Welkom in de Menorah. : mw. S. Faber : mw. F. Hovius : dhr. R.A. Ferwerda. Ouderling v. dienst. Naam van de zondag. : 5 e zondag van de herfst

Transcriptie

1 Welkom in de Menorah Voorganger Ouderling v. dienst Lector Organist Naam van de zondag : ds. J.N. Jurjens : mw. S. Faber : mw. F. Hovius : dhr. R.A. Ferwerda : 5 e zondag van de herfst

2 Tussentijds 208: 1, 2, 3, 4, 5, 6 Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs. Here God, wij zijn vervreemden door te luist ren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem.

3 Tussentijds 208: 1, 2, 3, 4, 5, 6 Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed, die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft. Here God, wij zijn vervreemden door te luist ren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem.

4 Tussentijds 208: 1, 2, 3, 4, 5, 6 Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem het woord verstaan. Here God, wij zijn vervreemden door te luist ren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem.

5 Tussentijds 208: 1, 2, 3, 4, 5, 6 Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang. Here God, wij zijn vervreemden door te luist ren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem.

6 Tussentijds 208: 1, 2, 3, 4, 5, 6 Velen, die de moed begaf, blijven staan of dwalen af, hunk'rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Here God, wij zijn vervreemden door te luist ren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem.

7 Tussentijds 208: 1, 2, 3, 4, 5, 6 Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: 'Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.' Here God, wij zijn vervreemden door te luist ren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem.

8 Welkom in de Menorah Voorganger Ouderling v. dienst Lector Organist Naam van de zondag : ds. J.N. Jurjens : mw. S. Faber : mw. F. Hovius : dhr. R.A. Ferwerda : 5 e zondag van de herfst

9 Intochtslied: Psalm 24: 1 De aarde en haar volheid zijn des HEREN koninklijk domein, de wereld en die daarin wonen. Het land rijst uit de oceaan, rivieren breken zich ruim baan om Gods volmaakte macht te tonen.

10 Bemoediging V: Onze hulp is in de naam van de Heer, A: die hemel en aarde gemaakt heeft, V: die trouw houdt tot in eeuwigheid A: en niet laat varen het werk van zijn handen Groet V: Genade, barmhartigheid en vrede zij u van God, de Vader, en van Christus Jezus onze Heer A: Amen

11 Intochtslied: Psalm 24: 2, 3 Wie is de mens die op zal gaan en voor Gods heilig aanschijn staan? Wie mag de tempel binnentreden? Wie niet op loze wijsheid bouwt, zijn hart en handen zuiver houdt van kwade trouw en valse eden.

12 Intochtslied: Psalm 24: 2, 3 God is hem zegenrijk nabij, in 't recht des HEREN wandelt hij, de God des heils zal hem verblijden. Een nieuw geslacht gaat op in 't licht en zoekt des HEREN aangezicht, Jakob, het volk dat Hij zal leiden.

13 Gebed om ontferming.

14 Glorialied: Gezang 424: 1, 2 = gez. 867 nieuwe liedboek Looft overal, looft al wat adem heeft, looft God die leeft. De aard' is niet zo wijd, of God wordt lof bereid, zo hoog de hemel niet of daarheen reikt het lied. Looft overal, looft al wat adem heeft, looft God die leeft.

15 Glorialied: Gezang 424: 1, 2 = gez. 867 nieuwe liedboek Looft overal, looft al wat adem heeft, looft God die leeft. De kerk zingt schoon en luid het lied dat niemand stuit, het hart is 't bovenal, dat eeuwig zingen zal. Looft overal, looft al wat adem heeft, looft God die leeft.

16 Kinderen gaan naar de nevendienst

17

18 Project over tuintjes de komende weken, De kinderen gaan bezig om zaadjes te kweken. God wijst ons de weg, wij volgen zijn raad, En wachten op het zaadje dat groeien gaat.

19 Gebed

20 Rondom het Woord Pred. 2 : 1 11 Luc. 12 : 13 21

21 Pred. 2 : Ik zei tegen mezelf: Kom, laat ik proberen de genoegens van het leven te smaken en te genieten van het goede. Maar ook dat, ontdekte ik, is enkel leegte. 2 Vrolijkheid, zei ik tegen mezelf, is niet meer dan dwaasheid. En waar leidt vreugde toe? 3 Ik heb mezelf ondergedompeld in de vrolijkheid van de wijn, en ik greep die dwaasheid aan om te onderzoeken of ik in mijn wijsheid want die behield altijd de overhand kon ontdekken wat een mens het beste doen kan, dat luttel aantal levensdagen dat hij doorbrengt onder de hemel.

22 Pred. 2 : Ook heb ik grootse dingen ondernomen: Ik heb voor mezelf paleizen gebouwd en wijngaarden geplant. 5 Ik heb tuinen en parken aangelegd en daarin een keur van vruchtbomen geplant. 6 Ik heb waterbekkens gegraven om een bos met jonge bomen te bevloeien. 7 Ik heb slaven en slavinnen gekocht, en ook hun kinderen werden slaven in mijn huis. Ik bezat talrijke runderen, schapen en geiten, meer dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. 8 Ik heb goud en zilver opgestapeld en in de rijkdom gedeeld van koningen en landen.

23 Pred. 2 : 1 11 Ik heb zangers en zangeressen aangesteld en het genot geproefd van vele, vele vrouwen. 9 Grootse dingen heb ik ondernomen en meer bezit vergaard dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. En bij alles wat ik voor mezelf verworven had, behield ik ook mijn wijsheid. 10 Alles wat mijn ogen vroegen heb ik ze gegund, elke vreugde die mijn hart verlangde heb ik het gegeven, en ik genoot naar hartenlust van al het goede dat ik had verworven. Het was het loon voor mijn gezwoeg.

24 Pred. 2 : Maar toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg me opgeleverd had, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was. Het had geen enkel nut onder de zon.

25 Gez. 271 : 6, 7 (= Gez. 797 in Liedboek 2013) Ach hoe nietig, ach hoe vluchtig, zijn der mensen schatten! Vuur en vlam kan ze verteren, en de vloed is niet te weren, - alles zal tot niets verkeren.

26 Gez. 271 : 6, 7 (= Gez. 797 in Liedboek 2013) Ach hoe vluchtig, ach hoe nietig is der mensen glorie! Die in hoogheid zijn gezeten en met God zich durven meten, in de dood zijn zij vergeten.

27 Lucas 12 : Iemand uit de menigte zei tegen hem: Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen! 14 Maar Jezus antwoordde: Wie heeft mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld? 15 Hij zei tegen hen: Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft. 16 En hij vertelde hun de volgende gelijkenis: Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, 17 en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan.

28 Lucas 12 : Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, 19 en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. 20 Maar God zei tegen hem: Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen? 21 Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.

29 Gez. 350 : 1, 2, 4 (= Gez. 718 in Liedboek 2013) God, die leven hebt gegeven in der aarde schoot, alle vrucht der velden moeten we U vergelden, dank voor 't daaglijks brood.

30 Gez. 350 : 1, 2, 4 (= Gez. 718 in Liedboek 2013) Niet voor schuren, die niet duren, gaaft Gij vruchtbaarheid, maar opdat op aarde, in uw goede gaarde, niemand honger lijdt.

31 Gez. 350 : 1, 2, 4 (= Gez. 718 in Liedboek 2013) Wil dan geven, dat ons leven zelf ook vruchtbaar zij. Laat in goede daden 't woord van uw genade opgaan, sterk en vrij.

32 Overdenking

33 Gez. 488B 1, 2, 3, 4, 5 (= Gez. 981 in Liedboek 2013) Zolang er mensen zijn op aarde, zolang de aarde vruchten geeft, zolang zijt Gij ons aller Vader, wij danken U voor al wat leeft. Zolang de mensen woorden spreken, zolang wij voor elkaar bestaan, zolang zult Gij ons niet ontbreken, wij danken U in Jezus' naam.

34 Gez. 488B 1, 2, 3, 4, 5 (= Gez. 981 in Liedboek 2013) Gij voedt de vogels in de bomen, Gij kleedt de bloemen op het veld, o Heer, Gij zijt mijn onderkomen en al mijn dagen zijn geteld. Gij zijt ons licht, ons eeuwig leven, Gij redt de wereld van de dood. Gij hebt uw Zoon aan ons gegeven, zijn lichaam is het levend brood.

35 Gez. 488B 1, 2, 3, 4, 5 (= Gez. 981 in Liedboek 2013) Daarom moet alles U aanbidden, uw liefde heeft het voortgebracht, Vader, Gijzelf zijt in ons midden, o Heer, wij zijn van uw geslacht.

36 Kinderen komen terug van de nevendienst

37 AWN: Wil je wel geloven: 1, 2, 3 Wil je wel geloven dat het groeien gaat, klein en ongelooflijk als een mosterdzaad, dat je had verborgen in de zwarte grond, en waaruit een grote boom ontstond.

38 AWN: Wil je wel geloven: 1, 2, 3 Wil je wel geloven het begin is klein, maar het zal een wonder boven wonder zijn als je het gaat wagen met Gods woord alleen; dan gebeuren wonderen om je heen.

39 AWN: Wil je wel geloven: 1, 2, 3 Wil je wel geloven dat je vrede wint, als je vol vertrouwen leeft, zoals een kind. Als je een geloof hebt als een mosterdzaad, groeit de liefde uit boven de haat.

40 Gebeden Stil gebed Onze Vader

41 Voor : mw. Sj. Oosterloo Voor : fam. Kootstra

42 1e rondgang: Diaconie 2e rondgang : Pastoraat Deurcollecte : Jeugdwerk

43 Vandaag is de eerste collecte Bestemd voor: Hulp aan mensen in Sri Lanka

44 De stichting beheert twee kleuterschooltjes waar de kinderen behalve les ook een warme maaltijd krijgen

45 De stichting verzorgt maandelijkse ondersteuning aan ruim 100 schoolgaande kinderen

46 Hierdoor kunnen ze bijvoorbeeld een beroepsopleiding volgen zodat ze zichzelf kunnen redden. Mukesh heeft een opleiding mobiele telefoon reparaties gedaan. Hij werkt er nu mee. Hier met zijn diploma s op z n werkplek!

47 Ook geeft de stichting ondersteuning door middel van voedselpakketten. Voor deze vrouw van 80 jaar een maandelijks voedselpakket. Zij heeft de zorg voor een kleindochter van 10.

48 Ook geeft de stichting ondersteuning door middel van voedselpakketten. Voor deze vrouw van 80 een maandelijks voedselpakket. Zij heeft de zorg voor een kleindochter van 10.

49 Verder geven zij b.v. meubilair aan iemand die dit nodig heeft Deze vrouw woont in een souterrain en heeft dagelijks een klein handeltje in pruimtabak. Ze sliep op de grond. Zij vroeg een bed en hier zit ze er trots op

50 Kortom, deze stichting doet goed werk voor de minderbedeelden en daarom beveelt uw Diaconie deze collecte dan ook van harte bij u aan.

51 Gez. 480 : 1, 3, 5 (= Gez. 823 in Liedboek 2013) Gij hebt, o Vader van het leven, de aarde aan de mens gegeven, het land, de zee is zijn domein. Gij hebt hem aan het woord doen komen om tussen werklijkheid en dromen getuige van uw Geest te zijn.

52 Gez. 480 : 1, 3, 5 (= Gez. 823 in Liedboek 2013) Hij overmant de wilde dieren, vaart uit op zeeën en rivieren, doorzoekt der aarde donkre schoot. Ja, hij snelt voort op hoge winden om de allerlaatste grens te vinden. Zo vindt hij onverhoeds de dood.

53 Gez. 480 : 1, 3, 5 (= Gez. 823 in Liedboek 2013) O God, wij bouwen als ontheemden, wij wonen en wij blijven vreemden, bestemd voor hoger burgerrecht. Wil ons, o Koning der getijden, een woning in de stad bereiden waar Gij het fundament van legt.

54 Zending en Zegen

55 U bent van harte welkom in de foyer voor een kopje koffie of thee. Voor info zie MenorAgenda of