Eerste Kamer der Staten Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eerste Kamer der Staten Generaal"

Transcriptie

1 Eerste Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar Nr. 33a Verlaging van de leeftijd waarop aan notarissen ontslag wordt verleend MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 21 november 1983 Het voorlopig verslag, dat de vaste Commissie voor Justitie over het voorliggende wetsontwerp heeft uitgebracht, geeft mij aanleiding tot de volgende opmerkingen. De leden van de fractie van het C.D.A. merkten op, dat zij behoudens enkele hieronder weer te geven vragen en kanttekeningen wel met de hoofdlijnen van het ontwerp konden instemmen. Ook de leden van de P.v.d.A.-fractie konden zich wel verenigen met de verlaging van de leeftijd waarop aan notarissen ontslag wordt verleend. Zij waren het echter niet eens met een deel van de motivering zoals die in de memorie van toelichting wordt gegeven. In dit verslag zullen zij daarop nader ingaan. De leden van de fractie van de V.V.D vroegen, of het voorstel niet te zeer van de gedachte uitgaat dat notarissen formeel ambtenaren zijn wier rechtspositie bij de wet geregeld kan worden. Zou niet meer rekening gehouden moeten worden met het feit dat het hier materieel gaat om een vrije beroepsgroep? Hoe past overigens de inperking, die deze wet betrokkenen oplegt, in het dereguleringsstreven van dit kabinet? Ik wijs erop dat in het onderhavige wetsontwerp vanzelfsprekend niet kan worden voorbijgegaan aan het gegeven dat notarissen op grond van de artikelen 1 en 2 van de Wet op het notarisambt door de Koning benoemde ambtenaren zijn, aan wier ambtsuitoefening bij de wet een leeftijdsgrens is gesteld. Los daarvan staat dat de voorgestelde verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd van notarissen voortvloeit uit de in het maatschappelijk leven algemeen aanvaarde en wenselijk geachte ontwikkeling om bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd met pensioen te gaan. Zoals in de memorie van toelichting (blz. 2) is uiteengezet, ligt immers aan de voorgestelde verlaging van de notariële ontslag leeftijd de gedachte ten grondslag dat nu de leeftijd van 65 jaar in het algemeen in het maatschappelijk leven als de meest geschikte leeftijdsgrens voor pensionering wordt aangemerkt en pensionering op deze leeftijd in de praktijk ook regel is, het wenselijk is dat ook de verplichte pensioengerechtigde leeftijd voor notarissen wordt gesteld op de algemeen gebruikelijke pensioenleeftijd doen zich niet voor. Nu in het onderhavige wetsontwerp de pensioengerechtigde leeftijd voor notarissen wordt afgestemd op de in het algemeen - ook in het vrije beroep - gebruikelijke leeftijd voor pensionering zie ik, gelet ook op het Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 33a 1

2 hierboven geschetste wettelijke kader waarin het notarisambt is geregeld, niet in dat in het voorliggende wetsontwerp met het bijzondere karakter van het notarisambt nog anderszinds rekening zou kunnen worden gehouden. De voorgestelde verlaging van de ontslagleeftijd is naar mijn mening niet in strijd met het dereguleringsstreven. Immers de verlaging van de ontslagleeftijd van notarissen leidt niet tot extra regels. Bovendien heeft dit wetsontwerp een harmoniserend effect in die zin dat de verplichte pensioengerechtigde leeftijd voor notarissen wordt aangepast aan de algemeen gebruikelijke leeftijd voor pensionering. De leden van de fractie van het C.D.A. haalden de passages in de memorie van toelichting aan, waarin wordt gewezen op de plicht voor de werkgever de door de oorspronkelijke, nu te wijzigen rechtsregels gewekte verwachtingen zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te honoreren. In het voorstel is daartoe een overgangsregeling (artikel II) opgenomen waarin het tweede lid bepaalt dat een notaris die vóór 1978 is benoemd, de gelegenheid krijgt een 20-jarige ambtstermijn vol te maken, zij het dat het ontslag in ieder geval wordt gegeven bij het bereiken van de 70-jarige leeftijd. Deze overgangsbepaling geldt niet voor alle nog onder de huidige wetgeving benoemde notarissen, doch is beperkt tot de notarissen die vóór 1 januari 1978 zijn benoemd, zulks «omdat de algemene vergadering van de broederschap in 1977 heeft besloten een ontslagleeftijd van 65 jaar aan te bevelen». Is het principieel juist dat verwachtingen die - zoals vaststaat - ontleend kunnen worden aan een wettelijke regel, welke verwachtingen de wetgever ook wenst te honoreren, ten dele beperkt c.q. teniet gedaan worden door handelen van een niet tot de wetgevende macht behorende derde, in casu de broederschap? Is het teniet doen c.q. beperken van gestelde verwachtingen niet voorbehouden aan de persoon of instantie die ook de bevoegdheid had die verwachtingen te wekken? Had niet alleen de wetgever hier verwachtingen te wekken? Had niet alleen de wetgever hier verwachtingen teniet kunnen doen? En bovendien, indien het tweede lid zodanig zou zijn geredigeerd dat het daar gestelde had gegolden voor alle onder de oude wetgeving benoemde notarissen zouden slechts 39 na 1978 benoemde notarissen ouder dan 45 jaar, eveneens een 20-jarige ambtstermijn hebben kunnen volmaken. Aan de strekking van de gehele wet zou daardoor in de ogen van de leden van de C.D.A.-fractie nauwelijks afbreuk zijn gedaan. In tegenstelling tot de leden van de C.D.A.-fractie ben ik van mening dat van een beperken c.q. teniet doen van verwachtingen door het handelen van de notariële broederschap geen sprake is. In de memorie van toelichting (blz. 1) is uiteengezet op welke wijze het voorstel tot verlaging van de ontslagleeftijd aan de orde is gesteld binnen de Koninklijke Notariële Broederschap. Na uitvoerige bespreking in de ringvergaderingen is het voorstel tot verlaging van de ontslagleeftijd in stemming gebracht op de algemene vergadering van 23 september Uit de notulen van deze vergadering blijkt dat een meerderheid van de aanwezige leden instemde met de voorgestelde verlaging en de daaraan gekoppelde overgangsregeling met een looptijd van vier jaar. Naar aanleiding van de resultaten van de algemene vergadering heeft het hoofdbestuur van de Koninklijke Broederschap zich bij brief van 14 juli 1978 gewend tot de toenmalige Minister van Justitie met het verzoek te bevorderen dat een wijziging van de Wet op het notarisambt wordt bewerkstelligd in die zin dat de leeftijdsgrens voor het notarisambt op 65 jaar gesteld wordt, een en ander met inachtneming van een overgangsregeling gedurende vijf jaar. Tot zover reikt de betrokkenheid van de Koninklijke Notariële Broederschap bij het thans voorliggende wetsontwerp. Aangetekend zij dat de in artikel II vervatte overgangsregeling beperkt van opzet is gehouden ten einde te voorkomen dat de verlaging van de ontslagleeftijd eerst na vele jaren zijn effect zou hebben. Anderzijds kan evenwel niet worden voorbijgegaan aan het feit, dat vele notarissen ten tijde van hun benoeming redelijkerwijs mochten aannemen dat zij tot hun zeventigjarige leeftijd hun functie zouden kunnen uitoefenen. Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 33a 2

3 Ten einde aan deze verwachtingen tegemoet te komen, is de in het tweede lid van artikel II vervatte overgangsregeling van toepassing op de notarissen die voor 1 januari 1978 zijn benoemd. De overgangsregeling is tot dit tijdstip beperkt omdat de notarissen die na 1 januari 1978 zijn benoemd en derhalve bekend waren met het op 23 september 1977 genomen besluit van de algemene vergadering van de broederschap om een ontslagleeftijd van 65 jaar aan te bevelen, redelijkerwijs rekening konden houden met de mogelijkheid dat de ontslagleeftijd op 65 jaar zou worden gesteld. Uit het vorenstaande blijkt dat de betrokkenheid van de notariële broederschap bij de verlaging van de ontslagleeftijd geheel los staat van de wijze waarop in de overgangsregeling rekening is gehouden met de bij sommige notarissen bestaande verwachtingen. Uitbreiding van de in het tweede lid van artikel II voorziene overgangsregeling in de door de C.D.A.-fractie voorgestelde zin (de overgangsregeling is van toepassing op alle onder de huidige regeling benoemde notarissen) zou ertoe leiden dat 37 van de 237, na 1 januari 1978 benoemde, notarissen, na het bereiken van de 65-jarige leeftijd in functie zouden mogen blijven om een twintigjarige ambtstermijn te kunnen volmaken. Afgezien van het feit dat het hier ongeveer 19% betreft van het totale aantal notarissen dat na 1 januari 1978 is benoemd, zie ik niet in waarom de overgangsregeling ook van toepassing zou moeten zijn op deze notarissen, die - bekend met het besluit van de algemene vergadering van de broederschap - ten tijde van hun benoeming redelijkerwijs ervan konden uitgaan dat de verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd binnen afzienbare tijd gerealiseerd zou worden. De door de C.D.A.-fractie voorgestelde, uitgebreidere overgangsregeling zou er, gelet ook op het aantal notarissen dat na het bereiken van de vijfenzestigjarige leeftijd nog in functie zou mogen blijven, toe leiden dat de met de verlaging beoogde doorstroming naar het notarisambt zou worden vertraagd. Ik acht dit ook uit een oogpunt van bevordering van de werkgelegenheid niet wenselijk. De leden van de S.G.P.-fractie lazen op bladzijde 2 van de memorie van toelichting, dat er bezwaarschriften van zesenveertig notarissen zijn ontvangen ten departemente. Inmiddels - dus op het moment van schrijven van de toelichting - hadden vijftien van hen ontslag gevraagd en verkregen. De volgende alinea op de eerdergenoemde bladzijde 2 van de memorie van toelichting vermeldt, zo stelden de leden van de S.G.P.-fractie, dat aan hun belangrijkste bezwaar, namelijk «dat zij er ten tijde van hun benoeming rederlijkerwijs van uit konden gaan dat zij tot hun zeventigste jaar hun ambt konden uitoefenen en dat zij op basis van die ontslagleeftijd hun financiële verplichtingen hadden aangegaan», was tegemoet gekomen met het tweede lid van artikel II. Is in de tussentijd het aantal bezwaarden nog verder afgenomen? Hoevelen van hen zijn nu nog over? Zijn er - nu de bewindsman hun naar zijn mening in belangrijke mate is tegemoet gekomen - nog relevante bezwaren over en zo ja, waaruit bestaan die, zo vroegen de leden van de S.G.P.-fractie. Van de 46 notarissen, die bij het Ministerie van Justitie bezwaarschriften hadden ingediend, zijn er thans nog 30 in functie. Aan 16 van deze notarissen is inmiddels ontslag verleend. Afgezien van de hierboven weergegeven bezwaren, waaraan door het tweede lid van de overgangsbepaling wordt tegemoet gekomen, is mij in de bezwaarschriften niet van andere relevante bezwaren gebleken. De leden van de fractie van het C.D.A. was het opgevallen, dat in de wet Afschaffing van de bijzondere functionele leeftijdsgrens van hoogleraren (etc.) (17 544) wel wordt uitgegaan vaneen vijfentwintigjarige ambtsperiode, terwijl een amendement van dezelfde strekking in het onderhavige wetsvoorstel werd afgewezen. Is hier geen sprake van rechtsongelijkheid, of moeten deze leden aannemen, dat er zulke verschillen tussen beide categorieën bestaan, dat eerder een redenering «a contrario» op zijn plaats is en ook is gevolgd? Zoals in de memorie van toelichting (blz. 6) is uiteengezet, is in de artikel II voorziene overgangsregeling een ambtstermijn van twintig jaar gesteld. Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 33a 3

4 Uitgangspunt daarbij is dat, gelet op de gemiddelde benoemingsleeftijd, een notaris, die thans 65 jaar is, een gemiddelde ambtstermijn van 20 jaar zal hebben. Er kunnen natuurlijk notarissen zijn, die een kortere ambtstermijn hebben bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. De overgangsregeling is gericht deze notarissen, die op grond van de thans geldende ontslagleeftijd ervan zijn uitgegaan dat zij tot hun zeventigste jaar hun ambt kunnen uitoefenen en zo een redelijk aantal dienstjaren kunnen opbouwen, zoveel mogelijk de gelegenheid te geven om alsnog na het bereiken van de 65-jarige leeftijd een twintigjarige ambtstermijn vol te maken. Met betrekking tot de in voornoemde wet van 22 juni 1983, Stb. 323, voorziene overgangsregeling, zij erop gewezen dat in tegenstelling tot het overheidspensioen van hoogleraren en lectoren, voor de opbouw van het notarieel pensioen alleen de dienstjaren tellen die men heeft bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Na het bereiken van de 65-jarige leeftijd vindt geen rechteopbouw meer plaats. Op 65-jarige leeftijd kan thans het maximale ouderdomspensioen worden bereikt (zie artikel 7 van het pensioenreglement van de stichting notarieel pensioenfonds). Daarbij komt dat ingevolge artikel 7, tweede lid, van voornoemd Pensioenreglement de diensttijd na het eenenveertigste levensjaar wordt gerekend diensttijd als notaris te zijn. Voor de opbouw van het notarieel pensioen is het derhalve van weinig betekenis of men de dienstjaren als notaris of kandidaat-notaris heeft opgebouwd, zij het dat het maximale notariële ouderdomspensioen eerder bereikt kan worden indien op jongere leeftijd de benoeming plaatsvindt. Voor de opbouw van het overheidspensioen van hoogleraren en lectoren waren daarentegen ook de dienstjaren na het bereiken van de 65-jarige leeftijd van belang. In verband daarmede is in de overgangsregeling bij voornoemd wetsontwerp rekening gehouden met degenen die nog weinig overheidspensioenjaren hebben opgebouwd. Het vorenstaande geeft aan dat er duidelijke verschillen bestaan tussen de wijze waarop het notariële pensioen wordt opgebouwd en de opbouw van het overheidspensioen voor hoogleraren en lectoren. De betreffende overgangsregelingen zijn dan ook afgestemd op deze bijzondere aspecten van de pensioenopbouw van deze beroepsgroepen. Dit heeft geleid tot verschillende inrichting van de overgangsregeling. Van rechtsongelijkheid is dan ook geen sprake. De leden van de fractie van de P.v.d.A. betoonden zich oneens met een deel van de motivering, zoals deze op bladzijde vier van de memorie wordt gegeven. Tegen het advies van de Raad van State in, die bedoelde motivering even onjuist als onhoffelijk noemde, persisteerde de staatssecretaris: «In dit verband wordt in de memorie van toelichting erop gewezen dat de notaris - wil hij zijn ambt naar behoren kunnen uitoefenen - op de hoogte zal moeten zijn van de grote hoeveelheden jurisprudentie en literatuur, de talrijke ontwikkelingen daarin, alsmede van de vele nieuwe wetten en wetswijzigingen, die zijn vakgebied raken». (Nader rapport aan de Koningin, blz. 6). De leden hier aan het woord zouden willen vernemen of deze motivering naar analogie ook van toepassing is op bij voorbeeld de leden van de rechterlijke macht, de deurwaarders en advocaten. Ik wijs er in dit verband op dat naar aanleiding van het advies van de Raad van State de eerste drie alinea's van het Hoofdstuk «Redenen voor verplichte pensionering met 65 jaar en daartegen ingebrachte bezwaren» in belangrijke mate zijn gewijzigd. In zijn advies heeft de Raad van State te kennen gegeven dat het kennelijk ontbreken van de noodzakelijke flexibiliteit bij notarissen, die ouder zijn dan 65 jaar, een motivering is die in haar algemeenheid even onjuist als onhoffelijk is. In het nader rapport is uiteengezet wat de achtergrond is van de in de eerste drie alinea's van hoofdstuk 2 weergegeven overwegingen voor de voorgestelde verlaging van de ontslagleeftijd. Voor zover in deze passage Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 33a 4

5 ten onrechte de indruk zou worden gewekt dat bij de verlaging van de ontslagleeftijd is uitgegaan van de premisse dat in het algemeen de jongere notaris beter en adequater reageert op de snelle ontwikkelingen in zijn vakgebied dan zijn oudere collega's, zijn de eerste drie alinea's van hoofdstuk 2 gewijzigd. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State is in de memorie van toelichting duidelijker tot uitdrukking gebracht welke overwegingen aan de voorgestelde verlaging van de ontslagleeftijd ten grondslag liggen. In de huidige eerste twee alinea's van hoofdstuk 2 is ten einde ieder misverstand te voorkomen uiteengezet dat de omstandigheid dat de leeftijd van 65 jaar in het algemeen in het maatschappelijk leven als de meest geschikte leeftijdsgrens voor pensionering wordt aanvaard en pensionering op deze leeftijd in de praktijk ook regel is, grond is voor verlaging van de ontslagleeftijd. In de huidige tweede alinea is voorts aangegeven hoe complex het notarisambt is. In dat verband wordt erop gewezen dat het hoge tempo van de maatschappelijke ontwikkelingen, die ook hun weerslag op juridisch-notarieel gebied hebben, een grote mate van flexibiliteit vereist. Voorts wordt gewezen op de door de Commissie Verplichte Pensionering gesignaleerde grote hoeveelheid jurisprudentie en literatuur en de vele ontwikkelingen en veranderingen daarin alsmede de grote hoeveelheid nieuwe wetten en wetswijzigingen, die het notariële werkveld regarderen. Met deze passages is alleen bedoeld aan te geven wat een goede uitoefening van het notarisambt met zich brengt. Hieruit moet evenwel niet - zoals de leden van de P.v.d.A.-fractie menen - worden afgeleid dat de verlaging van de ontslagleeftijd is gebaseerd op de gedachte dat oudere notarissen niet meer in staat geacht moeten worden hun beroep naar behoren uit te oefenen. Evenals voor de notarissen geldt ook voor de leden van de rechterlijke macht, de deurwaarders en de advocaten - dit geldt overigens voor alle beroepsbeoefenaren - dat zij, wil men zijn ambt naar behoren uitoefenen, op de hoogte moet zijn van de ontwikkelingen in zijn vakgebied. Daarbij is de leeftijd volstrekt niet relevant. «Aan de voorgestelde verlaging van de leeftijdsgrens ligt de gedachte ten grondslag dat nu de leeftijd van 65 jaar in het algemeen in het maatschappelijk leven als de meest geschikte leeftijdsgrens voor pensionering wordt aanvaard en pensionering op deze leeftijd in de praktijk ook regel is, de leeftijd, waarop aan notarissen ontslag wordt verleend, daaraan dient te worden aangepast», zo vervolgt de staatssecretaris in het eerder aangehaalde nader rapport. De leden van de P.v.d.A.-fractie konden zich daarmee wel verenigen. Nu zowel voor hoogleraren als voor notarissen de leeftijd waarop zij kunnen worden ontslagen is danwei, na aanneming van dit voorstel, wordt verlaagd tot 65 jaar, blijven onder andere de leden van de rechterlijke macht en de deurwaarders tot de uitzonderingen behoren. Heeft de staatssecretaris het voornemen deze leeftijdsgrens ook voor hen te verlagen, zo vroegen deze leden. Zo ja, op welke termijn kan dan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet R.O. worden tegemoet gezien, c.q. wordt artikel 29 Deurwaardersreglement aangepast? Zo nee, waarom niet? De verlaging van de ontslagleeftijd voor de zittende magistratuur is door vorige kabinetten onder ogen gezien, aanvankelijk in samenhang met de verlaging van de ontslagleeftijd voor hoogleraren. Aan de verlaging van de ontslagleeftijd voor de zittende magistratuur waren evenwel zodanige bezwaren verbonden - met name de tekorten bij de rechterlijke macht die bij verlaging van de ontslagleeftijd ontoelaatbaar zouden toenemen - dat in 1982 is besloten daarvan voorshands af te zien. Wat de deurwaarders betreft is verlaging van de ontslagleeftijd nog niet eerder aan de orde gesteld. In het kader van de herziening van de regelgeving voor deurwaarders, waaraan op het Ministerie van Justitie thans wordt gewerkt, zal hieraan evenwel ook aandacht worden geschonken. Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 33a 5

6 De leden van de V.V.D.-fractie wilden gaarne een overzicht ontvangen waarin voor de vóór 1 januari 1978 benoemde en thans nog zittende notarissen wordt aangegeven hoeveel van hen op de uit het onderhavige wetsvoorstel voortvloeiende ontslagdatum - echter zonder de 20-jarenregeling van artikel II, tweede lid mee te rekenen - minder dan 20, 21, 22, 23, 24, 25 dan wel meer dan 25 pensioenjaren als notaris zullen hebben opgebouwd? Tevens ontvingen zij gaarne een overzicht waaruit blijkt hoeveel notarissen maximaal één jaar later, dan wel maximaal 2, 3, 4 of 5 jaren later ontslagen zullen worden op grond van artikel II, tweede lid, alsmede hoeveel dat voor elk van deze mogelijke uitstelperioden geweest zouden zijn als in artikel II, tweede lid, 25 jaar had gestaan in plaats van 20. Het aantal notarissen dat voor 1 januari 1978 is benoemd en thans nog in functie is, bedraagt 582. Het aantal notarissen, dat op de uit het eerste lid van artikel II voortvloeiende ontslagdatum minder dan 20 dienstjaren als notaris heeft, is 116; 37 notarissen hebben minder dan 21 dienstjaren; 43 notarissen minder dan 22 dienstjaren; 42 notarissen minder dan 23 dienstjaren; 43 notarissen minder dan 24 dienstjaren; 52 notarissen minder dan 25 dienstjaren. 249 notarissen hebben meer dan 25 dienstjaren op het in het eerste lid van artikel II voorziene tijdstip van ontslag. Overigens wijs ik erop dat ingevolge artikel 7, tweede lid, van het Pensioenreglement van de Stichting Notarieel Pensioenfonds de diensttijd na het eenenveertigste jaar steeds gerekend wordt diensttijd als notaris te zijn. Na het eenenveertigste jaar maakt het voor de opbouw van het notarieel pensioen dus niet uit of men notaris is. Op grond van de in het tweede lid van artikel II voorziene overgangsregeling worden 23 notarissen maximaal één jaar later ontslagen; 15 notarissen 2 jaar later; 7 notarissen 3 jaar later; 4 notarissen 4 jaar later en 67 notarissen maximaal 5 jaar later. Zou de in het tweede lid van artikel II voorziene termijn 25 jaar zijn dan zouden 67 notarissen maximaal 1 jaar later worden ontslagen; 56 notarissen 2 jaar later; 51 notarissen 3 jaar later; 54 notarissen 4 jaar later en 105 notarissen 5 jaar later. De staatssecretaris van Justitie, V. H. M. Korte-van Hemel Eerste Kamer, vergaderjaar , , nr. 33a 6

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 960 Intrekking van het Besluit van 13 september 1945, houdende vaststelling van een leeftijdsgrens voor het vervullen van openbare functies

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 481 Nieuwe regeling voor verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling (Wet verplichte beroepspensioenregeling) B VOORLOPIG VERSLAG VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1984-1985 Nr. 145b 16833 Wijziging van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1977,494) NADERE MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 14 mei 1985

Nadere informatie

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Koningin Directie Algemene Fiscale Politiek Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Ons kenmerk AFP2011/642

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 810 Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met het inrichten van een fonds voor niet verhaalbare noodzakelijke kosten voor de continuïteit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1986-1987 Nr. 174d 19638 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds BRIEF VAN

Nadere informatie

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 800 Wijziging van de Auteurswet in verband met de afschaffing van bescherming van geschriften zonder oorspronkelijk karakter of persoonlijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 222 Wet van 25 mei 2009 tot wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 419 Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met de uitbreiding van de nationaliteitseis voor benoeming tot notaris tot personen met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 23066 Wijziging van de Brandweerwet 1985 in verband met de oprichting van het Nederlands bureau brandweerexamens ADVIES RAAD VAN STATE Aan de Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 569 Wijziging van de Wet op het notarisambt en enkele andere wetten in verband met onder meer een gewijzigde regeling van de legalisatie van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 768 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 99 Besluit van 17 februari 2007 tot wijziging van het Rechtspositiebesluit burgemeesters, het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 378 Besluit van 1 augustus 1995 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (aanvulling invaliditeitspensioen bij door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23440 Aanpassing van de vergoeding van verblijfkosten van leden van de Tweede Kamer en enige andere wijzigingen van de Wet schadeloosstelling leden

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de modernisering van het loopbaanbeleid en de introductie van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 075 Voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot wijziging van het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945, het urgerlijk Wetboek en enkele

Nadere informatie

Datum 31 januari Betreft Nota van wijziging Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33046)

Datum 31 januari Betreft Nota van wijziging Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33046) > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

' Zie de brief van deze organisaties van 2 november 1999 aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

' Zie de brief van deze organisaties van 2 november 1999 aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stichting van de Arbeid Pens./1253 Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Den Haag : 8 februari 2000 Ons kenmerk : S.A. 00.02835/K Uwkenmeik : SV/VP/99/68981

Nadere informatie

Notitie. 1. Inleiding

Notitie. 1. Inleiding Aan CAO coördinatieoverleg Van Anja Jongbloed, hoofdbestuurder Willem Noordman, hoofdbestuurder Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 14 december

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/GSV/01/52463 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 385 Wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot het spoedshalve tuchtrechtelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 924 Regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap) B ADVIES

Nadere informatie

~dviesaanvraag i.v.m. wijziging Kiesbesluit

~dviesaanvraag i.v.m. wijziging Kiesbesluit Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 27 oktober 2000 Ons kenmerk CWOO/U91698 De Kiesraad Postbus 2001 1 2500 EA Den Haag Onderdeel directie Constitutionele Zaken en Wetgeving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 498 Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de wijziging van de systematiek van de herbeoordelingen (Wet wijziging systematiek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

No.W06.15.0073/III 's-gravenhage, 1 mei 2015

No.W06.15.0073/III 's-gravenhage, 1 mei 2015 ... No.W06.15.0073/III 's-gravenhage, 1 mei 2015 Bij Kabinetsmissive van 18 maart 2015, no.2015000453, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 832 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de aanwijzingsvoorwaarden voor deelneming in het ABP Nr. 3 Het advies

Nadere informatie

2 Vergaderjaar

2 Vergaderjaar T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL 2 Vergaderjaar 2005-2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M Directie Directe Belastingen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 16 november 2007 DB 2007-00589 M Onderwerp Vrijwillige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 268 Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met afschaffing van de vervolguitkering Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten

Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van pensioenrechten Vennootschapsbelasting. Pensioen; knip in de opbouw van Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein winstbelastingen Besluit van 26 juni 2003, nr. CPP2003/1406M De directeur-generaal

Nadere informatie

WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL. 1. Inleiding

WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL. 1. Inleiding WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL 1. Inleiding In het regeerakkoord dat is gesloten tussen CDA en VVD staat op bladzijde 6: In een taalwet worden de gelijke rechten van de Nederlandse taal en de Friese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/246

Rapport. Datum: 21 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/246 Rapport Datum: 21 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/246 2 Klacht Op 2 mei 2002 heeft de Nationale ombudsman besloten een onderzoek uit eigen beweging in te stellen naar een gedraging van het Centrum voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 202 203 33 426 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met de verspreiding van televisie- en radioprogrammakanalen door middel van omroepnetwerken en omroepzenders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 009 00 3 40 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 00) Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT Hieronder zijn

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Datum 8 oktober 2019 Betreft Beantwoording Kamervragen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 414 Voorstel van wet van het lid Klein tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet en de Participatiewet in verband met de introductie van de

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel toegelaten tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken De voorzitter van het overleg met de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 200 20 32 500 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 20 F BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 565 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement Bijlage B Overzicht maximum pensioengevend salaris, grenssalaris, franchise en maximum uitkeringsloon WIA: Datum Maximum pensioengevend salaris Grenssalaris Franchise Maximum uitkeringsloon WIA 1 januari

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam INHOUD Inleidende bepalingen Artikel 1. Aanvullende pensioenregeling 1 Artikel 2. Deelnemerschap 1 Artikel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Koser Kaya

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Koser Kaya De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 073 Wet houdende een nieuwe regeling voor verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds (Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag

Nadere informatie

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 141 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 404 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21479 Herziening van het ontslagrecht B ADVIES RAAD VAN STATE Aan de Koningin 's-gravenhage, 14 november 1989 NADER RAPPORT Aan de Koningin 's-gravenhage,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 16 972 Wijziging van de Wegenverkeerswet (Verlenging geldigheidsduur rijbewijzen) NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET EINDVERSLAG Ontvangen 29 oktober

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 193 (R 1658) Wijziging van de bepalingen ten aanzien van octrooigemachtigden in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 B ADVIES RAAD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 125 Besluit van 10 maart 2015, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, en tot

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

: de werknemer die deelnemer is in de pensioenregeling van het pensioenfonds. : de Centrale Ondernemingsraad Wolters Kluwer Holding Nederland b.v.

: de werknemer die deelnemer is in de pensioenregeling van het pensioenfonds. : de Centrale Ondernemingsraad Wolters Kluwer Holding Nederland b.v. In werking 01-01-2017 Artikel 1. Begripsbepalingen De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van de Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland zijn van overeenkomstige toepassing

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Parlementaire geschiedenis. Beslagvrije voet met terugwerkende kracht aanpassen (art. 475d lid 7 Rv) Van 1 april 1991 tot heden

Parlementaire geschiedenis. Beslagvrije voet met terugwerkende kracht aanpassen (art. 475d lid 7 Rv) Van 1 april 1991 tot heden Parlementaire geschiedenis Beslagvrije voet met terugwerkende kracht aanpassen (art. 475d lid 7 Rv) Van 1 april 1991 tot heden Van 1 april 1991 tot heden Wettekst 1 Art. 475d lid 5 Rv De beslagvrije voet

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083

Rapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083 Rapport Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083 2 Klacht Op 11 juli 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Amerongen, met een klacht over een gedraging van de griffie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 632 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering en enige andere onderwerpen)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 Rapport Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 2 Klacht Op 30 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de Werkgroep Stop Overlast Seppe te Sint Willebrord, ingediend door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 010 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet medezeggenschap op scholen en de Wet voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21221 Algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 17 december 1990 Het voorstel van wet wordt

Nadere informatie

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-772 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 maart 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 036 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 947 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (arbeidsvoorwaarden sector Rechterlijke Macht 1997/99) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950; Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten Dit besluit is een herziening van het besluit

Nadere informatie

Advies. Gemeenteraad. Westland. Prof. mr. D.J. Elzinga. Mr. dr. F. de Vries

Advies. Gemeenteraad. Westland. Prof. mr. D.J. Elzinga. Mr. dr. F. de Vries Advies Gemeenteraad Westland Prof. mr. D.J. Elzinga Mr. dr. F. de Vries Inhoud Casus... 2 Vragen... 2 Benoeming van publieke bestuurders... 3 Onduidelijkheid in wet- en regelgeving... 4 Dubbele geheimhouding?...

Nadere informatie