In dit schrijven zijn onze overwegingen gemotiveerd. In de bijlagen hebben wij toevoegingen gemaakt op de stukken van het Europees parlement.

Transcriptie

1 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Directie Klimaat, Lucht en Geluid Directoraat Generaal Milieu en Internationale Zaken Afdeling Klimaat en Kennis T.a.v. mevr. ir. G.E.M. Alkemade Postbus EX Den Haag Apeldoorn, 17 juli 2013 Betreft: advies EU F-gassen besluit Geachte mevrouw Alkemade, Op 10 juli 2013 hebben we een gesprek gehad over het Europese F-gassen besluit. U heeft ons als koeltechnische sector gevraagd de tekst van het Europees Parlement te doordenken op gevolgen voor de Nederlandse praktijk. Hiertoe zijn diverse overleggen geweest en is met verschillende partijen een mening gevormd. Na de zomer wordt dit voortgezet door concreet gesprekken aan te gaan met branche verenigingen. In dit schrijven zijn onze overwegingen gemotiveerd. In de bijlagen hebben wij toevoegingen gemaakt op de stukken van het Europees parlement. Uitgangspunt Alle partijen stemmen in met een uitfasering van HFK s. Hierbij is de randvoorwaarde wel dat de uitfaseringsperiode praktisch haalbaar moet zijn en economisch reëel. Verder dient de voedselveiligheid en beschikbaarheid van levensmiddelen niet in het geding te komen. In de laatste plaatst moet het speelveld binnen Europa gelijk zijn. Uitgewerkte casus De gemiddelde fruitboer (bron LEI) heeft een jaarproductie van 500 ton peren en een inkomen van ,--. De kosten zijn ,-- Netto resulteert ,-- inkomen voor 1,3 fte. Per fte zijn de inkomsten ,--. Dit is iets onder het modale inkomen van ,-- Voor 500 ton peren zijn 5 koelcellen van 100 ton fruit nodig. Per cel staat er 35 kw koelvermogen, doordat niet alles gelijk aanstaat is de koelinstallatie 100 kw groot. Deze installatie kost circa ,--en heeft 200 kg R507 (kostprijs à 15/kg = 3.000,--). Jaarlijkse energiegebruik (8 maanden opslag à 0,6 kwh/ton/dag) = kwh overeenkomt met ,-. Onderhoudskosten 2% van nieuwbouw = 2.500,--/jaar. Lekkage R507 gemiddeld 8% = 16 kg/jaar ( 250/jaar). Een vergelijkbare duurzame koelinstallatie met NH3 kost ca ,-- De meerprijs van ,--verdient zich in meer dan 10 jaar terug. De keuze voor R507 is daarmee economisch reëel. Koudemiddellekkage is gemiddeld zo n 8% per jaar. Dit betekent meerdere jaren geen lekkage en dan éénmalig (bijv. door corrosie) een fors lek. Voor de berekening wordt bij worst case uitgegaan van 100% leegloop.

2 Scenario 1 prijs gelijk Heffing 10/ton CO 2 eq. = 40/kg R507. Gemiddeld per jaar meerkosten = 16 kg x 40/kg = 640 = totaal 900,--/jaar. Calamiteit : 200 kg R507 x 40 = heffing x 15 = = ,-- kosten. Dit is ca. 30% van het inkomen van de fruitteler. Scenario 2, schaarste met prijs opdrijving met 100/kg + heffing Gemiddeld per jaar meerkosten = 16 kg x (100+40)/kg = totaal 2.240,--/jaar. Calamiteit : 200 kg R507 x 140 = ,-- kosten. 1 x lekkage betekent dat het jaarinkomen daalt naar = ,-- Dit is onder de bijstandsgrens. Op een onderhoudscontract van 2.000/jaar is dit risico door de installateur niet te nemen. Scenario 3, desinvesteren Koelinstallaties gaan technisch 20 jaar mee en worden in 10 jaar afgeschreven. De installatie uit 2010, is in jaar oud. Vanaf dat moment is er geen leveringszekerheid van koudemiddel. De restafschrijving is ,-- De kosten voor een nieuwe installatie ,-- Op een jaarinkomen van ,-- is vervangen niet te financieren. CONCLUSIE Het f-gassenbesluit heeft grote gevolgen voor de continuïteit van duizenden bedrijven in de voedselketen. Risico inschatting Het vastgestelde quotum is een Europees quotum. Er is vanuit de Nederlandse industrie geen duidelijkheid over beschikbaarheid van koudemiddel in samenstelling, hoeveelheid en levertijden. Deze onduidelijkheid is onacceptabel. Voor de agrarische sector, visserij en voedingsmiddelenindustrie zijn de bedreigingen van de F- gassen wetgeving: - Te kort aan specifiek koudemiddel wat leveringszekerheid beperkt. - Te kort koudemiddel wat prijsopdrijvend werkt. - Beslag op koudemiddel vanuit massaproducten zoals voorgevulde installaties. - Extra heffing en prijsopdrijving welke desinvesteren en vervangen van installaties vertraagt. Voorgestelde wijzigingen Versoepeling - Heffing op koudemiddelen gaat 5 jaar na de inwerkingtreding nieuw F-gassen besluit van kracht. Bedrijfsleven kan zo middelen vrij maken om te investeren. - Service met gerecycled koudemiddel GWP > 2150 tot Quotum verdeling - Quotum wordt toegekend op land niveau. Hierbij is gebruik over periode leidend. - Koudemiddelsamenstelling in lijn met historisch verbruik - Prijs van koudemiddel wordt gefixeerd op gemiddelde marktprijs en mag alleen gecorrigeerd worden voor inflatie.

3 - Tenminste 75% van de opbrengsten uit heffingen worden besteed aan het land wat de heffing inbrengt. - Er wordt minimaal 75% van het beschikbare quotum vrijgesteld voor de koudeketen van levensmiddelen. Dit is van primaire sector, tot supermarkt. Zo wordt levering van voedingsmiddelen gegarandeerd. - Geen veiling. Verzwaring - Per 1 januari 2015 verbod op stationaire koelinstallaties met koudemiddel GWP > Per 1 januari 2018 verbod op stationaire koelinstallaties met koudemiddel GWP <2150. De partijen die deze brief ondertekenen steunen het verbod op import van voorgevulde installaties. Met vriendelijke groeten, A.A.C. Putmans G. van Balsfoort Drs. W. Visser Algemeen secretaris Pelagic Freezer-trawler Association (PFA) Dagelijks bestuur Nekovri Dutch Pelagic Ship-owners Association (RVZ) VisNed BIJLAGE: Voorstellen tot wijziging tekst

4 Amendments on the EP Committee on the Environment, Public Health and Food Safety 2012/0305 (COD) Amendments in red Annex III (bans) 10a. Stationary refrigeration equipment that contains fluorinated greenhouse gases with GWP of 2500 or more, except equipment intended for use at operating temperatures of below -50 C 1 January 2015 (2016) 10b. Stationary refrigeration equipment that contains fluorinated greenhouse gases, except equipment intended for use at operating temperatures of below - 50 C 1 January 2018(2020) 12a. Stationary air-conditioning equipment that contains fluorinated greenhouse gases 1 January 2018(2020) Proposal for Regulations Article 11 paragraph 3 Until 1 January 2025 (2022), this provision shall not apply to reclaimed fluorinated greenhouse gases with a global warming potential of 2500 or more used for the maintenance or servicing of existing refrigeration equipment, provided that they have been labelled in accordance with Article 10(5). Until 1 January 2025 (2022) this provision shall not apply to recycled fluorinated greenhouse gases with a global warming potential of 2500 or more used for the maintenance or servicing of existing refrigeration equipment provided they have been recovered from such Article 12 - Pre-charging of equipment 1. From [immediately after entry into force of this regulation], all non-monobloc refrigeration, air-conditioning and heat pump equipment shall not be charged with hydrofluorocarbons before it is placed on the market or before it is made available to the end-user for its first installation. The equipment shall be charged where it is intended to be used, by persons certified in accordance with Article Paragraph 1 shall not apply to monobloc equipment or to equipment that contains a quantity of hydrofluorocarbons corresponding to less than 2 % of the equipment s foreseen maximum capacity. Article 1 Definitions (new) "a non-monobloc system is one in which all or part of the refrigerant circuit or parts that contain, or are designed to contain, fluorinated greenhouse gases have to be formed, prepared and connected to finalise the circuit at the point of use for placing the

5 system into operation, including where the parts are welded, brazed or otherwise made tight by permanent connection at the place of use" Article 14a Allocation fee 1 The collection of the allocation fee will begin the fifth year after the implementation of the F gas regulations. 3 At least 75 % of the revenues collected shall be used to support the phase out of HFC s in the countries the revenues were collected. Article 14 The price level of the HFC s will be fixed to the average sales price of the HFC s the producer or importer placed on the EU market from 2009 to The price will be corrected for inflation. Due to the importance of refrigeration for the food supply chain, agrofood industry and a balanced market for consumers at least 75% for the quota will be reserved for refrigeration systems in the cold chain of the food industry. ANNEX V Calculation of the maximum quantity, reference values and quotas for placing hydrofluorocarbons on the market. The maximum quantity referred to in Article 13(1) shall be calculated by applying the following percentages to the annual average of the total quantity placed on the market in per country the Union during the period from 2009 to 2012: At least 90% of the quantity placed on the market is reserved for the country. The composition of the refrigerant portfolio is established per country every year.