Meterruimten en de bijbehorende bouwkundige voorzieningen voor leidingaanleg ten behoeve van centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur.

Transcriptie

1 BELEIDSCOMMISSIE Meterruimten NEN Bouw & Installatie Postbus GB Delft Vlinderweg AX Delft T 0031(0) bouw&installatie@nen.nl 1 Algemene gegevens Nederlands Normalisatie-instituut 1.1 Commissie Meterruimten 1.2 Werkgebied Meterruimten en de bijbehorende bouwkundige voorzieningen voor leidingaanleg ten behoeve van centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur. Opmerking: In 2010 is in de normcommissie nadrukkelijk ingegaan op de potentiele opstelplaats voor warmtepompen, warmteterugwininstallaties(wtw) en domotica in meterruimten of technische ruimten. Vooralsnog heeft de NC besloten om het huidige toepassingsgebied te handhaven. 1.3 Belang Deze normcommissie is verantwoordelijk voor de normalisatie van meterruimten (voorheen meterkasten) en aanverwante bouwonderdelen. In de norm zijn vastgelegd de minimale binnenafmetingen, de toegankelijkheid en de ventilatie voor meterruimten in zowel laagbouw als hoogbouw. Normen voor meterruimten zijn nodig om op eenduidige wijze vast te leggen wat de eisen met betrekking tot meterruimten zijn. Daardoor wordt voorkomen dat faalkosten worden gemaakt, huisaansluitingen onjuist worden aangelegd en onveilige situaties ontstaan. Doel van de normcommissie is haar norm(en) zo op te stellen dat de veiligheid, economie en belangen en deskundigheid van alle betrokken partijen daarin optimaal tot hun recht komen. De norm kan een basis vormen voor Bouwregelgeving (Bouwbesluit, algemene voorwaarden energiebedrijven, etc.). Het Bouwbesluit 2012 schrijft een technische ruimte voor i.p.v. een meterruimte. NEN 2768 wordt hiermee niet meer in zijn geheel aangewezen. Een technische ruimte is bedoeld voor het plaatsen van apparatuur die noodzakelijk is voor het functioneren van een gebouw. NEN 2768 wordt door het Bouwbesluit 2012 nog wel aangewezen voor de leidingdoorvoeren en mantelbuizen tbv de gasvoorziening. In de laatste herziening van NEN 1006 (eisen voor waterleidinginstallaties, wel geheel aangestuurd door Bouwbesluit 2012 en vanuit de Waterregelgeving) zijn aspecten opgenomen uit NEN 2768 mbt ongewenste opwarming van drinkwater.

2 2/5 2 Commissiestructuur en relaties 2.1 Nationale structuur Commissie Naam 349 Beleidscommissie Gas & Water Normcommissie Meterruimten De normcommissie stelt van tijd tot tijd tijdelijke Ad Hoc Groepen in, zoals voor de herstructurering van de norm, voor de begeleiding van het onderzoek warmtedissipatie etc. Deze worden weer opgeheven zodra de taak is uitgevoerd. 2.2 Internationale relaties Er is geen CEN- of ISO/TC die meterruimten behandelt. 3 Commissiesamenstelling en stakeholdercategorieen Ledenbestand per 1 oktober 2014 Naam persoon Werkgever Belang-hebbende Rol Categorie stakeholder H. Vlutters atp Eaton Industries voorzitter mw. W. van der Aa Eaton Industries Eaton Industries M. Arts Enexis B.V. Netbeheer Nederland 1b T. Bakker Veiligheidsregio Haaglanden Brandweer Nederland 8 A. Crielaard Hager Hager A. Dokter AVK Nederland AVK Nederland M. Dorland Vitens VEWIN 1b P.K. Groshart Uneto-VNI Uneto-VNI 1b J.P. de Jong De Jong s Timmerfabriek Bergambacht BV Jonka G.J. Maijer Stedin Netbeheer B.V. Netbeheer Nederland 1b A. Noordenbos Liander Netbeheer Nederland Lid 1b H.Q. Pietersen Eneco Warmte & Koude B.V. Energie-Nederland (vakgebied warmte) 1b T. Postmus Ziggo B.V. NLkabel 1b M. de Vrede KPN KPN operations vaste Net 1a M.A.A.M. Wennekes ABB B.V. ABB B.V.

3 3/5 E.E.A. Woestenberg HSF B.V. HSF B.V. A. de Jong NEN - secretaris Vacature Consumenten Gemeenten Woningbouwvereniging Laatste review belanghebbende partijen: 2014 Eerstvolgende review belanghebbende partijen: 2015 De normcommissie zou graag zien dat er vanuit de architecten een vertegenwoordiging komt. De BNA heeft echter aangegeven alleen op Ad-Hoc basis te willen participeren. Ook vanuit de consumenten, gemeenten en woningbouwverengingen is er geen vertegenwoordiging. Die partijen zijn benaderd en hebben niet positief gereageerd. Er lijkt wel belang te zijn voor projectontwikkelaars en constructeurs. Ontbrekende key stakeholderscategorieën: Stakeholdercategorie Reden van niet-deelname Verklaring van de stakeholderscategorieën: Stakeholders Omschrijving 1a Directe gebruikers Eindgebruiker van dienst, proces of product 1b Brancheorganisaties directe gebruikers Als groep, in de vorm van belangenorganisaties 2a Voorwaarde scheppende organisaties / opdrachtgevers 2b Brancheorganisaties van voorwaarde scheppende partijen Organisaties die de voorwaarden bepalen waaraan het product of dienst moet voldoen. Bijv. opdrachtgevers. Wetmatige voorwaarden worden door wetgevende instanties bepaald (zie onder 9). 3a Adviserende organisaties Organisaties die andere belanghebbenden inhoudelijk kunnen adviseren (bijv. ingenieursbureaus, adviesbureaus, consultancy) 3b Brancheorganisaties van adviserende partijen 4a Uitvoerende / toepassende / dienstverlenende organisaties 4b Brancheorganisaties van uitvoerende / dienstverlenende / toepassende partijen Productnormalisatie: organisaties die het product gebruiken / toepassen in hun dienstverlening naar de eindgebruiker toe (bijv. aannemer, installateur). Dienstennormalisatie: organisaties die een proces of dienst verlenen aan de eindgebruiker (bijv. schuldhulpverlener). 5a Producenten / leveranciers van hoofdproduct Bij productnormalisatie is dit de hoofdproducent / hoofdleverancier. Bij dienstennormalisatie wordt deze categorie niet gebruikt. De rol van producent / leverancier wordt vervuld door de uitvoerende, dienstverlenende organisatie. 5b Brancheorganisaties van producenten / leveranciers van hoofdproduct

4 4/5 Producenten / leveranciers van aanhangende producten en diensten 6b Brancheorganisaties van producenten / leveranciers van aanhangende producten en diensten Bij productnormalisatie betreft dit producenten / leveranciers van producten die als grondstof, halffabrikaat of rest-/afvalstof in de productketen voorkomen. Bij dienstennormalisatie betreft het de aanbieders van aanvullende diensten. 7 Onderzoek- en kennisinstellingen Instellingen die zonder direct commercieel belang kennisleverancier zijn of onderzoek verrichten. Bijv. onderwijsinstellingen, laboratoria, onderzoeksinstellingen. 8 Controlerende instanties Bijv. inspectiediensten, certificeringinstellingen 9 Wetgevende instanties Overheden 10 Bestaande/nieuwe initiatiefnemers Partijen die alternatieve initiatieven ondernemen vergelijkbaar met NEN. (normen, certificatieschema s, richtlijnen etc.) 11 Contextbepalers groter geheel Organisaties (bijv. stichtingen, platforms) die op generieke wijze betrokken zijn. 4 Publicaties NEN 2768:2005 nl Meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie 5 Werkprogramma, doelstellingen en geplande activiteiten 5.1 Nationaal werk In 2013 is een groot onderzoek uitgevoerd naar de toekomstverwachtingen m.b.t. meterruimten en de resultaten daarvan worden verwerkt in de herziening van de norm. Bij deze herziening worden ook resultaten meegenomen van een onderzoek naar de effecten van warmtedissipatie in de meterruimte dat in 2014 is uitgevoerd. Verder wordt in deze herziene NEN 2768 de inhoud geherstructureerd tot een meer modulair opgezet document, met aparte en volledige hoofdstukken voor verschillende hoofd-situaties. Deze herziening van NEN 2768 Meterruimten en bijbehorende voorzieningen in een woonfunctie waarin bovengenoemde zaken zullen worden verwerkt is gepland voor begin 2015 (normontwerp) met definitieve publicatie eind CEN/CENELEC werk Er zijn geen activiteiten op Europees gebied. 5.3 ISO/IEC werk Er zijn geen activiteiten op mondiaal gebied. 6 Lidmaatschappen van werkgroepen 6.1 Lidmaatschappen van Europese werkgroepen N.v.t.

5 5/5 6.2 Lidmaatschappen van mondiale werkgroepen N.v.t. 7 Evaluatie en voortgangsrapportage Deze normcommissie is verantwoordelijk voor de normalisatie van meterruimten (voorheen meterkast) en aanverwante bouwonderdelen. De norm kan een basis vormen voor Bouwregelgeving of kwaliteitsstandaarden (Bouwbesluit, algemene voorwaarden energiebedrijven, etc.). De NC krijgt regelmatig suggesties om de maten en indeling van de meterruimte, zoals beschreven in NEN 2768, aan te passen. Deze suggesties komen m.n. van leveranciers van apparatuur die in eerste instantie niet bedoeld is voor energiedistributie en van organisaties die verantwoordelijk zijn voor montagewerkzaamheden. Een aanpassing van de minimale binnenmaten (2.100 x 750 x 310) en de vastgestelde zones moet goed worden overwogen. Deze maten worden sinds jaar en dag door de bouwwereld als standaard gezien en zijn opgenomen in de aansluitvoorwaarden en bestekken. Ook fabricage van standaardmeterkasten is hierop gebaseerd. Het wijzigen van bestaande maten in NEN 2768 zal invloed hebben op de processen van belanghebbenden. Zeker het vergroten van de vloeroppervlakte zal door architecten en projectontwikkelaars niet worden toegejuicht. Aangezien de norm na publicatie in principe 5 jaar van toepassing is, moet de beslissing wel of niet aanpassen goed worden onderbouwd en overwogen. De NC heeft daarom in 2013 een toekomstbeeld voor de komende 10 jaar geschetst op basis van ontwikkelingen vanuit verschillende disciplines. Hierbij is de invloed van de verwachte toekomstige situatie op de warmteontwikkeling, afmetingen en de indeling van de beschikbare ruimte van belang. N.a.v. enkele incidenten in 2013 is er discussie gestart rondom de brandveiligheid van meterruimten. Hierbij zijn verschillende normcommissies betrokken. Het betreft hierbij vooral het voorkomen van snelle escalatie wanneer een brand ontstaat in de meterruimte. Daartoe is het voornemen om extra eisen te stellen aan de materialen of de constructie van gasleidingen voor en na de meter. Dit betreft dan niet NEN 2768, maar de normen voor de gasaansluitleiding en de binnenleiding. Ook is verzocht om vormen van compartimentering te onderzoeken, waarbij E en G enigszins van elkaar worden gescheiden. Dat zou, indien gewenst, mogelijk wel in NEN 2768 kunnen worden opgenomen. In de eerste helft van 2014 is een onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen warmtedissipatie door elektrische apparatuur en andere bronnen en de mate van ventilatie. Ook dit onderzoek zal leiden tot enkele aanpassingen in de normtekst. 8 Begroting en financiering De begroting en financieringsverdeling staan in een apart document.