BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Gratis tel. nummer : N. 90. Numéro tél. gratuit : SOMMAIRE INHOUD. 244 bladzijden/pages

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Gratis tel. nummer : 0800-98 809 N. 90. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 SOMMAIRE INHOUD. 244 bladzijden/pages"

Transcriptie

1 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20 juillet Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel - Adviseur : A. Van Damme Gratis tel. nummer : e JAARGANG N. 90 Le Moniteur belge peut être consulté à l adresse : Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles - Conseiller : A. Van Damme Numéro tél. gratuit : e ANNEE DINSDAG 23 MAART 2010 MARDI 23 MARS 2010 INHOUD SOMMAIRE Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Lois, décrets, ordonnances et règlements Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie 15 MAART Koninklijk besluit houdende diverse maatregelen betreffende de loopbaan van het Rijkspersoneel, bl Service public fédéral Personnel et Organisation 15 MARS Arrêté royal portant diverses mesures relatives à la carrière des agents de l Etat, p Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer 15 MAART Koninklijk besluit tot goedkeuring van een wijziging aan de statuten van Infrabel, naamloze vennootschap van publiek recht, bl Service public fédéral Mobilité et Transports 15 MARS Arrêté royal approuvant une modification aux statuts d Infrabel, société anonyme de droit public, p Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 18 NOVEMBER Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het aanvullend sociaal voordeel, bl NOVEMBER Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de risicogroepen, bl JANUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de tussenkomst in de vervoerskosten, bl JANUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de protocolakkoord voor de jaren , bl Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale 18 NOVEMBRE Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 12 janvier 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à un avantage social complémentaire, p NOVEMBRE Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 12 janvier 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les groupes à risque, p JANVIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant l intervention dans les frais de transport, p JANVIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant le procotole d accord pour les années , p bladzijden/pages

2 18320 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 26 JANUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar-nachtarbeid, bl JANUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de uitrustingskledij levering, onderhoud en wassen van de arbeidskledij, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de overuren, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de afwijkingen van de vijfdagenweek, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de indexering van de lonen, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de ploegenpremies en de namiddagpremie, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de jaarlijkse premie betaalbaar in december, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsopleiding, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de risicogroepen, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de vorming van de syndicale afgevaardigden, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende de sectorale regeling van de maaltijdcheques voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar, bl FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, betreffende het stelsel van tijdskrediet, bl JANVIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prépension à partir de 56 ans-travail de nuit, p JANVIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prépension à partir de 56 ans moyennant 40 ans de carrière, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la fourniture, à l entretien et au lavage des vêtements de travail, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les heures supplémentaires, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les dérogations à la semaine de cinq jours, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant l indexation des salaires, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les primes d équipes et d après-midi, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prime annuelle payable en décembre, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la formation professionnelle, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les groupes à risque, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la sécurité d existence, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la formation des délégués syndicaux, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 22 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire de l industrie et du commerce du diamant, relative au système sectoriel de chèques-repas pour les travailleurs dans l industrie et le commerce du diamant, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 18 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire des entreprises de garage, relative à la prépension à partir de 56 ans, p FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 2 juin 2009, conclue au sein de la Souscommission paritaire de la maroquinerie et de la ganterie, concernant le système de crédit-temps, p

3 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar, bl Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid 9 JUNI Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1970 betreffende het invaliditeitspensioenstelsel voor de mijnwerkers, bl MAART Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2009 van het bedrag dat toegewezen wordt aan het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging in het kader van de vaststelling van de globale begrotingsdoelstelling van 2009, bl JANUARI Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, bl Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 17 MAART Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 5 november 1968 waarbij een maandelijkse statistiek wordt voorgeschreven van de dieren die in de openbare en private slachthuizen worden geslacht en geschikt verklaard voor gebruik, bl Gemeenschaps- en Gewestregeringen Waals Gewest Waalse Overheidsdienst 4 MAART Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van het erkende natuurreservaat «La Fosse au Sable» te Grand-Reng (Erquelinnes), bl MAART Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van het erkende natuurreservaat «Vieille Montagne - Altenberg» te Kelmis, bl FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 23 juin 2009, conclue au sein de la Souscommission paritaire des électriciens : installation et distribution, relative à la prépension à partir de 56 ans, p Service public fédéral Sécurité sociale 9 JUIN Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 19 novembre 1970 relatif au régime de pension d invalidité des ouvriers mineurs, p MARS Arrêté royal fixant pour l année 2009 le montant qui est affecté au Fonds pour l avenir des soins de santé dans le cadre de la fixation de l objectif budgétaire global annuel de 2009, p JANVIER Arrêté du Comité de gestion fixant le plan du personnel de la Caisse auxiliaire d assurance maladie-invalidité, p Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 17 MARS Arrêté royal abrogeant l arrêté royal du 5 novembre 1968 prescrivant une statistique mensuelle des animaux de boucherie abattus dans les abattoirs publics et particuliers et déclarés propres à la consommation, p Gouvernements de Communauté et de Région Région wallonne Service public de Wallonie 4 MARS Arrêté du Gouvernement wallon portant création de la réserve naturelle agréée de La Fosse au Sable à Grand-Reng (Erquelinnes), p MARS Arrêté du Gouvernement wallon portant sur la création de la réserve naturelle agréée de Vieille Montagne - Altenberg à La Calamine, p Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region Öffentlicher Dienst der Wallonie 4. MÄRZ 2010 Erlass der Wallonischen Regierung zur Errichtung des anerkannten Naturschutzgebiets «La Fosse au Sable» in Grand-Reng (Erquelinnes), S MÄRZ 2010 Erlass der Wallonischen Regierung zur Errichtung des anerkannten Naturschutzgebiets «Vieille Montagne - Altenberg» in Kelmis, S Andere besluiten Autres arrêtés Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en Ministerie van de Franse Gemeenschap Secretariaat-generaal. Dienst Nationale Orden. Basisonderwijs. Nationale Orden, bl Secretariaat-generaal. Dienst Nationale Orden. Algemene Directie Cultuur. Nationale Orden. Bevorderingen. Benoemingen, bl Secretariaat-generaal. Dienst Nationale Orden. Algemene Directie Cultuur. Nationale Orden. Benoemingen, bl Service public fédéral Chancellerie du Premier Ministre et Ministère de la Communauté française Secrétariat général. Service des Ordres nationaux. Enseignement fondamental. Ordres nationaux, p Secrétariat général. Service des Ordres nationaux. Direction générale de la Culture. Ordres nationaux. Promotions. Nominations, p Secrétariat général. Service des Ordres nationaux. Direction générale de la Culture. Ordres nationaux. Nominations, p Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie Personeel. Benoemingen, bl Personeel. Bevordering, bl Service public fédéral Personnel et Organisation Personnel. Nominations, p Personnel. Promotion, p Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Mobiliteit en Verkeersveiligheid. Erkenning van de opleidingscentra, bl Service public fédéral Mobilité et Transports Mobilité et Sécurité routière. Agrément des centres de formation, p

4 18322 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Technisch medische raad, ingesteld bij de Dienst voor uitkeringen. Ontslag en benoeming van leden, bl Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu 25 FEBRUARI Koninklijk besluit houdende benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Multipartitestructuur betreffende het ziekenhuisbeleid, bl Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde, bl Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 11 MAART Ministerieel besluit tot erkenning van een coöperatieve vennootschap, bl MAART Ministerieel besluit tot erkenning van drie coöperatieve vennootschappen, bl Personeel en Organisatie. Pensioneringen, bl Personeel en Organisatie. Pensionering, bl Personeel en Organisatie. Wijziging van publicatie in het Belgisch Staatsblad van 6 februari 2009, bl Service public fédéral Sécurité sociale Institut national d assurance maladie-invalidité. Conseil technique médical, institué auprès du Service des indemnités. Démission et nomination de membres, p Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement 25 FEVRIER Arrêté royal portant nomination du président, du vice-président et des membres de la structure Multipartite en matière hospitalière, p Service public fédéral Justice Ordre judiciaire, p Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 11 MARS Arrêté ministériel portant agréation d une société coopérative, p MARS Arrêté ministériel portant agréation de trois sociétés coopératives, p Personnel et Organisation. Mise à la retraite, p Personnel et Organisation. Mise à la retraite, p Personnel et Organisation. Modification de la publication au Moniteur belge du 6 février 2009, p Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Gouvernements de Communauté et de Région Vlaamse Milieumaatschappij Afdeling Economisch Toezicht. Rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. Verklaring van openbaar nut, bl Afdeling Economisch Toezicht. Rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. Verklaring van openbaar nut, bl Vlaamse overheid Provincie Limburg. Ruimtelijke Ordening. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, bl Provincie Limburg. Ruimtelijke Ordening. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, bl Provincie Limburg. Ruimtelijke Ordening. Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, bl Vlaamse Landmaatschappij 22 FEBRUARI Ministerieel besluit houdende aanstelling van de voorzitter en de leden van de kapitaalschadecommissies ingesteld bij het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, bl FEBRUARI Ministerieel besluit tot vaststelling van de deontologische code voor de leden van de kapitaalschadecommissies, bl Mobiliteit en Openbare Werken 11 MAART Ministerieel besluit tot goedkeuring van de Algemene Reisvoorwaarden en de tarieven van de Vlaamse Vervoermaatschappij, bl Waals Gewest Waalse Overheidsdienst Ministeriële kabinetten, bl Personeel, bl Leefmilieu, bl Natuurbehoud, bl Tewerkstelling, bl Ruimtelijke Ordening. Gewestplan, bl Région wallonne Service public de Wallonie Cabinets ministériels, p Personnel, p Environnement, p Conservation de la nature, p Emploi, p Aménagement du territoire. Plan de secteur, p Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Enregistrement n 2010/723/3/4 délivré à l Administration communale de Leuze-en-Hainaut, p Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Enregistrement n 2010/724/3 délivré à la SCRL IGRETEC,

5 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE p Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Enregistrement n 2010/725 délivré à M. Walcarius, Christian, p Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Enregistrement n 2010/726/3/4 délivré àla SPRL J.C. Agri, p Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Enregistrement n 2010/727/3/4 délivré à la SA Vandamme-Deschamps & fils, p Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l enregistrement de la «NV Jacobs», en qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux, p Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region Öffentlicher Dienst der Wallonie Ministerielle Kabinette, S Personal, S Umwelt, S Naturerhaltung, S Raumordnung. Sektorenplan, S Officiële berichten Grondwettelijk Hof Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, bl Avis officiels Cour constitutionnelle Avis prescrit par l article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, p Verfassungsgerichtshof Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, S Rentenfonds Verslag over de operaties van het boekjaar 2009, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7 van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds, bl Lijst van de leden van de gereglementeerde buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, bl Fonds des Rentes Rapport sur les opérations de l exercice 2009, publié conformément à l article 7 de l arrêté-loi du 18 mai 1945, portant création d un Fonds des Rentes, p Liste des membres du marché hors bourse réglementé des obligations linéaires, des titres scindés et des certificats de trésorerie, p Rechterlijke Macht Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, bl Pouvoir judiciaire Tribunal de première instance d Anvers, p Raad van State Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, S Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State, bl Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en bij artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State, bl Bericht voorgeschreven bij artikel 3quater van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bl Conseil d Etat Avis prescrit par l article 3quater de l arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d Etat, p Avis prescrit par l article 3quater de l arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d Etat et par l article 7 de l arrêté royal du 5 décembre 1991 déterminant la procédure en référé devant le Conseil d Etat, p Avis prescrit par l article 3quater de l arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d Etat et par l article 7 de l arrêté royal du 5 décembre 1991 déterminant la procédure en référé devant le Conseil d Etat, p Avis prescrit par l article 3quater de l arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section du contentieux administratif du Conseil d Etat, p Staatsrat Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S

6 18324 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates und durch Artikel 7 des königlichen Erlasses vom 5. Dezember 1991 zur Festlegung des Verfahrens der einstweiligen Entscheidung vor dem Staatsrat, S Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates und durch Artikel 7 des königlichen Erlasses vom 5. Dezember 1991 zur Festlegung des Verfahrens der einstweiligen Entscheidung vor dem Staatsrat, S Bekanntmachung, vorgeschrieben durch Artikel 3quater des Regentenerlasses vom 23. August 1948 zur Festlegung des Verfahrens vor der Verwaltungsstreitsachenabteilung des Staatsrates, S Federale Overheidsdienst Financiën Administratie van de kadaster, registratie en domeinen. Vervreemding van onroerende domeingoederen. Bekendmaking gedaan ter uitvoering van de wet van 31 mei 1923, bl Service public fédéral Finances Administration du cadastre, de l enregistrement et des domaines. Aliénation d immeubles domaniaux. Publication faite en exécution de la loi du 31 mai 1923, p Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Gouvernements de Communauté et de Région Communauté flamande Jobpunt Vlaanderen Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een inspecteur bij het Agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, bl Vlaamse overheid Leefmilieu, Natuur en Energie Milieuhandhavingscollege. Mededeling omtrent de Franse vertaling van Milieuhandhavingscollege, bl Autorité flamande Environnement, Nature et Energie Cour environnementale de la Région flamande. Communication relative à la traduction en français de «Milieuhandhavingscollege», p Communauté française Ministère de la Communauté française Avis annuel concernant la délivrance du rapport d inscription d un enfant dans l enseignement spécialisé, p Direction générale des Personnels de l Enseignement de la Communauté française. Appel aux candidats à une désignation dans des emplois vacants ou disponibles de préfet des études ou directeur. Erratum, p Direction générale des Personnels de l Enseignement de la Communauté française. Appel aux candidats à une désignation dans des emplois vacants ou disponibles de directeur dans l enseignement maternel, primaire et fondamental. Erratum, p Direction générale des Personnels de l Enseignement de la Communauté française. Appel aux candidats à une désignation dans des emplois vacants ou disponibles de directeur dans l enseignement de promotion sociale. Erratum, p Wettelijke bekendmakingen en Verschillende berichten Nationale Bank van België Mededeling, bl Publications légales et Avis divers Banque nationale de Belgique Communiqué, p De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl tot bl Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages à

7 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE N [C 2010/02013] 15 MAART Koninklijk besluit houdende diverse maatregelen betreffende de loopbaan van het Rijkspersoneel ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid; Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, artikel 4, eerste lid; Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel; Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel; Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen; Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten; Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing; Gelet op het koninklijk besluit van 7 maart 2007 tot organisatie van de vergelijkende selectie en de indiensttreding in het federaal administratief openbaar ambt van sommige statutaire ambtenaren van de autonome overheidsbedrijven; Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de ten laste neming van de kosten inzake openbaar vervoer in woon-werkverkeer van de federale personeelsleden door de Staat en sommige federale openbare instellingen; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 oktober 2009; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, van 19 november 2009; Gelet op het protocol nr. 641 van 13 januari 2010 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; Gelet op advies /3 van de Raad van State, gegeven op 16 februari 2010, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel Artikel 1. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 6 wordt vervangen als volgt : «6 houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat overeenkomt met het niveau van de te verlenen klasse of graad, volgens de bij dit besluit gevoegde tabel»; 2 het artikel, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : «2. Afwijking van de in de eerste paragraaf, 6, bedoelde diplomavoorwaarde kan door de Minister tot wiens bevoegdheid Ambtenarenzaken behoort worden toegestaan : 1 hetzij voor de kandidaten die houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift van een lager niveau, in geval van schaarste op de arbeidsmarkt, na advies van de afgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid; SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION F [C 2010/02013] 15 MARS Arrêté royal portant diverses mesures relatives à la carrière des agents de l Etat ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la Constitution, les articles 37 et 107, alinéa 2; Vu la loi du 22 juillet 1993 portant certaines mesures en matière de fonction publique, l article 4, alinéa 1 ; Vu l arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l Etat; Vu l arrêté royal du 7 août 1939 organisant l évaluation et la carrière des agents de l Etat; Vu l arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et absences accordés aux membres du personnel des administrations de l Etat; Vu l arrêté royal du 25 avril 2005 fixant les conditions d engagement par contrat de travail dans certains services publics; Vu l arrêté royal du 12 juin 2006 organisant l acquisition par le militaire de la qualité d agent de l Etat par transfert; Vu l arrêté royal du 7 mars 2007 organisant la sélection comparative et l entrée en service dans la fonction publique administrative fédérale de certains agents statutaires des entreprises publiques autonomes; Vu l arrêté royal du 3 mai 2007 portant la prise en charge des frais de déplacement par les transports publics de la résidence au lieu de travail des membres du personnel fédéral par l Etat et certains organismes publics fédéraux; Vu l avis de l Inspecteur des Finances, donné le 8 octobre 2009; Vu l accord de Notre Secrétaire d Etat au Budget, donné le 19 novembre 2009; Vu le protocole n 641 du 13 janvier 2010 du Comité des services publics fédéraux, communautaires et régionaux; Vu l avis /3 du Conseil d Etat, donné le 16 février 2010, en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er,1, des lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Sur la proposition du Ministre de la Fonction publique et de l avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : CHAPITRE I er. Modification de l arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l Etat Article 1 er. Al article 16 de l arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l Etat, modifié en dernier lieu par l arrêté royal du 14 juin 2007, sont apportées les modifications suivantes : 1 le 6 est remplacé par ce qui suit : «6 être porteur d un diplôme ou certificat d études en rapport avec le niveau de la classe ou du grade à conférer selon le tableau annexé au présent arrêté»; 2 l article, dont le texte actuel formera le paragraphe 1 er, est complété par un paragraphe 2, rédigé comme suit : «2. Dérogation de la condition de diplôme visée au 1 er,6, peut être accordée par le Ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions : 1 soit aux candidats porteurs d un diplôme ou certificat d études d un niveau inférieur dans le cas d une pénurie sur le marché du travail, après avis de l administrateur délégué du Bureau de sélection de l Administration fédérale;

8 18326 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 2 hetzij, op voorstel van de bevoegde Minister, voor de kandidaten die houder zijn van een attest dat getuigt van generieke competenties die buiten diploma zijn verworven en toegang geeft tot het niveau waarin zich de graad of de klasse bevindt waartoe de functie waarvoor de selectie is georganiseerd, behoort. Dit getuigschrift wordt uitgereikt door het Selectiebureau van de Federale Overheid en zijn geldigheidsduur wordt bepaald op vijf jaar vanaf de datum van zijn aflevering. In de oproep tot de kandidaten wordt elke afwijking vermeld.» HOOFDSTUK II. Wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel Art. 2. In hoofdstuk 1 van titel II van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt het opschrift van de eerste afdeling geschrapt. Art. 3. Artikel 20bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2008, wordt vervangen als volgt : «Art. 20bis. De Minister tot wiens bevoegdheid Ambtenarenzaken behoort, classificeert de functies van het niveau A op basis van hun weging.» Art. 4. In artikel 20ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in 1, wordt het woord «type-functies» door het woord «functies» vervangen; 2 in 2, wordt het woord «typefunctie» door het woord «functie» vervangen; 3 in 3, wordt het woord «typefunctie» door het woord «functie» vervangen. Art. 5. Artikel 20quater, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt vervangen als volgt : «Art. 20quater. De weging van de functies wordt uitgevoerd door een wegingscomité, opgericht door en bij de Minister tot wiens bevoegdheid Ambtenarenzaken behoort. Art. 6. Artikel 20sexies, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt opgeheven. Art. 7. Artikel 20septies, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt opgeheven. Art. 8. In artikel 20octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in 1, wordt het woord «type-functies» door het woord «functies» vervangen; 2 2 wordt aangevuld met een lid luidende : «Deskundigen kunnen uitgenodigd worden door de voorzitter, op vraag van een lid.»; 3 in 3, worden de woorden «type-functies» geschrapt. Art. 9. De afdeling 2 van hetzelfde besluit, dat artikel 20nonies bevat, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2008, wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. Wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen Art. 10. In artikel 1, 3, 9, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 juni 2002, worden de woorden «of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht» vervangen door de woorden «of bij het kabinet of het secretariaat van een politiek mandataris van de wetgevende macht». 2 soit, sur proposition du Ministre compétent, aux candidats porteurs d un certificat de compétences génériques acquises hors diplôme donnant accès au niveau où se situe le grade ou la classe à laquelle appartient la fonction pour laquelle la sélection est organisée. Ce certificat est délivré par le Bureau de sélection de l Administration fédérale et sa durée de validité est fixée à cinq ans à dater de sa délivrance. L appel aux candidats fait mention de chaque dérogation.» CHAPITRE II. Modification de l arrêté royal du 7 août 1939 organisant l évaluation et la carrière des agents de l Etat Art. 2. Dans le chapitre 1 er du titre II de l arrêté royal du 7 août 1939 organisant l évaluation et la carrière des agents de l Etat, l intitulé de la section 1 re, inséré par l arrêté royal du 4 août 2004, est supprimé. Art. 3. L article 20bis du même arrêté, inséré par l arrêté royal du 4août 2004 et modifié par l arrêté royal du 19 novembre 2008 est remplacé par ce qui suit : «Art. 20bis. Le Ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions classifie les fonctions du niveau A, sur la base de leur pondération.» Art. 4. A l article 20ter du même arrêté, inséré par l arrêté royal du 4 août 2004, sont apportées les modifications suivantes : 1 dans le 1 er,lemot«fonctions-types» est remplacé par le mot «fonctions»; 2 dans le 2, le mot «fonction-type» est remplacé par le mot «fonction»; 3 dans le 3, le mot «fonction-type» est remplacé par le mot «fonction». Art. 5. L article 20quater du même arrêté, inséré par l arrêté royal du 4août 2004 est remplacé par ce qui suit : «Art. 20quater. La pondération des fonctions est réalisée par un comité de pondération créé par et auprès du Ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions.» Art. 6. L article 20sexies du même arrêté, inséré par l arrêté royal du 4 août 2004 est abrogé. Art. 7. L article 20septies du même arrêté, inséré par l arrêté royal du 4 août 2004 est abrogé. Art. 8. Al article 20octies du même arrêté, inséré par l arrêté royal du 4 août 2004, sont apportées les modifications suivantes : 1 dans le 1 er,lemot«fonctions-types» est remplacé par le mot «fonctions»; 2 le 2 est complété par un alinéa rédigé comme suit : «Des experts peuvent être invités par le président à la demande d un membre.»; 3 dans le 3, les mots «des fonctions-types» sont supprimés. Art. 9. La section 2 du même arrêté, contenant l article 20nonies, insérée par l arrêté royal du 4 août 2004 et modifiée par l arrêté royal du 19 novembre 2008, est abrogée. CHAPITRE III. Modification de l arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et absences accordés aux membres du personnel des administrations de l Etat Art. 10. Dans l article 1 er, 3, 9, del arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et absences accordés aux membres du personnel des administrations de l Etat, remplacé par l arrêté royal du 10 juin 2002, les mots «au sein du cabinet d un mandataire politique du pouvoir législatif» sont remplacés par les mots «au sein du cabinet ou du secrétariat d un mandataire politique du pouvoir législatif».

9 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 11. In het opschrift van Afdeling I van Hoofdstuk XI van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 juni 2002, worden de woorden «of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht» vervangen door de woorden «of bij het kabinet of het secretariaat van een politiek mandataris van de wetgevende macht». Art. 11. Dans l intitulé de la Section 1 re du Chapitre XI du même arrêté, remplacé par l arrêté royal du 10 juin 2002, les mots «au sein du cabinet d un mandataire politique du pouvoir législatif» sont remplacés par les mots «au sein du cabinet ou du secrétariat d un mandataire politique du pouvoir législatif». Art. 12. In artikel 95 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 10 juni 2002 en 23 oktober 2003, worden de woorden «of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht» vervangen door de woorden «of bij het kabinet of het secretariaat van een politiek mandataris van de wetgevende macht». Art. 12. Dans l article 95, alinéa 1 er,dumême arrêté, modifié par les arrêtés royaux du 10 juin 2002 et 23 octobre 2003, les mots «au sein du cabinet d un mandataire politique du pouvoir législatif» sont remplacés par les mots «au sein du cabinet ou du secrétariat d un mandataire politique du pouvoir législatif». Art. 13. Het eerste lid van artikel 96 van hetzelfde besluit wordt aangevuld door de volgende zin : «Dit verlof is voltijds». Art. 13. L alinéa 1 er de l article 96 du même arrêté est complété par la phrase suivante : «Ce congé est à temps plein.» Art. 14. Het tweede lid van artikel 99 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 5, luidende : Art. 14. L alinéa 2 de l article 99 du même arrêté est complété par le 5 rédigé comme suit : «5 een ambt uit te oefenen bij het secretariaat van een politiek mandataris van het Europees parlement.» «5 l exercice d une fonction au sein du secrétariat d un mandataire politique du parlement européen.» Art. 15. In artikel 105, 1, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 2 vervangen als volgt : Art. 15. Dans l article 105, 1 er,dumême arrêté, le2 est remplacé par ce qui suit : «2 voor de opdrachten vermeld in artikel 99, tweede lid, 3, 4 en 5.» «2 aux missions visées par l article 99, alinéa 2,3, 4 et 5.» HOOFDSTUK IV. Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten CHAPITRE IV. Modification de l arrêté royal du 25 avril 2005 fixant les conditions d engagement par contrat de travail dans certains services publics Art. 16. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007, wordt aangevuld met een lid, luidende : Art. 16. L article 2 de l arrêté royal du 25 avril 2005 fixant les conditions d engagement par contrat de travail dans certains services publics, modifié par l arrêté royal du 14 juin 2007, est complété par l alinéa suivant : «De laureaat van een selectie voor welke de houder van een attest wordt aanvaard, dat getuigt van generieke competenties uitgereikt overeenkomstig artikel 16, 2, van hetzelfde besluit, wordt gelijkgesteld met de houder van een diploma of studiegetuigschrift, zoals bedoeld in het eerste lid, 3 voor de betrekkingen die tot de functie behoren waarvoor de selectie georganiseerd werd.» «Le lauréat d une sélection à laquelle le porteur d un certificat de compétences génériques délivré conformément à l article 16, 2 du même arrêté a été admis, est assimilé au porteur d un diplôme ou certificat d études visé àl alinéa 1 er,3 pour les emplois relevant de la fonction pour laquelle la sélection a été organisée.» HOOFDSTUK V. Wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing CHAPITRE V. Modification de l arrêté royal du 12 juin 2006 organisant l acquisition par le militaire de la qualité d agent de l Etat par transfert Art. 17. In artikel 23, tweede lid, van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing, worden de woorden «, de meesterschapstoelage bedoeld in artikel 34 van hetzelfde besluit» ingevoegd tussen de woorden «de vormingstoelage bedoeld in artikel 32 van hetzelfde besluit» en de woorden «het weddecomplement». Art. 17. Dans l article 23, alinéa 2, de l arrêté royal du 12 juin 2006 organisant l acquisition de la qualité d agent de l Etat par transfert, les mots «,l allocation de maîtrise visée à l article 34 du même arrêté» sont insérés entre les mots «l allocation de formation visée à l article 32 du même arrêté»et les mots «le complément de traitement». HOOFDSTUK VI. Wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 tot organisatie van de vergelijkende selectie en de indiensttreding in het federaal administratief openbaar ambt van sommige statutaire ambtenaren van de autonome overheidsbedrijven CHAPITRE VI. Modification de l arrêté royal du 7 mars 2007 organisant la sélection comparative et l entrée en service dans la fonction publique administrative fédérale de certains agents statutaires des entreprises publiques autonomes Art. 18. Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 7 maart 2007 tot organisatie van de vergelijkende selectie en de indiensttreding in het federaal administratief openbaar ambt van sommige statutaire ambtenaren van de autonome overheidsbedrijven, wordt aangevuld als volgt : Art. 18. L article 1 er, alinéa 1 er, de larrêté royal du 7 mars 2007 organisant la sélection comparative et l entrée en service dans la fonction publique administrative fédérale de certains agents statutaires des entreprises publiques autonomes, est complété par la disposition suivante : «in een graad of klasse van hetzelfde niveau als die waarin ze benoemd zijn volgens de bepalingen van bijlage 1.» «dans un grade ou une classe du même niveau que celui où ils sont nommés selon les dispositions figurant à l annexe 1 re.»

10 18328 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK VII. Wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de ten laste neming van de kosten inzake openbaar vervoer in woon-werkverkeer van de federale personeelsleden door de Staat en sommige federale openbare instellingen Art. 19. Artikel 9, derde lid, van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de telasteneming van de kosten inzake openbaar vervoer in woon-werkverkeer van de federale personeelsleden door de Staat en sommige federale openbare instellingen, wordt vervangen als volgt : «Het personeelslid dat geniet van de kosteloosheid van het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer kan niet genieten van een tussenkomst voor het gebruik van een persoonlijk vervoermiddel. De cumulatie van deze kosteloosheid en deze tussenkomst wordt echter gemachtigd : 1 in geval van uitzonderlijke en hoogdringende oproeping uitgaande van zijn hiërarchie; 2 voor de personeelsleden bedoeld in artikel 7, 3, op de dagen en uren waarop verplaatsingen met het openbaar vervoer onmogelijk zijn.» CHAPITRE VIII. Slotbepaling Art. 20. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 15 maart ALBERT CHAPITRE VII. Modification de l arrêté royal du 3 mai 2007 portant la prise en charge des frais de déplacement par les transports publics de la résidence au lieu de travail des membres du personnel fédéral par l Etat et certains organismes publics fédéraux Art. 19. L article 9, alinéa 3, del arrêté royal du 3 mai 2007 portant la prise en charge des frais de déplacement par les transports publics de la résidence au lieu de travail des membres du personnel fédéral par l Etat et certains organismes publics fédéraux, est remplacé comme suit : «Le membre du personnel qui bénéficie de la gratuité du transport public pour le déplacement entre sa résidence et son lieu de travail ne peut pas bénéficier d une intervention pour l usage d un moyen de transport personnel. Toutefois, le cumul de cette gratuité et de cette intervention est autorisé : 1 en cas d appel exceptionnel et urgent émanant de sa hiérarchie; 2 pour les membres du personnel visés à l article 7, 3, aux jours et heures où le déplacement est impossible par le transport public.» CHAPITRE VIII. - Disposition finale Art. 20. Nos Ministres sont chargés, chacun en qui le concerne, de l exécution du présent arrêté. Donné àruxelles, le 15 mars ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. I. VERVOTTE * Par le Roi : La Ministre de la Fonction publique, Mme I. VERVOTTE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N [C 2010/14063] 15 MAART Koninklijk besluit tot goedkeuring van een wijziging aan de statuten van Infrabel, naamloze vennootschap van publiek recht ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F [C 2010/14063] 15 MARS Arrêté royal approuvant une modification aux statuts d Infrabel, société anonyme de droit public ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 41, 4; Vu la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, notamment l article 41, 4; Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 houdende vaststelling van de statuten van de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel; Vu l arrêté royal du 18 octobre 2004 établissant les statuts de la société de droit public Infrabel; Gelet op de uitgifte van de notulen in authentieke vorm van 18 december 2009, opgemaakt door André De Bruyne, instrumenterend ambtenaar, op grond van artikel 41, 6, van de wet van 21 maart 1991, van de besluiten van de buitengewone algemene vergadering van Infrabel op 17 december 2009 houdende wijziging de statuten; Vu l expédition du procès-verbal authentique du 18 décembre 2009, dressé par André De Bruyne, fonctionnaire instrumentant, agissant sur la base de l article 41, 6 de la loi du 21 mars 1991, des résolutions de l assemblée générale extraordinaire d Infrabel du 17 décembre 2009, modifiant les statuts; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 februari 2010; Vu l avis de l Inspecteur des Finances, donné le 24 février 2010; Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Sur la proposition de Notre Ministre des Entreprises publiques et de l avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De wijziging aan de statuten, ingevolge de op 17 december 2009 door de buitengewone algemene vergadering van Infrabel, naamloze vennootschap van publiek recht, genomen beslissingen en waarvan de tekst bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. La modification aux statuts, suite aux décisions prises le 17 décembre 2009 par l assemblée générale extraordinaire de Infrabel, société anonyme de droit public, et dont le texte est annexé au présent arrêté, est approuvée. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.

11 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 3. Onze Minister bevoegd voor de Overheidsbedrijven is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 15 maart ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven, Mevr. I. VERVOTTE Art. 3. Notre Ministre qui a les Entreprises publiques dans ses attributions est chargée del exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 15 mars ALBERT Par le Roi : La Ministre des Entreprises publiques, Mme I. VERVOTTE Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van een wijziging aan de statuten van Infrabel, naamloze vennootschap van publiek recht Het artikel 2, 4 wordt gewijzigd als volgt : «4 «spoorweginfrastructuur» : alle elementen bepaald in bijlage I, deel A, van Verordening (EG) nr. 851/2006 van de Europese Commissie van 9 juni 2006 december 1970 betreffende de vaststelling van de inhoud van de verschillende posten van de boekhoudkundige schema s, bedoeld in bijlage I van Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970, met uitzondering van het laatste streepje dat in de zin van deze statuten als volgt luidt : «Dienstgebouwen voor de infrastructuur»; In het artikel 5, wordt het punt 6 geschrapt. In het artikel 7, wordt het eerste lid vervangen door de volgende bepaling : Het maatschappelijk kapitaal is vastgesteld op euros. Het wordt vertegenwoordigd door aandelen met stemrecht, zonder vermelding van nominale waarde, die elk één/ deel van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen. Het artikel 18 wordt vervangen door de volgende bepaling : «Art Het mandaat van bestuurder is onverenigbaar met het mandaat of de functie van : 1 lid van het Europees Parlement; 2 lid van de Wetgevende Kamers; 3 Minister of Staatssecretaris; 4 lid van de Raad of van de Regering van een Gemeenschap of een Gewest; 5 gouverneur van een provincie of lid van de bestendige deputatie van een provincieraad. Bovendien mogen geen andere bestuurders dan de gedelegeerd bestuurder personeelsleden zijn van de vennootschap in de zin van artikel 214, 1, van voornoemde wet van 21 maart Het mandaat van lid van de raad van bestuur is onverenigbaar met elke al dan niet bezoldigde functie, mandaat of activiteit, die hetzij persoonlijk, hetzij via tussenkomst van een rechtspersoon uitgeoefend wordt ten dienste van een spoorwegonderneming, ten dienste van de NMBS-Holding of ten dienste van een vennootschap die, in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, verbonden is met één ervan. Het verbod vermeld in het eerste lid is niet van toepassing als een lid van de raad van bestuur of van het directiecomité Infrabel vertegenwoordigt : - bij de nationale paritaire commissie of bij een overleg- of coördinatie-instantie waarbij ook de in het eerste lid bedoelde ondernemingen betrokken zijn; - in de raad van bestuur of het directiecomité van een dochtervennootschap gecontroleerd door Infrabel in de zin van artikel 5 van het Wetboek van vennootschappen. Een lid van de raad van bestuur mag geen maatschappelijke rechten of aandelen van één van de in eerste lid bedoelde ondernemingen bezitten. Een lid van de raad van bestuur is verplicht de voorzitter van de raad van bestuur in te lichten over elke vorm van vermogensrechtelijk belang in een dergelijke onderneming. 3. Wanneer één van de leden van de raad van bestuur de bepalingen van 1 en 2, eerste lid, overtreedt, moet hij binnen een termijn van drie maanden de betrokken mandaten of functies neerleggen. Indien hij nalaat dit te doen, wordt hij na afloop van deze termijn van rechtswege geacht zijn mandaat bij Infrabel te hebben neergelegd, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtsgeldigheid van de handelingen die hij inmiddels heeft gesteld, of van de beraadslagingen waaraan hij inmiddels heeft deelgenomen. 4. Het verbod beschreven in het eerste lid, van 2 blijft twee jaren na de beëindiging van het mandaat gelden.» Annexe à l arrêté royal approuvant une modification aux statuts de Infrabel, société anonyme de droit public L article 2, 4 est modifié comme suit : «4. «infrastructure ferroviaire» : l ensemble des éléments visés à l Annexe I re, partie A, du règlement (CE) No 851/2006 de la Commission du 9 juin 2006 relatif à la fixation du contenu des différentes positions des schémas de comptabilisation de l annexe Ire du règlement (CEE) No 1108/70 du Conseil du 4 juin 1970, à l exception du dernier tiret qui, aux fins des présents statuts, se lit comme suit : «Bâtiments affectés au service des infrastructures». A l article 5, le point 6 est supprimé. A l article 7, le premier alinéa est remplacé par la disposition suivante : Le capital social a été fixé à euros. Il est représenté actions avec droit de vote, sans mention de valeur nominale, correspondant chacune à un/ du capital. L article 18 est remplacé par la disposition suivante : «Art er. Le mandat d administrateur est incompatible avec le mandat ou les fonctions de : 1 membre du Parlement européen; 2 membre des Chambres législatives; 3 Ministre ou Secrétaire d Etat; 4 membre du Conseil ou du Gouvernement d une Communauté ou d une Région; 5 gouverneur d une province ou membre de la députation permanente d un conseil provincial. En outre, les administrateurs autres que l administrateur délégué ne peuvent pas être membres du personnel de la société au sens de l article 214, 1 er, de la loi du 21 mars 1991 précitée. 2. Le mandat de membre du conseil d administration est incompatible avec une fonction, un mandat ou une activité, rémunérée ou non, soit personnellement, soit par l intermédiaire d une personne morale, au service d une entreprise ferroviaire, au service de la SNCB Holding ou au service d une société liée à l une de celles-ci au sens de l article 11 du Code des sociétés. L interdiction énoncée à l alinéa 1 er ne s applique pas lorsqu un membre du conseil d administration représente Infrabel : - auprès de la commission paritaire nationale ou auprès d une instance de concertation ou de coordination à laquelle sont également associées des entreprises visées à l alinéa premier; - au sein du conseil d administration ou du comité de direction d une société filiale contrôlée par Infrabel au sens de l article 5 du Code des sociétés. Un membre du conseil d administration ne peut détenir aucun droit social ou actions de l une des entreprises visées à l alinéa 1 er. Un membre du conseil d administration est tenu de notifier au président du Conseil d administration toute forme d intérêt de nature patrimoniale qu il détient dans une telle entreprise. 3. Lorsqu un des membres du conseil d administration contrevient aux dispositions des 1 er et 2, premier alinéa, il est tenu de se démettre des mandats ou fonctions en question dans un délai de trois mois. S il ne le fait pas, il est réputé, à l expiration de ce délai, s être démis de plein droit de son mandat auprès d Infrabel, sans que cela ne porte préjudice à la validité juridique des actes qu il a accomplis ou des délibérations auxquelles il a pris part pendant la période concernée. 4. L interdiction prévue au 2, alinéa1 er, subsiste pendant deux ans après la sortie de charge.»

12 18330 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE In het artikel 33 worden de 3 en 4 vervangen door de volgende bepalingen : 3. Het mandaat van lid van het directiecomité, is onverenigbaar met elke al dan niet bezoldigde functie, mandaat of activiteit, die hetzij persoonlijk, hetzij via tussenkomst van een rechtspersoon uitgeoefend wordt ten dienste van een spoorwegonderneming, ten dienste van de NMBS-Holding of ten dienste van een vennootschap die, in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen, verbonden is met één ervan. Het verbod vermeld in het eerste lid is niet van toepassing als een lid van het directiecomité Infrabel vertegenwoordigt : - bij de nationale paritaire commissie of bij een overleg- of coördinatie-instantie waarbij ook de in het eerste lid bedoelde ondernemingen betrokken zijn; - in de raad van bestuur of het directiecomité van een dochtervennootschap gecontroleerd door Infrabel in de zin van artikel 5 van het Wetboek van vennootschappen. Een lid van het directiecomité mag geen maatschappelijke rechten of aandelen van één van de in eerste lid bedoelde ondernemingen bezitten. Een lid van het directiecomité is verplicht de voorzitter van de raad van bestuur in te lichten over elke vorm van vermogensrechtelijk belang in een dergelijke onderneming. 4. Wanneer één van de leden van het directiecomité de bepalingen van 1, en 3, eerste lid, overtreedt, moet hij binnen een termijn van drie maanden de betrokken mandaten of functies neerleggen. Indien hij nalaat dit te doen, wordt hij na afloop van deze termijn van rechtswege geacht zijn mandaat bij Infrabel te hebben neergelegd, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtsgeldigheid van de handelingen die hij inmiddels heeft gesteld, of van de beraadslagingen waaraan hij inmiddels heeft deelgenomen. 5. Het verbod beschreven in het eerste lid, van 3 blijft twee jaren na de beëindiging van het mandaat gelden. 6. Het lid van het directiecomité dat de dienst belast met de in artikel 5, 4 en 5, bedoelde functies leidt, moet onafhankelijk zijn van elke spoorwegonderneming, met inbegrip van de diensten die vóór 1 januari 2005 in de schoot van de naamloze vennootschap van publiek recht Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen instonden voor het vervoer per spoor van reizigers en goederen, en van de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS-Holding. Hij voldoet aan deze voorwaarde van onafhankelijkheid indien hij beantwoordt aan de volgende twee criteria : 1 gedurende een tijdvak van twee jaar voorafgaand aan zijn benoeming, generlei mandaat of functie hebben uitgeoefend bij een spoorwegonderneming zoals bepaald in het eerste lid; 2 geen enkel belang van vermogensrechtelijke aard hebben in een onderneming bedoeld in het eerste lid, noch voor dergelijke onderneming enige functie uitoefenen of dienst verlenen, rechtstreeks of onrechtstreeks, kosteloos of tegen betaling. Wanneer het betrokken lid van het Directiecomité deze bepaling overtreedt, is 4 van toepassing. Het artikel 43, 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : «2. De houders van aandelen op naam, alsook de bestuurders, de commissarissen, de houders van obligaties en warrants op naam en de houders van certificaten op naam die met medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven, worden per aangetekende brief, behalve indien de bestemmelingen op individuele, uitdrukkelijke en schriftelijke wijze hebben aanvaard om de oproeping te ontvangen middels een ander communicatiemiddel, vijftien dagen vóór de vergadering, uitgenodigd. De brief vermeldt de agenda. Iedere aandeelhouder mag aan de oproeping verzaken; in ieder geval wordt een aandeelhouder die op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, geacht regelmatig te zijn opgeroepen of aan oproeping te hebben verzaakt.» A l article 33, les 3 et 4 sont remplacés par les dispositions suivantes : 3. Le mandat de membre du comité de direction est incompatible avec une fonction, un mandat ou une activité, rémunérée ou non, soit personnellement, soit par l intermédiaire d une personne morale, au service d une entreprise ferroviaire, au service de la SNCB Holding ou au service d une société liée à l une de celles-ci au sens de l article 11 du Code des sociétés. L interdiction énoncée à l alinéa1 er ne s applique pas lorsqu un membre du comité de direction représente Infrabel : - auprès de la commission paritaire nationale ou auprès d une instance de concertation ou de coordination à laquelle sont également associées des entreprises visées à l alinéa premier; - au sein du conseil d administration ou du comité de direction d une société filiale contrôlée par Infrabel au sens de l article 5 du Code des sociétés. Un membre du comité de direction ne peut détenir aucun droit social ou actions de l une des entreprises visées à l alinéa 1 er. Un membre du comité de direction est tenu de notifier au président du Conseil d administration toute forme d intérêt de nature patrimoniale qu il détient dans une telle entreprise. 4. Lorsqu un des membres du comité de direction contrevient aux dispositions des 1 er, et 3, premier alinéa, il est tenu de se démettre des mandats ou fonctions en question dans un délai de trois mois. S il ne le fait pas, il est réputé, à l expiration de ce délai, s être démis de plein droit de son mandat auprès d Infrabel, sans que cela ne porte préjudice à la validité juridique des actes qu il a accomplis ou des délibérations auxquelles il a pris part pendant la période concernée. 5. L interdiction prévue au 3, alinéa1 er, subsiste pendant deux ans après la sortie de charge. 6. Le membre du comité de direction qui dirige le service chargé des fonctions visées à l article 5, 4 et 5, doit être indépendant de toute entreprise ferroviaire, y compris les services chargés du transport ferroviaire de voyageurs et de marchandises au sein de la société anonyme de droit public Société nationale des Chemins de fer belges avant le 1 er janvier 2005, et de la société anonyme de droit public SNCB Holding. Il satisfait à cette condition d indépendance s il répond aux deux critères suivants : 1 durant une période de deux années précédant sa nomination, n avoir exercé aucun mandat ni fonction auprès d une entreprise ferroviaire telle que définie au premier alinéa; 2 n avoir aucun intérêt de nature patrimoniale dans une entreprise visée au premier alinéa, ni exercer pour une telle entreprise la moindre fonction ou prester le moindre service, que ce soit directement ou indirectement, à titre gratuit ou onéreux. Lorsque le membre du Comité de direction concerné contrevient à cette disposition, le 4 est d application. L article 43, 2 est remplacé par la disposition suivante : «2. Des lettres recommandées, sauf si les destinataires ont individuellement, expressément et par écrit, accepté de recevoir la convocation moyennant un autre moyen de communication, seront adressées, quinze jours avant l assemblée, aux porteurs d actions nominatives, ainsi qu aux administrateurs et aux commissaires, aux porteurs d obligations ou titulaires d un droit de souscription en nom, et aux titulaires de certificats nominatifs émis avec la collaboration de la société. La lettre contient l ordre du jour. Tout actionnaire peut renoncer à la formalité de la convocation et, en tout cas, sera considéré comme ayant été régulièrement convoqué ou comme ayant renoncé à la formalité de la convocation, s il est présent ou représenté àl assemblée.»

13 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2009/205155] 18 NOVEMBER Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het aanvullend sociaal voordeel (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2009/205155] 18 NOVEMBRE Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 12 janvier 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à un avantage social complémentaire (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het aanvullend sociaal voordeel. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 18 november Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 12 janvier 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à un avantage social complémentaire. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 18 novembre ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2009 Aanvullend sociaal voordeel (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2009 onder het nummer 90449/CO/119) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. Aard van het voordeel Art. 2. De arbeiders tewerkgesteld door één van de ondernemingen bedoeld in artikel 1, hebben elk jaar recht op een aanvullend sociaal voordeel ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren in de voorwaarden bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 12 janvier 2009 Avantage social complémentaire (Convention enregistrée le 27 janvier 2009 sous le numéro 90449/CO/119) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant à la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE II. Nature de l avantage Art. 2. Les ouvriers visés à l article 1 er ont droit chaque année à un avantage social complémentaire à charge du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire, dans les conditions fixées par la présente convention collective de travail.

14 18332 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK III. Toekenningsvoorwaarden Art. 3. Om het voordeel te bekomen moeten de in artikel 1 bedoelde arbeiders aan volgende voorwaarden voldoen : 1. vóór 1 mei van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van betaling aangesloten zijn bij één van de representatieve interprofessionele organisaties van arbeiders welke op nationaal vlak zijn verbonden, namelijk : - ACV Voeding en Diensten; - ABVV Voeding Horeca en Diensten; - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB). Indien men zich aansluit bij een vakbond tijdens de referteperiode, dan wordt de syndicale premie pro rata uitbetaald. Er bestaat geen retroactief lidmaatschap; 2. gedurende tenminste 11 dagen in de loop van het jaar die voorafgaan aan het jaar van betaling tewerkgesteld geweest zijn door één van de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde ondernemingen. HOOFDSTUK IV. Bedrag Art. 4. Elke arbeider die in de loop van de periode 1 oktober tot 30 september tewerkgesteld was in de voedingshandel heeft recht op een syndicale premie van maximum 128 EUR (voor 253 dagen tewerkstelling). Om het aantal tewerkstellingsdagen die in aanmerking worden genomen te bepalen, wordt rekening gehouden met de werkelijk gepresteerde arbeidsdagen, evenals met de dagen die zijn gelijkgesteld overeenkomstig de beslissingen dienaangaande genomen door het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. Kortere periodes van tewerkstelling geven recht op een syndicale premie volgens onderstaande tabel : CHAPITRE III. Conditions d octroi Art. 3. Pour bénéficier de l avantage, les ouvriers visés à l article 1 er doivent remplir les conditions suivantes : 1. être affiliés avant le 1 er mai de l année civile précédant l année de paiement à l une des organisations représentatives interprofessionnelles de travailleurs, fédérées sur le plan national, à savoir : - la CSC Alimentation et Services; - la FGTB Alimentation Horeca et Services; - la Centrale générale des syndicats libéraux de Belgique (CGSLB). Si l affiliation au syndicat a lieu au cours de la période de référence, le paiement de la prime syndicale se fait au prorata. Il n y a pas d affiliation rétroactive; 2. avoir été occupés, durant 11 jours au moins au cours de l année civile précédant l année de paiement, par une des entreprises visées à l article 1 er de cette convention collective de travail. CHAPITRE IV. Montant Art. 4. Chaque ouvrier, ayant été occupé dans le commerce alimentaire au cours de la période allant du 1 er octobre au 30 septembre, a droit à une prime syndicale de maximum 128 EUR (pour une occupation de 253 jours). Pour la détermination des jours d occupation à prendre en considération, il est tenu compte des journées de travail effectives aussi bien que des journées assimilées, conformément aux décisions prises à ce sujet par la Commission paritaire du commerce alimentaire. Des périodes d occupation plus courtes donnent droit à une prime syndicale établie suivant ce tableau : Aantal dagen (5 dagen/week) Bedrag in EUR Nombre de jours (5 jours/semaine) Minder dan 11 dagen 0 Moins de 11 jours 0 Tussen 11 en 32 10,67 Entre 11 et 32 10,67 Tussen 33 en 54 21,33 Entre 33 et 54 21,33 Tussen 55 en Entre 55 et Tussen 77 en 98 42,67 Entre 77 et 98 42,67 Tussen 99 en ,33 Entre 99 et ,33 Tussen 121 en Entre 121 et Tussen 143 en ,67 Entre 143 et ,67 Tussen 165 en ,33 Entre 165 et ,33 Tussen 187 en Entre 187 et Tussen 209 en ,67 Entre 209 et ,67 Tussen 231 en ,33 Entre 231 et ,33 Vanaf A partir de Montant en EUR HOOFDSTUK V. Betalingsmodaliteiten Art. 5. De formulieren van de syndicale premie of de betalingsopdrachten voor de rechtstreekse betalingen op bankrekeningen worden door het sociaal fonds opgemaakt op basis van de gegevens van de Kruispuntbank. Vóór 1 maart van het betalingsjaar verzendt het sociaal fonds de betalingslijsten voor de rechtstreekse betalingen naar de vakbonden. Vóór 1 april van het betalingsjaar verzendt het sociaal fonds de ingevulde formulieren rechtstreeks naar de arbeiders die voldoen aan de toepassingsvoorwaarden. Art. 6. De arbeiders die de in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde toekenningsvoorwaarden vervullen maken het in artikel 5 bedoelde formulier in dubbel exemplaar over aan de in artikel 3 vermelde organisatie waarvan zij lid zijn. Deze organisatie gaat na of de betrokken arbeider werkelijk is aangesloten en of hij of zij een recht kan doen gelden en berekent het bedrag van het voordeel. Zij betaalt, bij voorkeur, op de bankrekening van de betrokkene het bedrag waarop hij of zij recht heeft. CHAPITRE V. Modalités de paiement Art. 5. Les formulaires de primes syndicales ou les ordres de paiement pour les paiements directement sur les comptes bancaires sont établis par le fonds social sur base des données de la Banque Carrefour. Avant le 1 er mars de l année de paiement, le fonds social envoie aux syndicats les listes de paiement pour les paiements automatisés. Le fonds social envoie les formulaires remplis directement au domicile des ouvriers remplissant les conditions d octroi, avant le 1 er avril de l année de paiement. Art. 6. Les ouvriers remplissant les conditions d octroi visées à l article 3 de la présente convention collective de travail, remettent à l organisation mentionnée à l article 3, dont ils sont membres, le formulaire en double exemplaire, visé àl article 5. Cette organisation vérifie l affiliation effective de l ouvrier intéressé ainsi que la justification de son droit et calcule le montant de l avantage. Elle paie, de préférence, sur compte bancaire à l intéressé le montant auquel il ou elle a droit.

15 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Op termijn zal elke betaling enkel via overschrijving verlopen. Het nazicht, de controle en de betaling hebben plaats van 1 april tot 15 september in het jaar van betaling. Art. 7. Vóór 15 november van het jaar van betaling bezorgt iedere in artikel 3 bedoelde organisatie aan het sociaal fonds een afrekening met vermelding het aantal betaalde premies, totaalbedrag en handtekening van de verantwoordelijke van de vakorganisatie. In die afrekening wordt een onderscheid gemaakt tussen de normale betalingen (van 1 april tot 15 september) en de achterstallige gevallen. De organisaties dienen de betalingsgegevens met de naam van de arbeider, zijn adres, zijn werkgever en het bedrag van de premie te bewaren gedurende 5 jaar. Deze gegevens staan ter beschikking van de revisor op de nationale zetel van de syndicale organisatie. HOOFDSTUK VI. Slotbepalingen Art. 8. Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst van 14 februari 2008, geregistreerd onder het nummer 87304/CO/119 en heft ze op. Art. 9. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december Op 1 januari van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging door één van de partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden ervan op de hoogte brengt. Gepresteerde en gelijkgestelde dagen Lijst opgesteld door het paritair comité op 15 december 1971 en gewijzigd op 13 april 1973, 22 december 1976, 13 juli 1977, 8 december 1987 en 19 december Onder gepresteerde dagen dient te worden verstaan : 1. De dagen of gedeelten van dagen die werkelijk aan arbeid worden besteed. 2. De dagen of gedeelten van dagen die niet gepresteerd worden doch waarvoor de werkgever verplicht is een loon uit te betalen (bijvoorbeeld : gewaarborgd weekloon, betaalde feestdagen, dagen van klein verlet, enz...). 3. De dagen gedurende dewelke niet gewerkt wordt omwille van jaarlijkse vakantie waarop de arbeiders recht hebben overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers. 4. De 6de niet-gepresteerde dag van elke vijfdaagse werkweek, ingeval de wekelijkse arbeidstijd in de loop van een kwartaal nu eens over 5, dan weer over meer dan 5 dagen gespreid is. Onder gelijkgestelde dagen dient te worden verstaan : 1. De dagen van volledige arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van een arbeidsongeval of een beroepsziekte. 2. De dagen van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid gedurende de eerste twaalf maanden, na een tijd van volledige arbeidsongeschiktheid, wanneer het erkend percentage van ongeschiktheid tenminste 66 pct. bedraagt. 3. De dagen afwezigheid gedurende de eerste twaalf maanden, ingevolge een ongeval dat geen arbeidsongeval is, of een ziekte die geen beroepsziekte is. 4. De rustperiode voor zwangerschap en bevalling : zoals bepaald in de bepalingen van artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart De militaire dienstplicht, op voorwaarde dat de belanghebbende onmiddellijk vóór en na zijn legertijd in dienst is geweest van een onderneming die aangesloten is bij het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren. 6. De dagen van gewone wederoproeping voor legerdienst met een maximum van 74 of 66 dagen, naargelang de werknemer al dan niet deelneemt aan de vorming van reservekaders. 7. De dagen besteed aan het nakomen van burgerlijke verplichting (voogd, lid van een familieraad, getuige in rechten, gezworene, kiezer, lid van een stembureau). 8. De dagen besteed aan de uitoefening van een openbaar mandaat en een mandaat in syndicaal verband, bepaald bij artikel 16, 9 o en 10 o van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967) gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 1970 (Belgisch Staatsblad van 31 juli 1970). A terme, les paiements se feront uniquement par virement. La vérification, le contrôle et le paiement ont lieu du 1 er avril au 15 septembre de l année de paiement. Art. 7. Avant le 15 novembre de l année de paiement, chacune des organisations visées à l article 3 fournit au fonds social un décompte reprenant le nombre de primes payées, le montant total et la signature par le responsable de l organisation syndicale. Au sein de ce décompte, une distinction est faite entre les paiements normaux (du 1 er avril au 15 septembre) et les cas retardataires. Les organisations syndicales sont tenues de conserver pendant 5 ans les données de paiement comprenant le nom de l ouvrier, son adresse, son employeur et le montant de la prime. Ces données sont à la disposition du réviseur au siège national de l organisation syndicale. CHAPITRE VI. Dispositions finales Art. 8. La présente convention abroge la convention du 14 février 2008, enregistrée sous le numéro 87304/CO/119. Art. 9. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er janvier 2009 et cesse de produire ses effets le 31 décembre Le 1 er janvier de chaque année, elle est prorogée par tacite reconduction pour une période d un an, sauf dénonciation par une des parties, signifiée au plus tard trois mois avant l échéance de la convention collective de travail, par lettre recommandée adressée au président de la Commission paritaire du commerce alimentaire, qui en informe ses membres. Journées prestées et assimilées Liste établie par la commission paritaire le 15 décembre 1971, modifiée les 13 avril 1973, 22 décembre 1976, 13 juillet 1977, 8 décembre 1987 et 19 décembre Par journées prestées, il faut entendre : 1. Les journées ou parties de journées effectivement prestées. 2. Les journées ou parties de journées non prestées, pour lesquelles l employeur est tenu de payer une rémunération (par exemple : salaire hebdomadaire garanti, jours fériés, petits chômages, etc...). 3. Les journées pendant lesquelles le travail est suspendu en raison des vacances annuelles auxquelles les ouvriers ont droit en vertu des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés. 4. Le 6ème jour non presté de chacune des semaines de 5 jours, dans le cas où le travail hebdomadaire est réparti, au cours du trimestre, tantôt sur 5, tantôt sur plus de 5 jours. Par journées assimilées, il faut entendre : 1. Les journées d incapacité de travail totale, résultant d un accident de travail ou d une maladie professionnelle. 2. Les journées comprises dans les douze premiers mois de la période d incapacité de travail partielle consécutive à une incapacité de travail temporaire totale, à condition que le pourcentage reconnu de l incapacité temporaire partielle soit au moins égal à 66 p.c. 3. Les journées comprises dans les douze premiers mois d absence due à un accident qui n est pas un accident de travail, ou à une maladie qui n est pas une maladie professionnelle. 4. Les journées de repos de grossesse et d accouchement : telles que prévues par les dispositions de l article 39 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail. 5. Le service militaire, à condition que l intéressé ait été occupé immédiatement avant et après son service dans une entreprise affiliée au Fonds social et de garantie du commerce alimentaire. 6. Les journées de rappel ordinaire sous les armes dont la durée ne peut dépasser 74 ou 66 jours, selon que le travailleur participe ou non à la formation de cadres de réserve. 7. Les journées consacrées à l accomplissement de devoirs civiques (tuteur, membre du conseil de famille, témoin en justice, juré, électeur, membre du bureau de vote). 8. Les journées consacrées à l exercice d un mandat public et d obligations syndicales, reprises à l article 16, 9 o et 10 o de l arrêté royal du 30 mars 1967 (Moniteur belge du 6 avril 1967) modifié par l arrêté royal du 20 juillet 1970 (Moniteur belge du 31 juillet 1970).

16 18334 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 9. De dagen van deelname aan stages of studiedagen die aan arbeidsopvoeding of aan syndicale vorming gewijd zijn en georganiseerd worden door representatieve organisaties der werknemers of door de bevoegde minister erkende gespecialiseerde instituten, ten belope van maximum 12 dagen per jaar. 10. De dagen van staking of lock-out, in de volgende situaties : a) de arbeider moet tenminste één dag effectief werkzaam zijn geweest in de loop der achtentwintig opeenvolgende dagen die aan de aanvangsdag van de werkstaking of de lock-out voorafgaan; b) de staking moet : - voorafgegaan worden door een poging tot verzoening door een bemiddelaar die gekozen werd door de partijen, of op verzoek van één dezer, door de Minister van Werk; - ingaan na het verstrijken van een collectieve stakingsaanzegging, betekend door een syndicale organisatie die vertegenwoordigd is in het paritair comité waaronder de onderneming ressorteert. Deze opzegging kan ten vroegste betekend worden de 7de dag volgend op de 1ste vergadering die door de gekozen of aangewezen bemiddelaar gehouden werd. De opzegging wordt betekend hetzij bij een ter post aangetekende brief en aan ieder individuele werkgever gerichte brief, hetzij door inlassing in de notulen van een verzoeningsvergadering. Zij neemt een aanvang op de dag volgend op de dag waarin zij werd betekend en eindigt ten vroegste na zeven dagen. 11. De dagen van gedeeltelijke werkloosheid. 12. De extra-legale vakantieperiode die door de werkgever toegekend wordt aan de vreemde arbeiders die naar hun land terugkeren. 13. Voor de jonge arbeiders, de schoolperiode en de periode begrepen tussen de datum waarop ze de school verlaten en het begin van hun eerste arbeidscontract (maximum 4 maanden, deze grens wordt op 31 december gebracht voor de jongeren die het schooljaar volledig beëindigen. De rechten moeten op dezelfde wijze als voorzien bij de wetgeving betreffende jaarlijkse vakantie der loonarbeiders berekend worden, dit wil zeggen dat het begin van het eerste arbeidscontract plaats moet hebben, binnen de 4 maanden na het einde der studies, deze grens wordt gebracht op 31 december (ongeveer 6 maanden) voor de jongeren die hun schooljaar volledig beëindigen. In dat geval wordt de periode die nog op school doorgebracht werd evenals het deel van de 4 maanden (of 6 maanden) waarin niet gewerkt werd, en die valt tussen de datum van het verlaten van de school en 31 december van het lopende jaar, gelijkgesteld met normale werkdagen. 14. Vanaf 2008 (premie 2007), de carenzdagen. 15. Vanaf 2008 (premie 2007), de 10 eerste verlofdagen zonder wedde tijdens de referteperiode. 16. Voor de rechthebbenden van het brugpensioen, de periode vanaf op brugpensioenstelling tot 31 december van hetzelfde jaar. 17. Voor de gepensioneerden, de periode vanaf de opruststelling tot 31 december van hetzelfde jaar. 18. De periode vanaf het overlijden van een arbeider, tot 31 december van hetzelfde jaar. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET 9. Les journées de participation à des stages ou journées d étude consacrées à l éducation ouvrière ou à la formation syndicale, organisées par les organisations représentatives des travailleurs ou par des instituts spécialisés reconnus par le ministre compétent à raison de 12 jours au maximum par an. 10. Les journées de grève ou de lock-out, dans les conditions suivantes : a) l ouvrier doit avoir été effectivement occupé au moins un jour des 28 jours successifs précédant le jour du début de la grève ou du lock-out; b) la grève doit : - avoir été précédée d une tentative de conciliation faite par un conciliateur, choisi par les parties ou à la demande de l une d elles, par le Ministre de l Emploi; - intervenir à l expiration d un préavis collectif de grève, notifié par une organisation syndicale représentée à la commission paritaire dont relève l entreprise. Ce préavis peut être signifié, au plus tôt, le septième jour qui suit la première réunion tenue par le conciliateur choisi ou désigné. Il est notifié, soit par lettre recommandée à la poste adressée à chaque employeur individuellement, soit par l insertion dans le procès-verbal d une réunion de conciliation. Il prend cours le jour qui suit celui au cours duquel il est notifié et sa durée est d au moins sept jours. 11. Les journées de chômage partiel. 12. La période de congé extralégale des travailleurs étrangers, accordée par l employeur, qui rentrent dans leur pays. 13. Pour les jeunes travailleurs, la période d école et la période comprise entre la date où ils quittent l établissement scolaire et le début de leur premier contrat de travail (avec un maximum de 4 mois, cette limite est portée au 31 décembre pour les jeunes ayant terminé l année scolaire). Il y a lieu de calculer les droits de la même façon que prévu par la législation relative aux vacances annuelles des ouvriers, c est-à-dire que le début du premier contrat de travail doit se situer dans les 4 mois après la fin des études; cette limite est portée au 31 décembre (soit environ 6 mois) pour les jeunes ayant terminé entièrement l année scolaire. Dans ce cas, la période encore passée à l école, ainsi que la partie des 4 mois (ou 6 mois) non travaillée tombant entre la date où ils quittent l école et le 31 décembre de l année en cours, sont assimilées à des journées de travail normal. 14. A partir de 2008 (prime 2007), les jours de carence. 15. A partir de 2008 (prime 2007), les 10 premiers jours de congés sans solde sur la période référence. 16. Pour les prépensionnés, la période comprise entre la date de mise à la prépension et le 31 décembre de la même année. 17. Pour les pensionnés, la période comprise entre la date de mise à la retraite et le 31 décembre de la même année. 18. La période comprise entre le décèsd un ouvrier et le 31 décembre de la même année. Vu pour être annexé à l arrêté royal du 18 novembre La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET

17 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2009/205009] 19 NOVEMBER Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de risicogroepen (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de risicogroepen. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 19 november ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2009/205009] 19 NOVEMBRE Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 12 janvier 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les groupes à risque (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 12 janvier 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les groupes à risque. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 19 novembre ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2009 Risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2009 onder het nummer 90448/CO/119) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. Tewerkstelling van risicogroepen Art. 2. De ondernemingen die langdurig werklozen, laaggeschoolde werklozen, werklozen met een leeftijd van minstens 50 jaar, werkzoekenden die het begeleidingsplan voor werklozen hebben gevolgd, gehandicapten, personen die terugkeren op de arbeidsmarkt of bestaansminimumtrekkers voor onbepaalde duur aanwerven, kunnen een eenmalige forfaitaire toelage ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren bekomen. Deze toelage bedraagt 743,68 EUR voor de voltijdse aanwerving van een arbeider en 371,84 EUR voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider met een overeenkomst van minstens 18 uur per week. Deze toelage wordt toegekend wanneer de arbeider 6 maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming. Art. 3. De ondernemingen die werknemers die geheel of gedeeltelijk hun beroepsloopbaan onderbreken, of werknemers die bruggepensioneerd zijn vanaf of na de leeftijd van 58 jaar vervangen door arbeiders die behoren tot de bovengenoemde risicogroepen, kunnen ten laste van Annexe Commission paritaire pour le commerce alimentaire Convention collective de travail du 12 janvier 2009 Groupes à risque (Convention enregistrée le 27 janvier 2009 sous le numéro 90448/CO/119) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE II. Emploi des groupes à risque Art. 2. Les entreprises qui embauchent à durée indéterminée des chômeurs de longue durée, des chômeurs à qualification réduite, des chômeurs âgés de 50 ans au moins, des demandeurs d emploi qui ont suivi le plan d accompagnement pour chômeurs, des handicapés, des personnes qui réintègrent le marché de l emploi ou des bénéficiaires du minimum de moyens d existence, peuvent bénéficier d une allocation unique et forfaitaire à charge du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire. Cette allocation s élève à 743,68 EUR pour l embauche d un ouvrier à temps plein, et à 371,84 EUR pour l embauche d un ouvrier à temps partiel avec contrat d au moins 18 heures par semaine. Cette allocation est octroyée lorsque l ouvrier a atteint 6 mois d ancienneté dans l entreprise. Art. 3. Les entreprises qui remplacent des travailleurs qui interrompent totalement ou partiellement leur carrière professionnelle ou des travailleurs en prépension à partir de ou après l âge de 58 ans, par des ouvriers qui appartiennent aux groupes à risque susmentionnés,

18 18336 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren genieten van dezelfde eenmalige forfaitaire toelage onder dezelfde voorwaarden als deze vastgesteld in artikel 3 hierboven. Art. 4. De ondernemingen die werknemers die bruggepensioneerd zijn op 56 jaar vervangen door arbeiders, kunnen ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren genieten van een eenmalige en forfaitaire toelage. Deze toelage bedraagt 1.239,47 EUR voor de voltijdse aanwerving van een arbeider(ster) en 619,73 EUR voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider(ster) met een overeenkomst van minstens 18 uur/week. Deze toelage wordt toegekend wanneer de arbeider die de bruggepensioneerde vervangt 6 maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming. Art. 5. De omschrijving van de bovengenoemde risicogroepen is deze vastgesteld bij koninklijk besluit van 12 april 1991 tot uitvoering van artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen. Art. 6. De uitbetaling van de toelagen geschiedt bij beslissing van de raad van bestuur of van het directiecomité van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren. Er kan per arbeider slechts één maandelijkse toelage aan de werkgever toegekend worden. In voorkomend geval, kan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren de nodige beslissingen nemen om het bedrag van de toelagen bedoeld in de artikelen 3 tot 5 te beperken, om zo een overschrijding te voorkomen van de financiële middelen, voortvloeiend uit de bijdragen van 0,10 pct. bedoeld in artikel 7. Art Teneinde de financiering te verzekeren van de tewerkstellingsbevorderende maatregelen bedoeld in de artikelen 3 tot 5, zijn de werkgevers bedoeld in het artikel 1 aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 maart 2009 een bijdrage verschuldigd van 0,10 pct. berekend op de brutolonen van de arbeiders. 2. Ze wordt geheven en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, volgens de modaliteiten vastgesteld in de artikelen 14 tot 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de statuten van het sociaal fonds (collectieve arbeidsovereenkomst van 7 maart 2007, geregistreerd onder nummer 82472/CO/119). HOOFDSTUK III. Slotbepalingen Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2007 betreffende de risicogroepen (registratienummer 84948/CO/119). Ze treedt in werking op 1 januari Zij houdt op van kracht te zijn op 31 maart Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET peuvent bénéficier d une même allocation unique et forfaitaire à charge du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire dans les mêmes conditions que celles fixées à l article 3 ci-dessus. Art. 4. Les entreprises qui remplacent des travailleurs mis à la prépension à 56 ans par des ouvriers, peuvent bénéficier d une allocation unique et forfaitaire à charge du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire. Cette allocation s élève à 1.239,47 EUR en cas de remplacement par un ouvrier à temps plein et à 619,73 EUR en cas de remplacement par un ouvrier à temps partiel avec un contrat d au moins 18 heures/semaine. Cette allocation est octroyée lorsque l ouvrier qui remplace le prépensionné a atteint 6 mois d ancienneté dans l entreprise. Art. 5. La définition des groupes à risque cités ci-dessus est celle donnée par l arrêté royal du 12 avril 1991, portant exécution de l article 173 de la loi du 29 décembre 1990 portant des dispositions sociales. Art. 6. Le paiement des allocations se fait sur décision du conseil d administration ou du comité de direction du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire. Il ne peut être octroyé, par ouvrier, qu une allocation mensuelle à l employeur. Le cas échéant, le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire peut prendre les décisions nécessaires afin de limiter le montant des allocations prévues aux articles 3 à 5, afin d éviter un dépassement des moyens financiers provenant de la cotisation de 0,10 p.c. visée à l article 7. Art er.afin d assurer le financement des mesures de promotion visées aux articles 3 à 5, les employeurs visés à l article 1 er du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire sont redevables, pour la période du 1 er janvier 2009 au 31 mars 2009 d une cotisation de 0,10 p.c. calculée sur base des salaires bruts des ouvriers. 2. Elle est perçue et recouvrée par l Office national de sécurité sociale, selon les modalités fixées par les articles 14 à 17 de la convention collective de travail fixant les statuts du fonds social (convention collective de travail du 7 mars 2007, enregistrée sous le numéro 82472/CO/119). CHAPITRE III. Dispositions finales Art. 8. La présente convention collective de travail remplace la convention collective du 27 août 2007 concernant les groupes à risque (numéro d enregistrement 84948/CO/119). Elle entre en vigueur le 1 er janvier 2009 et cesse de produire ses effets le 31 mars Vu pour être annexé àl arrêté royal du 19 novembre La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET * FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2009/205986] 10 JANUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de tussenkomst in de vervoerskosten (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2009/205986] 10 JANVIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant l intervention dans les frais de transport (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire;

19 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de tussenkomst in de vervoerskosten. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 10 januari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant l intervention dans les frais de transport. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 10 janvier ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009 Tussenkomst in de vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93274/CO/119) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. Tussenkomst van de werkgever in de kosten van gemeenschappelijk vervoer van de arbeiders Art. 2. De werkgevers kennen een tussenkomst in de kosten van gemeenschappelijk vervoer van de arbeiders toe voor zover de afstand volgens de kortste weg tussen de vertrekhalte en de aankomsthalte, 2 km of meer bedraagt. Art. 3. Het bedrag van de tussenkomst wordt vastgesteld : - voor wat het openbaar vervoer per spoorweg betreft : de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs zal berekend worden op basis van de tabel met forfaitaire bedragen, die is opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van de Nationaal arbeidsraad, van 20 februari 2009, zonder evenwel 75 pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden; - voor wat het gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft, met uitzondering van het treinvervoer : de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 2 km, berekend vanaf de vertrekhalte, zal vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : - wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies opgenomen tabel met forfaitaire bedragen, voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 75 pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden; - wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8 pct. van de effectief door de arbeider betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst berekend op basis van de in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies opgenomen tabel met forfaitaire bedragen voor een afstand van 7 km te overschrijden; Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 28 mai 2009 Intervention dans les frais de transport (Convention enregistrée le3août 2009 sous le numéro 93274/CO/119) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE II. Intervention de l employeur dans les frais de transport en commun des ouvriers Art. 2. Les employeurs accordent une intervention dans les frais de transport en commun des ouvriers, pour autant que la distance parcourue suivant le trajet le plus court depuis la halte de départ jusqu à la halte d arrivée, soit égale ou supérieure à 2 km. Art. 3. Le montant de cette intervention est fixé comme suit : - en ce qui concerne les transports en commun publics par chemin de fer : l intervention de l employeur dans le prix du titre de transport utilisé sera calculée sur la base de la grille de montants forfaitaire reprise dans l article 3 de la convention collective de travail n o 19octies du Conseil national du travail, du 20 février 2009, sans toutefois excéder 75 p.c. du prix réel du transport; - en ce qui concerne les transports en commun publics autres que les chemins de fer : l intervention de l employeur dans le prix des abonnements, pour les déplacements à partir de 2 km calculés à partir de la halte de départ, sera déterminée suivant les modalités fixées ci-après: - lorsque le prix du transport est proportionnel à la distance, l intervention de l employeur est calculée sur la base de la grille de montants forfaitaires reprise dans l article 3 de la convention collective de travail n o 19octies, pour une distance correspondante, sans toutefois excéder 75 p.c. du prix réel du transport; - lorsque le prix est un prix unique, quelle que soit la distance, l intervention de l employeur est déterminée de manière forfaitaire et atteint 71,8 p.c. du prix effectivement payé par l ouvrier, sans toutefois excéder le montant de l intervention de l employeur qui est calculée sur la base de la grille de montants forfaitaires reprise dans l article 3 de la convention collective de travail n o 19octies, pour une distance de 7 km;

20 18338 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE - voor wat het gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft : - ingeval de arbeider gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoersmiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs betaald voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoersmiddel wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies opgenomen tabel met forfaitaire bedragen; - in elk ander geval dat de arbeider meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in de voorgaande paragraaf, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend : nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoersmiddel waarvan de arbeider gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de voorafgaande bepalingen, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen. HOOFDSTUK III. Tussenkomst van de werkgever in de privé-vervoerskosten van de arbeiders Art. 4. Het bedrag van de werkgeverstussenkomst voor wat de verplaatsingen met de fiets betreft wordt vastgesteld op 0,12 EUR per kilometer, vanaf de eerste kilometer, enkele afstand, per effectief gepresteerde dag. Art. 5. De werkgevers kennen een tussenkomst in de privévervoerskosten van de arbeiders toe, voor zover de afstand tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling meer dan 2 km bedraagt. Art. 6. Het bedrag van deze tussenkomst is gelijk aan de tussenkomst die de arbeider had kunnen bekomen wanneer hij of zij een treinkaart, gelijk gesteld aan het sociaal abonnement had gebruikt voor de overeenstemmende afstand zonder evenwel 60 pct. van de werkelijke vervoersprijs te overschrijden (barema opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen werd in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de N.M.B.S. ingevolge de uitgifte van abonnementen voor arbeiders en bedienden). De tussenkomst voor gebruik van private vervoersmiddelen wordt automatisch aangepast aan de verhoging van de treintarieven, telkens op 1 februari. De werkgever kan een verklaring op eer eisen waarbij de arbeider verzekert dat hij geregeld gebruik maakt van een individueel vervoersmiddel om zich over een afstand van meer dan 2 km van zijn woonplaats naar de plaats van tewerkstelling te begeven. In dit geval moet de werkgever spontaan een invulformulier voor de verklaring op eer afleveren. HOOFDSTUK IV. Tijdstip van terugbetaling Art. 7. De terugbetaling van de vervoerskosten waarvan sprake in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 hierboven zullen minstens éénmaal per maand geschieden. Art. 8. Onverminderd de beschikkingen voorzien in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 zullen de gunstiger toestanden inzake vervoer en terugbetaling van de vervoerskosten op het vlak van de onderneming behouden blijven. HOOFDSTUK V. Duur van de overeenkomst Art. 9. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een onbepaalde duur. Zij wordt van kracht op 1 februari 2009 en kan opgezegd worden door één der partijen, mits betekening van de opzeg van drie maanden, door aangetekend schrijven ter post, gericht aan de voorzitter en aan de organisaties vertegenwoordigd in het schoot van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. Art. 10. De huidige conventie vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2007 gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 19 maart 2008, Belgisch Staatsblad van 2 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 januari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET - en ce qui concerne les transports en commun publics combinés : - lorsque l ouvrier combine le train et un ou plusieurs autres moyens de transport en commun publics et qu un seul titre de transport est délivré pour couvrir la distance totale - sans que dans ce titre de transport, une subdivision soit faite par moyen de transport en commun public -, l intervention de l employeur est calculée sur la base de la grille de montants forfaitaires reprise dans l article 3 de la convention collective de travail n o 19octies; - dans tous les cas, autres que celui visé dans le paragraphe précédent, où l ouvrier utilise plusieurs moyens de transport en commun publics, l intervention de l employeur pour l ensemble de la distance parcourue est calculée comme suit : après que l intervention de l employeur, en ce qui concerne chaque moyen de transport en commun public qu utilise l ouvrier a été calculée conformément aux dispositions qui précèdent, il y a lieu d additionner les montants ainsi obtenus afin dedéterminer l intervention de l employeur pour l ensemble de la distance parcourue. CHAPITRE III. Intervention de l employeur dans les frais de transport privé des ouvriers Art. 4. Le montant de l intervention de l employeur en ce qui concerne les déplacements en vélo, est fixé à0,12 EUR par kilomètre, à partir du premier kilomètre, distance simple, par jour effectivement presté. Art. 5. Les employeurs accordent une intervention dans les frais de transport privé des ouvriers, pour autant que la distance parcourue entre le domicile et le lieu de travail soit supérieure à 2 km. Art. 6. Le montant de cette intervention est égal à l intervention que l ouvrier aurait pu obtenir s il avait utilisé une carte de train assimilée à l abonnement social pour une distance correspondante, sans toutefois excéder 60 p.c. du prix réel du transport (barème figurant en annexe de l arrêté royal pris en exécution de la loi du 27 juillet 1962 établissant une intervention des employeurs dans la perte subie par la S.N.C.B. par l émission d abonnements pour ouvriers et employés). L intervention pour l utilisation des moyens de transport privés est adaptée automatiquement à l augmentation des tarifs de train, chaque 1 er février. L employeur peut exiger une déclaration sur l honneur par laquelle l ouvrier assure qu il utilise régulièrement un moyen de transport individuel pour se déplacer de son domicile à son lieu de travail et ce, sur une distance supérieure à 2 km. Dans ce cas, l employeur doit délivrer spontanément un formulaire pour la déclaration sur l honneur. CHAPITRE IV. Epoque de remboursement Art. 7. Le remboursement des frais de transport dont question aux articles 2, 3, 4, 5 et 6 ci-dessus se fera au moins une fois par mois. Art. 8. Sans préjudice des dispositions prévues aux articles 2, 3, 4, 5 et 6 les situations plus favorables en matière de transport et de remboursement des frais de transport sur le plan de l entreprise sont maintenues. CHAPITRE V. Durée de la convention Art. 9. La présente convention collective de travail est conclue pour une période indéterminée. Elle entre en vigueur le 1 er février 2009 et peut être dénoncée par l une des parties, moyennant un préavis de trois mois, par lettre recommandée à la poste adressée auprésident et aux organisations représentées au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire. Art. 10. La présente convention collective de travail remplace la convention collective de travail du 27 août 2007, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, rendue obligatoire par arrêté royal du 19 mars 2008, Moniteur belge du 2 juin Vu pour être annexé àl arrêté royal du 10 janvier La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET

21 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200114] 26 JANUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de protocolakkoord voor de jaren (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de protocolakkoord voor de jaren Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 26 januari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200114] 26 JANVIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant le procotole d accord pour les années (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant le procotole d accord pour les années Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 26 janvier ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009 Protocolakkoord voor de jaren (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93270/CO/119) Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. Met arbeiders worden : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. A. KOOPKRACHT 1. Uitvoering van het IPA Er worden ecocheques aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider toegekend ter waarde van : 125 EUR in 2009 (eenmalige premie); 250 EUR vanaf De premie zal aan de deeltijdse arbeiders betaald worden in verhouding tot hun prestaties. De betaling van deze ecocheques vindt plaats op de volgende tijdstippen : Op 30 november 2009; Op 1 juni 2010 en de volgende jaren telkens op 1 juni. Het refertejaar is de periode van 12 maanden die loopt vanaf de maand mei van het voorgaande kalenderjaar tot en met de maand april van het betrokken kalenderjaar. Aan de arbeiders met een onvolledig dienstjaar in het kalenderjaar, zal de premie betaald worden volgens de voor hen geldende prorataregeling voor de eindejaarspremie voor het jaar, behalve voor de ancienniteitsvoorwaarden. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 28 mai 2009 Procotole d accord pour les années (Convention enregistrée le3août 2009 sous le numéro 93270/CO/119) Cette convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire du commerce alimentaire. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. A. POUVOIR D ACHAT 1. Exécution de l AIP Il est octroyé des éco-chèques à chaque ouvrier occupé à temps plein : en 2009, d une valeur de 125 EUR (prime unique); àpartir de 2010, d une valeur de 250 EUR. La prime sera payée aux ouvriers à temps partiel au prorata de leurs prestations. Le paiement de ces éco-chèques se fera aux dates suivantes : Le 30 novembre 2009; Le 1 er juin 2010 et les années suivantes à chaque fois le 1 er juin. La période de référence est la période de 12 mois qui court depuis le mois de mai de l année calendrier précédente jusque et en ce compris le mois d avril de l année calendrier concernée. Aux ouvriers ayant une année de service incomplète, la prime sera payée selon les règles du prorata qui leur ont été appliquées pour la prime de fin d année, sauf pour les conditions d ancienneté.

22 18340 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Omzetting in de ondernemingen Een ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst gesloten vóór 30 oktober 2009 kan de voordelen uit dit akkoord omzetten. De kost van dit omgezet voordeel mag in geen enkel geval hoger zijn dan 125 EUR in 2009 en 250 EUR vanaf 2010, alle lasten inbegrepen voor de werkgevers. Vóór 31 december 2010 zal in het paritair comité een evaluatie gemaakt worden van het suppletief systeem van de ecocheques. Daarbij zal geëvalueerd worden of de keuze voor het systeem van de ecocheques ook na 2010 moet verder gezet worden of vervangen door een ander systeem. 2. Verplaatsingskosten Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van de Nationale Arbeidsraad wordt de tussenkomst bij gebruik van openbaar vervoer en combinaties van openbaar vervoer verhoogd tot gemiddeld 75 pct.. Er zal vóór 1 juni 2009 een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst worden gesloten om de tussenkomst bij gebruik van private vervoermiddelen op het huidige niveau te behouden. De tussenkomst voor gebruik van private vervoermiddelen wordt automatische aangepast aan de verhoging van de treintarieven, telkens op 1 februari. Een werkgroep betreffende de mobiliteit zal opgericht worden met middelen te voorzien in het budget tewerkstelling van het sociaal fonds. 3. Indexering van de lonen In het kader van het uitzonderlijk intersectoraal akkoord wordt een akkoord gesloten voor de jaren 2009 en 2010 over een tussentijdse indexering. Indien de inflatie van de gezondheidsindex tussen januari 2010 en juni 2010 meer dan 2 pct. bedraagt, vindt er op 1 juli 2010 een indexering plaats die gelijk is aan de vermelde inflatie verminderd met 0,50 pct. Op 1 januari 2011 wordt de jaarlijkse indexering toegepast na aftrek van de eventuele tussentijdse indexering. 4. Premies De volgende premies worden vanaf 1 juli 2009 verhoogd op basis van de indexering van de lonen van de jaren : de ploegenpremie wordt verhoogd tot 0,20 EUR; de namiddagpremie wordt verhoogd tot 0,20 EUR; de werkkledijpremie wordt verhoogd tot 3,42 EUR; de jaarlijkse premie betaalbaar in december wordt verhoogd tot 106,33 EUR*; de jaarlijkse premie betaalbaar in januari wordt verhoogd tot 74,43 EUR*; de jaarlijkse premie betaalbaar in januari wordt verhoogd tot 156,77 EUR*. * niet van toepassing in de ondernemingen waar het voordeel werd omgezet. Definitie namiddagpremie De namiddagpremie, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, zal voortaan betaald worden vanaf 14 uur voor prestaties die aanvangen vanaf 13 uur. B. CONVENTIONEEL BRUGPENSIOEN 1. Conventioneel brugpensioen op 58 jaar De leeftijd voor het conventioneel brugpensioen wordt behouden op 58 jaar tot 31 december 2011, daarbij rekening houdend met de wettelijke voorwaarden. 2. Conventioneel brugpensioen op 56 jaar De collectieve arbeidsovereenkomst waarbij de leeftijd voor het conventioneel brugpensioen voor werknemers met meer dan 40 jaren loondienst vastgesteld wordt op 56 jaar zal verlengd worden tot 31 december 2010, daarbij rekening houdend met de wettelijke voorwaarden. 3. Brugpensioen bij nachtarbeid De leeftijd voor het conventioneel brugpensioen, voor arbeiders met minstens 33 jaar loondienst, waarvan minstens 20 jaar nachtwerk, wordt verlengd op 56 jaar tot 31 december 2010, daarbij rekening houdend met de wettelijke voorwaarden. Conversion en entreprises Une convention collective de travail d entreprise conclue avant le 30 octobre 2009 peut transposer les avantages de cet accord. Le coût de cet avantage converti ne peut en aucun cas être supérieur à 125 EUR, en 2009, et 250 EUR, à partir de 2010, toutes charges comprises pour les employeurs. Avant le 31 décembre 2010, une évaluation du système supplétif des éco-chèques sera menée en commission paritaire. On évaluera si l option des éco-chèques sera poursuivie après 2010 ou si elle doit être remplacée par un autre système. 2. Frais de déplacement Conformément à la convention collective de travail n o 19octies du Conseil national du travail, l intervention pour l utilisation des transports publics et transports publics combinés est portée à 75 p.c. en moyenne. Une convention collective de travail sectorielle sera conclue avant le 1 er juin 2009 afin de maintenir l intervention pour l utilisation de moyens de transport privés à son niveau actuel. L intervention pour l utilisation des moyens de transport privés est adaptée automatiquement à l augmentation des tarifs de train, chaque 1 er février. Un groupe de travail relatif à la mobilité sera établi et doté de moyens à prévoir dans le budget emploi du fonds social. 3. Indexation des salaires Dans le cadre de l accord intersectoriel exceptionnel, un accord pour les années 2009 et 2010 est convenu, relatif à une indexation intermédiaire. Si l inflation de l indice-santé entre janvier 2010 et juin 2010 s élève à plus de 2 p.c., une indexation équivalant à l inflation mentionnée diminuée de 0,50 p.c. aura lieu au 1 er juillet Au 1 er janvier 2011, l indexation annuelle sera appliquée après déduction de l indexation intermédiaire éventuelle. 4. Primes Les primes suivantes sont augmentées à partir du 1 er juillet 2009 sur base de l indexation des salaires des années : la prime d équipe est augmentée à 0,20 EUR; la prime d après-midi est augmentée à 0,20 EUR; la prime vêtements de travail est augmentée à 3,42 EUR; la prime annuelle payable en décembre est augmentée à 106,33 EUR*; la prime annuelle payable en janvier est augmentée à 74,43 EUR*; la prime annuelle payable en janvier est augmentée à 156,77 EUR*. * pas d application dans les entreprises où l avantage a été converti. Définition prime d après-midi La prime d après-midi, prévue par la convention collective de travail du 30 juin 2003, est payée dorénavant à partir de 14 heures pour des prestations qui débutent à partir de 13 heures. B. PREPENSION CONVENTIONNELLE 1. Prépension conventionnelle à 58 ans L âge de la prépension conventionnelle sera maintenu à 58 ans jusqu au 31 décembre 2011, tenant compte cependant des conditions légales. 2. Prépension conventionnelle à 56 ans La convention collective de travail fixant à 56 ans l âge de la prépension conventionnelle pour les travailleurs comptant 40 années de service salarié est prolongée jusqu au 31 décembre 2010, tenant compte cependant des conditions légales. 3. Prépension en cas de travail de nuit L âge de la prépension conventionnelle pour les ouvriers ayant accompli 33 ans de service salarié dont au moins 20 ans de travail de nuit, est maintenu à 56 ans jusqu au 31 décembre 2010, tenant compte cependant des conditions légales.

23 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE C. SOCIAAL FONDS 1) Bestaanszekerheid Het bedrag van de bestaanszekerheiduitkering bij collectief ontslag wordt vanaf 1 juli 2009 op 3,45 EUR gebracht. Het bedrag van de bestaanszekerheiduitkering bij tijdelijke werkloosheid wordt vanaf 1 juli 2009 op 3,45 EUR gebracht. Het bedrag van de bestaanszekerheiduitkering bij langdurige ziekte wordt vanaf 1 juli 2009 op 3,45 EUR gebracht. Het bedrag van de bestaanszekerheiduitkering bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht wordt vanaf 1 juli 2009 op 3,45 EUR gebracht. 2) Syndicale vorming De meest representatieve organisaties van werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, zullen vanaf 2010 over een krediet beschikken van vijf dagen per jaar en per effectief mandaat in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale afvaardiging voor de syndicale vorming. Voor de jaren zullen de middelen die ter beschikking gesteld worden voor de syndicale vorming door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren verhoogd worden met 10 pct. Er wordt aanbevolen om arbeiders die een dag syndicale vorming volgen niet in te plannen voor nachtprestaties gedurende de nacht voorafgaand aan deze vorming. Deze vrijstelling van prestaties geeft geen recht op vergoeding. 3) Werkgeversbijdragen aan het sociaal fonds Teneinde de financiering te verzekeren van deze tewerkstellingsbevorderende maatregelen zijn de werkgevers voor de periode van 1 april 2009 tot 31 maart 2011 een bijdrage verschuldigd van 0,10 pct. berekend op de brutolonen van de arbeiders. Een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de risicogroepen zal vóór 30 juni 2009 gesloten worden. De basisbijdrage aan het sociaal fonds zal naar beneden herzien worden van zodra de tewerkstellingsreserves terug samengesteld zijn en na beslissing van de raad van bestuur. 4) Beroepsopleiding Overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, verbinden de sociale partners er zich toe om de deelnemingsgraad aan de beroepsopleiding voor het geheel van de sector met 5 pct. te verhogen. In dat opzicht zal de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2007 betreffende de beroepsopleiding, gewijzigd op 12 januari 2009, verlengd worden tot 31 augustus De raad van bestuur van het sociaal fonds zal nieuwe initiatieven nemen om werkgevers te ondersteunen die beroepsopleiding organiseren voor hun arbeiders. In dat opzicht zal een overeenkomst gezocht worden met het Instituut voor Professionele Vorming van de voedingsnijverheid (IPV) zodat de sectorondernemingen beroep kunnen doen op zijn opleidingen met steun vanuit het sociaal fonds voor de handel in voedingswaren. De lijst van de opleidingen die in aanmerking komen worden onderzocht door een werkgroep die uiterlijk tegen 30 december 2009 zijn conclusies zal moeten uitbrengen. De ondernemingsraad (of bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging) wordt geconsulteerd over de opleidingsplannen. D. TWEEDE PENSIOENPIJLER In het kader van het sociaal fonds zal een werkgroep opgericht worden die de haalbaarheid zal onderzoeken van een op te richten sectorale tweede pensioenpijler. De werkgroep zal zijn conclusies neerleggen vóór 31 december C. FONDS SOCIAL 1) Sécurité d existence Le montant de l allocation de sécurité d existence en cas de licenciement collectif est porté à 3,45 EUR par jour à partir du 1 er juillet Le montant de l allocation de sécurité d existence en cas de chômage temporaire est porté à 3,45 EUR par jour à partir du 1 er juillet Le montant de l allocation de sécurité d existence en cas de maladie de longue durée est porté à3,45 EUR par jour à partir du 1 er juillet Le montant de l allocation de sécurité d existence en cas de fin du contrat de travail pour cause de force majeure est porté à3,45 EUR par jour à partir du 1 er juillet ) Formation syndicale Les organisations des travailleurs, représentées au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, disposeront à partir de 2010, d un crédit de cinq jours par an et par mandat effectif dans le conseil d entreprise, le comité pour la prévention et la protection au travail et la délégation syndicale pour la formation syndicale. Pour les années , les moyens consacrés par le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire pour la formation syndicale sont augmentés de 10 p.c. Il est recommandé de ne pas planifier de prestations de nuit, la nuit précédant une journée de formation syndicale. Cette libération de prestations ne donne droit à aucune indemnité. 3) Cotisations patronales au fonds social Afin d assurer le financement de ces mesures de promotion de l emploi, les employeurs sont redevables, pour la période du 1 er avril 2009 au 31 mars 2011 d une cotisation de 0,10 p.c. calculée sur base des salaires bruts des ouvriers. Une nouvelle convention collective de travail sur les groupes à risque sera conclue avant le 30 juin La cotisation de base au fonds social sera revue à la baisse après reconstitution des réserves pour l emploi et après décision du conseil d administration. 4) Formation professionnelle Conformément à l arrêté royal du 11 octobre 2007, les partenaires sociaux s engagent à augmenter le degré de participation à la formation professionnelle de 5 p.c. pour l ensemble du secteur. A cet effet, la convention collective de travail du 27 août 2007 relative à la formation professionnelle, telle que modifiée le 12 janvier 2009, sera prolongée jusqu au 31 août Le conseil d administration du fonds social prendra de nouvelles initiatives afin de soutenir les employeurs qui organisent de la formation professionnelle pour leurs ouvriers. A cette fin, un accord sera recherché avec l Institut de la formation professionnelle de l industrie alimentaire (IFP) afin que les entreprises du secteur puissent faire appel à ses formations avec le soutien du fonds social du commerce alimentaire. La liste des formations pouvant entrer en considération sera en outre examinée par un groupe de travail qui devra rendre ses conclusions pour le 30 décembre 2009 au plus tard. Le conseil d entreprise (ou à défaut la délégation syndicale) est consulté sur les plans de formation. D. DEUXIEME PILIER DE PENSIONS Un groupe de travail sera instauré dans le cadre du fonds social. Il examinera la faisabilité de la création d un deuxième pilier de pensions sectoriel. Le groupe de travail rendra ses conclusions au plus tard pour le 31 décembre 2010.

24 18342 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE E. ARBEIDERSSTATUUT Opzeggingstermijnen Er zal een advies gegeven worden in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren om de opzeggingstermijnen van de arbeiders als volgt te verhogen : E. STATUT OUVRIER Délais de préavis Un avis sera donné au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire afin d augmenter les délais de préavis selon le schéma suivant : Anciënniteit in de onderneming (gewijzigde collectieve arbeidsovereenkomst)/ancienneté dans l entreprise (convention collective de travail modifiée) Opzeggingstermijn in dagen/délai de préavis en jours -6 maanden/mois 28 6 maanden/mois - 5 jaren/années jaren/années jaren/années jaren/années jaren/années jaren en meer/années et plus 168 Deze vastgestelde opzeggingstermijnen zijn niet van toepassing in geval van opzegging met het oog op brugpensioen. In dat geval gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59, tweede lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. F. SOCIALE VREDE EN VERLENGING VAN AKKOORDEN 1) Verlenging van de lopende collectieve arbeidsovereenkomsten De verstreken collectieve arbeidsovereenkomsten, die voor bepaalde tijd werden gesloten, worden zonder onderbreking verlengd voor de periode gedekt door dit akkoord : Tewerkstelling en vorming (aanwervingspremies); Akkoord werkkledij; Overuren (65 uren per jaar); Afwijkingen van de vijfdagenweek; Collectieve arbeidsovereenkomst en koninklijk besluit rusttijden; Collectieve arbeidsovereenkomst jaarlijkse premie; Collectieve arbeidsovereenkomst bestaanszekerheid. 2) Verlenging van de paritaire aanbevelingen De volgende aanbevelingen blijven gelden : De aanbeveling van 10 april 1991 over het zondagwerk; De aanbeveling van 29 juni 1995 inzake deeltijds werk; De aanbevelingen van 29 juni 1995 betreffende de waarborg van tewerkstelling; De aanbeveling van 29 juni 1995 inzake uitzendarbeid; De aanbeveling van 13 juli 1978 inzake overuren. 3) Sociale vrede Bedrijfsonderhandelingen kunnen uitsluitend betrekking hebben op de omzetting van de voordelen voorzien in punt 1 van dit akkoord. Deze voordelen kunnen in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten vóór 30 oktober 2009 omgevormd worden tot een ander voordeel. Indien dit niet gebeurt, valt men automatisch terug op de bepalingen van punt 1 van dit akkoord. De kost van dit omgezet voordeel mag in geen enkel geval hoger zijn dan 125 EUR in 2009 en 250 EUR vanaf 2010, alle lasten inbegrepen voor de werkgevers. De werknemers- en werkgeversorganisaties verbinden er zich toe om geen andere eisen te stellen, die verder gaan dan de toepassing van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, en dit noch op nationaal niveau, regionaal niveau, of op het niveau van de ondernemingen en om geen conflict uit te lokken of te ontketenen. G. DUUR VAN HET AKKOORD Het akkoord loopt van 1 april 2009 tot 30 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 januari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Ces délais de préavis ne sont pas applicables en cas d un licenciement en vue de la prépension. Dans ce cas, les délais de préavis applicables sont ceux prévus par l article 59, deuxième tiret, de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail. F. PAIX SOCIALE ET PROLONGATION DES ACCORDS 1) Prolongation des conventions collectives de travail en cours Les conventions collectives de travail venant à expiration, qui avaient été conclues pour une durée déterminée, sont prolongées sans interruption pour la période couverte par cet accord : Emploi et formation (primes à l embauche); Accord vêtements de travail; Heures supplémentaires (65 heures par an); Dérogations à la semaine de cinq jours; Convention collective de travail et arrêté royal temps de repos; Convention collective de travail prime annuelle; Convention collective de travail sécurité d existence. 2) Prolongation des recommandations paritaires Les recommandations suivantes restent valables : La recommandation du 10 avril 1991 relative au travail du dimanche; La recommandation du 29 juin 1995 relative au travail à temps partiel; La recommandation du 29 juin 1995 relative à la garantie d emploi; La recommandation du 29 juin 1995 relative au travail intérimaire; La recommandation du 13 juillet 1978 relative aux heures supplémentaires. 3) Paix sociale Des négociations d entreprise ne pourront porter qu exclusivement sur la conversion des avantages prévus au point 1 de cet accord. Ces avantages pourront être convertis en entreprise par une convention collective de travail conclue avant le 30 octobre 2009, en un autre avantage. A défaut, on retombe automatiquement sur les dispositions du point 1 de cet accord. Le coût de cet avantage converti ne peut en aucun cas être supérieur à 125 EUR, en 2009, et 250 EUR, à partir de 2010, toutes charges comprises pour les employeurs. Les organisations des travailleurs et des employeurs s engagent à ne pas déposer d autres revendications, qui dépassent l application de la présente convention collective de travail, et ceci ni au niveau national, ni au niveau régional, ni au niveau des entreprises et à ne provoquer ni déclencher de conflit. G. DUREE DE L ACCORD L accord court du 1 er avril 2009 au 30 juin Vu pour être annexé à l arrêté royal du 26 janvier La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET

25 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2009/205989] 26 JANUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaarnachtarbeid (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar-nachtarbeid. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 26 januari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2009/205989] 26 JANVIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prépension à partir de 56 ans-travail de nuit (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prépension à partir de 56 ans-travail de nuit. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 26 janvier ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009 Brugpensioen vanaf 56 jaar-nachtarbeid (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93272/CO/119) Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité van de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. Art De aanvullende vergoeding ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, wordt toegekend aan de arbeiders met een leeftijd van 56 jaar of meer, binnen de voorwaarden van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact. De arbeiders moeten ook : - ontslagen worden om een andere reden dan een dringende reden; - zich kunnen beroepen op een beroepsloopbaan van 33 jaar als loontrekkende en voor zover de betrokkene voldoet aan de wettelijke verplichtingen opgelegd door de werkloosheidsreglementering voor bruggepensioneerden; - en gedurende 20 jaar gewerkt hebben in een regime met nachtarbeid zoals bepaald door de overeenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad. 2. De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar bepaald in artikel 2 moet vervuld zijn in de periode tussen 1 januari 2009 en 31 december 2010 en bovendien op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 28 mai 2009 Prépension à partir de 56 ans-travail de nuit (Convention enregistrée le3août 2009 sous le numéro 93272/CO/119) Article 1 er. 1 er. La présente convention collective de travail est d application aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant à la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. Art er.l indemnité complémentaire instaurée dans le cadre de la convention collective de travail n o 17 du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement, est octroyée aux ouvriers âgés de 56 ans ou plus, dans les conditions de l arrêté royal du 3 mai 2007 fixant la prépension conventionnelle dans le cadre du pacte de solidarité entre les générations. Les ouvriers doivent en outre : - être licenciés pour des raisons autres que la faute grave; -seprévaloir de 33 ans de passé professionnel en tant que salarié et pour autant que la personne concernée remplisse les conditions légales imposées par la réglementation du chômage pour les prépensionnés; - et avoir travaillé pendant 20 ans dans un régime comportant du travail de nuit défini par la convention n o 46 du Conseil national du travail. 2. La condition d âge de 56 ans fixée à l article 2 doit être remplie dans la période du 1 er janvier 2009 au 31 décembre 2010 et, de plus, au moment de la fin du contrat de travail.

26 18344 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 3. In de ondernemingen die minder dan 10 arbeiders tewerkstellen, moet het ontslag met het oog op brugpensioen een gevolg zijn van het initiatief van de werkgever. In de ondernemingen die 10 of meer arbeiders tewerkstellen, zal het ontslag door de werkgever betekend worden, hetzij op zijn eigen initiatief, hetzij op geschreven aanvraag van de arbeider. Art. 3. Dans les entreprises occupant moins de 10 ouvriers, le licenciement en vue de la prépension doit être la conséquence de l initiative de l employeur. Dans les entreprises occupant 10 ouvriers ou plus, le licenciement sera notifié par l employeur, soit à sa propre initiative, soit à la demande écrite de l ouvrier. Art. 4. Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 2 is de aanvullende vergoeding van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. Art. 5. De werkgevers zijn verplicht de arbeiders die krachtens deze overeenkomst hun recht op brugpensioen hebben doen gelden te vervangen. Art. 6. Voor de arbeiders die een vermindering van de arbeidsprestaties genieten tot een halftijdse betrekking of tot een vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van het bruto maandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in voege voor de aanvang van het tijdskrediet. Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari Zij houdt op van kracht te zijn op 31 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 januari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * Art. 4. Le montant de l indemnité complémentaire dont question à l article 2 est l indemnité complémentaire de la convention collective de travail n o 17 précitée. Art. 5. Les employeurs sont tenus de remplacer les ouvriers qui ont fait valoir leur droit à la prépension en vertu de la présente convention. Art. 6. Pour les ouvriers bénéficiant d une réduction des prestations de travail à mi-temps ou à quatre cinquièmes, et qui entrent dans le régime de prépension, l indemnité complémentaire est calculée sur base du salaire mensuel brut que le travailleur aurait gagné s il n avait pas réduit ses prestations de travail et des allocations de chômage correspondant au régime de travail avant la prise du crédit-temps. Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er janvier Elle cesse d être en vigueur le 31 décembre Vu pour être annexé àl arrêté royal du 26 janvier La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2009/205990] 26 JANUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 26 januari SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2009/205990] 26 JANVIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prépension à partir de 56 ans moyennant 40 ans de carrière (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 28 mai 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prépension à partir de 56 ans moyennant 40 ans de carrière. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 26 janvier ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

27 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009 Brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93273/CO/119) Convention collective de travail du 28 mai 2009 Prépension à partir de 56 ans moyennant 40 ans de carrière (Convention enregistrée le 3 août 2009 sous le numéro 93273/CO/119) Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité van de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. Art Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, wordt de leeftijd van 60 jaar verlaagd tot 56 jaar binnen de voorwaarden van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact. De arbeiders moeten ook : - ontslagen worden om een andere reden dan een dringende reden; - zich kunnen beroepen op een beroepsloopbaan van 40 jaar als loontrekkende en voor zover de betrokkene voldoet aan de wettelijke verplichtingen opgelegd door de werkloosheidsreglementering voor bruggepensioneerden. 2. De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar bepaald in artikel 2 moet vervuld zijn in de periode tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 en bovendien op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Article 1 er. 1 er. La présente convention collective de travail est d application aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant à la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. Art er. Pour l application de la convention collective de travail n o 17 du 19 décembre 1974 du Conseil national du travail instituant un régime d indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement, l âge de 60 ans est abaissé à56 ans dans les conditions de l arrêté royal du 3 mai 2007 fixant la prépension conventionnelle dans le cadre du pacte de solidarité entre les générations. Les ouvriers doivent en outre : - être licenciés pour des raisons autres que la faute grave; -se prévaloir d un passé professionnel de 40 ans en tant que salarié et pour autant que la personne concernée remplisse les conditions légales imposées par la réglementation du chômage pour les prépensionnés. 2. La condition d âge de 56 ans fixée à l article 2 doit être remplie dans la période du 1 er janvier 2010 au 31 décembre 2010 et, de plus, au moment de la fin du contrat de travail. Art. 3. In de ondernemingen die minder dan 10 arbeiders tewerkstellen, moet het ontslag met het oog op brugpensioen een gevolg zijn van het initiatief van de werkgever. In de ondernemingen die 10 of meer arbeiders tewerkstellen, zal het ontslag door de werkgever betekend worden, hetzij op zijn eigen initiatief, hetzij op geschreven aanvraag van de arbeider. Art. 3. Dans les entreprises occupant moins de 10 ouvriers, le licenciement en vue de la prépension doit être la conséquence de l initiative de l employeur. Dans les entreprises occupant 10 ouvriers ou plus, le licenciement sera notifié par l employeur, soit à sa propre initiative, soit à la demande écrite de l ouvrier. Art. 4. Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 2 is de aanvullende vergoeding van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. Art. 5. De werkgevers zijn verplicht de arbeiders die krachtens deze overeenkomst hun recht op brugpensioen hebben doen gelden te vervangen. Art. 4. Le montant de l indemnité complémentaire dont question à l article 2 est l indemnité complémentaire de la convention collective de travail n o 17 précitée. Art. 5. Les employeurs sont tenus de remplacer les ouvriers qui ont fait valoir leur droit à la prépension en vertu de la présente convention. Art. 6. Voor de arbeiders die een vermindering van de arbeidsprestaties genieten tot een halftijdse betrekking of tot een vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van het bruto maandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in voege voor de aanvang van het tijdskrediet. Art. 6. Pour les ouvriers bénéficiant d une réduction des prestations de travail à mi-temps ou à quatre cinquièmes, et qui entrent dans le régime de prépension, l indemnité complémentaire est calculée sur base du salaire mensuel brut que le travailleur aurait gagné s il n avait pas réduit ses prestations de travail et des allocations de chômage correspondant au régime de travail avant la prise du crédit-temps. Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari Zij houdt op van kracht te zijn op 31 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 januari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er janvier Elle cesse d être en vigueur le 31 décembre Vu pour être annexé à l arrêté royal du 26 janvier La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET

28 18346 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200299] 9 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de uitrustingskledij levering, onderhoud en wassen van de arbeidskledij (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de uitrustingskledij levering, onderhoud en wassen van de arbeidskledij. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 9 februari SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200299] 9 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la fourniture, à l entretien et au lavage des vêtements de travail (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la fourniture, à l entretien et au lavage des vêtements de travail. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 9 février ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Uitrustingskledij levering, onderhoud en wassen van de arbeidskledij (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93625/CO/119) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. Art De partijen brengen ter herinnering dat de werkgevers van de handel in voedingswaren ertoe gehouden zijn de arbeidskledij ter beschikking te stellen van de arbeiders en arbeidsters en ze te onderhouden. 2. De kost voor de onderneming hiervan, geschat worden per ondeelbare week, op : 3,22 EUR voor het ter beschikking stellen van de arbeidskledij; 3,22 EUR voor het onderhoud en het wassen. 3. Vanaf 1 juli 2009, worden deze bedragen vermeld in 2, gebracht op 3,42 EUR. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Fourniture, entretien et lavage des vêtements de travail (Convention enregistrée le11août 2009 sous le numéro 93625/CO/119) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. Art er. Les parties rappellent que l employeur du commerce alimentaire est tenu de mettre à la disposition des ouvriers et ouvrières des vêtements de travail et de les entretenir. 2. Le coût pour l entreprise peut être évalué, par semaine indivisible, à : 3,22 EUR pour la mise à la disposition des vêtements de travail; 3,22 EUR pour l entretien et le lavage. 3. A partir du 1 er juillet 2009, ces montants mentionnés au 2 sont portés à 3,42 EUR.

29 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK II. Slotbepalingen Art. 3. Dit collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2009 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET CHAPITRE II. Dispositions finales Art. 3. Cette convention collective de travail entre en vigueur le 1 er avril 2009 et cesse de produire ses effets le 30 juin Vu pour être annexé àl arrêté royal du 9 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET * FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200436] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de overuren (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de overuren. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200436] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les heures supplémentaires (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les heures supplémentaires. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Overuren (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93621/CO/119) Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. Art. 2. In geval van toepassing van de artikelen 25 en 26, 1, punt 3 van de arbeidswet van 16 maart 1971, dit wil zeggen in geval van buitengewone vermeerdering van werk en in geval van onvoorziene noodzakelijkheid, mag het aantal per jaar te verrichten arbeidsuren worden overschreden ten belope van 65 uur per refertejaar van 1 april tot 31 maart, op voorwaarde dat het niet mogelijk is aan het overwerk het hoofd te bieden door bijkomende aanwervingen. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Heures supplémentaires (Convention enregistrée le11août 2009 sous le numéro 93621/CO/119) Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. Art. 2. En cas d application des articles 25 et 26, 1 er, point 3 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, c est-à-dire en cas de surcroît extraordinaire de travail et en cas de nécessité imprévue, le nombre d heures de travail à prester sur l année peut être dépassé à concurrence de 65 heures par année deréférence du 1 er avril au 31 mars, à condition qu il ne soit pas possible de faire face au travail supplémentaire par des embauches supplémentaires.

30 18348 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 3. De overuren verricht in de voorwaarden bedoeld in artikel 2 en die om redenen van arbeidsorganisatie niet konden gerecupereerd worden, mogen worden betaald in overleg met de betrokken arbeider nadat de syndicale afvaardiging de onmogelijkheid om ze te recupereren heeft vastgesteld. Art. 4. De werkgever moet op elk ogenblik en door alle middelen bewijzen dat het onmogelijk was aan het overwerk het hoofd te bieden door bijkomende aanwervingen. Art. 5. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2009 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * Art. 3. Les heures supplémentaires prestées dans les conditions visées à l article 2 et qui pour des raisons d organisation du travail n ont pu être récupérées, peuvent être payées en concertation avec l ouvrier concerné et ce après constatation par la délégation syndicale de l impossibilité de les récupérer. Art. 4. L employeur doit à tout moment prouver par tous les moyens qu il était impossible de faire face au travail supplémentaire par des embauches supplémentaires. Art. 5. La présente convention collective de travail sort ses effets le 1 er avril 2009 et cesse de produire ses effets le 30 juin Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200437] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de afwijkingen van de vijfdagenweek (1) SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200437] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les dérogations à la semaine de cinq jours (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de afwijkingen van de vijfdagenweek. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les dérogations à la semaine de cinq jours. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota Note (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

31 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Afwijkingen van de vijfdagenweek (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93622/CO/119) HOOFDSTUK 1. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK 2. Beginselen Art. 2. Bij toepassing van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 1982, betreffende de verdeling van de wekelijkse arbeidstijd over vijf dagen in de ondernemingen van de handel in voedingswaren, wordt een afwijking van de bepalingen van artikel 2 van die overeenkomst toegestaan aan : - gespecialiseerde ondernemingen en gespecialiseerde diensten; - in groenten en fruit; - in vlees; - in zuivelproducten; - in granen; 2. de ondernemingen die land- of tuinbouwzaden bereiden, voor de periodes van 1 februari tot 31 maart en van 15 juli tot 31 oktober; 3. kleinhandelszaken die een gedeelte of al hun personeel tewerk mogen stellen op de gewone rustdag, mits naleving van de conventioneel wekelijkse arbeidstijd en betaling van een loon dat tenminste 25 pct. hoger ligt dan het normale loon. Art. 3. In geval van toepassing van deze afwijking zullen de betrokken arbeiders daarvan tenminste 14 dagen op voorhand verwittigd worden. HOOFDSTUK 3. Geldigheid Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2009 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Dérogations à la semaine de cinq jours (Convention enregistrée le11août 2009 sous le numéro 93622/CO/119) CHAPITRE 1 er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE 2. Principes Art. 2. En application de l article 3 de la convention collective de travail du 5 avril 1982 relative à la répartition hebdomadaire du travail sur cinq jours dans les entreprises du commerce alimentaire, une dérogation aux dispositions de l article 2 de ladite convention est accordée: - aux entreprises spécialisées et aux services spécialisés; - en fruits et légumes; - en viande; - en produits laitiers; -encéréales; 2. aux entreprises qui préparent des semences agricoles ou horticoles pour les périodes du 1 er février au 31 mars et du 15 juillet au 31 octobre; 3. aux magasins de détail qui sont autorisés à faire travailler tout ou partie de leur personnel ouvrier pendant le jour de repos habituel en respectant toutefois la limite hebdomadaire conventionnelle de travail et en payant une rémunération qui dépasse de 25 p.c. au moins le salaire normal. Art. 3. En cas d application de cette dérogation, les ouvriers concernés en sont avisés au moins 14 jours à l avance. CHAPITRE 3. Validité Art. 4. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er avril 2009 et cesse d être en vigueur le 30 juin Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200305] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de indexering van de lonen (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de indexering van de lonen. SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200305] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant l indexation des salaires (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant l indexation des salaires.

32 18350 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Indexering van de lonen (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93623/CO/119) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren. 2. Met arbeiders wordt bedoeld : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders. HOOFDSTUK II. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen Art. 2. De minimumlonen en werkelijk betaalde lonen worden gekoppeld aan de gezondheidsindex dat maandelijks wordt opgemaakt door de Federale Overheidsdienst Economie en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Art. 3. Het referte-indexcijfer dat voor de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen in aanmerking wordt genomen is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers (gemiddelde van vier maanden) van de laatste twee maanden. Het omvat twee decimalen die reeds naar het hogere cijfer werden afgerond indien de derde decimaal vijf of meer bedraagt, en naar het lagere cijfer indien de derde decimaal minder dan vijf bedraagt. Art. 4. De lonen van de arbeiders uit de handel in voedingswaren worden jaarlijks geïndexeerd als volgt : de reële uurlonen en de sectorale minimumuurlonen worden elk jaar op 1 januari aangepast in functie van de reële evolutie van het referte-indexcijfer over de laatste 12 maanden (december jaar -1 tegenover december jaar -2). Art. 5. De geïndexeerde uurloonbedragen, uitgedrukt in EUR, worden afgerond op twee decimalen, rekening houdend met de derde decimaal. Wanneer het derde decimaal 5 of meer bedraagt, wordt het uurloon naar boven afgerond, en naar beneden wanneer het derde decimaal kleiner is dan vijf. Art. 6. Indien gelijktijdig een conventionele verhoging van de lonen en een indexering moet worden toegepast, wordt eerst de indexering berekend en nadien de voorziene verhoging van de lonen toegepast. Art Indien de inflatie van de gezondheidsindex tussen januari 2010 en juni 2010 meer dan 2 pct. bedraagt, vindt er op 1 juli 2010 een tussentijdse indexering plaats die gelijk is aan de vermelde inflatie verminderd met 0,50 pct. 2. Op 1 januari 2011 wordt de jaarlijkse indexering toegepast na aftrek van de eventuele tussentijdse indexering. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Indexation des salaires (Convention enregistrée le11août 2009 sous le numéro 93623/CO/119) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par le mot ouvriers, on entend : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE II. Rattachement des salaires à l indice des prix à la consommation Art. 2. Les salaires minimums ainsi que les salaires effectivement payés sont rattachés à l indice santé, établi mensuellement par le Service public fédéral Economie et publié au Moniteur belge. Art. 3. L indice de référence pris en considération pour le rattachement des salaires à l indice des prix à la consommation est égal à la moyenne arithmétique des indices santé (moyenne des quatre mois) des deux derniers mois. Il comporte deux décimales préalablement arrondies au chiffre supérieur si la troisième décimale est égale ou supérieure à cinq et au chiffre inférieur si la troisième décimale est inférieure à cinq. Art. 4. Les salaires des ouvriers du commerce alimentaire sont indexés annuellement comme suit : les salaires horaires réels et les salaires horaires minimums sectoriels sont adaptés chaque année au 1 er janvier en fonction de l évolution réelle de l indice de référence sur les 12 derniers mois (décembre année -1 par rapport à décembre année -2). Art. 5. Tous les montants salariaux exprimés en EUR sont arrondis à deux décimales en tenant compte de la troisième décimale. Les salaires horaires sont arrondis au chiffre supérieur quand la troisième décimale est égale ou supérieure à 5, et au chiffre inférieur, si la troisième décimale est inférieure à cinq. Art. 6. S il y a lieu d appliquer simultanément une augmentation conventionnelle des salaires et une indexation, l indexation est d abord calculée et ensuite l augmentation des salaires prévue est appliquée. Art er. Si l inflation de l indice-santé entre janvier 2010 et juin 2010 s élève à plus de 2 p.c., une indexation équivalant à l inflation mentionnée diminuée de 0,50 p.c. aura lieu au 1 er juillet Au 1 er janvier 2011, l indexation annuelle sera appliquée après déduction de l indexation intermédiaire éventuelle.

33 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK III. Opheffing van collectieve arbeidsovereenkomst Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2002, geregistreerd onder het nummer 62126/CO/119, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. HOOFDSTUK IV. Slotbepalingen Art. 9. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 8 juni 2009 en is geldig voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzegging van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden hiervan op de hoogte brengt. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * CHAPITRE III. Abrogation de convention collective de travail Art. 8. Cette convention collective de travail remplace la convention collective du 14 février 2002, enregistrée lesouslenuméro 62126/CO/119, concernant le rattachement des salaires à l indice des prix à la consommation, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire. CHAPITRE IV. Dispositions finales Art. 9. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 8 juin 2009 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par chacune des parties moyennant un préavis de six mois, adressé par lettre recommandée à la poste adressée au président de la Commission paritaire du commerce alimentaire, qui en informe les membres. Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200455] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de ploegenpremies en de namiddagpremie (1) SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200455] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les primes d équipes et d après-midi (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de ploegenpremies en de namiddagpremie. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les primes d équipes et d après-midi. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

34 18352 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Bijlage Annexe Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Commission paritaire du commerce alimentaire Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Ploegenpremies en namiddagpremie (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93624/CO/119) Convention collective de travail du 8 juin 2009 Primes d équipes et d après-midi (Convention enregistrée le 11 août 2009 sous le numéro 93624/CO/119) HOOFDSTUK 1. Toepassingsgebied CHAPITRE 1 er. Champ d application Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen van de handel in voedingswaren, met uitzondering van de slagerijen, spekslagerijen en penserijen. Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises du commerce alimentaire, à l exception des boucheries, charcuteries et triperies. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. HOOFDSTUK 2. Ploegenpremies CHAPITRE 2. Primes d équipes Art. 2. Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 0,20 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in ploegen. Art. 2. Une prime égale à un supplément horaire de 0,20 EUR est allouée pour le travail effectué en équipes. Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, worden de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : Sauf stipulation contraire au règlement de travail, les heures de travail des équipes sont considérées comme étant fixées : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - pour l équipe du matin : de 6 à 14 heures; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur. - pour l équipe de l après-midi : de 14 à 22 heures. Deze premies zijn niet van toepassing voor de uren waarvoor de arbeiders premies voor nachtarbeid, de namiddagpremie of de premie voor laatavondopeningen genieten. Ces primes ne s appliquent pas pour les heures pour lesquelles les travailleurs bénéficient des primes pour travail de nuit, la prime d après-midi ou la prime pour ouvertures tardives. HOOFDSTUK 3. Namiddagpremie CHAPITRE 3. Prime d après-midi Art. 3. Aan de arbeiders die prestaties aanvangen vanaf 13 uur of later, wordt vanaf 14 uur een premie toegekend van 0,20 EUR per uur. Art. 3. Une prime de 0,20 EUR de l heure est allouée, à partir de 14 heures, aux ouvriers dont les prestations commencent à partir de 13 heures ou plus tard. Deze premie is niet cumuleerbaar met premies voor nachtwerk of laatavondopeningen, noch met bestaande ploegenpremies. Cette prime n est pas cumulable avec les primes pour le travail de nuit ou pour les ouvertures tardives, ni avec les primes d équipes existantes. HOOFDSTUK 4. Slotbepalingen CHAPITRE 4. Dispositions finales Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 (koninklijk besluit van 4 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 22 september 2004). Art. 4. La présente convention collective de travail remplace la convention collective de travail du 30 juin 2003 (arrêté royal du 4 juillet 2004, Moniteur belge du 22 septembre 2004). Zij wordt afgesloten voor een onbepaalde duur en treedt in werking op 1 juli Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden middels een opzeg van drie maanden bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren en aan de erin vertegenwoordigde organisaties. Elle est conclue pour une période indéterminée et entre en vigueur le 1 er juillet Elle peut être dénoncée par chacune des parties, moyennant un préavis de trois mois, par lettre recommandée à la poste adressée au président et aux organisations représentées au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari Vu pour être annexé à l arrêté royal du 21 février De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET

35 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200439] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de jaarlijkse premie betaalbaar in december (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de jaarlijkse premie betaalbaar in december. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200439] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prime annuelle payable en décembre (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la prime annuelle payable en décembre. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Jaarlijkse premie betaalbaar in december (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93626/CO/119) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen Art. 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 5, wordt in de bedrijven waar de premie van 100 EUR voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2007 tot toekenning van een jaarlijkse premie in december niet werd omgezet in een gelijkwaardig voordeel een jaarlijkse premie toegekend aan alle arbeiders die minstens één maand dienstprestaties leverden in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt. Art De premie bedraagt 106,33 EUR voor de arbeiders die werden tewerkgesteld gedurende het ganse jaar waarin de premie betaald wordt. 2. Voor de andere arbeiders bedraagt de premie een twaalfde van het voornoemd bedrag per volle maand arbeidsprestaties in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt; onder één maand wordt verstaan een ononderbroken periode van dertig kalenderdagen (28/29 in februari). Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Prime annuelle payable en décembre (Convention enregistrée le11août 2009 sous le numéro 93626/CO/119) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE II. Dispositions générales Art. 2. Sans préjudice des dispositions de l article 5, dans les entreprises où la prime de 100 EUR prévue par la convention collective de travail du 27 août 2007 relative à l octroi d une prime annuelle en décembre n a pas été transformée en avantage équivalent, une prime annuelle est octroyée à tous les ouvriers qui ont eu au moins un mois de prestations de service au cours de l année dans laquelle la prime est payée. Art er. La prime s élève à 106,33 EUR pour les ouvriers qui ont été occupés pendant toute l année dans laquelle la prime est payée. 2. La prime s élève pour les autres ouvriers à un douzième du montant précité par mois entier de prestations au cours de l année dans laquelle la prime est payée, un mois étant égal à une période ininterrompue de trente jours calendrier (28/29 jours en février).

36 18354 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 4. Het bedrag van de premie vastgesteld in artikel 3 stemt overeen met een voltijdse prestatie. Voor de arbeiders die deeltijds tewerkgesteld zijn, wordt het bedrag van de premie vastgesteld naar verhouding van het aantal gepresteerde uren. Art. 5. De premie waarvan sprake in de artikelen 2 tot 4 is niet automatisch verschuldigd in de ondernemingen waar gelijkaardige voordelen in de loop van het jaar waarin de jaarlijkse premie betaald wordt, effectief toegekend, deze bedragen reeds bereiken of overschrijden. Art. 6. De premie vastgesteld in de artikelen 2 tot 4 wordt betaald in de tweede helft van de maand december. Art. 7. Het bedrag van de premie vastgesteld in artikel 3 wordt verminderd in verhouding tot de afwezigheden die zich voorgedaan hebben in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt, met uitzondering van de afwezigheden die worden beschouwd als gelijkgesteld door de reglementering van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren. HOOFDSTUK III. Slotbepalingen Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2009 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * Art. 4. Le montant de la prime fixé à l article 3 correspond à une prestation à temps plein. Pour les ouvriers occupés à temps partiel, le montant de la prime est fixé au prorata du nombre d heures prestées. Art. 5. La prime en question fixée aux articles 2 à 4n est pas due automatiquement dans les entreprises où des avantages analogues effectivement payés dans le courant de l année dans laquelle la prime est payée, atteignent ou dépassent déjà ces montants. Art. 6. La prime fixée aux articles 2 à 4 est payée dans la deuxième quinzaine du mois de décembre. Art. 7. Le montant de la prime fixé àl article 3 est réduit au prorata des absences qui se sont produites au cours de l année dans laquelle la prime est payée, hormis celles considérées comme absences assimilées par la réglementation du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire. CHAPITRE III. Dispositions finales Art. 8. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er avril 2009 et cesse de produire ses effets le 30 juin Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200447] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsopleiding (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200447] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la formation professionnelle (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsopleiding. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant la formation professionnelle. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

37 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Beroepsopleiding (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93628/CO/119) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. Art. 2. De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 december HOOFDSTUK II. Beroepsopleiding Art Overeenkomstig het sectorakkoord , verbinden de sociale partners er zich toe om de deelnemingsgraad aan de beroepsopleiding voor het geheel van de sector met 5 pct. te verhogen. 2. In dat opzicht wordt de bijdrage van 0,10 pct. voor de risicogroepen verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 betreffende de risicogroepen. Deze bijdrage wordt namelijk aangewend voor vormingsinitiatieven. Art. 4. De individuele of collectieve opleidingen kunnen ook buiten de werkuren gebeuren. Komen in aanmerking : - omscholingen of bijscholingen tot het beroep van slager; - taalcursussen; - opleidingen tot (heftruck)chauffeur; - in voedselveiligheid; - of in pc-vaardigheden. Deze lijst is bij wijze van voorbeeld gegeven. Elke andere vorming moet goedgekeurd worden door de raad van bestuur. De lijst van de opleidingen die in aanmerking komen worden onderzocht door een werkgroep die uiterlijk tegen 30 december 2009 zijn conclusies zal moeten uitbrengen. Bij de aanvraag tot tussenkomst voegt de onderneming een volledig dossier waarin vermeld zijn : Per opleiding - het doel van de opleiding; - een uitvoerig programma; - de aard van de opleiding : theoretische en/of praktische cursussen, opleiding binnen of buiten de onderneming, didactische methoden, enz.; - de betrokken diensten van de onderneming; - de duur en de data van de opleiding; - de instructeurs; - de opleidingsinstelling ofwel - naam en functie van de interne trainer; - een deelnemerslijst; - de datum waarop de vorming heeft plaatsgevonden; - het te betalen bedrag. Bij de afrekening wordt tevens de aanwezigheidslijst gevoegd, gehandtekend door de aanwezige deelnemers; - de gedetailleerde kosten voor de onderneming. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Formation professionnelle (Convention enregistrée le11août 2009 sous le numéro 93628/CO/119) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. Art. 2. La présente convention collective de travail est conclue en exécution de la loi du 23 décembre 2005 relative au Pacte de solidarité entre les générations, notamment l article 30, publiée au Moniteur belge le 30 décembre CHAPITRE II. Formation professionnelle Art er. Conformément à l accord sectoriel , les partenaires sociaux s engagent à augmenter le degré de participation à la formation professionnelle de 5 p.c. pour l ensemble du secteur. 2. A cet effet, la cotisation de 0,10 p.c. pour les groupes à risque est prolongée par la convention collective de travail du 8 juin 2009 relative aux groupes à risque. Cette cotisation est notamment utilisée pour des initiatives de formation. Art. 4. Les formations individuelles ou collectives peuvent aussi avoir lieu en dehors des heures de travail. Entrent en considération : - recyclage ou perfectionnement pour la profession de boucher; - cours de langues; - des formations de chauffeur (élévateur); -ensécurité alimentaire; - ou en informatique (PC). Cette liste est exemplative. Toute autre formation doit être soumise à l accord du conseil d administration. La liste des formations pouvant entrer en considération sera examinée par un groupe de travail qui devra rendre ses conclusions pour le 30 décembre 2009 au plus tard. L entreprise introduit, à la demande d intervention, un dossier complet où sont mentionnés: Par formation - le but de la formation; - un programme détaillé; - la nature de la formation : cours théoriques et/ou pratiques, formation au sein de l entreprise ou à l extérieur, méthodes didactiques, etc. - les services concernés de l entreprise; -ladurée et les dates de la formation; - les instructeurs; -l institution de formation ou - le nom et la fonction du formateur interne; - une liste des participants; - la date à laquelle la formation a eu lieu; - le montant à payer. Le décompte est complété par une liste de présence des participants, signée de leur main; -le détail du coût pour l entreprise.

38 18356 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 5. Het bedrag van de tussenkomst van het sociaal fonds wordt vastgesteld rekening houdend met volgende criteria : De tussenkomst bedraagt, per deelnemer, maximaal 40 EUR per halve dag van minimum 3 uur. De globale tussenkomst per jaar en per onderneming mag niet meer bedragen dan 12,5 EUR, vermeningvuldigd met het aantal arbeiders in het bedrijf (cijfer berekend op basis van de wetgeving en de omzendbrieven betreffende de verkiezingen van de ondernemingsraden). Het nazicht van de criteria wordt toevertrouwd aan het secretariaat van het sociaal fonds voor de handel in voedingswaren. De onderneming die een tussenkomst van het sociaal fonds wenst te bekomen voor de financiering van de door haar in 2009 georganiseerde beroepsopleiding, brengt hiervan het secretariaat van het fonds op de hoogte vóór 31 januari De tussenkomst gebeurt op jaarbasis en heeft betrekking op de in 2009 georganiseerde opleidingen. De betalingen gebeuren na beslissing van de raad van bestuur van het sociaal fonds, op basis van een verslag van het secretariaat. De tussenkomst wordt toegekend rekening houdend met de effectieve deelneming. De tussenkomsten worden betaald tot uitputting van het in artikel 7 voorziene budget. Binnen de 4 maanden na de afsluiting van de beroepsopleiding moet het dossier bij het secretariaat ingediend worden. Een overeenkomst zal gezocht worden met het Instituut voor Professionele Vorming van de voedingsnijverheid (IPV) zodat de sectorondernemingen beroep kunnen doen op zijn opleidingen met steun vanuit het sociaal fonds voor de handel in voedingswaren. De ondernemingsraad (of bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging) wordt geconsulteerd over de opleidingsplannen. HOOFDSTUK III. Financiering Art. 6. Het maximaal budget, voorzien voor de tussenkomsten voor opleiding is beperkt tot EUR in HOOFDSTUK IV. Slotbepalingen Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september Zij houdt op van kracht te zijn op 31 augustus Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * Art. 5. Le montant de l intervention du fonds social est fixé selon les critères suivants : L intervention s élève, par participant, à maximum 40 EUR par demi-jour de minimum 3 heures. L intervention globale par année et par entreprise ne peut s élever à plus de 12,5 EUR multipliés par le nombre d ouvriers dans l entreprise (chiffre calculé sur base de la législation et des circulaires en matière d élections des conseils d entreprises). La vérification des critères est confiée au secrétariat du fonds social du commerce alimentaire. L entreprise qui souhaite obtenir une intervention du fonds social pour le financement de la formation professionnelle qu elle a organisée en 2009, informe le secrétariat du fonds avant le 31 janvier L intervention est annuelle et est en rapport avec les formations organisées en Les paiements se font après ladécision du conseil d administration du fonds social, sur base d un rapport du secrétariat. L intervention est attribuée selon la participation effective. L intervention est payée jusqu à épuisement du budget fixé à l article 7. Le dossier doit être rentré au secrétariat dans les 4 mois de la clôture de la formation professionnelle. Un accord sera recherché avec l Institut de la formation professionnelle de l industrie alimentaire (IFP) afin que les entreprises du secteur puissent faire appel à ses formations avec le soutien du fonds social du commerce alimentaire. Le conseil d entreprise (ou à défaut la délégation syndicale) est consulté sur les plans de formation. CHAPITRE III. Financement Art. 6. Le budget maximum prévu pour les interventions dans les formations est limité à EUR en CHAPITRE IV. Dispositions finales Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er septembre 2009 et cesse de produire ses effets le 31 août Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200427] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de risicogroepen (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de risicogroepen. SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200427] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les groupes à risque (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, concernant les groupes à risque.

39 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93629/CO/119) HOOFDSTUK 1. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK 2. Tewerkstelling van risicogroepen Art. 2. De ondernemingen die langdurig werklozen, laaggeschoolde werklozen, werklozen met een leeftijd van minstens 50 jaar, werkzoekenden die het begeleidingsplan voor werklozen hebben gevolgd, gehandicapten, personen die terugkeren op de arbeidsmarkt of bestaansminimumtrekkers voor onbepaalde duur aanwerven, kunnen een eenmalige forfaitaire toelage ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren bekomen. Deze toelage bedraagt 743,68 EUR voor de voltijdse aanwerving van een arbeider en 371,84 EUR voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider met een overeenkomst van minstens 18 uur per week. Deze toelage wordt toegekend wanneer de arbeider 6 maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming. Art. 3. De ondernemingen die arbeiders die geheel of gedeeltelijk hun beroepsloopbaan onderbreken, of arbeiders die bruggepensioneerd zijn vanaf of na de leeftijd van 58 jaar vervangen door arbeiders die behoren tot de bovengenoemde risicogroepen, kunnen ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren genieten van dezelfde eenmalige forfaitaire toelage onder dezelfde voorwaarden als deze vastgesteld in artikel 3 hierboven. Art. 4. De ondernemingen die werknemers die bruggepensioneerd zijn op 56 jaar vervangen door arbeiders, kunnen ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren genieten van een eenmalige en forfaitaire toelage. Deze toelage bedraagt 1.239,47 EUR voor de voltijdse aanwerving van een arbeider en 619,73 EUR voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider met een overeenkomst van minstens 18 uur per week. Deze toelage wordt toegekend wanneer de arbeider die de bruggepensioneerde vervangt zes maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming. Art. 5. De omschrijving van de bovengenoemde risicogroepen is deze vastgesteld bij koninklijk besluit van 12 april 1991 tot uitvoering van artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen. Art. 6. De uitbetaling van de toelagen geschiedt bij beslissing van de raad van bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren. Er kan per arbeider slechts één maandelijkse toelage aan de werkgever toegekend worden. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Groupes à risque (Convention enregistrée le11août 2009 sous le numéro 93629/CO/119) CHAPITRE 1 er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la compétence de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE 2. Emploi des groupes à risque Art. 2. Les entreprises qui embauchent à durée indéterminée des chômeurs de longue durée, des chômeurs à qualification réduite, des chômeurs âgés de 50 ans au moins, des demandeurs d emploi qui ont suivi le plan d accompagnement pour chômeurs, des handicapés, des personnes qui réintègrent le marché de l emploi ou des bénéficiaires du minimum de moyens d existence, peuvent bénéficier d une allocation unique et forfaitaire à charge du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire. Cette allocation s élève à 743,68 EUR pour l embauche d un ouvrier à temps plein, et à 371,84 EUR pour l embauche d un ouvrier à temps partiel avec contrat d au moins 18 heures par semaine. Cette allocation est octroyée lorsque l ouvrier a atteint six mois d ancienneté dans l entreprise. Art. 3. Les entreprises qui remplacent des ouvriers qui interrompent totalement ou partiellement leur carrière professionnelle ou des ouvriers en prépension à partir de ou après l âge de 58 ans, par des ouvriers qui appartiennent aux groupes à risque susmentionnés, peuvent bénéficier d une même allocation unique et forfaitaire à charge du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire dans les mêmes conditions que celles fixées à l article 3 ci-dessus. Art. 4. Les entreprises qui remplacent des travailleurs mis à la prépension à 56 ans par des ouvriers, peuvent bénéficier d une allocation unique et forfaitaire à charge du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire. Cette allocation s élève à 1.239,47 EUR en cas de remplacement par un ouvrier à temps plein et à 619,73 EUR en cas de remplacement par un ouvrier à temps partiel avec un contrat d au moins 18 heures par semaine. Cette allocation est octroyée lorsque l ouvrier qui remplace le prépensionné a atteint six mois d ancienneté dans l entreprise. Art. 5. La définition des groupes à risque cités ci-dessus est celle donnée par l arrêté royal du 12 avril 1991 portant exécution de l article 173 de la loi du 29 décembre 1990 portant des dispositions sociales. Art. 6. Le paiement des allocations se fait sur décision du conseil d administration du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire. Il ne peut être octroyé, par ouvrier, qu une allocation mensuelle à l employeur.

40 18358 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE In voorkomend geval, kan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren de nodige beslissingen nemen om het bedrag van de toelagen bedoeld in de artikelen 3 tot 5 te beperken, om zo een overschrijding te voorkomen van de financiële middelen, voortvloeiend uit de bijdragen van 0,10 pct. bedoeld in artikel 7. Art Teneinde de financiering te verzekeren van de tewerkstellingsbevorderende maatregelen bedoeld in de artikelen 3 tot 5, zijn de werkgevers bedoeld in het eerste artikel voor de periode van 1 april 2009 tot 31 maart 2011 een bijdrage verschuldigd van 0,10 pct. berekend op de brutolonen van de arbeiders. 2. Ze wordt geheven en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, volgens de modaliteiten vastgesteld in de artikelen 14 tot 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de statuten van het sociaal fonds (collectieve arbeidsovereenkomst van 7 maart 2007, geregistreerd onder nr /CO/119). HOOFDSTUK 4. Slotbepalingen Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april Zij houdt op van kracht te zijn op 30 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * Le cas échéant, le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire peut prendre les décisions nécessaires afin de limiter le montant des allocations prévues aux articles 3 à 5, afin d éviter un dépassement des moyens financiers provenant de la cotisation de 0,10 p.c. visée à l article 7. Art er. Afin d assurer le financement des mesures de promotion visées aux articles 3 à 5, les employeurs visés à l article 1 er sont redevables, pour la période du 1 er avril 2009 au 31 mars 2011 d une cotisation de 0,10 p.c. calculée sur base des salaires bruts des ouvriers. 2. Elle est perçue et recouvrée par l Office national de sécurité sociale, selon les modalités fixées par les articles 14 à 17 de la convention collective de travail fixant les statuts du fonds social (convention collective de travail du 7 mars 2007, enregistrée sous le n o 82472/CO/119). CHAPITRE 4. Dispositions finales Art. 8. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er avril 2009 et cesse de produire ses effets le 30 juin Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200462] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200462] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la sécurité d existence (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la sécurité d existence. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

41 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93630/CO/119) HOOFDSTUK 1. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die vallen onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK 2. Collectief ontslag Art Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van een collectief ontslag, zoals gedefinieerd in de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 10 en 24 van de Nationale Arbeidsraad, een uitkering toe van 3,30 EUR per dag ter aanvulling van de wettelijke vergoeding en gedurende de eerste 120 door de RVA vergoedbare dagen volgend op het ontslag. 2. Vanaf 1 juli 2009, wordt de dagvergoeding vermeld in 1, gebracht op 3,45 EUR. HOOFDSTUK 3. Tijdelijke werkloosheid Art Het Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in voedingswaren kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van tijdelijke werkloosheid (om economische en technische reden) een aanvullende vergoeding op de RVA-uitkeringen toe van 3,30 EUR per dag gedurende de eerste 60 dagen per kalenderjaar die in aanmerking komen voor vergoeding. 2. Vanaf 1 juli 2009 wordt de dagvergoeding vermeld in 1, gebracht op 3,45 EUR. HOOFDSTUK 4. Langdurige ziekte Art Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren kent aan de arbeiders die langdurig ziek zijn een aanvullende uitkering toe van 3,30 EUR per dag bovenop de ziekteuitkering gedurende 60 dagen te rekenen na de periode gedekt door het gewaarborgd loon. Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal fonds berekend naar rata van de arbeidstijd. 2. Vanaf 1 juli 2009, wordt de dagvergoeding vermeld in 1, gebracht op 3,45 EUR. 3. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden als volgt : De arbeider moet langdurig ziek zijn, dit wil zeggen dat de periode gedekt door het gewaarborgd loon (30 kalenderdagen) voorbij is. De aanvullende uitkering wordt ook toegekend in geval van verbod te werken of sommige werken uit te voeren tijdens de zwangerschap, voorgeschreven door de geneesheer. De tussenkomst wordt niet toegekend voor het zwangerschapsverlof. De arbeider, slachtoffer van een arbeidsongeval, die een uitkering van het ziekenfonds geniet (na de periode van erkenning van het ongeval) heeft recht op de aanvullende vergoeding, zonder wachtperiode van 30 dagen. Wordt als herval beschouwd, een arbeidsongeschiktheid die plaatsgrijpt binnen de 14 dagen volgend op het einde van een periode van arbeidsongeschiktheid die aanleiding gaf tot de betaling van het gewaarborgd loon. Het fonds zal deze twee periodes beschouwen als één enkele periode, zonder wachtperiode voor de tweede. 4. Indien de arbeider, om redenen eigen aan de ziekteuitkering, geen recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit, dan wordt de aanvraag geval per geval onderzocht door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Sécurité d existence (Convention enregistrée le11août 2009 sous le numéro 93630/CO/119) CHAPITRE 1 er. Champ d application Article 1 er. 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant à la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE 2. Licenciement collectif Art er.le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire accorde aux ouvriers victimes d un licenciement collectif tel que défini dans les conventions collectives de travail n o 10 et 24 du Conseil national du travail, une allocation complémentaire aux indemnités légales de 3,30 EUR par jour pendant les 120 premiers jours indemnisables par l ONEm suivant le licenciement. 2. A partir du 1 er juillet 2009, l indemnité journalière mentionnéeau 1 er est portée à 3,45 EUR. CHAPITRE 3. Chômage temporaire Art er.le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire accorde aux ouvriers victimes de chômage temporaire (pour raisons économiques ou techniques) une allocation complémentaire à l indemnité de l ONEm de 3,30 EUR par jour pendant les 60 premiers jours indemnisables par année calendrier. 2. A partir du 1 er juillet 2009, l indemnité journalière mentionnéeau 1 er est portée à 3,45 EUR. CHAPITRE 4. Maladie de longue durée Art er.le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire accorde aux ouvriers malades de longue durée, une allocation complémentaire à l indemnité de maladie de 3,30 EUR par jour, pendant 60 jours à compter à partir de la fin delapériode couverte par le salaire garanti. Pour les ouvriers à temps partiel, l intervention du fonds social se calcule au prorata du temps de travail. 2. A partir du 1 er juillet 2009, l indemnité journalière mentionnéeau 1 er est portée à 3,45 EUR. 3. Les modalités d octroi de l indemnité complémentaire sont les suivantes : L ouvrier doit être en maladie de longue durée, c est-à-dire que la période couverte par le salaire garanti (30 jours calendrier) doit être dépassée. L allocation complémentaire est également octroyée en cas d interdiction de travailler ou d exécuter certains travaux, imposée par le médecin pendant la grossesse. L allocation n est pas octroyée pour le congé de maternité. L ouvrier, victime d un accident de travail, qui passe au système de mutuelle (après la période de reconnaissance de son accident) a droit à l allocation complémentaire, sans période d attente de 30 jours. Est considérée comme rechute, une nouvelle incapacité de travail survenue dans les 14 jours qui suivent la fin d une période d incapacité de travail ayant donné lieu au paiement du salaire garanti. Le fonds considérera alors les deux périodes comme une seule, sans période d attente pour la deuxième. 4. Si l ouvrier n a pas droit aux indemnités de la mutualité pour une raison propre à l assurance maladie, la demande sera examinée au cas par cas par le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire.

42 18360 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK 5 Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht Art Het Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in voedingswaren kent aan de arbeiders wier arbeidsovereenkomst ten einde kwam wegens overmacht, een aanvullende uitkering toe van 3,30 EUR per dag bovenop de werkloosheidsuitkering of ziekteuitkering gedurende 60 dagen na het einde van de overeenkomst. Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal fonds berekend naar rata van de arbeidstijd. 2. Vanaf 1 juli 2009, wordt de dagvergoeding vermeld in 1, gebracht op 3,45 EUR. 3. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden als volgt : De arbeidsovereenkomst van de arbeider moet wegens overmacht verbroken worden. Er is sprake van overmacht bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst omwille van definitieve arbeidsongeschiktheid. Deze uitkering is niet cumuleerbaar met de uitkering wegens langdurige ziekte uit het vorige hoofdstuk. Indien de arbeider geniet van de toeslag bij langdurige ziekte voordat hij definitief arbeidsongeschikt verklaard wordt, zal de toeslag bij overmacht alleen voor het saldo van de 60 dagen uitbetaald worden (60 dagen verminderd met het aantal uitbetaalde dagen voor langdurige ziekte). HOOFDSTUK 6. Slotbepalingen Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2009 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * CHAPITRE 5 Fin du contrat de travail pour cause de force majeure Art er.le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire accorde aux ouvriers dont le contrat de travail a pris fin pour cause de force majeure, une allocation complémentaire à l allocation de chômage ou à l indemnité de maladie de 3,30 EUR par jour pendant 60 jours à compter à partir de la fin du contrat de travail. Pour les ouvriers à temps partiel, l intervention du fonds social se calcule au prorata du temps de travail. 2. A partir du 1 er juillet 2009, l indemnité journalière mentionnéeau 1 er est portée à 3,45 EUR. 3. Les modalités del indemnité complémentaire sont les suivantes : Le contrat de l ouvrier doit être rompu pour force majeure. On entend par force majeure : la rupture du contrat de travail suite à une incapacité de travail définitive. Cette allocation n est pas cumulable avec l allocation en cas de maladie de longue durée, prévue au chapitre précédent. Si l ouvrier a bénéficié de l allocation complémentaire en cas de maladie de longue durée avant d être déclaré définitivement inapte au travail, l allocation pour force majeure ne sera octroyée que pour le solde des 60 jours (60 jours diminués du nombre de jours déjà indemnisés pour maladie de longue durée). CHAPITRE 6. Dispositions finales Art. 6. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er avril 2009 et cesse de produire ses effets le 30 juin Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200440] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de vorming van de syndicale afgevaardigden (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de vorming van de syndicale afgevaardigden. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200440] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la formation des délégués syndicaux (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 8 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative à la formation des délégués syndicaux. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

43 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 Vorming van de syndicale afgevaardigden (Overeenkomst geregistreerd op 11 augustus 2009 onder het nummer 93631/CO/119) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5bis en 6 van de Nationale Arbeidsraad, is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. 2. Met arbeiders worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. Begunstigden Art. 2. Wanneer door de meest representatieve organisaties van de werknemers vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, cursussen of seminaries ingericht worden ter vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van de leden van de werknemers vertegenwoordiging in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale afvaardiging, zal de huidige overeenkomst van toepassing zijn. Indien dit door de omstandigheden gewettigd is, kunnen sommige syndicale afgevaardigden, militanten of personeelsleden van de onderneming aangewezen door de vakbonden, van de huidige overeenkomst genieten in plaats van de begunstigden waarvan hierboven sprake. HOOFDSTUK III. Organisatie Art. 3. De werknemersorganisaties die cursussen en seminaries inrichten zullen tenminste drie weken op voorhand het ondernemingshoofd verwittigen van de aanwijzingen en de deelneming van sommige arbeiders aan de cursussen of seminaries. Voor elke ingerichte vorming maken de werknemersoganisaties een overzicht op waarin het onderwerp van de vorming, de naam van de onderneming, het RSZ-nummer, het adres, de namen van de deelnemers, de datum waarop de vorming heeft plaatsgevonden en het te betalen bedrag worden opgenomen. Bij het overzicht wordt tevens de aanwezigheidslijst gevoegd, gehandtekend door de aanwezige deelnemers. De partijen komen overeen dat de aanwijzing waarvan hierboven sprake de doeltreffende werking van de betrokken onderneming niet mag belemmeren en dat de vormingsperiodes in de mate van het mogelijke zullen vastgesteld worden op data die niet samenvallen met de traditionele periode(s) van hoogseizoen in de sectoren waartoe de ondernemingen behoren. Er wordt aanbevolen om arbeiders die een dag syndicale vorming volgen niet in te plannen voor nachtprestaties gedurende de nacht voorafgaand aan deze vorming. Deze vrijstelling van prestaties geeft geen recht op vergoeding. HOOFDSTUK IV. Duur van de afwezigheid Art De meest representatieve organisaties van werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, zullen over een krediet beschikken van vier dagen per jaar en per effectief mandaat in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale afvaardiging. 2. Vanaf 1 september 2010 wordt dit krediet van vier dagen per jaar en per effectief mandaat gebracht op vijf dagen per jaar en per effectief mandaat in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale afvaardiging. 3. Het vormingsjaar loopt van 1 september tot 31 augustus. 4. Deeltijdse werknemers die buiten de voorziene arbeidstijd deelnemen aan syndicale vormingsdagen hebben voor die uren recht op betaalde inhaalrust. Annexe Commission paritaire du commerce alimentaire Convention collective de travail du 8 juin 2009 Formation des délégués syndicaux (Convention enregistrée le 11 août 2009 sous le numéro 93631/CO/119) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er. 1 er. La présente convention collective de travail, conclue en application des conventions collectives de travail n o 5bis et 6 du Conseil national du travail, est d application aux employeurs et aux ouvriers des entreprises relevant de la Commission paritaire du commerce alimentaire. 2. Par ouvriers sont visés : les ouvriers masculins et féminins. CHAPITRE II. Bénéficiaires Art. 2. Quand une des organisations de travailleurs, représentée au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, organise dans l intérêt de toutes les parties des cours ou séminaires de perfectionnement des connaissances économiques, sociales et techniques destinés aux représentants des travailleurs dans le conseil d entreprise, le comité pour la prévention et la protection au travail et la délégation syndicale, la présente convention sera d application. Si les circonstances le justifient, certains délégués syndicaux ou militants, membres du personnel de l entreprise, désignés par les organisations syndicales, pourront bénéficier de la présente convention, en lieu et place des bénéficiaires dont question ci-dessus. CHAPITRE III. Organisation Art. 3. Les organisations des travailleurs qui organisent des cours ou séminaires de formation informeront au plus tard trois semaines à l avance le chef d entreprise de la désignation et de la participation de certains ouvriers aux cours ou séminaires. Pour chaque formation organisée, les organisations syndicales fournissent un décompte par formation reprenant le sujet de la formation, le nom de l entreprise, son n o ONSS, son adresse, les noms des participants, la date à laquelle la formation a eu lieu et le montant à payer. Le décompte est complété par une liste de présence des participants, signée de leur main. Les parties admettent que la désignation dont question ci-dessus ne peut empêcher le fonctionnement efficace de l entreprise concernée et que les périodes de formation seront fixées dans la mesure du possible à des dates qui ne coïncident pas avec la (les) traditionnelle(s) période(s) de haute saison dans les secteurs auxquels appartiennent les entreprises. Il est recommandé de ne pas planifier de prestations de nuit, la nuit précédant une journée de formation syndicale. Cette libération de prestations ne donne droit à aucune indemnité. CHAPITRE IV. Durée del absence Art er. Les organisations des travailleurs, représentées au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, disposeront d un crédit de quatre jours par an et par mandat effectif dans le conseil d entreprise, le comité pour la prévention et la protection au travail et la délégation syndicale. 2. A partir du 1 er septembre 2010, ce crédit de quatre jours par mandat effectif sera portéàcinq jours par an et par mandat effectif dans le conseil d entreprise, le comité pour la prévention et la protection au travail et la délégation syndicale. 3. Une année de formation s étend du 1 er septembre au 31 août. 4. Les travailleurs à temps partiel, qui participent à des journées de formation syndicale en dehors de leur temps de travail prévu peuvent bénéficier d un repos compensatoire payé pour ces heures.

44 18362 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK V. Betaling van de afwezigheden CHAPITRE V. Paiement des absences Art. 5. Wanneer deelgenomen wordt aan cursussen of seminaries in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zal de betaling van het loon van elke arbeider bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst gedaan worden door de werkgever op de wijze voorzien door de wet en de uitvoeringsbesluiten betreffende de betaling der wettelijke feestdagen. De afwezigheden naar aanleiding van de gevolgde cursussen of seminaries zullen beschouwd worden als gelijkgestelde dagen wat betreft de driemaandelijkse aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK VI. Financiering van de syndicale vorming Art. 5. Lors de la participation aux cours ou séminaires dans le cadre de la présente convention collective de travail, le paiement du salaire de chaque ouvrier visé àl article 2 de la présente convention collective de travail, est assuré par l employeur, de telle façon que prévue par la loi et ses arrêtés d exécution relatifs au paiement des jours fériés légaux. Les absences à cause des cours ou séminaires suivis seront considérées comme des journées assimilées en ce qui concerne la déclaration trimestrielle à l Office national de sécurité sociale. CHAPITRE VI. Financement de la formation syndicale Art. 6. Het fonds zal de bijdragen op het krediet brengen van bijzondere rekeningen voor elke vakbondsorganisaties naar rato van het aantal effectieve leden in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de syndicale afvaardigingen. Art. 7. De representatieve werknemersorganisaties delen elk jaar ten laatste op 31 augustus aan het fonds hun aantal effectieve leden mee in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming en de syndicale afvaardigingen in elke onderneming van de handel in voedingswaren. Art Elk jaar wordt door de algemene begroting van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren een bedrag ter beschikking gesteld voor de financiering van de syndicale vorming. 2. Voor de jaren zullen de middelen die ter beschikking gesteld worden voor de syndicale vorming door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren verhoogd worden met 10 pct. 3. Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren stort aan de betrokken syndicale organisaties een forfaitair bedrag als tussenkomst in de organisatiekosten van de vormingscursussen, ten belope van 43,47 EUR per dag en per arbeider die aan de in deze overeenkomst beoogde vorming deelneemt. HOOFDSTUK VII. Verhaalprocedure Art. 6. Le fonds social portera les cotisations sur le crédit des comptes spéciaux pour chaque organisation syndicale, à raison du nombre de membres effectifs dans le conseil d entreprise, le comité pour la prévention et la protection au travail et la délégation syndicale. Art. 7. Les organisations de travailleurs communiquent chaque année au fonds social, au plus tard le 31 août, le nombre de leurs mandats effectifs dans le conseil d entreprise, le comité pour la prévention et la protection au travail et la délégation syndicale dans chaque entreprise du commerce alimentaire. Art er. Le budget général du Fonds social et de garantie du commerce alimentaire consacre chaque année un montant au financement de la formation syndicale. 2. Pour les années , les moyens consacrés par le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire pour la formation syndicale sont augmentés de 10 p.c. 3. Le Fonds social et de garantie du commerce alimentaire verse à l organisation syndicale concernée un montant forfaitaire comme intervention dans les frais d organisation des cours de formation, à raison de 43,47 EUR par jour et par ouvrier qui participe à la formation visée par la présente convention. CHAPITRE VII. Procédure de recours Art. 9. Ieder geschil betreffende toepassing van deze overeenkomst zal op aanvraag van de meest gerede partij kunnen voorgelegd worden aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, wanneer er een geschil bestaat tussen de werkgever enerzijds en de werknemers anderzijds. HOOFDSTUK VIII. Slotbepalingen Art. 9. Les problèmes concernant l application de la présente convention collective de travail pourront, à la demande de la partie la plus diligente, être présentés au bureau de conciliation de la Commission paritaire du commerce alimentaire, quand il s agit d un différend entre un employeur et ses travailleurs. CHAPITRE VIII. Dispositions finales Art. 10. Deze overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd en treedt in werking op 1 januari Ze zal kunnen opgezegd worden door één der partijen, mits een voorafgaandelijk opzeg van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden hiervan inlicht. Art. 11. Deze overeenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 februari 2008 (koninklijk besluit van 9 september 2008, Belgisch Staatsblad van 21 oktober 2008) gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren met betrekking tot hetzelfde onderwerp. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 février De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Art. 10. La présente convention collective de travail est conclue pour une durée indéterminée et entre en vigueur le 1 er janvier Elle pourra être dénoncée par une des parties moyennant un préavis de trois mois, notifié par lettre recommandée à la poste adressée au président de la Commission paritaire du commerce alimentaire, qui en informe les membres. Art. 11. Cette convention collective de travail remplace la convention collective de travail du 14 février 2008 (arrêté royal du 9 septembre 2008, Moniteur belge du 21 octobre 2008), conclue au sein de la Commission paritaire du commerce alimentaire, relative au même sujet. Vu pour être annexé à l arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET

45 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200451] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende de sectorale regeling van de maaltijdcheques voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende de sectorale regeling van de maaltijdcheques voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200451] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 22 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire de l industrie et du commerce du diamant, relative au système sectoriel de chèques-repas pour les travailleurs dans l industrie et le commerce du diamant (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Commission paritaire de l industrie et du commerce du diamant; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 22 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de l industrie et du commerce du diamant, relative au système sectoriel de chèques-repas pour les travailleurs dans l industrie et le commerce du diamant. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009 Sectorale regeling van de maaltijdcheques voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94222/CO/324) HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen en toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel. Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1999 tot uitvoering van het protocol van 28 juni 1999 en houdende het sectoraal vormingsen tewerkstellingsakkoord , het protocolakkoord van 28 september 2007 inzake een voorstel van een collectieve arbeidsovereenkomst voor in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel en het protocol van akkoord van 19 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel. Art. 3. In de diamantnijverheid en -handel geldt het beginsel dat de werkgevers een tegemoetkoming van minimum 4,46 EUR betalen per effectief gewerkte dag van elke werknemer. Annexe Commission paritaire de l industrie et du commerce du diamant Convention collective de travail du 22 juin 2009 Système sectoriel de chèques-repas pour les travailleurs dans l industrie et le commerce du diamant (Convention enregistrée le 14 septembre 2009 sous le numéro 94222/CO/324) CHAPITRE I er. Dispositions générales et champ d application Article 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux travailleurs ressortissant à la compétence de la Commission paritaire de l industrie et du commerce du diamant. Art. 2. La présente convention collective de travail donne exécution à la convention collective de travail du 21 octobre 1999 en exécution du protocole du 28 juin 1999, et portant l accord sectoriel pour la formation et l emploi , le protocole d accord du 28 septembre 2007 concernant une proposition de convention collective de travail pour dans la Commission paritaire de l industrie et du commerce du diamant et le protocole d accord du 19 mai 2009, conclu au sein de la Commission paritaire de l industrie et du commerce du diamant. Art. 3. Dans l industrie et le commerce du diamant s applique le principe que les employeurs paient une intervention d au moins 4,46 EUR par jour effectivement travaillé de chaque travailleur.

46 18364 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK II. Modaliteiten van het stelsel van maaltijdcheques Art. 4. Het aantal toegekende maaltijdcheques moet gelijk zijn aan het aantal dagen waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties levert. Art. 5. Het aantal maaltijdcheques, voor een deeltijdse werknemer, wordt berekend op basis van de verhouding tussen het totaal aantal uren dat de werknemer tijdens het kwartaal effectief heeft gepresteerd en het normaal aantal arbeidsuren per dag in de onderneming (38/5), waarbij het verkregen resultaat (afgerond op de hogere eenheid) wordt beperkt tot het maximumaantal werkbare dagen van een voltijdse werknemer in de onderneming in het kwartaal. Art. 6. De maaltijdcheques worden op naam van de werknemer afgeleverd. Deze voorwaarde wordt geacht vervuld te zijn als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens (het aantal maaltijdcheques, bruto-bedrag van de maaltijdcheques verminderd met het persoonlijk aandeel van de werknemer) vermeld worden op de individuele rekening. Art. 7. De maaltijdcheque vermeldt duidelijk dat zijn geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden en dat hij slechts mag worden gebruikt om een eetmaal te betalen of voor de aankoop van verbruiksklare voeding. Art. 8. De tussenkomst van de werkgever in de kostprijs van de maaltijdcheques moet minimum 4,46 EUR per cheque bedragen en de tussenkomst van de werknemer bedraagt ten minste 1,09 EUR per cheque. Art. 9. De maaltijdcheques worden iedere maand (in één of meerdere keren) overhandigd op basis van het vermoedelijk aantal dagen met effectieve prestaties. Uiterlijk de laatste dag van de eerste maand volgend op het kwartaal moet er een regularisatie worden doorgevoerd en moet het aantal cheques in overeenstemming gebracht worden met het aantal dagen waarop de werknemer tijdens het kwartaal effectief prestaties leverde. HOOFDSTUK III. Slotbepalingen Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2010 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * CHAPITRE II. Modalités du système de chèques-repas Art. 4. Le nombre de chèques-repas octroyés doit être égal au nombre de jours auxquels le travailleur fournit effectivement des prestations de travail. Art. 5. Le nombre de chèques-repas, pour un travailleur à temps partiel, est calculé sur la base du rapport entre le nombre total d heures que le travailleur a effectivement travaillées au cours du trimestre et le nombre normal d heures de travail par jour dans l entreprise (38/5), le résultat obtenu (arrondi à l unité supérieure) étant limité au nombre maximal de jours ouvrables d un travailleur à temps plein dans l entreprise par trimestre. Art. 6. Les chèques-repas sont délivrés au nom du travailleur. Cette condition est censée remplie lorsque l octroi et les données s y rapportant (le nombre de chèques-repas, le montant brut des chèquesrepas minoré de la part personnelle du travailleur) sont mentionnés dans le compte individuel. Art. 7. Le chèque-repas mentionne clairement que sa durée de validité est limitée à trois mois et qu il ne peut être utilisé que pour payer un repas ou pour l achat d alimentation prête à consommer. Art. 8. La participation aux coûts des chèques-repas de l employeur doit s élever à 4,46 EUR par chèque au minimum et la participation du travailleur s élève au moins à 1,09 EUR par chèque. Art. 9. Les chèques-repas sont distribués chaque mois (en une ou en plusieurs fois) sur la base du nombre présumé de jours de prestations effectives. Une régularisation doit avoir lieu au plus tard le dernier jour du premier mois suivant le trimestre et le nombre de chèques doit être mis en conformité avec le nombre de jours auxquels le travailleur a effectivement fourni des prestations au cours du trimestre. CHAPITRE III. Dispositions finales Art. 10. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er janvier 2010 et cesse d être en vigueur au 31 décembre Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200693] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200693] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 18 juin 2009, conclue au sein de la Commission paritaire des entreprises de garage, relative à la prépension à partir de 56 ans (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf; Vu la demande de la Commission paritaire des entreprises de garage; Op de voordracht van de Minister van Werk, Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar. Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 18 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire des entreprises de garage, relative à la prépension à partir de 56 ans.

47 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ALBERT Van Koningswege : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009 Brugpensioen vanaf 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94306/CO/112) HOOFDSTUK I. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder arbeiders verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. Algemene beschikkingen Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van : - de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 96 van 20 februari 2009 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen, ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2008; - de bepalingen opgenomen in het advies nummer van 20 december 2007 gesloten in de Nationale Arbeidsraad; - hoofdstuk III van de wet betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 21 december 2007 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2007). HOOFDSTUK III. Rechthebbenden op de aanvullende vergoeding Art. 3. Deze brugpensioenregeling geldt voor arbeiders die worden ontslagen, en die 56 jaar of ouder zijn gedurende de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2010 en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van tenminste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden. Bovendien moeten deze arbeiders het bewijs leveren dat vóór de leeftijd van 17 jaar tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd waarvoor sociale zekerheidsbijdragen zijn betaald of tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd in het kader van leerlingenwezen welke zich situeren vóór 1 september HOOFDSTUK IV. Toepassingsregels Art. 4. Voor de bepalingen die niet zijn geregeld via deze collectieve arbeidsovereenkomst, zijn de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nummer 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, van toepassing. HOOFDSTUK V. Betaling van de aanvullende vergoeding Art. 5. De betaalplicht van de aanvullende vergoeding van de werkgever wordt overgedragen aan het Sociaal Fonds voor het garagebedrijf. Het Sociaal Fonds voor het garagebedrijf zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken. Annexe Commission paritaire des entreprises de garage Convention collective de travail du 18 juin 2009 Prépension à partir de 56 ans (Convention enregistrée le 14 septembre 2009 sous le numéro 94306/CO/112) CHAPITRE I er. Champ d application Article 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières des entreprises qui ressortissent à la Commission paritaire des entreprises de garage. Pour l application de la présente convention collective de travail, on entend par ouvriers : les ouvriers et les ouvrières. CHAPITRE II. Dispositions générales Art. 2. La présente convention collective de travail est conclue conformément à et en exécution : - des dispositions de la convention collective de travail numéro 96 du 20 février 2009, conclue au sein du Conseil national du travail et instaurant un régime d indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, en exécution de l accord interprofessionnel du 22 décembre 2008; - des dispositions de l avis numéro du 20 décembre 2007 conclu au sein du Conseil national du travail; - du chapitre III de la loi relative à l exécution de l accord interprofessionnel du 21 décembre 2007 (Moniteur belge du 31 décembre 2007). CHAPITRE III. Ayants droit à l indemnité complémentaire Art. 3. Ce régime de prépension bénéficie aux ouvriers qui sont licenciés, et qui sont âgés, au cours de la période du 1 er janvier 2010 au 31 décembre 2010, de 56 ans ou plus et peuvent se prévaloir au moment de la fin du contrat de travail d un passé professionnel d au moins 40 ans en tant que travailleur salarié. En outre, ces ouvriers doivent pouvoir prouver qu ils ont effectué, avant l âge de 17 ans, pendant au moins 78 jours, des prestations de travail pour lesquelles des cotisations de sécurité sociale ont été payées, ou au moins 78 jours de prestations de travail dans le cadre de l apprentissage qui se situent avant le 1 er septembre CHAPITRE IV. Modalités d application Art. 4. Pour les points qui ne sont pas réglés par la présente convention collective de travail, les dispositions de la convention collective de travail numéro 17 du 19 décembre 1974 instituant un régime d indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement sont d application. CHAPITRE V. Paiement de l indemnité complémentaire Art. 5. L obligation de paiement de l indemnité complémentaire de l employeur est transférée au Fonds social des entreprises de garage. Le Fonds social des entreprises de garage mettra au point les modalités nécessaires à cet effet.

48 18366 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK VI. Geldigheid Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2010 en treedt buiten werking op 31 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET * CHAPITRE VI. Validité Art. 6. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er janvier 2010 et cesse d être en vigueur le 31 décembre Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200432] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, betreffende het stelsel van tijdskrediet (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, betreffende het stelsel van tijdskrediet. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200432] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 2 juin 2009, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de la maroquinerie et de la ganterie, concernant le système de crédit-temps (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Sous-commission paritaire de la maroquinerie et de la ganterie; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 2 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire de la maroquinerie et de la ganterie, concernant le système de crédit-temps. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier Bijlage Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009 Stelsel van tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94322/CO/128.03) HOOFDSTUK 1. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters en hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid. Annexe Sous-commission paritaire de la maroquinerie et de la ganterie Convention collective de travail du 2 juin 2009 Système de crédit-temps (Convention enregistrée le 14 septembre 2009 sous le numéro 94322/CO/128.03) CHAPITRE 1 er. Champ d application Article 1 er.laprésente convention collective de travail est d application aux ouvriers et ouvrières et leurs employeurs qui ressortissent à la Sous-commission paritaire de la maroquinerie et de la ganterie.

49 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE HOOFDSTUK 2. Tijdskrediet Art In uitvoering van artikel 3, 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt de duur van uitoefening van het recht op het tijdskrediet van één jaar op vijf jaar gebracht over de gehele loopbaan. 2. De werklieden en werksters kunnen gebruik maken van de aanmoedigingspremies toegekend door de regio s of de gemeenschappen, bijvoorbeeld bij het opleidingskrediet, de landingsbanen, de ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering, het zorgkrediet, de 1/5e loopbaanvermindering. Art. 3. De werklieden en werksters ouder dan 50 jaar hebben recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, ten belope van 15 pct. van het totaal aantal van de werklieden/werksters ouder dan 50 jaar die in de onderneming of een dienst tewerkgesteld zijn. Dit geldt onverminderd de organisatieregels vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli HOOFDSTUK 3. Geldigheidsduur Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET CHAPITRE 2. Crédit-temps Art er. En exécution de l article 3, 2 de la convention collective de travail n o 77bis du 19 décembre 2001 instaurant un système de crédit-temps, de diminution de carrière et de réduction des prestations de travail à mi-temps, la durée del exercice du droit au crédit-temps est portée d un an à cinq ans sur l ensemble de la carrière. 2. Les ouvriers et les ouvrières peuvent recourir aux primes d encouragement octroyées par les régions ou les communautés, par exemple, pour le crédit-formation, les emplois d atterrissage, les entreprises en difficultés ou en restructuration, le crédit de soin, la diminution de carrière d 1/5 e. Art. 3. Les ouvriers et ouvrières âgés de plus de 50 ans ont droit au crédit-temps, à la diminution de carrière et à la réduction des prestations de travail à mi-temps à concurrence de 15 p.c. du nombre total des ouvriers/ouvrières âgés de plus de 50 ans occupés dans l entreprise ou le service. Ceci est valable sans préjudice aux règles d organisation prévues dans la convention collective de travail n o 77ter du 10 juillet CHAPITRE 3. Durée de validité Art. 4. La présente convention collective de travail est conclue pour une durée déterminée. Elle entre en vigueur le 1 er janvier 2009 et cesse d être en vigueur le 31 décembre Vu pour être annexé àl arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET * FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N [2010/200454] 21 FEBRUARI Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie; Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar. Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 februari ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE F [2010/200454] 21 FEVRIER Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 23 juin 2009, conclue au sein de la Sous-commission paritaire des électriciens : installation et distribution, relative à la prépension à partir de 56 ans (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l article 28; Vu la demande de la Sous-commission paritaire des électriciens : installation et distribution; Sur la proposition de la Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 23 juin 2009, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire des électriciens : installation et distribution, relative à la prépension à partir de 56 ans. Art. 2. La Ministre qui a l Emploi dans ses attributions est chargée de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 21 février ALBERT Par le Roi : La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari Note (1) Référence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.

50 18368 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2009 Brugpensioen vanaf 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94334/CO/149.01) HOOFDSTUK 1. Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder arbeiders verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. Annexe Sous-commission paritaire des électriciens : installation et distribution Convention collective de travail du 23 juin 2009 Prépension à partir de 56 ans (Convention enregistrée le 14 septembre 2009 sous le numéro 94334/CO/149.01) CHAPITRE 1 er. Champ d application Article 1 er.laprésente convention collective de travail s applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrières des entreprises qui ressortissent à la Sous-commission paritaire des électriciens : installation et distribution. Pour l application de la présente convention collective de travail, on entend par ouvriers : les ouvriers et les ouvrières. HOOFDSTUK 2. Algemene beschikkingen Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van : - de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 96 van 20 februari 2009 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen, ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2008; - de bepalingen opgenomen in het advies nummer van 20 december 2007 gesloten in de Nationale Arbeidsraad; - hoofdstuk III van de wet betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 21 december 2007 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2007). HOOFDSTUK 3. Rechthebbenden op de aanvullende vergoeding Art. 3. Deze brugpensioenregeling geldt voor arbeiders die worden ontslagen, en die 56 jaar of ouder zijn gedurende de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2010 en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van tenminste 40 jaar als loontrekkende kunnen laten gelden. Bovendien moeten deze arbeiders het bewijs leveren dat vóór de leeftijd van 17 jaar tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd waarvoor sociale zekerheidsbijdragen zijn betaald of tenminste 78 dagen arbeidsprestaties zijn geleverd in het kader van leerlingenwezen welke zich situeren vóór 1 september HOOFDSTUK 4. Toepassingsregels Art. 4. Voor de bepalingen die niet zijn geregeld via deze collectieve arbeidsovereenkomst, zijn de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nummer 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, van toepassing. HOOFDSTUK 5. Betaling van de aanvullende vergoeding Art. 5. De betaalplicht van de aanvullende vergoeding van de werkgever wordt overgedragen aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector van de elektriciens. Het Fonds voor bestaanszekerheid voor de sector van de elektriciens zal hiertoe de nodige modaliteiten uitwerken. HOOFDSTUK 6. Geldigheid Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2010 en treedt buiten werking op 31 december Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET CHAPITRE 2. Dispositions générales Art. 2. La présente convention collective de travail est conclue conformément à et en exécution : - des dispositions de la convention collective de travail numéro 96 du 20 février 2009, conclue au sein du Conseil national du travail et instaurant un régime d indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, en exécution de l accord interprofessionnel du 22 décembre 2008; - des dispositions de l avis numéro du 20 décembre 2007 conclu au sein du Conseil national du travail; - du chapitre III de la loi relative à l exécution de l accord interprofessionnel du 21 décembre 2007 (Moniteur belge du 31 décembre 2007). CHAPITRE 3. Ayants droit à l indemnité complémentaire Art. 3. Ce régime de prépension bénéficie aux ouvriers qui sont licenciés, et qui sont âgés, au cours de la période du 1 er janvier 2010 au 31 décembre 2010, de 56 ans ou plus et peuvent se prévaloir au moment de la fin du contrat de travail d un passé professionnel d au moins 40 ans en tant que travailleur salarié. En outre, ces ouvriers doivent pouvoir prouver qu ils ont effectué, avant l âge de 17 ans, pendant au moins 78 jours, des prestations de travail pour lesquelles des cotisations de sécurité sociale ont été payées, ou au moins 78 jours de prestations de travail dans le cadre de l apprentissage qui se situent avant le 1 er septembre CHAPITRE 4. Modalités d application Art. 4. Pour les points qui ne sont pas réglés par la présente convention collective de travail, les dispositions de la convention collective de travail numéro 17 du 19 décembre 1974 instituant un régime d indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de licenciement sont d application. CHAPITRE 5. Paiement de l indemnité complémentaire Art. 5. L obligation de paiement de l indemnité complémentaire de l employeur est transférée au Fonds de sécurité d existence pour le secteur des électriciens. Le Fonds de sécurité d existence pour le secteur des électriciens mettra au point les modalités nécessaires à cet effet. CHAPITRE 6. Validité Art. 6. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1 er janvier 2010 et cesse d être en vigueur le 31 décembre Vu pour être annexé à l arrêté royal du 21 février La Vice-Première Ministre et Ministre de l Emploi et de l Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d asile, Mme J. MILQUET

51 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID N [C 2009/22463] F SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2009/22463] 9 JUNI Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1970 betreffende het invaliditeitspensioenstelsel voor de mijnwerkers ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 16, 4; Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1970 betreffende het invaliditeitspensioenstelsel voor de mijnwerkers, inzonderheid op artikel 4, 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 juli 1974 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 oktober 1989, 24 augustus 2001, 21 januari 2007 en 21 oktober 2008; Gelet op het advies van het Beheerscomité voor mijnwerkers, gegeven op 22 april 2009; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 mei; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor begroting van 29 mei 2009; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, 1; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; De koppeling van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers aan de minima in de rustpensioenen voor werknemers beantwoordt aan de geest van het Generatiepact dat een jaarlijkse enveloppe vastlegt die ondermeer uitgaat van een jaarlijkse welvaartsaanpassing van de forfaitaire sociale uitkeringen. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In artikel 4, 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1970 betreffende het invaliditeitspensioenstelsel voor de mijnwerkers, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 juli 1974 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 oktober 1989, 24 augustus 2001, 21 januari 2007 en 21 oktober 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1, wordt het getal «11.125,80» vervangen door het getal «11.459,57»; b) in 2, wordt het getal «12.998,08» vervangen door het getal «13.388,02» c) in 3, wordt het getal «8.903,30» vervangen door het getal «9.170,40» d) in 4, wordt het getal «10.214,41» vervangen door het getal «10.520,84». Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 9 juni JUIN Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 19 novembre 1970 relatif au régime de pension d invalidité des ouvriers mineurs ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés, notamment l article 16, 4; Vu l arrêté royal du 19 novembre 1970 relatif au régime de pension d invalidité des ouvriers mineurs, notamment l article 4, 1 er, remplacé par l arrêté royal du 17 juillet 1974 et modifié par les arrêtés royaux des 27 octobre 1989, 24 août 2001, 21 janvier 2007 et 21 octobre 2008; Vu l avis du Comité de gestion pour les ouvriers mineurs, donné le 22 avril 2009; Vu l avis de l Inspecteur des Finances, donné le 28 mai 2009; Vu l accord du Secrétaire d Etat du 29 mai 2009; Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, l article 3, 1 er ; Vu l urgence; L alignement des pensions d invalidité des ouvriers mineurs sur les minimums des pensions de retraite des travailleurs salariés cadre avec l esprit du Pacte de solidarité entre les générations qui détermine une enveloppe annuelle prévoyant notamment une adaptation au bien-être annuelle des indemnités sociales forfaitaires. Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de l avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Al article 4, 1 er,del arrêté royal du 19 novembre 1970 relatif au régime de pension d invalidité des ouvriers mineurs, remplacé par l arrêté royal du 17 juillet 1974 et modifié par les arrêtés royaux des 27 octobre 1989, 24 août 2001, 21 janvier 2007 et 21 octobre 2008, sont apportées les modifications suivantes : a) au 1, le nombre «11.125,80» est remplacé par le nombre «11.459,57»; b) au 2, le nombre «12.998,08» est remplacé par le nombre «13.388,02»; c) au 3, le nombre «8.903,30» est remplacé par le nombre «9.170,40»; d) au 4, le nombre «10.214,41» est remplacé par le nombre «10.520,84». Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er juin Art. 3. Notre Ministre des Affaires Sociales est chargé de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 9 juin ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX ALBERT Par le Roi : La Ministre des Affaires sociales, Mme L. ONKELINX

52 18370 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID N [C 2010/22185] 16 MAART Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2009 van het bedrag dat toegewezen wordt aan het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging in het kader van de vaststelling van de globale begrotingsdoelstelling van 2009 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de programmawet (1) van 27 december 2006, artikel 111, gewijzigd bij de wet van 22 december 2008 en bij de wet van 23 december 2009; Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 14 december 2009; Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 januari 2010; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 4 maart 2010; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, 1; Gelet op de hoogdringenheid; Overwegende dat dit besluit voor het begrotingsjaar 2009 het bedrag vaststelt dat geaffekteerd wordt aan het toekomstfonds; Dat op basis van artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 juni 2001 tot vaststelling van de regelen inzake begroting, de boekhouding en de rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid die zijn onderworpen aan het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid bepaald wordt dat in de begroting van een jaar de tijdens dat jaar eisbare rechten slechts verworven zijn voor zover zij uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgend jaar nauwkeurig kunnen bepaald worden; Dat het dus noodzakelijk is dat dit besluit zo vlug mogelijk wordt genomen en bekendgemaakt uiterlijk op 31 maart Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. In het kader van de vaststelling van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt voor 2009 een bedrag van ,00 euro toegewezen aan het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging. De RSZ-globaal beheer, bedoeld in artikel 5, 2, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, en het globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 strekkende tot invoering van een globaal financieel beheer in het sociaal statuut der zelfstandigen, met toepassing van hoofdstuk I van titel VI van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, storten binnen de dertig dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad respectievelijk ,00 euro en ,00 euro in het Fonds voor de toekomst van de geneeskundige verzorging. Art. 2. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 16 maart SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F [C 2010/22185] 16 MARS Arrêté royal fixant pour l année 2009 le montant qui est affecté au Fonds pour l avenir des soins de santé dans le cadre de la fixation de l objectif budgétaire global annuel de 2009 ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi programme (I) du 27 décembre 2006, article 111, modifié par la loi du 22 décembre 2008 et par la loi du 23 décembre 2009; Vu l avis du Conseil général de l assurance soins de santé, donné le 14 décembre 2009; Vu l avis de l inspecteur des Finances, donné le 19 janvier 2010; Vu l accord du Secrétaire d Etat au Budget, donné le 4 mars 2010; Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, l article 3, 1 er ; Vu l urgence; Considérant que cet arrêté fixe pour l année budgétaire 2009 le montant affecté au Fonds d avenir; Que sur la base de l article 2 de l arrêté royal du 22 juin 2001 fixant les règles en matière de budget, de comptabilité et de comptes des institutions publiques de sécurité sociale soumises à l arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures en vue de la responsabilisation des institutions publiques de sécurité sociale, qui stipule que dans le budget d une année, les droits exigibles ne sont acquis au cours de cette année que pour autant qu au plus tard au 31 mars de l année suivante ils puissent être clairement définis; Qu il est donc indispensable que le présent arrêté soit pris sans délai et publié au plus tard le 31 mars Sur la proposition de la Ministre des Affaires sociales et de la Ministre des Indépendants et de l avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Dans le cadre de la fixation de l objectif budgétaire global annuel de l assurance soins de santé, un montant de ,00 euros est affecté au Fonds pour l avenir de soins de santé pour l exercice L ONSS-gestion globale, visé àl article 5, 2, de la loi du 27 juin 1969 révisant l arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, et la gestion financière globale du statut social des travailleurs indépendants visée à l article 2 de l arrêté royal du 18 novembre 1996 visant l introduction d une gestion financière globale dans le statut social des travailleurs indépendants, en application du chapitre Ier du titre VI de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions, versent respectivement ,00 euros et ,00 euros au Fonds pour l avenir des soins de santé, dans les trente jours suivant la publication du présent arrêté au Moniteur belge. Art. 2. La Ministre qui a les Affaires sociales dans ses attributions et la Ministre qui a les Indépendants dans ses attributions sont chargées, chacune en ce qui la concerne, de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 16 mars ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie Mevr. L. ONKELINX De Minister van K.M.O. s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid Mevr. S. LARUELLE ALBERT Par le Roi : La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée del Intégration sociale Mme L. ONKELINX La Ministre des P.M.E., des Indépendants, de l Agriculture et de la Politique scientifique Mme S. LARUELLE

53 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID N [C 2010/22175] 6 JANUARI Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Het Beheerscomité, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels; Gelet op het koninklijk besluit van 19 januari 2010 tot goedkeuring van de eerste aanpassing van de tweede bestuursovereenkomst tussen de Belgische Staat en de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 9 maart 2010; Gelet op het gemotiveerde advies van het Basisoverlegcomité, uitgebracht op 5 januari 2010; Gelet op de beslissing van het Beheerscomité tijdens zijn zitting van 6 januari 2010; Gelet op het advies van de regeringscommissaris, uitgebracht op 8 februari 2010; Besluit : Artikel Het personeelsplan van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt als volgt vastgesteld : SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F [C 2010/22175] 6 JANVIER Arrêté du Comité de gestion fixant le plan du personnel de la Caisse auxiliaire d assurance maladieinvalidité Le Comité de gestion, Vu la loi relative à l assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994; Vu l arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures en vue de la responsabilisation des institutions publiques de sécurité sociale, en application de l article 47 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions; Vu l arrêté royal du 19 janvier 2010 portant approbation de la première adaptation du second contrat d administration entre l Etat belge et la Caisse auxiliaire d assurance maladie-invalidité, publié au Moniteur belge du 9 mars 2010; Vu l avis motivé du Comité de concertation de base donné le 5 janvier 2010; Vu la décision du Comité de gestion en sa séance du 6 janvier 2010; Vu l avis du commissaire du gouvernement donné le 8 février 2010; Arrête : Article 1 er. 1 er. Le Plan de personnel de la Caisse auxiliaire d assurance maladie-invalidité est fixé comme suit : Hoofdbestuur Admin. centrale Gewestelijke diensten Offices régionaux Max. Statutair Totaal Total Mandaatfunctie Fonction de mandat Administrateur-generaal 1 1 Administrateur général Adjunct-administrateur-generaal 1 1 Administrateur général adjoint Niveau A Niveau A Klasse 4 Classe 4 Adviseur generaal Conseiller général Klasse 3 Classe 3 Adviseur Conseiller Klasse 2/klasse 1 Classe 2/classe 1 Attaché Attaché Niveau B Niveau B Administratief deskundige Expert administratif Financieel deskundige Expert financier Technisch deskundige Expert technique ICT- deskundige Expert ICT Niveau C Niveau C Administratief assistent Assistant administratif Technisch assistent Assistant technique Niveau D Niveau D Administratief medewerker Collaborateur administratif Technisch medewerker Collaborateur technique TOTAAL TOTAL 2. In de hierna vermelde betrekkingen van het Centraal bestuur kan pas worden voorzien in verhouding tot de afvloeiing van een evenredig aantal titularissen van niveau C en/of D die in overtal zijn : NIVEAU B Administratief deskundige : Les emplois de l Administration centrale mentionnés ci-après ne peuvent être pourvus qu en fonction du départ d un nombre équivalent de titulaires de niveau C et/ou D qui sont en surnombre : NIVEAU B Expert administratif : 18

54 18372 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 3. In de hierna vermelde betrekkingen bij de Gewestelijke diensten kan pas worden voorzien in verhouding tot de afvloeiing van een evenredig aantal titularissen van niveau C en/of D die in overtal zijn : NIVEAU B Administratief deskundige : 20 Art. 2. Twee van de vier betrekkingen van adviseur-generaal, zijn voorbehouden voor de titularissen van de functies van informaticusdirecteur en geneesheer-directeur. Art. 3. Het maximaal aantal statutaire betrekkingen, bezoldigd in de weddenschaal 22B, bedraagt 13 Art. 4. In het personeelsbestand werd een percentage van 3 % gehandicapten opgenomen, verspreid als volgt : Niveau A : 1 Niveau B : 2 Niveau C : 4 Niveau D : 1 Art. 5. Binnen de beperkingen van de budgettaire enveloppe, vastgesteld in de bestuursovereenkomst, mag de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering adviserend geneesheren aanwerven om de medische controle van de primaire ongeschiktheid en van de geneeskundige verstrekkingen bij haar verzekerden te garanderen. Art. 6. Binnen de beperkingen van de budgettaire enveloppe, vastgesteld in de bestuursovereenkomst, mag, naast de betrekkingen voorzien in artikel 1, personeel aangeworven worden, ter vervanging van tijdelijk afwezige personeelsleden. Art. 7. Het besluit van het Beheerscomité van 4 maart 2009, tot vaststelling van het personeelsplan van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt afgeschaft. Art. 8. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad. Brussel, 6 januari De Voorzitter van het Beheerscomité, L. GOUTRY De Administrateur-generaal, J. LIVYNS 3. Les emplois des Offices régionaux mentionnés ci-après ne peuvent être pourvus qu en fonction du départ d un nombre équivalent de titulaires de niveau C et/ou D qui sont en surnombre : NIVEAU B Expert administratif : 20 Art. 2. Deux des quatre emplois de conseiller général sont réservés aux titulaires des fonctions d informaticien directeur et de médecin directeur. Art. 3. Le nombre maximal d emplois statutaires à rémunérer par l échelle de traitement 22B est de 13. Art. 4. Un pourcentage de 3 % de personnes handicapées sont intégrées à l effectif du personnel, répartis comme suit : Niveau A : 1 Niveau B : 2 Niveau C : 4 Niveau D : 1 Art. 5. Dans les limites de l enveloppe budgétaire fixée dans le contrat d administration, la Caisse auxiliaire d assurance maladieinvalidité est autorisée à recruter des médecins-conseils aux fins d assurer le contrôle médical de l incapacité primaire et des prestations de santé de ses assurés. Art. 6. Dans les limites de l enveloppe budgétaire fixée dans le contrat d administration, peuvent être engagés, outre les emplois prévus à l article 1 er, des agents en remplacement de membres du personnel temporairement absent. Art. 7. L arrêté du Comité de gestion du 4 mars 2009 fixant le plan du personnel de la Caisse auxiliaire d assurance maladie-invalidité est abrogé. Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Bruxelles, le 6 janvier Le Président du Comité de gestion, L. GOUTRY L Administrateur général, J. LIVYNS * FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE N [C 2010/11111] 17 MAART Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 5 november 1968 waarbij een maandelijkse statistiek wordt voorgeschreven van de dieren die in de openbare en private slachthuizen worden geslacht en geschikt verklaard voor gebruik ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, artikel 1quinquies, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985 en vernummerd en gewijzigd bij de wet van 22 maart 2006, en artikel 16, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985; Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 1968 waarbij een maandelijkse statistiek wordt voorgeschreven van de dieren die in de openbare en private slachthuizen worden geslacht en geschikt verklaard voor gebruik; Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Statistiek, gegeven op 10 november 2009; Gelet op het advies /1 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2010 met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Het koninklijk besluit van 5 november 1968 waarbij een maandelijkse statistiek wordt voorgeschreven van de dieren die in de openbare en private slachthuizen worden geslacht en geschikt verklaard voor gebruik, wordt opgeheven. SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE F [C 2010/11111] 17 MARS Arrêté royal abrogeant l arrêté royal du 5 novembre 1968 prescrivant une statistique mensuelle des animaux de boucherie abattus dans les abattoirs publics et particuliers et déclarés propres à la consommation ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 4 juillet 1962 relative à la statistique publique, l article 1 er quinquies, modifié par la loi du 1 er août 1985 et renuméroté et modifié par la loi du 22 mars 2006, et l article 16, modifié par la loi du 1 er août 1985; Vu l arrêté royal du 5 novembre 1968 prescrivant une statistique mensuelle des animaux de boucherie abattus dans les abattoirs publics et particuliers et déclarés propres à la consommation; Vu l avis du Conseil supérieur de Statistique, donné le 10 novembre 2009; Vu l avis /1 du Conseil d Etat, donné le 11 février 2010 en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er,1, des lois coordonnées sur le Conseil d Etat; Sur la proposition du Ministre pour l Entreprise et la Simplification, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. L arrêté royal du 5 novembre 1968 prescrivant une statistique mensuelle des animaux de boucherie abattus dans les abattoirs publics et particuliers et déclarés propres à la consommation est abrogé.

55 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari Art. 3. De Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 17 maart ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, V. VAN QUICKENBORNE Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er janvier Art. 3. Le Ministre ayant l Economie dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 17 mars ALBERT Par le Roi : Le Ministre pour l Entreprise et la Simplification, V. VAN QUICKENBORNE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN REGION WALLONNE WALLONISCHE REGION WAALS GEWEST F SERVICE PUBLIC DE WALLONIE [C 2010/27031] 4 MARS Arrêté du Gouvernement wallon portant création de la réserve naturelle agréée de La Fosse au Sable à Grand-Reng (Erquelinnes) Le Gouvernement wallon, Vu la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, modifiée par les décrets du 11 avril 1984, du 16 juillet 1985, du 7 octobre 1985, du 7 septembre 1989 (2 documents), du 21 avril 1994, du 6 avril 1995, du 22 janvier 1998, du 28 juin 2001, du 6 décembre 2001, du 31 mai 2007, du 22 novembre 2007 et du 22 mai 2008, notamment les articles 6, 6bis, 6ter, 10, 11, 12, 13, 18, 19, 37 et 51; Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, notamment l article 6, 1 er, telle que modifiée par la loi du 8 avril 1988; Vu l arrêté de l Exécutif régional wallon du 17 juillet 1986 concernant l agrément des réserves naturelles et le subventionnement des achats de terrains àériger en réserves naturelles agréées par les associations privées, tel que modifié, notamment les articles 10 et 11; Vu l arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2009 portant règlement du fonctionnement du Gouvernement; Vu l arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2009 fixant la répartition des compétences entre les Ministres et réglant la signature des actes du Gouvernement; Vu l avis favorable du Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature, remis en date du 15 avril 2008; Vu l avis du Cantonnement de Thuin, remis en date du 19 septembre 2008; Vu l avis favorable du Collège provincial du Hainaut remis en séance du 2 avril 2009 et tenant compte de l avis favorable du Collège communal d Erquelinnes remis en séance du 6 mars 2009; Considérant la demande d agrément déposée le 25 février 2008 par Réserves naturelles RNOB pour le site de la Fosse au Sable à Grand-Reng (Erquelinnes), dont elle est propriétaire et l unique occupant; Considérant les différents avis sollicités; Considérant que la motivation du classement en réserve naturelle agrééeréside dans le fait que le site présente des communautés végétales variées, quoique réduites en superficie, une richesse tant au niveau faune qu au niveau flore ainsi que des milieux présents; Conformément aux mesures de gestion proposées et aux dérogations sollicitées dans le dossier de demande d agrément (pages 9 à 14) déposé par l occupant en date du 25 février 2008; Conformément au tracé des limites extérieures du périmètre de la réserve, reporté sur le plan de localisation qui figure en annexe du présent arrêté et en fait partie; Sur la proposition du Ministre des Travaux publics, de l Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine;

56 18374 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Après délibération, Arrête : Article 1 er. Sont constitués en tant que réserve naturelle agréée de la Fosse au Sable les 2 ha 38 a 15 ca de terrains cadastrés comme suit : Commune d Erquelinnes Div. 6, Section C, Parcelles n os 505D, 537A Section E, Parcelles n os 26A, 26F, 26G, 26H, 27C dont l association «Réserves naturelles - RNOB» est propriétaire et l unique occupant. Ces terrains sont figurés sur les plans repris en annexe. Art. 2. Le fonctionnaire du Département de la Nature et des Forêts chargé de la surveillance de la réserve naturelle agréée de la Fosse au Sable est le chef de cantonnement du ressort administratif du Département de la Nature et des Forêts du territoire considéré. Art. 3. Comme prévu à l article 9, c, 5, de l arrêté de l Exécutif régional wallon du 17 juillet 1986 et par dérogation à l article 11 de la loi du 12 juillet 1973, il est permis à l occupant, ou à ses délégués, de réaliser les opérations suivantes, strictement indispensables à la mise en œuvre du plan de gestion : - réguler si nécessaire les populations de renards, de sangliers et de lapins, notamment en cas de dégâts occasionnés aux cultures voisines, conformément à la législation en vigueur et sur avis du fonctionnaire du Département de la Nature et des Forêts chargé de la surveillance de la réserve naturelle; - enlever, couper, déraciner ou mutiler des arbres et arbustes, détruire ou endommager le tapis végétal; - dans l intérêt de la protection de la faune et de la flore indigènes, prendre des mesures de limitation, voire d élimination, d espèces animales ou végétales non indigènes invasives; - placer des panneaux didactiques; -brûler des débris végétaux; - faire pâturer des animaux domestiques; - creuser des mares. Art. 4. Par dérogation à l article 5 de l arrêté ministériel du 23 octobre 1975 établissant le règlement relatif à la surveillance, la police et la circulation dans les réserves naturelles domaniales en dehors des chemins ouverts à la circulation publique, applicable dans les réserves naturelles agréées (article 1 er de l arrêté de l exécutif régional wallon du 17 juillet 1986 concernant l agrément des réserves naturelles et le subventionnement des achats de terrains àériger en réserves naturelles agréées par les associations privées), il est permis à l occupant et à ses délégués, pour la mise en œuvre du plan de gestion : -d être porteurs d outils de terrassement ou de coupe; -d être porteurs d armes de chasse et d engins de capture; -d être accompagnés de chiens et de furets. Art. 5. Les délégations prévues aux articles 3 et 4 du présent arrêté font l objet d un écrit daté et signé par l occupant et les délégués. Elles sont personnelles et doivent pouvoir être présentées à tout moment aux agents de surveillance. Leur durée ne peut dépasser un an. L occupant est tenu d en transmettre une copie dans les 24 heures au fonctionnaire chargé de la surveillance, désigné àl article 2 du présent arrêté, età la Direction de la Nature de la Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement du Service public de Wallonie. Art. 6. L agrément est accordé pour une durée de trente ans à dater de la signature du présent arrêté. Art. 7. Le Ministre de la Nature est chargé de l exécution du présent arrêté. Namur, le 4 mars Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre des Travaux publics, de l Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine, B. LUTGEN

57 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Vu pour être annexé àl arrêté du Gouvernement wallon du 4 mars Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre des Travaux publics, de l Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine, B. LUTGEN

58 18376 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE ÜBERSETZUNG ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE D [C 2010/27031] 4. MÄRZ 2010 Erlass der Wallonischen Regierung zur Errichtung des anerkannten Naturschutzgebiets «La Fosse au Sable» in Grand-Reng (Erquelinnes) Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Gesetzes vom 12. Juli 1973 über die Erhaltung der Natur, in seiner durch die Dekrete vom 11. April 1984, vom 16. Juli 1985, vom 7. Oktober 1985, vom 7. September 1989 (2 Dokumente), vom 21. April 1994, vom 6. April 1995, vom 22. Januar 1998, vom 28. Juni 2001, vom 6. Dezember 2001, vom 31. Mai 2007, vom 22. November 2007 und vom 22. Mai 2008 abgeänderten Fassung, insbesondere der Artikel 6, 6bis, 6ter, 10, 11, 12, 13, 18, 19, 37 und 51; Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 über institutionelle Reformen, insbesondere des Artikels 6, 1, in seiner durch das Gesetz vom 8. August 1988 abgeänderten Fassung; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regionalexekutive vom 17. Juli 1986 über die Anerkennung der Naturschutzgebiete und die Bezuschussung der Ankäufe von Grundstücken, die von den privaten Vereinigungen als anerkannte Naturschutzgebiete zu errichten sind, in seiner abgeänderten Fassung, insbesondere der Artikel 10 und 11; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 17. Juli 2009 zur Regelung der Arbeitsweise der Regierung; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 17. Juli 2009 zur Festlegung der Verteilung der Zuständigkeiten unter die Minister und zur Regelung der Unterzeichnung der Urkunden der Regierung; Aufgrund des am 15. April 2008 abgegebenen günstigen Gutachtens des «Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature» (Wallonischer hoher Rat für die Erhaltung der Natur); Aufgrund des am 19. September 2008 abgegebenen Gutachtens des Forstamtes von Thuin; Aufgrund des während der Sitzung vom 2. April 2009 abgegebenen günstigen Gutachtens des Provinzkollegiums von Hennegau, unter Berücksichtigung des während der Sitzung vom 6. März 2009 abgegebenen günstigen Gutachtens des Gemeindekollegiums von Erquelinnes; In Erwägung des am 25. Februar 2008 durch die «Réserves naturelles RNOB» eingereichten Zulassungsantrags für den Standort Fosse au Sable à Grand-Reng (Erquelinnes), dessen Eigentümer und einziger Besitzer sie ist; In Erwägung der verschiedenen beantragten Gutachten; In der Erwägung, dass die Begründung der Eintragung als anerkanntes Naturschutzgebiet auf der Tatsache beruht, dass das Gebiet vielfältige Pflanzengemeinschaften, obschon auf einer kleinen Fläche konzentriert, sowie viele Reichtümer sowohl auf Ebene der Fauna, der Flora und der vorhandenen Substrate aufweist; Aufgrund der Bewirtschaftungsmaßnahmen, die in der durch den Besitzer am 25. Februar 2008 vorgelegten Akte vorgeschlagen werden, und der Abweichungen (Seiten 9 bis 14), die in dieser Akte beantragt werden; Aufgrund des Verlaufs der Außengrenzen des Umkreises des Naturschutzgebietes, die auf dem Lokalisierungsplan, der dem vorliegenden Erlass beigefügt und zu ihm gehört, abgebildet ist; Auf Vorschlag des Ministers für öffentliche Arbeiten, Landwirtschaft, ländliche Angelegenheiten, Natur, Forstwesen und Erbe; Nach Beratung, Beschließt: Artikel 1 - Die2ha38a15cagroßen Gelände, die wie folgt katastriert sind (oder dessen Katastrierung so vorausgesetzt wird) werden als anerkanntes Naturschutzgebiet genannt «Fosse au Sable» errichtet: Gemeinde Erquelinnes Gem. 6 Flur C Parzellen Nr. 505D, 537A Flur E Parzellen Nr. 26A, 26F, 26G, 26H, 27C von denen die «Réserves naturelles RNOB» der Eigentümer und einzige Besitzer ist. Diese Geländeabschnitte werden auf den beigefügten Plänen eingezeichnet. Art. 2 - Der Beamte der Abteilung Natur und Forstwesen, der mit der Überwachung des anerkannten Naturschutzgebiets «Fosse au Sable» beauftragt ist, ist der Leiter des verwaltungsmäßig zuständigen Forstamtes der Abteilung Natur und Forstwesen für das betroffene Gebiet. Art. 3 - Wie vorgesehen in Artikel 9, c, 5 des Erlasses der Wallonischen Regionalexekutive vom 17. Juli 1986 und in Abweichung von Artikel 11 des Gesetzes vom 12. Juli 1973 dürfen der Besitzer oder seine Beauftragten die folgenden, für die Ausführung des Verwaltungsplans unbedingt notwendigen Maßnahmen treffen: - wenn nötig die Bestände von Schwarzwild, Füchsen und Kaninchen, insbesondere im Falle von Beschädigungen an den anliegenden Kulturen regulieren, entsprechend den gesetzlichen Anforderungen und auf Gutachten des Beamten der Abteilung Natur und Forstwesen, der mit der Bewirtschaftung und der Überwachung des anerkannten Naturschutzgebiets beauftragt ist; - Bäume und Sträucher entfernen, fällen bzw. schneiden, entwurzeln oder verstümmeln, die Pflanzendecke zerstören oder beschädigen; - im Interesse des Schutzes der einheimischen Fauna und Flora Maßnahmen zur Beschränkung oder gar Vernichtung von nicht einheimischen invasiven Tier- und Pflanzenarten treffen; - didaktische Schilder anbringen; -pflanzliche Abfälle verbrennen; - Haustiere weiden lassen; -Tümpel ausheben.

59 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Art. 4 - In Abweichung von Artikel 5 des Ministerialerlasses vom 23. Oktober 1975 zur Festlegung der Regelung über die Überwachung, die Polizeigewalt und den Verkehr in den domanialen Naturschutzgebieten außerhalb der für den öffentlichen Verkehr freigegebenen Wege, die auf die anerkannten Naturschutzgebiete anwendbar ist (Artikel 1 des Erlasses der Wallonischen Regionalexekutive vom 17. Juli 1986 über die Anerkennung der Naturschutzgebiete und die Bezuschussung der Ankäufe von Grundstücken, die von den privaten Vereinigungen als anerkannte Naturschutzgebiete zu errichten sind) dürfen der Besitzer und seine Vertreter zwecks der Ausführung des Verwaltungsplans: - Geräte für die Erdarbeiten und das Fällen mit sich führen; - Jagdwaffen oder Fanggeräte mit sich führen; - Hunde und Frettchen mit sich führen. Art. 5 - Die in den Artikeln 3 und 4 des vorliegenden Erlasses vorgesehenen Vollmachten sind Gegenstand eines datierten und von dem Besitzer und seinen Beauftragten unterzeichneten Schreibens. Dabei handelt es sich um persönliche Vollmachten, die den mit der Überwachung beauftragten Bediensteten jederzeit vorgelegt werden müssen. Ihre Dauer darf ein Jahr nicht überschreiten. Der Besitzer ist verpflichtet, dem in Artikel 2 des vorliegenden Erlasses erwähnten Beamten, der mit der Überwachung beauftragt ist, sowie der Direktion der Natur der operativen Generaldirektion Landwirtschaft, Naturschätze und Umwelt des öffentlichen Dienstes der Wallonie innerhalb von 24 Stunden eine Abschrift dieser Vollmachten zu übermitteln. Art. 6 - Die Zulassung wird für einen Dauer von dreißig Jahren ab dem Datum der Unterzeichnung des vorliegenden Erlasses erteilt. Art. 7 - Der Minister für Natur wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Namur, den 4. März 2010 Der Minister-Präsident R. DEMOTTE Der Minister für öffentliche Arbeiten, Landwirtschaft, ländliche Angelegenheiten, Natur, Forstwesen und Erbe B. LUTGEN VERTALING N WAALSE OVERHEIDSDIENST [C 2010/27031] 4 MAART Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van het erkende natuurreservaat «La Fosse au Sable» te Grand-Reng (Erquelinnes) De Waalse Regering, Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, gewijzigd bij de decreten van 11 april 1984, 16 juli 1985, 7 oktober 1985, 7 september 1989 (2 stukken), 21 april 1994, 6 april 1995, 22 januari 1998, 28 juni 2001, 6 december 2001, 31 mei 2007, 22 november 2007 en 22 mei 2008, inzonderheid op de artikelen 6, 6bis, 6ter, 10, 11, 12, 13, 18, 19, 37 en 51; Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 6, 1, zoals gewijzigd bij de wet van 8 april 1988; Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 juli 1986 betreffende de erkenning van natuurreservaten en de toekenning van subsidies met het oog op de aankoop van door een publiekrechtelijke rechtspersoon in erkende natuurreservaten op te richten terreinen, zoals gewijzigd, inzonderheid op de artikelen 10 en 11; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2009 tot regeling van de werking van de Regering; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 2009 tot vastlegging van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten; Gelet op het gunstig advies van de «Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature» (Waalse Hoge Raad voor Natuurbehoud), gegeven op 15 april 2008; Gelet op het advies van de houtvesterij van Thuin, gegeven op 19 september 2008; Gelet op het gunstig advies van het Provinciecollege van Henegouwen, gegeven tijdens de zitting van 2 april 2009 en houdende rekening met het gunstig advies van het Gemeentecollege van Erquelinnes, gegeven tijdens de zitting van 6 maart 2009; Gelet op de erkenningsaanvraag ingediend op 25 februari 2008 door «Réserves naturelles RNOB» voor de site «Fosse au Sable» te Grand-Reng (Erquelinnes), waarvan ze eigenaar en enige gebruiker is; Gelet op de verschillende gevraagde adviezen; Overwegende dat de motivering van de aanwijzing als erkend natuurreservaat gebaseerd is op de aanwezigheid op de site van verschillende plantensoorten, alhoewel op beperkte oppervlakten, een rijkdom zowel op het vlak van fauna als op het vlak van flora alsook de aanwezige milieus; Overeenkomstig de beheersmaatregelen voorgesteld door en afwijkingen aangevraagd door de gebruiker, in het dossier ingediend op 25 februari 2008 betreffende de erkenningsaanvraag (blzn. 32 tot 38); Overeenkomstig de loop van de buitengrenzen van de omtrek van het reservaat, overgebracht op het bij dit besluit gevoegde liggingsplan en waarvan hij deel uitmaakt; Op de voordracht van de Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Het erkende natuurreservaat «la Fosse au Sable» beslaat de 2 ha 38 a 15 ca grond die kadastraal bekend zijn als volgt : Gemeente Erquelinnes Afd. 6, Sectie C, Percelen nrs. 505D, 537A

60 18378 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Sectie E, Percelen nrs. 26A, 26F, 26G, 26H, 27C waarvan de vereniging «Réserves naturelles - RNOB» eigenaar en enige gebruiker is. Die gronden staan op bijgaande plannen. Art. 2. De ambtenaar van het Departement Natuur en Bossen belast met het toezicht op het erkende natuurreservaat «La Fosse au Sable» is de houtvester van het in meerderheid vertegenwoordigd ambtsgebied van het Departement Natuur en Bossen. Art. 3. Zoals bepaald bij artikel 9, c, 5, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 juli 1986 en in afwijking van artikel 11 van de wet van 12 juli 1973, hebben de gebruiker en zijn afgevaardigden toestemming om de volgende handelingen te verrichten daar ze absoluut noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het beheersplan : - indien nodig, de populaties vossen, everzwijnen en konijnen reguleren, met name als ze schade toebrengen aan naburige teelten, overeenkomstig de vigerende wetgeving en na advies van de ambtenaar van het Departement Natuur en Bossen belast met het toezicht op het natuurreservaat; - bomen en struiken wegnemen, kappen, ontwortelen of verminken en het plantendek vernietigen of beschadigen; - in het belang van de bescherming van de inlandse fauna en flora, maatregelen nemen voor het beperken, en zelfs de verwijdering, van niet inheemse woekerende dieren- of plantensoorten; - didactische borden plaatsen; - plantaardig afval verbranden; - huisdieren laten grazen; - poelen graven. Art. 4. In afwijking van artikel 5 van het ministerieel besluit van 23 oktober 1975 houdende reglementering van de bewaking, de politie en het verkeer in de domaniale natuurreservaten buiten de wegen die voor het openbaar verkeer openstaan, dat van toepassing is in erkende natuurreservaten (artikel 1 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 juli 1986 betreffende de erkenning van natuurreservaten en de toekenning van subsidies met het oog op de aankoop van door privéverenigingen in erkende natuurreservaten op te richten terreinen) mogen de gebruiker en zijn afgevaardigden, om het beheersplan uit te voeren : - over kap- of graafwerktuigen beschikken; - jachtwapens of vangsttoestellen dragen; - van honden en fretten vergezeld zijn. Art. 5. De in de artikelen 3 en 4 van dit besluit bedoelde delegaties staan vermeld in een door de gebruiker en zijn afgevaardigden gedateerd en getekend schrijven. Ze zijn persoonlijk en moeten ieder ogenblik aan de toezichthoudende ambtenaren getoond kunnen worden. Ze mogen niet langer duren dan één jaar. De gebruiker is verplicht binnen 24 uur een afschrift ervan over te maken aan de in artikel 2 van dit besluit bedoelde toezichthoudende ambtenaar en aan de Directie Natuur van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst. Art. 6. De erkenning wordt verleend voor een periode van dertig jaar die ingaat op de datum van ondertekening van dit besluit. Art. 7. De Minister van Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit. Namen, 4 maart De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, B. LUTGEN * SERVICE PUBLIC DE WALLONIE F [C 2010/27032] 4 MARS Arrêté du Gouvernement wallon portant sur la création de la réserve naturelle agréée de Vieille Montagne - Altenberg à La Calamine Le Gouvernement wallon, Vu la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature, modifiée par les décrets du 11 avril 1984, du 16 juillet 1985, du 7 octobre 1985, du 7 septembre 1989 (2 documents), du 21 avril 1994, du 6 avril 1995, du 22 janvier 1998, du 28 juin 2001, du 6 décembre 2001, du 31 mai 2007, du 22 novembre 2007 et du 22 mai 2008, notamment les articles 6, 6bis, 6ter, 10, 11, 12, 13, 18, 19, 37 et 51; Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, notamment l article 6, 1 er, telle que modifiée par la loi du 8 avril 1988; Vu l arrêté de l Exécutif régional wallon du 17 juillet 1986 concernant l agrément des réserves naturelles et le subventionnement des achats de terrains àériger en réserves naturelles agréées par les associations privées, tel que modifié, notamment les articles 10 et 11; Vu l arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2009 portant règlement du fonctionnement du Gouvernement; Vu l arrêté du Gouvernement wallon du 17 juillet 2009 fixant la répartition des compétences entre les Ministres et réglant la signature des actes du Gouvernement;

61 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Vu l arrêté ministériel du 13 avril 2001 portant création de la zone humide d intérêt biologique dite du «Terril du Casino»; Vu l avis du Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature, donné le 17 juillet 2007; Vu l avis favorable de la Direction générale opérationnelle Aménagement du Territoire, Logement, Patrimoine et Energie - Cellule Aménagement-Environnement, remis en date du 24 juillet 2007; Vu l avis favorable du Collège provincial de Liège remis en séance du 14 novembre 2007 et tenant compte de l avis du Collège communal de La Calamine; Vu les avis du Cantonnement d Eupen 1 et de la Direction de Malmedy, remis respectivement en date du 8 et du 11 janvier 2008; Considérant la demande d agrément, en date du mois de mars 2007, présentée sous le nom de Vieille Montagne - Altenberg à La Calamine, par l occupant, l ASBL Ardenne et Gaume; Conformément aux mesures de gestion proposées et aux dérogations demandées dans le dossier par l occupant; Conformément au tracé des limites extérieures du périmètre de la réserve, reporté sur le plan de localisation qui figure en annexe du présent arrêté; Sur proposition du Ministre des Travaux publics, de l Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine; Après délibération, Arrête : Article 1 er. Sont constitués en tant que réserve naturelle agréée de Vieille Montagne - Altenberg à La Calamine, les 2 ha 86 a 25 ca de terrains cadastrés (ou supposés comme tels) comme suit : Commune de Kelmis : Division 2, Section C, n 39d6 (partie), 39f6 appartenant à l occupant. Art. 2. Le fonctionnaire du Département de la Nature et des Forêts chargé de la surveillance de la réserve naturelle agréée de Vieille Montagne - Altenberg à La Calamine est le chef de cantonnement du ressort administratif Département de la Nature et des Forêts du territoire concerné. Art. 3. Comme prévu à l article 9, c, 5, del arrêté de l Exécutif régional wallon du 17 juillet 1986 et par dérogation à l article 11 de la loi du 12 juillet 1973, il est permis à l occupant et à ses délégués deréaliser les opérations suivantes, strictement indispensables à la mise en œuvre du plan de gestion : -réguler si nécessaire les populations de sangliers et/ou de cervidés, notamment en cas de dégâts occasionnés aux cultures voisines, conformément à la législation en vigueur et sur avis du fonctionnaire du Département de la Nature et des Forêts chargé de la surveillance de la réserve naturelle; - enlever, couper, déraciner ou mutiler des arbres et arbustes, détruire ou endommager le tapis végétal; - dans l intérêt de la protection de la faune et de la flore indigènes, prendre des mesures de limitation, voire d élimination, d espèces animales ou végétales non indigènes invasives; - placer des panneaux didactiques; -brûler des débris végétaux; -pêcher sur les berges de la Gueule. Art. 4. Par dérogation à l article 5 de l arrêté ministériel du 23 octobre 1975 établissant le règlement relatif à la surveillance, la police et la circulation dans les réserves naturelles domaniales en dehors des chemins ouverts à la circulation publique, applicable dans les réserves naturelles agréées (article 1 er de l arrêté de l Exécutif régional wallon du 17 juillet 1986 concernant l agrément des réserves naturelles et le subventionnement des achats de terrains àériger en réserves naturelles agréées par les associations privées), il est permis à l occupant et à ses délégués, pour la mise en œuvre du plan de gestion : -d être porteurs d outils de terrassement ou de coupe; -d être porteurs d armes de chasse et d engins de capture; -d être porteurs de matériel de pêche; -d être accompagnés de chiens. Art. 5. Les délégations prévues aux articles 3 et 4 du présent arrêté font l objet d un écrit daté et signé par l occupant et les délégués. Elles sont personnelles et doivent pouvoir être présentées à tout moment aux agents de surveillance. Leur durée ne peut dépasser un an. L occupant est tenu d en transmettre une copie dans les 24 heures au fonctionnaire chargé de la surveillance, désigné à l article 2 du présent arrêté, et à la Direction de la Nature de la Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement du Service public de Wallonie. Art. 6. L agrément est accordé pour trente ans à dater de la signature du présent arrêté. Art. 7. Le Ministre de la Nature est chargé de l exécution du présent arrêté. Namur, le 4 mars Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre des Travaux publics, de l Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine, B. LUTGEN

62 18380 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Vu pour être annexé à l arrêté du Gouvernement wallon du 4 mars Le Ministre-Président, R. DEMOTTE Le Ministre des Travaux publics, de l Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine, B. LUTGEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809. 104 pages/bladzijden. www.staatsblad.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809. 104 pages/bladzijden. www.staatsblad. MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION ROYAUME DE BELGIQUE KONINKRIJK BELGIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE Arrêté royal modifiant les arrêtés royaux du 16 novembre 2006 relatif

Nadere informatie

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 21396 BELGISCH STAATSBLAD 13.03.2014 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2014/22060] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2014/22060] 21 FEBRUARI 2014. Koninklijk besluit

Nadere informatie

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 35968 MONITEUR BELGE 07.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE V. Dispositions abrogatoires et finales Art. 15. Dans la deuxième colonne de l annexe 3 PJPol, les mots «Inspecteur général et Inspecteur général

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 14.09.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 2. Entrent en vigueur le 1 er janvier 2007 :

BELGISCH STAATSBLAD 14.09.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 2. Entrent en vigueur le 1 er janvier 2007 : 46851 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2006 3572 [C 2006/09648] 1 SEPTEMBER 2006. Koninklijk besluit tot vaststelling van de vorm, de inhoud, de bijlagen en de nadere regels voor de neerlegging van

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 351 INHOUD SOMMAIRE. 144 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 351 INHOUD SOMMAIRE. 144 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 74. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 104 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 74. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 104 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden. MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20

Nadere informatie

Formeel advies van de Planningscommissie Medisch aanbod. Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale

Formeel advies van de Planningscommissie Medisch aanbod. Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale Conformément à l article 35novies, de l'arrêté royal n 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions de santé et à l arrêté

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C - 2005/09451] N. 2005 1425 31 MEI 2005. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 op de openbaarmaking van akten en stukken van verenigingen

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 64359 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2004 3391 (2004 2305) [2004/202310] 12 MEI 2004. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve

Nadere informatie

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 76142 MONITEUR BELGE 18.12.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Al annexe II du même arrêté, tel qu il a été modifié à ce jour, est apportée la modification suivante : le point IV.25 est inséré, rédigé

Nadere informatie

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER BELGISCH STAATSBLAD 09.05.2012 MONITEUR BELGE 27295 FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2012 1310 [C 2012/14127] 22 APRIL 2012. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 61190 BELGISCH STAATSBLAD 12.09.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2016/11363] 1 SEPTEMBER 2016. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het zesde beheerscontract

Nadere informatie

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 61190 BELGISCH STAATSBLAD 12.09.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2016/11363] 1 SEPTEMBER 2016. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het zesde beheerscontract

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIË ROYAUME DE BELGIQUE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION

KONINKRIJK BELGIË ROYAUME DE BELGIQUE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE ROYAUME DE BELGIQUE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N Numéro tél. gratuit :

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N Numéro tél. gratuit : BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 60569 FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER, FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG [C 2014/12139] 4 AUGUSTUS 2014. Koninklijk

Nadere informatie

62112 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

62112 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 62112 BELGISCH STAATSBLAD 19.10.2010 MONITEUR BELGE Province Pré-zone opérationnelle Pourcentage maximal Zone de secours Zuid-Oost 2,43 % Brabant flamand Zone de secours Est 4,67 % Zone de secours Ouest

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 13102 BELGISCH STAATSBLAD 28.03.2002 Ed. 2 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N. 2002 1113 [C 2002/11054]

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : Numéro tél. gratuit :

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : Numéro tél. gratuit : BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE P overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van

Nadere informatie

69668 BELGISCH STAATSBLAD 29.09.2004 MONITEUR BELGE

69668 BELGISCH STAATSBLAD 29.09.2004 MONITEUR BELGE 69668 BELGISCH STAATSBLAD 29.09.2004 MONITEUR BELGE 17 jaar = 85 pct.; 16 jaar = 70 pct.; 15 jaar = 55 pct. van het uurloon van de werklieden en werksters van 18 jaar en ouder van dezelfde categorie. C.

Nadere informatie

NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN

NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN 20-11-2014 NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 tot uitvoering, voor de overheidsdiensten

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 39283 Bijlage bij Ons koninklijk besluit van 5 augustus 2006 houdende uitvoering van artikel 4, 3, van het koninklijk besluit van 28 december 2005 tot overname van de pensioenverplichtingen van het gemeentelijk

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE 48001 N. 2010 2506 VLAAMSE OVERHEID [C 2010/35508] 11 JUNI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de modulaire structuur

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 16.05.2018 MONITEUR BELGE 40503 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2018/11917] 23 APRIL 2018. Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake het uniform

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 24154 MONITEUR BELGE 19.04.2013 Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE

Nadere informatie

36930 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

36930 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 36930 MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2013/03159] 29 MAI 2013. Arrêté royal portant approbation du règlement du 12 février 2013 de l Autorité des services

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD 36987 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2013/03172] 29 MAI 2013. Arrêté royal portant approbation du règlement du 12 février 2013 de l Autorité des services

Nadere informatie

SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE N. 2008 1373 [C 2008/02049] 13 APRIL 2008. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 februari 1969 tot vaststelling van de

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 51132 MONITEUR BELGE 12.08.2015 BELGISCH STAATSBLAD GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 1703 1704 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1705 1706 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1707 1708 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1709 1710 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 28893 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2008 1822 [C 2008/09406] 2 JUNI 2008. Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst met punten voor prestaties verricht door advocaten belast met gedeeltelijk

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 30599 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2016/22190] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2016/22190] 22 JUNI 2015. Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 80072 BELGISCH STAATSBLAD 15.10.2014 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

62134 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

62134 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 62134 BELGISCH STAATSBLAD 21.11.2006 MONITEUR BELGE De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt gestuurd. De opzeggingstermijn mag evenwel ten

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD 103249 SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2013/22606] 21 DECEMBRE 2013. Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 18 mars 1971 instituant un régime

Nadere informatie

30548 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

30548 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 30548 MONITEUR BELGE 16.04.2009 BELGISCH STAATSBLAD F. 2009 1369 SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT [C 2009/24134] 8 AVRIL 2009. Arrêté ministériel

Nadere informatie

53438 MONITEUR BELGE 12.12.2005 BELGISCH STAATSBLAD

53438 MONITEUR BELGE 12.12.2005 BELGISCH STAATSBLAD 53438 MONITEUR BELGE 12.12.2005 BELGISCH STAATSBLAD Vu pour être annexé à Notre arrêté du 6 décembre 2005 modifiant l arrêté royal du 19 avril 1999 fixant les éléments de la déclaration d accident à communiquer

Nadere informatie

SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE ROYAUME DE BELGIQUE KONINKRIJK BELGIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE Arrêté royal modifiant certaines dispositions relatives au stage

Nadere informatie

46866 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

46866 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 46866 MONITEUR BELGE 22.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2015/22264] FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2015/22264] 13 JUILLET 2015. Règlement modifiant

Nadere informatie

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN 23178 MONITEUR BELGE 16.04.2013 BELGISCH STAATSBLAD LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR [C 2012/00569] 10 JUILLET 2012.

Nadere informatie

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Percentage betrekkingen toe te wijzen. Pourcentage d emplois à attribuer

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Percentage betrekkingen toe te wijzen. Pourcentage d emplois à attribuer BELGISCH STAATSBLAD 23.08.2012 MONITEUR BELGE 49465 Trappen van de hiërarchie Degrés delahiérarchie aan het Nederlands Kader au Cadre néerlandais Percentage betrekkingen toe te wijzen Pourcentage d emplois

Nadere informatie

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE 75410 BELGISCH STAATSBLAD 28.12.2006 Ed. 4 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2006 5305 [C 2006/10029] 21 DECEMBER 2006. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van

Nadere informatie

SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER

SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER KONINKRIJK BELGIË FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER ROYAUME DE BELGIQUE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE Koninklijk besluit houdende regeling van de overdracht

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 01.12.201 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 10633 Art. 2. Conformément à l article 123 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l Etat fédéral, la partie

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 53478 BELGISCH STAATSBLAD 18.08.2010 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

20316 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

20316 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 20316 BELGISCH STAATSBLAD 30.03.2012 Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 30.03.2012 Ed. 2 MONITEUR BELGE 20317 20318 BELGISCH STAATSBLAD 30.03.2012 Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 30.03.2012

Nadere informatie

46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD

46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD 46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2015/22259] 9 JUILLET 2015. Arrêté ministériel modifiant la liste jointe à l arrêté royal du 21 décembre 2001

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 05.08.2010 MONITEUR BELGE 50359 VLAAMSE OVERHEID N. 2010 2633 [C 2010/35519] 11 JUNI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden. MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 9472 BELGISCH STAATSBLAD 05.02.2014 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er septembre 2014.

BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 8. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er septembre 2014. 65377 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C 2014/09461] 31 AUGUSTUS 2014. Koninklijk besluit tot vaststelling van de inhoud en de vorm van modellen van verslagen, van vereenvoudigde boekhouding en van verzoekschrift

Nadere informatie

1014 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

1014 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 1014 MONITEUR BELGE 12.01.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE [2014/206716] 19 DECEMBRE 2014. Arrêté royal contenant la réglementation relative au cumul

Nadere informatie

47990 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

47990 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 47990 BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE N. 2010 2505 VLAAMSE OVERHEID [C 2010/35507] 11 JUNI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs

Nadere informatie

36726 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

36726 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 36726 BELGISCH STAATSBLAD 05.07.2012 MONITEUR BELGE TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F. 2012 1959 (2012 1835) 25 MAI 2012. Décret modifiant les articles 17 et 23 du décret du 8 mai 2009 relatif à l aide sociale

Nadere informatie

43900 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

43900 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 43900 BELGISCH STAATSBLAD 13.07.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2016/22272] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2016/22272] 20 JUNI 2016. Verordening tot wijziging

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 21.10.2016 Ed. 2 MONITEUR BELGE 71309 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2016/22418] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2016/22418] 13 OKTOBER 2016. Ministerieel

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 04.06.2014 MONITEUR BELGE 42651 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2014/22260] 14 MEI 2014. Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de inlichtingenformulieren

Nadere informatie

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 39150 BELGISCH STAATSBLAD 14.05.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN MONITEUR BELGE 15.02.2005 BELGISCH STAATSBLAD 5095 Art. 7. Dans l article 24 de l annexe au même arrêté royal, les mots «les lois coordonnées sur les sociétés commerciales» sont remplacés par les mots

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 48101 FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N. 2008 3134 [C 2008/24352] 29 AUGUSTUS 2008. Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen I tot en met

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 64559 Art. 20. Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket. Art. 21.

Nadere informatie

22306 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

22306 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 22306 BELGISCH STAATSBLAD 28.04.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2006 1678 [C 2006/14095] 24 APRIL 2006. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE 721 WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 7172 MONITEUR BELGE 24.02.2005 BELGISCH STAATSBLAD Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 35815 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN [C 2014/03161] 25 APRIL 2014. Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2014

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 46905 FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2008 3024 [C 2008/14275] 5 SEPTEMBER 2008. Ministerieel besluit tot bepaling van de modellen van de documenten bedoeld in het koninklijk besluit

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 43865 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie N. 2010 2250 [C 2010/35427] 7 JUNI 2010. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 23.07.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 23.07.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 47225 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2015/03212] 15 JUILLET 2015. Arrêté ministériel portant exécution des articles 7, 4, et 53, 1 er,3, c) et d), del arrêté royal du 28 juin 2015, concernant la taxation

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 20

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 20 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE

49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE 49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE Art. 3. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «Art. 15. De subsidies die ten bate van het Nationaal Geografisch Instituut zijn

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 18.08.2009 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 18.08.2009 BELGISCH STAATSBLAD 54569 SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE F. 2009 2847 [C 2009/22382] FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID N. 2009 2847 [C 2009/22382] 31 JUILLET 2009. Règlement modifiant le règlement du 28

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211-1150 BRUSSEL Dienst voor Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE

Nadere informatie

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 57936 MONITEUR BELGE 15.09.2015 BELGISCH STAATSBLAD Les propositions sont introduites auprès du Ministre-Président du Gouvernement flamand et comprennent au moins les données suivantes : 1 les prénoms

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 13. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 13. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

RIJKINSTITUUT VOOR ZIEKTE EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

RIJKINSTITUUT VOOR ZIEKTE EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL RIJKINSTITUUT VOOR ZIEKTE EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211 1150 BRUSSEL Dienst voor geneeskundige verzorging Nationale Commissie

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 8894 MONITEUR BELGE 14.02.2013 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE

Nadere informatie

16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD

16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD 16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Ces 342,5 agents sont répartis de la manière suivante : Personnel de niveau A : 112,5. Personnel de niveau B : 32,5. Personnel de niveau C :

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE 731 MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2010 45 [C 2010/31002] 17 DECEMBER 2009. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot

Nadere informatie

77220 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

77220 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 77220 MONITEUR BELGE 23.12.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE [C 2015/11511] 16 DECEMBER 2015. Arrêté ministériel établissant les formulaires

Nadere informatie

65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE Het beginindexcijfer is dat van de maand augustus van het jaar gedurende hetwelk het tarief is vastgesteld. Het nieuwe indexcijfer is dat van de

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 02.04.2010 MONITEUR BELGE 19923 Nota (1) Zitting 2009-2010. Kamer van volksvertegenwoordigers. Stukken. Wetsontwerp, 52-2240 - Nr. 1. Amendementen, 52-2240 - Nrs. 2 tot 5. Verslag,

Nadere informatie

13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE

13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE 13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID N. 2004 842 [C 2004/21028] 13 FEBRUARI 2004. Ministerieel besluit tot vastlegging

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD 30611 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2015/03204] 26 MAI 2015. Arrêté royal déterminant le modèle de la formule de déclaration en matière d impôt des sociétés pour l exercice d imposition 2015 (1) PHILIPPE,

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 07.09.2005 BELGISCH STAATSBLAD 39161 Si, dans les douze mois à compter de cette date, cet arrêté n est pas confirmé par une ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles- Capitale, il

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 21129 2 de eerste dag van de zesde maand volgend op de datum van de test verbonden aan de eerste georganiseerde gecertificeerde opleiding, van de een of meerdere gecertificeerde opleidingen waarvoor ze

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 20.12.2000 MONITEUR BELGE 42367 N. 2000 3261 [C 2000/22873] 14 DECEMBER 2000. Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 september 1980

Nadere informatie

40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD

40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD 40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES F. 99 3542 [99/11342] 30 SEPTEMBRE 1999. Arrêté ministériel modifiant l arrêté royal du 30 décembre 1993 prescrivant

Nadere informatie

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERE DES FINANCES

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERE DES FINANCES 10833 N. 2000 864 MINISTERIE VAN FINANCIEN [C 2000/03174] F. 2000 864 MINISTERE DES FINANCES [C 2000/03174] 24 MAART 2000. Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van deel 2 van het aangifteformulier

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 21.02.2012 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 21.02.2012 MONITEUR BELGE 11971 Art. 15. De Minister aan wie de bevoegdheid voor Energie toegewezen is, wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 15. Le Ministre qui a l Energie dans ses attributions est chargé de l

Nadere informatie

74018 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

74018 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 74018 MONITEUR BELGE 15.12.2015 BELGISCH STAATSBLAD AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE [C 2015/18392] 3 DECEMBRE 2015. Avis relatif à l indexation des montants fixés à l arrêté royal

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 31051 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGION DE BRUXELLES-CAPITALE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 47518 BELGISCH STAATSBLAD 17.10.2002 Ed. 2 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2002

Nadere informatie

38296 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

38296 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 38296 BELGISCH STAATSBLAD 04.08.2006 MONITEUR BELGE Steden/gemeenten Villes/communes Sint-Joost-ten-Node/Saint-Josse-ten- Noode Sint-Niklaas/Saint-Nicolas Sint-Truiden/Saint-Trond Tournai/Doornik Turnhout

Nadere informatie

80806 MONITEUR BELGE 28.12.2011 BELGISCH STAATSBLAD

80806 MONITEUR BELGE 28.12.2011 BELGISCH STAATSBLAD 80806 MONITEUR BELGE 28.12.2011 BELGISCH STAATSBLAD AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE [C 2011/18456] FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN [C 2011/18456] 15

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN MONITEUR BELGE 04.10.2013 BELGISCH STAATSBLAD 69459 GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

36152 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

36152 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 36152 BELGISCH STAATSBLAD 14.06.2016 MONITEUR BELGE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31426] 2 JUNI 2016. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van de prijzen voor het

Nadere informatie