39 februari Recente archeologie bij kasteel Geldrop. L.A. Sam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "39 februari 2007. Recente archeologie bij kasteel Geldrop. L.A. Sam"

Transcriptie

1 L.A. Sam Recente archeologie bij kasteel Geldrop Definitief archeologisch onderzoek op het kasteelcomplex, gemeente Geldrop-Mierlo (Noord-Brabant) 39 februari 2007

2 Recente archeologie bij kasteel Geldrop definitief archeologisch onderzoek op het kasteelcomplex, gemeente Geldrop-Mierlo (Noord-Brabant) auteur met bijdragen van redactie in opdracht van ontwerp en opmaak illustraties foto s productie L.A. Sam J.P.W. Verspay C.L. Nyst Stichting Kasteel Geldrop kantoordeloor, Haarlem L.A. Sam aac/projectenbureau Koopmans drukkerij, Hoorn isbn issn Amsterdams Archeologisch Centrum Universiteit van Amsterdam Turfdraagsterpad xt Amsterdam projectenbureau.nl aac/projectenbureau, Amsterdam 2007

3 voorwoord Naar aanleiding van de toekomstige bouw van een feestzaal en keuken heeft de Stichting Kasteel Geldrop het aac/projectenbureau van de Universiteit van Amsterdam de opdracht gegeven een definitief archeologisch onderzoek uit te voeren op het plangebied Kasteelcomplex, te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo. Het onderzoeksteam bestond uit: >> drs. C. W. Koot projectleider >> drs. M. Hissel dagelijkse leiding in het veld >> drs. L. A. Sam veldarcheoloog >> dhr. H. van Ramshorst senior veldtechnicus >> dhr. J. Scheringa student >> dhr. J. Verspay aardewerkspecialist Wij willen iedereen bedanken die, zowel in het veld als daarbuiten, zijn medewerking heeft verleend aan het onderzoek, waaronder de heer E. Franken van de Stichting Kasteel Geldrop en de heer H. Snijders van de Gemeente Geldrop. Tevens bedanken wij kraanbedrijf Geurts vof, in het bijzonder kraanmachinist Mark Groenen voor het vakkundig aanleggen van de werkputten. Ten slotte bedanken wij de heer B. Meeuwsen van de landmeetkundige dienst van de Gemeente Geldrop voor het nauwkeurig inmeten van de piketten in het rd-coördinatensysteem.

4 inhoud samenvatting 1 inleiding 1.1 algemeen 1.2 reden van onderzoek 1.3 onderzoeksdoelen 1.4 leeswijzer 2 onderzoeksgebied 2.1 topografische ligging 2.2 gebiedsbeschrijving 2.3 archeologische en historische context 2.4 archeologische verwachting 3 onderzoeksmethode 3.1 voorbereiding 3.2 veldwerk 3.3 analyse en rapportage 3.4 deponering 4 onderzoeksresultaten 4.1 sporen mogelijk uit de Late-Middeleeuwen 4.2 sporen en vondsten uit de 19e eeuw 4.3 sporen en vondsten uit de 20e eeuw 4.4 evaluatie onderzoeksvragen 4.5 conclusie 5 Archeologische Monumentenzorg 5.1 inleiding 5.2 waardering onderzoeksgebied 5.3 advies

5 tijdsbalk van de Middeleeuwen literatuur lijst van gebruikte afkortingen lijst van figuren en tabellen bijlagen digitaal op cd-rom in de achteromslag 1 sporenlijst (cd-rom) 2 vondstenlijst (cd-rom) analoog achterin dit rapport 3 aardewerk en glas door J.P.W. Verspay 38

6 samenvatting aanleiding Naar aanleiding van de plannen voor de bouw van een nieuwe feestzaal en keuken heeft Stichting Kasteel Geldrop het aac/projectenbureau van de Universiteit van Amsterdam de opdracht gegeven een definitief archeologisch onderzoek uit te voeren op het plangebied Kasteelcomplex, te Geldrop, gemeente Geldrop- Mierlo. De feestzaal was gepland tussen de oude boerderij en de oranjerie en de keuken aan de westzijde van de boerderij. De oranjerie en boerderij zijn beide bijgebouwen van het kasteel en hebben een monumentale status. Het archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden op 24, 25 en 29 augustus De centrale rd-coördinaten van het onderzoeksterrein zijn / Intern kreeg het onderzoek de code gm-kc-06 en het landelijke onderzoeksmeldingsnummer is onderzoeksdoelen Het doel van dit onderzoek was de archeologische waarden op het onderzoeksterrein, conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, te documenteren, analyseren en hierover te rapporteren. Daarnaast stonden er in het vooraf opgestelde Programma van Eisen zowel inventariserende als meer specifieke onderzoeksvragen betreffende de Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd geformuleerd. De uiteindelijke onderzoeksresultaten zouden vervolgens worden gebruikt voor het opnieuw vaststellen van een archeologische verwachting op de rest van het kasteelterrein. onderzoeksmethode Het definitief archeologisch onderzoek valt in verschillende delen uiteen: de voorbereiding van het veldwerk, het veldwerk zelf, de uitwerking en rapportage en ten slotte de deponering. Alle werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de destijds geldende normen, beschreven in het Handboek Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (kna), versie 2.2. Er zijn drie werkputten aangelegd, waarbij werkput 1 en 2 tussen de boerderij en de oranjerie één grote werkput vormden. De werkputten 1 en 2 zijn in twee vlakken opgegraven omdat de bovengrond, door een lichte zinkvervuiling, gescheiden moest blijven van de overige stort. In werkput 3 is één vlak aangelegd. Alle sporen zijn beschreven, getekend op schaal 1:50 en waar nodig gecoupeerd, getekend op schaal 1:20 en gefotogra- 6

7 feerd. Ook is van iedere werkput een profiel volledig gedocumenteerd door middel van foto s en tekeningen. Vondsten uit sporen zijn verzameld, soms was het enkel nodig hier een monster te nemen zoals uit een kuiltje vol vensterglasfragmenten. resultaten Er zijn in totaal 36 sporen aangetroffen waarvan het grootste deel gedateerd kon worden in de 19e en 20e eeuw. Deze hadden alle te maken met bouwwerkzaamheden en afbraak- of opruimactiviteiten die op en rond het onderzoeksterrein hebben plaatsgevonden. Opvallend hierbij was een vijftal bakstenen poeren uit de 19e eeuw en twee funderingen voor houten palen waarvoor de onderkanten van houten tonnen waren gebruikt. Deze laatstgenoemde sporen dateerden uit de 20e eeuw en behoorden bij een smalle aanbouw tegen de noordelijke schansmuur en oranjerie. Drie sporen waren ouder dan de 19e eeuw, te weten het esdek en een natuurlijke kuil of depressie in werkput 3 en een sloot in werkput 1 en 2. Mogelijk zijn deze sporen gelijktijdig en maakten ze alle drie deel uit van het akkergebied dat hier in ieder geval aan het begin van de 19e eeuw nog lag, maar omdat er in deze sporen geen dateerbaar materiaal is aangetroffen, is dit niet met zekerheid te zeggen. Ook het merendeel van de vondsten dateerde uit de 19e en 20e eeuw. Enkele fragmenten waren ouder, maar werden in sporen aangetroffen met recenter materiaal. Archeologische Monumentenzorg In het kader van de Archeologische Monumentenzorg is het kasteelterrein gewaardeerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. Hierbij is gelet op de belevingswaarde, de fysieke kwaliteit en de inhoudelijke kwaliteit. Uit deze waardering kan worden geconcludeerd dat het gehele kasteelterrein een hoge archeologische verwachting kent en het gebied direct rondom het kasteel en de bijgebouwen een hoge archeologische waarde heeft. Bij eventuele toekomstige bodemingrepen op het kasteelterrein zal daarom altijd rekening moeten worden gehouden met de archeologische waarden in de ondergrond en dient derhalve in alle gevallen een vorm van archeologisch onderzoek plaats te vinden. 7

8 1 inleiding 1.1 algemeen Op 24, 25 en 29 augustus 2006 heeft het Amsterdams Archeologisch Centrum (aac) van de Universiteit van Amsterdam (UvA), in opdracht van de Stichting Kasteel Geldrop, een definitief archeologisch onderzoek uitgevoerd op het plangebied Kasteelcomplex te Geldrop (fig. 1). Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 390 m 2 en bevindt zich tussen de rd-coördinaten: / , / , / en / Intern heeft het onderzoek de projectcode gm-kc-06 gekregen, landelijk is aan het onderzoek het onderzoeksmeldingsnummer toegekend. Het beheer van de documentatie en vondsten is overgedragen aan het Provinciaal Depot Noord-Brabant, in s-hertogenbosch. 1.2 reden van het onderzoek Aanleiding voor het onderzoek zijn de plannen van de Stichting Kasteel Geldrop om op het terrein tussen de bestaande bebouwing uit de 19e eeuw een feestzaal en keuken te bouwen. De werkzaamheden die hiervoor nodig waren, zouden leidden tot een diepgaande verstoring van de bodem en vormden een directe bedreiging voor de archeologische waarden in de ondergrond. Uit het verkennende booronderzoek, uitgevoerd door het aac/projectenbureau, bleek de bodem ter plaatse, door de aanwezigheid van baksteen, ondoordringbaar. De kans bestond dat deze bakstenen of baksteenfragmenten deel uitmaakten van funderingen van oude bebouwing en/of plaveisel. Tevens bleek uit de boringen die wel diep konden worden gezet, dat in de bodemopbouw het esdek intact was. De uitkomsten van het booronderzoek en de historische locatie van het plangebied gaven aanleiding direct over te gaan op een definitief archeologisch onderzoek in de vorm van een opgraving. 1.3 onderzoeksdoelen De onderzoeksvragen die voorafgaand aan de opgraving werden gesteld, waren in beginsel sterk inventariserend van aard. Daarnaast konden meer gespecificeerde onderzoeksvragen worden opgesteld met betrekking tot het gebruik van het terrein in de Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd. 8

9 Inventarisatie Wat is de aard, omvang, kwaliteit en het ruimtelijk verloop van de archeologische sporen en sporenclusters? Uit welke periode dateren deze sporen en sporenclusters? En wanneer zijn de vindplaatsen weer in onbruik geraakt? Wat is de ruimtelijke relatie tussen de sporen en sporenclusters onderling en ten opzichte van de natuurlijke en antropogene omgeving? Wat is de datering van de archeologische vondsten en tot welke vondsttypen of vondstcategorieën behoren zij? Wat is de relatie tussen de eventueel aangetroffen vindplaatsen met vindplaatsen en vondstmeldingen uit de directe omgeving? Wat is de bodemopbouw en geologische opbouw van het plangebied? Fig. 1 De ligging van het plangebied in Geldrop. Inzet: de ligging van Geldrop in Nederland. AAC-39!.indd :13:47

10 opdrachtgever Stichting Kasteel Geldrop contactpersoon dhr. E. Franken uitvoerende instantie aac/projectenbureau, Universiteit van Amsterdam duur en tijdstip(pen) van onderzoek 3 dagen; 24, 25 en 29 augustus 2006 plaats en gemeente onderzoeksgebied Geldrop, gemeente Geldrop toponiem Kasteelcomplex x/y-coördinaten nw / no / zo / zw / code aac/projectenbureau gm-kc-06 onderzoekmeldingsnummer beheer en plaats van deponering Provinciaal Depot Noord-Brabant, s-hertogenbosch Tabel 1 Administratieve gegevens van de opgraving op het plangebied Kasteelcomplex. Hoe dik is het esdek op het terrein en van wanneer dateert dit? Zijn er onder het esdek nog oudere akkerlagen aanwezig? En zo ja, wat is de datering? Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd Wat was de functie van het terrein voordat het kasteel gebouwd werd? Wat is de functie van het terrein vanaf het midden van de 14e eeuw, nadat het kasteel in gebruik werd genomen? Wat werd de functie van het terrein vanaf het midden van de 19e eeuw, toen het terrein in het kasteelcomplex werd opgenomen? Op de kaart van 1832 gaat het om een akkergebied. Kan er een relatie tussen dit akkergebied en het kasteel worden gelegd? Kan van de materiele cultuur worden afgeleid dat er contact was met het kasteel? Of is er geen verschil met andere akkergebieden te zien? Wat betekenen de baksteenresten die bij het verkennend booronderzoek zijn aangetroffen? Kan de, bij het bouwhistorisch onderzoek gelokaliseerde, aanbouw aan de schansmuur ook archeologisch worden aangetoond? Zo ja, wat is dan de functie van deze aanbouw geweest? Is er een verschil te zien in sporenvorming onder het voormalige afdakje aan de westkant van de boerderij, zoals beschreven in het bouwhistorisch onderzoek, en de rest van deze werkput? Zo ja, wat betekent dit? Is in deze werkput de mestvaalt, die in het bouwhistorisch onderzoek genoemd wordt, te lokaliseren? 1) Parlevliet, M./C.L. Nyst 2006, 10. Voor nadere, inhoudelijke informatie wordt verwezen naar het Programma van Eisen (PvE) dat door drs. M. Parlevliet en drs. C.L.Nyst van het aac/projectenbureau is opgesteld. 1 10

11 1.4 leeswijzer In dit rapport zal verslag worden gedaan van de werkzaamheden en de resultaten van het definitief archeologisch onderzoek op het plangebied Kasteelcomplex. Hoofdstuk 2 is een beschrijving van het onderzoeksgebied. De gehanteerde methode voor het onderzoek is te lezen in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 en 5 zullen respectievelijk de geologie en bodemkunde van het gebied en de resultaten van het definitief archeologisch onderzoek worden behandeld. Tot slot komt in hoofdstuk 6 de conclusie met de betrekking tot de Archeologische Monumentenzorg aan bod. Hierin wordt geadviseerd welke maatregelen dienen te worden getroffen in het kader van de Archeologische Monumentenzorg bij mogelijke grondverstorende activiteiten in de directe omgeving van het plangebied in de toekomst. Op de website van het aac/projectenbureau (zie colofon) staat een archeologische tijdsbalk en een woordenlijst van in de archeologie veel gebruikte begrippen. 11

12 2 onderzoeksgebied Fig. 2 Ligging van de werkputten ten opzichte van de bijgebouwen en de schansmuur van het kasteel. 2.1 ligging Het plangebied Kasteelcomplex met de centrale rd-coördinaten / bestaat uit een deel van het kasteelterrein aan de noordkant van Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo. Het is gelegen in de driehoek tussen de Mierloseweg, de Helze en de rivier de Kleine Drommel. Tegenwoordig bestaat het kasteelterrein uit het 14e eeuwse kasteel met bijgebouwen van veel later datum. Zo ligt tussen de werkputten een boerderij die dateert van rond 1870 (fig. 2). Ten oosten van de werkputten ligt de zogenaamde oranjerie uit Langs de gehele zuidzijde van de werkputten loopt de noordelijke schansmuur van het kasteel. Langs de noordzijde van de putten bevindt zich een wandelpad over het kasteelterrein met aan weerszijde een bomenrij. 12

13 Fig. 3 A Bodemprofiel in werkput 1 en 2. B Bodemprofiel in werkput gebiedsbeschrijving Geologie van het onderzoeksterrein Het onderzoeksgebied maakt deel uit van het Noord-Brabantse dekzandgebied. Dit dekzand werd afgezet in de laatste fase van het Pleistoceen tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien (circa jaar geleden). Het dekzandgebied wordt gekenmerkt door een opeenvolging van dekzandruggen die door vlakten en beekdalen van elkaar worden gescheiden. Het belangrijkste beekdal van Geldrop-Mierlo wordt gevormd door de Kleine Dommel.2 Het onderzoeksgebied Kasteelcomplex bevindt zich in dit beekdal, ten westen van de waterloop. Het beekdal is ontstaan aan het eind van het Weichselien, toen de definitieve klimaatsverbetering inzette. Ondiepe geulen en beken veranderden in een systeem van enkelvoudige meanderende beken, die zich aanvankelijk dieper in het landschap insneden. Gedurende het verdere verloop van het Holoceen werd in de beekdalen en aansluitende lage terreingedeelten, beekzand en beekleem afgezet en vond veengroei plaats. Er vonden in het Holoceen geen belangrijke natuurlijke wijzigingen van het laatpleistocene reliëf plaats. Wél was de mens in toenemende mate van invloed op de bodem. Dit is vooral zichtbaar in de esdekken die het resultaat zijn van een eeuwenlange beakkering en bemesting. De hogergelegen dekzandruggen zijn door de eeuwen heen ideale vestigingsplaatsen voor de mens geweest. Vanaf het Late-Neolithicum (circa 3500 voor Chr.) werden de loofbossen gekapt om huisplaatsen en akkergronden aan te leggen. Het proces van ontbossing ging door gedurende de Brons- en IJzertijd, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. In de Late-Middeleeuwen (vanaf 1250 na Chr.) verhuisde de bewoning van de hogergelegen gebieden naar de lagere gronden en de beekdalen. Tot die tijd 2) Van Dijk 2003, AAC-39!.indd :13:54

14 werden de beekdalen te nat bevonden om op te wonen. Bekend is wel dat deze natte zones in het landschap in de Brons- en IJzertijd onder meer gebruikt werden voor rituele deposities. 3 Op de flanken van de dekzandplateaus was de bodem droger. Op deze droge delen worden regelmatig graven uit de Bronsen IJzertijd aangetroffen. De dekzandruggen zelf werden vanaf dat moment ingericht als grootschalige akkercomplexen. Deze akkercomplexen werden bemest met dierlijke mest vermengd met plaggen waardoor gaandeweg op veel plaatsen een dik akkerdek, ofwel esdek, ontstond. Omdat het plangebied zich binnen de bebouwde kom bevindt is het gebied voor de geologische en bodemkundige kaart niet gekarteerd. Ten noorden en zuiden van de bebouwde kom bevindt zich in het beekdal een vlierveengrond met grondwatertrap II. De nap-hoogte van het maaiveld is circa + 16,9 m nap. Bodemopbouw van de drie werkputten De bodemopbouw op het terrein van werkput 1 en 2 bestond tot op de C-horizont (S13) uit opgebrachte lagen die in de 19e en 20e eeuw gedateerd konden worden. Er konden ten minste vijf lagen worden onderscheiden (fig. 3a). 4 De bodemopbouw in werkput 3 was meer intact. Een restant van een esdek met enkele spitspoortjes aan de onderkant (S31) was zichtbaar direct boven de C-horizont (fig. 3b). Het esdek had een egaal grijsbruine kleur en bevatte enkele houtskoolfragmenten. Toch was ook op dit terrein veel gerommeld in de bovenlaag. Onder de bouwvoor waren nog twee opgebrachte lagen uit de Nieuwe tijd waarneembaar (S1.6 en 1.7). 3) Ter Schegget 1999, ) S1.1 t/m 1.5. Laag 1.2 en 1.5 zijn dezelfde laag, maar met een iets andere vulling. 5) Overgenomen uit het PvE. Parlevliet, M./C.L. Nyst 2006, ) Verhees-Wouters ) Verhees-Wouters ) NN archeologische en historische context 5 Geschiedenis van het kasteel Het oorspronkelijke kasteel dateert uit de Late-Middeleeuwen en vormde samen met De Burght aan de zuidkant van het (huidige) dorp, de twee versterkte huizen waar de heren van Geldrop woonden. Het Kasteel aan de noordkant van de dorpskern lijkt jonger te zijn dan De Burght. Uit archiefmateriaal blijkt dat het kasteel rond 1350 werd gebouwd door Philip en Jan van Geldrop. De eeuwen daarna is het lange tijd bewoond door respectievelijk de families Geldrop en Horne. Van 1974 tot eind 1996 was het eigendom van Gemeente Geldrop om daarna beheerd te worden door Stichting Kasteel Geldrop. Het kasteel is in 1512 zwaar beschadigd door de Geldersen. Het werd omstreeks 1616 hersteld en voorzien van de karakteristieke trapgevel. Het resultaat is nu herkenbaar als het middendeel van het huidige kasteel. De twee aangebouwde delen zijn rond 1700 en in de eerste helft van de 19e eeuw gebouwd. 6 Ten oosten van het kasteel stond een woontoren, Huis te Geldrop genoemd. De toren of donjon was omgracht en bestond uit drie verdiepingen met een kelder. De ingang lag op de eerste verdieping en was via een brug en later waarschijnlijk via een stenen trap te bereiken. In de 16e eeuw na de vernietiging van het kasteel, stond alleen de woontoren nog overeind. Rond 1770 werd deze hersteld om in 1840 definitief afgebroken te worden. 7 Op het kadastrale minuutplan van 1832 is het kasteelterrein met de rechthoekige gracht duidelijk te herkennen. Het kasteelcomplex bestaat binnen de gracht uit drie gebouwen waaronder de haakse hoek die het nu nog heeft, de donjon ligt aan de oostkant buiten de gracht. 8 De bijgebouwen van het plangebied zijn in 14

15 1832 nog niet gebouwd; aan de noord- en westkant van het kasteelterrein ligt uitgestrekt, onbebouwd akkergebied. Aan de zuidkant ligt het gehucht Geldrop zoals het zich, voor zover bekend, in de Late-Middeleeuwen heeft ontwikkeld. De Hofstraat loopt van het kasteelterrein naar het driehoekige plein met de naam Grooten Heuvel. Onderzoek naar toponiemen leert dat de naam Grooten Heuvel verwijst naar de aard van die plek, een grote zandrug nabij de Kleine Dommel. De Hofstraat verwijst naar het kasteel of hofgoed en stamt waarschijnlijk uit de 14e eeuw. 9 Vanaf het midden van de 19e eeuw worden door de toenmalige eigenaar van het kasteel, de industrieel Hubertus Paulus Hoevenaar jr., de tuinen en de bijgebouwen bij het kasteel aangelegd. In de omgeving van de huidige nieuwbouwplannen gaat het hierbij om de schansmuren, de oranjerie en de boerderij. Bouwhistorisch onderzoek van de oranjerie, de boerderij en de schansmuren In 2003 is door Enderman Bureau voor bouwhistorie, een bouwhistorisch onderzoek verricht naar de oranjerie, de boerderij en de schansmuren van het kasteelcomplex. Uit dit onderzoek blijken deze bijgebouwen zes bouwfasen te kennen. In de eerste fase (midden 19e eeuw) wordt de moestuin en een tuin in Engelse landschapstijl aangelegd. Hierbij worden de schansmuren, fungerend als fruitmuren, opgemetseld. In fase 2 (circa ) wordt de oranjerie gebouwd en in fase 3 (kort voor 1876) de boerderij. Deze boerderij fungeerde in eerste instantie enkel als schuur. In fase 4 (kort voor 1885) wordt tegen de oranjerie een schuur en een washok aangebouwd en krijgt het gebouw zijn huidige omvang. Tijdens de vijfde fase (eerste helft 20e eeuw) vinden waarschijnlijk diverse aanpassingen aan de gebouwen plaats. Zo wordt aan de noordzijde van de noordelijke schansmuur een lange, smalle aanbouw gemaakt met een stookplaats tegen de oranjerie. Deze aanbouw is tegenwoordig niet meer aanwezig. De laatste, zesde fase dateert van rond 1975, waarbij met name de schuur verbouwd wordt tot boerderij. 10 Ook uit fase 5, en tegenwoordig eveneens niet meer aanwezig, dateert een afdak aan de westkant van de boerderij. Ook hiervan is de functie niet duidelijk, mogelijk bezit het afdak een relatie met de mestvaalt die zich aan deze zijde van de boerderij moet hebben bevonden. 11 9) Coenen ) Enderman 2003, ) Enderman 2003, 8,

16 2.4 archeologische verwachting Voor het Programma van Eisen is een gespecificeerde verwachting van het terrein opgesteld. 12 Hierbij kon geen gebruik worden gemaakt van de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden omdat het plangebied vanwege de ligging binnen de bebouwde kom, niet is gekarteerd. Op de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente Geldrop is de locatie gemarkeerd als de oude bewoningskern van Geldrop en de omliggende zes gehuchten en heeft een hoge archeologische verwachting voor de Middeleeuwen en een onbekende archeologische verwachting voor het Paleolithicum tot en met de Romeinse tijd. Op basis van de historische ligging van het plangebied kan worden geconcludeerd dat op het terrein met name sporen en vondsten uit de Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd te verwachten zijn. Deze sporen en vondsten zouden meer inzicht kunnen geven in de oorspronkelijke agrarische functie van de directe omgeving van het kasteel en de functieverandering die gedurende de 19e eeuw heeft plaatsgevonden, zoals de opname van de bijgebouwen met moestuin binnen het kasteelterrein. Verder bestond tijdens het onderzoek de mogelijkheid dat sporen en vondsten werden aangetroffen uit oudere perioden. Vanwege de ligging van het plangebied in een beekdal werd verwacht dat deze sporen en vondsten vooral betrekking zouden hebben op landschapsgebruik in het verleden. 12) M. Parlevliet/C.L. Nyst 2006, 9. 16

17 3 onderzoeksmethode Fig. 4 De werkzaamheden in werkput 2. Het definitief archeologisch onderzoek is samengesteld uit verschillende onderdelen: de voorbereiding van het veldwerk, het veldwerk zelf, de analyse, rapportage en ten slotte de deponering. Alle werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de destijds geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (kna), versie 2.2, en het kwaliteitshandboek van het aac/projectenbureau. 17

18 3.1 vooronderzoek Ter voorbereiding op het veldwerk werd het Programma van Eisen doorgenomen op de toe te passen methodiek. De voorbereiding bestond verder uit een startoverleg, het schrijven van een draaiboek en een veiligheids- en gezondheidsplan, het doen van de klic- en archis-melding en het gereedmaken van materialen en werkterrein. Op het onderzoeksterrein werd voorafgaande aan het definitief archeologisch onderzoek een lokaal meetsysteem opgezet dat gedurende het veldwerk is ingemeten in het landelijke coördinatenstelsel. 3.2 veldwerk Op het onderzoeksterrein zijn met een graafmachine drie werkputten aangelegd (fig. 4). Twee putten, die samen één grote werkput vormden, waren gelegen binnen de oppervlakte van de te bouwen feestzaal. De derde werkput lag binnen de oppervlakte van de geplande keuken. In totaal hadden de werkputten een oppervlakte van circa 213 m 2. Wegens vervuiling van de bovengrond door zink, afkomstig van de dakgoot van de oranjerie ten oosten van het onderzoeksterrein, zijn de eerste twee werkputten in twee vlakken opgegraven waarbij de stort van de eerste 50 cm bovengrond gescheiden werd gehouden van de overige grond. Het eerste vlak werd daarom aangelegd op ongeveer 50 cm beneden het maaiveld. Het tweede vlak bevond zich aan de bovenkant van de C-horizont, gemiddeld lag deze 1,20 m onder het maaiveld. In de derde werkput is slechts één vlak aangelegd, eveneens aan de bovenkant van de C-horizont op gemiddeld 1,4 m onder het maaiveld. 3.3 analyse en rapportage Voor aanvang van de analyse en rapportage zijn de eerste bevindingen van het veldwerk in een briefverslag aan de opdrachtgever en het bevoegd gezag gerapporteerd. Daarna is met de analyse en interpretatie van de gegevens begonnen. De analyse omvatte de beschrijving, digitale verwerking, en interpretatie van de veldgegevens en vondsten in het kader van de vooraf geformuleerde vraagstellingen. De veldtekeningen zijn gedigitaliseerd en de vondst- en spoorgegevens opgeslagen in een database. De vondsten zijn door een specialist gedetermineerd en beschreven. De resultaten van de analyse en interpretatie van alle gegevens zijn in dit rapport verwerkt en vormen de basis voor het advies in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (amz). 3.4 deponering Al het vondstmateriaal en de verzamelde data zijn overgedragen aan het Provinciaal Depot Noord-Brabant. 18

19 4 onderzoeksresultaten Tijdens het definitief archeologisch onderzoek zijn op het onderzoeksterrein in totaal 36 sporen en verschillende vondsten aangetroffen (fig. 5). 13 Het overgrote deel kan worden toegeschreven aan de verschillende bouw- en afbraakactiviteiten die op dit terrein met name in de 19e eeuw hebben plaatsgevonden. Slechts twee sporen zijn mogelijk ouder en zouden uit de Late-Middeleeuwen kunnen dateren. De sporen en vondsten zullen in dit hoofdstuk in chronologische volgorde worden behandeld. 4.1 sporen mogelijk uit de Late-Middeleeuwen In de werkputten 1 en 2 is slechts één spoor aangetroffen dat een oudere datering heeft dan de 19e eeuw en mogelijk zelfs in de Late-Middeleeuwen gedateerd kan worden. Het betreft een sloot of greppel met een donkerbruingrijze egale zandvulling. 14 In de vulling kwam humeus en plantaardig materiaal voor, maar er werd geen enkele scherf of ander dateerbaar materiaal in aangetroffen. De datering is daarom onzeker, maar vanwege de ligging van de sloot onder sporen uit de 19e eeuw, moet deze in ieder geval ouder zijn dan de Nieuwe tijd C. Het is zeer waarschijnlijk dat het onderzoeksterrein in de Late-Middeleeuwen deel uit maakte van een akkerland rondom het kasteelterrein. Mogelijk was deze sloot in die periode onderdeel van de begrenzing van die akker. Een ander spoor waarvan de datering terug zou kunnen gaan tot de periode waarin het terrein een akkerland was, is spoor 30 in werkput 3. Het betreft een circa 25 cm diepe natuurlijke kuil of depressie van circa 6 x 8 m waarin ooit water moet hebben gestaan. Dit is op te maken uit de vele kronkelige fibers onder de kuil, die het gevolg zijn van doorsijpelend water in de bodem (fig. 6). De vulling van de kuil/depressie was van grijsbruin egaal tot lichtgrijsbruin gevlekt zand. Er werd geen dateerbaar materiaal in aangetroffen. De datering van dit spoor blijft daarom onzeker, maar de mogelijkheid bestaat dat het een natuurlijk ontstane drenkkuil betreft die in gebruik was in de Late-Middeleeuwen toen dit terrein waarschijnlijk deel uit maakte van een akkerland rondom het kasteel. 4.2 sporen en vondsten uit de 19e eeuw In werkput 1 en 2 werden verschillende sporen (S7, 8, 9, 14, 19, 2 en 22) aangetroffen die vrijwel zeker in de 19e eeuw gedateerd kunnen worden. Als eerste betreft Fig. 5 p.20 en 21 A Alle-sporenkaart van werkput 1 en 2. B Alle-sporenkaart van werkput 3. 13) Zie bijlage 1 en 2 voor sporen en vondstenlijsten. 14) S4, 6 en 10. Deze sporen behoren tot dezelfde sloot. 19

20 20

21 21

22 Fig. 6 Dwarsdoorsnede van de natuurlijke depressie (S30) in werkput 3. De bruine, kronkelende strepen aan de onderzijde duiden op het doorsijpelen van water. het een langgerekte, oost-west georiënteerde puinbaan in werkput 2 (S19). De baan begint aan de westzijde van de werkput en gaat in het oosten door tot in de putwand. De baan is circa 20 m lang en 2 m breed en is gevuld met een hoop puin waaronder keramiekfragmenten en hele bakstenen. Mogelijk is de baan gebruikt als fundering voor een gebouw dat hier heeft gestaan, maar het kan ook juist met de afbraak van een gebouw te maken hebben. Ten zuiden van de puinbaan lag, parallel hieraan, een vijftal bakstenen poeren die ook uit de 19e eeuw dateren (fig. 7). Deze vierkante poeren waren opgebouwd uit bakstenen die bij elkaar werden gehouden door witte, kalkachtige mortel. Ze lagen met een gemiddelde afstand van 7 m uit elkaar en hadden een afmeting van circa 1 x 1 m. Tussen het puin van één van de poeren (S14) werden fragmenten van een mineraalwaterfles aangetroffen die in de 19e eeuw gedateerd kunnen worden (V8). De poeren zullen als fundering hebben gediend voor een gebouw dat hier in de 19e eeuw gestaan heeft. Dit gebouw was ons niet bekend uit de historische onderzoeken die we voorafgaand aan dit archeologische veldonderzoek hebben geraadpleegd. Tot slot konden vier boomvakken in werkput 2 ook in de 19e eeuw gedateerd worden (S21). Deze vakken lagen parallel aan de huidige bomenrij langs het voetpad, ten noorden van werkput 2. Tussen de eerste drie vakken aan de westzijde zat gemiddeld 1,40 m afstand. Het vierde boomvak lag op ongeveer 6 m ten oosten van de andere drie. Er bevonden zich in de boomvakken nog restanten van de boomstronken. Opvallend is dat wanneer de bomenrij zou worden doorgetrokken naar het oosten toe, deze uitkomt op de oude buitenmuur van de oranjerie. Deze oudere bomenrij moet dus dateren van vóór de aanbouw van een 22 AAC-39!.indd :13:57

23 Fig. 7 Deel van het noordprofiel in werkput 1 met onderaan één van de vier 19e eeuwse poeren van baksteen en mortel. schuur en washok tegen de oranjerie rond het jaar Als gevolg van deze aanbouw werden het pad én de bomenrij destijds enkele meters in noordelijke richting opgeschoven en daar zijn ze blijven staan tot op de dag van vandaag. 4.3 sporen en vondsten uit de 20e eeuw Naast een aantal kabelsleuven (S27, 28 en 34) en andere moderne verstoringen (S5, 23, 24, 25, 32, 33 en 36) zijn enkele sporen uit de 20e eeuw blootgelegd die het vermelden waard zijn. Als eerste betreft het een tweetal paalfunderingen in het zuidprofiel aan de oostzijde van werkput 1 (S11 en 12). Op een afstand van circa 3 m van elkaar lagen twee onderkanten van houten tonnen met elk een rechtopstaande, vierkante, houten paal (fig. 8).15 De palen hebben zeer waarschijnlijk gehoord bij een lange, smalle aanbouw met een stookplaats tegen de oranjerie, die hier in het begin van de 20e eeuw gestaan heeft. Uit eerder bouwhistorisch onderzoek aan de oranjerie en de boerderij is de precieze functie van deze stookplaats niet duidelijk geworden en ook dit archeologisch onderzoek kan hierover helaas niets meer zeggen.16 Opvallend was ook een aantal afvalkuiltjes gevuld met glas en aardewerkfragmenten (S3, 15 en 20). Het kuiltje (S3) bevatte uitsluitend een groot aantal vensterglasfragmenten (V9). Uit spoor 15 en 20 is veel aardewerk, glas en metaal gekomen. In spoor 15 waren dat vooral veel fragmenten van bloempotten die gedateerd moeten worden tussen 1700 en 1900 (V10). Vermoedelijk zijn deze bloempotten oorspronkelijk afkomstig uit de oranjerie en bijbehorende tuinen rondom het kasteel die eind 19e eeuw in gebruik waren.17 Het afvalkuiltje (S20) bevatte zowel aardwerk als glas en metaal (V20). Het aardwerk bestond voornamelijk uit een fragment van een waterfles die in de 19e eeuw moet worden gedateerd en een fragment van een baksteen met witte mortel eraan. Dat de 15) De palen zijn gezien, maar waren helaas voor de ontdekking van de tonnen door de graafmachine reeds weggetrokken. 16) Enderman 2003, 5, ) Zie ook bijlage 3, fig AAC-39!.indd :13:58

24 kuil toch in de 20e eeuw wordt gedateerd komt door een aantal fragmenten van glazen waterflessen, waarvan er ten minste één in de 20e eeuw gedateerd moet worden. 4.4 evaluatie onderzoeksvragen De in het PvE opgestelde onderzoeksvragen zijn in beginsel voornamelijk ter inventarisatie. Daarnaast zijn voor het gebruik van het terrein in de Late- Middeleeuwen en Nieuwe tijd specifieke vragen opgesteld. Inventariserende onderzoeksvragen Wat is de aard, omvang, kwaliteit en het ruimtelijke verloop van de archeologische sporen en sporenclusters? Het grootste deel van de sporen kunnen in verband worden gebracht met de verschillende bouw- en afbraakactiviteiten die op dit terrein, tussen de oranjerie en de boerderij, in de 19e en 20e eeuw hebben plaatsgevonden. Daarnaast zouden twee sporen, een sloot en een natuurlijke kuil of depressie, mogelijk gedateerd kunnen worden in de periode dat dit terrein deel uit maakte van een groot akkergebied rondom het kasteel. De kwaliteit van de sporen en vondsten is goed omdat het merendeel vrij recent is en dus nog niet zo lang aan verval onderhevig. Bovendien bestaan de meeste sporen en vondsten uit stevig materiaal. Uit welke periode dateren deze sporen en sporenclusters? En wanneer zijn de vindplaatsen weer in onbruik geraakt? De sporen dateren vrijwel alle uit de 19e en 20e eeuw. Het restant van het esdek dat in werkput 3 werd waargenomen, is ouder en dateert vermoedelijk uit de Late-Middeleeuwen. Een exacte datering is niet te geven aangezien geen materiaal in het esdek is gevonden. De sloot in werkput 1 en 2 en de natuurlijke kuil of depressie in werkput 3 zouden uit dezelfde periode als het esdek kunnen zijn, maar ook hierin is geen materiaal gevonden dat een dergelijke datering kan bevestigen. Op de kaart van 1832 staat dit terrein aangeduid als een akkergebied en zeer waarschijnlijk is het als zodanig in gebruik geweest vanaf de Late- Middeleeuwen. Het esdek zal dus een zeer lange periode, tot in de 19e eeuw, in gebruik zijn geweest. Op een zeker moment in de 19e eeuw zijn de eerste bouwactiviteiten op dit terrein begonnen, maar de in die periode aangelegde gebouwen of structuren zijn in de loop van de 20e eeuw weer allemaal tot op de grond toe afgebroken. Wat is de ruimtelijke relatie tussen de sporen en de sporenclusters onderling en ten opzichte van de natuurlijke en antropogene omgeving? Er bestaat een mogelijke relatie tussen het esdek in werkput 3 en twee sporen (de sloot in werkput 2 en de mogelijke drenkkuil in werkput 3). De datering van al deze sporen is onzeker, dus of ze gelijktijdig zijn geweest is niet bevestigd. Sloten of greppels maken integraal onderdeel uit van een akkercomplex, omdat ze dienen voor zowel de afwatering als de perceelindeling. Drenkkuilen zijn daarentegen niet ideaal voor de bewerking van de akker, met name voor het ploegen. Maar als vee zou zijn geweid op de stoppelvelden, dan was het natuurlijk van belang dat de dieren hun dorst konden lessen. Zowel in de sloot als in de natuurlijke kuil is geen antropogeen materiaal aangetroffen. 24

25 Fig. 8 De onderkant van een houten ton is gebruikt als fundering voor een houten paal behorend bij een aanbouw tegen de schansmuur uit de eerste helft van de 20e eeuw. Een ruimtelijke relatie tussen de overige 19e en 20e eeuwse sporen is niet duidelijk omdat de afmetingen en de exacte dateringen van de verschillende structuren niet goed zijn vast te stellen. Wel is duidelijk dat alle sporen te maken hebben gehad met bouwwerkzaamheden en afbraak- of opruimactiviteiten die direct gerelateerd zijn aan het kasteel en de andere bijgebouwen. Wat is de datering van de archeologische vondsten en tot welke vondsttypen of vondstcategorieën behoren zij? Ook vrijwel alle vondsten dateren in de 19e en 20e eeuw. Het betreft voornamelijk bouwmateriaal zoals bakstenen, maar ook veel fragmenten van aardewerken waterflessen, bloempotten en vensterglas. Het materiaal is vrijwel allemaal afkomstig uit puinbanen en afvalkuilen en kan worden gerelateerd aan bouwwerkzaamheden en afbraak- of opruimactiviteiten op en rond het onderzoeksterrein in de 19e en 20e eeuw. Een enkel aardewerkfragment is ouder, maar het werd aangetroffen in een spoor met 19e of 20e eeuws materiaal. Wat is de relatie tussen de eventueel aangetroffen vindplaatsen met vindplaatsen en vondstmeldingen uit de directe omgeving? De bouwwerkzaamheden en afbraak- of opruimactiviteiten die op het onderzoeksterrein hebben plaatsgevonden zijn direct gerelateerd aan de activiteiten rond het kasteel en de bijgebouwen. Veel van die activiteiten zoals de bouw van een lange, smalle aanbouw tegen de noordelijke schansmuur en de oranjerie zijn uit de historische bronnen bekend. 25 AAC-39!.indd :13:59

26 Wat is de bodemopbouw en geologische opbouw van het plangebied? De oorspronkelijke bodemopbouw was in werkput 1 en 2 volledig verstoord. De bodemopbouw bestond hier, naast de C-horizont uit een vijftal opgebrachte lagen die te dateren waren in de 19e en 20e eeuw. In werkput 3 bestond de bodemopbouw eveneens uit enkele opgebrachte lagen, maar hier was direct boven de C-horizont een restant van een esdek zichtbaar met spitsporen aan de onderzijde. De aanwezigheid van dit esdek bevestigt het gebruik van dit terrein als akkerland in een periode voordat hier verschillende bouwactiviteiten plaatsvonden. Hoe dik is het esdek op het terrein en van wanneer dateert dit? Het restant van een esdek in werkput 3 was gemiddeld 40 cm dik. De bovenkant van het esdek is mogelijk verstoord door een opgebrachte laag, waardoor het esdek niet meer de oorspronkelijke dikte heeft. Er werd geen materiaal in het esdek aangetroffen, zodat een exacte datering niet kan worden gegeven. In ieder geval dateert het in een periode dat dit terrein nog als akkerland werd gebruikt, dat wil zeggen van voor de bouwactiviteiten die hier halverwege de 19e eeuw hebben plaatsgevonden. Zijn er onder het esdek nog oudere akkerlagen aanwezig? En zo ja, wat is de datering? Er zijn onder het esdek geen oudere akkerlagen waargenomen. Het esdek lag direct boven de C-horizont. Onderzoeksvragen betreffende de Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd Wat is de functie van het terrein voordat het kasteel gebouwd werd? Er zijn geen bewoningssporen aangetroffen die kunnen dateren uit een periode voordat het kasteel werd gebouwd. Het is mogelijk dat het esdek al gevormd is in een periode voor het kasteel en dat dit terrein dus al in de Middeleeuwen in gebruik was als akkerland. Onder het esdek werden geen oudere antropogene sporen of lagen aangetroffen. Er zijn daarom geen bewijzen voor menselijke activiteiten op dit terrein voordat het in gebruik werd genomen als akkerland. Wat is de functie van het terrein vanaf het midden van de 14e eeuw, nadat het kasteel in gebruik werd genomen? Het esdek in werkput 3 heeft aangetoond dat het gebruik van dit terrein als akkerland, zoals dat wordt aangegeven op de kaart van 1832, inderdaad klopt. Of het terrein ook al akkerland was in de periode dat het kasteel werd gebouwd, dus vanaf het midden van de 14e eeuw, kan niet worden aangetoond omdat er geen materiaal in het esdek of de mogelijk gelijktijdige sloot en natuurlijke kuil of depressie is aangetroffen. Wat werd de functie van het terrein vanaf het midden van de 19e eeuw, toen het terrein in het kasteelcomplex werd opgenomen? In het midden van de 19e eeuw, toen het terrein in het kasteelcomplex werd opgenomen, hebben er verschillende bouw- en afbraakactiviteiten plaatsgevonden. Tussen de oranjerie en de boerderij hebben, naast de 20e eeuwse smalle aanbouw tegen de schansmuur, ergens in de 19e eeuw nog één of meer gebouwen of structuren gestaan. Hierop wijzen de poeren die in werkput 1 en 2 26

27 werden gevonden. Ook de vele puinlagen met bouwmateriaal duiden op dergelijke activiteiten. De precieze functies van deze gebouwen of structuren zijn uit dit archeologisch onderzoek niet duidelijk geworden. Op de kaart van 1832 gaat het om een akkergebied. Kan er een relatie tussen dit akkergebied en het kasteel worden gelegd? Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan deze relatie niet worden gelegd. Hiervoor zijn te weinig sporen van dit akkergebied aangetroffen alsook te weinig materiaal in die sporen waarmee de link met het kasteel zou kunnen worden gelegd. Kan van de materiele cultuur worden afgeleid dat er contact was met het kasteel? Of is er geen verschil met andere akkergebieden te zien? In het esdek en het tweetal sporen dat mogelijk met het akkergebied in verband kunnen worden gebracht, werd geen materiaal aangetroffen. Eventueel contact met het kasteel kan hierdoor niet worden aangetoond. Wat betekenen de baksteenresten die bij het verkennend booronderzoek zijn aangetroffen? De bakstenen en restanten van bakstenen bevonden zich voornamelijk in de verschillende puinlagen uit de 19e en 2oe eeuw. Deze puinbanen zijn mogelijk restanten van afbraakactiviteiten, maar kunnen ook gebruikt zijn voor de fundering van een gebouw of andere structuur. De 19e eeuwse poeren waren ook opgebouwd uit bakstenen. Er zijn verder geen muren, vloeren of restanten daarvan aangetroffen. Kan de, bij het bouwhistorisch onderzoek gelokaliseerde, aanbouw aan de schansmuur ook archeologisch worden aangetoond? Zo ja, wat is dan de functie van deze aanbouw geweest? De aangetroffen paalfunderingen waarbij houten tonnen zijn gebruikt, in het zuidprofiel aan de oostzijde van werkput 1, behoren zeer waarschijnlijk tot de genoemde lange, smalle aanbouw aan de schansmuur. Deze paalfunderingen geven geen verdere informatie over de precieze functie van deze aanbouw. 27

28 Is er een verschil te zien in sporenvorming onder het voormalige afdakje aan de westkant van de boerderij, zoals beschreven in het bouwhistorisch onderzoek, en de rest van deze werkput? Zo ja, wat betekent dit? Het gebied onder het voormalige afdakje aan de westkant van de boerderij is compleet verstoord door recente kabelsleuven. Er zijn op deze plaats daarom geen oudere sporen aangetroffen. Is in deze werkput de mestvaalt, die in het bouwhistorisch onderzoek genoemd wordt, te lokaliseren? Nee, deze is niet gelokaliseerd. 4.5 conclusie Het definitief archeologisch onderzoek op het plangebied Kasteelcomplex heeft weinig verrassende informatie over het terrein opgeleverd. Van het akkercomplex dat hier moet hebben gelegen voor de 19e eeuw zijn weinig sporen teruggevonden, mede doordat het oorspronkelijke esdek op het grootste deel van het terrein volledig was verdwenen. De sloot of greppel in werkput 1 en 2 en de kuil of natuurlijke depressie in werkput 3 zijn de enige sporen die eventueel met het akkercomplex in verband kunnen worden gebracht. De overige sporen die zijn aangetroffen hebben alle te maken met de aanbouw en afbraak van gebouwen tegen de noordelijke schansmuur en met allerhande opruimactiviteiten in de 19e en 20e eeuw. 28

29 5 Archeologische Monumentenzorg 5.1 inleiding Het grondbeginsel van de Archeologische Monumentenzorg is het streven naar behoud van het archeologisch bodemarchief door middel van bescherming en duurzaam beheer. Behoud van waardevolle vindplaatsen in situ is een van de kernpunten. Wanneer het bodemarchief in een bepaald gebied bedreigd wordt, moet onderzoek gedaan worden om de eventuele aanwezige archeologische vindplaatsen op dat terrein in kaart te brengen en gegevens te verzamelen over aard, omvang, kwaliteit en ouderdom. Aan de hand van de verzamelde gegevens wordt een vindplaats gewaardeerd en op basis van de waardestelling wordt een (selectie)besluit genomen hoe om te gaan met de aangetroffen archeologische waarden. Hierbij kan de keuze worden gemaakt voor het behoud van archeologie door het inpassen van de archeologische vindplaatsen in de inrichting van een gebied of het nader onderzoeken van de vindplaats met behulp van de daartoe geëigende methode (opgraven, begeleiden werkzaamheden). Een vindplaats wordt gewaardeerd aan de hand van de geldende specificaties uit het handboek Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (kna). 18 Met het kna-waarderingssysteem kan de waarde van een vindplaats gekwantificeerd worden en uitgedrukt worden in een score; de hoogte van de score vormt het waardeoordeel van de vindplaats. Er wordt onderscheid gemaakt in drie verschillende waarden: de belevingswaarde, de fysieke kwaliteit en de inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats. De eerste stap in het proces van waarderen is de vaststelling van de belevingswaarde. Hierbij gaat het om de zichtbaarheid en de schoonheid van een vindplaats, alsook om de levende herinnering aan het verleden, die aan een vindplaats verbonden kan zijn (bijvoorbeeld in de vorm van historische gebeurtenissen of sagen en legenden). Wanneer aan een vindplaats een belevingswaarde wordt toegekend, wordt deze in de meeste gevallen als behoudenswaardig beschouwd, omdat dit in Nederland relatief zeldzaam is. Als de belevingswaarde van een vindplaats nihil is, wordt deze vervolgens gewaardeerd op zijn fysieke en inhoudelijke kwaliteit. Bij de beoordeling van de fysieke kwaliteit wordt gelet op de gaafheid van de sporen, de stabiliteit van de fysieke omgeving en op het criterium van de conserveringstoestand van het vondstmateriaal. Voor de inhoudelijke kwaliteit van een vindplaats wordt onderscheid gemaakt tussen vier criteria, te weten zeldzaamheid, informatiewaarde, 18) NN

30 ensemblewaarde en representativiteit van de vindplaats. Op de verschillende criteria kan laag (1 punt), middelmatig (2 punten) of hoog (3 punten) gescoord worden. De behoudenswaardigheid van een vindplaats is niet alleen afhankelijk van de hoogte van de score, maar ook van de combinatie van de scoretoekenning per kwaliteitscategorie. Zo is een vindplaats behoudenswaardig als deze op de fysieke kwaliteit minimaal 5 punten én op de inhoudelijke kwaliteit minimaal 7 punten scoort. Wanneer op de fysieke kwaliteit ten minste 5 punten gescoord worden, maar op de inhoudelijke kwaliteit minder dan 7 punten, dan is de vindplaats toch behoudenswaardig als het criterium representativiteit van toepassing is. Als een vindplaats op de fysieke kwaliteit minder dan 5 punten scoort, is 30

31 deze in principe niet behoudenswaardig. Wanneer echter een vindplaats op de fysieke kwaliteit 4 punten of minder scoort, máár bij de inhoudelijke kwaliteit aan ten minste één criterium het maximum van 3 punten toegekend wordt, dan is de vindplaats toch behoudenswaardig. 5.2 waardering onderzoeksgebied De locatie van de toekomstige feestzaal en keuken is door middel van een opgraving archeologisch onderzocht. Voor dit deel van het kasteelterrein hoeft dus geen waardering meer te worden geformuleerd. Voor de directe omgeving van het onderzoeksgebied kan naar aanleiding van de opgraving een betere waardering en verwachting voor de aanwezigheid van archeologie worden opgesteld. Voor het niet-onderzochte gebied op het kasteelterrein van Geldrop is de knascoretabel ingevuld (tabel 2). Aan de hand van deze tabel is een verwachtingskaartje gemaakt voor het hele kasteelterrein (fig. 9). De belevingswaarde Als eerste is gekeken naar de belevingswaarde. Het kasteel van Geldrop en het omliggende kasteelterrein hebben een rijke historie. Vanaf de bouw van het kasteel rond 1350 heeft het kasteel een grote rol gespeeld in de omgeving en hebben allerlei gebeurtenissen in en rondom het kasteel plaatsgevonden. Deze in de bronnen vermelde gebeurtenissen dragen bij aan de herinneringswaarde van het kasteelcomplex. Daarbij is het kasteel en de bijbehorende gebouwen en structuren tot op de dag van vandaag zichtbaar omdat ze worden behouden als monument. Hierdoor scoort het kasteelcomplex ook hoog op het criterium schoonheid. Al met al kan daarom worden gezegd dat het kasteel en het omliggende kasteelterrein met de bijgebouwen een hoge belevingswaarde hebben en als zeer behoudenswaardig worden beschouwd. Fig. 9 p.30 De archeologische verwachting op het kasteelterrein. De fysieke kwaliteit De volgende waarde die bekeken is, betreft de fysieke kwaliteit van het onderzoeksgebied. Hieronder vallen de criteria gaafheid (van sporen en vondsten) en conservering. Om hieraan een score te geven voor het gehele onderzoeksgebied zal moeten worden uitgegaan van de fysieke kwaliteit van de sporen en vondsten op het opgravingsterrein. Wat betreft de gaafheid van sporen en vondsten is sprake van een hoge score. Dit komt vooral doordat het grootste deel van de aangetroffen sporen en vondsten in de 19e en 20e eeuw gedateerd moeten worden en dus nog niet zo lang in de grond heeft gezeten. De fysieke kwaliteit van de oudere sporen is buiten enige verstoring van de 19e en 20e eeuwse activiteit ook behoorlijk goed. De sporen zijn donker van kleur en goed te herkennen. In deze sporen werd geen materiaal aangetroffen waardoor over de fysieke kwaliteit daarvan niets valt te zeggen. De conservering van al het 19e en 20e eeuwse materiaal is hoog, zowel van het aardewerk, glas en metaal als van het hout van de houten tonnen uit de 20e eeuw. Natuurlijk heeft dit wederom als oorzaak dat het materiaal nog niet zo lang in de grond heeft gezeten. Dat er in de oudere sporen geen materiaal is aangetroffen, lijkt eerder toeval dan het gevolg van een slechte conservering. Op basis van deze gegevens scoort de fysieke kwaliteit van het kasteelterrein hoog. Sporen van bouw- en afbraakactiviteiten rondom het kasteel zullen overal van goede tot redelijke kwaliteit zijn omdat het niet zulke oude sporen betreft 31

32 waarden criteria parameters antwoord score Beleving Schoonheid Zichtbaarheid vanaf het maaiveld als landschapselement ja nvt Vorm en structuur ja Relatie met omgeving ja Herinnerings- Verbondenheid met feitelijke historische gebeurtenis ja nvt waarde Associatie met toegeschreven kwaliteit of betekenis ja Fysieke Gaa eid Aanwezigheid sporen hoog kwaliteit Gaa eid sporen middel Ruimtelijke gaa eid middel Stratigrafie intact laag Mobilia in situ laag 3 Ruimtelijke relatie tussen mobilia onderling middel Ruimtelijke relatie tussen mobilia en sporen hoog Aanwezigheid antropogeen biochemisch residu nvt Stabiliteit van de natuurlijke omgeving hoog Conservering Conservering artefacten (metaal/overig) hoog 2 Conservering organisch materiaal middel Inhoudelijke Zeldzaamheid Bijzonder in vergelijking tot het aantal vergelijkbare monumen- middel 2 kwaliteit ten (complextypen) van goede fysieke kwaliteit uit dezelfde perioden binnen dezelfde archeoregio waarvan de aanwezigheid is vastgesteld Idem, op basis van een recente en specifieke verwachtingskaart middel Informatie- Bijzonder in vergelijking tot opgraving/onderzoek van hoog waarde vergelijkbare monumenten binnen dezelfde archeoregio (minder/meer dan 5 jaar geleden; volledig/partieel) Bijdrage aan recent en systematisch onderzoek in de betref- middel 2 fende archeoregio Bijdrage aan recent en systematisch onderzoek van de betref- middel fende archeologische periode Passend binnen vastgesteld onderzoeksprogramma van middel universitair instituut, racm of anderen Ensemble- Synchrone context (voorkomen van monumenten uit dezelfde middel waarde periode binnen de micro-regio) Diachrone context (voorkomen van monumenten uit opeen- laag 2 volgende perioden binnen de micro-regio) Landschappelijke context (fysisch- en historisch-geografische hoog gaa eid van het contemporaine landschap) Aanwezigheid van contemporaine organische sedimenten in nvt de directe omgeving Represen- Kenmerkendheid voor een bepaald gebied en/of periode hoog tativiteit Het aantal vergelijkbare monumenten van goede fysieke hoog 3 kwaliteit uit dezelfde periode binnen dezelfde archeoregio waarvan de aanwezigheid is vastgesteld en waarvan behoud is gegarandeerd Idem, op basis van een recente en specifieke verwachtingskaart middel 32

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Delftse Archeologische Notitie 101 Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Proefsleuvenonderzoek aan de Phoenixstraat 32 te delft Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 101

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten

Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten Bijlage C. Waarderingssystematiek voor het aanwijzen van archeologische monumenten 1. Inleiding De gemeente kan terreinen, waarbinnen zich archeologische waarden bevinden, als beschermd monument aanwijzen.

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

BIJLAGE IV WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN

BIJLAGE IV WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN BIJLAGE IV WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN Het proces van waarderen In het onderstaande wordt op korte en schematische wijze het proces weergegeven dat tot een waardestelling leidt, eerst tekstueel en vervolgens

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: / Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek middels proefsleuven (IVO-P) Plangebied Laan naar Emiclaer dd. 01-09-2015 Onderzoeksgegevens Onderzoek: Amersfoort Laan naar Emiclaer 2 Meldingnummer: 2683574100

Nadere informatie

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld 2015 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 www.archol.nl Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld Voorlopig evaluatierapport, Archol BV Opgraving Hengelo Winkelskamp

Nadere informatie

BIJLAGE IVwb WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN

BIJLAGE IVwb WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN BIJLAGE IVwb WAARDEREN VAN VINDPLAATSEN NB Bij het bijwerken van de KNA Waterbodems versie 3.1 naar 3.2 is deze bijlage Waarderen van vindplaatsen toegevoegd. Ook voor Waterbodems wordt een dergelijke

Nadere informatie

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 R. Jansen, L.G.L. van Hoof Colofon Archol Rapport nummer 41 Verkennend archeologisch onderzoek Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 Uitvoering:

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD DORDRECHT, SPUIBOULEVARD 273-287 Waarneming van een deel van de stadsmuur M.C. Dorst De stadsmuur met de Beulstoren op een tekening van Schouman uit 1747 (Erfgoedcentrum DIEP, inventarisnr. 551_30093).

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2016-20 Bijlage 13 bij besluit 2016/0567-V1 V&V Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32 Controle BCE Erik Peters Afdeling Ruimte,

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol. Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek M.E. Hemminga Archol 409 Archol Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat

Nadere informatie

Programma van Eisen. 3880 AK PUTTEN T (0341) 359 732 E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, e-mail datum paraaf. Regio Noord-Veluwe

Programma van Eisen. 3880 AK PUTTEN T (0341) 359 732 E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, e-mail datum paraaf. Regio Noord-Veluwe Programma van Eisen Locatie Putten, Hoge Einderweg 19 Projectnaam Hoge Einderweg 19 Plaats binnen archeologisch proces 0 Archeologische begeleiding (AB) onder het protocol opgraven Opsteller Naam, adres,

Nadere informatie

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe R. de Leeuwe Colofon Archol Rapport 58 Titel: Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek Erp Aa,

Nadere informatie

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan Bodemshop Dhr. Roosendaal s-gravendijckseweg 45 A 2201 CZ Noordwijk Noordwijk, 16 juni 2008 Kenmerk : 09840508/29047 Contactpersoon : drs. Edwin Hoven E-mail : ehoven@beckerenvandegraaf.nl Betreft : Archeologische

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Delftse Archeologische Notitie 99 Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Een archeologisch bureauonderzoek Jean Paul Bakx, Jorrit van Horssen & Bas Penning 5 Nieuw Delft Veld 3 5.1 Plangebied

Nadere informatie

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES INFORMATIERAPPORT EN ELECTIEADVIE Proefsleuvenonderzoek Bedrijventerrein fase 2 (Homoetsestraat), Maurik, gemeente Buren Archis onderzoekmeldingsnummer 4120 Inleiding Tussen 14 en 23 februari 2011 is door

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

Advies archeologie. Gemeente Delft. Datum advies:

Advies archeologie. Gemeente Delft. Datum advies: Advies archeologie Plangebied: Gemeente: Plaats: Bevoegd gezag: Nieuwe Kerk Delft Delft Gemeente Delft Datum advies: 13-01-2015 Opsteller: Archeologie Delft Kluizenaarsbocht 7 Postbus 78 2600 ME Delft

Nadere informatie

Archeologische MonumentenZorg

Archeologische MonumentenZorg Provincie NoordBrabant Archeologische MonumentenZorg 1. EINDOORDEEL ADVIES Onderwerp Waalwijk, Sprang, Plangebied Aansluiting Bevrijdingsweg, N261 locatie B te Sprang, N261 archeologisch onderzoek. Aan

Nadere informatie

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:

Nadere informatie

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek verkavelingspatronen, graven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te brengen. 122 De boringen zijn uitgezet in enkele losse punten en een tweetal raaien langs de oostelijke en noordelijke

Nadere informatie

Rotterdamseweg 202 in Delft

Rotterdamseweg 202 in Delft Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische begeleiding en waarneming Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische

Nadere informatie

memo Locatiegegevens: Inleiding

memo Locatiegegevens: Inleiding memo van Bram Silkens afdeling RB Datum Contact 28-04-2016 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl (06-52552925)

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek. M.C. Dorst Afbeelding: De Schrijversstraat in 1960 (RAD archiefnr. 552_302207). 2014 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke

Nadere informatie

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nadere informatie

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Inleiding De AMZ-cyclus omvat de volgende fasen: - Bureauonderzoek en opstellen van PvE s; - Inventariserend veldonderzoek (verkennende/karterende/waarderende fase); -

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Publiekssamenvatting Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Catastrofale overstromingen kwamen vaak voor in de geschiedenis van Pannerden, wat met de ligging in de driehoek tussen de rivieren

Nadere informatie

Bijlage. Aanvulling 25-03-2010

Bijlage. Aanvulling 25-03-2010 1 Bijlage Aanvulling 25-03-2010 Waardering- en selectieadvies Tennet 380 kv Zuidring Vindplaats 2: Abtswoudsebos Opdrachtgever: Uitvoerder: Projectleider: Auteur: Projectcode: CIScode: 37142 TenneT TSO

Nadere informatie

Almelose kanaal Michael Klomp

Almelose kanaal Michael Klomp Archeologische Rapporten Zwolle Michael Klomp 17 Michael Klomp Colofon ISBN: 90-8533-016-5 Gemeente Zwolle Eenheid expertisecentrum, Afdeling Stad en Landschap, Monumentenzorg en Archeologie Tekst: Michael

Nadere informatie

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen

Nadere informatie

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE

Nadere informatie

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol. Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg Archol A. Porreij-Lyklema 313 Archol Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 33

Dordrecht Ondergronds 33 Dordrecht Ondergronds 33 Plangebied Vest 90-92 Gemeente Dordrecht Waarneming van de stadsmuur en de Nonnentoren M.C. Dorst 2012 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke Realisatie/Archeologie Colofon

Nadere informatie

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De

Nadere informatie

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Adviescode: 2015.020 Auteur: R. Terluin, archeoloog gemeente Vlaardingen Oktober 2017 Inleiding Scoutinggroepen worden verplaatst

Nadere informatie

Rapport Archeologisch Onderzoek SHMS. Gemeente s-hertogenbosch 2009

Rapport Archeologisch Onderzoek SHMS. Gemeente s-hertogenbosch 2009 Rapport Archeologisch Onderzoek SHMS Gemeente s-hertogenbosch 2009 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) juli 2009 2 Rapport Archeologisch Onderzoek SHMS Rosmalen

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent. Archeologische Monumentenzorg stapsgewijs Proces Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Het opsporen en waarderen van archeologische vindplaatsen in het kader van ruimtelijke ingrepen vindt plaats in stappen.

Nadere informatie

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek 58915 Sevenum-Beatrixstraat IVO-P

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek 58915 Sevenum-Beatrixstraat IVO-P Postbus 297 6900 AG Zevenaar Ringbaan Zuid 8a 6905 DB Zevenaar tel. 0316-581130 fax 0316-343406 info@archeodienst.nl www.archeodienst.nl Archeodienst BV, Postbus 297, 6900 AG Zevenaar Evaluatiebrief Archeologisch

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen

Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen Gemeente Breda Directie Ontwikkeling Afdeling Ruimte ErfgoedBesluit 2013-29 Selectiebesluit archeologie Hoeveneind tussen 7 en 21 Teteringen Aanvrager Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf Gemeente Breda

Nadere informatie

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57 Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57 Het programma van maatregelen geeft een gemotiveerd advies over het al dan niet moeten nemen van maatregelen voor de omgang met archeologisch erfgoed bij

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).

Nadere informatie

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend Algemene punten 1. Het IVO-waarderend (voorzover proefsleuven- of booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt

Nadere informatie

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016 Arcadis Nederland B.V. Postbus 1018 5200 BA 's-hertogenbosch Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com 2 Contactpersonen

Nadere informatie

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 01 15 oktober 2015 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss

Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss A.J. Tol Colofon Archol Rapport 107 Titel: Bureauonderzoek plangebied IJssalon Venezia op de Heuvel te Oss Uitvoering: Contactpersoon opdrachtgever:

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat. E.N.A. Heirbaut

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat. E.N.A. Heirbaut Waarderend Archeologisch Onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat E.N.A. Heirbaut Colofon Archol Rapport 27 Waarderend archeologisch onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat Uitvoering:

Nadere informatie

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Archeologische Quickscan ten behoeve van Bestemmingsplan De Biezenkamp Leusden juli 2011 Opgesteld door: Drs. ML. Verhamme Regio-archeoloog Centrum voor Archeologie Gemeente Amersfoort 033-4637797 06-21950997

Nadere informatie

Een verborgen verleden. Archeologie in Heerde. www.heerde.nl

Een verborgen verleden. Archeologie in Heerde. www.heerde.nl Een verborgen verleden Archeologie in Heerde www.heerde.nl Een verborgen verleden De gemeente Heerde heeft een rijke geschiedenis. U als inwoner kent een deel van deze geschiedenis. Misschien zelf meegemaakt

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) Locatie 15 Westerstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend 2010-01-OCB Locatie onderzoeksgebied

Nadere informatie

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT WONINGCORPORATIE 'GOED WONEN' 26 mei 2010 074704539:0.1 B02034.000139.0120 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Onderzoeksgebied 5 1.3 Doel

Nadere informatie

Heesch - Beellandstraat

Heesch - Beellandstraat Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder

Nadere informatie

33 AACnotities Januari 2007, versie 2.0, definitief

33 AACnotities Januari 2007, versie 2.0, definitief J. Rebergen Inventariserend veldonderzoek in het plangebied Bergeijk Molenakkers (Noord- Brabant) 33 AACnotities Januari 2007, versie 2.0, definitief Inventariserend veldonderzoek in het plangebied Bergeijk

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Verslag Inventariserend Veldonderzoek. Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272

Verslag Inventariserend Veldonderzoek. Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272 Verslag Inventariserend Veldonderzoek Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272 Archeologie Deventer RMW-VHMZ Auteur: Edith Haveman Datum: 29-8-2005 0 Project 272,

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

12 AACnotities. Programma van Eisen Verkennende boringen en definitief onderzoek Plangebied Heuvel 1, gemeente Geldrop-Mierlo

12 AACnotities. Programma van Eisen Verkennende boringen en definitief onderzoek Plangebied Heuvel 1, gemeente Geldrop-Mierlo M. Parlevliet/ J.P.W. Verspay Programma van Eisen Verkennende boringen en definitief onderzoek Plangebied Heuvel 1, gemeente Geldrop-Mierlo 12 AACnotities mei 2005, Versie 2.0 definitief Programma van

Nadere informatie

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek 21.924HB Programma van Maatregelen Amsterdam 2016 VUhbs archeologie 1 gemotiveerd advies Binnen plangebied Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek zal de collector in de koker

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

Waardestellend onderzoek oude akkers Ruimte-voor-Ruimtewoning Paashoefsedijk. Gemeente Gemert-Bakel

Waardestellend onderzoek oude akkers Ruimte-voor-Ruimtewoning Paashoefsedijk. Gemeente Gemert-Bakel Waardestellend onderzoek oude akkers Ruimte-voor-Ruimtewoning Paashoefsedijk Gemeente Gemert-Bakel Datum: 5 september 2018 Projectnummer Buro SRO: 32.90.06 1 Gegevens Buro SRO: Projectleider Buro SRO:

Nadere informatie

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38 Administratieve gegevens 3 1. Inleiding 4 2. De uitgangspunten 4 3. Beschrijving van de historische situatie 4

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK. Pagina 1 van 7 LOCATIE. Knegsel, gemeente Eersel PROJECT

PLAN VAN AANPAK. Pagina 1 van 7 LOCATIE. Knegsel, gemeente Eersel PROJECT Pagina 1 van 7 PLAN VAN AANPAK LOCATIE Knegsel, gemeente Eersel PROJECT Bomen fietspad Knegsel-Steensel PLAATS BINNEN ARCHEOLOGISCH PROCES Archeologische begeleiding OPSTELLER Naam, adres, telefoon, e-mail

Nadere informatie

Plangebied Koningstraat 10

Plangebied Koningstraat 10 6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4464 Plangebied Koningstraat 10 3750 voor Chr. Gemeente Zaltbommel Archeologisch onderzoek: een archeologische begeleiding 2200 voor Chr. 700 voor Chr. 150 na Chr. 320 na Chr.

Nadere informatie

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1 Plan van Aanpak Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) Projectnr. A16-085-I, september 2016, versie: 1 Auteur: dr. P.T.A. de Rijk Verkennend booronderzoek Veldwerk Inleiding: Onderzoeksvragen:

Nadere informatie

Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Weert-Vrouwenhof. Proefsleuf 41-62.

Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Weert-Vrouwenhof. Proefsleuf 41-62. Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Weert-Vrouwenhof. Proefsleuf 41-62. Henk Hiddink Zuidnederlandse Archeologische Notities 61 Amsterdam 2006 Archeologisch Centrum

Nadere informatie

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) RAAP België - Rapport 035 Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2016L20 Landschappelijk booronderzoek 2016L21

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 3 DORDRECHT, BOOMSTRAAT, BOLWERK, MERWEKADE

Dordrecht Ondergronds Waarneming 3 DORDRECHT, BOOMSTRAAT, BOLWERK, MERWEKADE DORDRECHT, BOOMSTRAAT, BOLWERK, MERWEKADE Waarneming van een deel van een kademuur M.C. Dorst Uitzicht over de Merwede vanaf het Blauw Bolwerk. Tekening rond 1650 (Erfgoedcentrum DIEP, inventarisnr. 551_35413).

Nadere informatie

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde, Wŗ X GEMEENTE Hoorn 1 van Afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Gemeente pmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus 199 1715ZK Spanbroek Bureau Erfgoed Contactpersoon : Drs. Carla M. Soonius Telefoonnr.

Nadere informatie

Mevr. M. Burger,

Mevr. M. Burger, Plan van Aanpak Paraaf bevoegd gezag: opsteller: JP Bakx datum: 25-09-2017 Mevr. M. Burger, 25-09-2017 Inleiding In dit Plan van Aanpak worden de uitgangspunten en werkzaamheden beschreven voor het uitvoeren

Nadere informatie

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding RMB NOTITIE 1015 Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg Inleiding De gemeente Uden heeft als bevoegde overheid het RMB gevraagd een advies uit te brengen over de een plangebied aan de Eikenheuvelweg

Nadere informatie

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 839 Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking Auteur: Bevoegd gezag: R.E. Buitenhuis drs. B. Vermeulen (Gemeentelijk Archeoloog)

Nadere informatie

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro ArcheoPro Archeologische rapporten nr. 602 Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal Souterrains Partner of ArcheoPro Joep Orbons Richard Exaltus juni 2006 ArcheoPro Archeologische bouwbegeleiding

Nadere informatie

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Archol S. Baas 435 Archol Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Sven Baas Colofon Archol Rapport 435 Een oppervlaktekartering in

Nadere informatie

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen G. De Nutte en T. Deville ArcheoPro Rapporten 347 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...1 2. Programma van Maatregelen voor vrijgave...2 2.1. Administratieve

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 03 25 februari 2016 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP

Nadere informatie

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt Adviesdocument 434 Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel Projectcode: 14714VENCB Opdrachtgever: Aveco de Bondt Initiatiefnemer: G. van Hemert Onroerend Goed BV Datum: 6 mei 2010

Nadere informatie

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa Kessel-Lo, 2016 Studiebureau Archeologie bvba Archeologienota: Het archeologisch

Nadere informatie

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS) Archeologie, aardkundige waarden en cultuurhistorie Naar de archeologie in onder andere de Groeneveldse Polder is een bureaustudie gedaan door de heer Bult van het Vakteam Archeologie i. De in weergegeven

Nadere informatie

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen

Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen Verkaveling De Bos te Heist-op-den- Berg (gem. Heist-op-den-Berg) Programma van Maatregelen G. De Nutte en T. Deville ArcheoPro Rapporten 224 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave... 1 2. Programma van Maatregelen

Nadere informatie