Figuur 1 Plangebied huidige situatie fase 1 met bestaande wateroppervlakken uit Top10 (blauw)

Transcriptie

1 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk RL/CL 26 augustus Betreft Waterparagraaf Woonblok 3 en Woontoren 2 Hollandpark Diemen (D01) 1 Aanleiding Snippe Projecten BV/Bouwaccent BV en de gemeente Diemen zijn voornemens uitvoering te geven aan het Masterplan Bergwijkpark. Het gebied wordt (geleidelijk) getransformeerd naar een multifunctioneel woon-werkgebied. Wonen, leisure en werken worden daarbij gemengd, zodat deze functies van elkaars nabijheid kunnen profiteren en er een prettig woon- en leefklimaat kan ontstaan. Figuur 1 Plangebied huidige situatie fase 1 met bestaande wateroppervlakken uit Top10 (blauw) Als invulling van het Masterplan is het Stedenbouwkundig Plan Holland Park ontwikkeld. Holland Park bestaat uit verschillende fasen die achtereenvolgens worden gerealiseerd. De ontwikkeling is te volgen op De onderhavige waterparagraaf betreft de ontwikkeling van Woonblok 3 en Woontoren 2 binnen het plangebied van Holland Park (Bergwijkpark). Woonblok 3 en Woontoren 2 behoren tezamen met Woonblok 1, 2, 4 en 5, en Woontoren 1 tot fase 1. De paragraaf is onderdeel van de aanvraag voor de omgevingsvergunning bij de gemeente Diemen. Binnen het proces van de aanvraag heeft Waternet een adviserende rol op het gebied van water en beoordeelt de waterparagraaf. Tijdens dit proces worden afspraken gemaakt over het borgen van de waterbelangen tijdens en na realisatie van de ontwikkeling.

2 Referentienummer Pagina RL/CL 2 van 11 In de onderhavige waterparagraaf wordt een vertaalslag gemaakt van het vigerende beleid van Waternet naar waterhuishoudkundige inrichtingsmaatregelen. Figuur 2 - Plangebied toekomstige situatie fase 1, bij volledige realisatie van Holland Park In figuur 1 staat de huidige situatie (fase 1) weergegeven inclusief het omliggende wateroppervlak. In figuur 2 en figuur 3 zijn de toekomstige situatie (o.a. Woonblok 3 en Woontoren 2) weergegeven, waarbij ook een deel zichtbaar is van de rest van het Bergwijkpark. In bijlage 2 is de gebiedsgrens van fasegebied 1 op kaart weergegeven.

3 Referentienummer Pagina RL/CL 3 van 11 Figuur 3 Toekomstige situatie bij de realisatie van enkel fase 1, met begrenzing besluitgebied deelproject Woonblok 3 en Woontoren 2 Het vroegtijdig betrekken van de waterbeheerder en het meewegen van het waterbelang is, door middel van de Watertoets, sinds 1 november 2003 verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening Het streven naar een veilig, gezond en duurzaam waterbeheer staat landelijk in de belangstelling. Thema s zoals water in de stad en water als ordenend principe zijn als speerpunten aangegeven in het vigerende beleid zoals vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (ministerie van V&W), de Nota Ruimte (ministerie van VROM), de Startovereenkomst Waterbeleid 21 e eeuw (WB21), de Handreiking Watertoets (VROM), de Structuurvisie 2010 (Provincie Noord Holland), het Waterbeheerplan (Hoogheemraadschap AGV) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). In 2010 is het Waterplan Diemen opgesteld. Met dit Waterplan geeft gemeente Diemen en AGV (Waternet) invulling aan het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). In het Waterplan Diemen heeft de gemeente Diemen haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. 2 Veiligheid / Waterkeringen Het plan ligt niet buitendijks of in de kern-, binnenbescherming- of buitenbeschermingzone van een waterkering. Het is daarom niet te verwachten dat het plan van invloed zal zijn op de veiligheid van een waterkering.

4 Referentienummer Pagina RL/CL 4 van 11 3 Voldoende Water 3.1 Wateroverlast Voor het Masterplan Bergwijkpark wordt het principe waterneutraal bouwen aangehouden. Hierbij geldt de trits vasthouden, bergen en afvoeren (waterkwantiteit), als uitgangspunt, evenals de drietrapsstrategie schoonhouden, scheiden en zuiveren (waterkwaliteit). Volgens het principe waterneutraal bouwen betekent dat bij een toename van het verhard oppervlak compensatiemaatregelen vereist zijn om piekafvoeren op te kunnen vangen. Deze maatregelen kunnen worden gerealiseerd door het vasthouden of bergen van water door de aanleg van een waterberging of infiltratievoorziening. Voor het plangebied van het deelproject is een berekening gemaakt van de oppervlakken van verhard en onverhard gebied in de huidige en toekomstige situatie (zie Tabel 1). In de berekening is de binnentuin van Woonblok 3 als verhard aangehouden, aangezien hieronder een kelder is gesitueerd. Tabel 1 Oppervlakken plangebied* (in m²) Huidig* Toekomstig* Verschil Verhard Onverhard Water TOTAAL * Oppervlakken conform besluitgebied en inpassingstekening Woonblok 2 en Woontoren 3 Wat betreft de compensatie voor de toename van verhard oppervlak worden twee fases onderscheiden, namelijk de tijdelijke fase en eindfase. De tijdelijke fase betreft de fase vanaf de start van de werkzaamheden en de eindfase betreft het einde van het deelproject in fase 1. In de tijdelijke fase is er sprake van minder verhard oppervlak. Compensatie eindfase In tabel 1 is een inschatting weergegeven van de oppervlakken van de ontwikkeling Woonblok 3 en Woontoren 2. Een tekening met oppervlakken in bestaande en toekomstige situatie is weergegeven in bijlage 1. Het verhard oppervlak na realisatie betreft m². Dit betekent een toename van m². De compensatie-eis voor de toename van het verhard oppervlak van AGV is 10% (766 m²). Zoals in tabel 2 weergegeven neemt het verharde oppervlak toe en wordt dit niet gecompenseerd met open water in dit deelgebied. Hier dient een oplossing voor geformuleerd te worden. Een klein deel van de oplossing is het in gebruik nemen van het teveel gegraven open water zoals weergegeven in de waterparagraaf van Woonblok 1 en 2 en Woontoren 1 1. Een compensatie van 766 m² is vereist volgens de eisen van AGV, waarvan 257 m² wordt opgevangen door teveel gegraven water volgens de waterparagraaf Woonblok 1 en 2 en Woontoren 1. Dit betekent een tekort van 509 m² aan open water in het plangebied Woonblok 3 en Woontoren 2. Een oplossingsrichting voor dit tekort kan gevonden worden bij fasegebied 2 en de ontwikkeling van Blok 16/17/20/21 2. Het water bij Blok 16/17/20/21 kan, als het in een vroeg stadium wordt ontwikkeld, worden gebruikt voor de compensatieplicht die resteert van de ontwikkeling Blok 3 en 1 Waterparagraaf Woonblok 1&2 en Woontoren 1, Bergwijkpark Diemen (D5), d.d. 13 april Waterparagraaf Woonblok 16/17/20/21, Bergwijkpark Diemen (C2), d.d. 6 augustus 2015

5 Referentienummer Pagina RL/CL 5 van 11 Woontoren 2. Afspraken hieromtrent dienen vast gelegd te worden bij de aanvraag watervergunning. Compensatie tijdelijke situatie In het beleid van Waternet is opgenomen dat de compensatie gerealiseerd dient te worden voordat de toename van verharding plaats heeft gevonden. Om deze reden dient in overleg met Waternet een plan opgesteld te worden om voldoende waterberging te realiseren gedurende de werkzaamheden. Mogelijke oplossingen zijn: het alvast realiseren van oppervlaktewater in fasegebied 2, ten zuiden van de Eekholt (de compensatie moet immer plaatsvinden in hetzelfde peilgebied als de verharding); het verwijderen van verhard oppervlak in fasegebied 2; het tijdelijk gebruiken van sterk doorlatende puingranulaat, met een doorlatendheid van meer dan 90 l/s/ha, als semi-verharding in fasegebied 1, in plaats van bestrating. Laatstgenoemde oplossing is echter niet afdoende en moet worden gecombineerd met de andere oplossingen. Tevens moet worden opgemerkt dat alternatieve regenwaterbergingsvoorzieningen mogelijk zijn indien (refererend naar de beleidsregels AGV): hemelwater gecontroleerd kan afstromen naar het open water of de bergingsvoorziening; het verlies aan berging als gevolg van de aanleg verhard oppervlak moet overeenkomstig met de hieronder gesommeerde regels worden gecompenseerd: de compensatie moet voorafgaand aan de aanleg van het verhard oppervlak worden gerealiseerd; de compensatie moet plaatsvinden in hetzelfde peilgebied; de bergingscapaciteit minimaal 70 m 3 bedraagt; de aanvrager toont aan dat de voorziening effectief en duurzaam is; de aanvrager toont met een beheer- en onderhoudsrapport aan dat de voorziening in de toekomst gegarandeerd is; de aanvrager toont aan dat bij toepassing van de alternatieve regenwaterbergingsvoorziening het effect op het watersysteem gelijkwaardig is aan het effect van compensatie door aanleg van water. Waterbalans Masterplan In overleg met belanghebbenden heeft Waternet voorgesteld om gebruik te maken van een waterbalans voor het Masterplan gebied, inclusief fasegebied 1. Deze balans moet inzicht verschaffen in de tijdelijke en permanente oplossingen voor compensatie van verhard oppervlak. Bij elke aangevraagde watervergunning zijn afspraken benodigd over de compensatie voorafgaand aan de realisatie van het verhard oppervlak. Die afspraken kunnen betrekking hebben op compensatie door sloop van gebouwen en verwijdering van bestaande verharding, al dan niet in combinatie met tijdelijke semi-verharding door sterk doorlatende puingranulaat, en compensatie met oppervlaktewater. 3.2 Goed functionerend watersysteem Oppervlaktewater Woonblok 3 en Woontoren 2 zijn gelegen in een peilgebied waar een streefpeil wordt gehandhaafd van NAP -2,5 m. Als gevolg van de ontwikkeling zal dit gehandhaafde streefpeil niet gewijzigd worden. Randvoorwaarden met betrekking tot het oppervlaktewater zijn opgenomen in de notitie Randvoorwaarden inrichting watergangen Bergwijkpark (Waternet, 2014).

6 Referentienummer Pagina RL/CL 6 van 11 Een deel van de watercompensatie in de eindsituatie wordt gezocht in de watergang in fase 1. Deze watergang heeft een variabele breedte van 5 tot 15 meter. Uitgangspunt is een minimale aanlegdiepte van 1,25 m (t.o.v. het laagste streefpeil) voor alle watergangen. Vanuit het oogpunt van beheer en onderhoud vanaf het water wordt een brug aangelegd. De westelijke dam met duiker is bestemd voor autoverkeer en de brug is bestemd voor fietsers en voetgangers. Om doorstroming te creëren wordt de nieuwe watergang verbonden met de bestaande watergang langs de Bergwijkdreef door middel van een duiker of door een open verbinding (zie figuur 4). figuur 4 Aanleg water in toekomstige situatie Woonblok 1 en 2 en Woontoren 1. In de figuur staan duikers (rode pijlen) en een brug (paarse cirkel). Indicatief de losplaatsen voor maaisel/bagger (groene ster) en tewaterlaatplaats (oranje blokje met pijl). De beschoeiing van de watergang wordt gerealiseerd door het plaatsen van een damwand. Aangenomen wordt dat deze waterdicht wordt aangebracht tot in de scheidende laag. Door het plaatsen van de damwand wordt de natuurlijke grondwaterstroming richting de watergang ernstig gehinderd. Op basis hiervan wordt geadviseerd om de invloed op de grondwaterstand en ontwatering te onderzoeken en een advies te formuleren om de benodigde ontwatering te garanderen. Voor duikers in primaire watergangen geldt dat deze minimaal de diameter 800 mm hebben en zonder bochten worden aangelegd. De lengte van de duiker is maximaal 30 meter. De duiker heeft minimaal 20 cm lucht. Bij de aanleg van de duiker tussen fase 1 en 2 is het mogelijk dat de duiker tijdelijk 40 meter lang wordt. In de eindsituatie voldoet de duiker aan de bovengestelde randvoorwaarden. In de vergunning aanvraag dient de situatie verder uitgewerkt te worden. Grondwater In de Waterwet is een gemeentelijke zorgplicht opgenomen voor het openbaar gemeentelijke gebied. In deze zorgplicht is opgenomen dat de gemeente maatregelen moet treffen bij nadelige

7 Referentienummer Pagina RL/CL 7 van 11 gevolgen van de grondwaterstand, op particulier terrein ligt de verantwoordelijkheid bij de eigenaar van het grondgebied. De verwachting heerst dat de grondwaterstanden nabij de spoordijk hoger zijn door opbolling in de aardebaan dan nabij het vlakke terrein. Dit patroon wordt bevestigd door beschikbare grondwaterstandgegevens uit Onderzoek Hydrologie en Bodemdaling (Grontmij, mei 2015), het rapport bij de MER-procedure Geadviseerd wordt om tijdens de uitvoering van de werkzaamheden de freatische grondwaterstand te monitoren. Aanbevolen wordt om deze monitoring met name te richten langs de spoordijk. De verwachting is dat er geen ongewenste stijging of daling van de grondwaterstand optreedt door de aanleg van de putten onder het grondwaterniveau. Indien dat wel het geval is, kunnen er adequate maatregelen worden getroffen, zoals de aanleg van buisdrainage. Uit de dwarsdoorsnede van Woonblok 3, weergegeven in bijlage 3, kan worden afgeleid dat de parkeergarages worden aangelegd tot een diepte van -1,85 m mv. Deze garages reiken mogelijk tot in het grondwater, indien putten in de parkeerkelders worden aangelegd moeten deze putten waterdicht worden gemaakt, zodat er geen grondwater de kelder binnen kan dringen. Daarnaast dienen de ondergrondse werken de vrije afstroming van het (freatische) grondwater niet (negatief) te beïnvloeden. Geadviseerd wordt om de grondwaterstand te monitoren voor en na de aanleg van de parkeerkelders met putten. Uit deze metingen is een mogelijke opstuwing van grondwater af te leiden. Uit onderzoek zal blijken of dit nadelige effecten heeft. Op basis van deze resultaten zijn eventueel maatregelen nodig om de grondwaterstand te verlagen. 3.3 Beheer en onderhoud Het onderhoud vind plaats vanaf de kant, indien dit niet mogelijk is wordt onderhoud gepleegd vanaf het water. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de watergang erg breed is of wanneer de watergang niet vanaf de kant bereikbaar is voor onderhoudsmaterieel. Het water in fase 1 wordt zodanig ingericht dat het onderhoud vanaf het water uitgevoerd kan worden. Op dit moment wordt onderzocht waar de losplaatsen van bagger en maaisel worden gesitueerd en waar de tewaterlaatplaats wordt gemaakt voor de maaiboot. Vanuit Waternet zijn de volgende voorwaarden gesteld aan varend onderhoud; Om onderhoud vanaf het water mogelijk te maken moet het water tenminste 6 meter breed zijn op de waterlijn en een aanlegdiepte hebben van tenminste 1,25 m. Zo min mogelijk onderbrekingen (zoals duikers) in de watergangen. Waar wegen de watergangen kruisen gebruik maken van bruggen met minimale hoogte 1,25 meter t.o.v. streefpeil en minimale breedte vier meter. Wanneer onderhoud vanaf het water moet worden uitgevoerd, dan is per waterloop(deel) van maximaal 100 meter, dat wordt begrensd door duikers, een laad- en losplaats aanwezig. Vereiste afmetingen van deze laad- en losplaats: minimaal 10 meter langs de waterloop en 7 meter breed; De laad- en losplaats is bereikbaar vanaf de openbare weg. De laad- en losplaats is geschikt voor materieel met een gewicht van 30 ton (vrachtwagens e.d.) Meer details over beheer en onderhoud van het nieuw aan te leggen water staat beschreven in de waterparagraaf voor Woonblok 1 en 2 en Woontoren 1 (Grontmij, 2015).

8 Referentienummer Pagina RL/CL 8 van 11 4 Schoon water Goede structuur diversiteit Bij de inrichting van het watersysteem in fase 1 (hierbinnen valt de realisatie van Woonblok 3 en Woontoren 2) wordt gestreefd naar realisatie van ecologisch gezonde watersystemen. Indien de nieuw te graven watergang aan beide zijden in verbinding te stellen met het bestaande water, wordt doorstroming bevorderd. Dit heeft een positief effect op de waterkwaliteit in het systeem. Goede oppervlaktewaterkwaliteit en goed omgaan met hemelwater Er worden geen uitlogende bouwmaterialen (zoals zinken dakgoten) gebruikt. Voor de waterhuishoudkundige kunstwerken worden alleen milieuvriendelijke en niet-uitlogende materialen gebruikt. Ter voorkoming van het onnodig belasten van de waterzuivering (RWZI s) wordt hemelwater zo veel als mogelijk direct geloosd op het oppervlaktewater. Aangezien de waterstromen in het plangebied geen of geringe verontreinigingen bevatten kan het water zonder maatregelen direct in het oppervlaktewater worden geloosd. Daarnaast zijn voor deze lozingen over het algemeen geen individuele vergunningen of ontheffingen noodzakelijk. 5 Riolering In het Handboek riolering, Leidraad bij ontwerp en aanleg van riolering van de gemeente Diemen (2012) wordt als uitgangspunt genoemd dat schoon- en vuilwaterstromen worden gescheiden. Relatief schoon regenwater van gevels en daken wordt, indien mogelijk, benut (toiletspoeling, daktuinen e.d.) en mag rechtstreeks via regenwaterriool naar het oppervlaktewater/grondwater worden afgevoerd. Hemelwater afkomstig van wegen met een relatief lage verkeersintensiteit wordt voorgezuiverd middels een lokale voorziening alvorens het op het oppervlaktewater te lozen. Vervuild regenwater, afkomstig van hoofdwegen/drukke parkeerplaatsen e.d., wordt middels het verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd naar de rwzi. 6 Benodigde watervergunningen Eventueel benodigde vergunningen worden niet met de onderhavige waterparagraaf aangevraagd en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden. Naar verwachting dienen de volgende onderdelen van het plan door middel van een aanvraag watervergunning vergund te worden; Aanleggen, wijzigen of verwijderen van een brug; Aanleggen, wijzigen of verwijderen van een dam (met duiker); Aanleggen riolering; Graven en dempen watergang; Aanbrengen van verhard oppervlak; Beschoeiing zoals het plaatsen van een damwand.

9 Bijlage 1 Tekening plangebied met oppervlakken

10 8018 m2 317 m2 766 m2 Legenda Onverhard Verhard Hollandpark Diemen Oppervlakteanalyse huidige situatie Woonblok 3 en Woontoren 2 Opdrachtgever: Bouwaccent BV en Snippe Projecten BV Projectnummer: Status: Definitief Datum: 31 juli 3015 Schaal: 1:1.000 Grontmij Nederland bv Alle rechten voorbehouden

11 425 m m2 245 m2 Legenda Onverhard Verhard Hollandpark Diemen Oppervlakteanalyse toekomstige situatie Woonblok 3 en Woontoren 2 Opdrachtgever: Bouwaccent BV en Snippe Projecten BV Projectnummer: Status: Definitief Datum: 31 juli 3015 Schaal: 1:1.000 Grontmij Nederland bv Alle rechten voorbehouden

12 Bijlage 2 Gebiedsgrens fasegebied 1

13 Legenda Gebiedsgrens Fasegebied 1 Bergwijkpark-Noord Gemeente Diemen Get.: WDK Formaat: A4 Datum: Schaal: Tekeningnummer: nvt :2000 Status: ontwerp Noordpijl

14 Bijlage 3 Dwarsdoorsnede Woonblok 3

15 6a' 7' 8' dak hoog dak laag achtste verdieping Wandopbouw: Rc>4,5 - metselwerk - spouw - geisoleerd HSB-element. Dakopbouw: Rc>6,0 - grindlaag - dakbedekking - isolatie op afschot - betonvloer, vlg. opg. constructeur plafond: Rc>4,5 - promatect-h 2x15mm - isolatie. Wandopbouw: Rc>4,5 - metselwerk - spouw - geisoleerd HSB-element Dekopbouw: - reservering dekafwerking: 240mm inc. afschotlaag - afschotlaag in druklaag - kanaalplaatvloer, vlg. opg. constructeur zevende verdieping zesde verdieping vijfde verdieping vierde verdieping derde verdieping tweede verdieping eerste verdieping Bel-etage Begane grond Opdrachtgever Werk Kerkstraat GV Amsterdam Postbus NB Amsterdam Soeters Van Eldonk architecten T (020) F (020) E arch@soetersvaneldonk.nl W Bergwijkstadspark Blok 3 BV Eekholt XH Diemen Blok 03 Holland Park Diemen 300 G82-185/325 G82-185/325 G82-185/325 G82-185/325 Vloeropbouw: - betonvloer, IHWG, vlg. opg. constructeur. Bovenzijde vlak en slijtvast afgewerkt. Vloeropbouw: Rc>4,5 - geisoleerde kanaalplaatvloer, vlg. opg. constructeur K1_Parkeergarage Projectnummer Fase Aanvraag Omgevingsvergunning Onderwerp Doorsnede A-A Status concept Schaal 1:100 Datum '15 Datum gewijzigd Formaat A1+ (1000x594) Getekend mm Tekeningnummer 300