1 Chemisch evenwicht. Denk er eens over na! 10 1 Chemisch evenwicht. 3 Financieel evenwicht. 1 Synthese van ammoniak: chemisch evenwicht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Chemisch evenwicht. Denk er eens over na! 10 1 Chemisch evenwicht. 3 Financieel evenwicht. 1 Synthese van ammoniak: chemisch evenwicht"

Transcriptie

1 1. CHEMISCH EVENWICHT 1 Chemisch evenwicht Denk er eens over na! 1 Synthese van ammoniak: chemisch evenwicht Ecologisch evenwicht 3 Financieel evenwicht 4 Fysisch evenwicht 5 Koolstofdioxide toevoegen aan een drank: zuur-base-evenwicht. 6 De toevoeging van Cl aan water leidt tot een evenwichtsreactie. 7 Verstoring van evenwicht 8 Cfk-drijfgassen verstoren het evenwicht tussen O en O 3 in de stratosfeer. Zoeken naar evenwicht. Dat is een taak op vele gebieden. Kun je de voorbeelden verduidelijken? Ken je nog andere voorbeelden? Evenwicht betekent niet stilstand. Het is iets dynamisch. Hoe kun je dat omschrijven? Chemische evenwichtsreacties vind je niet alleen in de industrie. Vind je voorbeelden in je leefwereld? Wat wordt bedoeld met de verstoring van het evenwicht? Dat wordt vaak toegepast om de opbrengst van een chemisch proces te verhogen. Vind je daarvan enkele voorbeelden? Wat is het verband tussen cfk en het gat in de ozonlaag (zie leesstuk)? 10 1 Chemisch evenwicht

2 Leer de chemie 1.1 Inleiding 1. CHEMISCH EVENWICHT Onze leefwereld is doordrongen van allerlei evenwichtssituaties: fysische, biologische, ecologische, economische, politieke enz. Wijzigingen in het leefmilieu, in een biotoop, in een levend organisme, in het klimaat, in een geologisch gebied zijn vaak het gevolg van storingen in het fysische of chemische evenwicht. In dit hoofdstuk komen eerst de grondprincipes van chemisch evenwicht aan de beurt. Nadien bekijken we evenwichtsreacties en verstoringen ervan ook kwantitatief. Je leert de evenwichtswet, de evenwichtsconstante en de omzettingsgraad van een reactie kennen en berekenen. Essentieel is de toepassing van evenwichtsprincipes op diverse belangrijke reactiesoorten in de chemie. Zo zullen we ruim aandacht besteden aan het ionisatie-evenwicht tussen zuren en basen (hoofdstuk ) en aan het evenwicht in redoxreacties (hoofdstuk 3). Ook in de organische chemie kunnen we vele omzettingen beschouwen als evenwichtsreacties. Een chemisch proces start wanneer reagensdeeltjes aangetast worden. Tijdens het chemische proces grijpen er concentratieveranderingen plaats en als gevolg daarvan een verandering van de reactiesnelheid. Wanneer ten slotte het reagensmateriaal uitgeput raakt en er dus geen concentratieveranderingen meer kunnen optreden, wordt de reactiesnelheid nul. Dat geldt voor aflopende processen, maar voor vele reacties geldt dat eenvoudige verloop niet. Experiment Geruime tijd vooraf worden de onderstaande oplossingen samengevoegd: A 5 ml FeCl 3 -oplossing (Fe 3 -ionen) 5 ml KI-oplossing (I 1 -ionen) B 5 ml FeCl -oplossing (Fe -ionen) 5 ml I -oplossing (I -opl. in alcohol) 1 Chemisch evenwicht 11

3 1. CHEMISCH EVENWICHT De volgende reacties treden op: 1 Fe 3 I 1 Fe I Fe I Fe 3 I 1 Omdat beide reactiemengsels (A en B) een lange tijd vooraf klaargemaakt werden, mag je stellen dat de chemische omzettingen voltooid zijn. Met de volgende identificatiereacties kun je de aanwezigheid van de soorten deeltjes (Fe 3, Fe, I 1 en I ) in de reactiemengsels nagaan. Aantonen van: Fe 3 met SCN 1 (thiocyanaat) roodbruine kleur I 1 met Ag 1 gele neerslag Fe met Fe(CN) 3 6 (hexacyanoferraat) blauwgroene neerslag I met zetmeel blauwkleuring Besluit Omdat in beide stoffensystemen (A en B) nog alle soorten deeltjes (zowel van de reagentia als van de reactieproducten) aantoonbaar zijn, moeten we besluiten dat beide reacties A en B onvolledig verlopen en omkeerbaar zijn. Fe 3 I 1 1 Fe I Verklaring Vorig jaar heb je geleerd welke drijfveren een chemische reactie beïnvloeden, namelijk de energieverandering (ΔH) en de entropieverandering (ΔS). Als een drijfveer de reactie gunstig beïnvloedt en de andere ongunstig, dan leidt dat vaak tot een omkeerbare en onvolledige reactie. 1 1 Chemisch evenwicht

4 1. Het chemisch evenwicht Inleiding: vergelijking met fysisch evenwicht Een evenwichtstoestand wordt bereikt wanneer beide tegengestelde reacties met dezelfde snelheid verlopen zodat een status-quo bereikt wordt. De invloed van beide tegengestelde drijfveren (de enthalpieverandering en de entropieverandering) is dan even groot. Zo zal in een gesloten systeem een hoeveelheid vloeibaar water verdampen (endotherm proces, ΔH > 0). De moleculen in de dampfase vertonen een grotere wanorde dan de moleculen in de vloeistoffase (ΔS > 0). Afhankelijk van de temperatuur (T ) zal er meer of minder damp aanwezig zijn. Bij een evenwichtstoestand is de snelheid van de dampvorming even groot als de snelheid van condensatie. water (g) water (vl) een fase-evenwicht 1. CHEMISCH EVENWICHT Voorstelling van een evenwichtsreactie A B 1 C D v 1 v reagentia reactieproducten Een reactiemengsel in evenwicht is in een toestand waarin de eigenschappen niet meer veranderen. Die toestand is het resultaat van gelijk geworden drijfveren: verandering van enthalpie en entropie, reactiesnelheden van de heen-en-terugreactie: v 1 v. Beide tegengestelde reacties verlopen in een gesloten vat omkeerbaar en onvolledig. Opmerking Als beide drijfveren een even grote maar tegengestelde invloed uitoefenen is ΔG gelijk aan 0 (zie Op weg met chemie 3A, Hoofdstuk 4, Vrije energie). ΔG = ΔH T. ΔS = 0 Je merkt hier dat de temperatuur een bepalende invloed heeft. Verklaring Dat eigenschappen niet meer veranderen, is het gevolg van het niet meer wijzigen van de samenstelling van het reactiemengsel. De hoeveelheid en dus ook de concentratie van ieder bestanddeel blijft constant. Macroscopisch is er geen verandering waar te nemen. Gelijke reactiesnelheid: per tijdseenheid ontstaan er evenveel deeltjes van een bestanddeel als er verdwijnen. De heen-en-terugreacties zijn schijnbaar stilgevallen omdat hun snelheid even groot is. We spreken dan van een dynamische evenwichtstoestand. Op submicroscopisch niveau verlopen beide (even snelle) tegengestelde processen verder (vergelijk met het fase-evenwicht). Een gesloten systeem is een systeem dat met de omgeving eventueel wel energie maar geen materie kan uitwisselen. Een systeem dat noch energie, noch materie met de omgeving kan uitwisselen, noemen we een geïsoleerd systeem. Strikt genomen kan een systeem slechts tot evenwicht komen als het geïsoleerd is (dat wil zeggen als alle stoffen en hun energie in het reactievat blijven). Men neemt echter aan dat in standaardomstandigheden alle gesloten systemen (en zelfs bepaalde open systemen, op voorwaarde dat geen enkele van de betrokken stoffen gasvormig is) aan die vereisten voldoen. 1 Chemisch evenwicht 13

5 1. CHEMISCH EVENWICHT De heen-en-terugreacties verlopen in dezelfde reactieomstandigheden. Evenwichtsreacties zijn omkeerbaar. Een reactie is onvolledig wanneer nog een aantoonbare concentratie van elk reagens aanwezig is in de evenwichtstoestand. Een stof is doorgaans nog aantoonbaar wanneer haar concentratie groter is dan 10 6 mol/l. Grafische voorstellingen van een evenwichtsreactie Concentratie-tijdgrafiek [A] 0 5 [ ] [B] A + B C + D evenwicht [C = [D [B 1 [C] t = [D] t [A t Snelheid-tijdgrafiek v 1 A + B C + D evenwicht v 1 v 1 (e) = v (e) v t De concentratie van stof B daalt tweemaal trager dan die van stof A. Per mol B wordt immers mol A verbruikt. De concentratiestijging van de stoffen C en D is gelijk aan de daling van de concentratie van B. De concentratie van C en D stijgt van 0 naar,5 mol/l, die van B daalt van 4,0 naar 1,75 mol/l Chemisch evenwicht

6 Door de continue concentratievermindering van de stoffen A en B zal de snelheid van reactie 1 afnemen. De snelheid van reactie zal toenemen: er wordt almaar meer C en D gevormd. Bij het bereiken van het chemische evenwicht is de snelheid van allebei even groot. De concentratie van elke stof blijft vanaf dat ogenblik gelijk. 1. CHEMISCH EVENWICHT 1.3 De omzettingsgraad () en het rendement (η) Evenwichtsreacties verlopen dus niet tot de reagentia volledig omgezet zijn in reactieproducten. Een gedeelte van elk reagens blijft over. De omzettingsgraad () is de verhouding van de weggereageerde (gevormde) stofhoeveelheid van een bepaald reagens (reactieproduct) in evenwicht tot de weggereageerde (gevormde) stofhoeveelheid ervan in een aflopende reactie (of volledige omzetting). Δn(stof) evenwicht Δn(stof) max Voorbeeld Evenwichtsreactie PCl 3 Cl PCl 5 Beginhoeveelheid n 0 5,0 mol 6,0 mol 0 mol Δn 4,0 mol 4,0 mol 4,0 mol Hoeveelheid bij evenwicht n e 1,0 mol,0 mol 4,0 mol Δn(PCl 3 ) evenwicht 4,0 mol Δn(PCl 3 ) max 5,0 mol 0,80 Ook bij keuze van de andere stoffen (PCl 5, Cl ) vind je dezelfde omzettingsgraad: 0,80. De maximaal weggereageerde of gevormde stofhoeveelheid is immers altijd 5,0 mol want PCl 3 is het beperkende reagens. Het rendement (η) van een chemische reactie is gelijk aan de werkelijk verkregen massa (van een bepaald reactieproduct) tot de theoretisch te verkrijgen massa van deze stof, meestal uitgedrukt in %. m (verkregen massa) η =. 100 % m (maximaal) Opmerking Uit beide definities kun je afleiden dat beide grootheden nauw met elkaar verbonden zijn, meestal zijn ze zelfs aan elkaar gelijk. Het begrip rendement geldt echter voor het geheel proces, terwijl de omzettingsgraad geldt voor een bepaalde reactie in dit proces. 1.4 De evenwichtsconstante (K ) In chemische evenwichtstoestand verlopen beide reacties even snel. Uit de snelheidsvergelijking van beide tegengestelde reacties kun je een evenwichtsconstante afleiden. Neem als voorbeeld een evenwichtsreactie die in beide richtingen als een eenstapsreactie verloopt: de synthese van HI. H I 1 HI 1 Chemisch evenwicht 15

7 1. CHEMISCH EVENWICHT De snelheidsvergelijking van beide reacties is: v 1 k 1 [H ] [I ] v k [HI] Bij het evenwicht mag je stellen dat: v 1 v of k 1 [H [I k [HI Dat kun je herschrijven als: k 1 k [HI] e [H [I De evenwichtsconstante (K ) is dan gelijk aan de verhouding van beide reactiesnelheidsconstanten (k 1 /k ): K k 1 k [HI] e [H [I Maar de evenwichtsconstante is dan ook gelijk aan een concentratiebreuk met uitsluitend de evenwichtscon centraties van de aanwezige stoffen. In de teller van die breuk staat altijd de evenwichtsconcentraties van de reactieproducten; in de noemer de evenwichtsconcentraties van de reagentia. Opmerking Omdat de snelheidsconstanten (k 1 en k ) verschillend beïnvloed worden door een temperatuurverandering, zal ook de evenwichtsconstante afhankelijk zijn van de temperatuur. Experimentele controle Bij de synthese van H en I tot HI met de gegeven beginconcentraties meten we de volgende evenwichtsconcentraties. Experiment 5 is een ontledingsreactie. De temperatuur is bij elk experiment gelijk en blijft constant gedurende de reactie. 10,70 mol/l 11,39 mol/l 0 mol/l H l Hl,0 mol/l,89 mol/l 17,0 mol/l Begintoestand Evenwichtstoestand Experiment Beginconcentratie (mol/l) Concentratie bij evenwicht (mol/l) [H ] [I ] [HI] [H [I [HI Evenwichtsconstante [HI] e [H [I K 1 10,70 11,39 0,0,89 17,00 45,5 10,91 1,55 0 1,96 3,60 17,90 45,4 3 10,60 13,00 0 1,70 4,10 17,80 45,5 4 11,60 1,79 0 4,10 1,1 15,00 45, ,60 1,90 1,90 1,80 45, Chemisch evenwicht

8 Besluit Voor elke evenwichtsreactie bestaat bij een gegeven temperatuur een bepaalde concentratiebreuk waarvan de waarde in elke evenwichtstoestand dezelfde is, ongeacht de beginsamenstelling van het mengsel. 1. CHEMISCH EVENWICHT Omstreeks 1867 rapporteerden de Noorse geleerden Guldberg en Waage als eersten het bestaan van die evenwichtswet. Ze wordt daarom ook de wet van Guldberg en Waage genoemd. Voor de algemene reactievergelijking a A b B c C d D geldt: [C] c e [D] d e [A]e a [B] b constant K e evenwichtsconstante De waarde van K is bij de gegeven temperatuur typisch voor de gegeven reactie. Voorwaarde: de stoffen zijn homogeen verdeeld in het reactiemilieu. Definitie van de evenwichtsconstante De evenwichtsconstante van een reactie is de verhouding van het product van de evenwichtsconcentraties van de reactieproducten (in het rechterlid) tot het product van de evenwichtsconcentraties van de reagentia (in het linkerlid). Elke concentratiefactor moet echter worden verheven tot een macht waarvan de exponent overeenstemt met de reactiecoëfficiënt van die stof. Voorbeelden Reactievergelijking Evenwichtsconstante K SO (g) O (g) SO 3(g) K [SO 3 ]e [SO ]e [O [FeSCN ] Fe 3 (opl) SCN1 (opl) FeSCN (opl) K e [Fe 3 [SCN 1 C (v) H O (g) CO (g) H (g) K [CO [H [H O Zn (v) Cu (opl) Z n (opl) Cu (v) K [Zn [Cu Eenheid van K Omdat bij de berekening van de evenwichtsconstante altijd de concentratie gebruikt wordt, hangt de eenheid van K principieel af van het aantal concentratiefactoren in teller en noemer. De evenwichtsconstante kan echter ook berekend worden uit thermodynamische gegevens. Hierbij kan men echter slechts gebruik maken van een getal en niet van een grootheid (zie ook opmerking volgende pagina). Om deze reden gebruiken chemici meestal geen eenheden voor de evenwichtsconstante. Doorheen dit boek zullen we dan verder geen eenheden gebruiken bij het schrijven van K. Bij berekeningen zal je dan wel geregeld een eenheid moeten bijschrijven voor bv. een concentratie. Merk ook op dat de heterogeen verdeelde vaste stoffen niet voorkomen bij de berekening van de evenwichtsconstante. Van die stoffen kun je immers geen concentratiegegevens vermelden. 1 Chemisch evenwicht 17

9 1. CHEMISCH EVENWICHT Betekenis van de evenwichtsconstante De evenwichtsconstante karakteriseert bij uitstek de ligging van het evenwicht bij een bepaalde temperatuur. Die constante hangt niet af van de beginconcentratie van de stoffen. K [C] c e [D] d e [A] a e [B] b e K 10 3 nagenoeg geen reactie 10 3 K 10 3 evenwichtsreactie K 10 3 nagenoeg aflopende reactie Een grote K-waarde (K 10 3 ) betekent: het evenwicht ligt sterk naar rechts; de reactie is dus nagenoeg aflopend; de omzettingsgraad van de reactie is groot (bijna 1). Een kleine K-waarde (K 10 3 ) betekent: het evenwicht ligt naar links; er is dus nagenoeg geen reactie; de omzettingsgraad van de reactie is klein (bijna 0). De K-waarde geeft geen informatie over de snelheid van de omzetting. Een reactie met een grote K-waarde kan ook zeer traag verlopen. De K-waarde wijzigt niet bij een concentratieverandering van bepaalde stoffen, maar wel bij een temperatuurverandering. In het uitgewerkte voorbeeld werd de evenwichtsconstante afgeleid uit de verhouding van de reactiesnelheidsconstanten. Dat is correct voor een eenstapsreactie. Maar ook voor een omkeerbare reactie die in tussenstappen verloopt, kun je de uitdrukking van de evenwichtsconstante berekenen uit de globale reactievergelijking. De evenwichtsconstante is dus niet afhankelijk van het reactiemechanisme. Opmerkingen Die K-waarde (concentratiebreuk) wordt ook als K c voorgesteld. Men kan dan een onderscheid maken met K p -waarden. Dat is een evenwichtsconstante voor reacties in de gasfase, waarbij de evenwichtswet geschreven wordt met partiële drukwaarden in plaats van de evenwichtsconcentratie. p(nh Bv. N (g) 3 H (g) NH 3 (g) K p 3 ) p(n ) p(h ) 3 De relatie tussen de vrije energiewaarde (ΔG) en de K- waarde van het chemische evenwicht wordt gegeven door de volgende formule van Van t Hoff: K 10 ΔG (,3 R T ) R 8,31 J/mol.K (algemene gasconstante) T absolute temperatuur (K) Voor reacties met ΔG 0 is de exponent van de K-uitdrukking positief: grote K-waarde: aflopende reactie, zelfonderhoudend proces. Voor reacties met ΔG 0 is de exponent van de K-uitdrukking negatief: kleine K-waarde: onvolledige reactie of onmogelijk zelfonderhoudend proces. Ook de invloed van de temperatuur (T ) op de evenwichtsconstante kan uit die uitdrukking worden afgeleid. Op de toepassingen van beide opmerkingen gaan we in deze cursus niet verder in Chemisch evenwicht

10 1.5 Stoichiometrische berekeningen bij de evenwichtstoestand De algemene strategie voor het oplossen van vraagstukken bij aflopende reacties kan nog altijd worden toegepast. Je moet echter rekening houden met het onvolledige verloop van een evenwichtsreactie, bepaald door de evenwichtsconstante. Je gebruikt altijd dezelfde werkwijze om stofhoeveelheid en concentratie in de evenwichtstoestand te bepalen (zie algemeen schema en voorbeelden). 1. CHEMISCH EVENWICHT Startwaarden hoeveelheid stof Reactievergelijking Evenwicht hoeveelheid stof omzettingsgraad n 0 Δn n e beginconcentratie [ ] 0 Δ[ ] evenwichtsconcentratie evenwichtsconstante [ K Voorbeeld 1 Bereken de concentratie van Cl in evenwicht, indien men 1,0 mol PCl 5 in een recipiënt van 10 liter verwarmt tot 50 C. Daarbij wordt PCl 3 en Cl gevormd. Bij 50 C bedraagt de evenwichtsconstante 0, Gegevens V 10 l n o (PCl 5 ) 1,0 mol K 0,041 (50 C) Reactievergelijking PCl 5 (g) PCl 3 (g) Cl (g) 3 Interpretatie PCl 5 PCl 3 Cl n 0 1,0 0 0 Δn (mol) x x x n e 1,0 x x x [ (mol/l) (1,0 x) 10 ( x 10 ) 10 ) ( x 4 Toepassing K [PCl 3 [Cl ] ( x e 10 ) ( x 10 ) [PCl 5 ( 1,0 x 0, ) x 10 (1,0 x) 0,041 x 0,41 x 0,41 0 De oplossing van die tweedegraadsvergelijking geeft: x 1 0,88 onmogelijk! (n, een hoeveelheid stof, moet positief zijn) x 0,47 Er is bij het evenwicht 0,47 mol Cl aanwezig in het reactievat. [Cl 0,47 mol/10 l 0,047 mol/l 1 Chemisch evenwicht 19

11 1. CHEMISCH EVENWICHT Voorbeeld In een reactievat van 1000 liter ontstaat in evenwicht 500 mol NH 3 uitgaande van H en N. Er blijft 73,10 kg N over in het reactievat. Welke stofhoeveelheid van elk van beide reagentia werd initieel ingebracht? Bereken eveneens de omzettingsgraad. In de gegeven omstandigheden is de evenwichtsconstante: K 3, Gegevens Volume V l n e (NH 3 ) 500 mol [NH mol/1000 l,500 mol/l n e (N ) m M 73, g 8,0 g/mol, mol [N, mol/1000 l,61 mol/l K 3, Reactievergelijking N (g) 3 H (g) NH 3 (g) 3 Interpretatie N 3 H NH 3 n n 0 (H ) 0 Δn (mol) n e 610 zie punt [ (mol/l),61 zie punt 4,500 4 Toepassing N Δn n e n 0 n 0 n e Δn 610 mol (150 mol) mol H De evenwichtsconcentratie kun je berekenen uit de evenwichtsconstante. K [NH 3 ]e [N [H ]e 3 3, (,500) 3,30 103,61 [H ]e 3 3 [H (,500) mol/l 8,99 mol/l 3, ,61 De hoeveelheid H die bij het evenwicht nog aanwezig is n e (H ) c V 8,99 mol/l 1000 l 8, mol De initiële hoeveelheid H (zie tabel) n o n e Δn 8, mol 3, mol 1, mol H Omzettingsgraad n o (N ) 3, mol n o (H ) 1, mol Er is een driemaal grotere stofhoeveelheid H nodig dan N. In een aflopende reactie zou dus alle N wegreageren (limiterend reagens). Δn(N ) 150 mol Δn(N ) max 3860 mol 0, Chemisch evenwicht

12 Oefenen en opzoeken 1 Een mengsel van 1,000 mol CO (g) en 1,000 mol H O (g) wordt bij 800 C in een vat van 10,0 l gebracht. In evenwicht bevinden zich 0,665 mol CO en 0,665 mol H in het vat. Bereken de K-waarde, de omzettingsgraad () en de evenwichtsconcentratie van de vier gassen. 1. CHEMISCH EVENWICHT In een gesloten vat van 0 l reageren bij 700 K 0,46 mol CO en 0,46 mol H tot CO en H O. De K-waarde bij die temperatuur bedraagt 0,11. Bereken de evenwichtsconcentratie van elk bestanddeel. 3 Ketonen als propanon (CH 3 -CO-CH 3, aceton) ondergaan vlot additiereacties. Zo ontstaat bij kamertemperatuur uit 0,100 mol aceton en 0,100 mol waterstofcyanide (HCN), beide opgelost in ethanol, een tamelijk grote opbrengst van een additieproduct. Het reactievolume is 100 ml en de K-waarde is 33,0. Bereken de omzettingsgraad bij kamertemperatuur. Reactievergelijking: CH 3 -CO-CH 3 (opl) HCN (opl) H 3 C C CH 3 CN OH (opl) 4 Een mengsel bevat CO(g), H (g) en gasvormig methanol. Bij 773 C wordt de volgende evenwichtsconcentratie gemeten: CO: 0,105 mol/l, H : 0,50 mol/l en CH 3 OH: 0,0061 mol/l. Bereken K voor de reactie CO(g) H (g) CH 3 OH(g). 5 Bij 460 C is de evenwichtsconstante van onderstaande reactie 85. In het reactievat is de concentratie van de stoffen: SO : 0,00150 mol/l, NO : 0,00300 mol/l, NO: 0,0100 mol/l en SO 3 : 0,0400 mol/l. Alle stoffen zijn gasvormig. Reactievergelijking: SO (g) NO (g) NO(g) SO 3 (g) a. Is de reactie in evenwicht? b. Zo niet, in welke richting zal de reactie moeten gaan om het evenwicht te bereiken? c. Bereken de evenwichtsconcentratie van elke stof. 1 Chemisch evenwicht 1

13 1. CHEMISCH EVENWICHT 6 Ionenwisselaars (met een hars als basis) worden vaak gebruikt om water te ontharden. Hoe werkt het principe van een ionenwisselaar? Hoe wordt de ionenwisselaar geregenereerd? Wat verwacht je van de grootteorde van de evenwichtsconstante van die uitwisselingsreactie? Leer de chemie 1.6 Verstoring van het chemisch evenwicht: het principe van Le Chatelier Van t Hoff Het is duidelijk dat evenwichtsreacties talrijke nadelen met zich brengen: de reagentia worden slechts onvolledig omgezet; de afzondering van de reactieproducten is door de blijvende aanwezigheid van een deel van de reagentia complexer dan bij aflopende reacties. De vraag rijst dan ook hoe in een chemische evenwichtstoestand moet worden ingegrepen om de gewenste omzetting in hogere mate te laten plaatsgrijpen en zo het rendement van het proces te verhogen. Het evenwicht kan bijvoorbeeld worden gestoord door de reactiesnelheid van de gewenste omzetting selectief te wijzigen. Uit de snelheidswet van Guldberg en Waage kan worden afgeleid dat dat mogelijk is door een concentratieverandering van de reagentia of een temperatuurverandering. Bij een gasreactie veranderen de concentraties van alle stoffen als je het volume (of de druk) wijzigt Experiment: verstoring van het evenwicht We bereiden een evenwichtsmengsel met Fe(NO 3 ) 3 en KSCN. De optredende evenwichtsreactie is: Fe 3 (opl) SCN1 (opl) kleurloos 1 FeSCN (opl) rood De evenwichtsconstante kun je schrijven als: [FeSCN ] K e [Fe 3 [SCN 1 Reactie 1 is exotherm, reactie endotherm. Werkwijze Verdeel het rode evenwichtsmengsel over 6 petrischalen. De optredende verstoringen zijn duidelijk zichtbaar door de kleurverandering. 1 Chemisch evenwicht

14 A Concentratieveranderingen 1 Verhoging van de concentratie van Fe 3 door toevoeging van enkele druppels zeer geconcentreerde Fe 3 -oplossing of enkele korrels FeCl CHEMISCH EVENWICHT Verhoging van de concentratie van SCN 1 door toevoeging van enkele druppels zeer geconcentreerde SCN 1 -oplossing of enkele korrels vast KSCN. 3 Verlaging van de concentratie van Fe 3 door toevoeging van OH 1 : vorming van het zeer slecht oplosbare Fe(OH) 3 : Fe 3 (opl) 3 OH1 (opl) Fe(OH) 3 (v). 4 Verlaging van de concentratie van SCN 1 door toevoeging van Ag 1 : vorming van het slecht oplosbare AgSCN: Ag 1 (opl) SCN1 (opl) AgSCN (v). 5 Verlaging van de concentratie van alle stoffen door verdunning (toevoeging van water). B Temperatuurverandering 6 Verwarming van het mengsel. Waarnemingen Exp. Gewijzigde factor Aanpassing Kleurverandering Verschuiving van het evenwicht 1 Concentratie [Fe 3 ] roder naar rechts Concentratie [SCN 1 ] roder naar rechts 3 Concentratie [Fe 3 ] minder rood naar links 4 Concentratie [SCN 1 ] minder rood naar links 5 Concentratie [alle stoffen] minder rood naar links 6 Temperatuur temperatuur minder rood naar links Uit de waargenomen verschuivingen kun je al het volgende besluit afleiden. Bij de verstoring van een evenwichtssysteem wordt de aangebrachte storing altijd tegengewerkt door een tijdelijke overheersing van de reactie die de storing tegenwerkt. Uiteindelijk evolueert het systeem naar een nieuwe evenwichtstoestand. Om die reden kun je dat eigenlijk het chemische traagheidsbeginsel noemen. Het evenwichtssysteem verzet zich tegen de aangebrachte storing. De Franse chemicus Le Chatelier en de Nederlandse geleerde Van t Hoff formuleerden in 1884 bovenstaande algemene regel die toepasbaar is bij de verstoring van het chemische evenwicht. Die regel laat ons toe te voorspellen welke reactie tijdelijk zal overheersen en de ligging van het nieuwe evenwicht bepalen. 1 Chemisch evenwicht 3

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn? Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:

Nadere informatie

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur.

De twee snelheidsconstanten hangen op niet identieke wijze af van de temperatuur. In tegenstelling tot een verandering van druk of concentratie zal een verandering in temperatuur wel degelijk de evenwichtsconstante wijzigen, want C k / k L De twee snelheidsconstanten hangen op niet

Nadere informatie

7.4.3 - de ph-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met zure, neutrale en basische oplossingen en met de concentratie van H+-ionen en OH--ionen;

7.4.3 - de ph-schaal van 0 tot 14 in verband brengen met zure, neutrale en basische oplossingen en met de concentratie van H+-ionen en OH--ionen; Leergebied: concentratie Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 5.5.2 - de massaconcentratie van een oplossing definiëren als het aantal gram opgeloste stof per 100 ml oplossing; de oplosbaarheid van een stof

Nadere informatie

1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1

1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1 TERMOCEMIE p. 1 1 Algemene begrippen De chemische thermodynamica bestudeert de energieveranderingen en energieuitwisselingen bij chemische processen. Ook het voorspellen van het al of niet spontaan verloop

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 20122012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie

Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie Chemie in druppels Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie 4 Verschuiving van een chemisch evenwicht 4.1 Chemisch evenwicht Stikstofdioxide (NO 2) (roodbruin gas) kan omgezet worden tot

Nadere informatie

Inleiding 15. Inleidende oefeningen Basisbegrippen fysica en wiskunde 17

Inleiding 15. Inleidende oefeningen Basisbegrippen fysica en wiskunde 17 Inhoud Inleiding 15 Inleidende oefeningen Basisbegrippen fysica en wiskunde 17 Reeks I.1: wiskunde 17 Reeks I.2: fysica 19 Reeks I.3: gemengd 19 Antwoorden 21 Hoofdstuk 1 De samenstelling van de materie

Nadere informatie

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke

Nadere informatie

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke

Nadere informatie

7. Chemische reacties

7. Chemische reacties 7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten

Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten 4HAVO periode 3 2012 Weekplanning per3, week 5 Woensdag H5.1 H5.2 theorie Vragen over H4 / tijd om hoofdstuk 4 door te nemen Donderdag PTA H432 Vrijdag Werkuur:

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? KAlSO4 KAl(SO4)2 K3Al(SO4)2

Nadere informatie

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? K3AlSO4 K3Al(SO4)2 KAl(SO4)2

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Chemie: chemisch evenwicht 6/27/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Chemie: chemisch evenwicht 6/27/2013. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Chemie: chemisch evenwicht 6/27/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2

Nadere informatie

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde

Nadere informatie

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9 SCHEIKUNDE Hoofdstuk 9 Par. 1 Elke chemische reactie heeft een energie-effect. De chemische energie voor én na de reactie is niet gelijk. Als de reactie warmer wordt is de chemische energie omgezet in

Nadere informatie

Oplossingen Scheikunde van 2001

Oplossingen Scheikunde van 2001 www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen

Nadere informatie

Chemie 2001 Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C6H1206) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0 liter

Nadere informatie

27 ste Vlaamse Chemie Olympiade

27 ste Vlaamse Chemie Olympiade 27 ste Vlaamse Chemie Olympiade 2009-2010 2 de ronde 10 februari 2010 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: Aantal lesuren chemie per week die je dit

Nadere informatie

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes. Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M? Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing

Nadere informatie

Gegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt:

Gegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt: Chemie Vraag 1 Gegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt: CS2 + X + KOH K2SO4 + K2CO3 + KCl + H2O De hoeveelheden (in mol) van de betrokken

Nadere informatie

uitleggen dat in reacties (in de meeste gevallen) bestaande chemische bindingen worden verbroken en nieuwe worden gevormd;

uitleggen dat in reacties (in de meeste gevallen) bestaande chemische bindingen worden verbroken en nieuwe worden gevormd; Leergebied: reactiesnelheid Leerplannen 4.1 - Reactiesnelheid en effectieve botsingen 4.1.1 - de definitie van reactiesnelheid geven; 4.1.2 - uitleggen dat in reacties (in de meeste gevallen) bestaande

Nadere informatie

Inhoud. Reactiesnelheid, effectieve botsingen,

Inhoud. Reactiesnelheid, effectieve botsingen, Inhoud Hoofdstuk 3: Reactiesnelheid... 2 1. Inleiding... 2 2. Botsingstheorie... 2 3. De gemiddelde reactiesnelheid... 3 4. De ogenblikkelijke reactiesnelheid... 4 5. Factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden...

Nadere informatie

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel]

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel] Gebruik bij deze opdrachten BINAS-tabellen 8 t/m 12 / 38A / 56 / 57. Rekenen met vormingswarmte

Nadere informatie

Augustus geel Chemie Vraag 1

Augustus geel Chemie Vraag 1 Chemie Vraag 1 Men beschikt over een oplossing van ijzer(ii)nitraat met c = 3,00 mol/l en heeft voor een experiment 0,600 mol nitraationen nodig. Hoeveel ml van de oplossing dient men te gebruiken?

Nadere informatie

Protolyse van zwakke zuren en basen

Protolyse van zwakke zuren en basen Protolyse van zwakke zuren en basen Zwakke protolyten protolyseren in oplossing slechts gedeeltelijk. Waterstoffluoride bv. is een zwak zuur: HF + H 2 O H 3 O + + F De evenwichtsvoorwaarde is: K = [H 3

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Scheikunde Vraag 1. Vraag 1: <A> <B> <C> <D>

Scheikunde Vraag 1. Vraag 1: <A> <B> <C> <D> Scheikunde Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C 6 H 12 O 6 ) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0

Nadere informatie

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005

TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F2/MNW2. Vrijdag 23 december 2005 TENTAMEN CHEMISCHE THERMODYNAMICA voor F/MNW Vrijdag 3 december 005 Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een GR. Mogelijk nodige constantes: Gasconstante R = 8.31447 Jmol 1 K 1 = 8.0574 10 L

Nadere informatie

2 Concentratie in oplossingen

2 Concentratie in oplossingen 2 Concentratie in oplossingen 2.1 Concentratiebegrippen gehalte Er zijn veel manieren om de samenstelling van een mengsel op te geven. De samenstelling van voedingsmiddelen staat op de verpakking vermeld.

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over

Nadere informatie

Chemisch rekenen, zo doe je dat!

Chemisch rekenen, zo doe je dat! 1 Chemisch rekenen, zo doe je dat! GOE Opmerkingen vooraf: 1. Belangrijke schrijfwijzen: 100 = 10 2 ; 1000 = 10 3, enz. 0,1 = 1/10 = 10-1 ; 0,001 = 1/1000 = 10-3 ; 0,000.000.1 = 10-7, enz. gram/kg = gram

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12

Nadere informatie

5 Water, het begrip ph

5 Water, het begrip ph 5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke

Nadere informatie

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4. Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,

Nadere informatie

Reactiesnelheid (aanvulling 8.1, 8.2 en 8.3)

Reactiesnelheid (aanvulling 8.1, 8.2 en 8.3) Reactiesnelheid (aanvulling 8.1, 8. en 8.3) Uit een aantal experimenten (zie 8.1 en 8.) bleek het volgende: De reactiesnelheid hangt af van: deeltjesgrootte concentratie temperatuur katalysatoren In 8.3

Nadere informatie

De waterconstante en de ph

De waterconstante en de ph EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van

Nadere informatie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden Vraag 1 Welke van volgende formules stemt overeen met magnesiumchloriet? MgCl Mg(ClO 2 ) 2 Mg(ClO 3 ) 2 Mg3(ClO 3 ) 2 Optie A: Hier is wat kennis over het periodiek systeem der elementen

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph 6.1 Herhaling: zure en basische oplossingen Arrhenius definieerde zuren als volgt: zuren zijn polaire covalente verbindingen die bij het oplossen in water H +

Nadere informatie

In de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor.

In de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor. Chemie Vraag 1 In de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor. Nuclide Nuclidemassa (u) 63 Cu 62,93 65 Cu 64,93 35 Cl 34,97 37 Cl 36,95 Wat is de verhouding

Nadere informatie

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen

Nadere informatie

Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag?

Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag? Chemie Vraag 1 Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag? NaNO3-oplossing, AgNO3-oplossing en BaCl2-oplossing K2SO4-oplossing, (CH3COO)2Pb-oplossing

Nadere informatie

Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag?

Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag? Chemie Vraag 1 Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag? NH4Cl-oplossing, KOH oplossing en CuSO4-oplossing NH4NO3-oplossing, Na3PO4-oplossing

Nadere informatie

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 juli 2015

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 juli 2015 UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 juli 2015 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq)

(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq) OPGAVE 1 In onderstaand schema is het technische proces voor de bereiding van soda (natriumcarbonaat) weergegeven. De blokken 1, 2, 3 en 4 stellen reactorvaten voor. Door middel van pijlen is aangegeven

Nadere informatie

Verestering volgens Fischer gezien door Ben Erné, fysisch chemicus

Verestering volgens Fischer gezien door Ben Erné, fysisch chemicus Van t Hoff Laboratorium voor Fysische en Colloïdchemie Debye Instituut Universiteit Utrecht Verestering volgens Fischer gezien door Ben Erné, fysisch chemicus H + lcohol + uur Ester + Water b.erne@chem.uu.nl

Nadere informatie

Scheikundige begrippen

Scheikundige begrippen Scheikundige begrippen Door: Ruby Vreedenburgh, Jesse Bosman, Colana van Klink en Fleur Jansen Scheikunde begrippen 1 Chemische reactie Ruby Vreedenburgh Overal om ons heen vinden er chemische reacties

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 3 februari 2010 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal

Nadere informatie

31 ste Vlaamse Chemie Olympiade 2013-2014

31 ste Vlaamse Chemie Olympiade 2013-2014 31 ste Vlaamse Chemie Olympiade 2013-2014 2 de ronde 26 februari 2014 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: Aantal lesuren chemie per week die je dit

Nadere informatie

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013 ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het VWO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water

Nadere informatie

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1985, EERSTE TIJDVAK, uitwerkingen. Toelichting: Het gevraagde hydroxyalkanal wordt als volgt gevormd: 1. Zuur-base-reactie:

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1985, EERSTE TIJDVAK, uitwerkingen. Toelichting: Het gevraagde hydroxyalkanal wordt als volgt gevormd: 1. Zuur-base-reactie: EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1985 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen Aldoladditie 1985-I(I) Toelichting: Het gevraagde hydroxyalkanal wordt als volgt gevormd: 1. Zuur-base-reactie: 2. Additiereactie: 3. Zuur-base-reactie:

Nadere informatie

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden 2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Toets02 Algemene en Anorganische Chemie. 30 oktober 2015 13:00-15:30 uur Holiday Inn Hotel, Leiden

Toets02 Algemene en Anorganische Chemie. 30 oktober 2015 13:00-15:30 uur Holiday Inn Hotel, Leiden Toets02 Algemene en Anorganische Chemie 30 oktober 2015 13:00-15:30 uur Holiday Inn Hotel, Leiden Naam: Studentnummer Universiteit Leiden: Dit is de enige originele versie van jouw tentamen. Het bevat

Nadere informatie

36ste Vlaamse Chemieolympiade

36ste Vlaamse Chemieolympiade 36ste Vlaamse Chemieolympiade 2018-2019 2de ronde 27 februari 2019 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: antal lesuren chemie per week die je dit schooljaar

Nadere informatie

Verbetering Chemie 1997 juli

Verbetering Chemie 1997 juli www. Verbetering Chemie 1997 juli Vraag 1 Reactievergelijking: Fe 2 O 3 + 2 Al Al 2 O 3 + 2 Fe Molaire massa s: Fe 2 O 3 : ( 2 x 55,9) + (3 x 16,0) = 159,8 g mol -1 Al: 27 g mol -1 Hoeveelheid stof: Fe

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Tandarts Geel 21 juli 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 De samenstelling van een oplossing wordt in volgende tabel weergegeven: Ionsoort

Nadere informatie

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren. Vak: Scheikunde Leerjaar: Kerndoel(en): 28 De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp

Nadere informatie

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013 ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Arts Geel 29 september 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 Welke waarden moeten worden toegekend aan x en y in de onderstaande reactievergelijking

Nadere informatie

25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008

25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008 25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008 Schiftingsproef 13 februari 2008 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: Aantal uur chemie dat je dit schooljaar

Nadere informatie

6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14

6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij

Nadere informatie

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo I pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 5 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend: a C 3H 8O 2 4 O 2 3 CO 2 4 H 2O b P 4 5 O 2 6 H 2O 4 H 3PO 4 c 4 Al 3 O 2 2 Al 2O 3 d 2 Fe 3 Cl 2 2

Nadere informatie

Kristallisatie in snel tempo

Kristallisatie in snel tempo Kristallisatie in snel tempo 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we op een snellere manier zoutkristallen maken? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Neutralisatiereactie: reactietype

Nadere informatie

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel Oefenvraagstukken 5 AVO oofdstuk 13 Antwoordmodel Reactieomstandigheden 1 + 2 et zuur was in overmaat aanwezig dus de hoeveelheid O 2 is afhankelijk van de hoeveelheid ao 3. Alle drie gaan uit van dezelfde

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

Hoofdstuk 3: Zuren en basen Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Oefenopgaven ENERGIE, REACTIESNELHEID en EVENWICHT

Oefenopgaven ENERGIE, REACTIESNELHEID en EVENWICHT Oefenopgaven vwo ENERGIE, REACTIESNELHEID en EVENWICHT OPGAVE 1 Happy en Fifax zijn merknamen van middelen die verstopte afvoeren weer ontstoppen. De inhoud van de verpakkingen blijkt te bestaan uit korrels

Nadere informatie

34 ste Vlaamse Chemie Olympiade

34 ste Vlaamse Chemie Olympiade 34 ste Vlaamse hemie Olympiade 2016-2017 2 de ronde 22 februari 2017 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: antal lesuren chemie per week die je dit

Nadere informatie

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof. 1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen

OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel

Nadere informatie

Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur

Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur Vermeld op elk blad duidelijk je naam, studierichting, en evt. collegekaartnummer! (TIP: lees eerst alle vragen rustig

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Opgave 1 Bereken met behulp van het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid (g/l) in zuiver water bij kamertemperatuur, van: a CuBr K s = 5,2 x 10-9 CuBr Cu + + Br

Nadere informatie

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Federatie Steinerscholen Vlaanderen v.z.w. Gitschotellei 188 2140 Borgerhout Februari 2013 Gelijkwaardig verklaarde eindtermen

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef

Nadere informatie