Kerstliturgie van Wijkgemeente Groote Kerk in de Schans op woensdag 16 december 2015

Transcriptie

1 Kerstliturgie van Wijkgemeente Groote Kerk in de Schans op woensdag 16 december 2015 Thema: Maria, gezegend door de Heere Meditatie : ds. J.F. Tanghé Verhaal : Ester van Zanten Organist : dhr. Cor Maat aanvang uur

2 Welkom Maria, gezegend door de Heere De engel Gabriël is afgedaald naar de aarde om een boodschap te brengen. De boodschap die gebracht wordt, móét wel door een engel verteld worden. De menswording van God kan geen mindere bode hebben dan een engel van God. In Nazareth bezoekt Gabriël een maagd, Maria, die ondertrouwd is met een eenvoudige timmerman, die Jozef heet. Het grote nieuws uit Lukas 1, de blijde boodschap, het Evangelie waarvan de profeet Zefanja al heeft gesproken, wordt door Gabriël aan Maria verkondigd. Zingen: Gezang 1 vers 1 Hoe zal ik U ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet, o,'s werelds hoogst verlangen, des sterv'lings zaligst goed? Dat ons uw Geest verlichte! Houd zelf de fakkel bij, die, Heer, ons onderrichte, wat U behaag'lijk zij! Gebed Schriftlezing: Zefanja 3:14-15 Zing vrolijk, dochter van Sion! Juich, Israël! Wees blij en spring op van vreugde met heel uw hart, dochter van Jeruzalem! De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd. De Koning van Israël, de HEERE, is in uw midden: u zult geen kwaad meer zien. Met advent begint een nieuw kerkelijk jaar. God maakt een nieuw begin, door de geboorte van Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. Ook in de schepping maakt Hij een nieuw begin. In het begin schiep God de hemel en de aarde. Hij noemde het licht dag en de duisternis nacht. Elke keer geeft Hij weer een nieuwe dag en een nieuwe week. Bij Hem mogen wij altijd opnieuw beginnen. Maar Maria bewaarde al deze woorden en overlegde die in haar hart. Er gebeuren grote dingen in haar. Het is te groot om het te begrijpen. Toch verzet ze zich niet, maar neemt het Woord aan. De Heere spreekt Maria zalig, door de vrucht in haar buik. Hij maakt in haar een nieuwe schepping. Hij wil ons daarin betrekken. Ook in ons leven wil Hij een nieuwe schepping maken Verzetten wij ons daartegen of hebben we de bereidheid van Maria? Laten wij onze handen vouwen en het Woord van God ontvangen. Dan zullen ook wij zalig gesproken worden, door de nieuwe schepping in ons. Dan verheugen we ons in de Heere, onze God. Schriftlezing: Mattheüs 5:3 Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. Zingen: Gezang 1 vers 9 Dankgebed Kerstverhaal door Ester van Zanten Nog eens zal Hij verschijnen als Richter van 't heelal, die 't hoofd van al de zijnen voor eeuwig kronen zal. Nog is die dag verborgen; wacht hem gelovig af, terwijl de grote morgen reeds schemert boven 't graf! Zingen: Ere zij God Gezamenlijke maaltijd Bij de uitgang zal een collecte worden gehouden Wij WENSEN U ALLEN EEN GEZEGEND KERSTFEEST! 2 11

3 Het eeuwige Godswoord, eeuwig licht des Vaders, zien wij gehuld in het mens lijk vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. O Kind, ons geboren sluim rend in de kribbe, neem onze liefd in genade aan! U die ons lief hebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. Gedicht: God met ons God, Die Zijn hart ons openvouwt, Zijn liefde aan ons toevertrouwt, Zijn Koninkrijk van vrede bouwt, ons in barmhartigheid aanschouwt Hij geeft Zijn Zoon in Bethlehem, verkondigt ons met grote klem door middel van de eng lenstem: de zaligheid ligt slechts in Hem! Heer Jezus, Die ons leven leeft, Die in Uw komst ons vrede geeft, maak dat ons hart U niet weerstreeft, maar tere liefde in ons beeft! 10 Joke van Sliedrecht Wie door de Heere gezegend is, zal een zegen voor anderen zijn. Schriftlezing: Lukas 2:17-20 Toen zij Het gezien hadden, maakten zij overal het woord bekend dat hun over dit Kind verteld was. En allen die het hoorden, verwonderden zich over wat door de herders tegen hen gezegd werd. Maar Maria bewaarde al deze woorden en overlegde die in haar hart. En de herders keerden terug en zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij gehoord en gezien hadden, zoals tot hen gesproken was.. Zingen: Psalm 118:7 De Heer is mij tot hulp en sterkte; Hij is mijn lied, mijn psalmgezang; Hij was het, die mijn heil bewerkte, Dies loof ik Hem mijn leven lang. Men hoort der vromen tent weergalmen Van hulp en heil ons aangebracht; Daar zingt men blij, met dankb're psalmen: Gods rechterhand doet grote kracht. Schriftlezing: Zefanja 3:16-17 Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: Wees niet bevreesd, Sion! Verlies de moed niet. De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich. Zingen: Gezang 8:1,2,3,4 en 5 Nu daagt het in het oosten, het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal. Zij, die gebonden zaten in schaduw van de dood, van God en mens verlaten begroeten 't morgenrood. Reeds daagt het in het oosten, het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, Die eeuwig heersen zal. Schriftlezing: Lukas 1:26-28 In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, waarvan de naam Nazareth was, naar een maagd die ondertrouwd was met een man, van wie de naam Jozef was, uit het huis van David; en de naam van de maagd was Maria. En toen de engel bij haar binnengekomen was, zei hij: Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u. U bent gezegend onder de vrouwen. 3 De duisternis gaat wijken van d eeuwenlange nacht. Een nieuwe dag gaat prijken met ongekende pracht. De zonne, voor wier stralen het nacht'lijk duister zwicht, en die zal zegepralen, is Christus, 't eeuwig licht!

4 Meditatie Een engel komt het leven van Maria binnen. Hij zegt: Wees gegroet, begenadigde. Ze krijgt de groeten van de Heere God. De Heere neemt de tijd om Zijn kind te groeten. Hier passen de regels uit Psalm 25: Milde handen, vriendelijke ogen zijn bij U van eeuwigheid. Lijkt dit op hoe wij elkaar groeten? Nemen wij de tijd om elkaar te groeten? Zien wij de ander staan? Is onze groet naar de ander toe warm of oppervlakkig? Zingen: Psalm 25:3 Denk aan 't vaderlijk meêdogen, Heer, waarop ik biddend pleit; Milde handen, vriend'lijk' ogen, Zijn bij U van eeuwigheid. De engel vertelt Maria dat haar nicht Elizabet in haar ouderdom een zoon zal krijgen. Het is een hele reis die het meisje Maria maakt, van Nazareth in het noorden, naar een stad van Juda in het zuiden. Dat is een enorme afstand, zeker voor een reis in die dagen. Het is een tocht van zo n 150 kilometer. Toch gaat Maria met haast. Met Elizabet kan ze praten over het bezoek van de engel. De engel heeft haar deze weg gewezen. Daar moet ze heen. Zingen: Gezang B vers 1 Mijn ziel verheft Gods eer; Mijn geest mag blij de Heer Mijn Zaligmaker noemen, Die, in haar lagen staat, Zijn dienstmaagd niet versmaadt, Maar van Zijn gunst doet roemen. Sla de zonden nimmer ga, Die mijn jonkheid heeft bedreven; Denk aan mij toch in genâ, Om Uw goedheid eer te geven. Schriftlezing: Lukas 1:40-42 En zij kwam in het huis van Zacharias en groette Elizabet. En toen Elizabet de groet van Maria hoorde, gebeurde het dat het kindje opsprong in haar schoot; en Elizabet werd vervuld met de Heilige Geest, en zij riep met luide stem en zei: Gezegend ben je onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot. Gedicht: Bij de kribbe Als ik probeer het wonder te bevatten, dat U, Heer Jezus, op de aarde kwam en als ik tracht de heerlijkheid te schatten, die U verliet toen U hier intrek nam Het liggen in de schoot daar van Uw Vader, die U verruilde voor een houten krib Hoe ik ook denk en dat geheim benader, steeds loop ik stuk op mijn beperkt begrip. Van mensen kant is het niet in te denken, wat U in Uw Verlossershart bewoog, Toen U, om ons Uw heerlijkheid te schenken, Zelf naar een duistere mensenwereld toog Daarom kniel ik maar bij Uw kribbe neer, en stamel: Dank U, lieve, lieve Heer! Joke van Sliedregt Door de werking van de Heilige Geest mogen we het Kind zien en ontmoeten. Dan zien we de kribbe op de voorgrond en het kruis op de achtergrond. Zingen: Gezang 21:1 Ik kniel aan Uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven! Ik kom tot U en breng U, Heer, wat Gij mij hebt gegeven. O neem mijn leven, geest en hart, en laat mijn ziel in vreugd en smart, bij U geborgen wezen Als je knielt voor dit Kind, zijn je zonden vergeven. Door het bloed van het Lam. Dan vier je straks een waarlijke kerst Zingen: Gezang 18: 1, 3 en 4 Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu den vorst der eng'len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden dien Koning. 4 9

5 Zingen: lied 194 vers 1, 2 en 3 (Joh de Heer) Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon, lang verwacht, Die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Bethlehems stal, Hij, der schepselen Heer, Hij, der schepselen Heer. Hulploos Kind, heilig Kind, Dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt G U rijkdom ontzegd, wordt G op stro en in doeken gelegd. Leer m U danken daarvoor. Leer m U danken daarvoor. Stille nacht, heilige nacht! Heil en vreed wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij d eer! Amen, Gode zij d eer! PAUZE Schriftlezing: Lukas 2:8-16 En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en 's nachts de wacht hielden over hun kudde. En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd. En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere. En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe. En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei: Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: Laten wij nu naar Bethlehem gaan en dat woord zien dat er geschied is, dat de Heere ons bekendgemaakt heeft. En zij gingen met haast en vonden Maria en Jozef, en het Kindje liggend in de kribbe. 8 Bij de begroeting tussen Maria en Elizabet gebeurt er iets. De werking van de Heilige Geest is merkbaar. Maria wordt door Elizabet een gezegende vrouw genoemd. Maria is gezegend door de vrucht van haar buik. Ook al kan Elizabet nog niet zien dat Maria zwanger is, met ogen van het geloof ziet ze dat in Maria het Woord bezig is vlees te worden. Het is een wonderlijke ontmoeting tussen twee begenadigde vrouwen. Beets schrijft hierover het volgende: Van alle ontmoetingen op aarde tussen mensen en mensen, tussen kinderen Gods en kinderen Gods, kunnen wij ons er geen voorstellen waarin het hart meer van Zijn liefde moet hebben gesmaakt, dan waar Elizabet en de jeugdige Maria elkaar hier begroeten en elkaar aan het hart drukken dat het dierbaarste geheim bewaart. Zingen: Gezang B : 2 en 3 Want ziet, om 's Heeren daân, Zal elk geslacht voortaan Alom mij zalig spreken; Wijl God, na ramp en leed, Mij grote dingen deed; Nu is Zijn macht gebleken. Vele nageslachten - eeuwen door - zingen dit lied met Maria mee. Melanchton schrijft: In dit lied draagt Maria de gestalte van de kerk in haar geheel. Zingen: Gezang B vers 7 Zijn goedheid klom ten top; Hij nam Zijn Isrel op, Naar 't heil, Zijn knecht beschoren; Gelijk Hij, ons ten troost, Aan Abram en zijn kroost, Voor eeuwig had gezworen. 5 Hoe heilig is Zijn naam! Laat volk bij volk te zaâm Barmhartigheid verwachten; Nu Hij de zaligheid, Voor die Hem vreest, bereidt, Door al de nageslachten.

6 God heeft Zijn woord waar gemaakt: Hij heeft Maria verkozen om de moeder van de Zaligmaker te zijn. Zaligmaker voor de nakomelingen van Abraham. En na Pinksteren voor de heidenen. Werkelijk heel de Bijbel hangt aan deze ene eed van God: dat Abrahams zaad tot zegen zal zijn voor ieder die in het duister dwaalt. De reddende hand is ook naar ons uitgestoken. Schriftlezing: Lukas 1:35 En de engel antwoordde en zei tegen haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal het Heilige Dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genoemd worden. De Geest Gods zweefde op de wateren en schiep uit niets de aarde en ook de mens. De Geest overschaduwde Maria en schiep de Mens. De Heere is haar Man. Zo maakt God een nieuw begin. Een nieuw begin met Maria, een nieuw begin met Israël, een nieuw begin met de kerk. Zing vrolijk, dochter van Sion, zegt Zefanja. Zingen: Lied 287 (Joh de Heer) Vreugde, vreugde, louter vreugde is bij U van eeuwigheid, Schepper, Die 't heelal verheugde, Bron van eeuw'ge vreugde zijt. Gij, Die woont in licht en luister, drijft de schaduwen uiteen. Hij, die zoekend doolt in 't duister, vindt het licht bij U alleen. Schriftlezing: Lukas 1: 34 en 38 Maria zei tegen de engel: Hoe zal dat mogelijk zijn, aangezien ik geen gemeenschap heb met een man? Maria zei: Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig Uw woord. En de engel ging van haar weg. Zingen: Psalm 145:1 O God, mijn God, Gij aller vorsten Heer, Ik zing, verheugd, Uw grote naam ter eer; Ik zal de roem van Uwe majesteit Verhogen tot in d' eind looz' eeuwigheid; 'k Zal dag aan dag U eer en dank bewijzen. De Heer is groot; al 't schepsel moet Hem prijzen; Zijn grootheid streeft het kloekst begrip te boven. Laat elk geslacht Zijn werk en almacht loven. De engel zegt tegen Maria: De Heere is met u. Immanuël. Dat betekent: God met ons. Dat is genade. Genade wordt niet door ons gezocht, maar door de Heere gegeven en door ons gevonden. Maria mag moeder van de Heere Jezus worden, omdat de Heere haar heeft uitgekozen. Om deze reden is ze gezegend onder de vrouwen. Dat wil zeggen, de Heere spreekt goed van haar. Gedicht: Kerstfeest O, wonder gebeuren God opent Zijn deuren en geeft uit Zijn armen aan d aarde Zijn Kind. Zijn liefde voor mensen; ze is zonder grenzen, met eind loos erbarmen heeft Hij ons bemind. Jo van Veen-Nusmeijer Schriftlezing: Lukas 2: 6-7 En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. Maria is wel in verwarring, toch blijft ze zwijgen. Ze neemt het Woord gehoorzaam aan. Hebben we deze bereidheid van Maria? Onze handen vouwen en Gods Woord binnen laten dringen in je hart? Je niet verzetten tegen de genade van God. Dan mag u zich verheugen! 6 7