Beleidsregels compensatieregeling schoonmaakondersteuning Steenwijkerland

Transcriptie

1 Beleidsregels compensatieregeling schoonmaakondersteuning Steenwijkerland Algemeen Met ingang van 1 maart 2015 kent de gemeente Steenwijkerland de algemene voorziening hulp bij het huishouden (schoonmaakondersteuning). De organisatie Huistiptop ( bemiddelt tussen de inwoner met een advies voor schoonmaakondersteuning en de dienstverlener aan huis die deze dienst kan leveren. De inwoner sluit een arbeidsovereenkomst met de dienstverlener aan huis en betaalt hem of haar voor de verleende diensten. Inwoners met onvoldoende middelen kunnen voor deze kosten bijzondere bijstand aanvragen (artikel 35 Participatiewet) en een beroep doen op deze beleidsregels. Gelet op artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet stelt het Dagelijks Bestuur van de IGSD de volgende beleidsregels vast. De bevoegdheid tot vaststelling van deze beleidsregels ontleent het Dagelijks Bestuur aan artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Beleidsregel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland; b. schoonmaakondersteuning: hulp bij het huishouden niet zijnde een maatwerkvoorziening; c. advies voor schoonmaakondersteuning: het advies dat namens het college in het kader van de Wmo 2015 is gegeven waaruit blijkt voor welke periode en voor hoeveel uur een belanghebbende is aangewezen op schoonmaakondersteuning; d. bemiddelingsbureau: de algemene voorziening bemiddelingsbureau voor ondersteuning bij hulp bij het huishouden als bedoeld in paragraaf 3.9 van de Beleidsregels Wmo 2015 Steenwijkerland; e. kosten van schoonmaakondersteuning: het door belanghebbende verschuldigde uurtarief aan de dienstverlener aan huis; f. dienstverlener aan huis: degene die schoonmaakondersteuning biedt; g. maximumuurtarief voor de kosten van schoonmaakondersteuning: het door het college vastgestelde maximumuurtarief; h. ruimte in het inkomen: dat deel van het inkomen dat meer bedraagt dan de geldende bijstandsnorm gedurende twaalf maanden, waarbij voor zowel het inkomen als de bijstandsnorm het vakantiegeld buiten beschouwing wordt gelaten. Beleidsregel 2 Doelgroep beleidsregels compensatieregeling 1. Inwoners van de gemeente Steenwijkerland met een geldig door het college gegeven advies voor schoonmaakondersteuning in het kader van de Wmo 2015 die over onvoldoende inkomsten beschikken behoren tot de doelgroep van deze beleidsregels. 2. In afwijking van het eerste lid behoren tot 1 juli 2015 niet tot de doelgroep inwoners van de gemeente Steenwijkerland die vallen onder de overgangstermijn voor bestaande cliënten als bedoeld in het gemeenteraadsbesluit Hulp bij het Huishouden in verband met toekenning Van Rijn-gelden (nummer voorstel: 2015/8) van de gemeente Steenwijkerland van 3 februari Beleidsregel 3 Aanvragen bijzondere bijstand voor kosten schoonmaakondersteuning 1. Aanvragen bijzondere bijstand voor de kosten van schoonmaakondersteuning dienen binnen twee maanden nadat deze zich hebben voorgedaan te worden ingediend bij het Dagelijks Bestuur van de IGSD. 2. Aanvragen bijzondere bijstand voor de kosten van schoonmaakondersteuning dienen op een door het Dagelijks Bestuur van de IGSD beschikbaar gesteld aanvraagformulier te worden ingediend.

2 Beleidsregel 4 Bewijsstukken behorende bij aanvragen Naast de in het verificatie en validatiebeleid vastgelegde bewijsstukken is belanghebbende verplicht bij zijn aanvraag bijzondere bijstand voor de kosten van schoonmaakondersteuning de volgende bewijsstukken over te leggen: a. Het door het college gegeven advies in het kader van de Wmo 2015 waaruit blijkt voor welke periode en voor hoeveel uur per week of twee weken belanghebbende is aangewezen op schoonmaakondersteuning, en b. De door belanghebbende (eventueel met behulp van het bemiddelingsbureau) afgesloten (arbeids)overeenkomst met de dienstverlener aan huis waaruit het uurtarief, de duur van de overeenkomst en het aantal uren per week of het aantal uren per twee, drie of vier weken van schoonmaakondersteuning moet blijken. Beleidsregel 5 Geen recht op bijzondere bijstand voor kosten schoonmaakondersteuning Geen recht op bijzondere bijstand voor de kosten van schoonmaakondersteuning hebben belanghebbenden die een arbeidsovereenkomst afsluiten met een dienstverlener aan huis die bloedof aanverwant is in de eerste of tweede graad. Beleidsregel 6 Hoogte en duur bijzondere bijstand 1. De bijzondere bijstand is ten hoogste het door belanghebbende met de dienstverlener aan huis overeengekomen uurtarief, doch niet hoger dan het door het college vastgestelde maximumuurtarief voor de kosten van schoonmaakondersteuning. 2. Het Dagelijks Bestuur van de IGSD kent de bijzondere bijstand in de kosten van schoonmaakondersteuning toe voor de duur van het advies als bedoeld in beleidsregel 4 sub a, tot een maximum van één jaar, doch niet langer dan de duur waarvoor de overeenkomst als bedoeld in beleidsregel 4 sub b is aangegaan. Beleidsregel 7 Overgangsregeling duur bijzondere bijstand 1. Aan belanghebbenden als bedoeld beleidsregel 2, tweede lid, die recht hebben op bijzondere bijstand op grond van deze beleidsregels, kent het Dagelijks Bestuur van de IGSD de bijzondere bijstand in afwijking van beleidsregel 6 lid 2 toe voor een periode van: a. Twaalf maanden gerekend vanaf 1 juli 2015 bij in maart 2015 ingediende aanvragen; b. Dertien maanden gerekend vanaf 1 juli 2015 bij in april 2015 ingediende aanvragen; c. Veertien maanden gerekend vanaf 1 juli 2015 bij in mei 2015 ingediende aanvragen; d. Vijftien maanden gerekend vanaf 1 juli 2015 bij in juni 2015 ingediende aanvragen; e. Zestien maanden gerekend vanaf 1 juli 2015 bij in juli 2015 ingediende aanvragen. 2. In afwijking van beleidsregel 9 derde lid is de draagkrachtperiode gelijk aan de periode waarvoor de bijzondere bijstand is toegekend op grond van het eerste lid onderdelen b tot en met e. 3. Beleidsregel 7 vervalt met ingang van 1 januari Beleidsregel 8 Betaling bijzondere bijstand Het Dagelijks Bestuur van de IGSD betaalt de bijzondere bijstand voor de kosten van schoonmaakondersteuning maandelijks achteraf. Beleidsregel 9 Draagkrachtregels compensatieregeling 1. Het Dagelijks Bestuur van de IGSD rekent het vermogen niet tot de draagkracht bij aanvragen bijzondere bijstand voor de kosten van schoonmaakondersteuning. 2. Het Dagelijks Bestuur van de IGSD past op het inkomen, voor zover dat meer bedraagt dan de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm, de volgende draagkrachtregels toe: a. een ruimte in het inkomen tot en met 550,00 wordt niet tot de draagkracht gerekend;

3 b. bij een ruimte in het inkomen hoger dan 550,00, maar lager of gelijk aan 2.750,00, wordt de eerste 550,00 buiten beschouwing gelaten en wordt 25% over het meerdere als draagkracht in aanmerking genomen; c. bij een ruimte in het inkomen hoger dan 2.750,00, wordt als draagkracht in aanmerking genomen: i. 550,00 over de eerste 2.750,00 en, ii. 50% over het meerdere. 3. Het draagkrachtjaar wordt in beginsel bepaald op twaalf maanden en gaat in beginsel in op de eerste dag van de maand waarin de kosten zich voordoen. Beleidsregel 10 Steekproef compensatieregeling 1. Het Dagelijks Bestuur van de IGSD verricht jaarlijks een steekproef op 20% van de op grond van deze beleidsregels geheel of gedeeltelijk toegekende aanvragen bijzondere bijstand, om te onderzoeken of de bijzondere bijstand is aangewend ten behoeve van de kosten van schoonmaakondersteuning. 2. Deze steekproef vindt jaarlijks plaats in het eerste half jaar volgend op het kalenderjaar waarin de toekenningen hebben plaatsgevonden. 3. In afwijking van het tweede lid vindt de steekproef over 2015 in oktober 2015 plaats over de geheel of gedeeltelijke toekenningen over de periode van 1 maart 2015 tot en met 30 september 2015 die voor 1 oktober 2015 kenbaar zijn gemaakt aan belanghebbenden. Beleidsregel 11 Aanvullende verplichtingen Belanghebbende is verplicht mee te werken aan een onderzoek als bedoeld in beleidsregel 10. Beleidsregel 12 Hardheidsclausule Het Dagelijks Bestuur van de IGSD kan in gevallen waarin toepassing van deze beleidsregels leidt tot onevenredig nadelige gevolgen voor de belanghebbende, besluiten om op individuele gronden van deze beleidsregels af te wijken. Beleidsregel 13 Citeertitel Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels compensatieregeling schoonmaakondersteuning Steenwijkerland Beleidsregel 14 Inwerkingtreding Deze beleidsregels treden in werking op 15 april 2015 en werken terug tot 1 maart Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de IGSD op 26 maart 2015 Gepubliceerd op 7 april 2015 in de Steenwijkerland Expres

4 Toelichting beleidsregels compensatieregeling schoonmaakondersteuning Steenwijkerland De gemeente Steenwijkerland kent vanaf 1 maart 2015 twee vormen van hulp bij het huishouden 1 : 1. Hulp bij het huishouden in de vorm van een algemene voorziening en 2. Hulp bij het huishouden in de vorm van een maatwerkvoorziening. De algemene voorziening hulp bij het huishouden treedt in werking: o Per 1 maart 2015 voor nieuwe Wmo-cliënten en o Per 1 juli 2015 voor huidige Wmo-cliënten als bedoeld in beleidsregel 2, tweede lid Deze beleidsregels gelden allereerst alleen voor inwoners uit de gemeente Steenwijkerland. Zodra inwoners uit Steenwijkerland een advies hebben voor hulp bij het huishouden, niet zijnde een maatwerkvoorziening, van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, kunnen zij voor deze kosten bijzondere bijstand aanvragen. De beleidsregels compensatieregeling schoonmaakondersteuning Steenwijkerland gelden specifiek voor deze doelgroep. De beleidsregels hebben geen betrekking op de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zoals omschreven in Paragraaf 2.7 van de Beleidsregels Wmo 2015 Steenwijkerland. Toelichting artikelsgewijs Beleidsregel 1. Begrippen Het eerste lid en het tweede lid onder a spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting. Het tweede lid onder b schoonmaakondersteuning. Van belang is om te benadrukken dat het niet om hulp bij het huishouden als maatwerkvoorziening gaat. Het gaat om huishoudelijke hulp die algemeen gebruikelijk is en die de mensen zelf kunnen regelen, eventueel met behulp van het bemiddelingsbureau. Het tweede lid onder c advies voor schoonmaakondersteuning: hiermee wordt het advies bedoeld dat namens het college wordt afgegeven in het kader van de Wmo Uit dit advies blijkt voor hoeveel uur per week of per twee weken schoonmaakondersteuning nodig is en voor hoe lang. Het tweede lid onder d bemiddelingsbureau. Dit is de algemene voorziening als omschreven in paragraaf 3.9 van de Beleidsregels Wmo 2015 Steenwijkerland. Het bemiddelingsbureau bemiddelt tussen inwoners die schoonmaakondersteuning behoeven en personen die deze ondersteuning bieden en helpt bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst. Het tweede lid onder e kosten van schoonmaakondersteuning Dit is het door belanghebbende aan de dienstverlener aan huis verschuldigde uurtarief voor de verrichte hulp bij het huishouden. Het tweede lid onder f dienstverlener aan huis De dienstverlener aan huis is degene die daadwerkelijk schoonmaakondersteuning biedt/verricht. Het tweede lid onder g maximumuurtarief voor de kosten van schoonmaakondersteuning: Het college stelt dit maximumuurtarief vast. In het collegebesluit van 9 december 2014 stelde het college dit vast op 12,50 per uur. Daarbij sloot het college aan bij de afspraak uit het onderhandelaarsakkoord betreffende de CAO Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (CAO VVT). Het tweede lid onder h ruimte in het inkomen Dit is het deel van het inkomen dat meer bedraagt dan de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm. Indien het inkomen 1.200,00 per maand bedraagt en de bijstandsnorm 900,00 dan is de ruimte in het inkomen 300,00. Gedurende twaalf maanden is de ruimte in het inkomen dan Gelet op beleidsregel 9 lid 2 onderdeel c is de draagkracht dan: 550,00 plus [( minus 2.750) x 50%] is 975,00. Daarbij wordt het inkomen exclusief 1 Raadsbesluit van 28 oktober 2014 met als onderwerp hulp bij het huishouden en het raadsbesluit van 3 februari 2015 op het voorstel Hulp bij het Huishouden in verband met toekenning Van Rijn-gelden (voorstel 2015/8).

5 vakantiegeld vergeleken met de geldende bijstandsnorm exclusief vakantiegeld. Beleidsregel 2 Doelgroep beleidsregels compensatieregeling Eerste lid Inwoners zonder advies voor schoonmaakondersteuning hebben geen recht op bijzondere bijstand voor de kosten van schoonmaakvoorziening omdat de noodzaak daarvan niet vaststaat. Daarnaast is van belang dat sprake is van een geldig advies voor schoonmaakondersteuning. Indien het advies geen betrekking heeft op de periode waarvoor belanghebbende bijzondere bijstand voor schoonmaakondersteuning aanvraagt, is geen sprake van een geldig advies. De noodzaak van de kosten van schoonmaakondersteuning en daarmee de bijzondere bijstand staat dan niet vast. Inwoners die op grond van het raadsbesluit hun hulp bij het huishouden houden tot 1 juli 2015, kunnen pas vanaf 1 juli 2015 een beroep doen op deze compensatieregeling. Deze inwoners zijn op grond van de getroffen overgangsregeling geen eigen bijdrage verschuldigd voor de hulp bij het huishouden van 1 maart 2015 tot 1 juli Met andere woorden de kosten van hulp bij het huishouden doen zich niet voor. Alleen al om die reden bestaat geen recht op bijzondere bijstand. Voor de duidelijkheid is het tweede lid opgenomen. Inwoners uit Steenwijkerland ontvingen een beschikking van het college waarin de hulp bij het huishouden tot algemene voorziening is verklaard middels het raadsbesluit van 28 oktober Zij behouden tot en met 30 juni 2015 de hulp bij het huishouden. Beleidsregel 3 Aanvragen bijzondere bijstand voor kosten schoonmaakondersteuning Eerste lid Hiermee krijgen belanghebbenden voldoende tijd om hun aanvraag in te dienen. Om de aanvragen te stroomlijnen en te voorkomen dat relevante informatie per abuis wordt vergeten, waardoor de afhandelingsduur van de aanvraag toeneemt, is een aanvraagformulier ontwikkeld specifiek voor deze regeling. Beleidsregel 4 Bewijsstukken behorende bij aanvragen In het verificatie- en validatiebeleid staat welke gegevens nodig zijn voor de vaststelling van recht op bijzondere bijstand. Bij aanvragen bijzondere bijstand op grond van deze beleidsregels hoeven geen gegevens omtrent het vermogen verstrekt te worden. Wel kent deze regeling een aantal specifieke bewijsstukken dat nodig is voor de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand. Om de noodzaak voor de bijzondere bijstand te kunnen vaststellen, is een namens het college gegeven advies in het kader van de Wmo 2015 nodig waaruit blijkt hoeveel uur per week een belanghebbende schoonmaakondersteuning nodig heeft en voor hoe lang. Zonder dit advies kan het recht op bijzondere bijstand niet worden vastgesteld. Het advies zit als bijlage bij het ondersteuningsplan dat het college opstelt na het onderzoek als bedoeld in paragraaf 2.3 van de Beleidsregels Wmo 2015 Steenwijkerland. Verder zal de belanghebbende de arbeidsovereenkomst met de dienstverlener aan huis moeten overleggen. Daaruit moet de duur van de arbeidsovereenkomst blijken, het aantal uren per week (of per twee, drie of vier weken) dat de dienstverlener aan huis huishoudelijk hulp verleent en tegen welk uurtarief. Indien de dienstverlener aan huis blijkens de arbeidsovereenkomst meer uren huishoudelijk hulp verleent dan geadviseerd is in het kader van de Wmo 2015, verleent het Dagelijks Bestuur van de IGSD alleen bijzondere bijstand voor die uren waarvoor het college een advies heeft afgegeven voor schoonmaakondersteuning. De noodzaak voor de meerdere uren ontbreekt immers. Beleidsregel 5 Geen recht op bijzondere bijstand voor kosten schoonmaakondersteuning Alvorens tot een advies voor schoonmaakondersteuning te komen, onderzoekt het college of met mantelzorg of hulp van andere personen uit het sociaal netwerk tot het gewenste resultaat gekomen kan worden (Paragraaf 2.3 lid 2 Beleidsregels Wmo 2015 Steenwijkerland).

6 Daarbij wordt ook gekeken wat bloed- en aanverwanten in de eerste of tweede graad aan mantelzorg of hulp kunnen verlenen. Indien blijkt dat deze geen mantelzorg of hulp kunnen of willen verlenen, is het niet gewenst dat zij dit wel middels een arbeidsovereenkomst verrichten. Beleidsregel 6 Hoogte en duur bijzondere bijstand Eerste lid Het college stelt het maximumuurtarief vast voor de kosten van schoonmaakondersteuning. Voor dit maximumuurtarief moet belanghebbende in staat worden geacht een dienstverlener aan huis in te schakelen voor hulp bij het huishouden. Een belanghebbende mag een arbeidsovereenkomst met de dienstverlener aan huis afsluiten met een hoger uurtarief. Het deel van het uurtarief dat het maximumuurtarief overschrijdt wordt als niet noodzakelijk beschouwd. Verder wordt bij de hoogte van de bijzondere bijstand de draagkracht in aanmerking genomen op de wijze als omschreven in beleidsregel 9. Het advies geeft aan voor welke periode belanghebbende schoonmaakondersteuning nodig heeft. De toekenning van de bijzondere bijstand kan nooit langer zijn dan de in de door het college afgegeven advies voor schoonmaakondersteuning. Is het advies voor schoonmaakondersteuning in het kader van de Wmo 2015 langer dan een jaar, dan kent het Dagelijks Bestuur van de IGSD de bijzondere bijstand voor maximaal één jaar toe. Is de arbeidsovereenkomst voor een kortere periode aangegaan dan het door het college afgegeven advies voor schoonmaakondersteuning dan kent het Dagelijks Bestuur van de IGSD de bijzondere bijstand toe voor de duur van arbeidsovereenkomst doch niet langer dan één jaar. Bijzondere situaties: doorbetaling loon bij ziekte Indien de dienstverlener aan huis ziek is, is belanghebbende als werkgever verplicht het loon door te betalen. Op grond van artikel 7:629 lid 2 BW heeft de werknemer bij ziekte een wettelijk recht op doorbetaling van loon gedurende zes weken. De eerste twee ziektedagen waarop de werknemer arbeid zou verrichten maar verhinderd is door ziekte worden als wachtdagen aangemerkt. Over deze dagen is belanghebbende (werkgever) niet verplicht het loon door te betalen. Bovendien is belanghebbende verplicht 70% van het loon door te betalen. Daarbij heeft de werknemer recht op 70% van het voor hem geldende minimumloon. Voorbeeld: Concreet betekent dit dat een belanghebbende aan een dienstverlener aan huis die een dag per week schoonmaakondersteuning verricht, pas vanaf de derde werkdag, waarop de dienstverlener aan huis niet kan werken als gevolg van ziekte, het loon moet doorbetalen. Formeel zou dit betekenen dat geen recht op bijzondere bijstand bestaat over de eerste twee weken en vanaf de derde week een bedrag lager dan 12,50 per dag, zijnde het maximumuurtarief voor schoonmaakondersteuning gelet op het collegebesluit van 9 december Om de administratieve lasten voor zowel inwoner als IGSD tot een minimum te beperken betaalt de IGSD de bijzondere bijstand ongewijzigd door gedurende deze zes weken. Het bedrag dat de inwoner niet aan de dienstverlener aan huis hoeft te betalen, kan de inwoner reserveren om de dienstverlener aan huis gedurende ziekte te vervangen. De belanghebbende is verplicht de IGSD te informeren, indien de dienstverlener aan huis langdurig ziek is en als gevolg daarvan meer dan zes weken niet kan werken. De belanghebbende zal dan een arbeidsovereenkomst met een andere dienstverlener aan huis moeten hebben, die schoonmaakondersteuning kan bieden. Hiervoor geldt dezelfde aanvraagprocedure als omschreven in deze beleidsregels. Op dat moment heeft belanghebbende twee arbeidsovereenkomsten met twee verschillende dienstverleners aan huis. Op grond van artikel 7:670 lid 1 onderdeel a BW kan een arbeidsovereenkomst pas twee jaar na ziekte opgezegd worden en niet eerder. Beleidsregel 7 Overgangsregeling duur bijzondere bijstand

7 Eerste lid Dit lid is om praktische redenen in de beleidsregels opgenomen. Om te voorkomen dat de IGSD jaarlijks in juli de meeste aanvragen bijzondere bijstand ontvangt voor de kosten van schoonmaakondersteuning, is er voor gekozen de duur, waarvoor bijzondere bijstand toegekend kan worden, eenmalig te variëren. Indien de bijzondere bijstand voor een periode langer dan twaalf maanden is toegekend, wordt voor wat betreft de duur van de draagkrachtperiode daarbij aangesloten. Derde lid Dit lid spreekt voor zich. Beleidsregel 8 Betaling bijzondere bijstand Gekozen is voor betaling achteraf. Een belangrijke reden daarvoor is dat een belanghebbende dan tijdig wijzigingen kan doorgeven. Dit voorkomt dat teveel bijzondere bijstand wordt uitbetaald en door belanghebbende terugbetaald moet worden. Verder geldt voor belanghebbende de inlichtingenplicht van artikel 17 lid 1 Participatiewet. Een belanghebbende die wijzigingen niet (tijdig) doorgeeft, moet niet alleen hetgeen teveel ontvangen is terugbetalen, maar kan ook een bestuurlijke boete krijgen wegens schending van de inlichtingenplicht. De betaling vindt maandelijks plaats. In het advies van het college voor schoonmaakondersteuning en de arbeidsovereenkomst zal het aantal uur per week staan. Door dit aantal uren per week met 52 weken te vermenigvuldigen en te delen door 12 maanden, wordt het bedrag per maand verkregen. Wel vindt betaling op een dusdanig tijdstip plaats dat belanghebbende zijn dienstverlener aan huis tijdig het loon kan betalen. Dit betekent dat de bijzondere bijstand over een lopende maand omstreeks de 25 e van die maand betaald wordt aan belanghebbende. Beleidsregel 9 Draagkrachtregels compensatieregeling Eerste lid Het vermogen wordt niet tot de draagkracht gerekend. Dit beleid komt overeen met de standaard draagkrachtregels die de IGSD bij aanvragen bijzondere bijstand hanteert. Door eerst de ruimte in het inkomen op jaarbasis te berekenen, kan op eenvoudige wijze de draagkracht worden berekend. Is de ruimte in het inkomen lager of gelijk aan 550,00 dan wordt deze ruimte niet tot de draagkracht gerekend. Is de ruimte in het inkomen hoger dan 550,00 maar lager of gelijk aan 2.750,00 dan wordt als volgt te werk gegaan. Stel de ruimte in het inkomen is 2.000,00. Dan is de draagkracht op jaarbasis ( 2.000,00-550,00) x 25% = 362,50 Is de ruimte in het inkomen hoger dan 2.750,00 dan wordt de draagkracht als volgt berekend. Stel de ruimte in het inkomen is 5.000,00 dan is de draagkracht: [( 5.000, ,00) x 50%] + 550,00* = 1.675,00. * Het bedrag van 550,00 heeft betrekking op de draagkracht van dat deel van het inkomen dat hoger is dan 550,00 maar lager dan 2.750,00. De draagkracht voor dat deel is ( 2.750,00-550,00) x 25% = 550,00 Derde lid De draagkrachtperiode wordt in beginsel voor de duur van één jaar vastgesteld. Beleidsregel 10 Steekproef compensatieregeling De betaling van de bijzondere bijstand vindt maandelijks achteraf plaats. Daarvoor hoeft belanghebbende geen nota s of betaalbewijzen in te leveren. Wel dient de bijzondere bijstand daadwerkelijk te worden besteed aan de kosten van schoonmaakondersteuning. De steekproef heeft tot doel te controleren of belanghebbende de bijzondere bijstand heeft aangewend voor dat doel waarvoor het bestemd is. Belanghebbende kan dit aantonen door inzage te geven in de betalingen die aan de dienstverlener aan huis zijn verricht. Indien belanghebbende minder loon heeft betaald

8 aan de dienstverlener aan huis dan aan bijzondere bijstand ten behoeve van de schoonmaakondersteuning is toegekend en uitbetaald, dient belanghebbende de teveel ontvangen bijzondere bijstand terug te betalen. Indien belanghebbende dit niet kan aantonen dan wel niet wil meewerken vordert het Dagelijks Bestuur van de IGSD de bijzondere bijstand terug. Beleidsregel 11 Aanvullende verplichtingen Belanghebbende krijgt de aanvullende verplichting (artikel 55 Participatiewet) de bijzondere bijstand te besteden aan het doel (schoonmaakondersteuning) waarvoor het bestemd is. Beleidsregel 12 Hardheidsclausule Voor de duidelijkheid is de hardheidsclausule opgenomen, hoewel deze voortvloeit uit artikel 4:84 Awb. Beleidsregels 13 en 14 Deze beleidsregels behoeven geen toelichting.