[Uitzending 1228: Openbaring 1:1]

Transcriptie

1 [Uitzending 1228: Openbaring 1:1] De openingsverzen van het laatste Bijbelboek (vs.1-3) beschrijven de inhoud van het Bijbelboek (vs.1), de betrouwbaarheid (vs.2) en een zegenbede voor wie de boodschap van het Bijbelboek leest of voorleest en ter harte neemt (vs.3). Het begin en het eind van het Bijbelboek sluiten bij elkaar aan. Wat door de Here Jezus Christus in Openbaring 22 wordt gezegd vat Johannes samen in de beginverzen van het Bijbelboek Openbaring. In Openbaring 22:6 t/m 20 lezen we: Daarna zei de engel tegen mij: Deze woorden zijn waar en betrouwbaar. De HERE God, die de profeten ingeeft wat zij moeten zeggen, heeft Zijn engel gestuurd om Zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort moet gebeuren. Jezus zegt: Ja, Ik kom gauw. Gelukkig is de mens die zich houdt aan de profetische woorden van dit boek. Ik, Johannes, zag en hoorde al deze dingen en viel op mijn knieën voor de engel die ze me had laten zien en wilde hem aanbidden. Maar hij zei: Doe dat niet! Ik ben slechts een dienaar van de HERE, net als u en uw broeders en zusters, de profeten en net als ieder die zich houdt aan wat in dit boek staat. Aanbid alleen God! Daarna zei hij: Verzegel dit boek met profetische woorden niet, want de tijd waarin zij uitkomen, is niet ver meer. Wie verkeerd doet, zal nog meer verkeerd doen. Wie vuil is, zal nog vuiler worden. Maar wie goeddoet, moet nog meer goeddoen en wie aan God toebehoort, moet zich nog meer aan Hem toewijden. Ja, zegt Jezus, Ik kom gauw met Mijn beloning. Ik geef ieder het loon voor zijn daden. Ik ben de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde. Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij mogen van de levensboom eten en door de poorten van de stad binnengaan. Buiten de stad zijn de honden, de tovenaars, de overspeligen, de moordenaars, de afgodendienaars en allen die met plezier liegen en bedriegen. Ik, Jezus, heb Mijn engel gestuurd opdat u dit allemaal aan de gemeenten zult vertellen. Ik ben de nakomeling uit het geslacht van David. Ik ben de schitterende Morgenster. De Geest en de bruid zeggen: Kom. TTB NL TWR CW 1

2 En wie dat hoort, moet ook zeggen: Kom. Wie dorst heeft: kom maar. En wie graag wil drinken: neem maar van het water dat leven geeft, gratis. Ik waarschuw ieder die de profetische woorden van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de rampen laten overkomen die in dit boek staan. Als iemand iets van de profetische woorden van dit boek afneemt, zal God hem het recht afnemen om van de boom die leven geeft te eten en in de stad van God te komen, waarover in dit boek gesproken wordt. Hij die dit alles bekend heeft gemaakt, zegt: Ja, Ik kom al spoedig. Amen. Ja, Here Jezus, kom! De apostel Johannes vat deze woorden samen in de beginverzen van het Bijbelboek Openbaring. We lezen in Openbaring 1 vers 1: In dit boek onthult Jezus Christus de geheimen die God Hem heeft bekendgemaakt. Hij laat Zijn dienaren zien wat er binnenkort moet gebeuren. Daarom heeft Hij Zijn engel naar Zijn dienaar Johannes gestuurd om het hem allemaal te vertellen. Het Griekse woord voor onthulling van verborgen zaken is apokalupsis (Luc.12:2). Het gaat daarbij om openbaringen van zaken die voor mensen verborgen zijn. Die zaken zijn verborgen omdat het om toekomstige dingen gaat, of omdat het om hemelse zaken gaat. Het gaat dan om dingen die door hem of haar langs de normale manier van kennen en doorgronden niet ontdekt kunnen worden. Een voorbeeld van zo n situatie vinden we in het Bijbelboek Daniël. In Daniël 2 heeft koning Nebukadnessar een droom en de koning wil weten wat de droom te betekenen heeft (Dan.2:3). Daartoe laat hij al de geleerden, bezweerders, tovenaars en astrologen roepen. Zij moesten hem zijn droom verklaren, maar dat lukt hen niet. Als de geleerden aan de koning vragen: Majesteit, vertel ons uw droom, dan zullen wij u de betekenis ervan uitleggen (Dan.2:4), dan antwoordt Nebukadnessar in vers 5: Ik heb besloten dat u mij zowel de droom als zijn uitlegging moet vertellen! Als u dat niet kunt, zal ik u in stukken laten hakken en uw huizen met de grond gelijk laten maken. U begrijpt dat er grote paniek uitbreekt. De geleerden roepen vertwijfeld: Hoe kunnen wij vertellen wat de betekenis van uw droom is, als u ons niet eerst uw droom vertelt? Maar de koning is niet op andere gedachten te TTB NL TWR CW 2

3 brengen, hij buldert door de troonzaal: Ik heb u wel door! U probeert tijd te winnen. U ziet dat ik vastbesloten ben u terecht te stellen, als u mij de droom niet kunt vertellen. En u hebt afgesproken mij iets op de mouw te spelden in de hoop dat ik de hele zaak na verloop van tijd vergeet! Maar als u mij mijn droom niet kunt vertellen, weet ik zeker dat u die ook niet kunt uitleggen. De astrologen antwoordden hun vorst: Geen mens ter wereld kan antwoord geven op de vraag die u stelt! Daarom heeft nog nooit een koning, hoe groot of machtig ook, zoiets aan een geleerde, tovenaar of astroloog gevraagd. U wilt het onmogelijke. Niemand kan u uw droom vertellen, behalve de goden, maar die wonen niet onder de stervelingen. Toen de koning dit hoorde, werd hij razend en beval alle wijze mannen uit Babel terecht te stellen. Overal werden wijzen opgepakt. Ook Daniël en zijn metgezellen liepen gevaar gearresteerd en gedood te worden (Dan.2:8-13). Als Daniël navraag doet bij het hoofd van de lijfwacht, Arjoch, krijgt hij te horen wat er aan de hand is. Hij gaat naar de koning en vraagt: Geef mij alstublieft wat tijd, dan zal ik u uw droom uitleggen. Daarna gaat Daniël naar huis en vraagt zijn vrienden samen met hem tot God te bidden. Hij vraagt hen tot de God van de hemel te bidden en Hem te smeken medelijden met hen te tonen door hun het geheim van de droom te vertellen. Dan zouden zij en de andere wijzen van Babel niet hoeven te sterven. Die nacht vertelde God aan Daniël het geheim. Na de HERE voor dit wonder te hebben geprezen meldt Daniël zich bij Arjoch en die meldt hem aan bij de koning met de woorden: Majesteit, ik heb een krijgsgevangene uit Juda gevonden die u de uitleg kan geven! De koning richtte zich tot Daniël en zei: Is dat waar? Kunt u mij werkelijk vertellen wat ik heb gedroomd en wat dat betekent? Daniël antwoordde: Geen enkele wijze of bezweerder, geleerde of waarzegger kan u een dergelijk geheim vertellen. Maar er is een God in de hemel die geheimen openbaart. Hij heeft u, koning Nebukadnessar, in uw droom bekend gemaakt wat in de toekomst zal gebeuren. Uw droom en de dingen die aan uw geestesoog voorbijtrokken, gingen als volgt. Terwijl u op bed lag, dacht u na over toekomstige gebeurtenissen. Hij die geheimen openbaart, heeft u laten weten wat er te gebeuren staat. Ik ben niet door bovenmenselijke wijs- TTB NL TWR CW 3

4 heid achter het geheim van uw droom gekomen, maar alleen omdat God het mij heeft laten zien. Ik moest u de uitleg van uw droom geven en u zo duidelijk maken wat u dwarszit. Majesteit, u zag een reusachtig groot beeld van een mens. Er hing een oogverblindende glans omheen en het stond pal voor u. Het had een afschrikwekkend uiterlijk (Dan.2:25-31). Toen de HERE Daniël had geopenbaard wat het geheim van de droom was, kon hij Nebukadnessar de droom en de uitleg vertellen. Een ander voorbeeld lezen we in Romeinen 16:25 en 26 waar gesproken wordt over de verborgen waarheid over Jezus Christus. Paulus schrijft: God is machtig om u sterk te maken in uw geloof. Dat is het goede nieuws over Jezus Christus dat ik breng. De waarheid over Hem is eeuwenlang verborgen gebleven, maar nu bekendgemaakt. In de Boeken van de profeten werd er al over gesproken. Maar nu heeft de eeuwige God opdracht gegeven dat alle volken het moeten horen, opdat zij Hem gaan gehoorzamen en vertrouwen. Alleen God is wijs en verstandig, aan Hem komt alle eer toe, door Jezus Christus, voor altijd en eeuwig. Amen. Een voorbeeld dat de Here Jezus niet alleen aan Johannes, maar bijvoorbeeld ook aan de apostel Paulus dingen bekend heeft gemaakt lezen we in Galaten 1:12 waar Paulus schrijft: Ik heb het niet van mensen ontvangen, maar Jezus Christus Zelf heeft het mij bekendgemaakt. In de voorbeelden die we hebben gelezen zien we dat de openbaring wordt gegeven door God of Jezus Christus. Want de Zoon ontvangt alles van de Vader. In Johannes 7:16 t/m 18 zegt de Heiland: Wat Ik u leer, heb Ik niet van Mijzelf, maar van God. Hij heeft Mij gestuurd. Als iemand ernaar verlangt Gods wil te doen, zal hij kunnen onderscheiden of Mijn woorden van God komen of van Mijzelf. Wie zijn eigen ideeën verkondigt, zoekt zijn eigen eer. Maar wie de eer zoekt van degene die hem gestuurd heeft, heeft geen verkeerde bedoelingen. Zo iemand is betrouwbaar (Joh.3:35; 5:20vv.;8:28,29). Uit de woorden in Openbaring 1 vers 1: Daarom heeft Hij Zijn engel naar zijn dienaar Johannes gestuurd om het hem allemaal te vertellen, blijkt dat de Here Jezus deze openbaring via een engel heeft doorgestuurd naar Zijn dienstknecht Johannes (Openb.22:6,16). Want lezen we in Amos 3:7 TTB NL TWR CW 4

5 de HERE waarschuwt altijd eerst. Hij vertelt Zijn profeten wat Hij gaat doen. Of zoals we in een andere vertaling lezen: de Here HERE doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten. De woorden Hij laat Zijn dienaren zien wat binnenkort moet gebeuren zullen dan ook waarschijnlijk niet zozeer de gelovigen in het algemeen, als wel de gelovigen met een profetische bediening zijn bedoeld. We lezen dat ook in Openbaring 10 vers 7: Als de zevende engel op zijn bazuin blaast, zal God Zijn verborgen plan uitvoeren, zoals Hij Zijn dienaren, de profeten, beloofd had. En in Openbaring 11 vers 18: De volken waren slecht, maar nu is Uw toorn gekomen. Dit is de tijd om de doden te oordelen, om Uw dienaren de profeten en allen die bij U horen en ontzag voor U hebben, groot en klein te belonen en om allen te verwoesten die van de aarde een woestenij maken. Tenslotte lezen we in Openbaring 22 vers 6: Daarna zei de engel tegen mij: Deze woorden zijn waar en betrouwbaar. De HE- RE God, die de profeten ingeeft wat zij moeten zeggen, heeft Zijn engel gestuurd om Zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort moet gebeuren. Het was dan ook de taak van deze dienaren om te zorgen voor het verspreiden en het voorlezen van het boek of de boekrol (vs.3) in de christelijke gemeenten. De woorden Hij laat Zijn dienaren zien wat er binnenkort moet gebeuren hebben betrekking op gebeurtenissen die binnenkort een aanvang zullen nemen en uitlopen op de wederkomst van de Here Jezus Christus (Open.22:7,20). In de Bijbelse profetie wordt de toekomst doorgaans gezien als dichtbij (Ezech.7:2,3,6; Amos 8:2; Marcus 13:30; Rom.13:11; 1Kor.7:29). Het is de Bijbelse profetie eigen dat elke generatie leeft in de verwachting van de voleinding van alle dingen. De houding die daarbij past, verwoordt de Here Jezus onder andere in Marcus 13:33, waar Hij zegt: Wees dus op je hoede en houd je ogen open! Want je weet niet op welk moment Ik terugkom! In Openbaring 1 vers 1 maakt de HERE door Jezus Christus bekend wat tot dusver verborgen was. We lazen: In dit boek onthult Jezus Christus de geheimen die God Hem heeft bekendgemaakt. Hij laat Zijn dienaren zien wat er binnenkort moet gebeuren. Daarom heeft Hij Zijn engel naar Zijn dienaar Johannes gestuurd om het hem allemaal te vertellen. God heeft de geheimen bekendgemaakt aan Zijn Zoon Jezus Christus en Christus geeft TTB NL TWR CW 5

6 de openbaring door een engel aan Johannes. Dat een engel de boodschap van God aan Johannes heeft doorgegeven lezen we ook in Openbaring 19 vers 9 en 10: De engel zei tegen mij: Schrijf op: Gelukkig zijn de mensen die uitgenodigd zijn voor het bruiloftsmaal van het lam. En hij voegde eraan toe: Dit zegt God, die altijd de waarheid spreekt. Ik viel voor hem neer om hem te aanbidden, maar hij zei: Doe dat niet! Ik ben een dienaar van Jezus, net als u en uw broeders en zusters die openlijk voor hun geloof in Jezus uitkomen. Aanbid God. Want de kern van alle profetie is uitkomen voor het geloof in Jezus. In de woorden: In dit boek onthult Jezus Christus de geheimen die God Hem heeft bekendgemaakt, heeft de Here Jezus ook Zelf de hoofdrol in de onthulling van de geheimen die worden geopenbaard. De Openbaring die wordt gegeven komt van Christus en gaat over Christus. Hij maakt Zich bekend hij openbaart Zich als de hemelse Koning, die alle macht in de hemel en op de aarde heeft ontvangen. Hetzelfde lezen we in de slotwoorden van het evangelie naar Mattheüs, in hoofdstuk 28:18 t/m 20, waar Jezus zegt: Ik heb alle macht in hemel en op aarde gekregen. Ga er daarom op uit om alle volken tot Mijn leerlingen te maken. Doop hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Leer hen altijd te doen wat Ik u heb gezegd. En vergeet dit niet: Ik ben altijd bij u, tot het einde van de tijd. We zien in vers 1 dan ook de volgende volgorde uitgedrukt: De Openbaring van Jezus Christus komt van God. De HERE heeft Hem die bekend gemaakt. Vervolgens heeft de Here Jezus Zijn engel naar Johannes gestuurd en Johannes geeft het weer door aan de zeven gemeenten in Klein-Azië en via de op schrift gestelde Openbaring in de Bijbel mag de inhoud ook aan de kerk, de gemeente van Christus, u, jij en ik worden bekendgemaakt. Johannes en de leden van de zeven gemeenten zijn dienaren van de Here Jezus Christus. Hij heeft hen geroepen als getuigen van het komende rijk van God en Zijn koningschap. Hij is Heer van hemel en aarde. TTB NL TWR CW 6

7 Deze goddelijke titel komt Jezus rechtmatig toe. Het toont direct het conflict tussen Christus de kerk en Domitianus de wereld. Keizer Domitianus had zich, net als eerdere keizers, de titel Heer toegeëigend en wilde zo geëerd en vereerd worden. In Handelingen 12 zien we er een voorbeeld van waar koning Herodes zich als god laat vereren. We lezen in Handelingen 12 vers 21 t/m 23: Op een daarvoor vastgestelde dag trok Herodes zijn koninklijke mantel aan, ging op zijn troon zitten en sprak het volk toe. Zij juichten hem toe: Dat is de stem van een god en niet van een mens! Op hetzelfde ogenblik sloeg een engel van God hem neer, omdat hij zich liet vereren en niet de eer aan God gaf. Hij werd van binnenuit opgevreten door wormen en stierf. Het Bijbelboek Openbaring laat ook zien dat er een conflict is dat deel uitmaakt van het goddelijke plan. God laat in het Bijbelboek Openbaring zien wat volgens dit plan moet gebeuren. De bedoeling van het Bijbelboek doet denken aan wat we in Daniël 2 (vs.28,29,47) ook al zagen: Maar er is een God in de hemel, die geheimen openbaart. In deze geheimen of verborgenheden maakt God bekend dat na vier wereldrijken Zijn eeuwig koninkrijk heel de wereld zal omvatten (Dan.2:31-45). Zowel in de gezichten van Daniël als in het Bijbelboek Openbaring laat de HERE zien dat de loop van de wereldgeschiedenis in Zijn hand is. Het gaat in Openbaring om grote dingen die binnenkort moeten gebeuren. Dit 'moeten' geeft de onontkoombaarheid van het goddelijke plan aan. Hetzelfde zien we in Openbaring 4 vers 1: Nadat ik dit gehoord en gezien had, zag ik een deur in de hemel openstaan en hoorde ik dezelfde luide stem. Kom naar boven, zei Hij tegen mij, dan zal Ik u laten zien wat hierna moet gebeuren. We lazen het ook in Openbaring 22 vers 6: Daarna zei de engel tegen mij: Deze woorden zijn waar en betrouwbaar. De HERE God, die de profeten ingeeft wat zij moeten zeggen, heeft Zijn engel gestuurd om Zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort moet gebeuren. Er is geen ontkomen aan! Het dringende karakter komt ook terug aan het einde van het Bijbelboek, in Openbaring 22 vers 12: Ja, zegt Jezus, Ik kom gauw met Mijn beloning. Ik geef ieder het loon voor Zijn daden. En iets verderop in vers 20: Hij die dit TTB NL TWR CW 7

8 alles bekend heeft gemaakt, zegt: Ja, Ik kom al spoedig. Christenen in Klein-Azië hebben dit dringende ook ondervonden. 'Gauw' of spoedig wil nog niet zeggen dat alles na een korte tijd is afgelopen. Juist vanwege dit dringende karakter beklemtoont Johannes dat hij niets heeft achtergehouden. Aan het slot van Openbaring 1:1 lazen we: Daarom heeft Hij Zijn engel naar Zijn dienaar Johannes gestuurd om het hem allemaal te vertellen. In een andere vertaling lezen we in vers 2 over Johannes: hij heeft getuigd, alles wat hij gezien heeft. In het Bijbelboek Openbaring is opvallend vaak sprake van 'profeten'. De vraag is alleen: Zijn met deze profeten de profeten uit het OT bedoeld of profeten die leven in de tijd van Johannes, profeten die ook wel gemeenteprofeten werden genoemd. Van beide noemen we nu een voorbeeld. In Openbaring 10:7 lazen we de woorden 'zoals Hij Zijn dienaren, de profeten, beloofd had'. Omdat deze woorden een toespeling zijn op Amos 3:7 moeten we in Openb.10:7 met name denken aan de profeten van het OT, hoewel christelijke profeten niet kunnen worden uitgesloten. In Openbaring 11:10 worden de twee getuigen 'profeten' genoemd. Het gaat in Openb.11 om twee profeten, van wie de inhoud van hun getuigenis nergens precies wordt aangeduid. Omdat in Openb.11:8 Jezus 'hun Heer' wordt genoemd, en in de Griekse tekst van Openb.11 'getuigen' en 'profeteren' afwisselend worden gebruikt en omdat ook op andere plaatsten in het Bijbelboek Openbaring sprake is van getuigen of openlijk over Jezus spreken (Openb.12:17; 17:6), nemen we aan dat ook deze twee profeten niet alleen het oordeel aankondigen, maar ook getuigen van Jezus Christus zijn. Zij zullen optreden ten tijde van de antichrist en hun optreden wordt beschreven op een wijze die herinnert aan grote profeten als Mozes en Elia (Openb.11:5-6). Een voorbeeld van NT profeten of gemeenteprofeten vinden we in Openbaring 16:6, waar we lezen over mensen die het bloed van Gods kinderen en profeten hebben vergoten. En in Openbaring 18:20 lezen we: Hemel, wees blij over haar ondergang! dat is de ondergang van de stad Babylon. Iedereen die bij God hoort, apostelen en profeten, verheug u! God heeft gestraft voor wat zij u heeft aangedaan. En in Openb.18:24 lezen we: Zij is schul- TTB NL TWR CW 8

9 dig aan het bloed van alle mensen die op aarde zijn vermoord. De genoemde profeten worden vermoord door niet-joodse volken en daarom gaat het in Openbaring 18 om christelijke profeten die onder de genoemde volken hebben getuigd. In de volgende uitzending lezen we verder in Openbaring 1. TTB NL TWR CW 9