Zeetoegang IJmond. Planstudie Nieuwe Zeesluis fase 1 Milieutoets. Deelrapport Natuur. Rijkswaterstaat Noord-Holland. april 2012 definitief

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zeetoegang IJmond. Planstudie Nieuwe Zeesluis fase 1 Milieutoets. Deelrapport Natuur. Rijkswaterstaat Noord-Holland. april 2012 definitief"

Transcriptie

1 Zeetoegang IJmond Planstudie Nieuwe Zeesluis fase 1 Milieutoets Deelrapport Natuur Rijkswaterstaat Noord-Holland april 2012 definitief

2

3 Zeetoegang IJmond Planstudie Nieuwe Zeesluis fase 1 Milieutoets Deelrapport Natuur dossier : BA registratienummer : WPMIL IBA-01 versie : 6.0 classificatie : Rijkswaterstaat Noord-Holland april 2012 definitief DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gercertificeerd volgens ISO 9001.

4

5 & Iv-Infra SAMENVATTING Convenantpartijen hebben het voornemen om de Noordersluis in IJmuiden te vervangen door een nieuwe, grotere zeesluis. Dit omdat de huidige sluis haar technische levensduur heeft bereikt en omdat de convenantpartijen willen anticiperen op de verwachte groei in omvang van nieuwe schepen. Daarnaast moet de nieuwe sluis verdere economische ontwikkeling in het havengebied achter de sluizen mogelijk maken. In dit rapport zijn de effecten van de verschillende alternatieven op de aanwezige natuurwaarden onderzocht. Hierbij is zowel gekeken naar de effecten in de directe omgeven van de sluizen en de vaarroutes van de schepen, als naar effecten op grotere afstand in de Natura 2000 gebieden en Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Alternatieven Voor dit onderzoek zijn twee alternatieven, het Projectalternatief en het 140 Mton-alternatief, vergeleken met het Nulalternatief. In het Nulalternatief, de autonome ontwikkeling, wordt wel een nieuwe sluis gebouwd, maar de toename van de scheepvaart is beperkt (groei van 77 miljoen ton in de huidige situatie naar 95 miljoen ton in het Nulalternatief in 2030). In het Projectalternatief zal er in miljoen ton goederen de sluizen kunnen passeren en in het 140 Mton-alternatief 140 miljoen ton. Deze alternatieven kennen daarnaast varianten in breedte van de nieuwe sluis. Huidige natuurwaarden en beschermde gebieden De huidige natuurwaarden rond het sluizencomplex zijn zeer beperkt. Door de nautische en waterkerende functies die het complex heeft is er weinig ruimte voor natuur. Alleen algemene soorten worden in het gebied verwacht. Langs de vaarwegen, in het Noordzeekanaal en buitengaats staat de natuur al decennia lang onder invloed van het scheepvaartverkeer en heeft zich daaraan aangepast. Dit betekent dat soorten er voorkomen ondanks het gebruik van de wateren door de scheepvaart. Rond het sluizencomplex en het Noordzeekanaal liggen verschillende Natura 2000 gebieden en gebieden aangewezen binnen de EHS. Langs de kust liggen Natura 2000 gebieden, Kennemerland-Zuid en Noordhollands Duinreservaat. Deze duingebieden worden gekenmerkt door de vaak schralere duinvegetaties, duinbossen en struwelen. Verder naar het oosten liggen 5 Natura 2000 gebieden van Laag Holland, dit zijn poldergebieden met veel graslanden, veenmosrietlanden en ruigtes en zomen. Voor de EHS zijn er naast de Natura 2000 gebieden nog enkele recreatiegebieden en poldergebieden aangewezen. Deze bestaan voornamelijk uit voedselrijke bossen of open gebieden. Beoordeling alternatieven Effecten op soorten De aanleg en het gebruik van een nieuwe sluis kunnen leiden tot effecten op soorten in de directe omgeving van de sluizen en de vaarwegen door verstoring door licht, geluid en beweging en door vernietiging van leefgebieden. Omdat er in de huidige situatie al sprake is van veel verstoring komen er geen soorten in het gebied voor die hier heel gevoelig voor zijn. Bovendien zijn op het sluizencomplex geen hele populaties van soorten aanwezig, maar individuen van populaties. De werkzaamheden zullen daarom geen significante effecten hebben op populatieniveau; alleen individuen kunnen verstoord worden of hun leefgebied kwijtraken. Bij de vergelijking van de alternatieven is er geen verschil tussen de alternatieven voor de Flora- en faunawet. Ten opzichte van het Nulalternatief zijn de effecten bij zowel het project- als het 140 Mtonalternatief hetzelfde. Voor de Flora- en faunawet moet echter met de huidige situatie vergeleken worden. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

6 Voor de soortgroepen vleermuizen, vaatplanten en de zandhagedis bestaat er een risico dat individuen mogelijk licht negatieve effecten ondervinden. Daarom is de beoordeling op het aspect Flora- en faunawet een licht negatief effect. De verschillende alternatieven zijn hierbij niet onderscheidend. Bij een verdere uitwerking van een alternatief zal nog wel onderzocht moeten worden of er geen vleermuizen in eventueel te slopen gebouwen en beschermde vaatplanten en zandhagedissen op de werkterreinen voorkomen. Effecten op beschermde gebieden De Natura 2000 gebieden en EHS zullen geen effecten van de aanleg of het gebruik van de sluizen/ haven door verstoring (licht, geluid, beweging) ondervinden. De afstand tussen de sluizen en het Noordzeekanaal is hiervoor te groot. De toename van het scheepvaartverkeer leidt in principe tot meer emissies. Daarom is onderzocht of de depositie op de omringende natuurgebieden (Natura 2000 en EHS) zal veranderen. In de EHS buiten de Natura 2000 gebieden, neemt de stikstofdepositie op het gebied Spaarnwoude toe met ca. 5 mol bij het 140 Mton-alternatief. Bij de andere alternatieven en op andere onderdelen van de EHS is de situatie in 2030 beter dan nu. Dat betekent dat alleen in de directe omgeving van het kanaal de luchtkwaliteit voor eikenbossen niet verbeterd. Natura 2000 gebieden: Binnen de duinen en het laagveengebied komen habitattypen voor die gevoelig zijn voor stikstofdepositie. Het resultaat van het onderzoek is dat het Nulalternatief in 2030 ten opzichte van de huidige situatie een afname van de stikstofdepositie laat zien. Dit geldt ook voor het merendeel van de gebieden in de andere twee alternatieven. Deze afname ontstaat doordat de schepen steeds schoner worden door het vigerende beleid en schonere technologieën. Dit is een positieve ontwikkeling voor stikstofgevoelige habitattypen. De successie zal langzamer gaan waardoor de kwaliteit van de habitattypen beter behouden blijft of in voorkomende gevallen kan verbeteren. In het Nulalternatief is de afname ten opzichte van de huidige situatie het grootste, van maximaal 20 mol N/ha/jr nabij de sluizen tot 2 tot 5 mol op 10 km afstand van de sluizen en het Noordzeekanaal. Het Projectalternatief geeft een gedifferentieerd beeld zowel in de tijd als in de ruimte. In 2020 ontstaat een toename van tussen 0 en 1 mol in de duingebieden en het noordelijk deel van polder Westzaan. Het zuidelijk deel van polder Westzaan ligt dicht bij het Noordzeekanaal, de toename is hier maximaal 4 mol N/ha/jr. Alleen in het Oostzanerveld, Twiske, Ilperveld en Varkensland is er in 2020 al een afname in depositie te verwachten als gevolg van vigerend beleid. Dat beleid zorgt er in 2030 voor dat er geen toename meer is van depositie in vergelijking met de huidige situatie. Dit betekent dat door de toename van de scheepvaart naar de Amsterdamse havens de autonome afname van stikstofdepositie vertraagd wordt. De verdere groei zoals in het 140 Mton-alternatief is opgenomen, geeft een iets negatiever beeld dan het Projectalternatief in Naast een beperktere afname van de depositie in de duinen en delen van Laag Holland, is er ook een toename van stikstofdepositie op het zuidelijk deel van polder Westzaan berekend. Hier zijn significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van veenmosrietlanden en vochtige heiden niet op voorhand uit te sluiten. Het project Zeetoegang IJmond is opgenomen in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). In de PAS is voor dit project ontwikkelruimte opgenomen, waardoor na vaststelling van de definitieve PAS de toetsing aan de Natuurbeschermingswet voor het aspect stikstof achterwege kan blijven. Het is dan niet langer noodzakelijk op projectniveau maatregelen te nemen voor het aspect stikstof. Naar verwachting wordt de PAS vóór 1 april 2012 vastgesteld1. 1 Kamerbrief over de voortgang van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), 15 december Om daadwerkelijk gebruik te kunnen maken van het PAS, dienen na vaststelling van het PAS de verschillende natuurgebieden aangemeld te zijn. Dit zal naar verwachting in de loop van 2012 plaatsvinden. februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

7 & Iv-Infra Ook de maatregelen die in de beheerplannen worden opgenomen zullen leiden tot een verbetering van de natuurkwaliteit, ook deze plannen zijn nog niet vastgesteld. Omdat voor de milieutoets het project- en 140 Mton-alternatief vergeleken worden met het Nulalternatief (allen in 2030) scoren beide alternatieven licht negatief respectievelijk negatief. Dit geldt zowel voor de vergelijking van invloed op Natura 2000 gebieden als op de EHS. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

8 INHOUD BLAD SAMENVATTING 1 1 INLEIDING 7 2 BELEIDSKADER, WET- EN REGELGEVING Natuurbeschermingswet Beschermde natuurmonumenten Ecologische Hoofdstructuur Nationaal Park Flora- en faunawet Programmatische aanpak stikstof 14 3 HUIDIGE SITUATIE EN AUTONOME ONTWIKKELING Beschrijving natuurwaarden rond sluizencomplex Natuurwaarden Natura 2000 gebieden Ecologische hoofdstructuur Beschrijving Natuurwaarden op enige afstand sluizen niet zijnde natuurgebieden Stikstofdepositie 34 4 ALTERNATIEVEN EN ZICHTJAREN 41 5 BEOORDELINGSKADER EN METHODE Beoordelingskader en scoringsmethode Studiegebied Methode effectbeoordeling per beoordelingscriterium Natura Ecologische hoofdstructuur Flora- en faunawet Overige effecten 48 6 EFFECTBESCHRIJVING EN BEOORDELING Effectbeschrijving Effecten van de aanleg Effecten van het gebruik: verstoring en zoutindringing Effecten van het gebruik: verandering stikstofdepositie Effectbeoordeling algemeen Effectbeoordeling Natura Kennemerland-Zuid Noordhollands Duinreservaat Polder Westzaan Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Polder Zeevang Eilandspolder Cumulatie Mitigerende maatregelen Conclusie effectbeoordeling Natura Effectbeoordeling Ecologische Hoofdstructuur 79 februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

9 & Iv-Infra 6.5 Effectbeoordeling Flora en faunawet 81 7 MOGELIJKE MAATREGELEN 83 8 CONCLUSIE EN LEEMTEN IN KENNIS Conclusies Leemten in kennis 85 LITERATUURLIJST 87 COLOFON 89 BIJLAGEN 1 Instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000 gebieden en Kritische depositiewaarden 2 Standplaatsfactoren beschermde planten waargenomen op of rond sluizencomplex 3 Voedselrijkdom van de voornaamste natuurdoeltypen van de EHS 4 Uitgangspunten en onderzoeksaanpak stikstofdepositie Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

10

11 & Iv-Infra 1 INLEIDING Het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, Haven Amsterdam, de provincie Noord- Holland en de gemeente Velsen hebben het voornemen om de Noordersluis in IJmuiden te vervangen door een nieuwe, grotere zeesluis. De sluis vormt de toegang tot de havens aan het Noordzeekanaal. De sluis dient vervangen te worden omdat de huidige sluis haar technische levensduur heeft bereikt en Rijkswaterstaat wil anticiperen op de verwachte groei in omvang van nieuwe schepen. Daarnaast moet de nieuwe sluis verdere economische ontwikkeling in het havengebied mogelijk maken. Figuur 1.1 Zeesluizencomplex en omgeving Het sluizencomplex van IJmuiden bestaat uit de Zuidersluis uit 1876, de Middensluis uit 1896, de Noordersluis uit 1929, het gemaal en de Spuisluizen. Het gehele complex heeft een waterkerende functie. Bij de Zuidersluis ligt tevens een kleine sluis voor de recreatievaart. In Figuur 1.1 is het sluizencomplex weergegeven en is te zien hoe het sluizencomplex in zijn omgeving ligt (bebouwing van IJmuiden ten zuiden, industriegebied ten noorden en duingebied ten westen). De nieuwe sluis komt ten zuiden van de huidige Noordersluis te liggen. Het studiegebied voor het onderwerp natuur strekt zich uit vanaf de Noordzee tot de regio Amsterdam. In dit deelrapport worden de effecten op natuur van de aanleg en het gebruik van de Nieuwe Zeesluis beschreven. Dit deelrapport Natuur is onderdeel van het rapport Milieutoets. Het rapport Milieutoets zal enerzijds inzicht bieden in de milieueffecten van het aanleggen van de sluis en anderzijds in de effecten van het transport door het Noordzeekanaal en van de economische ontwikkelingen langs het kanaal die door een nieuwe sluis mogelijk worden gemaakt. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

12 Het rapport dient om te komen tot een voorkeursbeslissing voor de nieuwe sluis. In een volgende fase wordt de voorkeursbeslissing verder uitgewerkt tot een definitief ontwerp. De ecologische gevolgen van een eventuele verandering van de waterkwaliteit van het Noordzeekanaal én veranderingen in mogelijkheden voor vismigratie staan beschreven in het deelrapport Water. Dit voornemen kan vooral effecten hebben op de natuur in de directe omgeving als gevolg van de aanleg van de nieuwe sluis en op natuurgebieden in de omgeving van het Noordzeekanaal als gevolg van het gebruik van de nieuwe zeesluis door grotere schepen. Ook extra vervoersbewegingen in het achterland kunnen effecten opleveren (zie hiervoor het rapport Milieutoets). De effecten worden getoetst aan de wettelijke kaders van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet en aan het beleidskader voor de EHS. De informatie heeft het karakter van een Voortoets 2 2 Dit rapport is dus geen passende beoordeling in de zin van de Natuurbeschermingswet. Wel blijkt uit het rapport of een Passende beoordeling voor de Natuurbeschermingwet nodig is. februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

13 & Iv-Infra 2 BELEIDSKADER, WET- EN REGELGEVING Het beleidskader voor het thema natuur bevat wetgeving en (planologische) beleidsstukken. De Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora en faunawet vormen met de Wet milieubeheer het wettelijk kader. De Nota Ruimte (VROM, 2006), de structuurvisie 2040 (Provincie Noord-Holland, 2011b), bestemmingsplannen, de spelregels EHS, provinciale natuurbeheerplan (Provincie Noord-Holland, 2011a) en de programmatische aanpak stikstof (Anoniem, 2010) zijn de relevante onderdelen van het beleidskader rond het onderwerp natuur. De belangrijkste kaders worden in deze paragraaf besproken (DHV & Iv-Infra, 2011). 2.1 Natuurbeschermingswet 1998 In oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 (Nbwet) in werking getreden. De wet regelt in Nederland de bescherming van de gebieden die vallen onder de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn: de Natura 2000-gebieden. Natura 2000 is een samenhangend Europees netwerk van natuurgebieden. De wet bepaalt dat projecten of plannen die de kwaliteit van habitats en leefgebieden van soorten verslechteren of die een significant verstorend effect kunnen hebben op soorten, niet mogen plaatsvinden zonder een vergunning. Zowel plannen als projecten dienen daartoe getoetst te worden aan de instandhoudingsdoelstellingen. Meer specifiek moet zeker gesteld worden dat de omvang en kwaliteit van habitats en leefgebieden van soorten niet achteruitgaan ten opzichte van het moment van plaatsing van een gebied op de communautaire lijst (veelal december 2004) of moment van aanwijzing. Het sluizencomplex ligt op korte afstand (ongeveer 1 tot 1,5 km) van twee Natura 2000-gebieden, te weten Noordhollands Duinreservaat in het noorden en Kennemerland Zuid aan de zuidzijde van de haven. Ook ligt in de omgeving van het Noordzeekanaal een aantal Natura 2000-gebieden in Laag Holland: Polder Westzaan, 'Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder', 'Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske', Eilandspolder en Polder Zeevang, zie ook Figuur 2.1. Effecten op deze gebieden zouden kunnen ontstaan door een veranderde stikstofdepositie 3. Het sluizencomplex, het Noordzeekanaal en de havengebieden liggen buiten de grenzen van de Natura 2000-gebieden. Effecten op de Natura 2000-gebieden kunnen daardoor alleen door externe werking ontstaan. Aangezien de Natura 2000-gebieden Noordhollands Duinreservaat en Kennemerland-Zuid dicht op het plangebied liggen is de kans op effecten in deze gebieden het grootst. Voor alle Natura 2000-gebieden worden beheerplannen opgesteld. Daarin worden de instandhoudingsdoelstellingen uit de aanwijzingsbesluiten uitgewerkt in omvang, tijd en ruimte. Alleen voor het Natura 2000 gebied Polder Zeevang is het aanwijsbesluit definitief, het beheerplan is echter nog niet definitief. Voor de overige gebieden zijn zowel de aanwijzingsbesluiten als de beheerplannen nog niet definitief vastgesteld 4. 3 De toename van het aantal schepen dat IJmuiden aandoet is relatief laag in vergelijking met het aantal schepen dat langs de kust vaart. Daarnaast is de huidige bijdrage van de scheepvaart voor de kust niet separaat te onderscheiden uit de achtergronddepositie. Dat betekent dat zowel in de praktijk als modelmatig de bijdrage van de toename niet te onderscheiden is op andere Natura 2000-gebieden langs de kust. 4 Stand van zaken februari 2012 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

14 Voor het Natura 2000-gebied Noordhollands Duinreservaat is het ministerie van EL&I momenteel aan het onderzoeken of de grenzen van het Natura 2000-gebied naar het zuiden verlegd moeten worden. Dit gebied zou opgenomen worden voor de aanwezigheid van helmduinen (H2120) en duindoornstruwelen (H2160). Hierover is op dit moment nog geen besluit genomen. Bij deze effectbeoordeling wordt daarom uitgegaan van de grenzen zoals die in het ontwerp aanwijzingsbesluit zijn opgenomen. Eilandspolder Polder Westzaan Ilperveld, Varkensland, Oostzanderveld & Twiske Figuur 2.1 Natura 2000-gebieden rond het plangebied (rood) (EL& I, 2011) In bijlage 1 zijn de doelen van de verschillende Natura 2000 gebieden opgenomen. 2.2 Beschermde natuurmonumenten Ten zuiden van het plangebied liggen verschillende Beschermde Natuurmonumenten. Tegen IJmuiden aan liggen: Duinen Velsen en Slingerduin'. Op ongeveer 6 km afstand liggen nog een verschillende Beschermde Natuurmonumenten: Zuid-Kennemerland-Zuid, Duinen bij Overveen, Duinen Zandvoort en Aerdenhout, Huis te Manpad en Duinen vogelenzang, zie ook Figuur 2.2. De aanwijzing van de beschermde natuurmonumenten vervalt op het moment dat het aanwijzingsbesluit van het Natura gebied Kennemerland Zuid definitief is. De beschermde natuurmonumenten vallen volledig binnen de begrenzing van het Natura 2000 gebied. De doelen van de Beschermde Natuurmonumenten worden aangehaakt bij het Natura 2000 aanwijzingsbesluit van het Kennemerland Zuid. Voor zover deze oude doelen niet samenvallen met de Natura 2000-doelen blijven zij afzonderlijk gelden. De oude doelen gaan behalve over de habitats en soorten die in N2000 genoemd zijn over landschappelijke schoonheid, rust en wetenschappelijke waarde plus typische soorten in samenhang met de geomorfologie. Voor een volledig overzicht van de doelen van de beschermde natuurmonumenten wordt verwezen naar de site van het Ministerie van EL&I. februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

15 & Iv-Infra Slingerduin Figuur 2.2 Beschermd natuurmonumenten rond plangebied (bruin) (EL& I, 2011) De wijziging van de Nbwet als gevolg van de Crisis en Herstelwet heeft ertoe geleid dat bij vergunningverlening de oude doelen van de beschermde natuurmonumenten die niet met de instandhoudingsdoelstellingen overlappen niet beoordeeld hoeven te worden op basis van het regime van art 19 van de Nbwet, maar wel op basis van het (lichtere) regime van art 16 Nbwet 5. Dit geeft het bevoegd gezag meer ruimte om aantastingen af te wegen ten opzichte van andere belangen. 2.3 Ecologische Hoofdstructuur Het hoofddoel van het ruimtelijke beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken. In het Natuurbeheerplan staat waar de EHS is gelokaliseerd. De EHS bestaat uit zogenoemde bestaande natuur en nieuwe natuur, zie ook Figuur 2.3. Onder bestaande natuur worden natuurgebieden verstaan die al lang benoemd zijn als natuurgebied, zoals duinen, heiden, bossen en landgoederen. In aanvulling hierop worden sinds 1990 nieuwe natuurgebieden aangewezen. Dit zijn doorgaans agrarische gebieden die zodanig moeten worden ingericht, dat er (meer) natuurwaarden kunnen ontstaan (Provincie Noord- Holland, 2011a) Met de ecologische verbindingszones neemt de versnippering van de natuur af en worden natuurgebieden met elkaar verbonden waardoor er meer migratiemogelijkheden voor plant- en diersoorten ontstaan. 5 Dit omdat het Beschermd Natuurmonument Duinen Velsen ligt binnen een N2000 gebied dat nog niet definitief is aangewezen. Ingeval sprake zou zijn van overlap met definitiefs aangewezen gebieden dient te worden getoetst op basis van artikel 15a Nbw. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

16 Figuur 2.3 Grenzen EHS uit het Natuurbeheerplan licht groen, bestaande natuur; donker groen: nieuwe natuur; oranje/blauw/rood: ecologische verbindingszone; paars: plangebied (Provincie Noord-Holland) Voor de ecologische hoofdstructuur geldt op basis van het Rijksbeleid (Nota Ruimte en ontwerpbesluit algemene regels ruimtelijke ordening) de verplichting tot instandhouding van de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied. Hiertoe geldt het zogenaamde nee, tenzij -regime. Dit betekent dat (nieuwe) plannen, projecten of handelingen niet zijn toegestaan indien zij de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten. Is er sprake van een significant effect op de wezenlijke kenmerken dan kan een ingreep in beginsel alleen nog plaatsvinden als er sprake is van een groot openbaar belang en er geen varianten beschikbaar zijn (bij individuele ingrepen) of als een combinatie van plannen, projecten of handelingen per saldo tot een (kwantitatieve en kwalitatieve) versterking van de EHS leidt (spelregels EHS). De Noordzee en de buitenhaven zijn wel onderdeel van de EHS, maar voor dit deel van de EHS geldt een andere status. Deze gebieden hoeven niet getoetst te worden aan het nee, tenzij regime. In het Natuurbeheerplan 2012 (Provincie Noord-Holland, 2011a) zijn de volgende wezenlijke kenmerken en waarden opgenomen: de bij het gebied behorende natuurdoelen en natuurkwaliteit; geomorfologische en aardkundige waarden en processen; de waterhuishouding; de kwaliteit van bodem, water en lucht; rust, stilte, donkerte en openheid; de landschapsstructuur; de belevingswaarde; de recreatieve mogelijkheden in het gebied. februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

17 & Iv-Infra Plannen zoals bestemmingsplanwijzigingen die leiden tot aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS-natuur kunnen door GS alleen worden goedgekeurd als naast het ontbreken van reële varianten en de aanwezigheid van redenen van groot openbaar belang aantoonbaar in hetzelfde bestemmingsplan voorzieningen worden getroffen waarmee de schade zoveel mogelijk wordt beperkt door mitigerende maatregelen. Compensatie van de resterende schade dient plaats te vinden in hetzelfde bestemmingsplan of in gekoppelde bestemmingsplannen. Per saldo zal op planniveau of op gebiedsniveau geen verlies mogen optreden van areaal, kwaliteit en samenhang (spelregels EHS, Provincie Noord-Holland, 2011b). Het sluizencomplex, het Noordzeekanaal en de industrieterreinen zijn geen onderdeel van de ecologische hoofdstructuur maar in de omgeving liggen wel delen van de EHS. In principe hoeven projecten die buiten de EHS vallen niet getoetst te worden aan effecten op de EHS. In deze planstudie wordt de EHS echter wel op kwalitatieve wijze meegenomen om te kijken of de varianten onderscheidende effecten hebben op de EHS. 2.4 Nationaal Park Het noordelijke deel van het Natura 2000 gebied Kennemerland-Zuid is ook grotendeels tot nationaal park Zuid-Kennemerland. De nationale parken richten zich onder meer op de bescherming en ontwikkeling van natuur en het landschap. De status 'Nationaal Park' is te beschouwen als een 'Michelin-ster' voor een mooi en goed bezoekbaar natuurgebied. Het beschermingsniveau van de parken wordt in Nederland bepaald door de geldende wet- en regelgeving voor het gebied, hier de Nbwet. Er zal daarom geen toetsing plaats vinden op de effecten op het Nationaal Park, dit valt onder de toetsing aan de effecten op de Nbwet. 2.5 Flora- en faunawet Sinds 1 april 2002 is de Flora- en Faunawet van kracht. De wet richt zich op de bescherming van in het wild levende planten en dieren. De Flora- en Faunawet beschermt naast de zeldzame en bedreigde ook de algemenere soorten die van nature in Nederland voorkomen. Voor deze soorten gelden de volgende verbodsbepalingen (artikel 8 t/m 12 van de Flora en Faunawet): Het is verboden planten te plukken, verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze van hun groeiplaats te verwijderen (artikel 8); Het is verboden (beschermde) dieren te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen (artikel 9); Het is verboden dieren opzettelijk te verontrusten (artikel 10); Het is verboden nesten, holen of andere voortplanting- of vaste rust- of verblijfplaats te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren (artikel 11); Het is verboden eieren te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen (artikel 12). Ruimtelijke ingrepen kunnen leiden tot overtreding van de verbodsbepalingen. De wet gaat hierbij uit van het nee, tenzij-beginsel. Dit houdt in dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten en dieren verboden zijn. Slechts onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hierbij moet gekeken worden of de werkzaamheden kunnen worden aangepast, zodat deze niet of minder schadelijk zijn. Bij overtreding van de verbodsbepalingen dient ontheffing aangevraagd te worden bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

18 In februari 2005 is via een AMvB het ontheffingenbeleid van de Flora- en faunawet aangepast. Het beschermingsregime varieert afhankelijk van de status van de soort. Er wordt gewerkt in drie FFwettabellen met soorten met daarnaast een aparte lijst voor vogels. De eerste FF-wettabel betreft algemene beschermde soorten. Als het gaat om ruimtelijke ontwikkelingen geldt voor deze soorten een vrijstelling voor artikel 8 t/m 12. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld behalve de algemene zorgplicht. Voor soorten van FF-wettabel 2, zeldzame soorten, geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling voor artikel 8 t/m 12 mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Deze gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf worden opgesteld en ingediend voor goedkeuring. Zolang de aanvrager niet aantoonbaar werkt met een gedragscode zal ook voor tabel 2 soorten een ontheffing aangevraagd moeten worden 6. Voor vogels geldt een aparte tabel..hiervoor wordt geen ontheffing verleend bij overtreding van artikel 8 tot en met 12. Overtreding dient dus voorkomen te worden. Voor aantasting van vaste verblijfplaatsen geldt een uitgebreide toetsing (zie hieronder). Voor soorten van FF-wettabel 3, is bij een ruimtelijke ontwikkeling een ontheffing nodig. Tot FF-wettabel 3 behoren alle soorten van de Europese Habitatrichtlijn aangevuld met soorten die in Nederland kwetsbaar en zeldzaam zijn. Rijkswaterstaat beschikt over een gedragscode voor bestendig beheer en onderhoud en kleine projecten (Rijkswaterstaat 2010). Dit project valt hier niet onder maar de gedragscode kan wel als leidraad dienen bij de werkzaamheden. Een ontheffingsaanvraag voor soorten van Ff-wettabellen 2 en 3 wordt getoetst aan drie criteria welke samen de uitgebreide toets vormen. Deze toets bestaat uit : 1) er is sprake van een bij de wet genoemd belang (onder meer uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling), 2) er is geen alternatief (met minder effecten), 3) de ingreep doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Deze drie criteria zijn gelijkwaardig wat betekent dat er aan alle drie de criteria voldaan moet worden. Ongeacht vrijstelling of ontheffing geldt voor alle soorten de zorgplicht zoals beschreven in artikel 2 van de Flora- en faunawet. Deze zorgplicht is van toepassing bij alle dier- en plantensoorten. Op grond hiervan dient iedereen zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. De Flora en faunawet is vooral in de aanlegfase van toepassing. Het gebruik van het sluizencomplex zal zodanig ingericht moeten worden dat er geen verbodsbepalingen structureel overtreden worden. Indien dat onverhoopt toch het geval is (nadat maatregelen ter voorkomen/beperken overtredingen zijn genomen), zal daarvoor ook een FF-wetontheffing aangevraagd moeten worden Rode lijstsoorten worden in dit project niet als specifiek onderwerp beschouwd. Er wordt gekeken naar soorten die zijn beschermd volgens de Flora en faunawet en op leefgebieden van soorten die via de Natuurbeschermingswet zijn beschermd. Daarnaast is in de effectbeschrijving meer naar het ecologische systeem gekeken dan naar afzonderlijke soorten omdat dit aansluit op het schaalniveau van de studie en het (beleidsmatig) belangrijk is dat systemen blijven functioneren 2.6 Programmatische aanpak stikstof Voor het behoud van de biodiversiteit in (bijvoorbeeld) de Natura 2000 gebieden is het belangrijk dat de kwaliteit van bodem en water op orde is. Stikstof is een voedingsstof voor planten maar een overmaat zorgt voor het verdwijnen van soorten. 6 RWS beschikt alleen over gedragscode ten behoeve van beheer, onderhoud en kleine projecten. Zeetoegang valt daar niet onder. februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

19 & Iv-Infra In Nederland is, door allerlei oorzaken, sprake van een hoge "achtergronddepositie" van stikstofverbindingen. De landbouw, het verkeer, de industrie en natuurlijke processen zorgen ervoor dat er veel stikstofverbindingen in de lucht voorkomen en bij zowel droog als nat (regen) weer neerslaan. Het beleid in Nederland is gericht op verlaging van de stikstofbelasting. Met inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet (CHW) voorziet de Natuurbeschermingswet 1998 in een specifieke paragraaf met `Nadere regels met betrekking tot stikstofdepositie. Voor de problematiek van stikstof in en rond Natura 2000-gebieden zal de Nederlandse regering ter uitvoering van deze paragraaf een Programmatische Aanpak Stikstof (hierna: PAS) opstellen. Met dit, wettelijk voorgeschreven PAS wordt een belangrijke stap gezet om de huidige hoge achtergronddeposities ten gevolge van een verscheidenheid aan bestaande bronnen te verminderen, zodanig dat de instandhoudingsdoelstellingen op termijn worden gerealiseerd. De CHW voorziet daarbij in de mogelijkheid om voor specifieke projecten in het PAS - voor zover nodig - ten aanzien van het aspect stikstof in zgn. ontwikkelruimte te voorzien. Na vaststelling van het definitieve PAS kan voor rijksprojecten waarvoor ontwikkelruimte is opgenomen de toetsing aan artikel 19j, Natuurbeschermingswet 1998 voor het aspect stikstof achterwege blijven. Het eventueel voor het aspect stikstof moeten nemen van maatregelen op projectniveau is dan niet langer noodzakelijk. In het voorlopig PAS (Anoniem, 2010, aangeboden aan de Tweede Kamer) is opgenomen dat voor alle projecten vanuit de sector verkeer en vervoer in principe ontwikkelruimte in het definitief PAS zal worden gerealiseerd. Dit is mogelijk omdat vanuit deze sectoren door bronbeleid de stikstofuitstoot ook bij een hoge economische groei sterk daalt. Ook het project Uitbreiding zeesluis IJmuiden is opgenomen in de PAS 7. Naar verwachting wordt de PAS vóór 1 april 2012 vastgesteld 8. Het is afhankelijk van zowel het moment van besluitvorming over de PAS als over dit project of gebruik gemaakt kan worden van de ontwikkelruimte die met de PAS wordt gecreëerd 9. 7 Gecontroleerd door A Don Provincie Noord-Holland 8 Kamerbrief over de voortgang van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), 15 december Essentieel is dat de ecologische herstelmaatregelen geborgd zijn zodat zekerheid bestaat over uitvoering van die maatregelen. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

20

21 & Iv-Infra 3 HUIDIGE SITUATIE EN AUTONOME ONTWIKKELING In dit hoofdstuk is een beschrijving gegeven van de huidige natuurwaarden en de autonome ontwikkeling. Hierbij is er onderscheid gemaakt tussen de directe omgeving van het plangebied (het sluizencomplex waar de fysieke ingreep plaats vindt), de Natura 2000 gebieden, de gebieden die onderdeel vormen van de Ecologische Hoofdstructuur en daarnaast is er een globale beschrijving opgenomen van de natuurwaarden in de gebieden die niet behoren tot het sluizencomplex en niet zijn aangewezen als natuurgebied (Natura 2000 en EHS) maar wel binnen de invloedsfeer van het project liggen. Behalve de beschrijving van de aanwezige natuurwaarden is er ook nog een beschrijving opgenomen van de huidige stikstofdepositie en de autonome ontwikkeling van de stikstofdepositie. 3.1 Beschrijving natuurwaarden rond sluizencomplex Het sluizencomplex ligt in ingeklemd tussen het industriële complex van Tata steel op de noordoever en de bebouwde kom van IJmuiden op de zuidoever, zie ook de luchtfoto van Figuur 3.1. Figuur 3.1 Luchtfoto van het sluizencomplex. Het sluizencomplex heeft een nautische functie, maar daarnaast biedt het een geschikt leefgebied voor verschillende algemene plant- en diersoorten. De aanwezige soorten zijn aangepast aan de sluizen en de daaraan gekoppelde bedrijvigheid. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

22 Het gebied is een infrastructureel werk waarbij de inrichting, beheer en onderhoud in hoofdzaak is gericht op de functie van de sluizen en de zeewering. Hierdoor is het aandeel van verharde oppervlaktes vrij groot. Gebieden die niet verhard zijn worden indien nodig gebruikt voor bijvoorbeeld de opslag van materialen. Hierdoor is de natuurwaarde zeer beperkt en is er veel verstoring. Plaatsen waar nu natuurwaarden aanwezig zijn kunnen volgende maand weer ongeschikt zijn indien de locatie ergens anders voor nodig is. Per soortgroep is een beschrijving gegeven van de aanwezige planten en dieren. Er is recente geen inventarisatie van het gebied uitgevoerd. Op basis van de waarnemingen opgenomen in verschillende databases (zie Tekstbox 3-1) is een beschrijving gemaakt van soorten die in het gebied zijn aangetroffen. De waarnemingen zijn voor het grootste deel op km hok niveau weergegeven, slechts in enkele gevallen is een exacte locatie bekend. Hierdoor kan niet precies worden aangegeven welke soorten daadwerkelijk op het sluizencomplex aanwezig zijn en welke in de omgeving. Indien er een precieze locatie bekend is, is dit per soortgroep aangegeven. Anders is alleen vermeld dat de soort in de directe omgeving is waargenomen en of het te verwachten is dat de soort zich op/rond het sluizencomplex bevind (op basis van landschapsecologische kennis). Databases gebruikt voor waarnemingen van beschermde soorten: floron.nl ndff.nl ravon.nl sovon.nl telmee.nl vzz.nl waarneming.nl Deze gegevens zijn aangevuld met een onderzoek op het Middensluiseiland IJmuiden (Brandjes et al, 2004) en de telgegevens van de heer F. Cottaar die jaarlijks de broedvogels telt. Tekstbox 3-1 Zoogdieren Uit de telgegevens uit de databases van zoogdieren die aan land gebonden zijn, zijn alleen algemeen beschermde soorten van FF-wettabel 1 in en rond het gebied aangetroffen. Het gaat hierbij om soorten als mol, konijn, egel, wezel en vos. Het is onduidelijk welke van deze soorten op het sluizencomplex voorkomen. Het sluizencomplex is niet geschikt om een populatie van deze soorten te kunnen herbergen. Er is te weinig voedsel en schuilmogelijkheid. Daarnaast is mogelijkheid om andere leefgebieden te bereiken vanwege verkeer en beperkte dekkingsmogelijkheden zeer beperkt. In het water zijn geen zeezoogdieren waargenomen direct bij de sluizen, wel op zee. Van de vleermuizen zijn alleen de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger in de directe omgeving van de sluizen aangetroffen (FF-wettabel 3). Het zou kunnen dat er een foerageerroute van vleermuizen loopt langs het sluizencomplex. Het is onbekend of de gebouwen die gesloopt worden geschikt zijn als verblijfplaats voor vleermuizen. Tijdens het veldbezoek in 2004 (Brandjes et al, 2004) zijn alleen konijnen aangetroffen. De heer F. Cottaar gaf aan dat er de laatste jaren een vos op het sluizencomplex aanwezig is. Vogels Er zijn veel waarnemingen van vogels in het gebied. De vogels gebruiken het complex als broedgebied, foerageergebied of ruigebied. Hierbij gaat het verschillende groepen vogels zoals meeuwen, sterns, eenden steltlopers, zangvogels en roofvogels Het is niet duidelijk welke vogels precies gebruik maken van de sluizen maar naar verwachting zijn veel waarnemingen van het water of boven het water en komen slechts enkele algemenere vogels voor op het sluizencomplex. Voor dit rapport is het vooral van belang welke soorten hun broedgebied hebben en of de nesten verstoord of vernietigd worden. februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

23 & Iv-Infra Tijdens een veldbezoek tijdens het broedseizoen 2004 (Brandjes et al, 2004) zijn de volgende beschermde (potentiële) broedvogels waargenomen: wilde eend, bergeend, scholekster, meerkoet, grasmus en kneu (beide in duindoornstruweel). Het betreft uitsluitend landelijk (zeer) algemene soorten. De grote meeuwen kolonie die hier in deze periode zat is verplaatst naar het Forteiland. Volgens de heer F. Cottaar broeden er de laatste jaren slecht sporadisch meeuwen of sterns op de sluiseilanden. Dit komt vooral doordat het Middensluiseiland in 2007 vanwege nautische veiligheid is verkleind en de aanwezigheid van een vos op het sluiseiland. Vaatplanten De planten soorten die op het sluizencomplex aanwezig zijn, zijn meestal soorten die in het duingebied voorkomen (zandige bodems). Tijdens een veldbezoek uitgevoerd in 2004 (Brandjes et al, 2004) zijn op de onderzochte delen van het sluizencomplex geen beschermde soorten aangetroffen, noch werden deze verwacht gezien de aangetroffen terreinkenmerken. Beschermde soorten die op en rond het sluizencomplex zijn aangetroffen volgens de diverse databases (zie Tekstbox 3-1) zijn o.a. akkerklokje (FF-wettabel 1), gewone vogelmelk (FF-wettabel 1) tongvaren, wilde marjolein, klein glaskruid, muurbloem, blauwe zeedistel, gele helmbloem (alle FF-wettabel 2). Een aantal van deze soorten kenmerkend van (vochtige) muren (tongvaren, klein glaskruid, muurbloem en gele helmbloem). De bodem en groeiplaatsfactoren (bijlage 2) van de overige planten zouden in principe overeen kunnen komen met de omstandigheden rond de sluizen. Deze waarnemingen zijn ook alle van na 2004, het jaar van het veldbezoek. Dit kan betekenen dat deze planten zich of later gevestigd zouden kunnen hebben of op een deel van het terrein voorkomen wat niet bezocht is tijdens het veldbezoek. Ook kan het zijn dat de genoemde planten niet op het sluizencomplex zijn aangetroffen maar in de omgeving. Zekerheid over de aanwezigheid van beschermde soorten kan echter pas verkregen worden door veldinventarisaties. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de bodem en groeiplaatsen van de beschermde planten die op of rond het sluizencomplex zijn waargenomen. Reptielen Alleen de zandhagedis (FF-wettabel 3 soort) is in de nabije omgeving van het plangebied waargenomen. Tijdens een veldbezoek in 2004 (Brandjes et al, 2004) is de soort niet aangetroffen. In het bijbehorende rapport is aangegeven dat het gebied weinig geschikt is voor de zandhagedis. Bovendien ligt het plangebied sterk geïsoleerd van bekende vindplaatsen. Ondanks deze factoren bestaat er een kleine kans dat de soort wel op het eiland aanwezig is. Amfibieën Binnen deze soortgroep zijn alleen de kleine watersalamander en bruine kikker (beide FF-wettabel 1 soorten) op of in de directe omgeving van het sluizencomplex aangetroffen. Gezien het ontbreken van een geschikt habitat op het sluizencomplex is het de verwachting dat deze soorten niet op een van de sluiseilanden aanwezig zijn maar op het vaste land. Vissen Het Noordzeekanaal en het water rond de sluizen is het leefgebied van veel verschillende vissoorten. Er komen zoetwatervissen, zeevissen en soorten die tijdens hun leven van zoet naar zout trekken en vice versa voor. Rijkswaterstaat heeft de afgelopen jaren diverse onderzoeken uit (laten) voeren naar het voorkomen van vis bij de spuisluizen en het pompgemaal. Uit dat onderzoek blijkt dat buitengaats rivierprikken in relatief grote aantallen voorkomen (in vergelijking met andere soorten). Steur is in dit onderzoek in 2010 niet aangetroffen (wat ook volgens verwachting is gezien het leefgebied van deze soort en de beperkte aantallen in Nederland) (Kruitwagen, 2010). Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

24 Overige soortgroepen (bijvoorbeeld overige zoetwatervissen en ongewervelde) Er zijn geen andere soorten in het plangebied waargenomen en worden ook niet verwacht op basis van de habitat en de verspreiding van deze soorten in de regio / Nederland aldus het rapport. Er is echter geen onderzoek gedaan naar het voorkomen van deze soorten (Brandjes et al, 2004). 3.2 Natuurwaarden Natura 2000 gebieden Zoals in hoofdstuk 2 vermeld is er een aantal Natura 2000 gebieden die in de directe omgeving van het sluizencomplex liggen. Het gaat hierbij om de Natura 2000 gebieden Noordhollands Duinreservaat, Kennemerland Zuid en de 5 Natura 2000 gebieden van Laag Holland, te weten: Polder Westzaan, Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder, Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske, Eilandspolder en Polder Zeevang. In bijlage 1 zijn de doelen van de verschillende Natura 2000 gebieden opgenomen. In deze paragraaf is een korte beschrijving van de aanwezige natuurwaarden opgenomen evenals de kaarten met de verspreiding van de meest gevoelige habitattypen. Omdat de kaarten nog niet officieel zijn vastgesteld 10 gaat het om conceptkaarten. Hier kunnen nog enkele veranderingen in optreden. De kaarten van de verschillende gebieden zijn samengesteld op basis van de meest recente karteringen. Gezien de afstand van de sluizen tot de Natura 2000 gebieden zullen er binnen de Natura 2000 gebieden alleen effecten optreden door een veranderde stikstofdepositie 11. Daarom is binnen een zone van 10 km van het Noordzeekanaal per habitattype aangegeven waar in de huidige situatie al een overschrijding aanwezig is van de Kritische depositiewaarden (KDW). 12 Noordhollands Duinreservaat Het Noordhollands Duinreservaat (NHD) is een karakteristiek kustduingebied met een totale oppervlakte van hectare en ligt op ca 2 km afstand van de zeesluizen. Het duingebied strekt zich uit van Wijk aan Zee in het zuiden tot Camperduin in het noorden. Het zuidelijke gedeelte van het NHD wordt beheerd door het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN). Het gebied kent een grote verscheidenheid aan kust- en duinlandschappen met bijbehorende habitattypen variërend van witte duinen en vochtige duinvalleien tot duinbossen (Ministerie van LNV, 2007a). In Figuur 3.2 zijn habitattypen die in het gebied voorkomen opgenomen waarvan nu de KDW wordt overschreden. Let wel, dit geldt niet voor elke locatie op de kaart. In de huidige situatie worden de kritische depositiewaarden van de habitattypen Grijze Duinen (subtype A, B en C), Duinbossen (subtype A) en Vochtige Duinvalleien (subtype A en B) in een deel van een Natura 2000 gebied overschreden, zie ook Figuur mondelinge mededeling D. Bal min EL&I, 22 september In het geluidrapport staan afstanden gegeven van de 55 db contour. Deze liggen in de huidige situatie niet buiten het kanaal. De contour wordt wel groter bij toename van het scheepvaartverkeer maar deze toenamen leidt niet tot een veel grotere contour die over N2000 gebieden valt. Daarnaast is de geluidkarakteristiek van schepen (lage tonen) minder verstorend voor bijv vogels omdat zij in een ander geluidspectrum met elkaar communiceren (meer hoge tonen). 12 In het rapport van Van Dobben & Van Hinsberg, Overzicht van kritische depositiewaarden voor stikstof, toegepast op habitattypen en Natura 2000-gebieden (Wageningen, Alterra-rapport 1654; 2008), wordt per Natura 2000-gebied kritische depositiewaarden gegeven. Kritische depositiewaarden worden gebruikt als hulpmiddel bij het bepalen van de vereiste ecologische condities met betrekking tot voedselrijkdom en zuurgraad. Het bereiken van de kritische depositiewaarde is geen doel op zich. Het doel is het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen. Daarbij spelen meer factoren een rol dan alleen stikstofdepositie (adviesgroep Huys juni 2009). De profielendocumenten geven meer informatie over de verschillende abiotische factoren (min EL&I). februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

25 & Iv-Infra De kwaliteit van de aanwezige habitattypen in het gebied is op dit moment niet gedetailleerd bekend. Voor het Natura 2000-beheerplan wat in het kader van de Nbwet opgesteld moet worden voor het gebied, zal ook de kwaliteit van de habitattypen in beeld gebracht worden. De landelijke staat van instandhouding is voor alle subtypen van het habitattype grijze duinen zeer ongunstig. Voor het habitattype witte duinen is de landelijke staat van instandhouding matig ongunstig. De verwachting is dat de staat van instandhouding in het Natura 2000-gebied Noordhollands Duinreservaat overeenkomt met de landelijke staat van instandhouding. Kennemerland-Zuid Dit is net als het NHD een kustduingebied. Het heeft een oppervlakte van 8164 ha en ligt op iets meer dan 1,5 km van het sluizencomplex. Het is een zeer reliëf- en soortenrijk duingebied met zowel kalkrijke jonge duinen en ontkalkte oude duinen. Typische begroeiingen zijn duinroosvegetaties in het open duin, duingraslanden, vochtige en droge duinvalleien, plasjes, goed ontwikkelde struwelen en diverse vormen van duinbossen. Het Kennemerstrand is de enige locatie langs de Hollandse vastelandsduinen waar een jonge strandvlakte met embryonale duinen en een uitgestrekte oppervlakte met kalkrijke duinvalleien aanwezig is. Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

26 Figuur 3.2 Habitattypen Natura 2000 gebied Noordhollands Duinreservaat. februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

27 & Iv-Infra Figuur 3.3 Locaties waar de KDW van de habitattypen in Natura 2000 gebied Noordhollands Duinreservaat overschreden worden binnen een straal van 10 km van de Zeesluis Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

28 Figuur 3.4 Habitattypen Natura 2000 gebied Kennemerland-Zuid februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

29 & Iv-Infra Figuur 3.5 Locaties waar de KDW van de habitattypen in Natura 2000 gebied Kennemerland-Zuid overschreden worden binnen een straal van 10 km van de Zeesluis Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond februari 2012, versie 6.0 WPMIL IBA

30 Het voor stikstof gevoeligste habitattype, grijze duinen heischaal (H2130C) komt alleen ten zuiden van Zandvoort, voor. Hetzelfde geldt voor het habitattype Duinheide met struikhei (H2150). Het habitattype Grijze duinen kalkarm (H2130B), het op een na gevoeligste habitattype voor stikstofdepositie komt wel over het hele gebied voor. Ook de vochtige duinvalleien Open water (H2190A) komt in het hele Natura 2000 gebied voor. Ook voor dit Natura 2000 gebied geldt dat omdat er nog geen (concept)beheerplan is, er geen beeld is van de kwaliteit van de aanwezige habitattype. In Figuur 3.4 is de habitattypekaart opgenomen van het gebied. Op deze kaart zijn alleen de stikstofgevoelige habitattypen opgenomen. Hierbij zijn alleen die habitattypen waar in de huidige situatie al sprake is van een overschrijding van de KDW en habitattypen die aangemerkt als gevoelig voor stikstof opgenomen. In de huidige situatie worden binnen een straal van 10 km van het sluizencomplex de KDW van de volgende habitattype overschreden: Grijze Duinen (subtype A en B), Duinbossen (subtypen A, B en C) en Vochtige Duinvalleien (subtype A), zie ook Figuur 3.5. Laag Holland Voor de gebieden van Laag Holland is per gebied beschreven wat de aanwezige natuurwaarden is. Voor de gebieden is er een kaart gemaakt met de aanwezige Habitattypen waarvoor stikstof een probleem vormt volgens het concept beheerplan, zie Figuur 3.6. Op de kaart Figuur 3.7 is te zien waar de KDW worden overschreden. Het enige habitattype waarde KDW wordt overschreden is het Veenmosrietland. Polder Westzaan In Polder Westzaan komen verschillende stadia voor van brakke verlanding zoals de jonge stadia met ruwe bies. Het is een van de belangrijkste veenweidegebieden voor brakke ruigten met echt lepelblad en echte heemst en brakke graslanden. Naast jonge verlandingsstadia zijn ook bloemrijke veenmosrietlanden, veenmosrijke trilvenen en moerasheiden goed ontwikkeld. Door de ligging zijn er kansen het brakke karakter te behouden en te versterken. Het gebied is een kerngebied voor de noordse woelmuis. (EL& I, 2011). Het voor stikstof gevoeligste habitattype, Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden, H7140B) komt verspreid over het hele gebied voor terwijl het enige andere habitattype wat gevoelig is voor stikstofdepositie, Vochtige heide (H4010B) alleen in het noordelijk deel voorkomt. Uit het beheerplan blijkt dat in de huidige situatie de kwaliteit van deze habitattypen achteruit gaat. Door een beter en intensiever natuurbeheer is het echter mogelijk om deze achteruitgang te stoppen en komt het halen van de instandhoudingsdoelstelling de komende 20 jaar niet in gevaar. Dit betekent dat de kritische depositiewaarde niet bereikt hoeft te worden om de doelen te halen. Uit het Natura 2000 concept beheerplan blijkt dat een groot deel van het Veenmosrietland in goede kwaliteit verkeerd en de rest is van matige kwaliteit. De landelijke trend is negatief voor dit habitattype, in het gebied zelf is de trend positief voor nieuwvorming en negatief voor bestaande Veenmosrietlanden met in totaal een verslechterde kwaliteit. Het Veenmosrietland is een tijdelijk stadium en zal naar verloop van tijd over gaan in andere habitattypen. Het is dus belangrijk dat er nieuwvorming optreed door verlanding en dat het aanwezige habitat behouden blijft. Een van de knelpunten in het gebied voor veenmosrietland is de versnelde successie in het gebied door de te hoge stikstofdepositie. Hierdoor neemt het oppervlak en de kwaliteit af. Het andere stikstofgevoelige habitattype is Vochtige heide, waarvan slechts 4 kleine gebieden in het Natura 2000 gebied aanwezig zijn. Het habitattype is van goede kwaliteit en ondanks de landelijk negatieve trend is de trend in het gebied stabiel. Net als de veenmosrietlanden zorgt de verhoogde stikstofdepositie binnen dit habitattype voor een versnelde successie. februari 2012, versie 6.0 Rijkswaterstaat Noord-Holland/Zeetoegang IJmond WPMIL IBA-10

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter Datum: 15-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda Natuurtoets Permanente openstelling A12 Woerden Gouda 1. Wet- en regelgeving Flora- en faunawet (Ffw) De Ffw is gericht op de bescherming van inheemse dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied.

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november , revisie --

Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november , revisie -- Natuurtoets 't Zand Toetsing aan de wet- en regelgeving voor natuur Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 17 november 2009 Inhoudsopgave 1 1.1 Inleiding... 4 Aanleiding en doel... 4 1.2 Leeswijzer...

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek

Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek Planteam Groen, Recreatie en Water Mei 2007 Inhoud 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 4 3. Wettelijk kader... 5 4. Beschrijving van het gebied en inventarisatie....

Nadere informatie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Samenvatting quickscan natuurtoets Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,

Nadere informatie

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo Opdrachtgever Contactpersoon Grondvitaal Voorthuizerstraat 256 3881 SN PUTTEN Cobie Mertens Uitvoering Groenewold Adviesbureau voor Milieu

Nadere informatie

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit

Nadere informatie

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode Onderwerp Opdrachtgever Emmaschool Heerde Witpaard Project Status Datum Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan) de Gelder, A.

Nadere informatie

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet BEM1605644 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 28-11-2016 ZK16004958 Beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora-

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Zeetoegang IJmond. Deelrapport Natuur. Rijkswaterstaat West-Nederland Noord. Januari 2014 Definitief

Zeetoegang IJmond. Deelrapport Natuur. Rijkswaterstaat West-Nederland Noord. Januari 2014 Definitief Zeetoegang IJmond Deelrapport Natuur Rijkswaterstaat West-Nederland Noord Januari 2014 Definitief Zeetoegang IJmond Deelrapport Natuur dossier : BB3986 registratienummer : LW-AF20140037 versie : 2.0 classificatie

Nadere informatie

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst Aan Bouwbedrijf Bovenhuis B.V. t.a.v. de heer J. H. Tromp Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 14-416 concept 11 februari 2016 Betreft Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Opdrachtgever : DG Groep Rapporteur : R. van der Kuil Status : concept Datum : 27 augustus 2011 Stichting CREX Boekenburglaan 54 2215 AE Voorhout 06-48410531

Nadere informatie

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017 Directie Natuur en Biodiversiteit 1 Directoraat-Generaal Agro en Natuur Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 Het delen, durven, doen festival Directie Natuur en

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en

Nadere informatie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna Bureauonderzoek Flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Haaren SAB FRAN/VERK/100799.03 datum: 27 februari 2017 betreft: Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming. INLEIDING In Esch

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014 Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014 Sector Fysieke Realisatie & Beheer (FRB) Afdeling Ruimtelijk Ontwikkeling en Ontwerp Team Duurzaamheid Ecologie 26 februari 2014 Door:

Nadere informatie

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten.

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten. E c o l o g i e Voor onderhavig bestemmingsplan is het noodzakelijk te beoordelen of er sprake is van eventuele effecten op de Ecologische Hoofdstructuur en/of gebieden die zijn beschermd in het kader

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010.

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010. Aan Dura Vermeer Van N. Scheerder Telefoon 0613221762 Projectnummer RM002426 Onderwerp Update ecologisch onderzoek Stationsplein Utrecht ten behoeve van het Noordgebouw Datum 18-12-2014 1. Aanleiding en

Nadere informatie

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden 19 augustus 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 19 augustus 2013 ZOON

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-238 definitief 10 juli 2015 Betreft Quickscan samenvatting Stephensonstraat

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2). Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 500/332923/ET 10 oktober 2013 PN332923 Betreft Natuuronderzoek Straatweg 77 Rotterdam 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In verband met geplande sloop van de bebouwing

Nadere informatie

Bijlage 1 Natuurtoets

Bijlage 1 Natuurtoets Bijlage 1 Natuurtoets B1.1. Aanleiding en doel Aanleiding Door de aanleg van de N57 ten oosten van Middelburg dient ook de aansluiting in de stad aangepast te worden. Dit betreft een herinrichting van

Nadere informatie

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben

18 februari Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben 18 februari 2014 Natuurwetgeving in het Westland Paul Moerman & Wouter Wubben 2 Voorstellen Paul Moerman Adviseur Ecologie, Projectmedewerker Groen Team Projecten Afdeling IBOR (Inrichting & Beheer Openbare

Nadere informatie

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check Saksen Weimar fase 5 en verder Arnhem, 11 december 2014 P a g i n a 2 Colofon Titel : Saksen Weimar fase 5 Subtitel : Projectnummer : 14.125 Datum : 11 december 2014 Veldonderzoek : T. Kooij Auteur(s)

Nadere informatie

Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg

Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag Mw. N. Hemmers Dhr. P.J.H. van der Linden Gemeente Haarlemmerliede

Nadere informatie

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden Quickscan Flora- en Faunawet t.b.v. sloop Opstallen Oude Maasstraat 18 gemeente Uden Zaaknummer:Ecologisch 253720 Adviesbureau Ettema december 2015 Behoort bij besluit van het College van burgemeester

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: ( Naast) Elststraat 2, te Rosmalen Gemeente s-hertogenbosch Opdrachtgever: De heer P. van Hooft Projectnummer: PS.2016.618 Datum: 9 augustus 2016 Pasmaat

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

A&W-notitie 1660tal/ms

A&W-notitie 1660tal/ms 2 A&W-notitie 1660tal/ms 2 A&W-notitie 1660tal/ms 3 4 A&W-notitie 1660tal/ms 4 A&W-notitie 1660tal/ms 5 6 A&W-notitie 1660tal/ms 6 A&W-notitie 1660tal/ms 7 8 A&W-notitie 1660tal/ms 8 A&W-notitie 1660tal/ms

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken Dhr. J.P.L.M.G. Gelauff Van Zuylenlaan 9 3871 BG Hoevelaken Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-314 definitief 31 augustus 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 03-12-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever:

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Grasveld Venneperweg 827 Nieuw-Vennep

Quickscan flora en fauna Grasveld Venneperweg 827 Nieuw-Vennep Quickscan flora en fauna Grasveld Venneperweg 827 Nieuw-Vennep Een verkenning naar de ecologische waarden Cluster Ruimtelijke Ontwikkeling Team BVRM Datum 15 februari 2017 HOOFDSTUK 1: Inleiding Per 1

Nadere informatie

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status: Terneuzen Quickscan Flora en fauna Wulpenbek 16 te Hoek identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 16-09-2016 concept projectnummer: auteur I. Dekker MSc. Inhoud van

Nadere informatie

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS BV Natuuronderzoek gastransportleiding Hommelhof Zuid-Limburg BIJLAGE 1 TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET De Flora- en faunawet regelt de bescherming van dier- en plantensoorten

Nadere informatie

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) 5 november 2011 Wat doen DR en DLG Dienst Regelingen is namens

Nadere informatie

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis. Notitie Aanvullend onderzoek Waterspitsmuis Assenrade Hattem Auteurs: ing. M. van der Sluis (Eindredactie drs. I. Veeman) Project: 06093A Datum: 20 december 2007 Status: definitief ecogroen advies bv Postbus

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren

Nadere informatie

Gemeente Purmerend. 16 december Dit is een automatisch gegenereerd document.

Gemeente Purmerend. 16 december Dit is een automatisch gegenereerd document. Gemeente Purmerend 16 december 2015 Dit is een automatisch gegenereerd document. 1. Inleiding In Nederland zijn flora en fauna beschermd door de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998. Initiatiefnemers

Nadere informatie

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS Programmatische Aanpak Stikstof: PAS Toelichting voorlopig programma Presentatie technische briefing Vaste commissie voor LNV van de Tweede Kamer 30 september 2010 Waarom een Programmatische Aanpak Stikstof

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland Boluwa Eco Systems BV T.a.v. dhr. G. van Dijk Postbus 11 8180 AA Heerde Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-135 concept 29 april 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k

E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k E c o l o g i e D i c h t e r s k w a r t i e r H a r d e r w i j k Opdrachtgever: Raadthuisstaete Groep B.V. projectnummer: 116.51.50.00.00.0 0 Van: mevrouw A. Schwab Onderwerp: Dichterskwartier Harderwijk

Nadere informatie

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 Contactpersonen IRIS BAIJENS Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland 2 INHOUDSOPGAVE ONDERBOUWING

Nadere informatie

Dienst Regelingen Team Natuur. Conny Krutzen Martijn van Opijnen

Dienst Regelingen Team Natuur. Conny Krutzen Martijn van Opijnen Dienst Regelingen Team Natuur Conny Krutzen Martijn van Opijnen Vleermuizen in de stad 4 september 2012 In deze presentatie 1. Over Dienst Regelingen 2. Flora- en faunawet, Wabo 3. Vleermuizen en de wet

Nadere informatie

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode Onderwerp Opdrachtgever Duivendansweg 10 Wezep Ter Velde & den Besten Project Status Datum Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan)

Nadere informatie

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Datum : 27 maart 2014 Projectnummer : 13-0255 Opdrachtgever : Bureau Verkuylen Inleiding Aanleiding In verband met de voorgenomen

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 27-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.03

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 28-11-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen

Nadere informatie

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE notitie postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp ecologie - Trompenburg projectcode LIS16-2 referentie LIS16-2/akkr/029 opgemaakt door drs. A. den Held datum

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-08-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.08

Nadere informatie

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-237 definitief 30 juni 2015 Betreft Quickscan samenvatting gemeentewerf

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH September 2015 Quick scan Flora- en faunawet Kaatsweg 3 Roderesch Pagina 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Het

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 05-05-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs. InterConcept Advies & Uitvoering T.a.v. dhr. M. Proper Leeuwenhoekweg 58 2661 DD Bergschenhoek Contactpersoon Kenmerk Status Datum Ing. M.G. Hoksberg 15-088 definitief 27 augustus 2015 Betreft Quickscan

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 22-11-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-04-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.04

Nadere informatie

Wet Natuurbescherming veranderingen bij gemeenten

Wet Natuurbescherming veranderingen bij gemeenten Wet Natuurbescherming veranderingen bij gemeenten Lezing Aardhuissymposium (KNBV en Kroondomein het Loo) 3 maart 2016, Mirjam Broekmeyer, Alterra WUR Wet natuurbescherming Wat verandert er voor gemeenten?

Nadere informatie

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER Rijkswaterstaat Noord-Holland juli 2012 Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER dossier : BA1469-101-100 registratienummer : LW-AF20121545

Nadere informatie

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2012 Notitie Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 29 februari 2012 Inhoud Blz 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen

Nadere informatie