GK 124 VR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Buderus
|
|
- Mark van den Velde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 GK 124 VR LowNOx Voorschriften voor de installateur Buderus 1
2 Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen Voorschriften Montage Algemeen Aansluitingen Aanvoer- en retouraansluiting Gasaansluiting Rookgasaansluiting Elektrische aansluiting Elektrische aansluiting GK 124 VRT Elektrische aansluiting GK 124 VRE Werking Werking GK 124 VRT Werking GK 124 VRE Algemeen Pompschakeling Eerste inbedrijfname Vullen en ontluchten van de installatie Kontrole Inbedrijfname GK 124 VRT Inbedrijfname GK 124 VRE Uit bedrijf nemen van de ketel Montage bemanteling Onderhoud Reiniging van de branders Reiniging van de warmtewisselaar m.b.v. een borstel Reiniging van de warmtewisselaar m.b.v. een chemisch reinigingsmiddel Rookgasafvoersysteem Storingsanalyse Storingsanalyse GK 124 VRT Storingsanalyse GK 124 VRE Afmetingen, gewicht en waterinhoud Technische gegegevens Regel- en beveiligingsapparatuur Regel- en beveiligingsapparatuur GK 124 VRT Regel- en beveiligingsapparatuur GK 124 VRE Waterzijdige weerstand 14 2
3 1.0 Algemeen. Ketelbeschrijving GK 124 VR: De Buderus GK 124 VR is een CE-goedgekeurde, atmosferische, Verbeterd Rendement gasketel (Kategorie: I2L, type B11 BS). De ketel is vervaardigd uit hoogwaardig korrosiebestendig gietijzer, met een natuurlijke afvoer van de rookgassen. De ketel kan worden toegepast tot een maximale overdruk van 4 bar en een nominale aanvoerwatertemperatuur van ca. 90 C. De warmtewisselaar van de ketel is opgebouwd uit gietijzeren leden, welke waterzijdig met elkaar verbonden zijn met behulp van konische nippels. Boven de warmtewisselaar is een trekonderbreker/valwindafleider gemonteerd. De ketel is standaard geschikt voor het verstoken van aardgas (G25) met een voordruk van 25 mbar. Op verzoek kan de ketel ook geschikt gemaakt worden voor andere gassoorten. Onder het ketelblok is een roestvaststalen, zelfreinigende Primo-Atmo gasbrander gemonteerd. Bij elke rookgang tussen de leden is een branderstaaf geprojekteerd waardoor een gelijkmatige belasting van het gehele V.O. verkregen wordt met optimale verbrandingsresultaten. Tevens is de ketel voorzien van een ingebouwde HAES cirkulatiepomp type Vario 20 met 3 toerentallen, regelthermostaat, maximaalthermostaat, thermische terugslagbeveiliging, vul- en aftapkraan, manothermometer, komplete bedrading met aansluitsnoer en steker en isolatiemantel. Een blauwe plaatstalen bemanteling wordt apart verpakt in een doos meegeleverd. De GK 124 VR is in 2 uitvoeringen verkrijgbaar, te weten: GK 124 VRT ==> uitvoering met thermo-elektrische waakvlambeveiliging. GK 124 VRE ==> uitvoering met ionisatiebeveiliging. Regel- en beveiligingsapparatuur type GK 124 VRT. - Gasregelklep met thermo-elektrische waakvlambeveiliging en thermokoppelstroomonderbreking d.m.v. een aan het gasregelklep gemonteerde maximaalthermostaat. De maximaalthermostaat fungeert tevens als thermische droogkookbeveiliging. - Volledige interne bedrading en ingebouwde schakelkast met transformator, zekering, regelthermostaat en klemmenstrook voor aansluiting van netvoeding, temperatuurregeling en cirkulatiepomp. - Ingebouwde thermische terugslagbeveiliging. Regel- en beveiligingsapparatuur type GK 124 VRE. - Gasregelklep met ingebouwde, langzaam openende hoofdgas-magtklep en gasdrukregelaar. Bovendien is de gasklep voorzien van een extra veiligheidsgasklep. - Branderautomaat Furimat 500 met ontstekingstransformator, ionisatiebeveiliging en klemmenstrook voor aansluiting van netvoeding, temperatuurregeling, regelthermostaat, maximaalthermostaat en cirkulatiepomp. De maximaalthermostaat fungeert tevens als thermische droogkookbeveiliging. - Ingebouwde thermische terugslagbeveiliging. 2.0 Voorschriften. Het installeren van de Buderus GK 124 VR dient te geschieden door een erkende installateur, overeenkomstig de geldende voorschriften en de daarop van kracht zijnde aanvullingen NEN 1078 (GAVO 1987), NEN 3028 en NEN Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de eventueel plaatselijk geldende voorschriften. Het toestel moet worden opgesteld in een ruimte die ook bij strenge kou vorstvrij blijft. Indien de gekozen ruimte hieraan niet voldoet, dienen maatregelen getroffen te worden om vorstgevaarlijke situaties te voorkomen. 3.0 Montage. 3.1 Algemeen. Zet de ketel op de daarvoor bestemde plaats en zorg dat de achterzijde van de ketel 150 mm vrij staat van de muur. De voorzijde van de ketel dient goed bereikbaar te zijn i.v.m. onderhoudswerkzaamheden. 3.2 Aansluitingen. De installatie moet worden uitgevoerd met een gesloten expansievat, een overstortventiel en een goede ontluchtingsmogelijkheid op het hoogste punt. De ketel is geschikt voor een maximale overdruk van 4 bar. De ketelregelthermostaat kan worden ingesteld op een maximale waarde van 90 C Aanvoer- en retouraansluiting. De aanvoer- en retouraansluitingen (G1" buitendraad) bevinden zich aan de achterzijde van de ketel (zie ook de maatschetsen bij hoofdstuk 10.0) Gasaansluiting. De gasaansluiting bevindt zich aan de linker achterzijde van de ketel en is voorzien van 1/2"G buitendraad (zie ook de maatschetsen bij hoofdstuk 10). Het verdient aanbeveling de aansluiting op de gastoevoer uit te voeren met een haakse of rechte koppeling Rookgasaansluiting. De Buderus GK 124 VR is ontworpen voor bovendakse rookgasafvoer. De aansluiting en uitmondingspositie moet voldoen aan NEN 1078 (GAVO 1987) en de aanvullingen hierop, alsmede de eventuele plaatselijke voorschriften. Evens dient rekening gehouden te worden met de lengte-trekhoogteverhouding van het rookgasafvoersysteem. Bij specifieke en/of twijfelgevallen wordt geadviseerd kontakt op te nemen met de technische afdeling van Buderus-CHV Meppel Elektrische aansluiting. De Buderus GK 124 VR is geschikt voor aansluiting op 230 V wisselstroom, 50 Hz met fase en nulleider. T.b.v. de netvoeding is de ketel voorzien van een aansluitleiding met randaarde-steker. 3
4 Elektrische aansluiting GK 124 VRT. * Bij aansluiting ruimtethermostaat, de inlegbrug: verwijderen. ** Bij aansluiting boilerregeling BR-01, de inlegbrug: verwijderen. De ruimtethermosstaat op klem: laten zitten! Verklaring codering BR GK ILB KT MT P RT TK TR TTB Z Boilerregeling BR-01 Gasregelkombinatie Inlegbrug EB2-6 Ketelthermostaat Maximaalthermostaat Pomp Ruimtethermostaat Thermokoppel Trafo Thermische terugslag Zekering (Levering op bestelling)** Honeywekk type: V8600C Phoenix Emerson 716 R Emerson 710FS 9850 HAES V20 (levering op bestelling)* Honeywell type: Q309A 2747B L=750 Belpa 220V-24V~ 50Hz 15VA Beveiliging Elmwood L70C ,8 A Traag Ø Klemmenstrook schakelkast Schuifstekkerverbinding Soldeerverbinding Niet standaard geleverd kleurcodering bl blauw (N) z zwart br bruin (L) groen geel (aarde) - Ruimtetemperatuurregeling: Voor aansluiting van de kamerthermostaat is een beschermbuis t.b.v. het doorvoeren van de kabel aanwezig; de aansluiting van de thermostaat kan plaatsvinden op de klemmen 11 en 12, de inlegbrug dient hiertoe verwijderd te worden. De spanning in het kamerthermostaatcircuit is 24 Volt wisselstroom. Het warmteversnellingselement (indien aanwezig) van de kamerthermostaat moet ingesteld worden op 0,1 Ampère. Het schakelkontakt van een eventueel toe te passen klokthermostaat moet aangesloten worden op de klemmen 11 en 12, welke zich op de frontplaat bevinden. Voor het aansluiten van de klokmotor wordt geadviseerd de aanwijzingen van de betreffende thermostaatfabrikant op te volgen. N.B.: Indien er c.v. leidingen door ruimtes lopen waar bevriezingsgevaar aanwezig is, dienen er maatregelen genomen te worden, welke dit voorkomen (bijv. aansluiting van een minimaalthermostaat, die deze ruimte gemonteerd is). 4
5 Elektrische aansluiting GK 124 VRE. Opmerkingen: * Bij aansluiting vorstthermostaat VT op 6-7 wordt uitsluitend de pomp ingeschakeld. Bij aansluiting vorstthermostaat VT op 7-8 wordt zowel de pomp als de brander ingeschakeld. Doorverbinding van 6-7 stelt de pompschakeling buiten werking; de pomp draait kontinu ** Aansluiting 2-draads klokthermostaat: op Aansluiting 4-draads klokthermostaat: voeding (24V~) op 4-5 en schakelkontakt op Stroomopname 4-draads klokthermostaat maximaal 290 ma zonder boiler en max. 60 ma met boiler. *** Eventueel aanwezige aardedraad aan driewegklep behoeft niet te worden aangesloten. Verklaring codering GK KLT KT MT BT DWK TTB OIE P RT VT Gasregelkombinatie Klokthermostaat Ketelthermostaat Maximaalthermostaat Boilerthermostaat Driewegklep Thermische Terugslag Beveiliging Ontstekings- Ionisatie Elektrode Pomp Ruimtethermostaat Vorstthermostaat Inwendige aansluiting in schakelkast FURIMAT 500 Schuifstekerverbinding Aansluitklem, 12-polige klemmenstrook Aansluitklem, 8-polige klemmenstrook Speciale pompstekker Netsteker Bougiedop Niet standaard geleverd kleurcodering bl blauw (N) br bruin (L) z zwart groen geel (aarde) - Ruimtetemperatuurregeling: Op de klemmen 9 en 10 kan een 24 Volt kamerthermostaat met tweedraadsaansluiting worden aangesloten (behoort niet bij de levering van de ketel). Voor zover de kamerthermostaat is uitgevoerd met een warmteversnellingselement dient dit te worden ingesteld op 0,1 Ampère. De maximaal toelaatbare weerstand in het kamerthermostaatcircuit bedraagt 25 Ohm. - Vorstbeveiligingsthermostaat: Op de klemmen 6 en 7 of de klemmen 7 en 8 kan eventueel een vorstbeveiligingsthermostaat worden aangesloten. Deze thermostaat behoort niet bij de levering van de ketel. In situaties waar een radiator of leidinggedeelte op een ongunstige (koude) plaats in de woning gemonteerd is, wordt een vorstbeveiligingsthermostaat aanbevolen. Toepassing van deze thermostaat is mogelijk doordat de GK 124 VRE is uitgevoerd met een ingebouwde pompschakeling. Indien het kontakt tussen klemmen 6 en 7 gesloten wordt, dan zal de cirkulatiepomp kontinu in bedrijf zijn. Bij aansluiting van de vorstbeveiligingsthermostaat op klemmen 7 en 8 wordt zowel de pomp als de brander ingeschakeld (bij een gesloten kontakt). - Klokthermostaat: Voor de 24 Volt (~) voeding van een klokmotor of andere regeling zijn op de branderautomaat de klemmen 4 en 5 beschikbaar. Het maximaal afgegeven vermogen bedraagt 7 VA, indien er geen 24 Volt driewegklep wordt aangesloten. Indien deze wel wordt aangesloten, dan bedraagt het beschikbare vermogen voor de voeding van een klokmotor maximaal 1,5 VA. Indien dit onvoldoende is, dan moet een externe transfomator worden toegepast. - Thermische terugslagbeveiliging: De GK 124 VR is standaard uitgevoerd met een ingebouwde thermische terugslagbeveiliging (TTB). De TTB is aangesloten op de klemmen 19 en 20 van de branderautomaat en heeft een vergrendelende aktie van 5
6 de branderautomaat tot gevolg. Wanr de beveiliging om een of andere reden de ketel heeft uitgeschakeld, dan dient de branderautomaat ontgrendeld te worden. NB. - Bij alle werkzaamheden aan het elektrisch gedeelte van de ketel, zoals het aansluiten van de ruimtethermostaat of eventuele vervanging van bepaalde komponenten, moet de ketel spanningsloos gemaakt worden. Dus: netsteker uit de wandkontaktdoos. 4.0 Werking. 4.1 Werking type GK 124 VRT (uitvoering met thermo-elektrische beveiliging). Bij warmtevraag van kamer- en ketelthermostaat wordt de gasregelklep bekrachtigd, zodat de hoofdbrander in bedrijf kan komen. Voorwaarde hiertoe is uiteraard dat de waakvlam brandt. Tijdens de startfase komt de brander eerst op een verlaagde druk in bedrijf en na ca. 5 sekonden gaat de brander op nominale branderdruk/van dekapaciteit in bedrijf. Bij beëindiging van de warmtevraag kamer- en/of ketelthermostaat wordt het stroomcircuit verbroken en sluit de gasregelklep. Indien om één of andere reden (bijv. defekte ketelthermostaat, onvoldoende watercirkulatie of watergebrek) het kontakt van de maximaalthermostaat bij een temperatuur van 110 C verbroken wordt, dan zal de veiligheidsgasklep sluiten en de waakvlam doven. De waakvlam kan, nadat het kontakt van de maximaalthermostaat weer gemaakt is en de storingsoorzaak verholpen is, opnieuw aangestoken worden, waarna de ketel weer normaal kan funktioneren (de keteltemperatuur dient dan eerst tot ca. 90 C gedaald te zijn). De maximaalthermostaat fungeert tevens als thermische droogkookbeveiliging. Indien geen of onvoldoende afvoer van de verbrandingsgassen plaatsvindt, dan wordt de thermische terugslagbeveiliging verwarmd door langs de rand van de valwindafleider uitstromende verbrandingsgassen en schakelt deze beveiliging de ketel uit. De thermische terugslagbeveiliging zal minimaal 10 minuten geblokkeerd blijven en als daarna de temperatuur voldoende gedaald is, zal de ketel weer in bedrijf komen. 4.2 Werking type GK 124 VRE (uitvoering met ionisatiebeveiliging) Algemeen. Bij warmtevraag van de kamer- en ketelthermostaat wordt de elektronische ontsteking direkt ingeschakeld en wordt tevens de gasregelklep bekrachtigd. In de gasregelklep is 1 veiligheidsgasklep (klasse 0,5) en 1 servo-regelklep gemonteerd. De brander wordt ontstoken bij een branderdruk welke overeenkomt met ca. 50% van de nominale belasting van de ketel. Nadat de ontsteking is ingeschakeld, moet binnen de veiligheidstijd vlamvorming plaatsvinden, zodat door de branderautomaat een voldoende ionisatiestroom kan worden waargenomen. Daarna zal de servo-regelklep na maximaal 10 sekonden volledig open zijn en is de brander op de ingestelde nominale kapaciteit in bedrijf. Indien bij de eerste startpoging geen vlamvorming (ionisatie) wordt waargenomen, dan wordt de elektronische ontsteking uitgeschakeld en de gasklep gesloten. Na een wachttijd van 30 sekonden wordt dan een nieuwe startpoging ondernomen. Er worden maximaal 3 herstarts ondernomen, elk met een tussentijdse wachttijd van 30 sekonden (het totaal aantal startpogingen bedraagt dus 4). Indien na de laatste start nog geen vlamvorming wordt waargenomen zal de branderautomaat vergrendelen en brandt de rode storingslamp. De automaat kan dan ontgrendeld worden door het indrukken van de reset-knop aan de voorzijde. T.b.v. de temperatuurregeling is de ketel voorzien van een ingebouwde regelthermostaat en een maximaalthermostaat. De regelthermostaat is instelbaar tot een maximale watertemperatuur van 90 C. De maximaalthermostaat is vast ingesteld op 110 C en heeft bij het bereiken van deze temperatuur een vergrendelende aktie van de branderautomaat tot gevolg. De maximaalthermostaat fungeert tevens als (thermische) droogkookbeveiliging. De Buderus GK 124 VRE is standaaard uitgevoerd met een ingebouwde thermische terugslagbeveiliging (TTB). Deze beveiliging heeft, bij onvoldoende afvoer van de rookgassen, een vergrendelende aktie van de branderautomaat tot gevolg Pompschakeling. De Buderus GK 124 VRE is voorzien van een ingebouwde pompschakeling. De werking van de pompschakeling is als volgt: Na beëindiging van de warmtevraag van de c.v. wordt de pomp na ca. 10 minuten uitgeschakeld. Indien de boiler als laatste warmte heeft gevraagd, zal de pomp na ca. 3 minuten worden uitgeschakeld. Indien gedurende langere tijd geen warmte wordt gevraagd (bijv. s zomers), dan wordt de pomp 1 keer per 24 uur gedurende enige minuten ingeschakeld om vastzitten te voorkomen. Desgewenst kan op klemmen 6 en 7 van de branderautomaat een doorverbinding worden aangebracht. Hiermee wordt de pompschakeling overbrugd en draait de pomp kontinu, ook bij een vergrendelende aktie van de branderautomaat draait de pomp kontinu. 5.0 Eerste inbedrijfname. 5.1 Vullen en ontluchten van de installatie. Vul de installatie met water en ontlucht deze middels de daarvoor aangebrachte ontluchters. Deze ontluchters dienen in de aanvoerleiding op het hoogste punt in de installatie te worden aangebracht. Op de ketel zelf bevinden zich geen ontluchtings mogelijkheden. De minimale overdruk in de installatie dient 1 bar te zijn. Ook de ingebouwde cirkulatiepomp dient ontlucht te worden. Draai hiertoe de ontluchtingsdop achterop de pomp enige slagen los, waardoor er water en eventueel lucht uit de pomp zal stromen (N.B.: vang het uitstromende water op in een bakje of met een poetslap). Wacht tot er alleen water uitstroomt en draai vervolgens de ontluchtingsdop weer vast. 5.2 Kontrole. Kontroleer alle verbindingen, zowel water- als gaszijdig op eventuele lekkage. Kontroleer ook de werking van de cirkulatiepomp(en), zodat voldoende watercirkulatie over de ketel mogelijk is. 6
7 5.3 Inbedrijfname GK 124 VRT. a. Steek de netsteker in de wandkontaktdoos. b. Zet de kamerhermostaat zo hoog mogelijk en de ketelthermostaat zo laag mogelijk. c. Open de gaskraan. d. Open het aansteekluikje bij de waakvlambrander; druk de grijze drukknop op de gasregelklep in en steek de waakvlam m.b.v. een lucifer aan. De grijze knop dient daarbij ca. een halve minuut ingedrukt te worden. e. Indien de waakvlam na het loslaten van de grijze drukknop uitgaat, dienen de bij d. genoemde handelingen herhaald te worden. f. Sluit het aansteekluikje en zet de ketelregelthermostaat op de gewenste waarde, zodat de hoofdbrander in bedrijf kan komen. g. Zet de kamerthermostaat (of andere regeling) op de gewenste waarde. h. Tijdens het proefstoken kan gedurende korte tijd een schroei- of brandlucht waargenomen worden; dit heeft niets te betekenen en verdwijnt spoedig. 5.4 Inbedrijfname GK 124 VRE. a. Steek de netsteker in de wandkontaktdoos. b. Zet de kamerhermostaat zo hoog mogelijk en de ketelthermostaat zo laag mogelijk. c. Open de gaskraan. d. Zet de ketelthermostaat op de gewenste waarde. e. De ketel zal nu in bedrijf komen; de brander start bij een relatief lage branderdruk. Indien bij de start voldoende vlamvorming (ionisatiestroom) door de branderautomaat wordt waargenomen, dan zal de brander na ca. 10 sekonden op de nominale kapaciteit in bedrijf komen. Indien er zich nog lucht in de gasleiding bevindt en de brander bij de eerste startpoging binnen de veiligheidstijd niet in bedrijf komt, dan wordt de elektronische ontsteking uitgeschakeld en de gasklep gesloten. Na een wachttijd van 30 sekonden volgt dan een nieuwe startpoging. Maximaal worden er 3 herstarts ondernomen, elk met een tussentijdse wachttijd van 30 sekonden (het totaal aantal startpogingen bedraagt dus 4). Indien na de laatste startpoging nog geen of onvoldoende vlamvorming wordt waargenomen, dan zal de branderautomaat vergrendelen en brandt de rode storingslamp. De automaat kan ontgrendeld worden door het indrukken van de reset-knop aan de voorzijde. f. Zet de eventueel aangesloten temperatuurregeling op de gewenste waarde. g. Tijdens het proefstoken kan gedurende korte tijd een schroei- of brandlucht waargenomen worden; dit heeft niets te betekenen en verdwijnt spoedig. Na de eerste inbedrijfname kan de bemanteling gemonteerd worden. 6.0 Uit bedrijf nemen van de ketel. a. Zet de ketelregelthermostaat op 0. b. Sluit de gaskraan. c. Schakel de stroomtoevoer naar de ketel af. N.B. Indien de ketel gedurende een lange periode, waarin bevriezingsgevaar aanwezig is, wordt uitgeschakeld, dan dient de gehele installatie te worden afgetapt. Het aftappen dient op de ketel (middels de aftapkraan) en op het laagste punt van de installatie plaats te vinden. Nadat de aftapkraan geopend is dienen ook de ontluchters in de installatie te worden geopend. 7.0 Montage bemanteling. N.B. Indien de Buderus GK 124 VR geplaatst wordt op een Buderus L(T) boiler dient men, alvorens de mantel gemonteerd wordt, allereerst de montage handleiding van de meegeleverde montageset te raadplegen. a) Zijpanelen: Schuif de uitsparingen, die zich aan de achterzijde van de zijpanelen bevinden, over de uitstekende lippen van de achterplaat op de ketel en trek de zijpanelen naar voren. Aan de bovenzijde van de zijpanelen zijn twee lipjes aangebracht. Deze dienen, volgens nevenstaande afbeelding, bevestigd te worden op de reeds gemonteerde frontplaat. b) Onderdrempel: Schuif de onderdrempel over de opstaande lippen in de zijpanelen. c) Bovenplaat: Druk de bovenplaat op de ketel d) Voorplaat: Monteer tenslotte de voorplaat door deze aan de onderzijde op de opstaande lippen te plaatsen en vervolgens middels de magneten aan de bovenzijde te sluiten. 8.0 Onderhoud. De ketel en het rookgasafvoersysteem dienen arlijks gekontroleerd te worden. Buderus-CHV Meppel adviseert om zowel voor als na het onderhoud van de ketel een stookrapport op te maken. 8.1 Reiniging van de branders. Nadat het branderbed uit de ketel gedemonteerd is kunnen de branders uitwendig met een zachte borstel schoongemaakt worden. Inwendige reiniging van de branderstaven is mogelijk met perslucht, door de branders vertikaal te houden met de mengbuizen naar onderen. Blaas daarbij de branders vanaf de buitenzijde schoon. Men dient hierbij op te passen dat de inspuiters niet vervuild worden. 7
8 8.2 Reiniging van de warmtewisselaar m.b.v. een borstel. a. Schakel de ketel uit (gas- en stroomtoevoer afsluiten). b. Demonteer de bovenplaat van de bemanteling. c. Verwijder de isolatie van de bovenzijde van de rookkap. d. Demonteer de inspektiedeksels. Let er daarbij op, dat de pakkingen niet beschadigd worden. e. Om te voorkomen, dat er vuil op de branders valt, dient het branderbed gedemonteerd te zijn. f. Het ketelblok kan vervolgens met een ketelborstel schoongemaakt worden. g. Nadat het ketelblok schoongemaakt is, dient de uitbrandruimte schoon te worden gezogen met een stofzuiger. h. Monteer de inspektiedeksels op de rookkap. Let er daarbij op, dat de aangebrachte pakkingen goed afdichten (zonodig vervangen door nieuw pakkingmateriaal). i. Monteer het branderbed en let er ook hierbij op, dat de pakking (duraboard) goed afdicht (zonodig vervangen door nieuw pakkingmateriaal). j. Breng de isolatie van de rookkap weer op de juiste plaats. k. Monteer de bovenplaat van de bemanteling en de rookgasafvoerleiding. l. Nadat alles weer gemonteerd is kan de ketel weer in bedrijf worden genomen (zie 5.3 of 5.4). m. Kontroleer de regel- en beveiligingsapparatuur op goede werking. n. Kontroleer de branderdruk en stel deze zonodig opnieuw af. N.B. Bij eventuele verwijdering van de rookkap moet deze bij het monteren weer goed afgedicht worden met warmtebestendige silikonenkit. 8.3 Reiniging van de warmtewisselaar m.b.v. een chemisch reinigingsmiddel. Er zijn verschillende reinigingsmiddelen in de handel verkrijgbaar om de gietijzeren warmtewisselaar te reinigen. Bij het gebruik van deze middelen dienen de aanwijzingen van de betreffende fabrikant nauwkeurig te worden opgevolgd. Alvorens deze middelen worden toegepast dient het branderbed gedemonteerd te worden. 8.4 Rookgasafvoersysteem. Kontroleer het rookgasafvoersysteem op eventuele lekkage, vervuiling en op een goede werking. 9.0 Storingsanalyse. 9.1 Storingsanalyse GK 124 VRT. De algemene werking is omschreven onder punt 4.1. Bij het oplossen van eventuele storingen is het raadzaam deze op te sporen aan de hand van het hierna volgende diagram. Vanuit het diagram wordt vervolgens verwezen naar de punten t/m Voor een goede analyse is het noodzakelijk e.e.a. overeenkomstig degenoemde volgorde uit te voeren. start brandt waakvlam? zie gas aanwezig? zet hoog: - kamerthermostaat - ketelthermostaat waterniveau zie hoog? komt brander in? zie maximaalthermostaat in? spanning aanwezig? zie steek de waakvlam aan zie blijft waakvlam branden? gasklep open? zie zie einde 8
9 N.B.: Bij alle werkzaamheden aan het elektrisch gedeelte van de ketel, zoals het aansluiten van de ruimtethermostaat of eventuele vervanging van bepaalde komponenten, moet de ketel spanningsloos gemaakt worden. Dus: netsteker uit de wandkontatkdoos Gas: Kontroleer of er gas aanwezig is. Meet de voordruk op het gasklep. Deze moet ca. 25 mbar (255 mmwk) zijn Maximaalthermostaat: De maximaalthermostaat werkt tevens als thermische droogkookbeveiliging en heeft de installatie uitgeschakeld door het thermokoppelcircuit te onderbreken, waardoor de veiligheidsgasklep is gesloten en de waakvlam gedoofd. Wanr de ketelwatertemperatuur gedaald is beneden 90 C, dan is het kontakt van de maximaalthermostaat weer gesloten en kan de waakvlam opnieuw aangestoken worden (Indien de ketel is uitgevoerd met een vergrendelende maximaalthermostaat dan dient deze eerst ontgrendeld te worden). Het schakelen van de maximaalthermostaat kan een gevolg zijn van: Te laag waterniveau in de installatie. De maximaalthermostaat werkt tevens als thermische droogkookbeveiliging. Kontroleer het waterniveau en vul zonodig de installatie bij. Ontlucht de installatie zoals omschreven onder punt 5.1. N.B.: Bij het bijvullen van de installatie mag de ketelwatertemperatuur max. ca. 40 C bedragen Te geringe waterdoorstroming door de ketel. Deze kan zijn geproduceerde hoeveelheid warmte niet kwijt, waardoor de maximaalthermostaat aanspreekt. Dit kan een gevolg zijn van een niet werkende pomp en/of het dichtlopen van één van de (gemotoriseerde) regelafsluiters/ thermostaatkranen Te hoge elektrische weerstand in het circuit van thermokoppel/maximaalthermostaat. Hierdoor wordt de veiligheidsgasklep (power-unit) gesloten, waardoor de waakvlam dooft. Ter kontrole dienen de volgende spanningen gemeten te worden: - Spanningsafgave door het thermokoppel; deze spanning dient minimaal 12 mv te zijn. Bij een lagere spanning dient het thermokoppel vervangen te worden. - Maximaal spanningsverlies over de maximaalthermostaat inkl. de aansluitdraden. Bij een groter spanningsverlies dan 4 mv dienen de elektrische aansluitingen verbeterd te worden en dient de maximaalthermostaat zonodig vervangen te worden Maximaalthermostaat defekt. Bij breuk of lekkage van het kapillair of de opnemer schakelt de maximaalthermostaat uit en dooft de waakvlam. Opnieuw aansteken van de waakvlam is niet meer mogelijk en de maximaalthermostaat dient vervangen te worden Waakvlam: gaat direkt uit als aansteekknop op het gasklep wordt losgelaten. Kontroleer: - of het thermokoppel goed in de vlam zit en of de waakvlam voldoende groot is. Korrigeer eventueel de stand van het thermokoppel en/of de grootte van de waakvlam. - de spanning van het thermokoppel etc., zoals omschreven onder punt ; vervang indien nodig het thermokoppel. - de veiligheidsgasklep (power-unit). Wordt of blijft de veiligheidsgasklep niet aangetrokken bij een voldoende thermokoppelspanning, dan dient de power-unit vervangen te worden Spanning: kontroleer achtereenvolgens: - of er 230 V op de klemmen L en N aanwezig is. - de zekering. - of er 24 V op de klemmen 1-43 aanwezig is (hiertoe dient de ketelthermostaat vragend te staan). - of de bedrading in orde is (zie schema onder ) Gasklep: het niet openen kan een gevolg zijn van: Ketelthermostaat: stel deze op een hogere waarde in. Kontroleer of het schakelpunt in overeenstemming is met de ketelwatertemperatuur. Indien nu niet korrekt, dan kan de ketelthermostaat t.g.v. kapillairbreuk of lekkage van de opnemer uitgeschakeld zijn resp. niet op het juiste instelpunt funktioneren. De ketelthermostaat zal hierdoor niet meer schakelen of niet op het juiste schakelpunt werken. Vervanging is dan ook noodzakelijk Temperatuurregeling (kamerthermostaat): Stel deze op een hogere waarde in, zodat er warmtevraag ontstaat. Desgewenst kunnen de klemmen 11 en 12 doorverbonden worden. De temperatuurregeling is nu overbrugd en er kan op de ketelthermostaat worden gestookt. Wanr de temperatuurregeling weer korrekt funktiort, dient de doorverbinding verwijderd te worden Thermische terugslagbeveiliging (TTB): Wanr de verbrandingsgassen niet op de juiste wijze kunnen worden afgevoerd, dan zal de TTB de ketel uitschakelen. Wanr (na minimaal 10 minuten) de temperatuur van de TTB weer voldoende is gedaald, zal de ketel weer in bedrijf komen. Zolang de oorzaak van het niet of onvoldoende afvoeren van de rookgassen niet is verholpen zal de ketel steeds weer door de TTB uitgeschakeld worden. De oorzaak van het veelvuldig uitschakelen (bijv. een geheel of gedeeltelijk verstopt afvoersysteem of onderdruk in het gebouw) zal in dat geval verholpen moeten worden. De beveiliging mag onder geen beding buiten werking gesteld worden. Indien de TTB vervangen moet worden mag dit slechts d.m.v. de aangegeven fabrikaten en typen. 9
10 Gasklep: Kontroleer of er over de klemmen 7 en 8 een spanning van 24 V staat. Indien dit het geval is en de brander niet in bedrijf komt, dan dient het gasklep gekontroleerd en zonodig vervangen te worden Algehele kontrole na het opheffen van een storing. Het verdient aanbeveling het volgende te kontroleren: - branderdruk op nominale kapaciteit (zie 11.0). - werking van maximaalthermostaat, thermokoppel, veiligheidsgasklep, ketelthermostaat en eventueel separaat aangebrachte regel- en beveiligingsorganen. 9.2 Storingsanalyse GK 124 VRE met Furimat 500 branderautomaat. De algemene werking is omschreven onder punt 4.2. Bij het oplossen van eventuele storingen is het raadzaam deze op te sporen aan de hand van het hierna volgende diagram. Vanuit het diagram wordt dan, afhankelijk van de weergave op het display, verwezen naar de hierna genoemde punten t/m Deze verschillende punten zijn soms nog weer onderverdeeld. Voor een goede analyse van de storingen is het noodzakelijk om de beschreven handelingen exakt overeenkomstig de genoemde volgorde uit te voeren. Na het opheffen van een storing wordt geadviseerd om een algehele kontrole uit te voeren, zoals beschreven bij punt Tevens biedt het display de mogelijkheid verschillende bedrijfssituaties weer te geven. Deze worden weergegeven met dezelfde cijfers als waarmee een storing wordt weergegeven. Bij een storing zal echter altijd (tenzij de storingslamp zelf defekt is) de storingslamp branden! Kontrole van de storingslamp kan geschieden d.m.v. het indrukken van de resetknop. Bij het indrukken van de resetknop dient de lamp te gaan branden. Gebeurt dit niet dan is de lamp defekt. start Brandt display op normale sterkte? zie reset zonodig de branderautomaat Brandt het storingslampje? Geeft het display een 4 aan? zie Geeft het display een 6 of een 7 aan? Geeft het display een 5 aan? zie Geeft het display een 0 of een 1 aan? Geeft het display een 1 aan? zie Geeft het display een 4 of een 5 aan? Geeft het display een 0, 2, 3, 6 of 7 aan? zie Komt het toestel in bedrijf? Ketelthermostaat en zie kamerthermostaat zie hoog? einde 10
11 N.B.: Bij alle werkzaamheden aan het elektrisch gedeelte van de ketel, zoals het aansluiten van de ruimtethermostaat of eventuele vervanging van bepaalde komponenten, moet de ketel spanningsloos gemaakt worden. Dus: netsteker uit de wandkontatkdoos. Indien U bij de storingsanalyse tot de konklusie komt dat de branderautomaat defekt is, wissel deze dan uit maar ga er niet mee experimenteren. Verbreek dus de verzegeling niet, daar anders de eventuele garantie vervalt. De 24 Volt uitgang van de branderautomaat voor het aansluiten van bijv. een schakelklok (zie hoofdstuk ) is gezekerd met een glaszekering van 1,25 A (traag) tevens voor gasklep en driewegklep Display brandt geheel niet, evenals storingslamp: zie 1.1 t/m 1.3 en 1.5. Display brandt na resetten, branderautomaat erg zwak en de cijfers verspringen: zie 1.4 en 1.5. Signalering: Spanningsvoorziening verstoord. Aktie: 1.1. Zit de steker in de wandkontaktdoos? 1.2. Staat er 230 Volt op de wandkontaktdoos? 1.3. Staat er 24 Volt op de klemmen 4 en 5 van de branderautomaat en is de zekering niet defekt? Zo, kontroleer het netsnoer Is de zekering 1,25 A (traag) defekt? Zo, vervang deze. Gaat de zekering weer stuk, dan is de branderautomaat defekt of is er kortsluiting in de gasklep, eventuele driewegklep of klok of de bedrading hiervan. 1.5 Na herstel van de netspanning komt het toestel automatisch weer in bedrijf Storingslamp brandt en display geeft een 4 aan. Signalering: Geen vlamsignaal; branderautomaat vergrendeld. Aktie: 2.1. Kontroleer of de gaskraan geopend is en of er voldoende gasvoordruk aanwezig is (25 mbar +/- 5 mbar) Start de ketel opnieuw en kijk of er vonkvorming optreedt tussen de ontstekingspen en het branderbed. Wanr er geen vonk gevormd wordt, kontroleer dan of de elektrode schoon, droog en goed geplaatst is en of het porselein van de isolator niet gescheurd of beschadigd is. Monteer zonodig een nieuwe ontstekingselektrode. Kontroleer ook de aarde- en ontstekingskabel, alsmede de suppressorkap (bougiedop) (1 kohm) Sluit een manometer aan op de meetnippel voor de branderdruk en sluit tevens een voltmeter aan op de elektrische aansluitingen van de gasregelklep (24 V wisselspanning). Start de ketel opnieuw. Kort na het ontstekingstijdstip moet de gasregeklep bekrachtigd worden, waarna de branderdruk oploopt. Wanr er wel 24 V voedingsspanning gemeten wordt maar geen branderdruk, dan is de gasklep defekt. Herstel/vervang zonodig de gasregelklep Wanr ondanks een goede ontstekingsvonk en de aanwezige branderdruk geen vlamvorming plaatsvindt, kan dit veroorzaakt worden door vervuiling van de branderpoorten bij de ontstekingspen of een onjuiste afstelling van deze pen. Kontroleer ook de brander op eventuele vervuiling Wanr de brander wel ontstoken wordt maar na enkele sekonden weer dooft, duidt dit op een te geringe ionisatiestroom. Deze wordt gesignaleerd m.b.v. een rode led aan de bovenzijde van de branderautomaat achter de doorvoertule t.b.v. de netvoedingskabel. Als de ionisatiestroom voldoende is, licht de LED op; anders knippert deze of licht in het geheel niet op. Bij een te lage ionisatiestroom dient het volgende gekontroleerd te worden: - stand van de ontstekings-/ ionisatiepen (zie 2.2). - aarding van het branderbed (zie 2.2). - ontstekings-/ionisatiekabel en suppressorkap (zie 2.2). - eventuele vervuiling van de branderpoorten (zie 2.4) Storingslamp brandt en display geeft een 5 aan. Signalering: Maximaalthermostaat en/of T.T.B. aangesproken; branderautomaat vergrendeld. Aktie: 3.1. Kontroleer of het circuit van maximaalthermostaat en/of thermische terugslagbeveiliging (T.T.B.) onderbroken is. Is dit het geval dan dient als volgt gehandeld te worden: Is de maximaalthermostaat aangesproken en heeft deze de branderautomaat vergrendeld kontroleer dan de waterdruk in de installatie. Vul zonodig bij tot een systeemdruk van min. 1 bar en ontlucht de installatie. De ketelwatertemperatuur mag bij het (bij)vullen van de installatie niet hoger dan 40 C zijn Verder kan door onvoldoende watercirkulatie de keteltemperatuur sterk oplopen, zodat de maximaal-thermostaat ingrijpt. Nadat de ketel is afgekoeld tot een temperatuur lager dan ca. 90 C, schakelt de maximaalthermostaat automatisch weer in, waarna de automaat weer te ontgrendelen is. (Indien de ketel is uitgevoerd met een vergrendelende maximaalthermostaat dan dient deze eerst ontgrendeld te worden). Wanr dit niet mogelijk is, m dan de aansluitingen van de maximaalthermostaat los en meet deze door. Vervang zonodig de thermostaat. Kontroleer ook of de pomp werkt en/of het circuit van de minimaalthermostaat in orde is ( zie werking pompschakeling 11
12 hoofdstuk 4.2.2) Is de ketelwatertemperatuur < 90 C. en de branderautomaat staat vergrendeld en is niet meer te ontgrendelen, maak dan een doorverbinding tussen de klemmen J 2-17 en J Hiermee is de maximaalthermostaat overbrugd en moet de branderautomaat te ontgrendelen zijn. Zo, verwijder direkt de doorverbinding en vervang de maximaalthermostaat. Is dit niet het geval, verwijder dan de doorverbinding en kontroleer alle elektrische verbindingen. 3.3 Is de T.T.B. onderbroken en heeft deze de branderautomaat vergrendeld, kontroleer dan de werking van het afvoerkanaal. Door een te grote vervuiling of niet juiste dimensionering van het afvoerkanaal kan het voorkomen dat er niet voldoende trek aanwezig is waardoor de T.T.B. ingrijpt. Kontroleer tevens de bedrading. Is het voorgaande in orde dan is het mogelijk dat de T.T.B defect is en dient deze vervangen te worden. Opm.: Laat het toestel niet met een doorverbonden maximaalthermostaat branden. Er is dan geen beveiliging op de maximale ketelwatertemperatuur en droogkoken aanwezig, hetgeen tot gevaarlijke en ontoelaatbare situaties kan leiden Storingslamp brandt en display geeft een 1 aan. Signalering: Te veel herstarts; branderautomaat Aktie: 4.1. vergrendeld. Teveel herstarts na verstoring van de juiste werking door externe invloeden (b.v.onweer). Tevens kan het zijn dat er geen goede ontsteking plaatsvindt. Reset de automaat eerst een keer (en maak eventueel een brandercyclus) om te onderzoeken wat de werkelijke oorzaak is. Inspekteer de bougiekabel en -dop (weerstand 1 kohm!) en isolator op eventuele beschadigingen Storingslamp brandt en display geeft een 0, 2, 3, 6 of 7 aan. Signalering: Aktie: 5.1. Interne storingbranderautomaat; branderautomaat vergrendeld. Reset eerst de automaat een keer en probeer een startcyclus te maken. Lukt dit niet, vervang dan de automaat Storingslamp is uit en display geeft een 0 of 1 aan. Signalering: Er behoort warmtevraag te zijn maar de ketel brandt niet. Aktie: 6.1. Zet de ketelthermostaat en de kamerthermostaat zo hoog mogelijk. Er dient nu een startcyclus door het toestel ondernomen te worden. Is dit niet het geval, kontroleer dan achtereenvolgens: 6.2. De ketelthermostaat, indien de display een 1 aangeeft. Is de ketelwatertemperatuur hoger dan is ingesteld op de ketelthermostaat, zet dan de ketelthermostaat op een hogere waarde of wacht tot er door afkoeling van de installatie weer warmtevraag ontstaat. Nu dient de ketel in bedrijf te komen. Is dit niet het geval, verbind dan de ketelthermostaat door. Indien het toestel nu wel in bedrijf komt, duidt dit op een defekte ketelthermostaat en dient deze vervangen te worden. Kontroleer te allen tijde of de ketel en het c.v.-systeem ontlucht zijn De kamerthermostaat, indien het display een 0 aangeeft. Verbind de klemmen van de kamerthermostaat door (J 1-9 en J 1-10). Komt het toestel in bedrijf, verwijder dan de doorverbinding en kontroleer en/of herstel/vervang dan de bekabeling en/of de kamerthermostaat Storingslamp is uit en display geeft een 5 aan. Signalering: Het toestel is in bedrijf. Aktie: 7.1. Het toestel is in bedrijf. Indien het toestel in bedrijf is na het opheffen van een storing verdient het aanbeveling om het volgende te kontroleren: - branderdruk op nominale kapaciteit. - werking ruimtethermostaat, ketelthermostaat en maximaalthermostaat Afmetingen, gewicht en waterinhoud. Type Afmetingen Water- Gewicht Aanvoer- en Gasinhoud retour- aansluiting GK 124 A C D E aansluiting VRT/E mm mm ø mm mm ltr. kg (buitendraad) (buitendraad) G 1" G 1/2" G 1" G 1/2" G 1" G 1/2" 12
13 vooraanzicht zianzicht achteraanzicht 11.0 Technische gegevens. Type Aantal Nominaal vermogen Nominale belasting Branderdruk Gasverbruik leden onderwaarde bovenwaarde GK 124 Hi Hs VRT/E kw Mcal/h kw kw mbar mmwk m /h m /h ,3 15,7 20,7 23,0 14, ,1 2, ,5 21,9 28,3 31,4 14, ,9 3, ,4 27,9 35,8 39,8 12, ,7 3,9 3 o 3 s 12.1 Regel- en beveiligingsapparatuur GK 124 VRT. Benaming Alternatief Fabrikaat Type Opmerkingen Gasregelklep Honeywell V 8600 C - 1/2" - X SIT 820 NOVA 1/2" - Waakvlambrander Furigas HR - Thermokoppel Honeywell Q 309 A - Ketelregelthermostaat Emerson 716 R - X Emerson 718 R - X Ego Maximaalthermostaat Emerson 710 FS tevens thermische X Honeywell LS 8097 A droogkookbeveiliging Thermische terugslagbeveiliging Elmwood L 70 C Circulatiepomp HAES Vario 20 inbouwmaat 130 Transformator Belpa TR /24 V, 15 VA 13
14 12.2 Regel- en beveiligingsapparatuur GK 124 VRE. Benaming Alternatief Fabrikaat Type Opmerkingen Gasregelklep Honeywell VR 8605 CA - 1/2" X SIT 822 NOVA - 1/2" - Branderautomaat Encon Furimat Ketelregelthermostaat Emerson 716 R - Maximaalthermostaat Emerson 710 FS tevens thermische X Honeywell LS 8097 A droogkookbeveiliging Thermische terugslagbeveiliging Elmwood L 70 C Circulatiepomp HAES Vario 20 inbouwmaat 130 mm 13.0 Waterzijdige weerstand. In de nevenstaande grafiek is de waterzijdige weerstand van de ketel weergegeven, afhankelijk van de doorstromende waterhoeveelheid. De doorstromende waterhoeveelheid kan worden bepaald m.b.v. onderstaande formule: mwk kpa 5 50 Waterhoeveelheid (m 3 /h) = Waterhoeveelheid (kg/s) = Nominaal vermogen (Mcal/h) T (K) Nominaal vermogen (kw) 4,186 x T (K) ( T = verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur bij ontwerpkondities). De minimale waterhoeveelheid, welke door de ketel dient te stromen, dient te worden gebaseerd op een T van 30 K, terwijl de maximale waterhoeveelheid dient overeen te komen met een T van 10 K. Waterzijdige weerstand 19 kw 25 en 32 kw ,1 0, m 3 /h 0,1 0,25 0, ,5 kg/s Waterhoeveelheid 14 Onder voorbehoud van technische wijzigingen
15 15
16 16 Paradijsweg 6a, 7942 HB, Postbus 46, 7940 AA Meppel Telefoon: , Telefax: GK124VR/C/250/983
GK 224 VR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Buderus
GK 224 VR LowNOx Voorschriften voor de installateur Buderus 1 2 Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 5 2.0 Voorschriften 5 3.0 Montage 5 3.1 Algemeen 5 3.2 Aansluitingen 5 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting 5
Nadere informatieGK 324 VR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Buderus
GK 324 VR LowNOx Voorschriften voor de installateur Buderus 1 2 Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 5 2.0 Voorschriften 5 3.0 Montage 5 3.1 Algemeen 5 3.2 Aansluitingen 5 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting 5
Nadere informatieGK 224 HR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Buderus
GK 224 HR LowNOx Voorschriften voor de installateur Buderus 1 Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Aansluitingen 3 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting 3 3.2.2
Nadere informatieSTORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS
STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2000-2004 URA-20 URA-25 URA-35 URA-45 URA-55 URA-65 URA-80 URA-95 Werking Voor men begint met de in bedrijfstelling is het raadzaam te controleren
Nadere informatieGK 624 VR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Hoog/Laag-Uitvoering. 1Buderus
GK 624 VR LowNOx Hoog/Laag-Uitvoering Voorschriften voor de installateur 1Buderus 2 Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Aansluitingen 4 3.2.1 Aanvoer- en
Nadere informatieGK 324 HR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. 1Buderus
GK 324 HR LowNOx Voorschriften voor de installateur 1Buderus Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Aansluitingen 3 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting 3 3.2.2
Nadere informatieBuderus. GK 424 VR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Aan/Uit-Uitvoering
GK 424 VR LowNOx Aan/Uit-Uitvoering Voorschriften voor de installateur Buderus 1 Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Aansluitingen 4 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting
Nadere informatieGK 524 VR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Aan/Uit-Uitvoering. 1Buderus
GK 524 VR LowNOx Aan/Uit-Uitvoering Voorschriften voor de installateur 1Buderus Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Aansluitingen 4 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting
Nadere informatieMONTAGEVOORSCHRIFT INTERGAS VR LOW NOx-Tronic STAANDE C.V. KETEL
MONTAGEVOORSCHRIFT INTERGAS VR LOW NOx-Tronic STAANDE C.V. KETEL NE 02-04 Type: VR LOW NOx-Tronic Open toestel met verhoogd rendement, uitlaatstomp, elektronische ontsteking en pompschakeling Toestel categorie
Nadere informatieSTORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS
STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 1997-2000 URA-10 URA-15 URA-19 Werking Door het inschakelen van externe regelapparatuur wordt een elektrisch circuit tot stand gebracht en de rookgasventilator
Nadere informatieMYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden
MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE
Nadere informatieGK 624 HR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Hoog/Laag-Uitvoering. 1Buderus
GK 624 HR LowNOx Hoog/Laag-Uitvoering Voorschriften voor de installateur 1Buderus Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 4 3.2 Aansluitingen 4 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting
Nadere informatieRemeha staande boiler type 120/40
Technische informatie Remeha staande boiler type 120/40 Remeha staande boiler 120/40 Indirect gestookte voorraadboiler INHOUDSOPGAVE Voorwoord 4 1 Toestel omschrijving 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Technische
Nadere informatieGASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS
STORINGSDIAGRAM GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWAR 2011 VRA-2-8 VRA-2-12 VRA-2-16 VRA-2-20 VRA-2-28 VRA-2-32 VRA-2-38 VRA-2-46 VRA-2-53 VRA-2-60 VRA-2-70 VRA-2-80 VRA-2-93 VRA-2-106 Probleem Reden Oplossing
Nadere informatieNefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm
Company name: 70542200 (07/2013) Nefit is een merk van Bosch Thermotechniek B.V. Bosch Thermotechniek B.V.., Postbus 3, 7400 AA Deventer. DealerLine: 0570-67 85 66. Consumenten Infolijn: 0570-67 85 00.
Nadere informatieSENTRY ELEKTRISCHE BOILERS
SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS MODELLEN: ES3 ES4 ES5 ES65 Installatie- en bedieningsvoorschriften Onderhoudsinstructies Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden. 4.1.4 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Nadere informatieGE434. Installatievoorschrift. 1Buderus
GE434 Installatievoorschrift 1Buderus Inhoudsopgave: Voorwoord 3 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 4 3.2 Aansluitingen 4 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting 4 3.2.2 Niveaubeveiliging
Nadere informatieKortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming
4 STORINGEN 4.1 Algemeen De Remeha Avanta is uitgerust met een geavanceerde besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor, de Comfort Master, die de ketel zowel beveiligt als bestuurt.
Nadere informatieHandleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE
Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage
Nadere informatieremeha boiler type 120/40
boiler Technische informatie Indirect gestookte voorraadboiler 1 boiler INHOUDSOPGAVE Voorwoord 3 1. Toestel omschrijving 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Technische gegevens 3 1.3 Toepassingsmogelijkheden 3 2. Tapgrafiek
Nadere informatie4. DIAGNOSE KETELGEDRAG
4.2 Storingen en oorzaken 4.2.1 Storingsdiagnose Door de getoonde display- en servicecode te combineren met het gedrag van het toestel en/of installatie kan de van de storing achterhaald worden. Het display
Nadere informatieremeha staande boiler type 120/40
remeha staande boiler type 120/40 Technische informatie Indirect gestookte voorraadboiler remeha boiler type 120/40 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 3 1. Toestel omschrijving 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Technische gegevens
Nadere informatie8.1 Storingssignalering De storingssignalering wordt zichtbaar op het moment dat er een storing in het toestel optreedt.
Hoofdstuk 8 8. ssignalering De storingssignalering wordt zichtbaar op het moment dat er een storing in het toestel optreedt. Display Allure toestel Bij storingen zal op het toestel display een knipperende
Nadere informatieSTORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS
STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2004-2008 VRA-8 VRA-12 VRA-16 VRA-20 VRA-28 VRA-32 VRA-38 VRA-46 VRA-53 VRA-60 VRA-70 VRA-80 VRA-93 VRA-106 Werking Controle installatie Controleer
Nadere informatieMONTAGEVOORSCHRIFT INTERGAS VR LOW NOx-ps GASWANDKETEL
MONTAGEVOORSCHRIFT INTERGAS VR LOW NOx-ps GASWANDKETEL NE 11-03 Type: VRS LOW NOx-ps Open toestel met verhoogd rendement, uitlaatstomp en elektronische pompschakeling Toestel categorie Gasvoordruk Geschikt
Nadere informatieKICKSPACE 500, 600 & 800.
REMEHA B.V. Postbus 32, 7300 AA Apledoom T: +31 55 5496969, F: +31 55 5496496, remeha@remeha.com, nl.remeha.com. INSTALLATIE, BEDIENINGS EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN. NOVEMBER 2012, VERSIE 5 Product Serienummer:
Nadere informatieCV module Plus Installatievoorschriften
CV module Plus Installatievoorschriften 2-15 1. BESCHRIJVING... 2 2. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN... 2 2.1 Algemeen... 2 2.2 Montage... 2 2.3 Aansluitschema's... 3 2.4 Tapwaterzijdige aansluiting... 6 2.5
Nadere informatieSTORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS
STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2008-2014 VRA-2-8 VRA-2-12 VRA-2-16 VRA-2-20 VRA-2-28 VRA-2-32 VRA-2-38 VRA-2-46 VRA-2-53 VRA-2-60 VRA-2-70 VRA-2-80 VRA-2-93 VRA-2-106 Volgorde
Nadere informatieNefit Economy cv-boilers
Nefit houdt Nederland warm Installatie-instructie Nefit Economy cv-boilers INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 1-1 2. INSTALLEREN 2-1 2.1 Voorschriften 2-1 2.1.1 Algemene voorschriften 2-1 2.1.2 Voorschriften fabrikant
Nadere informatieGebruiksaanwijzing. Geisers. Met Thermische Terugslag Beveiliging (TTB) W 275-1 KD0.. 6 720 606 169 PT 2000.08
Gebruiksaanwijzing Geisers Met Thermische Terugslag Beveiliging (TTB) W 275-1 KD0.. 6 720 606 169 PT 2000.08 Belangrijke aanwijzing Voor het lezen van de handleiding de omslagzijde uitvouwen. Geachte gebruiker,
Nadere informatieGK 524 HR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Aan/Uit-Uitvoering. 1Buderus
GK 524 HR LowNOx Aan/Uit-Uitvoering Voorschriften voor de installateur 1Buderus 2 Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Aansluitingen 4 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting
Nadere informatieMONTAGEVOORSCHRIFT INTERGAS VR LOW NOx-ps STAANDE C.V. KETEL
MONTAGEVOORSCHRIFT INTERGAS VR LOW NOx-ps STAANDE C.V. KETEL NE 06-04 Type: VRW LOW NOx-ps Open toestel met verhoogd rendement, uitlaatstomp, ingebouwde warmwatervoorziening en elektronische pompschakeling
Nadere informatieHeteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN
Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens
Nadere informatieCOMBIFORT. Storingen en blokkeringen
COMBIFORT Storingen en blokkeringen INHOUDSOPGAVE Storingen en blokkeringen 1 Algemeen 2 Overzicht meldingen 2.1 Waarschuwingsmeldingen 4 2.2 Blokkeringsmeldingen 4 2.3 Storingsmeldingen 5 3 Oorzaken van
Nadere informatieNefit houdt Nederland warm. Gebruikersinstructie. Nefit Economy HR
Nefit houdt Nederland warm Gebruikersinstructie Nefit Economy HR VOORWOORD Het doel van deze instructie is de gebruiker voldoende informatie te geven om op een veilige wijze om te gaan met de Nefit Economy
Nadere informatieMONTAGEVOORSCHRIFT INTERGAS VR LOW NOx-ps GASWANDKETEL
MONTAGEVOORSCHRIFT INTERGAS VR LOW NOx-ps GASWANDKETEL NE 11-03 Type: VRSW LOW NOx-ps Open toestel met verhoogd rendement, uitlaatstomp, ingebouwde warmwatervoorziening en elektronische pompschakeling
Nadere informatieDe PS 005 op z'n duimpje kennen
De PS 005 op z'n duimpje kennen odule voor de sanitair warmwaterproductie via uw ketel SA V B-6530 HUI Route de Biesme 49 E 071 59 00 39 FAX 071 59 01 61 info@tempolec.be www.tempolec.be B-1090 BRUSSE
Nadere informatieremeha Gas 1020 Gas 1020 DUO
remeha Gas 1020 Gas 1020 DUO Technische informatie Atmosferische gasketel met verbeterd rendement Vermogen: remeha Gas 1020 32,4 92,1 kw remeha Gas 1020 DUO 64,8 184,2 kw remeha Gas 1020 remeha Gas 1020
Nadere informatieaanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -
aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD
Nadere informatieBuderus. GK 524 HR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Hoog/Laag-Uitvoering
GK 524 HR LowNOx Hoog/Laag-Uitvoering Voorschriften voor de installateur Buderus 1 2 Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Aansluitingen 4 3.2.1 Aanvoer- en
Nadere informatieElektronische kamerthermostaat
Elektronische kamerthermostaat Gefeliciteerd! U bent in het bezit van de EasyStat, een nieuwe, door Honeywell ontwikkelde kamerthermostaat. Eenvoud en duidelijkheid staan voorop bij deze kamerthermostaat.
Nadere informatieBedieningsvoorschriften
6300 5517 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus
Nadere informatieKOMPAKT. Installatievoorschrift en gebruiksaanwijzing 40010200-1116
KOMPAKT Installatievoorschrift en gebruiksaanwijzing 40010200-1116 Let op! BIJ RINGVERWARMING: - open expansievat veranderen naar gesloten vat; - pomp zo dicht mogelijk bij de haard in de retourleiding
Nadere informatieZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal
ZEUS PYRO Werking volgens onderdruk principe Rendement 82-90% Geringe afmetingen Ingebouwde veiligheidskoelspiraal Hoogwaardig keramisch vuurbeton LACFIRE 1800/20 SiC Aslade kan geledigd tijdens het verwarmingsbedrijf
Nadere informatieLED weergave-systeem Hoofdstuk 7
LED weergave-systeem Hoofdstuk 7 7.1 Algemene verklaring display Op het display kan uitgelezen worden wat de bedrijfssituatie van het toestel is. Ook kunnen met het display diverse instellingen zichtbaar
Nadere informatieBAMBINO 70T BAMBINO 46T
40010546-0415 BAMBINO 70T BAMBINO 46T 7.3 Onderhoud NL NL INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD 2 2. INLEIDING 3 3. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 4 4. VOORBEREIDING EN PLAATSING VAN DE HAARD 6 4.1 Gasaansluiting 6 4.2
Nadere informatieQuinta Pro 45/65/90/115
Product-Data-Blad 45/65/90/115 De professionele standaard voor kwaliteit, flexibiliteit en comfort 45/65/90/115 Vertrouwd hart Vertrouwd comfort Vertrouwde techniek Remeha 45/65/90/115 Alle winstpunten
Nadere informatieGK 424 HR LowNOx. Voorschriften voor de installateur. Hoog/Laag-Uitvoering. 1Buderus
GK 424 HR LowNOx Hoog/Laag-Uitvoering Voorschriften voor de installateur 1Buderus Inhoudsopgave: 1.0 Algemeen 3 2.0 Voorschriften 3 3.0 Montage 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Aansluitingen 4 3.2.1 Aanvoer- en retouraansluiting
Nadere informatieCerapur TOP 30-3 ZWB TOP 30/42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB. condensatieketels met gestuwde afvoer
Technische en praktische voorschriften TOP 30-3 TOP 30/42-3 TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB N Cerapur condensatieketels met gestuwde afvoer Een onberispelijke werking kan slechts dan gewaarborgd worden, wanneer
Nadere informatieTHERMO- TOPPER STAAND-STANDAARD S. montagevoorschrift. gebrand op rendement. f\ S. AAN DE INSTAllATEUR,
.-.... montagevoorschrift THERMO- TOPPER STAAND-STANDAARD 17.10 S f\ 21.1 0 S AAN DE NSTAllATEUR, Met deze ketel die u gaat installeren, installeert u een kwaliteitsprodukt. Ondanks de bekendheid van het
Nadere informatieBDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren
, besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:
Nadere informatieNederlands 11/10/06 GSR 330 N. Gasketel 30 C. Gebruiksaanwijzing. www.oertli.fr
0 I 0 C Nederlands 11/10/0 GSR 0 N Gasketel Gebruiksaanwijzing 122 www.oertli.fr 2 Inhoud Toegepaste symbolen......................................................................... Belangrijke instructies........................................................................
Nadere informatieGebruikers- en service-instructie
7163 7600 05/2004 NL(NL) Gebruikers- en service-instructie Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen voor u de thermostaat gebruikt Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Pos.
Nadere informatieGEBRUIKERSHANDLEIDING
GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van
Nadere informatie8 Bij storing. 8.1 Storingscodes
Calenta 25s - 28c - 35s - 40c 8. Bij storing 8 Bij storing 8.1 Storingscodes De ketel is uitgevoerd met een elektronische regel- en besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor,
Nadere informatieSERVICEHANDLEIDING HD50i
SERVICEHANDLEIDING HD50i 1 WERKING... 1 2 TECHNISCHE GEGEVENS... 2 3 DIP SCHAKELAARS... 3 4 INSTELLEN BRANDERDRUK... 5 5 ELEKTRISCH SCHEMA... 6 6 SPANNING EN WEERSTANDEN ELEKTRISCHE COMPONENTEN... 7 7
Nadere informatieKICKSPACE 500, 600 & 800.
28122 Dutch Kickspace Manual 09/10/2014 14:37 Page 2 KICKSPACE 500, 600 & 800. INSTALLATIE, BEDIENINGS EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN NOVEMBER 2012, VERSIE 5 Product Serienummer: Deze instructies dienen bij
Nadere informatieBedienings- en servicehandleiding
Voor de gebruiker Bedienings- en servicehandleiding Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen vóór bediening en servicewerkzaamheden Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Legenda
Nadere informatieGeisers Met Thermische Terugslag Beveiliging (TTB)
Gebruiksaanwijzing Geisers Met Thermische Terugslag Beveiliging (TTB) WR 275-1 KD0..P.. WR 350-1 KD0..P.. WR 440-1 KD0..P.. 6 720 606 153 PT 2000.04 Belangrijke aanwijzing Voor het lezen van de handleiding
Nadere informatieGEBRUIKERSINSTRUCTIE. NEFIT EcomLine VRC 24V en VRC 24VS INSTALLATEUR. Low NOx gaswandtoestel met warmwatervoorziening TELEFOON
GEBRUIKERSINSTRUCTIE INSTALLATEUR Low NOx gaswandtoestel met warmwatervoorziening NEFIT EcomLine VRC 24V en VRC 24VS TELEFOON 992.0811-3283 11-2000 Nefit Buderus B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Consumenten
Nadere informatieGasblokkenvuur serie - handbediening. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing
Gasblokkenvuur 2000 serie - handbediening Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing REAL FIRE GASBLOKKENVUUR Installatievoorschrift Inleiding : Lees voor het installeren van het blokkenvuur deze gebruiksaanwijzing
Nadere informatieBedieningsvoorschriften
6300 5507 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G124 / G124 V Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus
Nadere informatieInstallatievoorschrift en Gebruikershandleiding FOX. Bewaar dit document zorgvuldig DRU VERWARMING B.V. HOLLAND
Installatievoorschrift en Gebruikershandleiding FOX Bewaar dit document zorgvuldig DRU VERWARMING B.V. HOLLAND 957506 Maatschets Fox 2 Woord vooraf Geachte klant, Vriendelijk bedankt voor de aankoop van
Nadere informatieNefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm
Nefit Buderus B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Consumenten Infolijn: 0570-67 85 00. Fax: 0570-67 85 86. E-mail: consument@nefit.nl Internet: www.nefit.nl Nefit houdt Nederland warm Gebruikersinstructie
Nadere informatieHet cascadesysteem. in één compact toestel
Het cascadesysteem in één compact toestel De ThermoSystem HRM is met recht uniek te noemen. En wel omdat het een ruimtebesparend alternatief is voor de gebruikelijke cascade-opstelling. Het blijft verbazingwekkend
Nadere informatieAANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER. TYPE TR Duct. Kanaal uitvoering
AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE NL137b LUCHTVERWARMER TYPE TR Duct Kanaal uitvoering DIT DOCUMENT ABSOLUUT DOORLEZEN ALVORENS MET DE INSTALLATIE TE BEGINNEN. NA INGEBRUIKNAME DE GEBRUIKER INSTRUEREN EN DIT
Nadere informatieNefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm
Nefit Buderus B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Consumenten Infolijn: 0570-67 85 00. Fax: 0570-67 85 86. E-mail: consument@nefit.nl Internet: www.nefit.nl Nefit houdt Nederland warm Gebruikersinstructie
Nadere informatieSERVICEHANDLEIDING HDC1200i HDC1500i K26i
SERVICEHANDLEIDING HDC1200i HDC1500i K26i 2-15 1 WERKING... 1 2 TECHNISCHE GEGEVENS... 2 3 DIP SCHAKELAARS... 3 4 INSTELLEN BRANDERDRUK... 5 5 ELEKTRISCH SCHEMA HDC1200i / K26i... 6 6 ELEKTRISCH SCHEMA
Nadere informatieGasblokkenvuur. RF - E serie : electronic. Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing
Gasblokkenvuur RF - E serie : electronic Installatievoorschrift Gebruiksaanwijzing REAL FIRE Gasblokkenvuren Installatievoorschrift : RF/E - serie Inleiding. Lees voor het installeren van het blokkenvuur
Nadere informatieBranderketel 12V DC/ 24 V DC
Branderketel 12V DC/ 24 V DC Inhoudsopgave: blz Technische specificaties 2 Speciale waarschuwingen 3 Branderverstuiver / elektroden 3 Brandstofpomp 4-5 Elektrisch schema 6 Printplaat 6 Probleem / oplossing
Nadere informatieKICKSPACE 800 VENTILATORCONVECTOR
1371042-01 KICKSPACE 800 VENTILATORCONVECTOR O INSTALLATIE-, ONDERHOUD-EN BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN EN TECHNISCHE GEGEVENS BELANGRIJK: LEES DEZE INSTRUKTIES GRONDIG VOOR INSTALLATIE EN LAAT DEZE INSTRUKTIES
Nadere informatieMontagehandleiding aardgas types
Montagehandleiding aardgas types INHOUDSOPGAVE bladzijde Installatie & bedieningshandleiding 2 Gebruikershandleiding 4 Verklarende afbeeldingen 5 Installatie instructies type GS9, GS10 en GS11 6 Installatie
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage
Nadere informatieHandleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan
Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering
Nadere informatievanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding
vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding Inhoud 1 vanderbeyl boilers, type IGB 4 1.1 Beschrijving 4 1.2 Levering 4 1.3 Technische informatie 4 1.4 Toepassingsmogelijkheden
Nadere informatieMGC OpenTherm regelaar
MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte
Nadere informatieProduct-Data-Blad. Compacte hoog-rendementsketel voor optimale inzetbaarheid
Product-Data-Blad P320, GAS210 P420 en ECO P520 PRO Compacte hoog-rendementsketel voor optimale inzetbaarheid GAS 210 ECO PRO Compacte hoog-rendementsketel voor optimale inzetbaarheid De Remeha GAS 210
Nadere informatieErratablad Comfort Classic
Erratablad Dit document is een wijziging van resp. aanvulling op de : Gebruikershandleiding (07.98.92.009.2) Installatiehandleiding (07.98.92.010.2) De Itho Daalderop cv-ketels zijn vanaf 1/8/2015 op enkele
Nadere informatieRemeha Gas 450 L. Technische informatie. Remeha Gas 450 L. Verbeterd rendement. atmosferische gasketel. met premix branders. Vermogens: 172-279 kw
Technische informatie Remeha Gas 450 L Remeha Gas 450 L Verbeterd rendement atmosferische gasketel met premix branders Vermogens: 172-279 kw INHOUDSOPGAVE Voorwoord 4 1 Toestelomschrijving 4 2 Constructiegegevens
Nadere informatieINSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE
PLUS en KONDENSA Luchtverwarmer INSTRUCTIES VOOR HET VERVANGEN VAN DE HONEYWELL PRINT DOOR DE CPU-PLUS PRINT - KIT G15010 - 1) Inhoud G15010 ombouwkit: - 1x Printplaat G 15010-R05 (fig.1) - 1x Kabelboom
Nadere informatieBedieningsinstructie
Bedieningsinstructie Kamerthermostaat ModuLine 00 763 7600 (203/08) NL 763 7600-000.TD Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen................. 2 2 Inleiding.............................. 2
Nadere informatieAlle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op we
Type I Type II (Inclusief CO ) WERKINGSPRINCIPE CHILLER 0 www.bravilor.com Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,
Nadere informatieRolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508
Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared Model: GRT-508 Handleiding Mode d emploi Gebrauchsanweisung Manual Lees deze handleiding aandachtig door
Nadere informatieGebruikershandleiding Woonhuisventilator MVS
Gebruikershandleiding Woonhuisventilator MVS type: MVS-8p MVS-8/14P Deze handleiding is bedoeld voor de gebruikers en de installateurs van het mechanisch ventilatiesysteem van het type MVS-8P en MVS-8/14P.
Nadere informatieDe professionele standaard voor kwaliteit, flexibiliteit en comfort
ProductDataBlad Technische gegevens Aansluiting in verschillende drukzones Verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer is mogelijk in verschillende drukgebieden, en halve CLV systemen. Met uitzondering van
Nadere informatieMontage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort DS
Montage- en Inbedrijfname instrukties Infratronic Comfort DS Groepen Regeling Uitvoering Schema-Nr.: 1 Comfort DS 1 Donkerstraler B-6823 2 Comfort DS 2 Donkerstraler B-6824 1 Comfort DS 1 Infraroodstraler
Nadere informatieGebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan
Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO Versie: Aardgas Propaan Specificaties Fabrikant Sunderman Openhaarden V.O.F. / Sunwood Contactgegevens Christiaan Huygensstraat 10 2665 KX Bleiswijk
Nadere informatieMagneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken
Madas type EVO/NC Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken Aansluiting schroefdraad G3/8, G1/2 of G3/4 Maximale inlaatdruk 200 mbar Temperatuur bereik - 15 o C tot + 60 o C, energiebesparende versie -
Nadere informatieXTREME 36. BEDIENINGSVOORSCHRIFT Hoog Rendement Gaswandketel INHOUDSOPGAVE
XTREME 36 BEDIENINGSVOORSCHRIFT Hoog Rendement Gaswandketel Laat u vooral eerst voorlichten door de installateur omtrent het vullen, het ontluchten en de werking van het toestel en de installatie. Bewaar
Nadere informatiecenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol
cenvax Installatiehandleiding BC 130 boilercontrol cenvax BC 130 boilercontrol Beschrijving De BC 130 is uitgevoerd met een eigen transformator 24 Volt, waardoor in de interne bedrading van de ketel niets
Nadere informatieHANDLEIDING. SCU209DE / basis ontvanger. Inhoud;
HANDLEIDING SCU209DE / basis ontvanger Inhoud; Introductie Pagina 1 Specificaties en veiligheidsinstructies Pagina 2 Indicatieverlichting en installatie Pagina 3 Aansluitschema Pagina 4 Aanmelden thermostaten
Nadere informatieE-mail: consument@nefit.nl Internet: www.nefit.nl. Nefit B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Nefit houdt Nederland warm. Gebruikersinstructie
Nefit B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer. Consumenten Infolijn: 0570-67 85 00. Fax: 0570-67 85 86. E-mail: consument@nefit.nl Internet: www.nefit.nl Nefit houdt Nederland warm Gebruikersinstructie Nefit
Nadere informatieGebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT
Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT NL 1 2 3 4 5 Gebruiksaanwijzing (Nederlands) Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig, voor een goed en veilig gebruik van het heetwaterapparaat. 1.16 Inleiding Dit
Nadere informatie6 INSTELLING EN AFREGELING
6 INSTELLING EN AFREGELING Het functioneren van het toestel is te beïnvloeden door de (parameter)instellingen in de branderautomaat. Een deel hiervan is direct via het bedieningspaneel in te stellen, een
Nadere informatie8.1 Storingssignalering De storingssignalering wordt zichtbaar op het moment dat er een storing in het toestel optreedt.
8.1 ssignalering De storingssignalering wordt zichtbaar op het moment dat er een storing in het toestel optreedt. Display Allure toestel Bij storingen zal op het toestel display een knipperende F (vergrendelende
Nadere informatie3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi
Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik
Nadere informatieDE PS005 OP Z N DUIMPJE KENNEN. Module voor de sanitair warmwaterproductie via uw ketel.
DE PS005 OP Z DUIPJE KEE odule voor de sanitair warmwaterproductie via uw ketel www.tempolec.be PS005 PS005 GEBRUIK De module voor sanitair warmwaterproductie PS005 is geschikt voor het sturen van een
Nadere informatieWoonhuisventilator type: Compact-8/14p
Gebruikershandleiding Compact-8/14P Gebruikershandleiding Woonhuisventilator type: Compact-8/14p Deze handleiding is bedoeld voor de gebruikers en de installateurs van het mechanisch ventilatiesysteem
Nadere informatieMONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2
MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging
Nadere informatie