Lichaamsgericht te werk: Onderzoek naar cliënttevredenheid bij en effectiviteit van lichaamsgerichte psychotherapie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lichaamsgericht te werk: Onderzoek naar cliënttevredenheid bij en effectiviteit van lichaamsgerichte psychotherapie"

Transcriptie

1 Masterthese Klinische Psychologie Lichaamsgericht te werk: Onderzoek naar cliënttevredenheid bij en effectiviteit van lichaamsgerichte psychotherapie Rosanne Dokkum Studentnummer: Supervisor/Eerste beoordelaar: dr. A.M. Kleiboer Tweede beoordelaar: dr. E.H. Warmerdam Augustus 2012 Vrije Universiteit, Amsterdam

2 Inhoudsopgave Abstract 3 Samenvatting 4 1. Inleiding Lichaamsgerichte therapie: de basis De effeciviteit van lichaamsgerichte therapie; wat is er bekend? Cliënttevredenheid met lichaamsgerichte therapie Huidig onderzoek 8 2. Meetinstrumenten Design Participanten Meetinstrumenten Clienttevredenheid Klachtenprofiel Procedure Analyses Resultaten Participanten en Uitval Klachtreductie Cliënttevredenheid De relatie tussen klachtreductie en clienttevredenheid Discussie Beperkingen en kracht van het huidige onderzoek Klinische implicaties en vervolgonderzoek Conclusie Literatuurlijst 25 Bijlage A: Instructi effectiviteitsonderzoek 28 Bijlage B: Brief Symptom Inventory 30 Bijlage C: Instructi cliënttevredenheidsonderzoek 34 Bijlage D: Instructi online vragenlijst cliënttevredenheid 36 Bijlage E: Statistische assumpties 37 2

3 Samenvatting Achtergrond: De effectiviteit van en cliënttevredenheid met lichaamsgerichte therapie is tot op heden weinig onderzocht. Het doel van dit onderzoek was het effect van lichaamsgerichte therapie op klachtreductie onderzoeken en het bepalen van de cliënttevredenheid met lichaamsgerichte therapie bij cliënten in de nederlandse eerstelijns GGZ met een verscheidenheid aan klachten. Ook werd de relatie tussen cliënttevredenheid en klachtreductie onderzocht. Methode: Met behulp van een quasi-experimenteel within-subjects design is het effect van lichaamsgerichte therapie (n=30) op klachtreductie onderzocht aan de hand van een voor- en nameting over acht weken. Gepaarde t-tests werden uitgevoerd over verschillende klachten. Cliënttevredenheid is cross-sectioneel beschreven (n=20) middels descriptieve data. Middels regressieanalyse werd de relatie tussen cliënttevredenheid en klachtreductie onderzocht. Resultaten: De resultaten van dit onderzoek lieten zien dat er bij de nameting sprake was van een significante afname van een verscheidenheid aan klachten was. Hierbij werden medium tot grote effectsizes gevonden. Ook werd er een hoge cliënttevredenheid gevonden. Er werd geen relatie gevonden tussen klachtreductie en cliënttevredenheid. Conclusie: Lichaamsgerichte therapie resulteerde in een afname van diverse psychologische klachten. Daarnaast zijn clienten tevreden met lichaamsgerichte therapie. In tegenstelling tot voorgaand onderzoek was er geen sprake van een positieve relatie tussen klachtreductie en cliënttevredenheid. Meer onderzoek is nodig om de werkzame mechanismen van lichaamsgerichte therapie te bepalen. 3

4 Abstract Background: So far, little research has been conducted on the effectiveness of and client satisfaction with body-oriented psychotherapy. The aim of the current study was examining the effect of body-oriented psychotherapy on a reduction of symptoms and determining client satisfaction with body-oriented psychotherapy with clients in the primary Dutch mental healthcare who reported a variety of symptoms. Also, the relationship between client satisfaction and symptom reduction was investigated. Method: Using a quasi-experimental within-subjects design the effect of body-oriented psychotherapy was examined (n=30) by pre- and posttest over eight weeks. Paired samples t- tests were conducted over a variety of symptoms. Client satisfaction was measured crosssectional (n=20) using descriptive data. Using regression analysis the relationship between client satisfaction and symptom reduction was investigated. Results: The results showed a significant reduction of a variety of symptoms at posttest. Medium to large effect-sizes were found. Also, a high client satisfaction was found. There appeared to be no significant relationship between symptom reduction and client satisfaction. Conclusion: Body-oriented psychotherapy resulted in a reduction of psychological complaints. Also, clients are satisfied with body-oriented psychotherapy. In contrast to previous research, no relationship between symptom reduction and client satisfaction was found. Further research is necessary to determine the effective components of body-oriented psychotherapy. 4

5 Inleiding Lichaamsgerichte therapie vormt een therapeutisch raamwerk dat gebaseerd is op de interactie tussen lichaam en geest (Röhricht, 2009). Deze interactie wordt helder omschreven door Staunton (2002, aangehaald in Röhricht, 2009): It is demonstrated [ ] that the fundamental premise in body psychotherapy is that core beliefs are embodied, and that until we begin to experience the pain held in them directly through our bodies they will continue to run our lives, even if we mentally understand them. Hoewel de lichaam-geestinteractie in meerdere therapievormen erkend wordt, vormt deze voor de lichaamsgerichte therapie een fundamentele aanname. De interactie tussen lichamelijk en geestelijk welzijn is herhaaldelijk aangetoond. Zo is gebleken dat er negatieve associatie is tussen het niveau van angst en de eigen lichaamsperceptie bij patiënten met een angststoornis (Röhricht & Priebe, 1996). Ook hebben depressieve mensen vaak last van lichamelijke klachten (Röhricht, Beyer & Priebe, 2002) en is er een sterke relatie tussen lichaamsgerichtheid en mentaal welzijn bij patiënten met anorexia nervosa (Lausberg, 1998). Ondanks deze aantoonbare samenhang van lichaam en geest is er tot op heden weinig kwantitatief onderzoek verricht naar lichaamsgerichte therapie (Koemeda-Lutz, Kaschke, Revenstorf, Schermann, Weiss, & Soeder, 2008). 1.1 Lichaamsgerichte therapie: de basis Een van de grondleggers van de huidige lichaamsgerichte therapie is Wilhelm Reich (Young, 2008). De psychoanalytisch opgeleidde Reich maakte in het begin van de 20 ste eeuw herhaaldelijk de observatie dat het beschermingsmechanisme van het karakter van de persoon bestond uit zowel verdrongen emoties als opgebouwde lichamelijk spanningen. Deze opvatting was een vernieuwing op de psyche-georiënteerde psychodynamische theorie, waarin onbewuste mentale processen centraal stonden (Young, 2008). In de jaren die volgenden formuleerde Reich verschillende theorieën over de onderdrukking van emoties in fysieke termen en ontwikkelde hij therapeutische technieken waarmee deze emoties bevrijd konden worden (Young, 2008). De afgelopen 20 jaar is er een verscheidenheid aan therapieën ontwikkeld op basis van de observatie van Reich (Röhricht, 2009). Door de wisselende nadruk op lichaam, danwel geest of de toegepaste verbale therpeutische technieken danwel non-verbale technieken doen de onderlinge verschillen tussen de therapieën soms groter aan dan de overeenkomsten. Om een overzicht te creëren heeft Röhricht (2000; aangehaald in Röhricht, 2009) een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de inzicht-georiënteerde therapie ( body psychotherapies ) en 5

6 anderzijds de functioneel georiënteerde therapieën die primair gericht zijn op relaxatie en/of homeostase ( body therapies ) (Röhricht, 2000; aangehaald in Röhricht, 2009). Onder de body-psychotherapies wordt onder andere de Neo-Reichiaanse psychotherapie geplaatst. Hierbij worden emotionele ontladingstechnieken ( catharsis ) gebruikt om starre lichaamshoudingen en vergelijkbare rigide attitudes, ingebed in het lichaam, te verlichten. Het doel is om ruimte te creëren voor het ervaren van onderdrukte affectieve en emotionele processen (Röhricht, 2009). Bij de body-therapies ligt een grotere nadruk op non-verbale oefening. Deze methodes staan verder verwijderd van wat algemeen onder psychotherapie wordt verstaan en vinden hun oorsprong onder andere in de creatieve dans (Röhricht, 2000, aangehaald in Röhricht, 2009). 1.2 De effectiviteit van lichaamsgerichte therapie; wat is er bekend? De effectiviteit van lichaamsgerichte therapie is onderzocht in single case studies (Price, 2002) en in een beperkt aantal randomized controlled trials (Röhricht & Priebe, 2006; Price, 2006). Uit deze onderzoeken blijkt dat lichaamsgerichte therapie effectief is bij de behandeling van boulimia nervosa (Alexandridis, Schüle, Ehrig, & Fichter, 2007) en bij de verwerking van aan seksueel misbruik gerelateerd trauma (Price, 2002; 2006). Met betrekking tot schizofrenie is gevonden dat lichaamsgerichte therapie een positief effect heeft op de vermindering van negatieve symptomen, waaronder affectvervlakking (Röhricht & Priebe, 2006). Ook is lichaamsgerichte therapie onderzocht bij patiënten met psychische klachten als gevolg van een somatische aandoening. Het effect van lichaamsgerichte therapie is onderzocht bij vrouwen met borstkanker die depressieve en angstklachten rapporteerden. Patiënten die lichaamsgerichte therapie kregen lieten bij nameting een grotere verbetering zien in de subjectieve kwaliteit van het leven dan patiënten in de controleconditie (Sandel, Judge, Landry, Faria, Ouellette, & Majczak, 2005). Ook lieten borstkankerpatiënten na Dance Movement Therapy een significante vermindering zien van angst- en depressieve klachten en een verbetering in de kwaliteit van het leven, het subjectief welzijn en het zelfvertrouwen (Dibbell-Hope, 2000). Het effect van lichaamsgerichte therapie bij psychosomatische stoornissen (waaronder Irritable Bowel Syndrome, clusterhoofdpijn en somatisch onvoldoende verklaarde pijnklachten) is vooral onderzocht op basis van Functionele Relaxatie; een oefening waarbij de aandacht gericht wordt op lichamelijke sensaties en er gelijktijdig aan het bewegen van de gewrichten in- en uitgeademd wordt. Er werd een positief 6

7 effect gevonden van Functionele Relaxatie op somatische klachten, waaronder de symptomen van het prikkelbare darmsyndroom (Loew, Sohn, Martus, Tritt & Rechlin, 2000). Specifieker werd er een positieve invloed gevonden van Functionele Relaxatie op luchtweg weerstand en de expiratore piekstroom bij patiënten met acute astma (Loew, Siegfried, Martus, Tritt, & Hahn, 1996; Loew et al. 2000). Monsen en Monsen (2000) onderzochten het effect van psychodynamische lichaamsgerichte therapie op pijnklachten. Zij vonden dat lichaamsgerichte therapie een positief effect had op de subjectieve ernst van de pijn, de mate van somatisatie, angst- en depressieve klachten en sociale terugtrekking. Samenvattend lijkt er op basis van de hiervoor besproken onderzoeken sprake van dat lichaamsgerichte therapie een positief effect heeft op een verscheidenheid van lichamelijke en psychische symptomen. Opvallend is echter dat de meeste resultaten studies betreffen waarin onderzoek is gedaan naar patiënten met schizofrenie, een somatoforme stoornis en psychische klachten naar aanleiding van somatische klachten (Röhricht, 2009). Daarnaast lijken de body therapies, waaronder de Functionele Relaxatie en Dance Movement Therapy, in de onderzoeken oververtegenwoordigd (Alexandridis et al., 2007; Loew et al., 1996; 2000; Dribbell-Hope, 2000; Sandel et al., 2005). Om een algemeen beeld te schetsen van de effectiviteit van lichaamsgerichte therapie op een verscheidenheid van aanmeldklachten hebben Koemeda-Lutz et al. (2008) bij een grote sample size verschillende vormen van lichaamsgerichte therapie toegepast bij patiënten met een grote variatie van aanmeldklachten die op poliklinische basis werden behandeld. Uit de resultaten werd geconcludeerd dat lichaamsgerichte therapie een reductie van symptomen teweeg brachten op zowel lichamelijk, geestelijk en interpersoonlijk vlak. Er werd tevens een toename van de zelfredzaamheid van patiënten gevonden, ten opzichte van de wachtlijstconditie. Een verschil in effectiviteit tussen acht verschillende vormen van lichaamsgerichte therapie werd niet gevonden. Het onderzoek van Koemeda-Lutz et al. (2008) geeft een breder beeld van de toepasbaarheid van lichaamsgerichte therapie. Toch is de wetenschappelijke basis van het onderzoek beperkt te noemen, zeker in vergelijking met de grootschaligheid waarmee psychotherapieën als cognitieve gedragstherapie, worden onderzocht. Onderzoek naar de effectiviteit van lichaamsgerichte therapie onder Nederlandse cliënten in de eerstelijns geestelijke gezondheidszorg is voor zover bekend nog niet uitgevoerd. In het huidige onderzoek zal de effectiviteit van een lichaamsgerichte therapie onderzocht. Hierbij wordt voor onderzoeksdoeleinden onder lichaamsgerichte therapie de 7

8 therapieën verstaan worden die zich het beste laten vangen onder de body-psychotherapies met de Neo-Reichiaanse psychotherapie als voornaamste basis. 1.3 Cliënttevredenheid met Lichaamsgerichte therapie In het huidige therapieklimaat, waar evidence based werken de norm is, vormen effecitiviteitsstudies een essentiële basis voor de toepassing van een therapie. Een waardevolle aanvulling op de effectivitieitsstudie is het tevredenheidsonderzoek. Over de tevredenheid van clienten met lichaamsgerichte therapie is tot op heden weinig bekend. Tevredenheidsonderzoek met betrekking tot psychotherapie in het algemeen laat een positieve tendens zien. Zo toonde Deane (1993) aan dat cliënten psychotherapie in het algemeen zeer positief beoordelen. Ankuta en Abeles (1993) ondersteunen deze uitkomst maar merken daarbij op dat cliënten die een reductie van klachten rapporteren, positiever zijn over de behandeling, dan cliënten die geen verbetering van klachten rapporteren. Er is op basis van het onderzoek van Ankuta en Abeles (1993) dus sprake van een positieve relatie tussen klachtreductie en cliënttevredenheid. Hieruit kan een discussie volgen over de validiteit van het construct cliënttevredenheid. Tanner (1981) geeft echter aan dat hoewel effectiviteit een invloed kan hebben op tevredenheid, dit niet verward moet worden met de effectiviteit als synoniem voor tevredenheid, waarbij hij opmerkt dat er wel een kritische houding moet zijn in tevredenheidsonderzoek ten aanzien van confounds. Dit wordt onderbouwd door Gaston en Sabourin (1992) die de invloed van sociale wenselijkheid hebben onderzocht in relatie tot de clienttevredenheid. Zij kwamen tot de conclusie dat clienttevredenheid een legitieme uitkomstmaat is waarbij de rol van sociale wenselijkheid geen significante rol speelde. Al met al lijkt de boodschap duidelijk: cliënttevredenheid is een waardevolle uitkomstmaat, maar dient kritisch beoordeeld te worden. Zowel klachtreductie als cliënttevredenheid zullen in het huidige onderzoek onderzocht worden. Hierbij zal met betrekking tot de clienttevredenheid, de invloed van klachtenreductie meegenomen worden als mogelijke confounding variable. 1.4 Huidig onderzoek In het huidige onderzoek zal onderzocht worden of het verkrijgen van lichaamsgerichte therapie leidt tot een reductie van klachten bij cliënten in de eerstelijns geestelijke gezondheidszorg. Daarnaast zal gekeken worden wat de cliënttevredenheid met 8

9 lichaamsgerichte therapie is. Een relatie tussen klachtenreductie en cliënttevredenheid zal tevens onderzocht worden om een mogelijk confounding effect van klachtreductie te kunnen bepalen. Op basis van deze onderzoeksdoelen kunnen drie centrale onderzoeksvragen opgesteld worden. Ten eerste wordt gekeken of lichaamsgerichte therapie leidt tot een reductie van klachten. Op basis van eerdere positieve resultaten (Alexandridis et al. 2007; Koemeda-Lutz et al., 2008; Price, 2002; 2006; Röhricht, 2009; Röhricht & Priebe, 2006) wordt de hypothese gesteld dat lichaamsgerichte therapie leidt tot een afname van klachten, ook bij een heterogene cliëntenpopulatie in de eerstelijns geestelijke gezondheidszorg. Ten tweede zal onderzocht worden hoe tevreden cliënten zijn met lichaamsgerichte therapie. Zoals blijkt uit eerder onderzoek wordt psychotherapie over het algemeen goed beoordeeld door cliënten (Ankuta & Abeles, 1993; Deane, 1993; Gaston & Sabourin, 1992). Volgens de commonfactors theorie van Frank (1984) is er een aantal gemeenschappelijke factoren die verschillende vormen van psychotherapie gemeen hebben. Hieronder vallen onder andere de vertrouwelijke relatie tussen client en therapeut, de aanwezigheid van een rationale voor de klachten van de cliënt met een omschreven methode om de klachten te doen afnemen, de mogelijkheid van de therapeut om de cliënt nieuwe inzichten te geven met betrekking tot zijn klachten, het bieden van mogelijke alternatieven om met de klachten om te gaan en de aanwezigheid van emotionele arousal die een motivatie vormt voor de verandering in gedrag en houding (voor een uitgebreid overzicht zie Frank, 1984). Deze gemeenschappelijke delers van psychotherapie zijn ook van toepassing op de lichaamsgerichte therapie wanneer de body psychotherapies als uitgangspunt genomen wordt. Dit wekt de verwachting dat ook lichaamsgerichte psychotherapie positief beoordeeld zal worden op een tevredenheidvragenlijst. Omdat uit verschillend onderzoek blijkt dat er een relatie is tussen de afname van de ernst van de klachten en de cliënttevredenheid (Deane, 1993) wordt de relatie tussen klachtenreductie en clienttevredenheid meegenomen in het huidige onderzoek. Hierbij wordt verwacht dat cliënten die een sterke afname van klachten melden een hogere tevredenheid zullen melden met de therapie (hypothese 3). Met betrekking tot de effectiviteitsstudie zal exploratief gekeken worden of het effect van de therapie is voorbehouden aan een specifiek soort klachten. Gezien de focus van de therapie op het lichaam is het immers mogelijk dat er een grotere reductie van klachten is op (psycho)somatisch vlak dan bijvoorbeeld op cognitief 9

10 vlak. Ook is het mogelijk dat de somatische klachten sterker afnemen dan twee belangrijke As 1 stoornissen uit de DSM-IV-tr, te weten de angst- en stemmingstoornissen. Methode 2.1 Design Het effectiviteitsonderzoek is opgesteld volgens een quasi-experimenteel withinsubjects design, waarbij voor- en nametingen op een Routine Outcome Monitoring (ROM) klachtenvragenlijst gebruikt zijn om de effectiviteit van lichaamsgerichte therapie te bepalen. Deze metingen zijn verricht bij de start van de therapie en acht weken daarna. Het cliënttevredenheidsonderzoek is crossectioneel van aard. Een cliëntervaringsvragenlijst is hiertoe afgenomen ten tijde van het tweede meetmoment. 2.2 Participanten Participanten zijn geworven via lichaamsgerichte therapeuten die aangesloten zijn bij de beroepsverenigingen Nederlandse Vereniging voor Postural Integration en Energetic Integration (NVPIT), Nederlandse Vereniging voor Biodynamische Therapie (NVBT), Nederlands Instituut voor Bio-energetische Analyse (NIBA) of Nederlandse Vereniging voor Lichaamsgeoriënteerde Psychotherapie (NVLP). Deze therapeuten zijn via benaderd om mee te werken aan het onderzoek. Therapeuten die mee wilden deelnemen hebben alle cliënten die zich in de periode van 1 februari 2012 tot en met 1 maart 2012 aanmeldden voor eerstelijns lichaamsgerichte therapie uitgenonodigd om deel te nemen aan het onderzoek. De aanmelding geschiedde via verwijzing van de huisarts, danwel op eigen initiatief. Bij de benadering van participanten zijn geen exclusiecriteria, noch inclusiecriteria gehanteerd. Het totaal aantal benaderde participanten, evenals het totaal aantal benaderde therapeuten is onbekend. 2.3 Meetinstrumenten Cliënttevredenheid De Consumer Quality Index (CQ-index), versie Kortdurende ambulante GGZ is een zelfrapportage vragenlijst die cliëntervaringen in de geestelijke gezondheidszorg meet (Van Wijngaarden, Kok, Meije & Fontiadis, 2007). De vragenlijst bevat 63 vragen die zeven 10

11 domeinen van de cliëntervaring meet, zoals bijvoorbeeld bereikbaarheid van de behandelaar(s) en inspraak en keuzevrijheid. De antwoordmogelijkheden zijn allen multiplechoice, maar variëren in schaal. Items kunnen met ja/nee beantwoord worden, op een vijfpunts Likert-schaal of op frequentie. Een voorbeelditem dat op frequentie geantwoord kon worden is: Geven uw behandelaars u tegenstrijdige informatie? nooit - soms - meestal - altijd. De psychometrische kwaliteiten van de CQ-index zijn onderzocht in een pilot-studie van het Trimbos instituut (Van Wijngaarden et al. 2007). De interne consistentie van de verschillende domeinen variëert van Cronbach s α=.69 (informatie over medicatie) tot Cronbach s α=.95 (geestelijk functioneren). Voor dit onderzoek zijn vijf items uit de CQ-index gebruikt om de cliënttevredenheid te bepalen. Deze items zijn op face-value gekozen omdat zij een goede maat leken voor de algemene beoordeling van de therapie. Deze items zijn: 1. Welk cijfer zou u de behandeling willen geven? 2. In hoeverre staat u achter de methoden die zijn gehanteerd? 3. Was de behandeling naar uw mening de juiste aanpak voor uw klachten? 4. Werd de behandeling naar uw wens uitgevoerd? 5. Zou u deze behandeling bij anderen aanbevelen?. Aan de bestaande lijst is een zesde item ( In hoeverre staat u in het algemeen achter de visie binnen de lichaamsgerichte (psycho)therapie? ) toegevoegd om de vragenlijst toe te spitsen op de lichaamsgerichte therapie. Het theoretisch raamwerk van de lichaamsgerichte therapie verschilt van onder andere cognitieve therapieën, gezien de fundamentele aanname van de lichaam-geest interactie zoals Staunton (2002, aangehaald in Röhricht, 2009) aanmerkte. Het is daarom interessant te kijken in hoeverre participanten zich kunnen vinden in dit theoretisch raamwerk Klachtenprofiel Het type klachten en de ernst van de klachten zijn gemeten middels vragenlijst de Brief Symptom Inventory (BSI; Derogatis, 1975) en de CQ-index (Van Wijngaarden et al. 2007). Middels de BSI is getracht een specifieke maat voor de klachten te bepalen. De vragen uit de CQ-index betreffen de subjectieve vooruitgang en zijn derhalve gebruikt als een aanvullende globale maat voor klachtreductie. De BSI is een zelfrapportage vragenlijst die klinisch relevante psychologische symptomen meet op negen domeinen, te weten: 1. Somatische klachten, 2. Cognitieve klachten, 3. Interpersoonlijke gevoeligheid, 4. Depressieve stemming, 5. Angst, 6. Hostiliteit, 7. Fobische angst, 8. Paranoïde gedachten en 9. Psychoticisme. De items worden beantwoord 11

12 op een vijf-punts Likert-schaal waarbij men aan kan geven in welke mate men in de afgelopen zeven dagen last heeft ondervonden van een bepaald symptoom: 0 = helemaal geen, 1= een beetje, 2= nogal, 3= tamelijk veel en 4= heel veel. Een voorbeelditem van het domein somatische klachten is: duizeligheid of moeite uw evenwicht te bewaren. Een hoge score op de BSI impliceert ernstige psychiatrische symptomatologie, waarbij de range van de totaalscore bedraagt (Derogatis & Meliseratos, 1983). Normgegevens zijn beschikbaar voor verschillende leeftijdscategorieën de algemene bevolking, evenals voor (psychiatrische) patiënten. In het huidige onderzoek is de interne consistentie van de verschillende domeinen goed, variërend van Cronbach s α=.74 ( Fobische Angst ), tot Cronbach s α=.81 ( Hostiliteit ). Vergelijkbare betrouwbaarheidscoëfficiënten zijn ook gevonden in het onderzoek van Derogatis en Meliseratos (1983). Klachtreductie is gemeten middels drie vragen uit de CQ-index. Deze vragen hadden betrekking op de subjectief ervaren mate van verbetering in klachten (Vergeleken met twaalf maanden geleden; hoe beoordeelt u nu uw klachten?), coping (Vergeleken met twaalf maanden geleden; hoe vindt u nu dat u met uw klachten omgaat?) en het algemene functioneren (Vergeleken met twaalf maanden geleden: Hoe vindt u dat u nu funcioneert?). Participanten konden de vragen beantwoorden op een vijf-punts Likert-schaal, lopend van 0 = Veel minder goed, tot 5 = Veel beter (range totaalscore = 0-15). Een hoge score op deze schaal impliceert een sterke subjectieve vooruitgang. De interne consistentie van deze vragen is uitstekend (Cronbach s α=.96). 2.4 Procedure Therapeuten benaderden cliënten in de periode van 1 februari tot 1 maart 2012 telefonisch bij het plannen van het eerste contact of tijdens het eerste contact. Hierbij werd aan cliënten gevraagd of zij deel wilden nemen aan een onderzoek naar lichaamsgerichte therapie. Aan de participanten werd verteld dat het onderzoek zou bestaan uit de afname van drie vragenlijsten verdeeld over twee meetmomenten. Vervolgens werd aan de participanten die deel wilden nemen gevraagd om na afloop van het eerste contact een vragenlijst in te vullen. Op het voorblad van de BSI (zie bijlage B) vulde de therapeut de naam van de participant in. Dit voorblad was tevens voorzien van een cliëntnummer. Dit voorblad werd voorafgaand aan de afname afgescheurd van de vragenlijst 12

13 en werd bewaard voor het tweede meetmoment waarop de participant een vragenlijst met hetzelfde nummer diende te krijgen. Hierna overhandigde de therapeut de vragenlijst en gaf hierbij de volgende instructie: "In het kader van onderzoek naar lichaamsgerichte therapie wil ik u vragen deze vragenlijst in te vullen. Na verloop van tijd (8 weken tot 3 maanden), en aan het einde van de behandeling, zal ik u vragen dezelfde vragenlijst nog een keer in te vullen. Het meedoen met dit onderzoek is vrijwillig en heeft geen invloed op uw behandeling. Het invullen van de vragenlijst neemt ongeveer 15 minuten in beslag." Afname geschiedde in de praktijk van de therapeut in een rustige omgeving en in afwezigheid van de therapeut om sociaal-wenselijk antwoorden te voorkomen. Na afloop van de afname stuurde de therapeut de vragenlijst per post op naar de onderzoekscommissie van de NVPIT. In de week van 14 maart 2012 kregen de therapeuten een met instructies voor het tweede meetmoment toegezonden (zie bijlage C). Acht weken na het eerste meetmoment vond het tweede meetmoment plaats (29 maart tot 1 mei). Participanten kregen voorafgaand aan de sessie allereerst de BSI voorgelegd met het verzoek deze opnieuw in te vullen. De afname geschiedde onder dezelfde omstandigheden als op het eerste meetmoment; in de praktijk van de therapeut, in een rustige omgeving, zonder aanwezigheid van de therapeut zelf. Nadat de participant de vragenlijst had ingevuld werd hem/haar verzocht om een online cliëntervaringsvragenlijst in te vullen. De therapeut zond vervolgens de afgenomen BSI vragenlijst per post naar de onderzoekscommissie van de NVPIT. Participanten die ermee instemden om de cliëntervaringsvragenlijst in te vullen werd gevraagd om hun adres. Hierop kregen zij vervolgens een toegezonden van de therapeut met daarin instructies, een persoonlijke inlogcode en een wachtwoord (zie bijlage D). Via een link in de kwamen zij bij de online cliëntervaringsvragenlijst terecht, de CQ-index. Hier kregen zij allereerst instructies, waarna zij de vragenlijst konden invullen. Het invullen van de vragenlijst nam ongeveer 10 minuten in beslag. Er werd geen beloning uitgekeerd voor deelname aan het onderzoek. 2.4 Analyses De verzamelde data zijn geanalyseerd middels het programma Statistical Package for Social Sciences 19.0 (SPSS) voor windows. De mogelijke invloed van lichaamsgerichte therapie op de afname van klachten (afhankelijke variabele) werd allereerst getoetst. Middels een gepaarde t-test werd de 13

14 gemiddelde score op de nameting van de BSI vergeleken met de gemiddelde BSI-score van de voormeting. Aan de assumpties voor een gepaarde t-test is voldaan (Figuur 3.1, bijlage E). Deze t-toets werd uitgevoerd om te kunnen bepalen of participanten een algemene reductie van klachten vertoonden (hypothese 1). De effectgrootte werd bepaald middels Cohen s d. Een specificatie werd gemaakt door de vooruitgang van participanten te bepalen naar gelang de verschillende klachten. Gekeken werd of participanten naast een algemene reductie van klachten ook een reductie van klachten vertoonden op de verschillende domeinen van de BSI. Hiertoe werden de domeinscores berekend. De domeinscore is de gemiddelde score op de vragen van het betreffende domein. Middels gepaarde t-testen werd gekeken naar de reductie van klachten op de negen domeinen van de BSI. Effectgroottes werden vermeld in de vorm van Cohen s d. Exploratief werd gekeken of er een verschil is in klachtreductie op het domein somatische klachten enerzijds en cognitieve klachten, depressieve klachten en angstklachten anderzijds. Hiertoe zijn drie onafhankelijke t-tests uitgevoerd waarbij de verschilscores van voor- en nameting van de domeinen cognitieve klachten, depressieve klachten en angstklachten vergeleken werden met de verschilscore van de somatische klachten. De resultaten van de subjectieve vooruitgang die men rapporteerde werden vervolgens geanalyseerd. Hiertoe zijn de descriptieve waarden vermeld over de schaal die de subjectieve klachtenreductie meet ten opzichte van 12 maanden geleden. Tevredenheid met lichaamsgerichte therapie (hypothese 2) werd onderzocht op basis van de resultaten van de CQ-index. Allereerst is bepaald welk gemiddeld cijfer participanten de therapie beoordelen. Hierbij geldt: 5 = onvoldoende, 6 = voldoende, 7 = ruim voldoende, 8 = goed, 9 = zeer goed, 10 = uitmuntend, overeenkomstig de cijferwaardering zoals gebruikelijk is in onder andere het onderwijs. Tevens is er een overzicht gegeven van de resultaten op de overige CQ-index vragen. Deze data zijn descriptief van aard, waarbij gemiddelden en de standaarddeviaties vermeld zijn. Een meervoudige regressieanalyse werd uitgevoerd om de relatie tussen klachtreductie en cliënttevredenheid te kunnen bepalen (hypothese 3). Hierbij werd gekeken of cliënttevredenheid een relatie had met klachtreductie en of deze relatie afhankelijk was van de manier waarop de klachtreductie was gemeten: waarbij een onderscheid gemaakt werd tussen de BSI en de schaal voor Subjectieve klachtreductie. De variabele subjectieve klachtreductie en cijferbeoordeling bleken normaal verdeeld te zijn. De verschilscores van de BSI bleken 14

15 niet normaal verdeeld (Figuur 3.1, bijlage E). Middels Bootstrapping is getracht de normaalverdeling van de variabele te benaderen. Er was sprake van een lineair verband tussen de subjectieve klachtreductie en cliënttevredenheid. Figuur 3.2 in bijlage E laat zien dat de gemiddelde waarden van de residuen niet significant afwijkt van 0. Aan de assumptie van homoscedasticiteit is voldaan. Cook s distance (min. 0,00; max 0,19) is kleiner dan 1. Dit geeft reden aan te nemen dat er geen invloedrijke uitbijters zijn in de data. Ook werd voldaan aan de assumptie van multicollineariteit (VIF=1.16). De waarde van de Durbin-Watson test bleek Dit benadert de waarde van 2, op basis waarvan mag aangenomen worden dat er sprake is van onafhankelijke residuen. De onafhankelijke variabele was de afname van klachten, gemeten door de verschilscore van de BSI op de voormeting en nameting. Daarnaast werd als onafhankelijke variabele de mate van subjectieve vooruitgang meegenomen, gemeten middels de schaal van subjectieve klachtreductie. De afhankelijke variabele was de cliënttevredenheid welke in deze regressieanalyse gemeten werd door de score op de vraag: welk cijfer geeft u aan deze behandeling?. Resultaten 3.1 Participanten en Uitval De gegevens over de participanten zijn nader bekeken. Participanten zijn geworven door 26 therapeuten. Vierenzestig participanten vulden de vragenlijst (BSI) op het eerste meetmoment in. Dertig participanten vulden de vragenlijst (BSI) op het tweede meetmoment in. Het aantal participanten dat naast de twee vragenlijsten ook de cliënttevredenheidsvragenlijst invulde is 20. Vierenveertig participanten vielen op enig moment tijdens het onderzoek uit, hetgeen overeenkomt met een totaal uitvalspercentage van 68.8% (zie Tabel 3.1). Dit hoge uitvalspercentage maakt dat de missing data niet te imputeren zijn. Tabel 3.1 Gemiddelde Scores en Standaarddeviaties (SD) op de Variabelen Leeftijd en Ernst van de Klachten van Participanten en Participanten die op enig Moment tijdens het Onderzoek Uitvielen Participanten Uitval n=20 (31.3%) n=44 (68.7%) Variabelen Leeftijd 42.80(14.12) 44.00(11.01) Ernst van de klachten 47.20(30.73) 53.30(26.71) 15

16 Er zijn geen significante verschillen tussen participanten die op enig moment tijdens het onderzoek zijn uitgevallen en participanten die alle vragenlijsten hebben ingevuld op de variabelen leeftijd (t(60)= -.36, p>.05) en ernst van de klachten (t(62)=-.83, p>.05). De overige demografische kenmerken werden uitgevraagd bij afname van de cliëntervaringsvragenlijst en zijn derhalve alleen bekend van de 20 participanten die deze vragenlijst ingevuld hebben (zie Tabel 3.2). Tabel 3.2 Demografische Gegevens van de Participanten (n=20) die zowel de BSI als de CQ-index Invulden. Demografische Variabele Geslacht, n(%) Man 8 (40) Vrouw 12 (60) Leeftijd, m(sd) (range) 42.8 (14.12) (18-76) Geboren in Nederland, n(%) 18 (90) Opleidingsniveau, n(%) Lager beroepsonderwijs 1 (5) MAVO, MBO of VMBO-t 2 (10) HAVO, VWO of HBS 2 (10) HBO 10 (50) WO 3 (15) Anders 2 (10) Werk, n(%) Betaald werk 12 (60) Geen betaald werk 8 (40) Aantal sessies n(%) 3 sessies 1(5) 4 sessies 6(30) 5 t/m 9 sessies 13(65) Participanten waren vooral hoger-opgeleide Nederlanders, van middelbare leeftijd, vrouw en hadden ten tijde van het onderzoek een betaalde baan. 16

17 3.2 Klachtenreductie Een tweezijdige gepaarde t-test is uitgevoerd om eventuele klachtenreductie te kunnen bepalen. De gemiddelde scores op de BSI op de voormeting zijn vergeleken met de gemiddelde BSI-scores op de nameting. Participanten scoorden gemiddeld lager op de BSInameting (M=29.17, SD = 20.85), dan op de BSI-voormeting (M=50.73, SD=27.22). Dit verschil bleek significant, t(29)=5.31, p<.001, Cohen s d =.89. Conform de verwachting is er sprake van een reductie van klachten. Om te kunnen beoordelen of deze reductie van klachten is voorbehouden aan een of meerdere domeinen zijn de gemiddelde BSI voor- en nametingsscores uitgesplitst naar de domeinen. Tabel 3.3 geeft de gemiddelde scores op de voormeting en nameting weer voor de negen domeinen van de BSI. Tabel 3.3 Domeinscores, Standaarddeviaties (SD) en Significantieniveau s op de Negen Domeinen van de BSI bij de Voormeting en Nameting. Voormeting Nameting t-toets (n=30) (n=30) (df=29) Cohen s d BSI-totaalscore 50.73(27.22) 29.17(20.85) 5.31***.89 Domeinscores: Somatische klachten ` 0.70(0.61) 0.45(0.49) 3.17**.45 Cognitieve klachten 1.36(0.73) 0.75(0.55) 4.83***.94 Interpersoonlijke gevoeligheid 1.34(0.88) 0.83(0.64) 4.02***.66 Depressieve stemming 1.30(0.86) 0.73(0.58) 4.83***.78 Angst 1.12(0.78) 0.65(0.63) 3.96***.66 Hostiliteit 0.74(0.59) 0.35(0.38) 3.90**.79 Fobische angst 0.59(0.64) 0.38(0.40) 2.20*.39 Paranoïde gedachten 0.74(0.61) 0.44(0.37) 3.07**.59 Psychoticisme 0.98(0.66) 0.61(0.53) 3.61**.62 Noot:*p<.05; **p<.01; ***p<.001 Over de gemiddelde scores op de voor- en nameting zijn gepaarde t-testen uitgevoerd. Proefpersonen rapporteerden op alle dimensies een significant lagere score op de nameting, dan op de voormeting (Tabel 3). Dit impliceert dat er sprake is van een afname van klachten, ongeacht het type klacht. De effectgroottes variëerden van klein (Cohen s d=.38) voor de 17

18 dimensie Fobische angst, tot groot (Cohen s d=.94) voor de dimensie Cognitieve klachten. Gekeken is naar de verschillen in effectiviteit van lichaamsgerichte therapie op enerzijds de somatische klachten en anderzijds de cognitieve, depressieve en angstklachten. Opvallend uit Tabel 3 zijn effectgroottes op de dimensies Cognitieve klachten (Cohen s d=.94) en Somatische klachten (Cohen s d=.45). Participanten lieten een significant grotere afname van cognitieve klachten zien (M=0.61, SD=0.69), dan van somatische klachten (M=0.25, SD=0.43), t(29)=-3.16, p<.05. Ook bleek de afname van depressieve klachten (M=0.57, SD=0.65; t(29)=-2.51, p<.05) en angstklachten (M=0.47, SD=0.65; t(29)=-2.09, p<.05) groter dan de afname van somatische klachten. De reductie van klachten zoals hiervoor beschreven is wordt ondersteund door de subjectieve vooruitgang die participanten rapporteerden. Een hoge score impliceert dat participanten een sterke subjectieve reductie van klachten ervoeren (range: 0-15). Participanten behaalde een gemiddelde score van (SD= 2.06, min = 8, max = 15). Participanten gaven aan dat zij een subjectieve reductie van klachten ervoeren. Er bleek geen significantie correlatie te zijn tussen klachtreductie gemeten middels de BSI en de subjectieve klachtreductie (r=.38, p=.10). 3.3 Clienttevredenheid De descriptieve waarden van de respons op de vijf clienttevredenheidsvragen uit de CQ-index zijn weergegeven in Tabel 3.4. Tabel 3.4 Descriptieve Resultaten van Participanten (N=20) op de cliënttevredenheidsvragen M(SD) Range n(%) In hoeverre staat u achter 3.90(1.55) 0=Weet ik niet 1(5) de visie binnen de lichaamsgerichte 1=Helemaal niet 1(5) (psycho)therapie? 2= Weinig 1(5) ` 3= Neutraal 4(20) 4= Tamelijk veel 4(20) 5=Volledig 9(45) Was de behandeling naar uw 1=Nee 0(0) mening de juiste aanpak voor 2=Ja 20(100) uw klachten? Werd de behandeling naar 1=Nee 0(0) 18

19 uw wens uitgevoerd? 2=Ja 20(100) Zou u deze behandelaar 3.50(0.51) 1=Beslist niet 0(0) bij anderen aanbevelen? 2= Waarschijnlijk niet 0(0) 3= Waarschijnlijk wel 10(50) 4=Beslist wel 10(50) Welk cijfer geeft u aan 7.95(2.09) 5=Onvoldoende 0(0) deze behandeling? 6= Voldoende 0(0) 7= Ruim Voldoende 5(25) 8= Goed 11(55) 9= Zeer Goed 4(20) 10=Uitstekend 0(0) Participanten bleken tevreden te zijn met lichaamsgerichte therapie. Zij geven een gemiddelde waardering van een 7,95, hetgeen overeenkomt met het predikaat goed.geen van de participanten beoordeelde de lichaamsgerichte therapie met een onvoldoende. Het laagst gegeven cijfer is een 7. Alle participanten vonden dat de behandeling de juiste aanpak was voor hun klachten. Met betrekking tot de uitvoerende behandelaar gaven alle participanten aan dat de behandeling naar wens was uitgevoerd. Vijftig procent zou de behandelaar waarschijnlijk aanbevelen bij anderen. Vijftig procent zou dat beslist doen. Vijfenveertig procent van de participanten geven aan dat zij volledig achter de visie van lichaamsgerichte therapie staan. Twintig procent van de participanten staat tamelijk veel achter de visie. Tien procent van de participanten staat in enige mate niet achter de visie van lichaamsgerichte therapie. 3.4 De relatie tussen klachtreductie en cliënttevredenheid Er bleek sprake van een significante correlatie tussen de cliënttevredenheid zoals gemeten middels het cijfer dat voor de behandeling werd gegeven en de subjectieve maat voor klachtreductie (r=.61,p<.05). Er was geen significante correlatie tussen cliënttevredenheid en de reductie van klachten zoals gemeten middels de BSI (r=.00, p>.05). De resultaten van de meervroudige regressieanalyse staan in Tabel 3.5. Er was geen sprake van een significante samenhang tussen klachtreductie (BSI) en cliënttevredenheid; de proportie verklaarde variantie was niet significant groter dan 0 (F(1,18)=0.00, p>.05). De reductie van klachten gemeten middels de BSI bleek geen positieve samenhang te hebben met cliënttevredenheid. 19

20 Tabel 3.5 Regressie van klachtreductie op cliënttevredenheid b SEb 95% CI Bèta t- p- voor β toets waarde linker- rechterwaarde waarde Stap 1 Constante <.01 BSI >.05 Stap 2 Constante <.01 BSI >.05 Subjectieve <.01 klachtreductie Noot: Resultaten zijn op basis van Bootstrapping over 1000 samples De regressielijn van subjectieve klachtreductie verklaarde 43.5% van de variantie van de variabele cliënttevredenheid (R²=.435). De regressiecoëfficiënt lag met 95% zekerheid tussen 0.11 en De waarde 0 wordt niet doorkruist. De nulhypothese, het regressiecoëfficiënt β (subjectieve klachtreductie) is gelijk aan 0, kan verworpen worden (F(2,17)= 6.55, p<.01). Dit betekent dat er een significante positieve samenhang is tussen subjectieve klachtreductie en cliënttevredenheid. Participanten die een grotere afname aan klachten ervoeren waren tevredener over de therapie, dan participanten die een minder grote afname aan klachten ervoeren. Discussie Het doel van het huidige onderzoek was te onderzoeken of lichaamsgerichte therapie leidde tot een reductie van een variatie aan klachten bij clienten in de eerstelijns GGZ. Daarnaast was het doel te onderzoeken hoe tevreden cliënten zijn met deze vorm van psychotherapie. Ten derde is de mogelijke relatie tussen klachtreductie en cliënttevredenheid onderzocht. De effectiviteit van, en tevredenheid met een lichaamsgerichte therapie in de Nederlandse eerstelijns GGZ is voor zover bekend nog niet eerder onderzocht. Op basis van het huidige onderzoek kan geconcludeerd worden dat lichaamsgerichte een afname van een verscheidenheid aan psychische klachten teweeg bracht (hypothese 1). Dit resultaat is conform de verwachting zoals geformuleerd in de hypothese en is in overeenstemming met resultaten uit eerder onderzoek (Alexandridis et al. 2007; Koemeda- 20

21 Lutz et al. 2008; Price, 2002; 2006; Röhricht, 2009; Röhricht & Priebe, 2006). De reductie van klachten blijkt niet voorbehouden te zijn aan een specifiek soort klacht: Zowel op cognitieve, somatische alsook op de verschillende DSM-IV As-I problematieken namen de klachten van cliënten in ernst af. Een opvallende bevinding is dat cliënten de meeste vooruitgang lieten zien op het vlak van de cognitieve, angst- en stemmingsproblematiek. Deze reductie van klachten was groter dan de reductie van klachten op de somatische klachten. Dit impliceert dat hoewel de focus van de therapie op het lichaam gericht is, het effect niet voorbehouden is aan klachten van somatische aard. Deze bevinding ondeschrijft de lichaamgeest interactie, welke de basis vormt van het therapeutisch raamwerk van lichaamsgerichte therapie (Staunton, 2002; Röhricht, 2009). In overeenstemming met de verwachting die gesteld werd op basis van de commonfactors theorie van Frank (1984), blijkt uit het huidige onderzoek dat cliënten tevreden zijn over de lichaamsgerichte therapie (hypothese 2). Cliënten beoordeelden de behandeling gemiddeld met een Goed. Cliënten ervoeren de therapie als de juiste aanpak voor hun klachten. Ook waren zij unaniem tevreden over hun individuele behandelaar. De meeste cliënten gaven aan dat zij zich konden vinden in de theorie achter lichaamsgerichte therapie. Tien procent van de cliënten gaf echter aan zich in enige mate niet te kunnen vinden in de achterliggende theorie. Dit is opvallend omdat geen enkele participant de behandeling als onvoldoende heeft beoordeeld. De theorie achter de therapie lijkt in dit geval de mening over de behandeling niet te hebben beïnvloed. Een andere verklaring is dat niet alle cliënten voldoende informatie hebben gekregen over de achterliggende theorie, hetgeen het antwoordpatroon kan hebben beïnvloed. De derde hypothese stelde dat er mogelijk een relatie zou zijn tussen klachtreductie en cliënttevredenheid, waarbij cliënten die een sterkere reductie van klachten rapporteerden tevredener zouden zijn over de therapie. Uit de resultaten blijkt dat er geen relatie is tussen klachtreductie en cliënttevredenheid wanneer klachtreductie werd gemeten aan de hand van BSI voor- en nametingen. Wanneer klachtreductie werd gemeten middels een subjectieve maat, bleek er wel sprake te zijn van een relatie tussen klachtreductie en cliënttevredenheid. Cliënten die een sterkere subjectieve vooruitgang in hun klachten rapporteerden, gaven de therapie een hoger cijfer dan cliënten die een lagere vooruitgang rapporteerden. Dit afwijkende resultaat werpt vragen op over de manier waarop klachtreductie is gemeten en over de betrouwbaarheid van de verschillende meetmethoden. De subjectieve maat voor 21

22 klachtreductie is gebaseerd op een momentopname en wordt daarom ook minder betrouwbaar geacht dan de specifieke maat voor klachtreductie welke gebaseerd is op Routine Outcome Monitoring (ROM) metingen. Hoewel de drie vragen die subjectieve klachtreductie maten een hoge interne consistentie hadden was er mogelijk sprake van een priming-effect ten tijde van de meting van subjectieve klachtreductie, waarbij een positieve beoordeling van de vooruitgang in klachten een later gevraagde waardering van de therapie positief kan hebben beïnvloed. Omdat de specifieke maat voor klachtreductie gemeten werd op twee verschillende meetmomenten, is deze naar alle waarschijnlijkheid niet of in mindere mate aan dergelijke priming-effecten onderhevig geweest. De positieve relatie tussen klachtreductie en cliënttevredenheid die in eerder onderzoek is gevonden middels ROM-metingen (Ankuta & Abeles, 1993) is in het huidige onderzoek niet teruggevonden. 4.1 Beperkingen en kracht van het huidige onderzoek Het huidige onderzoek kent een aantal beperkingen die mogelijk van invloed zijn geweest op de onderzoeksbevindingen. Met betrekking tot de effectiviteitsstudie valt op te merken dat het onderzoek quasi-experimenteel is opgezet. Het ontbreken van een controlegroep maakt dat de resultaten niet eenduidig te interpreteren zijn. Ondanks dat er sprake was van een sterk effect van de behandeling op de reductie van klachten, kan de vooruitgang niet met zekerheid toegeschreven worden aan de lichaamsgerichte therapeutische interventies. De effectgroottes van het huidige onderzoek maken vergelijking met resultaten uit andere onderzoeken echter wel mogelijk. Daarnaast valt kritiek te uiten op de invulling aan de therapie. Hoewel het theoretisch raamwerk van de therapie eenduidig lijkt, is, zoals eerder aangegeven, de invulling aan de therapeutische toepassing ervan sterk wisselend (Röhricht, 2000). Therapeuten die, naar de categorisering van Röhricht (2009), werken in overeenstemming met de kenmerken van body-psychotherapy zijn benaderd voor dit onderzoek. Echter, er is geen sprake geweest van een gestandaardiseerd behandelprotocol waardoor controle op de invulling van de behandelingen ontbrak. Dit betekent dat het mogelijk ook de common-factors van psychotherapie (Frank, 1983) zijn die de effectiviteit van lichaamsgerichte therapie in dit onderzoek mede kunnen verklaren. Een derde beperking met betrekking tot de onderzoeksopzet is het beperkt aantal ROM metingen. Door gebrek aan longitudinale data kunnen er geen uitspraken gedaan worden over de effectiviteit van lichaamsgerichte therapie op de langere termijn. Mogelijk kan het 22

23 meetmoment na acht weken beïnvloed zijn door een eerste afname van klachten die het krijgen van psychische hulp teweeg heeft gebracht, maar die niet specifiek valt toe te schrijven aan de interventies van de therapie. Dit wordt ondersteund door resultaten uit eerder onderzoek waaruit gebleken is dat er pas na 11 sessies sprake was van significante afname van klachten (Anderson & Lambert, 2001; Kopta, Howard, Lowry, & Beutler, 1994). De toevoeging van een derde meetmoment en/of nameting hadden dit probleem kunnen ondervangen. Een vierde beperking is het hoge uitvalspercentage. Het hoge uitvalspercentage bemoeilijkt vooral de interpretatie van de cliënttevredenheidsresultaten. Naast de mogelijkheid dat cliënten eerder stoppen omdat zij tevreden zijn met het behaalde resultaat, is er immers ook de mogelijkheid dat zij gestopt zijn uit ontevredenheid over de behandeling. De reden van uitval is niet gemonitord en de mogelijkheid van uitval door ontevredenheid kan daarom niet uitgesloten worden. Ondanks de kleine sample-size is een sterk punt van het huidige onderzoek het gebruik van within-subject data om vergelijkende groepen te creëren, zoals gedaan is met de domeinscores van de BSI. Hierdoor konden er ondanks het beperkte aantal participanten toch uitspraken gedaan kunnen worden over de effectiviteit van lichaamsgerichte therapie bij verschillende soorten klachten. Met betrekking tot de meetinstrumenten kan opgemerkt worden dat de CQ-index bedoeld is om cliëntervaringen te meten. De cliënttevredenheid is geen gevalideerde subschaal van deze vragenlijst. De keuze voor de items is gemaakt op basis van indruksvaliditeit. Dit betekent dat de gekozen vragen wellicht onvoldoende aspecten van de cliënttevredenheid meten om betrouwbare uitspraken hieromtrent te kunnen doen. Een sterk punt van het huidige onderzoek is de mate waarin de gevonden resultaten gegeneraliseerd kunnen worden naar de gehele populatie cliënten in de eerstelijns GGZ. Overeenkomstig met de resultaten uit eerder onderzoek naar de man-vrouw verdeling in de GGZ, werd in het huidige onderzoek een oververtegenwoordiging van vrouwelijke cliënten gevonden en werden angst en stemmingsklachten het meest frequent genoemd als aanmeldklacht, hetgeen overeenkomt met de representatie van deze klachten in de eerstelijns GGZ (Bijl, Van Zessen & Ravelli, 1997). Een tweede ondersteuning van de mogelijkheid tot generalisatie is de afwezigheid van inclusie- en exclusiecriteria. Er werd niet geselecteerd op 23

24 demografische, danwel klachtgerichte variabelen hetgeen de representatie van cliënten in de eerstelijns GGZ ten goede komt. 4.2 Klinische implicaties en vervolgonderzoek Lichaamsgerichte therapie is een relatief onbekende vorm van psychotherapie. Het huidige onderzoek tezamen met de resultaten uit eerder onderzoek (Alexandridis et al. 2007; Koemeda-Lutz et al. 2008; Price, 2002; 2006; Röhricht, 2009; Röhricht & Priebe, 2006) geven echter aanleiding tot het toebedelen van een substantiëlere rol aan de lichaamsgerichte therapie in het psychotherapeutische aanbod. Zo kan de lichaamsgerichte therapie bijvoorbeeld onderdeel vormen van het curriculum van universitaire opleidingen, waaronder de klinische psychologie. Dit kan niet alleen deze vorm van therapie in de klinische praktijk stimuleren, maar brengt wellicht ook meer wetenschappelijke aandacht met zich mee. Dit onderzoek is voor zover bekend het eerste gecombineerde cliënttevredenheidseffectiviteitsonderzoek bij cliënten uit de eerstelijns GGZ. Om die reden was dit onderzoek overwegend exploratief van aard, hetgeen voldoende ruimte geeft voor vervolgonderzoek. De opzet voor vervolgonderzoek zal idealiter een RCT betreffen waarin middels voor-, tussen- en nametingen en controlecondities met random toewijzing de effectiviteit van lichaamsgerichte therapie onderzocht zal worden. Dit effectiviteitsonderzoek kan zich, in tegenstelling tot het huidige onderzoek, toeleggen op de effectiviteit van therapiespecifieke technieken. Hierbij valt onder andere te denken aan verbale technieken, zoals lichaamsgerichte gesprekken, tegenover non-verbale technieken zoals bijvoorbeeld een body-scan of bonding (Young, 2008). Met betrekking tot het cliënttevredenheidsonderzoek kan worden aanbevolen om een gevalideerde en betrouwbare schaal voor cliënttevredenheid te gebruiken. Op basis van het huidige onderzoek dient hierin rekening gehouden te worden met de subjectieve klachtreductie die cliënten rapporteren als confounding variable. 4.3 Conclusie Het doel van het huidige onderzoek was de effectiviteit van, en cliënttevredenheid met lichaamsgerichte therapie onderzoeken. Daarbij is gekeken of cliënten een reductie van klachten lieten zien op verschillend aantal domeinen. Tevens is gekeken of er een samenhang was tussen de gerapporteerde afname van klachten en cliënttevredenheid. De resultaten van dit onderzoek suggereren dat cliënten die lichaamsgerichte therapie kregen een reductie van klachten vertoonden. Deze reductie van klachten was niet voorbehouden aan een specifiek 24

Onderzoek naar cliënttevredenheid en klachtreductie bij lichaamsgerichte (psycho)therapie

Onderzoek naar cliënttevredenheid en klachtreductie bij lichaamsgerichte (psycho)therapie Onderzoek naar cliënttevredenheid en klachtreductie bij lichaamsgerichte (psycho)therapie Samenvatting van twee onderzoeken door de faculteit Klinische Psychologie van de Vrije Universiteit Amsterdam 2012/2013

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie

Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie Individuele creatieve therapie als onderdeel van de oncologische revalidatie Eveline Bleiker Minisymposium Oncologische Creatieve therapie in ontwikkeling 26 mei 2015 Achtergrond Even voorstellen Creatieve

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom

Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom Hypnotherapie als behandeling van het Prikkelbaredarmsyndroom Een pilot studie naar de behandeling door PDS-therapeuten Methode studiepopulatie 285 patiënten (leeftijd 18-65 jaar, 74% vrouw), gediagnosticeerd

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

A nimal A ssisted T herapy

A nimal A ssisted T herapy C l i ë n t i n f o r m a t i e A nimal A ssisted T herapy b i j o n d e r z o e k s p r o j e c t bij volwassenen met een autismespectrumstoornis bij volwassenen met een autismespectrumstoornis Cliënteninformatie

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, oktober 2012 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Brief Symptom Inventory Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Overzicht Kenmerken BSI Subschalen, items, verschillende scores Psychometrische kwaliteit Betrouwbaarheid en validiteit T-scores

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid Onderzoek, diagnostiek en behandeling bij: onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten combinatie van psychische en lichamelijke klachten Informatie voor cliënten

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, november 2012 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University

ROM met de OQ-45. Kim la Croix, sheets: Kim de Jong. Discover the world at Leiden University ROM met de OQ-45 Kim la Croix, sheets: Kim de Jong Vraag Gebruikt u op dit moment de OQ-45? a. Nee, maar ik overweeg deze te gaan gebruiken b. Ja, maar ik gebruik hem nog beperkt c. Ja, ik gebruik hem

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat?

Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat? Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat? Hans Knoop Marianne Heins Gijs Bleijenberg CGT leidt tot een afname van klachten % patienten dat geen of duidelijk minder

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life prospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin 20 personen met een laag-normale vitamine B12 waarde zijn gevraagd

Nadere informatie

Clienttevredenheidsonderzoek juni 2016

Clienttevredenheidsonderzoek juni 2016 Clienttevredenheidsonderzoek 2015-2016 24 juni 2016 Inhoud Voorwoord... 3 Het cliënttevredenheidsonderzoek... 3 Behandelaar... 3 Behandeling... 4 Bereikbaarheid... 5 Informatieverschaffing en keuzevrijheid...

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

6 1 = Groot probleem; 2 = Klein probleem; 3 = Geen probleem; 99 = Missing Bereikbaarheid

6 1 = Groot probleem; 2 = Klein probleem; 3 = Geen probleem; 99 = Missing Bereikbaarheid Volwassenen cure Verslaving cure CQiv-amb Patiëntervaring Patiëntervaring Instrument Naam instrument CQ-index Kortdurende ambulante GGZ verkort Code Versie/uitgever Meetpretentie Type instrument Type respondent

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting

Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Samenvatting Toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Psychische stoornissen komen geregeld voor bij ouderen (65-plus).

Nadere informatie

Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct

Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Kate Sitnikova 8 november 2018 Amsterdam UMC Locatie VUmc Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde Sheet

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 Datum : 01-02-2014 Auteur : Jaap Noorlander, Joris van Nimwegen Versie : 2 1 Inhoudsopgave Inleiding... Pagina 3 Vraagstelling... Pagina 3 Methode

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde

Nadere informatie

Positieve Psychologie Interventies

Positieve Psychologie Interventies Positieve Psychologie Interventies PPI bij patiënten met bipolaire stoornis in de euthyme fase Melissa Chrispijn AIOS psychiatrie KenBiS Klinisch Wetenschappelijke Vergadering 16 december 2016 Inhoud Achtergrond

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG

Brief Symptom Inventory. Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Brief Symptom Inventory Edwin de Beurs Klinische Psychologie, Leiden SBG Kenmerken Verkorte versie van de SCL-90 53 items 9 subschalen (met 4 tot 6 items) Antwoordcategorieën: 0 4 Scoring (gemiddelde):

Nadere informatie