Examen VMBO-GL. voertuigentechniek CSE GL. tijdvak 1 vrijdag 13 mei 9:00-11:00 uuruur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Transcriptie

1 Examen VMBO-GL 2016 tijdvak 1 vrijdag 13 mei 9:00-11:00 uuruur voertuigentechniek CSE GL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 62 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 62 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. GL-0681-a-16-1-o

2 Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. 1p 1 Hier zie je een wielophanging. Met welk aanhaalmoment moet je de veerpoot aan het fuseelichaam vastzetten? A met 28 Nm B met 30 Nm C met 40 Nm D met 50 Nm GL-0681-a-16-1-o 2 / 28 lees verder

3 1p 2 Hier zie je een koppelingsplaat. Waarvoor dienen de veren bij de pijl? A Ze vangen de schokken in de aandrijving op. B Ze zorgen voor het soepel aangrijpen van de koppeling. C Ze zorgen voor het terugveren van het koppelingspedaal. D Ze geven een gelijkmatige pedaalkracht tijdens de hele slag. 1p 3 De motor van een auto draait en de eerste versnelling is ingeschakeld. De koppeling is ingetrapt en het voertuig staat stil. Welk onderdeel staat helemaal stil? A de drukgroep B de koppelingsplaat C het toplager D het druklager GL-0681-a-16-1-o 3 / 28 lees verder

4 Hier zie je een aandrijving met drie tandwielen. Gebruik deze tekening voor de vragen 4 en 5. 1p 4 Tandwiel A drijft tandwiel B aan met een toerental van 60 rpm. Wat is het toerental van tandwiel B? Laat ook de berekening zien. 1p 5 Tandwiel A is het drijvende tandwiel. Bereken de totale overbrengingsverhouding (i) van het tandwielstelsel. Laat ook de berekening zien. 1p 6 Hier zie je een opengewerkt differentieel. In welke situatie staan de satellieten (bij de pijlen) stil ten opzichte van elkaar? A als één wiel van het voertuig slipt en het andere wiel stilstaat B als het voertuig rechtuit rijdt C als het voertuig een ongelijke bandenmaat heeft D als het voertuig overhelt in een bocht GL-0681-a-16-1-o 4 / 28 lees verder

5 1p 7 In de aandrijflijn van een auto zit een eindvertraging. De overbrengingsverhouding tussen kroonwiel en pignonwiel is 4. Het toerental van het pignonwiel is 20 rpm. Het draaimoment is 120 Nm. Wat is het draaimoment van het kroonwiel? Laat ook de berekening zien. 1p 8 Hier zie je een wielophanging. Wat is de functie van de stang bij de pijl? A de bewegingen van het ene wiel op het andere overbrengen B de veerkrachten aan beide kanten over de veren verdelen C de rem- en aandrijfkrachten opvangen D het overhellen in de bocht verminderen 1p 9 Hier zie je een wielophanging met vier genummerde onderdelen. Welke onderdeelnummers horen helemaal bij de onafgeveerde massa? GL-0681-a-16-1-o 5 / 28 lees verder

6 1p 10 Hier zie je een opengewerkte schokdemper. Naar welke ruimte in de schokdemper stroomt de vloeistof bij het inveren? 1p 11 De schokdemper van een auto is versleten. Aan welk onderdeel kan je de gevolgen van die slijtage zien? A aan de band B aan de draagarm C aan de stabilisatorstang D aan de veer GL-0681-a-16-1-o 6 / 28 lees verder

7 1p 12 Dit elektrisch bekrachtigd stuursysteem is compacter en heeft minder gewicht dan een hydraulisch stuursysteem. Wat is nog een voordeel van een elektrisch stuursysteem in vergelijking met een hydraulisch stuursysteem? 1p 13 Welk type stuurhuis is dit en waar wordt het toegepast? A B C D een direct stuurhuis, bij personenauto s een direct stuurhuis, bij zware bedrijfsauto s een indirect stuurhuis, bij personenauto s een indirect stuurhuis, bij zware bedrijfsauto s GL-0681-a-16-1-o 7 / 28 lees verder

8 1p 14 Op deze tekening zie je de onderdelen van een remklauw. Waarvoor dient het onderdeel bij 13? A Het gaat remvloeistoflekkage tegen tussen zuiger en cilinder. B Het houdt vuil van buitenaf tegen. C Het zorgt dat de remzuiger na het remmen terugveert. D Het zorgt voor warmteafvoer tijdens het remmen. GL-0681-a-16-1-o 8 / 28 lees verder

9 1p 15 Hier zie je een remklauw. Wat is de naam van deze remklauw? En wat is het voordeel van deze constructie in vergelijking met een remklauw met twee remzuigers? A vaste remklauw, met als voordeel een betere verdeling van de remkracht B zwevende remklauw, met als voordeel een betere verdeling van de remkracht C vaste remklauw, met als voordeel minder inbouwruimte D zwevende remklauw, met als voordeel minder inbouwruimte 1p 16 Dit is een zelfstellende trommelrem. Met welk onderdeel stelt de rem zich af? A met onderdeel 1 B met onderdeel 2 C met onderdeel 3 D met onderdeel 4 GL-0681-a-16-1-o 9 / 28 lees verder

10 1p 17 Hier zie je een tekening van een trommelrem. Hoe wordt de handrem bediend? A elektrisch B hydraulisch C mechanisch D pneumatisch 1p 18 Dit remvloeistofreservoir heeft twee aansluitingen op de hoofdremcilinder. Waarom worden er twee aansluitingen gebruikt? GL-0681-a-16-1-o 10 / 28 lees verder

11 1p 19 Hier zie je een opengewerkte rembekrachtiger. Waarop wordt de aansluiting (bij de pijl) bij een benzinemotor aangesloten? A op de dynamo B op het koelsysteem C op het inlaatspruitstuk D op het uitlaatspruitstuk 1p 20 Remvloeistof trekt water aan. Waarom mag er geen water in remvloeistof zitten? A dan ontstaat er een te hoog kookpunt B dan remt het voertuig schokkerig C omdat water samendrukbaar is D omdat het kookpunt van de remvloeistof dan daalt GL-0681-a-16-1-o 11 / 28 lees verder

12 1p 21 Hier zie je vier onderdelen van een ABS-remsysteem. Zijn deze onderdelen een sensor, een actuator of een verwerkingseenheid? Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. sensor actuator verwerkingseenheid 1p 22 Een wielsensor van het ABS-systeem is defect. Wat kan het gevolg zijn voor het ABS-systeem en het remsysteem? A Het ABS-systeem en het remsysteem blijven gewoon werken. B Het ABS-systeem en het remsysteem werken niet meer. C Het ABS-systeem werkt niet meer, het remsysteem wel. D Het ABS-systeem blokkeert de handrem. GL-0681-a-16-1-o 12 / 28 lees verder

13 1p 23 Dit is een schema met enkele pneumatische onderdelen. Maak het schema af, zodat de snelheid van de uitgaande slag van de cilinder te regelen is. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. 1p 24 Van welk component is dit het symbool? A B C D van een hydraulische motor van een hydraulische pomp van een pneumatische motor van een pneumatische pomp GL-0681-a-16-1-o 13 / 28 lees verder

14 Hier zie je een symbool. Gebruik dit symbool voor de vragen 25 en 26. 1p 25 Welke formule hoort bij dit symbool? A a + b = Z B a * b = Z C a - b = Z D a / b = Z 1p 26 Vul de waarheidstabel bij het symbool verder in. Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. a b Z GL-0681-a-16-1-o 14 / 28 lees verder

15 1p 27 Gebruik je deze gereedschappen bij een remsysteem? Gebruik de uitwerkbijlage. wel niet GL-0681-a-16-1-o 15 / 28 lees verder

16 Hier zie je de tekening van een verlichtingssysteem. Gebruik dit schema bij de vragen 28 en 29. Legenda E1-E2 RAW L E11 achterlicht R E14 kentekenverlichting S1 contactslot E3-E4 RAW R E12 stadslicht R E15-E16 groot-/dimlicht L-R S8 lichtschakelaar E10 stadslicht L E13 achterlicht R H1-H2 controlelamp RAW S9 groot-/dimlichtschakelaar 1p 28 Stekkerverbinding 56b is losgegaan van S9. Welke verlichting brandt NIET meer? A het dimlicht B het grootlicht C de mistlampen voor D de kleinlichten 1p 29 S2 en S1 zijn ingeschakeld. Welk soort spanning meet je op 49a? A een continue gelijkspanning B een continue wisselspanning C een pulserende gelijkspanning D een pulserende wisselspanning GL-0681-a-16-1-o 16 / 28 lees verder

17 1p 30 Hier zie je een zuiger met zuigerveren. Wat is de taak van de onderste zuigerveer? A bij de opwaartse slag voor een hoge compressie-einddruk zorgen B bij de neerwaartse slag voor een hoge compressie-einddruk zorgen C bij de opwaartse slag voor het afschrapen van de olie zorgen D bij de neerwaartse slag voor het afschrapen van de olie zorgen 1p 31 Hier zie je een krukas. Wat is de taak van de ring op de krukas? A de axiale speling opvangen B de radiale speling opvangen C voor een directe smering zorgen D voor de olieafdichting zorgen 1p 32 Hier zie je een krukas. Hoeveel cilinders heeft de motor van deze krukas? GL-0681-a-16-1-o 17 / 28 lees verder

18 1p 33 Wat betekent rotatiefrequentie bij een motor? A de afgelegde weg per tijdseenheid B de warmteontwikkeling per tijdseenheid C het aantal omwentelingen per tijdseenheid D het energieverbruik per tijdseenheid 1p 34 Een 1-cilindermotor heeft een slagvolume van 400 cm 3. Het compressievolume is 40 cm 3. Hoe groot is de compressieverhouding (Ԑ)? Laat ook de berekening zien. 1p 35 Bij de distributie van een motor heeft het krukas-tandwiel 14 tanden. Dit krukas-tandwiel drijft het nokkenas-tandwiel aan. Hoeveel tanden heeft het nokkenas-tandwiel? 1p 36 Het motormanagement gebruikt actuatoren en sensoren. Zijn de onderdelen hieronder een actuator of een sensor? Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. brandstofpomp EGR-klep luchtmassameter actuator sensor 1p 37 Bij een 4-slag dieselmotor wordt brandstof ingespoten. Op welk moment gebeurt dat? A aan het begin van de arbeidsslag B aan het einde van de inlaatslag C aan het begin van de compressieslag D aan het einde van de compressieslag 1p 38 Een auto heeft een 2-cilinder 4-slagmotor. Na hoeveel krukas-graden is er bij deze motor een arbeidsslag? A na 720 graden B na 360 graden C na 180 graden D na 90 graden GL-0681-a-16-1-o 18 / 28 lees verder

19 1p 39 Je ziet hier het arbeidsdiagram van een 4-cilinder 4-slagmotor. Wat is de ontstekingsvolgorde van deze motor? Dit is een tekening van een commonrail-brandstofsysteem. Gebruik deze tekening bij de vragen 40 en 41. 1p 40 Welke nummers hebben het brandstoffilter en de inspuitpomp? Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. Het brandstoffilter is nummer: De inspuitpomp is nummer: 1p 41 Wat zijn de functies van de onderdelen 1 en 9? GL-0681-a-16-1-o 19 / 28 lees verder

20 1p 42 Hier zie je een doorsnede van een 4-slagmotor. De motor draait rechtsom. Aan welke slag begint de motor? 1p 43 Deze tekening laat een doorsnede van een sikkelpomp zien. De pomp draait rechtsom. Welke pijl geeft de perszijde aan? A pijl 1 B pijl 2 C pijl 3 D pijl 4 GL-0681-a-16-1-o 20 / 28 lees verder

21 1p 44 Hier zie je de onderzijde van een motor met een gedemonteerde carterpan. Er wordt hier een meting uitgevoerd. Wat wordt hier gemeten? A de afstand tussen krukas en motorblok B de afstand tussen kruktap en motorblok C de axiale krukasspeling D de radiale krukasspeling 1p 45 Hier zie je een doorsnede van een tweeslagmotor Wat is de naam van poort 2? A inlaatpoort B mengpoort C spoelpoort D uitlaatpoort GL-0681-a-16-1-o 21 / 28 lees verder

22 1p 46 Hoe worden de bewegende delen bij een tweeslagmotor gesmeerd? A door dry-sumpsmering B door lagers die met olie gevuld zijn C door de voorraad olie in het carter D door brandstof gemengd met olie 1p 47 Bij een 4-slagmotor zijn de inlaatkleppen groter dan de uitlaatkleppen. Waarom zijn de inlaatkleppen groter? A dan is de spoeling van de gassen beter B dan kunnen de inlaatkleppen beter koelen C voor een betere cilindervulling D voor een betere compressieverhouding 1p 48 Je ziet hier het schema van een motormanagementsysteem. Welk onderdeel controleert de aanwezigheid van zuurstof na de verbranding? Noteer het nummer van het onderdeel. 1p 49 Dit zijn de gegevens van een 6-cilindermotor: de slag is 75 mm, de boring is 80 mm. Bereken de totale cilinderinhoud (Vs) van deze motor in cm 3. Rond af op één decimaal. Laat ook de berekening zien. GL-0681-a-16-1-o 22 / 28 lees verder

23 1p 50 Welke motor heeft deze cilinderopstelling? A B C D een 6-cilinder boxermotor een 8-cilinder boxermotor een 6-cilinder V-motor een 8-cilinder V-motor 1p 51 Hier zie je een distributieoverbrenging. Wat is de draairichting van deze motor? Aan welk onderdeelnummer kun je dat zien? GL-0681-a-16-1-o 23 / 28 lees verder

24 1p 52 Hier zie je het compressiekaartje van een direct ingespoten benzinemotor. Cilinder 1 heeft een lagere compressie-einddruk dan de andere drie cilinders. Wat kan een oorzaak zijn van het compressieverlies van cilinder 1? A een verstopt luchtfilter B een lekke koppakking bij cilinder 1 C een verkeerd inspuitmoment van cilinder 1 D te weinig ingespoten brandstof bij cilinder 1 1p 53 Een katalysator zorgt ervoor dat schadelijke gassen omgezet worden in minder schadelijke gassen. Welk gas gaat de katalysator in en welk gas komt er weer uit? A HC gaat erin, H 2 O komt eruit. B O 2 gaat erin, HC komt eruit. C H 2 O gaat erin, NO x komt eruit. D N 2 gaat erin, HC komt eruit. GL-0681-a-16-1-o 24 / 28 lees verder

25 1p 54 Hier zie je vier verschillende meetgereedschappen Welk meetgereedschap gebruik je bij de metingen hieronder? Gebruik hiervoor de uitwerkbijlage. meting de klepspeling meten de dikte van klepstelplaatjes meten de cilinderslijtage meten nummer meetgereedschap GL-0681-a-16-1-o 25 / 28 lees verder

26 1p 55 Hier zie je het Sankey-diagram van een verbrandingsmotor. Beweging Brandstof 100% 5% Wrijving 30% Koeling Energie in een auto 40% Uitlaat Wat is het rendement van de motor? 1p 56 Waarvoor zorgt de thermostaat in een koelsysteem? A voor overdruk in het koelsysteem B dat de temperatuur niet te hoog wordt C dat de motor snel op bedrijfstemperatuur is D dat het interieur kan opwarmen 1p 57 Hier zie je het logo van de BOVAG. Wat doet deze brancheorganisatie? A BOVAG behartigt de belangen van autobedrijven. B BOVAG biedt technische cursussen aan in de autobranche. C BOVAG keurt auto s voor de apk. D BOVAG registreert de kilometerstanden van auto s. GL-0681-a-16-1-o 26 / 28 lees verder

27 1p 58 Van een auto zijn deze milieugegevens bekend: Milieu Brandstofverbruik binnen bebouwde kom Brandstofverbruik buiten bebouwde kom Brandstofverbruik gecombineerd CO2-uitsoot Roetuitstoot Energielabel Roetfilter 8,6 l/100km 4,8 l/100km 6,2 l/100km 163 g/km 20 mg/km B nee De auto legt buiten de bebouwde kom een afstand af van 150 km. De dieselprijs is 1,40. Wat zijn dan de brandstofkosten? Laat ook de berekening zien. 1p 59 In een garagebedrijf ontstaat brand onder de motorkap van een auto. Met welk blusmiddel moet je de brand blussen? A B C 1p 60 Een monteur gaat bij een voertuig de koppeling vervangen. Heeft hij daarvoor de documenten of informatie nodig die hieronder staan? Gebruik de uitwerkbijlage. de technische gegevens het apk-rapport een werkorder de tenaamstellingscode op het kentekenbewijs wel niet GL-0681-a-16-1-o 27 / 28 lees verder

28 1p 61 Een bedrijf moet zich houden aan de regels van de Arbowet. Zijn dit verplichtingen van de werknemer volgens de Arbowet? Gebruik de uitwerkbijlage. De werknemer wel niet moet de arbo-scholing organiseren moet de voorgeschreven veiligheidsmiddelen gebruiken moet gevaarlijke situaties melden bij de werkgever moet ongevallen melden bij de arbeidsinspectie 1p 62 Een computer heeft verschillende multimediatoepassingen. Zijn geluid, tekst en USB-poort multimediatoepassingen? Gebruik de uitwerkbijlage. geluid tekst USB-poort wel niet einde GL-0681-a-16-1-o 28 / 28 lees verder