Examenopgaven VMBO-KB 2004

Transcriptie

1 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 9:00-11:00 uur VOERTUIGENTECHNIEK CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Het gebruik van een symbolenboekje is toegestaan. Dit examen bestaat uit 59 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden o

2 Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Bij een KEUZE tussen vet gedrukte woorden moet je het JUISTE antwoord opschrijven. 1p 1 2p 2 1p 3 Noem twee taken van het luchtfilter. Noem twee typen luchtfilters. Afgebeeld is een cilinderkop. Hoeveel kleppen kunnen er per cilinder gemonteerd worden bij de bovenstaande cilinderkop? 1p 4 In de uitwerkbijlage is een variabel inlaatspruitstuk afgebeeld. Er zijn twee standen van de inlaatregelklep getekend. De motor draait bij zware belasting en een laag toerental. Kleur de juiste stand van de klep en geef met pijlen de luchtstroom aan o 2 ga naar de volgende pagina

3 2p 5 Welke tandwielen uit onderstaande figuur moeten bij het monteren 'op tijd' gezet worden? 2p 6 2p 7 1p 8 1p 9 1p 10 2p 11 1p 12 Noem drie voordelen van een distributieaandrijving met behulp van een tandriem ten opzichte van een distributieketting. Beantwoord de volgende vraag in de uitwerkbijlage. De overbrengverhouding van de krukas naar nokkenas is : omdat. Een cilinderkop wordt gevlakt en daarna gemonteerd. Wat is nu kleiner geworden? A de cilinderinhoud B de compressieruimte C het slagvolume Kleur in de afbeelding alle ruimten waar de systeemdruk heerst. Gebruik daarvoor de uitwerkbijlage. Waarom moet bij een koude start meer benzine ingespoten worden? Kleur in de afbeelding alle leidingen en slangen waar autogas door stroomt. Gebruik daarvoor de uitwerkbijlage. Wat verstaat men onder het 'vlokken' van dieselolie? o 3 ga naar de volgende pagina

4 1p 13 De afgebeelde injector is van een common rail inspuitsysteem. Waarom moet er bij aansluiting 1 een stekker aangesloten worden? 2p 14 1p 15 1p 16 Het is belangrijk dat een motor op bedrijfstemperatuur komt. Noem twee gevolgen voor de motor als deze niet op bedrijfstemperatuur komt. Wat is de juiste aanduiding voor de viscositeit van motorolie? A API SG/CD B DOT 4 C SAE 10W40 Waarom gebruikt men tegenwoordig steeds dunnere motorolie? o 4 ga naar de volgende pagina

5 Bekijk onderstaande afbeelding en beantwoord de vragen 17 en 18. a b & >1 L c 2p 17 1p 18 1p 19 2p 20 1p 21 Vul de waarheidstabel in. Gebruik daarvoor de uitwerkbijlage. Welke schakelformule hoort bij de afbeelding? A L = (a+b) c B L = a b+c C L = a+b+c D L = a b c Een auto staat stil. Het koppelingspedaal is ingetrapt. De motor draait stationair. Welke onderdelen draaien nu? A koppelingsplaat, prise-as, druklager B vliegwiel, drukgroep, druklager C vliegwiel, prise-as, koppelingsplaat Noem drie eigenschappen waaraan het materiaal van de koppelingsvoering moet voldoen. Welke functie heeft hulpgereedschap 1 in onderstaande afbeelding? o 5 ga naar de volgende pagina

6 Bekijk de onderstaande afbeelding en beantwoord de vragen 22 tot en met 24. 1p 22 1p 23 2p 24 Welk type koppeling is afgebeeld? A enkelvoudige droge plaatkoppeling B enkelvoudige natte plaatkoppeling C meervoudige droge plaatkoppeling D meervoudige natte plaatkoppeling De koppeling wordt mechanisch / hydraulisch bediend. Aan welk onderdeel is dit te zien? Kleur in de afbeelding het scharnierpunt van de koppelingshefboom. Gebruik daarvoor de uitwerkbijlage o 6 ga naar de volgende pagina

7 Bekijk de onderstaande afbeelding en beantwoord de vragen 25 tot en met 27. 1p 25 2p 26 1p 27 Welke tandwielen vormen de 2e versnelling? A A en F B B en G C C en H Tandwiel I is gekoppeld aan de hoofdas. De prise-as maakt 50 r/s. Bereken het toerental van de hoofdas. Laat ook de berekening zien. De overbrengverhouding van een andere versnelling is i = 1,3. Het draaimoment aan de prise-as is 100 Nm. Bereken het draaimoment aan de hoofdas. Laat ook de berekening zien o 7 ga naar de volgende pagina

8 Bekijk onderstaande afbeelding en beantwoord de vragen 28 tot en met 31. Afgebeeld is een exploded view van een schijfrem. 2p 28 1p 29 2p 30 3p 31 Welke twee functies heeft onderdeel 7? Van welk materiaal is onderdeel 5 gemaakt? A aluminium B gietijzer C roestvaststaal D rubber De remklauw heeft 1 / 2 remzuiger(s). Waaraan is dit te zien? Noem drie gereedschappen die gebruikt kunnen worden om de remblokken te demonteren en geef aan waarvoor ze worden gebruikt o 8 ga naar de volgende pagina

9 Bekijk de onderstaande afbeelding en beantwoord de vragen 32 en 33. Afgebeeld is een dwarsdoorsnede van een stuurhuis. 1p 32 1p 33 2p 34 1p 35 Het afgebeelde stuurhuis is een direct / indirect stuurhuis. Aan welke onderdelen is dit te zien? Hoe wordt de tandspeling bij bovenstaand stuurhuis verminderd? A door meer afstelringen tussen huis (1) en deksel (3) te monteren B door meer afstelringen tussen huis (1) en deksel (4) te monteren C door minder afstelringen tussen huis (1) en deksel (3) te monteren D door minder afstelringen tussen huis (1) en deksel (4) te monteren Noem drie situaties waarbij het differentieel in werking treedt. Als het linker dimlicht niet meer brandt, gaat er op het dashboard een lampje branden. De signaalgever in de koplampunit is een A LDR. B LED. C NTC. 1p 36 In welke figuur is de koudste bougie afgebeeld? A figuur 1 B figuur 2 C figuur o 9 ga naar de volgende pagina

10 2p 37 1p 38 1p 39 1p 40 Noem twee voorbeelden van een EN-schakeling in een verlichtingsysteem of in een signaleringssysteem. Welke functie heeft de primaire spoel in de bobine? Waarom is een toerenteller noodzakelijk bij het controleren van het ontstekingstijdstip? Welke functie hebben gordelspanners? 2p 41 De claxons mogen alléén werken als het contact aan staat. Maak het schema compleet met behulp van het relais. Gebruik daarvoor de uitwerkbijlage o 10 ga naar de volgende pagina

11 1p 42 Welke functie heeft de compressor in onderstaand systeem? Bekijk onderstaande afbeelding en beantwoord de vragen 43 en 44. 1p 43 1p 44 Wat is de volledige naam van component A? Maak het schema compleet zodat de lamp gaat branden als de schakelaar wordt gesloten. Gebruik daarvoor de uitwerkbijlage o 11 ga naar de volgende pagina

12 2p 45 Beantwoord de volgende vraag in de uitwerkbijlage. Afgebeeld is een sensor. De in figuur 1 afgebeelde sensor is een sensor, waarvan het signaal (zie figuur 2) wordt gemeten met een. 1p 46 2p 47 Het vermogen van de dynamo moet worden berekend. Zet de namen van de meters die nodig zijn bij de cirkels zodat het vermogen uit de meting berekend kan worden. Gebruik daarvoor de uitwerkbijlage. De inwendige weerstand van een accu mag volgens fabrieksopgave maximaal 0,02 ohm bedragen. Het spanningsverlies blijkt 4 volt te zijn bij een stroomafname van 125 ampère. Laat met behulp van een berekening zien of deze accu voldoet aan de fabrieksgegevens en vermeld je conclusie o 12 ga naar de volgende pagina

13 1p 48 De auto vertoont uitsluitend de drie volgende mankementen: - de motor heeft geen topvermogen; - de motor houdt in bij acceleratie; - het stationair toerental is niet in orde. Wat zou volgens bovenstaande tabel de oorzaak kunnen zijn? A CO-percentage (vol.) te laag B gasklepschakelaar onjuist afgesteld of defect C luchthoeveelheidsmeter defect D regeleenheid defect o 13 ga naar de volgende pagina

14 1 Brandstoftank 15 Contactslot 2 Elektrische brandstofpomp 16 Hoofdrelais 3 Brandstoffilter 17 Pomprelais 4 Verdeelbuis 18 Stroomverdeler 5 Inspuitdrukregelaar 19 Bougie 6 Luchtmeter 20 Bobine 7 Luchttemperatuurvoeler 21 Inspuitverdeler 8 Gasklepschakelaar 22 Koudestartverstuiver 9 Koelvloeistoftemperatuurvoeler 23 Thermotijdschakelaar 10 Elektronische regeleenheid 24 Extra-luchtschuif 11 Ontstekingssensor 25 Stelschroef CO-percentage 12 Toerentalsensor 26 Stelschroef stationair toerental 13 Vliegwiel 27 Smoorklep 14 Accu 2p 49 1p 50 Noem de elektrische signaalgevers. Waarom moet de kabel van de accu naar de startmotor zo dik worden uitgevoerd? A De startmotor heeft een hoge spanning nodig. B De startmotor heeft een hoge weerstand. C De startmotor vraagt veel stroom o 14 ga naar de volgende pagina

15 1p 51 Een Daihatsu Charade is 48 maanden oud, heeft kilometer gereden en komt voor onderhoud naar de garage. Het onderhoudsschema is altijd goed uitgevoerd. Welke filters moeten dan vervangen worden? Let op: De laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina! o 15 ga naar de volgende pagina

16 1p 52 1p 53 2p 54 1p 55 2p 56 2p 57 1p 58 1p 59 Er is brand ontstaan in een ruimte van een garage. Hoe kun je de zuurstoftoevoer verminderen? In een garagebedrijf werken mannen en vrouwen. Hoe kan er rekening gehouden worden met verschillen tussen mannen en vrouwen? Noem twee voorbeelden. Twee collega s moeten samen een reparatie uitvoeren. Noem twee voorwaarden die van belang zijn voor een goede samenwerking. Er wordt kritiek gegeven op de werkwijze van een werknemer. Noem twee zaken waarop de werknemer moet letten bij zijn reactie. Een monteur krijgt een reparatie-opdracht van de werkplaatschef. Voor hij ermee begint, zal hij de werkzaamheden voor zichzelf moeten voorbereiden. Noem drie zaken waar de monteur aan moet denken. In een garagebedrijf zijn computers met elkaar verbonden via een netwerk. Noem twee voorbeelden van gegevens die de monteur op zijn werkplek kan opzoeken of invoeren. De werkplaatschef en servicemanager maken gebruik van het internet. Noem twee voorbeelden waarvoor zij internet kunnen gebruiken. Waaraan is het verschil te zien tussen een internetadres en een adres? Noem één verschil o* 16 einde