De advocaat tijdens. het gerechtelijk vooronderzoek. Advocaat te s-gravenhage. Prof. mr. M. Wiadimiroif. Wetteksten Ai. 3oo i i

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De advocaat tijdens. het gerechtelijk vooronderzoek. Advocaat te s-gravenhage. Prof. mr. M. Wiadimiroif. Wetteksten Ai. 3oo i i"

Transcriptie

1 Advocaat te s-gravenhage Prof. mr. M. Wiadimiroif het gerechtelijk vooronderzoek De advocaat tijdens 15 Adv. Pr. februari Verhoren AI 3.3. Horen verdachte Ai Horen getuigen Ai Deskundigen AI 3.1. Hetonderzoek A, 9 9 3oo Gerechtelijk vooronderzoek Ai Bijzondere wetten Al 2.3. Afluisteren telefoongesprekken Ai Overige dwangmiddelen AI 2.2 Inbeslagneming AI Bewaring Ai Opheffing en schorsing AI Gevangenhouding AI Appel AI Beperkingen AI Tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis Al 2.!. De voorlopige hechtenis Ai Dwangmiddelen AI 3oo 15 3oo o oo i8 i.. Het dossier Ai Gekozen of toegevoegd raadsman Ai Vrije verkeer raadsman-cliënt Ai Bevoegdheden raadsman Ai 1.2. Beroepsuitoefening Ai De Rechter-Commissaris AI3oo De Officier vanjustitie Ai i.i. Algemeen Ai i. Inleiding Ai i.6. Hetpersoonsdossier Ai 3 3oo i 3oo 3 3oo 4 3oo 4 3oo 7 3oo 9 3oo i i Wetteksten Ai 3oo 3 De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek AI3oo I

2 Ai De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek Overige onderzoeken Internationale rechtshulp Sluiting GVO Na de sluiting Beslissing omtrent verdere vervolging Bezwaar tegen verdere vervolging Slotopmerkingen Literatuur AI3oo 35 Ai AI3oo 37 Ai Ai AI3oo 41 AI3oo 4 Ar (1 5 Adv. Pr. februari 1987

3 verrichtingen van de raadsman als de strafzaak wordt voortgezet middels een In het voorafgaande hoofdstuk kwam aan de orde de vraag ofde strafzaak wordt voortgezet of beëindigd. In het volgende zal aandacht besteed worden aan de gerechtelijk vooronderzoek (GVO) en in het geval enige bijzondere dwangmaatregelen worden ingezet. Ten slotte worden de beslissingen omtrent de al dan niet verdere vervolging na sluiting van het GVO besproken. De advocaat tijdens het gerechtelijk vooronderzoek i Adv. Pr. februari 1987 meen zal het O.M. een GVO vorderen als nader gericht onderzoek noodzakelijk In de meeste gevallen gaat een GVO vergezeld van de voorlopige hechtenis van de verdachte; het één is echter niet afhankelijk van het ander. Over het alge i. Inleiding Algemene Termijnenwet. Gevangenismaatregel, artikelen 24 en 132. Beginselwet Gevangeniswezen, artikelen 9, 26 bis en 32, tweede lid, alsook artikelen 62 en 76 Sv. GVO. Invoeringswet Wetboek van Strafvordering: artikel 225 inzake maatregelen in het belang van het onderzoek tijdens het Sv.) en h Sv.). Boek i, titel IV, 2e-8e afdeling inzake enige bijzondere dwangmiddelen (artt. Boek 2, titel II inzake de Rechter-Commissaris belast met de behandeling van Boek 2, titel III inzake de gang van het gerechtelijk vooronderzoek (artt. Boek 2, titel IV inzake de beslissingen omtrent verdere vervolging (art Wetboek van Strafvordering: strafzaken (artt. i68-i 8o Sv.). Wetteksten De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek Ai 3o0 3 Sv.). zie tevens Boek i, titel III inzake de raadsman (artt i Sv.). KB van 4 december 1925, S 460 ( mei 1932, S 194) tot uitvoering van de 1.1. Algemeen

4 KVV) J4, S. Ai De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek is en meer in het bijzonder indien bijzondere dwangmaatregelen nodig zijn. Hierbij valt te denken aan huiszoeking en het afluisteren van telefoongesprekken. In beginsel ligt het initiatief voor het vorderen van een GVO bij de Officier van Justitie (i8i Sv.). Indien de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt én zolang hem nog geen dagvaarding ter terechtzitting (of een kennisgeving van verdere vervolging is betekend, kan de Rechter-Commissaris ambts halve of op verzoek van de verdachte tot een GVO overgaan (184 Sv.). Gelet op de hierna te bespreken bevoegdheden van de raadsman kan het voor de verde diging van belang zijn, indien het onderzoek (tevens) als GVO wordt Voortge zet. De loop van het GVO sluit onderwijl een opsporingsonderzoek (onder verantwoordeljkheid van het OM) naar andere of dezelfde feiten geenszins uit. De omstandigheid dat een GVO is aangevangen doet niet af aan de zelfstandige bevoegdheid tot opsporingsonderzoek, al dan niet naar aanleiding van een opdracht van de Rechter-Commissaris als bedoeld in artikel Sv., aldus de Hoge Raad in NJ 1984,805. Dit stelt de raadsman voor bijzondere problemen, omdat hij de belangen van zijn cliënt in beide onderzoeken zal moeten probe ren veilig te stellen Beroepsuitoefening Voor de beroepsuitoefening van de raadsman wordt verwezen naar hetgeen hiervoor in hoofdstuk Ai 250 is opgemerkt onder paragraaf i.; voorts wordt gewezen op hoofdstuk Ai 100. De beroepsuitoefening van de raadsman is tij dens het gerechtelijk vooronderzoek niet anders dan tijdens het opsporingson derzoek of ter terechtzitting. De raadsman zal steeds het optreden van dejusti tiële autoriteiten moeten toetsen aan de in de wet enjurisprudentie neergeleg de algemene beginselen van een behoorlijke procesvoering. Indien deze begin selen dreigen geschonden te worden, zal hij voor de belangen van zijn cliënt moeten opkomen. Daarbij zal de raadsman voor ogen houden dat zijn reactie dienaangaande niet onnodig nieuwe geschillen in het leven zal roepen. De opstelling van de raadsman eist dan ook niet alleen een zekere morele weer baarheid tegen de druk die de buitenwereld vaak oplegt, maar ook een gevoel voor proportionaliteit en subsidiariteit van het eigen optreden. In voorkomen de gevallen zal de raadsman een eventuele publiciteit met de nodige prudentie tegemoed treden (vgl. Advocatenbiad 1986, blz. 440). i C C Gekozen of toegevoegd raadsman In beginsel zal de raadsman die de verdachte tijdens het opsporingsonderzoek bij stond ook raadsman zijn tijdens het GVO. Niettemin is het denkbaar dat een ander dan de raadsman die in de piketfase de verdachte heeft bijgestaan, als gekozen of toegevoegd raadsman na de inbewaringstelling en tijdens het GVO de verdachte terzijde staat. i Adv. Pr. februari 1987

5 werd beroofd en ten aanzien van hem ook geen bevel inbewaringstelling wordt reeds bij het eerste contact met de cliënt voor. In deze gevallen is steeds het mogelijk was of om andere redenen niet wenselijk was, zal de raadsman zich in toe te voegen. Indien toevoeging op grond van financiële omstandigheden niet dien aan de financiële normen wordt voldaan, een raadsman aan de verdachte verleend deed de vraag, of de raadsman gekozen of toegevoegd optreedt, zich bureau voor rechtshulp bevoegd op basis van een bewijs van onvermogen, in a. Indien de verdachte tijdens het opsporingsonderzoek niet van zijn vrijheid 15 Adv. Pr. februari 1987 keuze bevoegd de echtgenoot of de meest gerede der bloed-ofaanverwanten tot Naast de verdachte is ook diens wettige vertegenwoordiger bevoegd in de keuze middel van een wettige vertegenwoordiger een raadsman te kiezen, is tot die van de raadsman, dan wel voor het geval de verdachte niet in staat is zelf of door dere raadslieden te kiezen. nog een raadsman kiezen teneinde zich door twee advocaten te laten bijstaan. een gekozen raadsman, staat het de verdachte vrij (art. 38, eerste lid Sv.) meer Zodra aan de verdachte een raadsman is toegevoegd, kan hij daarna niet ook toevoeging van de vorige raadsman. Indiende verdachte wordt bijgestaan door kiest, eindigt nadat deze nieuwe raadsman zich als zodanig heeft gesteld, de Indien de verdachte aan wie een raadsman is toegevoegd, een andere raadsman De verdachte kan vanzelfsprekend zijn voorkeur uitspreken voor een bepaalde c. Indien tegen de verdachte een bevel inbewaringstelling wordt verleend (al toegevoegd, tenzij de verdachte de voorkeur geeft aan een gekozen raadsman. zulks rechtvaardigen kan op basis van een bewijs van onvermogen door het raadsman heeft opgetreden, verandert er niets tenzij op grond van nieuwe fei re optreden van de raadsman. Indien de raadsman van begin af aan als gekozen ging van de raadsman plaats ex artikel 41, eerste lid sub a Sv. Deze toevoeging beroofd werd, doch ten aanzien van hem geen bevel inbewaringstelling wordt verleend, dient er alsnog een beslissing te worden genomen omtrent het verde heidstelling van de verdachte c.q. de beslissing tot afwijzing van de vordering tot inbewaringstelling. Mits de financiële omstandigheden van de verdachte bureau voor rechtshulp aan de verdachte een raadsman van zijn keuze worden vindt steeds plaats ongeacht de financiële omstandigheden van de verdachte. ten en omstandigheden een toevoeging alsnog in de rede ligt. Heeft de raads man de verdachte in de piketfase krachtens de regeling van artikel 40 Sv. bijge staan (zie hoofdstuk Ai 250, par. 2) dan eindigt deze bijstand door de invrij advocaat; het is gebruikelijk dat met deze voorkeur zo veel mogelijk rekening dan niet in aansluiting op een inverzekeringstelling) vindt ambtshalve toevoe wordt gehouden. b. Indien tijdens het opsporingsonderzoek de verdachte elvan zijn vrijheid het begin als gekozen raadsman gesteld hebben. De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek Ai 300 5

6 Ai De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek in de e graad (art. 38 Sv.). In dit verband wordt gewezen op hetgeen wordt opgemerkt onder paragraaf van hoofdstuk Ai Vrije verkeer raadsman-cliënt In paragraaf 2.4 van hoofdstuk A12 5o werd reeds opgemerkt dat de verdachte het recht van een vrije omgang met zijn raadsman heeft, welk recht uitdrukke lijk is toegekend in artikel 28, tweede lid Sv. Die vrije omgang betekent dat de raadsman vrije toegang heeft tot zijn cliënt en dat de raadsman zijn cliënt bui ten aanwezigheid van anderen mag spreken. Deze bevoegdheden zijn vastge legd in artikel 50, eerste lid Sv. Vrije omgang met de cliënt wil niet zeggen dat deze in absolute zin onbelem merd zou zijn. De bevoegdheid van de raadsman zijn cliënt te bezoeken wordt beperkt door de eis dat daardoor het onderzoek niet mag worden opgehouden, terwijlvoorts het bezoek kan plaatsvinden onder visueel (niet auditief) toezicht. Blijkens artikel o, eerste lid geschiedt een en ander met inachtneming van de huishoudelijke reglementen, zoals deze voor de huizen van bewaring en andere penitentiaire inrichtingen zijn vastgesteld. Voor de politiebureau s gelden de huishoudelijke reglementen zoals deze door het desbetreffende korps voor de arrestenbewaarplaatsen zijn vastgesteld. In veel penitentiaire inrichtingen bestaan zogeheten bloktijden, hetgeen wil zeggen dat de gedetineerde verdachte niet steeds voor bezoek door zijn raads man beschikbaar is. Het is daarom verstandig tevoren over een af te leggen bezoek contact op te nemen met de penitentiaire inrichting teneinde de be schikbaarheid van de cliënt zeker te stellen. Tijdens het gerechtelijk vooronderzoek kan de Rechter-Commissaris overeen komstig artikel 50, tweede lid Sv. het Vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachte beperken indien uit bepaalde omstandigheden een ernstig vermoe den voortvloeit dat dit verkeer hetzij zal strekken om de verdachte bekend te maken met enige omstandigheid waarvan hij in het belang van het onderzoek tijdelijk onkundig moet blijven, hetzij wordt misbruikt voor pogingen om de opsporing der waarheid te belemmeren. De beperkingen waar het hier om gaat kunnen inhouden dat de raadsman geen toegang meer tot zijn cliënt heeft dan wel dat er contact tussen de raadsman plaatsvindt in aanwezigheid van een ander, die niet alleen een visueel maar ook een auditief toezicht uitoefent of dat brieven en/of andere stukken tussen de raadsman en de verdachte gewisseld, niet zullen worden uitgereikt. Zodanige beslissing van de Rechter-Commissa ris dient steeds onverwijld aan het oordeel van de Rechtbank te worden onder worpen, die na het horen van de raadsman zo spoedig mogelijk beslist (art. 50, derde lid Sv.). De beperkingen ex artikel 50 Sv. eindigen zodra een sluiting van het gerechtelijk vooronderzoek door de Officier vanjustitie aan de verdachte is i5 Adv. Pj-, februari q87

7 betekend, dan wel zodra de verdachte naar de zitting is,,weggedagvaard over eenkomstig artikel 258, tweede lid Sv. In de volgende paragrafen zullen de diverse bevoegdheden van de raadsman aan de orde komen. In het algemeen kan reeds worden opgemerkt dat met schriften daarvan, een en ander overeenkomstig de artikelen Sv., de betrekking tot de kennisneming van processtukken en het bekomen van af Bevoegdheden raadsman raadsman krachtens artikel, i Sv. een eigen bevoegdheid heeft. Voorts behoort 15 Adv. Pr. februari 1987 De Rechter-Commissaris belast met de behandeling van strafzaken neemt in met het rechtelijk functioneren als zodanig. De Rechter-Commissaris moet im mers de zaak zittings- en beslissingsrjp maken. Het is van belang dat de Rech belangrijke rol bij de vervolging. Die rol kan op gespannen voet komen te staan geeft leiding aan het gerechtelijk vooronderzoek en vervult als zodanig een het Wetboek van Strafvordering als rechter een unieke positie in. immers, hij 1.3. De Rechter-Corn in issa ns 449 Sv. aan te wenden en krachtens artikel 454, tweede lid Sv. in te trekken. ook bevoegd ten behoeve van zijn cliënt rechtsmiddelen als bedoeld in artikel tie van beschikkingen (art. 138 Sv.) betreft zij verwezen naar artikel 445 Sv.: de gevallen uitdrukkelijk bij de wet bepaald. De bevoegdheid van de raadsman toe bepaaldelijk is gevolmachtigd. nader op deze kwestie ingegaan. Overeenkomstig artikel4 5o Sv. is de raadsman niet zonder meer bevoegd aanwezig te zijn bij verhoren; in paragraaf 3.2 wordt cassatieberoep van uitspraken (art. 427 e.v. Sv.). Wat het hoger beroep en cassa daartegen staat een dergelijk rechtsmiddel voor de verdachte niet open dan in hoger beroep van uitspraken (artt. 138 jo. 404 e.v. en 425 Sv. jo. RO) en strekt zich ook uit tot het indienen en intrekken van een bezwaarschrift (vgl. Het spreekt voor zich dat de raadsman van al deze bevoegdheden slechts ge bruik zal maken na overleg en met instemming van zijn cliënt, des dat hij daar bijv. art. 225 Inv.wet Sv.; artt. 208, 250, 262 of 552e e.v. Sv.). De raadsman is steeds bevoegd namens zijn cliënt verzoeken te richten tot de Officier vanjustitie, de Rechter Commissaris en de gerechten. De raadsman is Deze bevoegdheid is beperkt tot de rechtsmiddelen verzet (art. 399 e.v. Sv.), de beschikking sluiting GVO (art. 237, lid 2 Sv.) en betekening daarvan aan de GVO (art. 207 Sv.), de bevelen voorlopige hechtenis (art. 133 Sv.), de aan de kennis van de verdachte worden gebracht. Dat betreft met name de vordering overeenkomstig artikel 51 Sv. aan de raadsman onverwijid afschrift verstrekt te worden van alle stukken die ingevolge het Wetboek van Strafvordering ter verdachte uit te brengen dagvaardingen en oproepingen (zie ook art. 205 Sv.), verdachte (art. 238, eerste lid Sv.). De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek Ai 300 7

8 Ai De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek ter-commissaris zoveel mogelijk als onpartijdig rechter functioneert. Indiende raadsman ziet aankomen dat er moeilijkheden zullen ontstaan omtrent hetgeen in het GVO te doen staat, ware het verstandig daaromtrent contact op te nemen met de Officier vanjustitie. Indien dat contact niet leidt tot overeenstemming kan de Rechter-Commissaris benaderd worden als onpartijdig beslisser. Deze gerichte werkwijze kan voorkomen dat de Officier van Justitie geheel buiten schot blijft en de Rechter-Commissaris als het ware bij wege van vervanging (van het O.M.) in het geschil de tegenspeler van de raadsman wordt. In die positie is er geen derde onpartijdige beslisser meer over. De Rechter-Commissaris laat zich in zijn werkzaamheden bijstaan door een griffier, die nauwkeurig proces-verbaal opmaakt van hetgeen bij het onderzoek is verklaard, verricht en voorgevallen dan wel door de Rechter-Commissaris is (J waargenomen. De bevoegdheid van de Rechter-Commissaris is dezelfde als die van de Recht bank, een en ander als geregeld in de artikelen 2 en 4 Sr. Indien gedurende ofna het gerechtelijk vooronderzoek de Rechter-Commissaris onbevoegd blijkt te zijn, blijft niettemin het gevoerde onderzoek van kracht (art. i Sv.). De benoe ming tot Rechter-Commissaris belast met de behandeling van strafzaken geldt voor de tijd van twee jaren en kan telkens verlengd worden. Indien de benoe ming niet wordt verlengd, zet de Rechter-Commissaris na afloop van zijn diensttijd de door hem aangevangen behandeling van een zaak voort en brengt die ten einde (art. 169 Sv.). De Rechter-Commissaris kan zich doen waarnemen door een ambtenoot c.q. een vervanger, door de rechtbank uit haar leden aan te wijzen. Een rechter-plaatsvervanger is aan te wijzen als een vervanger die de Rechter-Commissaris kan waarnemen (NJ 1982, 338). In beginsel verricht de Rechter-Commissaris alle werkzaamheden welke door de wet aan hem zijn opgedragen zelf. Niettemin kan de Rechter-Commissaris in belang van het onderzoek het doen van nasporingen opdragen en daartoe beve len geven aan de politie (art. ii Sv.). In de praktijk wordt van deze moge lijkheid steeds meer gebruik gemaakt, met name indien er bijvoorbeeld in een fraudezaak veel schriftelijke bescheiden in beslag zijn genomen, die voor nader onderzoek in handen worden gesteld van het opsporingsteam. In de volgende paragrafen zullen de diverse bevoegdheden van de Rechter- Commissaris aan de orde komen, reeds thans kan vastgesteld worden dat de Rechter-Commissaris bevoegd is tot het nemen van beslissingen ten aanzien van de volgende dwangmiddelen: inbewaringstelling en verlenging daarvan (63 en 64 Sv.); huiszoeking ter inbeslagneming (art Sv.); machtiging tot opening van post (art. Io1,i 2 Sv.); bevelen tot uitlevering van tot inbeslag neming vatbare voorwerpen (artt. 1 en i 14 Sv.); inbeslagneming in het alge meen (art. i 04 Sv.) en op vorderingen (art. 1 25b Sv.)of machtiging tot teruggave van het inbeslaggenomene (art. ii 8a Sv.); machtiging tot het tappen van tele foongesprekken (art. 125g Sv.); bevel tot onderzoek aan lichaam of kleding, 15 Adv. Pr. februari 1987

9 ongeacht of de betrokkene verdachte is of niet (art. 195 Sv.); inverzekeringstel Overigens strekt de bevoegdheid van de Rechter-Commissaris tot het verrich ten van onderzoekshandelingen in het GVO zoals het horen van de verdachten, het horen van getuigen, het geven van opdracht aan deskundigen, het horen van sporingsambtenaren. de deskundigen, plaatsopneming en geven van onderzoeksopdrachten aan op ge (art. 214 Sv.); gijzeling van de weigerachtige getuige (art. 221 Sv.). ling van de te horen verdachte (art. 206 Sv.); inverzekeringstelling van de getui De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek AI3oo Sv.) van een gerechtelijk vooronderzoek (vgl. NJ 1978, 586) alsook over het 1.4. De Officier vanjustitie 15 Adv. Pr. februari g8 Bijzondere aandacht verdient de praktijk waarbij de Officier van Justitie een bijvoorbeeld het aftappen van telefoonaansluitingen). Het doen van een vorde ring tegen een onbekende verdachte is toelaatbaar, zij het dat onverwijid een vordering GVO indient gericht tegen een onbekende verdachte (NN) en op nadere vordering moet worden ingediend, waarbij de verdachte met naam wordt aangewezen zodra deze bekend geworden is (vgl. NJ 1984,440). basis daarvan toepassing van bepaalde dwangmiddelen mogelijk maakt (zoals op het gerechtelijk vooronderzoek. Hiervoor werd reeds opgemerkt dat het de Rechter-Commissaris vragen het gerechtelijk vooronderzoek tot andere cies door de Rechter-Commissaris onderzocht moet worden. Hoe vager de in GVO worden niet dezelfde eisen gesteld als bedoeld in artikel 261 Sv., niette aanbeveling verdient te voorkomen dat het Openbaar Ministerie de Rechter- Tijdens het gerechtelijk vooronderzoek vervult de Officier van Justitie door aan de Officier vanjustitie gegeven bevoegdheden een belangrijke invloed uit ter-commissaris,,verschuilt. gaans geen in het oog springende rol, niettemin oefenen de door de wetgever Commissaris tot verlengstuk van de vervolging maakt of zich achter de Rech Belangrijkste bevoegdheid van het Openbaar Ministerie is de vordering ge min moet de vordering GVO op voldoende wijze duidelijk maken wat nu pre een meer nauwkeurige omschrijving van het feit dient te geven zodra zulks mogelijk is geworden. Bij een nadere vordering kan de Officier vanjustitie ook rechtelijk vooronderzoek ex i 81 Sv., omdat daarmee grondslag en omvang van het onderzoek wordt bepaald. Aan de omschrijving van het feit in de vordering leidende vordering GVO is, des te eerder zal de Officier vanjustitie een nadere vordering zoals bedoeld in artikel i 82 Sv. moeten doen, in welke vordering hij strafbare feiten uit te breiden. Ten slotte beslist de Rechter-Commissaris over het openen (art. 184, eerste lid sluiten van een gerechtelijk vooronderzoek (art. 237, eerste lid Sv.) en al dan niet heropenen van het GVO (art. 239 Sv.) ofweigering tot heropening (art. 237, vierde lid en 238, derde lid Sv.). 9

10 worden aangemerkt(nj 1983, 245). Denkbaar is dat een mondelinge vordering verwijid een schriftelijke weerslag van die vordering bij de Rechter-Commissa Rechter Commissaris bevoegd is, terstond te kunnen aanwenden, waarna on lijk vooronderzoek verkregen bewijsmateriaal als onrechtmatig verkregen kan zuim van deze vorm in geval van een mondelinge vordering, niet met zich mee Een vordering GVO moet schriftelijk worden gedaan, niettemin brengt ver dat, behoudens bijzondere omstandigheden, in een daarop gevolgd gerechte GVO wordt gedaan teneinde een bepaald dwangmiddel, waartoe slechts de NJ 1984, 68). Uit systematisch oogpunt valt aan te nemen dat een zodanige Adv Pr februari (987 komen bij de Rechtbank (art. 446 Sv.). ( heid de Rechter-Commissaris te verzoeken bepaalde getuigen of deskundigen voor een GVO wordt gevoerd, de verdachte in verzekering te doen nemen (vgl. men, alsook in cassatie (art. 446 Sv.). mate kan bijdragen tot een positieve meningsvorming bij het O.M. omtrent het lopige hechtenis, dat wil zeggen dat de Officier vanjustitie voor de betekening te horen, bepaalde onderzoeken te (doen) verrichten en overigens al het nodige De Officier vanjustitie heeft gelijk de verdachte en zijn raadsman, de bevoegd openen van een GVO door de Rechter-Commissaris wordt afgewezen (art. Hiervoor werd reeds opgemerkt dat het het Openbaar Ministerie vrjstaat om synchroon met het gerechtelijk vooronderzoek het opsporingsonderzoek voort dachte die niet van zijn vrijheid is beroofd met betrekking tot de feiten waar bevoegdheid aan het O.M. niet meer toekomt indien een vordering tot inbewa bevelen tot voorlopige hechtenis werden afgewezen c.q. opgeheven. ringstelling door de Rechter-Commissaris werd afgewezen c.q. indien verdere deren dat verdachte in bewaring zal worden genomen of gevangen zal worden gehouden (inclusief de verlengingen van deze bevelen). Indien zodanige vorde ringen worden afgewezen kan het Openbaar Ministerie daarvan in beroep ko Anders dan de raadsman heeft de Officier vanjustitie steeds de bevoegdheid de wordt van dit recht door het Openbaar Ministerie zelden of nooit gebruik ge door de Rechter-Commissaris af te nemen verhoren bij te wonen. In de praktijk ( verwachten valt dat de verklaring van de verdachte of getuige in belangrijke verhoor door de Rechter-Commissaris aanwezig te zijn, met name indien te nodige aandrang bij de behandelend Officier uit te oefenen teneinde bij het zoek loopt, de bevoegdheid bij de Rechter-Commissaris c.q. rechtbank te vor maakt. Niettemin kan het onder omstandigheden aanbeveling verdienen de ris wordt ingediend. Indien een vordering van de Officier van Justitie tot het 1984, eerste lid Sv.) kan de Officier van Justitie van die afwijzing in beroep te doen in het gerechtelijk vooronderzoek. te zetten zodat het het Openbaar Ministerie vrij staat ten aanzien van een ver De Officier vanjustitie is belast met de tenuitvoerlegging van de bevelen voor niet verder vervolgen. De Officier vanjustitie heeft, los van de vraag of er een gerechtelijk vooronder Ai 3oo io De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek

11 (zie bijlage EA3o7o), waarover in paragraaf 2.1, (blz. 23) meer. insluiten van de verdachte. Wegens het tekort aan celruimte vindt steeds vaker insluiting niet in een huis van bewaring doch op een politiebureau plaats (vgl. doorgebracht, waarna, indien geen celruimte in een huis van bewaring voor handen is, de voorlopige hechtenis wordt geschorst (NJ 1985,25 o). Teneinde de aanmerking komt hanteert het Openbaar Ministerie een categorie-indeling tieve hechtenis hoogstens ongeveer 3 weken op een politiebureau mag worden NJ 1982,45). De meeste Rechtbanken hanteren thans als beleid dat de preven van deze bevelen aan de verdachte verantwoordelijk is, alsook voor het doen nodige selectie te kunnen doen bij de vraag wie wel of niet voor insluiting in, Adv. Pr. febiuari 1987 scheiden en werden aan het dossier de nodige gegevens omtrent de persoon van Het is daarom essentieel dat aan het dossier niet alleen stukken worden toege Meestal is de behandeling van een vordering inbewaringstelling ter gelegen waarop de raadsman kennis neemt van de in de voorafgaande fase vergaarde mers de zaak wordt door het gerechtelijk vooronderzoek als het ware,,pan tot klaarheid gebracht en de resultaten daarvan neergelegd in schriftelijke be preparatoire karakter van het Wetboek van Strafvordering sterk tot uiting. Im rechtzitting aan de hand van deze schriftelijke voorbereiding plaats. vooronderzoek kennis te nemen van de processtukken, tenzij er een beschik recht tot kennisneming van processtukken op basis van artikel 51 Sv. Deze regeling knoopt aan bij die van artikel 30 Sv. Doorgaans zal de raadsman in de gelegenheid worden gesteld op het kabinet van de Rechter-Commissaris voor de verdediging noodzakelijk worden geoordeeld voor een juiste beoordeling In de gevallen dat er sprake is van een gerechtelijk vooronderzoek, komt het de verdachte toegevoegd. Daardoor vindt de behandeling van de zaak ter te klaar op de zitting gebracht. In beginsel zijn alle bewijsvragen zoveel mogelijk voegd welke de vervolging van belang acht, doch ook al die stukken welke door van het te berechten feit en de te berechten persoon. stukken. Artikel 30 Sv. geeft de verdachte het recht tijdens het gerechtelijk king krachtens artikel 30, tweede lid is gegeven. De raadsman heeft een eigen heid van het openen van een gerechtelijk vooronderzoek het eerste moment afgaande aan de voorgeleiding van zijn cliënt de stukken door te nemen en deze neemt moet aan de verdachte worden meegedeeld dat de hem ter inzage gege bezwaarschrift bij de Raadkamer in te dienen teneinde de beslissing waarbij de Indien de Rechter-Commissaris een beschikking ex artikel 30, tweede lid Sv. kennisneming van bepaalde stukken werd onthouden, te doen toetsen. De ter onthouden de kennisneming van de in artikel 31 Sv. genoemde stukken. Zowel ven stukken niet volledig zijn. Niettemin mag aan de verdachte niet worden de verdachte (art. 32 Sv.) als zijn raadsman (art. 5 1 jo. 32 Sv.) heeft het recht een met zijn cliënt te bespreken. De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek Ai3oo i i 1.5. flet dossier

12 Art Sv.). Sv. regelt de wijze waarop de kennisneming van processtukken ge zijn raadsman) de kennisneming van stukken niet meer worden onthouden (art. kan een bezwaarschrift worden ingediend tegen deze fictieve weigering. beschikking van de Rechter-Commissaris. Indien de Rechter-Commissaris Zodra het gerechtelijk vooronderzoek is gesloten mag aan de verdachte (c.q. mijn voor het indienen van het bezwaarschrift is 3 dagen na ontvangst van de geen beschikking afgeeft doch de facto kennisneming van stukken onthoudt, ge nadelen voor deze getuigen indien zulks niet in strijd komt met de verdedi Adv. Pr. februari t 987 bruari ii (zie bijlage EA 2500). Bij briefvan 27 februari 1985 (zie Advocatenblad 1986, blz. i6 i) heeft de Minister vanjustitie aan de Nederlandse Orde van vraagt. Advocaten bevestigd dat uittreksels van justitiële documentatie eveneens in schiedt. Dit is geregeld in de circulaire van het Ministerie vanjustitie van 22 fe vanjustitie en na het openen van het gerechtelijk vooronderzoek bij de griffier worden opgevraagd bij de afdeling registratie van het parket van de Officier afschrift aan de raadsman verstrekt dienen te worden indien deze daarom van belang zijn, is het dienstig de Rechter-Commissaris te verzoeken de terzake weer ten aanzien van de wij ze van bewijsvergaring. raadsman en ex artikel 30 Sv. voor de verdachte mag de cliënt van alles kennis nemen waarvan zijn raadsman heeft kennisgenomen. Er bestaat dan ook geen enkel bezwaar tegen het ter inzage geven of eventueel verstrekken van processtukken door de raadsman aan zijn cliënt. Niettemin zal zijn raadsman zich telkens rekenschap moeten geven van de positie van een eventuele,,bedreigde getuige en wellicht de nodige maatregelen nemen ter voorkoming van onnodi afgedaan worden geretourneerd aan de griffie die deze heeft verstrekt. Bij ach gingsbelangen van zijn cliënt. pagina in rekening gebracht. terwege laten daarvan wordt een bedrag van enkele guldens per gekopieerde gevoerde correspondentie toe te voegen aan het GVO-dossier, opdat de zit dat de Rechter-Commissaris wellicht wat inschikkelijker zal reageren op rede Indien zich tijdens het gerechtelijk vooronderzoek problemen voordoen om tingsrechter daarvan later kan kennis nemen. Daarmee wordt enerzijds bereikt grondslag aanwezig is voor een verzoek ex artikel 280, derde lid c.q. een ver trent het horen van getuigen en/of deskundigen (zie de paragrafen 3.4 en 3., De ter inzage ontvangen stukken moeten zo spoedig mogelijk nadat de zaak is op de pariteit welke bestaat tussen de regelingen van artikel 51 jo. 30 Sv. voor de lijke verzoeken en anderzijds dat bij de behandeling ter terechtzitting reeds blz. 46 en 48), dan wel met betrekking tot andere zaken die voor de verdediging In de fase voorafgaande aan het gerechtelijk vooronderzoek kunnen de stukken van de Rechter-Commissaris. Tijdens de loop van het onderzoek is het verstan dig regelmatig te controleren of het eigen procesdossier wel compleet is. Gelet Ai De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek

13 bijzondere regeling inzake de correspondentie met de gedetineerde cliënt (zie Wat het correspondentiedossier van de raadsman betreft zij nog gewezen op de Advocatenbiad 1985, blz. i). De raadsman doet in dergelijke gevallen de briefaan zijn cliënt in een gesloten envelop, adresseert deze aan de gedetineer voegt vervolgens de envelop met de brief in een andere envelop, te richten aan het hoofd van de inrichting alwaar zijn cliënt verblijft met het verzoek de bijge voegde gesloten envelop uit te reiken aan de gedetineerde. de, tekent daarop,,van de raadsman aan, met daaronder zijn handtekening. Hij Adv. Pr. februari (987 Tijdens het gerechtelijk vooronderzoek wordt zeer vaak aan de reclassering gevraagd een rapport uit te brengen over de verdachte (art. 177, tweede lid Sv.). verzoek aan de reclassering meestal sprake, in de overige zaken pleegt het vra alleen tot voorlichting van de zittingsrechter (achtergronden verdachte en ach beslissing heeft te nemen ten aanzien van de voorlopige hechtenis. Tenslotte moet aandringen dat in zo n geval niettemin toch wordt gerapporteerd, waarbij waarom van het delict. In de gevallen dat de verdachte in bewaring wordt gesteld is van een dergelijk tergronden delict), maar kan ook dienen tot voorlichting van de rechter die een biedt het voorlichtingsrapport van de reclassering vaak de basis om een voor Doorgaans zal bij de reclasseringsrapportage aan de orde komen gegevens om opleveren indien de verdachte het hem verweten feit ontkent. Het wil nog wel tekort aan de overige hiervoor aangestipte kwesties, zodat de raadsman erop blijvende relaties van de verdachte zoals vrouw en kinderen. Dit geldt in het bijzonder indiende verdachte,,onder beperkingen is (ex art. 225 Invoerings waarvan hij verdacht wordt, aanleiding om een psychiatrisch rapport over hem den van een verdachte, maar ook het nodige doen ter begeleiding van de achter den dat van de beperkingen worden uitgezonderd de partner van de verdachte voorlopige hechtenis plaatsvinden. Doorgaans zal dergelijke rapportage,,hoe en waarom van het delict. Dit laatste aspect wil nog wel eens problemen te laten uitbrengen. Een dergelijk onderzoek kan zowel ambulant, als tijdens de (zij het dat het bezoek in dergelijke gevallen dan plaatsvindt onder toezicht). trent de persoon van de verdachte en zijn directe omgeving, wonen en werken, justitieel verleden met met name het reclasseringscontact daarbij, alsook het uiteraard geen aandacht kan worden besteed aan de vraag van het,,hoe en i.6. Hetpersoonsdossier die zich daarvoor specifiek lenen. De rapportage van de reclassering strekt niet stel tot dienstverlening geaccepteerd te krijgen. gen van rapportage door de reclassering beperkt te worden tot slechts die zaken eens voorkomen dat de reclassering in zo n geval niet wil rapporteren. Dit doet De reclassering kan niet alleen behulpzaam zijn bij het rapporteren en begelei wet Sv.). In dergelijke gevallen kan gerichte reclasseringsrapportage ertoe lei Soms ligt in de persoon van de verdachte en meer in het bijzonder het delict De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek Ai 3oo i 3

14 Ai 3oo i 4 De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek plaatsvinden door de districtspsychiater, die als vaste deskundige fungeert in het arrondissement. Indien over de verdachte eerder psychiatrisch werd gerap porteerd en het contact tussen de verdachte en de psychiater problematisch was c.q. het door de psychiater uitgebrachte rapport op ernstige kritiek stuitte, dient het aanbeveling te bevorderen dat door de Rechter-Commissaris een andere psychiater als deskundige wordt aangewezen. Bij ernstige delicten of kennelijke gestoordheid van de verdachte kan aan de psychiatrische rapportage een observatie in een penitentiaire kliniek voorafgaan. Dergelijke onderzoeken vinden plaats in het Pieter Baan-centrum te Utrecht; de rapporten van dit centrum zijn zeer uitvoerig en belichten zoveel mogelijk aspekten van de persoon van de verdachte alsook het oorzakelijk ver band tussen de persoon van de verdachte en het delict. De observatie kan door de Rechter-Commissaris tegen de wil van de verdachte worden bevolen (i 96 Sv.) zij het dat de verdachte daarop eerst wordt gehoord en daartegen in beroep kan komen bij de Rechtbank (197 Sv.). Het ligt voor de hand dat slechts in uitzonderlijke gevallen een gedwongen observatie zal plaatsvinden omdat over het algemeen de medewerking van de verdachte onontbeerlijk is voor een goe de rapportage. Gelet op het groot aantal verzoeken en de beperkte mogelij khe den tot observatie bestaat er een wachtlijst met als gevolg dat verdachten tij clens het GVO vaak lang moeten wachten alvorens zij opgenomen kunnen wor den in het Pieter Baan-centrum. Het verblijf in het Pieter Baan-centrum geldt als voorlopige hechtenis (art. 198 Sv.). Het nog niet beschikbaar zijn van een reclasseringsrapport c.q. een psy chiatrisch rapport staat aan de sluiting van het GVO niet in de weg. Rapportage kan ook na het GVO nog worden toegevoegd aan het dossier, zelfs nog ter terechtzitting. Het is daarom verstandig op de inzagedagen ter griffie of op de zittingsdag v66r de aanvang van de zaak nog even het dossier in te zien. Van zelfsprekend is het gewenst dat de rapportage ruimschoots voor de terechtzit ting beschikbaar is; rechtstreeks kontakt met de rapporterende reclasserings ambtenaar of psychiater is dan ook aanbevelingswaardig. Indien de Rechter-Commissaris een psychiatrische rapportage niet opportuun acht heeft de verdachte het recht door de Rechter-Commissaris een deskundige te doen benoemen teneinde een zodanig onderzoek in te stellen (art. 227 Sv.). ( Indien de Rechter-Commissaris een zodanige benoeming weigert, kan de verdachte, indien hij zodanig verzoek ter gelegenheid van zijn verhoor heeft ge daan, tegen die weigering een bezwaarschrift indienen bij de rechtbank (art. 208 Sv.). Indien ook door de rechtbank de benoeming van een deskundige wordt geweigerd staat het de verdachte natuurlijk vrij door tussenkomst van zijn raadsman zelf een deskundige aan te zoeken, zij het dat hij die deskundige zelf zal moeten betalen. Niettemin is het denkbaar dat later krachtens art. 591 Sv. door de rechter wordt geoordeeld dat de aan de tussenkomst van de deskun dige verbonden kosten voor vergoeding uit s Rijks kas in aanmerking komen Adv Pr. februari 1987

15 de Rechter-Commissaris aangewezen deskundige, kan de verdachte een tegendeskundige (art. 233 Sv.) aanwijzen (zie hiervoor par. 3.5, blz. 33). Tijdens het gerechtelijk vooronderzoek kunnen de volgende categorieën van 2. Dwangmiddelen ken). Indien de verdachte zich niet kan verenigen met het oordeel vançie door (op de voet van Wet Tarieven in Strafzaken,jo. het Besluit Tarieven in Strafza tenis (artt Sv.); met betrekking tot de lichamelijke integriteit, zoals het onderzoek aan die die die die die 15 Adv. Pr. februari 1987 heidsbeneming ingevolge enig bevel van bewaring, gevangenneming of gevan genhouding. In zoverre is de voorlopige hechtenis een beperkter begrip dan de preventieve hechtenis, nu daaronder mede wordt verstaan de invei zekering stelling voorafgaande aan de voorlopige hechtenis. Onder voorlopige hechtenis wordt blijkens artikel 133 Sv. verstaan de vrij De voorlopige hechtenis Het is de taak van de raadsman de toepassing van deze dwangmiddelen zoveel dat hij op de toepassing van dwangmiddelen controle zal uitoefenen. Daarbij is beeld zal aandacht worden besteed aan het onderscheid tussen binnentreden mogelijk te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken, terwijl steeds geldt verkregen. van belang wie tot de toepassing van het dwangmiddel bevoegd is,jegens wie of wat het dwangmiddel wordt toegepast, alsook de mate van verdenking. Bijvoor deze dwangmiddelen vergaarde bewijsmiddelen wel op rechtmatige wijze zijn ter aanhouding of binnentreden ter inbeslagneming (van hetgeen voor de hand wettigheid van ingezette dwangmiddelen alsmede de proportionaliteit en sub sidiariteit daarvan controleren, met het oog op de vraag of de met behulp van ligt) of binnentreden voor huiszoeking ter inbeslagneming. De raadsman zal de Sv.) en tot het aftappen van telefoonaansluitingen (art. i 25 Sv.); die met betrekking tot de PTT, zoals het openen van brieven (art. 114, lid 2 met betrekking tot het verblijven op een bepaalde plaats van de ver de getuige (inverzekeringstelling ex art Sv. c.q. gijzeling ex art. 22! Sv.) Sv.); met betrekking tot de persoonlijke vrijheid, zoals de voorlopige hech lichaam of kleding (art. 195 Sv.); met betrekking tot zaken zoals inbeslagneming en uitlevering (artt. met betrekking tot betreden van plaatsen ter huiszoeking (art. i 10 Sv.); dachte (observatie ex art. 196 Sv.) (inverzekeringstelling ex art. 206 Sv.) of van dwangmiddelen worden onderscheiden: De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek Ai

16 De raadsman controleert derhalve niet alleen de bevoegdheid tot het geven van in wezen een afweging inhoudt van de belangen van justitie tegenover die van de verdachte bij zijn vrijheid. vragen. bevelen tot voorlopige hechtenis maar ook de opportuniteit daarvan, hetgeen Bij de toepassing van de voorlopige hechtenis gaat het steeds om de volgende i. Is er sprake van een geval als bedoeld in artikel 67 Sv? 2. Doen zich één of meer gronden voor als bedoeld in artikel 67a Sv? 3. Is het opportuun van de aldus gecreëerde bevoegdheid gebruik te maken? i J-Iet stelsel van de wet is aldus dat: A. artikel 67 Sv. de gevallen voorschrijft waarbij een bevel tot voorlopige is voldaan, te weten: Ten eerste: a. in geval van verdenking van de in dat artikel omschreven misdrijven (art. 67, eerste lid Sv.); (of) b. indien de verdachte geen vaste woon- ofverblijfplaats in Nederland heeft i Sv.); (of) c. indien er sprake is van recidive ten aanzien van specifieke misdrijven (art. 67, eerste lid, ad 2 Sv.). Ten tweede: B. artikel 67a Sv. de gronden voorschrijft waarbij een op artikel 67 Sv. ge a. bij ernstig gevaar voor vlucht; (of) b. indien er gewichtige redenen zijn zoals: 2. indien er vrees voor recidive is: (a) ten aanzien van misdrijven waarop een gevangenisstraf van 6 jaar of (b) waardoor de veiligheid van dc staat of de gezondheid van personen in Adv. Pr. fcbruari 1987 grond bevel slechts kan worden gegeven, namelijk: (1 meer is gesteld (of) gevaar wordt gebracht, dan wel algemeen gevaar voor goederen kan ont gesteld, en de rechtsorde ernstig geschokt is, (of) staan, (of) i. verdenking van een feit waarop gevangenisstrafvan i 2 jaar of meer is indien uit feiten of omstandigheden blijkt van ernstige bezwaren tegen de ver verdenking ex artikel 27 Sv. dachte (art. 67, derde lid Sv.). Bij ernstige bezwaren gaat het om méér dan de (en het een misdrijf betreft waarop gevangenisstraf staat) (art. 67, tweede lid, ad hechtenis slechts kan worden gegeven, namelijk indien aan twee voorwaarden Ai 3oo i 6 De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek

17 hechtenis (NJ 1969, 69). Omdat de Rechter-Commissaris ambtshalve de gronden voor de bewaring kan mentarieerd worden. Dit geldt niet bij de overige vorderingen voorlopige ling niet alleen volstaan met het bespreken van de door de Officier vanjustitie kiezen, kan de raadsman bij de behandeling van de vordering inbewaringstel in de vordering aangevoerde gronden. Alle relevante gronden moeten becom 3. indien er vrees is voor collusie. 2 i). 15 Adv. Pr. februari 1987 tiële documentatie, herhaalde plegen van misdrijven in de onderzoekperiode of vrees voor herhaling ter discussie zal stellen. Ook in dit geval kunnen eventuele Wat de vluchtgevaarljkheid betreft, eist artikel 67a, eerste lid ad a Sv. dat die er sprake is van concreetheid, pluraliteit en geblekenheid. Men lette intussen De vrees voor collusie is doorgaans het lastigste te bestrijden. Niettemin geldt gevaarlijkheid moet blijken uit bepaalde gedragingen van de verdachte, of uit bepaalde hem persoonlijk betreffende omstandigheden. Het gaat er dus om dat voorkomende gevallen kan een schorsing worden verkregen door bijvoorbeeld worden door te verwijzen naar de ernst van het delict. De wetgever heeft de geschoktheid van de rechtsorde middels het woordje,,en nevenschikkend ge Indien de voorlopige hechtenis wordt gevorderd ter beperking van een ontsta digheden blijkt in artikel 67a, tweede lid, ad 6 Sv. schorsingsvoorwaarden de geopperde vrees beperken. maakt (art. 67a, tweede lid, ad i Sv). Ook in dit geval gaat het concreetheid, een paspoort in te leveren en/of een borgsom te stellen (zie hierna par , blz. verslaving. Duidelijk is dat de raadsman steeds de (on)aannemeljkheid van de eis van concreetheid, pluraliteit en geblekenheid. De enkele vrees is onvoldoen de. De rechtspraak aanvaardt het aannemen van deze vrees op grond vanjusti Bij de vrees van herhaling (ex art. 67a, tweede lid, ad 2 Sv.) geldt vorenbedoelde pluraliteit en geblekenheid, zoals blijkt uit de woorden:,,uit bepaalde omstan ne maatschappelijke onrust, behoort deze onrust niet alleen gemotiveerd te op de samenhang van deze grond met die van artikel 67, tweede lid, ad i Sv. In te zal vluchten, colluderen enz. Het gaat om de aanmerkelijke kans dat het O.M. aangevoerde gronden beoordeelt op de vraag of daarvan ten aanzien van zo vaak voor. In het algemeen is het van belang dat de raadsman de door het Sv. (ontstane maatschappelijke onrust bij zeer ernstige delicten) doen zich niet (geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland) of artikel 67a, tweede lid, ad de verdachte in het bijzonder blijkt. De enkele vrees is doorgaans niet voldoen ling of de vrees voor collusie. De gronden van artikel 67, tweede lid, ad i Sv. de; uit feiten en omstandigheden zal toch moeten blij ken datjuist deze verdach In de praktijk gaat het meestal om de vluchtgevaarljkheid, de vrees voor herha gevreesde gevolg zal intreden. De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek Ai3oo i 7

18 Ai 3oo i 8 De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek ook in dit geval de eis dat uit bepaalde (concreetheid) omstandigheden (plurali teit) blijkt van die vrees. De enkele gedachte dat er wel eens gecolludeerd zou kunnen worden is dus onvoldoende. De formulering van artikel 67a Sv., tweede lid, ad 3 Sv. is van belang: het gaat alleen om de gevallen waarbij de waarheid aan het licht gebracht wordt anders dan door verklaringen van de verdachte. Een zwijgende verdachte levert dus onvoldoende grond voor collusie op. Bo vendien moet het gaan om een vrijheidsberoving die in redelijkheid, noodzake lijk is. Deze formule brengt met zich mee dat steeds de proportionaliteit én de subsidiariteit van de opsporing moet worden afgewogen tegen de vrijheid van de verdachte. Ten slotte wordt nog gewezen op het laatste lid van artikel 67a Sv. waarin is bepaald dat een bevel tot voorlopige hechtenis niet wordt verleend indien er reden is om te veronderstellen dat de op te leggen straf korter zal zijn dan de preventieve hechtenis. Dit voorschrift speelt nog wel eens een rol bij een vorde ring verlenging gevangenhouding. Bijvoorbeeld na het vonnis in afwachting van de behandeling van het appel; de appelrechter die over dergelijke vorde ringen oordeelt, pleegt wat de duur van de op te leggen straf betreft, de VI daarbij in aanmerking te nemen. Ten aanzien van bevelen voorlopige hechtenis moet onderscheid worden ge maakt tussen het moment waarop het bevel wordt verleend, het moment waar op het bevel aan de verdachte wordt betekend en het moment waarop het bevel ten uitvoer wordt gelegd. Dit onderscheid is van belang voor de berekening van termijnen (zoals hoger beroep) zie artikel 71, eerste lid Sv.( dagen na de tenuit voerlegging van het bevel) of artikel 87 Sv. ( dagen na betekening van het bevel). De dadelijke uitvoerbaarheid zoals bedoeld in artikel 73 Sv. wil zeggen dat het bevel ten uitvoer kan worden gelegd ongeacht een eventueel hoger beroep of ander rechtsmiddel. Voorts brengt voormeld systeem met zich mee dat bevelen tot voorlopige hechtenis elkaar niet overlappen doch telkens op elkaar aansluiten. (NJ 1982, 490). Immers een bevel wordt eerst ten uitvoer gelegd nadat het vorige bevel is geëxpireerd, ook al werd het nieuwe bevel gegeven tijdens de looptijd van het vorige bevel. De duur van de voorlopige hechtenis wordt berekend in uren (bewaring 6 x 24 uren en gevangenhouding c.q. verlenging 30 X 24 uren) conform artikel 136 Sv Bewaring Een bevel inbewaringstelling kan uitsluitend worden verleend door de Rech ter-commissaris (art. 63 Sv.) op vordering van de Officier van Justitie. Een spontaan bevel tot inbewaringstelling is derhalve niet mogelijk. Aan een bevel inbewaringstelling behoeft geen inverzekeringstelling vooraf te zijn gegaan; rauwelij kse inbewaringstelling is mogelijk (zie echter NJ 1981,577 en NJ 1983, 677). 15 Adv. Pr. februari 1987

19 de vordering tot inbewaringstelling. tijk wordt de raadsman ruimschoots tevoren gewaarschuwd dat zijn cliënt bij de Behoudens voor het geval het voorafgaand verhoor van de verdachte niet kan worden afgewacht, wordt de verdachte op de vordering tot inbewaringstelling gehoord alvorens de Rechter-Commissaris dienaangaande beslist. In de prak Rechter-Commissaris zal worden voorgeleid, zodat de raadsman tijdig tevoren inzage kan nemen van het dossier en dat met zijn cliënt kan bespreken alsmede met zijn cliënt kan overleggen over diens processuele houding ten opzichte van Adv. Pr. februari 1987 Het bevel gevangenhouding kan door de rechtbank ten hoogste tweemaal wor duur van ten hoogste 30 dagen; minder mag dus ook. De gevangenhouding kan derhalve niet rauweljks, dat wil zeggen zonder dat daaraan een inbewaring nadat de verdachte daarop is gehoord (art. 65 Sv.). stelling vooraf is gegaan, worden verleend. Het bevel wordt niet verleend dan Officier van Justitie de gevangenhouding van de verdachte bevelen voor de De rechtbank kan aansluitend op de inbewaringstelling op vordering van de Gevangenhouding Het bevel inbewaringstelling kan worden verleend voor ten hoogste 6 dagen; stelling met eenmaal (ten hoogste) 6 dagen te verlengen (art. 64 Sv.). Ook voor het bevel verlenging bewaring geldt dat daaraan een vordering van de Officier dat de vordering tot verlenging van de inbewaringstelling tegelijkertijd wordt ter-commissaris op dezelfde dag als waarop het bevel inbewaringstelling vanjustitie ten grondslag moet liggen. In de praktijk komt het nog weleens voor minder mag ook. De Rechter-Commissaris is bevoegd het bevel inbewaring behandeld met de vordering inbewaringstelling waarop vervolgens de Rech wordt verleend, ook het bevel verlenging inbewaringstelling afgeeft. In begin gesproken de vordering verlenging bevel inbewaringstelling aan de orde zou moeten komen een feestdag is. De Hoge Raad heeft deze werkwijze (impliciet) niet verboden (NJ 1975, 241). Zie ook richtlijn PG s van 13juni 1979 (opgeno werkwijze wel gerechtvaardigd zijn, met name indien de dag waarop normaal men in Cremers Sv.,bijl. blz. 322 c)en Rb. Breda NJ 1981,406. sel is dit een ongewenste gang van zaken, doch onder omstandigheden kan deze dering tot inbewaringstelling. heid worden gesteld de nodige opmerkingen te maken in verband met de vor zoek loopt. Indien er geen gerechtelijk vooronderzoek is gevorderd zal het ver inbewaringstelling niet noodzakelijk dat er ook een gerechtelijk vooronder hoor bij de Rechter-Commissaris uitsluitend strekken om de verdachte te ho ren op de vordering tot inbewaringstelling. In het andere geval zal het verhoor betrekking hebben op de vordering GVO en daarnaast zal de verdachte worden gehoord op de vordering inbewaringstelling. De raadsman zal in de gelegen Hoewel zulks in de praktijk meestal wel het geval is, is het voor een vordering De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek AI3oo 19

20 Ai De advocaat tijdens het gerechtelijk onderzoek den verlengd voor de duur van telkens ten hoogste 30 dagen. Steeds zal daaraan een vordering van de Officier vanjustitie ten grondslag moeten liggen en wordt de verdachte op deze vordering door de rechtbank gehoord. Voor de behandeling van de vorderingen gevangenhouding en verlengingen daarvan, zijn de artikelen Sv. van toepassing, waaruit blijkt dat behande ling in Raadkamer plaatsvindt. De raadsman heeft de bevoegdheid om bij de behandeling in Raadkamer aanwezig te zijn en aldaar de nodige opmerkingen te maken. De behandeling van de gevangenhouding of verlenging daarvan vindt, zoals opgemerkt, plaats in Raadkamer. Bij de meeste rechtbanken is het de gewoonte deze zittingen eenmaal per week te doen plaatsvinden, zodat tevoren door de (1 raadsman kan worden uitgerekend wanneer de behandeling van de diverse vorderingen zal plaatsvinden. De behandeling in Raadkamer leent zich niet voor een behandeling van de zaak ten principale, dat wil zeggen dat alle bewijsvragen uitgebreid aan de orde zouden moeten komen. De eis van artikel 67 Sv., namelijk dat er sprake moet zijn van ernstige bezwaren, wil slechts tot uitdruk king brengen dat uit aanwijzingen moet blijken dat het mogelijk is dat de ver dachte het hem telastegelegde feit begaan heeft. Daarom zal de raadsman in Raadkamer de meeste aandacht besteden aan de vragen als bedoeld in artikel 67aSv Opheffing en schorsing Artikel 69 Sv. verschaft de verdachte gedurende de gehele looptijd van de voor lopige hechtenis de bevoegdheid om (telkens) een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis aan de rechter te doen. De wet kent geen beperking in het doen van dit verzoek, of het zou de hierna te bespreken werking van artikel 87 Sv. (appelmogelijkheid) moeten zijn. De rechter kan ook ambtshalve de voorlo pige hechtenis opheffen (bijvoorbeeld de Rechter-Commissaris heft ambtshal ve de bewaring op). De Officier van Justitie kan de invrijheidstelling van de verdachte gelasten (art. 69, derde lid Sv.) in afwachting van een beslissing van de rechtbank op een verzoek van de verdachte of de vordering van het OM. c.q. een voordracht van de Rechter-Commissaris tot opheffing van een bevel (ver lenging) gevangenhouding. Een zodanige invrij heidstellingsbevoegdheicl komt de Officier vanjustitie ook toe gedurende de bewaring van de verdachte; (art. 64, lid 4 Sv.) gelijk ook de Rechter-Commissaris het bevel (verlengde) inbe waringstelling kan opheffen en de invrijheidstelling van de verdachte kan ge lasten. De rechter (Rechter-Commissaris of Raadkamer van rechtbank of gerechts hof) die het bevel voorlopige hechtenis heeft gegeven, kan dat bevel op verzoek van de verdachte of op vordering van het Openbaar Ministerie, doch ook ambtshalve, schorsen (art. 8o Sv.). 15 Adv Pr. februari 1987

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

U wordt verdacht. Inhoud

U wordt verdacht. Inhoud Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 298 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. * Waar in deze brochure hij staat,

Nadere informatie

Aanhouding en inverzekeringstelling

Aanhouding en inverzekeringstelling Aanhouding en inverzekeringstelling 1 U bent aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Wat zijn uw rechten? U wordt verdacht van een strafbaar feit. De Rechercheur Opsporing van de Inspectie SZW

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Inhoudsopgave Deze brochure 2 Aanhouding en verhoor 2 Inverzekeringstelling 2 Uw advocaat 3 De reclassering 3 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 4 Beperkingen en rechten

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen Art. 9:1. 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan

Nadere informatie

EERSTE BOEK ALGEMENE BEPALINGEN TITEL I STRAFVORDERING IN HET ALGEMEEN EERSTE AFDELING INLEIDENDE BEPALING. Artikel 1

EERSTE BOEK ALGEMENE BEPALINGEN TITEL I STRAFVORDERING IN HET ALGEMEEN EERSTE AFDELING INLEIDENDE BEPALING. Artikel 1 WET van 23 november 1977, houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafvordering (S.B. 1977 no. 94), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1980 no. 116, S.B. 1982 no.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Werkwijze (rolreglement) Rekestenkamer Strafsector. Rechtbank Amsterdam

Werkwijze (rolreglement) Rekestenkamer Strafsector. Rechtbank Amsterdam Werkwijze (rolreglement) Rekestenkamer Strafsector Rechtbank Amsterdam I Algemeen deel 1.1 Algemene bepalingen 1.1.1 Strekking werkwijze Dit reglement heeft betrekking op de behandeling van strafrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 983 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege

Reglement van het Veterinair Tuchtcollege Reglement van het Veterinair Tuchtcollege Dit reglement geldt in aanvulling op het bepaalde in de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 c.q. in aanvulling op de Wet Dieren (nadat de daarin

Nadere informatie

Conceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor

Conceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor 15 april 2011 Conceptwetsvoorstel rechtsbijstand en politieverhoor Wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot aanvulling van de regeling van het politieverhoor van de verdachte, diens aanhouding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 385 Beschikking van de Minister van Justitie van 29 juli 2004, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit orde van dienst

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING

BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING Gelezen het namens [klager] ingediend verzoekschrift, welke ertoe strekt dat het Hof

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam De besturen van de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. een klacht:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 177 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten tot versterking van de positie van de rechter-commissaris

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714 ECLI:NL:RBAMS:2017:2714 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 01-05-2017 Zaaknummer RK 16/7321 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Rekestprocedure

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 351 Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering en de Wet politieregisters en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand.

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand. Rapport Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Raad voor Rechtsbijstand gegrond. Datum: 12 december 2016 Rapport: 2016/114

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 012 Wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005

Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005 Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005 Rb 's-gravenhage - De rechtbank Rotterdam (nevenvestigingsplaats 's-gravenhage) heeft vandaag in Amsterdam

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel 1

Voorstel van wet. Artikel 1 Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

opleiding BOA Wetboek van Strafvordering

opleiding BOA Wetboek van Strafvordering Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd in de eindtermen, versie juni 2005. Eerste Boek. Algemeene bepalingen Titel I. Strafvordering in het algemeen Eerste afdeeling. Inleidende bepaling

Nadere informatie

3 Beroep bij de rechtbank

3 Beroep bij de rechtbank Beroep bij de rechtbank A8/3.1.3 3 Beroep bij de rechtbank 3.1 Algemeen De rechtbank te Den Haag is bevoegd kennis te nemen van beroepen op grond van de artt. 33a en 34a Vw. De rechtbank te Den Haag heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

De Nederlandse Strafvordering

De Nederlandse Strafvordering De Nederlandse Strafvordering MrA. Minkenhof Zesde druk, herzien door Prof. mrj.m. Reijntjes met medewerking van mrm.p. Bart en mrja. W. Lensing Gouda Quint bv (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070

ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070 ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 19-05-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 365458 - KG ZA 10-564 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

3. De afhandeling van de klachten worden uitgevoerd door het onafhankelijke instituut KIGID.

3. De afhandeling van de klachten worden uitgevoerd door het onafhankelijke instituut KIGID. Geschillenregeling NVI Hoofdstuk 1: Klachtenbehandeling in de Prefase Artikel 1 1. De klachtenprocedure van de NVI ziet op geschillen, die tussen leden en derden zijn gerezen en betrekking hebben op de

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b Verruiming fouilleerbevoegdheden, versie 6 april 2011 internetconsultatie: de relevante bepalingen van de huidige Gemeentewet en Wet wapens en munitie en van de toekomstige Politiewet 201x, met daarin

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Hoge Raad 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496

Hoge Raad 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496 Hoge Raad 1 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1496 Beschouwingen over het oproepen & horen van getuigen ter terechtzitting Inleiding... 2 Toepasselijke wettelijke bepalingen... 2 Aan te leggen maatstaven... 7

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Bij de invoering van de Wet herziening GVO is door de Minister de toezegging aan de Tweede Kamer gedaan deze wet in twee fasen te laten evalueren. De eerste evaluatie dateert van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 159 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met aanvulling van bepalingen over de verdachte, de raadsman

Nadere informatie

Artikel 2 1. De leden van de commissie worden benoemd door de raad van toezicht op voordracht van het bestuur.

Artikel 2 1. De leden van de commissie worden benoemd door de raad van toezicht op voordracht van het bestuur. Commissie van beroep Artikel 1 De stichtingen Stichting Garantiefonds Reisgelden en Stichting Calamiteitenfonds Reizen - verder respectievelijk SGR en het Calamiteitenfonds te noemen - hebben gezamenlijk

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 32 194 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten ter verbetering van de toepassing van de maatregel ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 250 Wet van 5 juni 2013 tot implementatie van kaderbesluit 2009/829/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2009 inzake de toepassing

Nadere informatie

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht 4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750 ECLI:NL:RBMNE:2016:7750 Instantie Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Zaaknummer 07.607382.06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Penitentiair

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 DECREET van 10 juni 1983, houdende nieuwe regelen betreffende uitlevering en andere vormen van internationale rechtshulp in strafzaken (Decreet inzake uitlevering) (S.B. 1983 no. 52). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE

Nadere informatie

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 151a tot en met 151f van de Provinciewet;

Nadere informatie