populatie ter hoogte van het waterschapgebouw langs de N59 in 2007 is wellicht door de inrichtingswerkzaamheden verdwenen. Veldmuis kwam toen verspreid voor. Toekomstige veranderingen Met het opzetten van het waterpeil zal het gebied vernatten en daarmee ook geschikter worden voor Noordse woelmuis. Nadeel is wel dat het terrein erg vlak is, zodat het vlug of te nat, of te droog is en de voor de woelmuis gewenste vochtgradiënt (nat-droog) maar beperkt aanwezig is. Aanbevelingen Enige peilschommeling met incidenteel een overstroming van hogere terreindelen zoals dat bij de streefpeilen het geval zal zijn, is gunstig voor Noordse woelmuis. Al moet hierbij bedacht worden dat een binnenzee ook niet het gedroomde habitat vormt voor deze soort. Het kan in eerste instantie wel helpen om de Veldmuizen snel weg te krijgen. Wel noodzakelijk om hierbij de vinger aan de pols te houden. Voorlopig niet meer begrazen. Wanneer het hele gebied verandert in een Zeeasterveld (waar kans op is) ontkomt men echter niet aan periodieke begrazing. Riet zal niet vlug een probleem vormen. Vegetatie-ontwikkeling in combinatie met zoogdieronderzoek op hoger gelegen locaties jaarlijks monitoren middels een aantal vaste proefvlakken. Opmerkingen Verschillende drains die op de vaart uitmonden, lopen nog steeds! Zonder deze te verwijderen is het lastig om het peil hoger te krijgen dan in de aangrenzende vaart. Door de loodrechte oeverwand van de sleuven zullen steltlopers hier niet kunnen foerageren. Deelgebied 7 - kreek Gebiedbeschrijving en beheer Voormalig intensief gebruikt grasland dat daarvoor deels uit bouwland bestond. In de afgelopen jaren vormde het vanwege de korte bemeste grasmat een aantrekkelijk foerageergebied voor Brandgans en Rotgans, die hier gedurende het winterhalfjaar in grote aantallen te vinden waren. Bij de inrichting is een (ondiepe) kreek gegraven, lokaal werd het maaiveld verlaagd, sloten gedicht en kades aangelegd. De begrazingintensiteit is sindsdien sterk afgenomen. In 2010 was het gebied tot dat het onderzoek plaatsvond, niet of nauwelijks begraasd. Pas na afloop daarvan zijn de 15 runderen uit het nieuwe karreveld hierheen verhuisd. De vegetatie bestond uit diverse grassen, waarin nogal wat plekken met Kweek, verder veel klavers. Lokaal zilte open plekken of met korte begroeiing van ondermeer Zilte rus en Zeegerst. Op omgewerkte grond en verlaagd maaiveld veel brakke ruigte van Spiesmelde en Zeeaster. Vangsten Er werden drie verschillende Noordse woelmuizen gevangen., waarvan twee bij een distelveldje (met grassen); en een bij wat hoger gras aan de rand van brakke ruigte (voormalige sloot). Figuur 10. De uitgegraven kreek is nu nog smal maar zal na peilopzet, met name in het winterhalfjaar, uitgroeien tot een grote waterplas. 15

16 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Uit de terreinverkenning bleek dat de Veldmuis buiten de onderzoeklocaties op veel plaatsen aanwezig was. Noordse woelmuis meer rondzwervend, hooguit voortplanting op individueel niveau. Bosmuizen vooral bij de kade langs de vaart. Soorten: Veldmuis, Noordse woelmuis, Huisspitsmuis, Bosmuis (verder aanwezig Mol, Haas, Konijn) Populatieschatting Nwm: circa 15 dieren, in en langs de rand van het gebied rondzwervend Vergelijking met eerder onderzoek In 2007 werden in dit gebied geen Noordse woelmuizen gevangen. Rondzwervende exemplaren kunnen nakomelingen zijn van de populatie die in 2007 ter hoogte van het waterstaatsgebouw aan de N59 werden aangetroffen. Deze verdween met de inrichtingswerkzaamheden. Toekomstige veranderingen Met het opzetten van het peil zullen delen van het gebied deels uit kaal slik en korte zilte vegetaties gaan bestaan die ongeschikt zijn als leefgebied voor de Noordse woelmuis. Het hoger gelegen deel wordt begraasd zodat daar naar verwachting ook weinig mogelijkheden zullen zijn. Nattere delen die weinig begraasd worden en verruigen kunnen misschien als tijdelijk leefgebied fungeren. Aanbevelingen Zoveel mogelijk ruigtevegetaties buiten rasters in stand houden en deze niet vaker maaien dan wettelijk verplicht. Opmerkingen Om een belangrijke functie als graasgebied voor ganzen te vervullen, was het beheer in 2010 te extensief en de vegetatie daardoor te ruig. Deelgebied 7 - wei Gebiedsbeschrijving en beheer Geaccidenteerd grasland met klein stukje karrenveld. In het verleden intensief met runderen begraasd en bemest. Door betreding en zoute kwel was destijds ter hoogte van de voormalige boerderij altijd een groot oppervlak begroeid met Zeegerst. Bij de inrichting is in het oostelijk deel plaatselijk het maaiveld verlaagd en een korte geul gegraven in het verlengde van de kreek in deelgebied 7-wei. Het is de bedoeling dat de geulen verbonden worden en de vaart ter plaatse afgedamd (Figuur 12). Een gronddepot was nu nog aanwezig. Het gebied vormt al jaren een Figuur 11. In de ruige grasbegroeiing op de hoge rug naast het lager gelegen karreveldje komt Noordse woelmuis voor. 16

17 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 Figuur 12. Inrichtingsplan deelgebied 7 groen:bloemrijk grasland geel: brak grasland oranje: zilte pioniervegetatie blauw: water Bron: Provincie Zeeland belangrijk graasgebied voor Brandgans en Rotgans in dewinter in combinatie met 7-wei en deelgebied 8. De begrazing is na de inrichting extensiever geworden. In 2010 werd deelgebied 7-wei in samen met de inlaagdijk van de Susanna-Kisters begraasd door 24 runderen. Vangsten: Er werden 4 verschillende Noordse woelmuizen gevangen, verder alleen Huisspitsmuizen. De Noordse woelmuizen bevonden zich langs de rand van het karreveldje aan weerskanten van het scheidingslootje (Figuur 6). Uit dit en elders door mij uitgevoerd onderzoek lijkt een voorkeur bij Noordse woelmuizen te bestaan voor iets hoger gelegen locaties aan de rand van een laagte met een meer vochtige vegetatie. Soorten: Huisspitsmuis, Noordse woelmuis (verder aanwezig Mol, Haas) Populatieschatting Nwm: circa 20 dieren, bestaande uit enkele kleine populaties en rondzwervende dieren. Vergelijking met eerder onderzoek In 2007 werden dit gebied niet onderzocht omdat het intensief begraasd en bemest werd. Het is nog nooit eerder onderzocht. Toekomstige veranderingen De vaart komt anders te lopen en het peil moet nog worden opgezet. Het karreveldje komt in de winter onder water te staan. Naar verwachting zal de begrazing op langere termijn te intensief zijn voor de Noordse woelmuis en zal het leefgebied voor de soort hier verdwijnen. Aanbevelingen Het is van belang dat er een goede verbindingszone voor Noordse woelmuizen is van het karreveld in deelgebied 7 met het karreveld in deelgebied 8. Deels zal dit via het water kunnen, maar aanwezigheid van ruigere grasvegetaties kort bij de oever maken zo n verbinding een stuk aantrekkelijker. Vee daarom pas later in het seizoen inscharen, door bijvoorbeeld in eerste instantie alleen inlaagdijk te begrazen en later de wei aankoppelen. Deelgebied 8 oud karreveld (karreveld achter Cauwersinlaag) Gebiedsbeschrijving en beheer Gebied in grote lijnen vergelijkbaar met karrenveld achter Susanna-Kisters Inlaag maar over het algemeen wat minder kleine niveauverschillen en het zuidelijk deel wat hoger gelegen met bredere landstroken tussen de laagtes. In het verleden is het zuidelijk vlakkere deel wel gehooid en intensief begraasd. 17

18 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Figuur 13. Het noordelijk deel van het karreveld nabij de Boerenweg kleurt in het najaar altijd prachtig rood. Zal deze pioniervegetatie veranderen in een waterplas na de peilopzet? Vangsten Veel meer Veldmuis dan in de karrenvelden achter de Susanna-Kisters en tevens minder Noordse woelmuis, waarvan 6 verschillende dieren gevangen werden. Het betrof een kleine populatie in een graseilandje in de zeekraal nabij de Boerenweg (zie foto hierboven) en een kleine populatie in het karreveld dichtbij de zeedijk in een ruigere begroeiing van Duinriet, Roodzwenkgras en Fioringras. De Veldmuizen bevonden zich zowel in kortere als ruigere grasbegroeiing op wat drogere plaatsen. Soorten: Huispitsmuis, Veldmuis, Noordse woelmuis. Populatieschatting Nwm: circa dieren, bestaande uit enkele kleine populaties en rondzwervende dieren. Vergelijking met eerder onderzoek In 2007 kon het noordelijk deel van het gebied vanwege begrazing door runderen niet helemaal bemonsterd worden, maar wel is duidelijk dat de Noordse woelmuis in 2010 minder voorkomt dan in De locaties in het zuidelijk deel waar in 2007 Noordse woelmuis gevangen werd, waren nu deels door Veldmuis bezet en anderzijds verdwenen door maaiveldverlaging (plas gegraven). Of de inrichtingswerkzaamheden in het aangrenzende gebied hebben bijgedragen aan een intocht van Veldmuizen is onzeker, maar deze soort is wel toegenomen. Kan ook zijn dat de karrevelden de afgelopen jaren wat intensiever of langduriger begraasd zijn door het aflopen van overeenkomsten. De vegetatie wasover het algemeen vrij kort en weinig verruigd. Toekomstige veranderingen Bij peilopzet zal het gebied een stuk natter worden. Dat lijkt in dit geval alleen maar positief voor de Noordse woelmuis, omdat begrazing hier voorlopig niet aan de orde is. Over het algemeen ligt het wat hoger dan de karrevelden achter de Susanna-Kisters Inlaag zodat het gebied minder vlug te nat zal worden. Opmerking: De begrenzing van het karreveld ligt meer westelijk dan op de inrichtingkaart (Figuur 14) is aangegeven. Nu lijkt het alsof een deel van de vallen buiten het gebied stond. Deelgebied 8 - nieuw Gebiedsbeschrijving en beheer Voormalig bouwland, vlak en hooggelegen. Al enige tijd geleden in gras gelegd en tot de inrichting intensief benut door te maaien, te begrazen en te bemesten. Trok daardoor in het winterhalfjaar regelmatig grote aantallen Brand- en Rotganzen. Op de westelijke helft in het verleden ook wat plekken met een zilte vegetatie vanwege zoute kwel. In het kader van de inrichting zijn een aantal kreken gegraven, sloten gedempt en is plaatselijk het maaiveld verlaagd (Figuur 14). 18

19 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 Figuur 14. Inrichtingsplan Deelgebied met alle vallocaties (geel), vangsten Noordse woelmuis (rood) en Veldmuis (groen) Op het moment van onderzoek waren deze werkzaamheden in de afrondingsfase. Vangsten Noordse woelmuis werd op twee dicht bij elkaar gelegen locaties aangetroffen. De begroeiing ter plaatse week niet veel af van de andere onderzochte locaties in dit gebied. Het ging daarbij om hogere pollen Rietzwenkgras in een begroeiing van Fioringras en Engels raaigras. Uit de hoogtekaart blijkt wel dat het om een lager gelegen stukje gaat. Veldmuizen waren verspreid en plaatselijk talrijk in het gebied aanwezig, evenals de Huisspitsmuis trouwens maar die bleek in het hele onderzoeksgebied een talrijke soort. Al een poos geleden dat ik Huismuizen had gevangen. Deze kwamen samen met Bosmuizen voor in het talud van de watergang aan de rand van Zierikzee. Soorten: Huisspitsmuis, Veldmuis, Noordse woelmuis, Bosmuis, Huismuis, Dwergmuis Populatieschatting Nwm: ca. 20 dieren, bestaande uit enkele kleine populaties en rondzwervende dieren. Vergelijking met eerder onderzoek In 2007 werd vooral de rand langs sloten, watergangen en afrasteringen bemonsterd vanwege het intensieve agrarische gebruik van de percelen. Bij dat onderzoek werd aan de noordzijde en op het westelijke hoekje van de nu gedempte sloot Noordse woelmuis gevangen. Laatstgenoemde plek ligt vlakbij de huidige locatie. Hoewel Noordse woelmuizen behoorlijk mobiel zijn, heeft het voorkomen van nu opvallend vaak zijn wortels in het verleden. Veldmuizen waren in 2007 ook al talrijk en wijd verspreid in deelgebied 8. Toekomstige veranderingen De inrichtingswerkzaamheden moeten nog worden afgerond en het peil opgezet. De Noordse woelmuis zal het veld ruimen omdat in begrazing is voorzien. Hoogstens zullen bij verruiging van delen van het terrein, kleine populaties zich tijdelijk handhaven. Of er mogelijkheden voor Noordse woelmuis ontstaan op de twee nieuwe eilandjes, is de vraag. Ze liggen niet ver uit de kant, zodat begrazing daarvan niet valt uit te sluiten. Daarnaast liggen ze mogelijk te laag. Deelgebied 9 Gebiedsbeschrijving en beheer Oostelijk deel tot enkele jaren geleden bouwland, daarna ingezaaid met Engels raaigras, begraasd, gemaaid. Enkele zilte plekken Westelijk deel bestaat uit een oud geëgaliseerd karreveld dat opnieuw werd ingezaaid, alleen een weitje in de bocht van de weg bleef daarbij ongemoeid. De vroegere hoogteverschillen bleven daar zichtbaar. Het weitje werd lange tijd verwaarloosd, terwijl het overige gebied werd gehooid en begraasd met schapen. Het verleden al s karreveld was tot 19

20 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Figuur 15. Het weitje in de hoek van de Levenstrijdweg in Bron: Google Earth. aan de inrichting goed zichtbaar door zilte banen in de vegetatie. Bij het graven van de kreken kwam tijdens de inrichting op veel plaatsen een veenlaag aan de oppervlakte. Door het aanbrengen van greppels heeft men getracht het verleden van het gebied als karreveld in beeld te brengen. Vangsten Op de restanten van het vroegere weitje, dat bij de inrichtingswerkzaamheden deels op zijn kop was gezet, bleek een aardige populatie Noordse woelmuis aanwezig. Dat er zoveel Noordse woelmuizen zitten in oud stukje brak grasland dat jarenlang niet begraasd of gehooid wordt, geeft hoop voor de toekomst. Bij afwezigheid van Aardmuis blijkt verruigd (licht brak) grasland op lange termijn het biotoop van Noordse woelmuis en niet van Veldmuis. Echter in aangrenzend ook flink verruigd gebied zien we veel Veldmuis met daartussen enkele Noordse woelen. Het nabije verleden speelt in eerste instantie nog een belangrijke rol. Ook in de rest van het deelgebied ging het vooral om Veldmuis. Nabij sloot met riet en dijk aan de zuidzijde nogal wat Bosmuizen. Soorten: Huisspitsmuis, Veldmuis, Noordse woelmuis, Bosmuis, Dwergmuis Populatieschatting Nwm: circa 50 dieren, bestaande uit 1 populatie en rondzwervende dieren. Vergelijking met eerder onderzoek Dit gebied was nog nooit eerder onderzocht. Bij het onderzoek in 2007 werd al verondersteld dat de Noordse woelmuizen die in het aangrenzend deel van de karrevelden gevangen werden, uit het ruige hoekje in deelgebied 9 afkomstig zouden zijn. De populatie Noordse woelmuis is daar beslist al veel langer aanwezig. Aangrenzende percelen werden begraasd en in later jaren gehooid. Toekomstige veranderingen Na afronding van de inrichtingswerkzaamheden en peilopzet zal er alleen geschikt habitat voor de Noordse woelmuis overblijven wanneer er niet of slechts kort begraasd wordt. Bij gewone seizoensbegrazing zal de soort hier verdwijnen. Aanbevelingen: Wachten met begrazing tot het aangrenzend karreveld wat ruiger is geworden. Cauwersinlaag Gebiedsbeschrijving en beheer Begin vorige eeuw waren er in deze inlaag karrevelden en een schietbaan te vinden (bron top. kaart Historische Atlas). Vermoedelijk door afgraving en erosie kwam het geheel wat lager te liggen en bleef er van de karrevelden niet meer over dan enkele eilandjes in een plas met water. Oeverland was niet meer aanwezig. De omringende dijken werden begraasd met schapen. Het water in de inlaag is erg zout vanwege sterke zoute kwel. Op het eilandje in het midden van de inlaag kwamen regelmatig Visdiefjes en ook Noordse sterns tot broeden. Er was hier nog al eens sprake van predatie door Bruine rat. Bij de herinrichting is een nieuw (groter) vogeleiland aangelegd (Figuur 16-18) en wordt er afgegraven grond gestort dat de vorm van een karreveld zal krijgen. In dit geval is er sprake van een heus karreveld, uitgekard en weer opgekard. De werkzaamheden waren gedurende het onderzoek nog in volle gang. In 2010 werd de inlaagdijk in oktober begraasd met runderen. Vangsten Vanwege alle werkzaamheden, rijbanen, gestorte grond en begrazing leek onderzoek in eerste instantie weinig zinvol. Een iets groter eilandje dichtbij de inlaagdijk was het enige stukje dat misschien iets zou kunnen opleveren, al zag het er niet veel belovend uit. Dit eilandje bleek echter moeilijk bereikbaar. Uiteindelijk zijn de twee hoekjes aan de noordelijke oever onderzocht, waarvan het westelijke hoekje een soort eilandje met vrij kort gras (Roodzwenk en Fiorin) bevatte, dat met wat riet gescheiden was van de oever. Riet met grasruigte leverde evenals de Zeebies in de andere hoek uiteindelijk niets op. Het eilandstrookje bleek echter bewoond door Noordse woelmuis, al zullen het er niet veel geweest zijn en lieten ze zich hier moeilijk vangen. Mogelijk dat er op het andere eilandje ook een aantal Noordse woelmuizen zaten. Soorten: Huisspitsmuis, Noordse woelmuis, Bosmuis Populatieschatting Nwm: 5-20 dieren 20

21 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 Figuur 16. Geplande inrichting Cauwersinlaag. Wanneer het karreveld op deze wijze wordt uitgevoerd (stroken los van elkaar en de oever) ziet dat er goed uit voor de Noordse woelmuis. Begrazing moet dan wel voorkomen worden. Figuur 17. Drukke werkzaamheden bij de Cauwersinlaag en gezien de afbeeldingen op het bord: aan ambities geen gebrek! Figuur 18. Zicht op de Cauwersinlaag vanuit het noorden. Het nieuwe vogeleiland ligt er al, maar het karreveld is nog niet meer dan een enorme berg grond die wegzakt in de blubber van de inlaag. 21

22 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Vergelijking met eerder onderzoek Omdat er geen onbegraasd oeverland was en verder alleen een paar moeilijk bereikbare eilandjes, werd de Cauwersinlaag niet eerder onderzocht. Gezien het geringe oppervlak aan geschikt habitat, zullen er in het nabije verleden ook maar weinig Noordse woelmuizen in de inlaag gezeten hebben. Toekomstige veranderingen Het nieuwe broedvogeleiland is evenals het eiland in de Susanna-Kisters Inlaag ongeschikt voor Noordse woelmuis. Het beheer zal er ook op gericht zijn om het eilandje geschikt te houden voor kustbroedvogels. De resterende eilandjes waren al erg klein en zullen bij het instellen van een hoger peil nog kleiner worden en door afslag vermoedelijk snel eroderen. Wat het nieuwe karreveld aan geschikt habitat voor de Noordse woelmuis gaat opleveren, moet nog worden afgewacht. Wanneer het als een aantal afzonderlijke eilandjes wordt vormgegeven (Figuur 16) en grazers worden weggehouden zodat het kan verruigen, zou het karreveld zich op termijn tot geschikt habitat kunnen ontwikkelen. Aanbevelingen Begrazing van het nieuwe karreveld op effectieve wijze voorkomen door diepe sloot of raster. Figuur 19. Dat is m dan... de Noordse woelmuis, hier gevangen in deelgebied 8. Tabel 2. Overzicht vanginspanning en aantal vangsten in deelgebied inlagen, in deelgebied 7-kv oud 7-kv nieuw 7- kreek 7- wei 8- oud 8 nieuw 9 Sus- Kis Cauwers Totaal 2010 aantal vallen soort/valcontroles soort / vangsten Bosspitsmuis Huisspitsmuis Veldmuis Noordse woelmuis Bosmuis Dwergmuis Huismuis 5 5 Totaal vangsten

23 Noordse woelmuis -Schouwse zuidkust 2010 Tabel 3. Overzicht vanginspanning en aantal gevangen individuen Noordse woelmuis met onderverdeling naar sekse en leeftijd, plus populatieschatting in het voor het LIFE-project onderzochte gebied in deelgebied Sus- Kis 7-kv oud 7-kv nieuw 7- kreek 7-wei 8-kv oud 8 nieuw 9 Cauwers Totaal 2010 aantal vallen soort/valcontroles Noordse woelmuis man adult vrouw adult man juv/subadult vrouw juv/sub juv ongedeterm geschatte populatiegrootte Overzicht, conclusies en aanbevelingen Het voorkomen van de Noordse woelmuis in de onderzochte deelgebieden en inlagen kan niet los gezien worden van de verspreiding van deze soort in aangrenzende gebieden. Het onderzochte gebied vormt een duidelijke schakel in het leefgebied van de Noordse woelmuis langs de Oosterschelde (Figuur 20). De aanwezigheid van naburige populaties is van groot belang omdat daarmee de uitstervingskans van de Noordse woelmuis in een bepaald gebied aanzienlijk wordt verkleind De resultaten van de aangrenzende deelgebieden die in opdracht van Natuurmonumenten werden geïnventariseerd, zullen uitvoeriger besproken worden in een aparte rapportage. Hier een korte samenvatting daarvan. Deelgebied 4 - ingericht 2008; populatieschatting Noordse woelmuis: 50 ex. op 1 eilandje Noordse woelmuispopulatie (voorheen grasland), op ander eilandje Veldmuis (voorheen bouwland). Buiten de eilandjes geen geschikt biotoop aanwezig door begrazing (schapen). Deelgebied 5 - ingericht 2008; populatieschatting Noordse woelmuis: ex. op de eilandjes doorgaans te weinig begroeiing voor woelmuizen, waar dat wel het geval was bleek Veldmuis aanwezig (2 eilandjes). Buiten de eilandjes op meerdere plaatsen Noordse woelmuis aanwezig in ruige vegetatie die afgelopen seizoen licht werd begraasd. Deelgebied 6a - ingericht 2005; populatieschatting Noordse woelmuis: ex. Op twee plaatsen met ruige Rietzwenkvegetatie Noordse woelmuis aanwezig, in 1 geval licht begraasd Deelgebied 6 - ingericht 2005; populatieschatting Noordse woelmuis: ex. Op aantal eilandjes Noordse woelmuispopulaties, op 1 eilandje tevens Veldmuis aanwezig. Buiten de eilandjes in begraasde ruige vegetatie alleen Veldmuis Deelgebied 10 - nog niet ingericht; populatieschatting Noordse woelmuis: ex. Op enkele plaatsen Noordse woelmuis aanwezig in verruigde grasvegetatie.zwervende exemplaren tot zeer kleine populatie. Gebied door landbouwkundig gebruik (begrazing en hooien) grotendeels ongeschikt. Deelgebied 11 - nog niet ingericht; populatieschatting Noordse woelmuis: 20 ex. Een enkele zwerver en kleine populatie aan de dijkvoet in natte grasruigte (daar niet gemaaid en niet begraasd). Vanwege begrazing en zilte karakter verder alleen uiterst korte vegetaties aanwezig die ongeschikt zijn voor Noordse woelmuis. 23

Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014

Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014 Onderzoek naar het voorkomen van noordse woelmuis & waterspitsmuis De Hulk & Etersheim 2014 D.L. Bekker September 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009 November 2009 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van ARCADIS Nederland

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016

Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016 Onderzoek naar het voorkomen van muizen en spitsmuizen in de terreinen van Golf & Country Club Noord-Nederland in 2016 Detail 2.0 Faunistisch Onderzoek Rapport van Detail 2.0 - Faunistisch Onderzoek In

Nadere informatie

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009 MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN 2009 Guido Lek & Harold Steendam november 2009 Inleiding In het kader van de nieuwe zoogdierenatlas van Nederland zijn diverse onderzoeken opgestart om zoogdieren in

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Twee bosmuizen in 1 val foto Karel Adriaanse verslag 50 Muizenonderzoek De Ommeloop De Kleine Beer Zuid-Hollands Landschap november 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Noordse woelmuis foto Kees Rosmolen verslag 43 Muizenonderzoek Groene Strand - Oostvoorne juli 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen inleiding De zoogdierwerkgroep van de KNNV afdeling

Nadere informatie

KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne Dwergmuis foto Jan Alewijn verslag 83 Muizen onderzoek 2017 Schor Oostvoorne Grote Vlak Duinen van Oostvoorne Derryvliet Holle Mare Waalhoek Idylle Historyland Grasweg Jan

Nadere informatie

Vervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse

Vervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse Vervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse SANDVICENSIS Ecologisch adviesbureau Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Vervolgonderzoek Noordse woelmuis op HABO-terrein Hogezoom Renesse

Nadere informatie

Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011

Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Oktober 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging Inventarisatie grote bosmuis Ruiten Aa, Groningen 2011 D.L. Bekker Rapport nr.: 2011.33

Nadere informatie

Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010

Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010 Waterspitsmuisonderzoek provincie Groningen 2010 De Tjamme, Westerwoldsche Aa, Zuidlaardermeeroost en Onnerpolder D.L. Bekker November 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging Met medewerking van Staatsbosbeheer

Nadere informatie

Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober 2013. Schouwen-Zuidwest Voorkomen van Noordse woelmuis in inlagen en duinen

Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober 2013. Schouwen-Zuidwest Voorkomen van Noordse woelmuis in inlagen en duinen Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober 2013 Schouwen-Zuidwest Voorkomen van Noordse woelmuis in inlagen en duinen Zoogdierwerkgroep Zeeland Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 25-27 oktober

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne De Scheelhoek, vallen uitzetten foto Kees Rosmolen verslag 49 Muizenonderzoek De Scheelhoek Natuurmonumenten augustus 2011 Jan Alewijn Dijkhuizen foto s Kees Rosmolen en

Nadere informatie

Onderzoek Waterspitsmuis fietspad Groningen-Winsum

Onderzoek Waterspitsmuis fietspad Groningen-Winsum Onderzoek Waterspitsmuis fietspad Groningen-Winsum Datum 7 november 2016 Auteur Ing. M.W. Bokje In opdracht van Provincie Groningen, Mevr. U. Nauta Projectnummer P16078 1 Aanleiding en vraagstelling Tussen

Nadere informatie

KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierwerkgroep Voorne Quackgors met springtij foto Karel Adriaanse verslag 86 Muizen onderzoek Quackgors 2018 Jan Alewijn Dijkhuizen Het Quackgors van Natuurmonumenten 23 t/m27 oktober 2018 Inleiding

Nadere informatie

1' \2-c>~ ~ IO'('U. ~'s CS~~O_ V. fzdq,-v-o. ().e-.~~~.;a

1' \2-c>~ ~ IO'('U. ~'s CS~~O_ V. fzdq,-v-o. ().e-.~~~.;a ,I.- Dijkverzwaringstraject Onderdeel "Levendbarende De Val, Zierikzee hagedis, Galgepoldertje" CS~~O_ V ().e-.~~~.;a \2-c>~ ~ IO'('U ~'s fzdq,-v-o Aangepast voorstel Stichting Landschapsbeheer Zeeland

Nadere informatie

Onderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014

Onderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014 Onderzoek naar het voorkomen van grote bosmuis bij Ter Apel 2014 D.L. Bekker Augustus 2014 Rapport van het Bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Antea Group Onderzoek naar het voorkomen van

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Ger, Harry en Jan Alewijn in het Vogelvlak foto Kees Rosmolen verslag 45 Muizenonderzoek Klein Profijt Vogelvlak - Duinen van Oostvoorne 27 augustus 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen, Wouter Suykerbuyk, 19 september 2009 31 augustus 2 september 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 5-7 oktober 2012. Philipsdam & Noordse woelmuis

Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 5-7 oktober 2012. Philipsdam & Noordse woelmuis Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 5-7 oktober 2012 Philipsdam & Noordse woelmuis Zoogdierwerkgroep Zeeland Herfstkamp Zoogdierwerkgroep Zeeland 5-7 oktober 2012 Philipsdam & Noordse woelmuis rapportage

Nadere informatie

Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek

Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek ZOOGDIER 1997 8 (4) 15 Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek Piet+J.M. Bergers Onderzoek naar kleine zoogdieren gebeurt in Nederland meer en meer. De steeds ruimere

Nadere informatie

MUIZENWEEKEND KORTENHOEFSE PLASSEN

MUIZENWEEKEND KORTENHOEFSE PLASSEN MUIZENWEEKEND KORTENHOEFSE PLASSEN VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP BIJ FORT KIJKUIT 2-4 NOVEMBER 2007 Rapportnummer 2010.30 September 2010 Uitgave van de Zoogdiervereniging Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding 5.1 Inleiding Vanuit de praktijk komen veel vragen over de optimale breedte en structuur

Nadere informatie

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart Notitie met betrekking tot de te verwachten effecten op de noordse woelmuis en de waterspitsmuis door de aanleg van natuurvriendelijke

Nadere informatie

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001 2002 Wouter Jansen & Roy Kleukers 25 april 2002 veldwerk Wouter Jansen tekst Wouter Jansen & Roy Kleukers produktie Stichting European Invertebrate Survey

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Aanvullend veldonderzoek naar het voorkomen van veldspitsmuis in het Griendtsveenpark te Emmen. 1 INLEIDING METHODE...

INHOUDSOPGAVE. Aanvullend veldonderzoek naar het voorkomen van veldspitsmuis in het Griendtsveenpark te Emmen. 1 INLEIDING METHODE... INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 2 METHODE... 3 3 RESULTAAT... 5 4 CONCLUSIE... 6 LITERATUUR... 7 1 1 INLEIDING Er is in het recente verleden onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van natuurwaarden van

Nadere informatie

Ecologische begeleiding

Ecologische begeleiding Ecologische begeleiding Afvangactie heideblauwtje, Vliegveld Twente Projectnummer: 6629.2016 Datum: 25-8-2016 Projectleider: G. Lubbers Opgesteld: C.E. Onnes & G. Lubbers Aanleiding In verband met ruimtelijke

Nadere informatie

VAN ERVE NATUURONDERZOEK

VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Juni 2014 VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Inleiding Het natuurgebied De Brand is aangewezen

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),

Nadere informatie

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: WBMU1310 Datum: 03-12-2013 Projectgebied: Gemaallocatie Monnickendam Onderwerp: Inventarisatie

Nadere informatie

Muizenonderzoek. Oldenzaalsestraat 53, Denekamp. Rapportagenummer: november 2010

Muizenonderzoek. Oldenzaalsestraat 53, Denekamp. Rapportagenummer: november 2010 Muizenonderzoek Oldenzaalsestraat 53, Denekamp Rapportagenummer: 1011.01 15 november 2010 De Eik 40 7608 ES Almelo Tel: 0646111651 www.myotis.nl KvK: 51091224 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Onderzoekslocatie...

Nadere informatie

Noordse woelmuis, 2010

Noordse woelmuis, 2010 Indicator 7 mei 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De noordse woelmuis is een bedreigde

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open grasland 2019 1 Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) [1]

Nadere informatie

Foto bijlage proefstroken herstel werkstroken

Foto bijlage proefstroken herstel werkstroken Foto bijlage proefstroken herstel werkstroken Deze fotobijlage bevat een impressie van de verschillende proefstroken. Niet alle foto s die zijn genomen zijn in deze bijlage opgenomen. Er is geprobeerd

Nadere informatie

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Aan : Provincie Noord-Holland Van : Joost Rink en Tom van den Broek Datum : 9 januari 2015

Nadere informatie

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen Ecologisch Adviesbureau Viridis Inventarisatie Bedrijventerreinen Amersfoort Noordoost In opdracht van:

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, november 2012

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, november 2012 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 24-30 november 2012 - Wim Giesen 1 & Kris Giesen 2, 1 december 2012 Eind november 2012 zijn korte monitoringsbezoeken geweest naar alle 10 mitigatielocaties

Nadere informatie

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9

FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 FLORA- EN FAUNASCAN Fietsbrug over de A9 Opdrachtgever: SD+P management en Advies BV Projectnummer : P12039 Datum : Auteur : M. Kuiper Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf : Postbus 36233 1020 ME AMSTERDAM

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

MUIZEN ONDERZOEK ZOEKSESTRAAT SCHIJF 2012

MUIZEN ONDERZOEK ZOEKSESTRAAT SCHIJF 2012 MUIZEN ONDERZOEK ZOEKSESTRAAT SCHIJF 2012 ZOOGDIERENWERKGROEP KNNV ROOSENDAAL Zoogdierenwerkgroep KNNV afdeling Roosendaal: Bernadet Adriaenssens Linda van Meer Colinda van Oosterhout Wim Stoop Joke Stoop

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne Muizen onderzoek als educatief middel foto Mariëtte verslag 46 Muizenonderzoek Oever Oude Maas Spijkenisse september 2010 Jan Alewijn Dijkhuizen Inleiding In 2009 heeft

Nadere informatie

werkdocument -,p.- rljksdienst voor de ijsselmeerpolders rnlntsterle van verkeer en waterstaat ~eideperiode van de graskavels door Ing. P.J.

werkdocument -,p.- rljksdienst voor de ijsselmeerpolders rnlntsterle van verkeer en waterstaat ~eideperiode van de graskavels door Ing. P.J. -,p.- rnlntsterle van verkeer en waterstaat rljksdienst voor de ijsselmeerpolders werkdocument I ~eideperiode van de graskavels EZ 20 en E'Z :2 1 in 1982 door Ing. P.J. Huesmann mei, 1984-94 Abw postbus

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen & Wouter Suykerbuyk, 7 juli 2009 29 juni-3 juli 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

MUIZENWEEKEND midden en zuidwest Drenthe

MUIZENWEEKEND midden en zuidwest Drenthe MUIZENWEEKEND midden en zuidwest Drenthe Verslag van een veldwerkgroepkamp 10-12 september 2010 Rapportnummer 2011.1 Januari 2011 Uitgave van de Zoogdiervereniging - Veldwerkgroep en Zoogdieratlas Drenthe

Nadere informatie

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN DE WILDWALLEN door. J. Hoogesteger H.J. Drost BIBLIOTHEEK RIJKSDII:rJ:jT VOOR oe IJSSECM~~~POLD RS W E R K D O C U M E N T HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door J. Hoogesteger H.J. Drost 1980-326

Nadere informatie

MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI

MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI MUIZENWEEKEND IJSSELVALLEI VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP -4 SEPTEMBER 008 Rapportnummer 009.04 Maart 009 Uitgave van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND

Nadere informatie

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014 Noordvoort - Monitoring ontwikkeling geomorfologie Verandering overstuivingszones 2014-2015 Ter verbetering van de dynamiek in de zeereep tussen Zandvoort en Noordwijk zijn een aantal stuifkuilen aangelegd.

Nadere informatie

Waterbodemsanering Biesbosch

Waterbodemsanering Biesbosch Waterbodemsanering Biesbosch Ligging van beverburchten en beverholen winter 2008/2009 Ir. V. Dijkstra Datum: 17 maart 2009 Rapport: 2009.06 van Zoogdiervereniging VZZ In opdracht van: Rijkswaterstaat Zuid-Holland

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld Landbouwkundige situatie vroeger en nu Weidevogelnieuws Het Zoelense en Rijswijkse Veld vind je in het meest westelijke deel van het werkgebied van onze VANL. De bodem bestaat er overwegend uit laaggelegen

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

Argusvlinder Lasiommata megera

Argusvlinder Lasiommata megera Argusvlinder Lasiommata megera Angelique Belfroid Mijn eerste ervaring met de Argusvlinder was een aantal jaren geleden in de Vlietepolder op Noord-Beveland. Terwijl ik over de onverharde weg liep, vlogen

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 26-28 augustus 2008 - Wim Giesen, 30 augustus 2008 25-28 augustus 2008 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek

Nadere informatie

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009. Wouter Suykerbuyk en Laura Govers

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009. Wouter Suykerbuyk en Laura Govers Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009 Wouter Suykerbuyk en Laura Govers Op 3 t/m 6 augustus 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie- en een aantal natuurlijke zeegraslocaties.

Nadere informatie

Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd

Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd Proefproject Vrij Eroderende Oevers langs de Maas locaties Bergen, Aijen en De Waerd Deel 2: monitoring 2007, situatie na 1 jaar Bart Peters Augustus 2007 Peters, B., 2007. Proefproject Vrij Eroderende

Nadere informatie

Weidevogelbeheer 2016

Weidevogelbeheer 2016 Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012

Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 R.J.S. Terlouw. bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2012-10. Ouderkerk aan den IJssel, 30 december 2012 Versie : Definitief. Auteur

Nadere informatie

foto inzet: Staf de Roover

foto inzet: Staf de Roover foto inzet: Staf de Roover 1 2 3 4 Het woord grasland doet veronderstellen dat grassen het grootste aandeel van de vegetatie moeten vormen. Veelal is dit zo, maar er zijn graslanden waarin andere dan grassen

Nadere informatie

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout Verslag excursie Subgroep Realisatie, 24 september 2009. Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout We waren deze keer met een relatief kleine groep. We werden begeleid door Jeroen

Nadere informatie

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16

Projectplan GOB. Datum: Oktober /16 Projectplan GOB Object: De Riggen Datum: Oktober 2015 1/16 Inleiding Aanvrager: Projectnaam: Voorgeschiedenis Stichting het Noordbrabants Landschap Perceel de Riggen - Pannenhoef Perceel was een oude boomkwekerij

Nadere informatie

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 Notitie Concept Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 8 mei 2013 Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 In het kader van de Flora- en faunawet ontheffingsaanvraag

Nadere informatie

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost De laatste jaren heeft de provincie in Groot Mijdrecht Noord-Oost gronden aangekocht voor de ontwikkeling van natuur. Natuurmonumenten

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Ecologisch Werkprotocol

Ecologisch Werkprotocol Ecologisch Werkprotocol Aanleg depots Oude Reeuwijkerweg, Reeuwijk Projectnummer: 5999 Datum: 24-1-2013 Opgesteld: D. Welink Begeleidend ecoloog: Tel. Aanleiding Op een aantal graslandpercelen langs de

Nadere informatie

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer). Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,

Nadere informatie

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Frans Willems Godsweerdersingel 10 6041 GL Roermond Postbus 1237 6040 KE Roermond www.dienstlandelijkgebied.nl T 0475 77 62 00 F 0475 77 62 01 Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Inleiding De

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2)

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit

Nadere informatie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Groene randen Gezien de ligging van het zonneveld is gekozen voor een open uitstraling, de randen worden verzacht met een groen blauwe structuur. Royale watergangen

Nadere informatie

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019 COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019 Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit niet

Nadere informatie

Waterspitsmuizen in de gemeente Utrecht

Waterspitsmuizen in de gemeente Utrecht Waterspitsmuizen in de gemeente Utrecht Verslag van een inventarisatie in oktober 2011 D.E.H. Wansink Waterspitsmuizen in de gemeente Utrecht Verslag van een inventarisatie in oktober 2011 D.E.H. Wansink

Nadere informatie

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015 ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail

Nadere informatie

De weg terug. Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel

De weg terug. Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel De weg terug Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel Kerkepaden in Bakel De buurtschap Geneneind was en is gescheiden van het dorp en de kerk van Bakel door een strook dekzanden en

Nadere informatie

Fort benoorden Spaarndam Advies ten behoeve van een natuurvriendelijke inrichting van het fortterrein R.M. Koelman

Fort benoorden Spaarndam Advies ten behoeve van een natuurvriendelijke inrichting van het fortterrein R.M. Koelman Fort benoorden Spaarndam Advies ten behoeve van een natuurvriendelijke inrichting van het fortterrein R.M. Koelman November 2010 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Esbi Bouw Fort benoorden

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G.

Flora- en fauna-inspectie Gelderdijk 15 te Sevenum (Gemeente Horst aan de Maas) door ir. Hans Hovens, Paul op het Veld en ir. G. Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl KvK Limburg 09116138 BTW nr: NL819024831B01 Faunaconsult Pijnenburg Agrarisch Advies en Onroerend Goed t.a.v. Peter van de Ligt Spoorweg

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toekomstig beheer en onderhoud Ramelerwaterleiding

Veel gestelde vragen toekomstig beheer en onderhoud Ramelerwaterleiding Veel gestelde vragen toekomstig beheer en onderhoud Ramelerwaterleiding Vraag: Waarom verandert de onderhoudsinrichting in het projectgebied Ramelerwaterleiding? Waterschap Groot Salland heeft in 2008

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 23-25 maart 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen, Paul Giesen & Wouter Suykerbuyk, 29 maart 2010 23-25 maart 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op

Nadere informatie

Effecten revitalisatie oude meander Lunterse Beek op de aanwezige dassen

Effecten revitalisatie oude meander Lunterse Beek op de aanwezige dassen Effecten revitalisatie oude meander Lunterse Beek op de aanwezige dassen Verslag opgesteld door Stichting Das&Boom in opdracht van het Waterschap Vallei en Veluwe Beek-Ubbergen, maart 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a, 9465 TR, Anderen Inhoudsopgave Inventarisatiegebied Emmer-Erfscheidenveen... 3 Overzicht alle waarnemingen... 3 Type elementen...

Nadere informatie

Inventarisatie waterspitsmuis Poels- en Fluttersbeek 2011 D.L. Bekker & S. Westra

Inventarisatie waterspitsmuis Poels- en Fluttersbeek 2011 D.L. Bekker & S. Westra Inventarisatie waterspitsmuis Poels- en Fluttersbeek 2011 D.L. Bekker & S. Westra Augustus 2011 Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Inventarisatie waterspitsmuis

Nadere informatie

Slapende Blauwe Kiekendieven tijdens de winter 2003/2004

Slapende Blauwe Kiekendieven tijdens de winter 2003/2004 Slapende Blauwe Kiekendieven tijdens de winter 2003/2004 Pieter Wouters INLEIDING Evenals vorige winter hebben we weer drie slaapplaatsen van Blauwe Kiekendieven gevolgd door middel van simultaantellingen.

Nadere informatie

MUIZENWEEKEND NOORDOOST-TWENTE

MUIZENWEEKEND NOORDOOST-TWENTE MUIZENWEEKEND NOORDOOST-TWENTE VERSLAG VAN EEN VELDWERKGROEPKAMP 4-6 september 2009 Rapportnummer 2011.013 Mei 2011 Uitgave van de Zoogdiervereniging Veldwerkgroep MUIZENWEEKEND NOORDOOST-TWENTE VERSLAG

Nadere informatie

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de

Nadere informatie

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring 4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Ten noorden van Ballum, ter hoogte van paal 8 ligt deelgebied 2. In 1989 is het duin verzwaard met zand uit de naastliggende vallei. Over het hoogste deel van de verzwaringen

Nadere informatie

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas reg.nr. 17.87199 17.100697 Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas 1. Hydrologie 1.1 Hydrologische voorwaarden voor Schoenetum : zomergrondwaterstanden die niet verder

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013 - Wim Giesen 1 & Paul Giesen 2, 18 juni 2013 In de tweede week van juni 2013 zijn korte monitoringsbezoeken uitgevoerd naar alle 10 mitigatielocaties

Nadere informatie

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Visseninventarisatie terrein Simon Loos Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel

Nadere informatie

Interessante vogelkijk locaties

Interessante vogelkijk locaties Interessante vogelkijk locaties Hieronder staan enkele interessante gebieden in de kop van Noord-Holland om vogels te kijken. Zie ook nummeraanduiding op kaart. Verder is de locatie aangegeven met atlasblok

Nadere informatie