Veiligheidsbeleid Spelenderwijs

Transcriptie

1 Veiligheidsbeleid Spelenderwijs Inhoudsopgave 1 Algemeen overzicht veiligheidsbeleid 2 Uitvoering: 2.1 Aanschaf speelgoed 2.2 Aanschaf meubilair 2.3 Op de gang 3 Werken op de groep: 3.1 Wat berg je op achter slot en grendel 3.2 In de groepsruimte 3.3 Eten 3.4 Keukenhoek 3.5 Sanitair 4 Naar buiten: 4.1 Controle 4.2 Inrichting buitenruimte 4.3 Opblaasbadjes 4.4 In de schuur 5 Afhalen kinderen 6 Veilig vervoer, uitstapjes Controle op speeltoestellen (zie hiervoor onder: Kwaliteit/Veiligheid/Blauwe map) Spelenderwijs 2011 Pagina 1

2 1. Algemeen overzicht veiligheidsbeleid Ons veiligheidsbeleid toetsen wij jaarlijks aan nieuwe ontwikkelingen en incidenteel bij calamiteiten. Naast de reguliere inspecties zijn er contacten met brandweer en GGD bij de bouw van nieuwe locaties en bij de verbouw en herinrichting van bestaande locaties. Alle locaties hebben een vergunning van de gemeente Ede en voldoen derhalve aan de gestelde veiligheidseisen. Inspectie vindt plaats volgens de wettelijke eisen. Wij voldoen aan de WAS (warenwetbesluit veiligheid attracties en speeltoestellen). In elke locatie is een Blauwe Map aanwezig. In de peuterspeelzalen registreren de pedagogisch medewerkers psz. hoe en wanneer zij de speeltoestellen onderhouden. In de kinderdagopvang locaties zijn hiervoor de pedagogisch medewerkers+ en de locatiemanager verantwoordelijk. In de Blauwe Map is een checklist veiligheid FOR A-010, FOR A-009 onderhoud speeltoestellen opgenomen. (Bijna) fouten en (bijna)ongevallen worden geregistreerd (FOR A-001). Spelenderwijs gebruikt de landelijk ontwikkelde digitale methode Risico-inventarisatie op het gebied van veiligheid en gezondheid (kinderen) Bevindingen die de locatie overstijgen worden vertaald naar algemeen beleid. Infectieziekten: Bij het uitbreken van risicovolle besmettelijke ziektes zoals diarree, geelzucht, huidaandoeningen of andere ernstige aandoeningen van vermoedelijk infectueuze aard op de locatie (zowel bij kinderen als personeel) vindt melding plaats bij de GGD en wordt overlegd hoe te handelen. Fouten, ongevallen etc. Ons beleid is er op gericht om fouten en ongelukken te voorkomen. Echter: (bijna) fouten kunnen worden gemaakt in de dagelijkse uitvoering van het werk op alle gebied en op alle niveaus. Ook (bijna) ongelukken kunnen niet altijd worden voorkomen. Per locatie worden zonodig huisregels afgesproken en vastgelegd voor ieder ter inzage. Hierin wordt geregeld wat niet in een algemeen veiligheidsbeleid kan worden opgenomen, omdat de situatie per locatie verschilt. Onder huisregels vallen bijvoorbeeld afspraken over het tussentijds op slot doen van de buitendeur, het niet betreden van andere ruimtes (betreft locaties die in een brede school, buurthuis e.d. gevestigd zijn), voorkomen van valpartijen etc. Definitie (bijna) fouten: Alles wat niet overeenkomt met de geplande en afgesproken dienstverlening. Definitie (bijna) ongeval: Dit is een gebeurtenis waarbij de klant of diens eigendom(men) schade op (kunnen) lopen. Definitie diensten die niet volgens afspraak kunnen worden uitgevoerd Onverwachte afwijkingen van de geplande dienstverlening door overmacht. Medisch handelen (Wet BIG), Slapen op het dagverblijf Medewerkers van Spelenderwijs zijn niet bevoegd aan kinderen medicijnen toe te dienen. Wanneer ouders aan een medewerker vragen medicatie toe te dienen aan hun kind kan dat alleen wanneer de ouders hiervoor de verantwoordelijkheid willen dragen. Dat kan door middel van wederzijdse ondertekening van de verklaring Medicatie toedienen FOR A-009. Op de kindercentra en peuterspeelzalen zijn deze kindgegevens verzameld in de Groene Map. Als ouders willen dat hun kind op de buik te slapen wordt gelegd, vullen zij FOR-D-011 in. Uitstapjes, verlaten terrein kdo/bso: Ouders tekenen een verklaring dat zij akkoord gaan met het verlaten van het terrein onder begeleiding. Uitstapjes peuterspeelzalen: In de leveringsvoorwaarden geven ouders vooraf al dan niet toestemming. Spelenderwijs 2011 Pagina 2

3 Ophalen BSO kinderen uit school: De kwaliteitseisen voor het ophalen van de bso kinderen uit school zijn vastgelegd in en werkinstructie a. Voor de kinderen van 8 12 jaar van de BSO geldt dat ouders een verklaring kunnen tekenen voor akkoord met het zelfstandig verplaatsen van en naar de BSO / naar huis (FOR-D-010). Beheersings- en meetapparatuur kinderdagverblijven. Voor de opvang van de groepen is controle op apparatuur noodzakelijk. Het gaat hierbij om inspectie van apparaten die van belang zijn voor de directe opvang op de groep. Elektrische apparaten worden alleen aangeschaft als zij voorzien zijn van een keurmerk. Calamiteiten: Elke locatie heeft een ontruimingsplan. Dit plan hangt op een zichtbare plaats en is gecontroleerd en goedgekeurd door de brandweer. In de informatiebrochures voor de ouders staat vermeld hoe wij handelen bij calamiteiten en wat er van ouders wordt verwacht. Jaarlijks vindt er op elke locatie een ontruimingsoefening plaats, de uitkomst wordt genoteerd op FOR-A-007 Ontruimingsoefening. Bij calamiteiten stelt de manager zo spoedig mogelijk een crisisteam samen waarin de handelswijze en communicatie rond de calamiteit wordt afgesproken. Daarbij wordt een woordvoerder aangewezen die namens de organisatie naar buiten treedt met de berichtgeving. De woordvoerder is lid van het crisisteam. De manager en bij diens afwezigheid de directeur/bestuurder draagt de eindverantwoordelijkheid voor de afwikkeling. 2. Uitvoering: Bij de dagelijkse opvang van kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar is het volgende beleid van toepassing: 2.1 Aanschaf van speelgoed: Let op de volgende punten: geschikt voor de leeftijd van de kinderen geschikt voor gebruik op kinderdagverblijf/peuterspeelzaal/bso materialen zijn niet giftig geen losse onderdelen die verstikking kunnen veroorzaken klimmateriaal voorzien van keurmerk voor betreffende leeftijdsgroep duurzaam ergonomisch verantwoord (denk aan tillen, stoten, verslepen) conform warenwetbesluit attractie en speeltoestellen milieubewust driewielers hebben geen spaken 2.2 Aanschaf meubilair : (zie ook aanschaf speelgoed ) ergonomische zithoogte groepsleiding, steun rug/armen, geschikt voor lengte van de kinderen stabiel, beveiligd tegen omvallen bedjes zijn voorzien van keurmerk (zie Werkinstructie Veilig slapen) goed te reinigen stoel of bank is geschikt om een baby te voeden (bij babyopvang) meubilair voldoet aan ARBO regelgeving Kinderbedden en -boxen die in de kinderopvang in gebruik zijn op 1 juli 2008 en die voldoen aan de regelgeving zoals die luidde direct voor dat tijdstip, mogen nog worden gebruikt tot 1 januari Spelenderwijs 2011 Pagina 3

4 2.3 Op de gang: Gangen nodigen vaak uit om te rennen. Voorkom valpartijen door rennen niet toe te staan. Pas ook op voor glijpartijen bij regen en sneeuw. Zorg dat er bijvoorbeeld een droogloopmat of dergelijke is. Toegangsdeuren naar kantoor, keuken en bergruimtes, buitendeuren zijn voor kinderen niet te openen. Er zijn in de gang geen scherpe hoeken en onbeveiligde lage ramen. Ook op de gang geldt: beveiligde stopcontacten, snoeren zitten vast. Als er op de gang ook wordt gespeeld let er dan op dat jonge kinderen geen last hebben van het spel van de oudere kinderen en dat er de vluchtweg open blijft. 3. Werken op de groep Controle: Regelmatig moet gecontroleerd worden hoe het gesteld is met de veiligheid in het gebouw (zie ook de Blauwe map). 3.1 Achter slot en grendel: Uit veiligheidsoogpunt is het vanzelfsprekend dat volgende zaken achter slot en grendel zitten en voor kinderen dus niet toegankelijk: Medicijnen, Sigaretten/asbak met peuken (in de locatie is roken verboden) Tassen van personeel c.q bezoek Gereedschap, scharen, nietmachines Plastic zakken en -tassen Toner Chemische middelen (gebruik liever verf en lijn op waterbasis) 3.2 De groepsruimte: Houdt bij het inrichten en werken op de groep rekening met: Voorkom botsen, richt zo in dat er een looproute is. Zorg voor ruimtes voor druk spel en rustig spel, speelhoeken. Jonge kinderen hebben geen last van het spel van oudere kinderen. Spreek af dat kinderen niet gooien met voorwerpen, Let op dat koordjes aan speelgoed/kleding niet langer zijn dan 22cm (verstikkingsgevaar). Bevestig snoeren hoog of zet ze vast. Spreek huisregels af over speelgoedgebruik en opruimen. Beveilig scherpe hoeken. Speel niet bij lage ramen. Gooi kapot speelgoed weg of zet het apart om te repareren. In dat geval met een sticker erop: niet gebruiken. Zorg voor dichte afvalbakken. Uit veiligheid en om allergische reacties te voorkomen worden geen dieren gehouden op het dagverblijf. Vissen vormen daarop een uitzondering. 3.3 Eten: In het kringetje: Spreek af dat kinderen rustig eten en blijven zitten onder het eten. Zorg dat de voeding geschikt is voor de leeftijd. Aan tafel: Voorkom vallen uit kinderstoelen /klimmen in kinderstoel/ afzetten tegen de tafel. Gebruik een tuigje en maak de stoel passend met een stoelverkleiner. Zet beweeglijke kinderen naast je, binnen je bereik. Als je hete thee of dergelijke drinkt: doe dat niet met een kind op schoot, zet de thee ver op de tafel/aanrecht en de theepot en kopjes hoog. Leg geen tafelkleed op tafel. Met de school worden vooraf afspraken gemaakt over het overblijven (TSO) in de BSO ruimte. Spelenderwijs 2011 Pagina 4

5 3.4 Keukenhoek: In de keukenhoek zijn kranen/boilers beveiligd. Kastjes, laden zijn door kinderen niet te openen. Koffiezetapparaten, waterkokers staan buiten bereik van kinderen. Snoeren zijn vastgezet of hoog. Indien er een kookplaat aanwezig is, is deze beveiligd voor kinderen. Met oudere kinderen (BSO leeftijd) zijn afspraken gemaakt over gebruik van de kookplaat. 3.5 Sanitair: In de sanitaire ruimte is een aankleedtafel aanwezig. Laat een kind onder begeleiding het trapje beklimmen. Berg het trapje na gebruik op. Is het een elektrisch bedienbare aankleedtafel, controleer dan of er geen kinderen onder zitten als de tafel naar beneden versteld wordt. Voorkom afrollen door het verschoonkussen voor baby s in de breedte te leggen. De kinderen kunnen niet bij lotions e.d, zet ze hoog weg of zet ze in een afsluitbare kast. Leg vooraf spullen klaar die nodig zijn voor het verschonen. Zorg, ook in verband met stank, voor dichte afvalbakken. Kinderen kunnen allergisch reageren op luchtverfrissers en andere chemische middelen, gebruik die dus niet. 4. Naar buiten: Voorkom dat kinderen over het hek kunnen klimmen. Gaat een bal over het hek, dan haalt de groepsleiding die op. 4.1 Controle: Voor je buiten gaat spelen controleer je of de speelplaats schoon en veilig is (zie ook de Blauwe map). 4.2 Inrichting: De speelplaats is zo ingericht dat er ruimte is voor druk en rustig spel. Jonge kinderen hebben geen last van het spel van oudere kinderen. De buitenspeelruimte is zodanig ingericht dat er voldoende loopruimte is. Rond speeltoestellen is valbeveiliging gecreëerd. Los speelgoed rond speeltoestellen wordt opgeruimd, let erop dat kinderen niet vlakbij speeltoestellen fietsen. Indien er parasols met een voet aanwezig zijn, beveilig deze dan tegen struikelen. 4.3 Opblaasbadjes: Wanneer je bij warm weer opblaasbadjes neerzet, spreek dan af wie het toezicht houdt. Dit toezicht is er constant! Zorg voor schoon water en speelgoed waar niet uit gedronken kan worden tijdens het spel. Na gebruik wordt het badje direct geleegd. 4.4 In de schuur: In de schuur of berghok staan stellingen, kasten die niet kunnen omvallen. Zet ze bijvoorbeeld vast aan de muur. Let er ook op dat planken goed aan de muur bevestigd zijn. Binnenspeelgoed wordt alleen binnen gebruikt. Gooi kapot speelgoed weg of zet het apart om te repareren. In dat geval met een sticker erop: niet gebruiken. 5. Afhalen kinderen UITGANGSPUNT: Ouders / verzorgers laten aan de leiding weten door welke persoon hun kind wel / niet kan worden opgehaald. Kinderen kunnen in principe niet worden opgehaald door personen die jonger zijn dan 12 jaar. Spelenderwijs is geen partij bij onenigheid tussen beide ouders. Indien een kind in de peuterspeelzaal wordt opgehaald door een persoon jonger dan 12 jaar dienen ouders een apart formulier (FOR-PSZ-010) te ondertekenen. Spelenderwijs 2011 Pagina 5

6 Indien intern onbekend is door wie het kind wordt opgehaald: 1. Zoekt de groepsleiding contact met de ouder of het reserve adres; 2. Indien er geen contact mogelijk is met de ouder wordt het kind niet mee gegeven aan de onbekende persoon en overlegt de groepsleiding met de leidinggevende; 3. Tot duidelijk is wie het kind mag ophalen blijft het kind op de locatie. HET OPHALEN VAN KINDEREN TIJDENS / NA SCHEIDING VAN OUDERS: 1. Op de locatie moet bekend zijn bij welke ouder het kind woont. 2. Beide ouders hebben het recht het kind op te halen tenzij een gerechtelijk bewijs anders vermeldt. INDIEN EEN KIND NIET WORDT OPGEHAALD BIJ HET SLUITEN VAN DE LOCATIE: 1. De groepsleiding zoekt contact met de ouder of belt het reserve adres. 2. Indien er geen contact mogelijk is met de ouder overlegt de groepsleiding met de leidinggevende. 3. Het kind blijft met de leiding op de locatie tot het wordt opgehaald. Extra kosten door langer durende opvang worden aan de ouder in rekening gebracht. De locatiemanager / de pedagogisch medewerker psz meldt deze extra kosten bij de klantenservice. 6. Veilig vervoer: criteria: vervoer vindt plaats volgens verkeersreglement vervoersbedrijf beschikt over verklaring omtrent gedrag chauffeurs er is een inzittendenverzekering afgesloten parkeren tijdens ophalen en afleveren kinderen gebeurt op veilige stopplaats BSO kinderen zitten niet langer dan half uur in de auto kinderen zitten in voor de leeftijd geschikte kinderzitjes/gordels/stoelverhogers Zie ook werkinstructies en bijbehorende formulieren: a (KDO) Verlaten terrein a (BSO) Ophalen kinderen a (PSZ) Verlaten terrein Spelenderwijs 2011 Pagina 6