SERVICE LEVEL AGREEMENTS / PPS PROJECTEN 11 februari SERVICE LEVEL AGREEMENTS voor PPS-PROJECTEN
|
|
- Bernard Vermeiren
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 SERVICE LEVEL AGREEMENTS voor PPS-PROJECTEN INHAALBEWEGING JEUGDVERBLIJFSINFRASTRUCTUUR VIA ALTERNATIEVE FINANCIERING in opdracht van Toerisme Vlaanderen evr-architecten i.s.m. BUUR - Daidalos - T Jonck-Nilis BIJLAGEN blz 0
2 0. INHOUD Deze boekje bundelt de belangrijkste bijlagen uit: SERVICE LEVEL AGREEMENTS voor PPS-PROJECTEN, INHAALBEWEGING JEUGDVERBLIJFSINFRASTRUCTUUR VIA ALTERNATIEVE FINANCIERING in opdracht van Toerisme Vlaanderen opgemaakt door evr-architecten. op 11 februari 2008 Inhoud Algemeen : In dit bundel worden de voornaamste bijlagen gebundeld die van toepassing zijn bij hogergenoemde studie. Ook dit bundel bevat tal van belangrijke SLA s voor de projecten van Toerisme Vlaanderen. Om volledig te zijn werd de studie rond SLA s uitgebreid met specifieke bijlagen en extra studiewerk naar belangrijke punten. Bij de uitwerking van de diverse projecten zal men dus rekening dienen te houden met het volledige studiewerk. blz 1
3 0. INHOUD BIJLAGE 1: ENERGETISCHE ASPECTEN 4 BIJLAGE 2: AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN 22 BIJLAGE 3: BEELDKWALITEITSPLAN 50 BIJLAGE 4: 56 BIJLAGE 5: RUIMTELIJK PROGRAMMA VAN EISEN (PVE) 62 BIJLAGE 6: TECHNISCH PROGRAMMA VAN EISEN (PVE) 68 BIJLAGE 7: DE 74 blz 2
4
5 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Bouwfysisch ingenieursbureau Europese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid T Jonck-Nilis ingenieur-architecten Erasme Ruelensvest 83 bus 2, 3001 Leuven Pieter T Jonck t. 016/ e. pieter@tjonck-nilis.be BIJLAGE 1 ENERGETISCHE ASPECTEN blz 4
6
7 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Bouwfysisch ingenieursbureau Europese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid T Jonck-Nilis ingenieur-architecten Erasme Ruelensvest 83 bus 2, 3001 Leuven Pieter T Jonck t. 016/ e. pieter@tjonck-nilis.be Overzicht Dit rapport is het energetisch programma van eisen bij de nieuwbouw of bij de vernieuwbouw van jeugdherbergen. De tekst is opgebouwd uit drie hoofdstukken. In het eerste inleidende hoofdstuk schetsen we het belang van het programma van eisen als randvoorwaarde waarbinnen het optimaliseren gebeurt van de energieprestatie van een gebouw. In het tweede hoofdstuk gaan we in op de bouwfysische en energetische prestatie-eisen. In het laatste hoofdstuk zijn relevante normen opgenomen. In de tekst wordt zoveel mogelijk uitgegaan van wettelijke eisen. E-peil eisen aan jeugdherbergen zijn echter nog niet ingevoerd. Als alternatief worden een reeks deeleisen voorgesteld, die in combinatie leiden tot een goede energiezuinigheid. 1. Situering 1.1. Comfort als primaire toetssteen 1.2. Energieprestatie als secundaire toetssteen 2. Bouwfysische prestatiecriteria 2.1. Comfortgerelateerde prestatiecriteria 2.2. Prestatiecriteria op gebouwniveau 2.3. Specifieke prestatiecriteria 2.4. Energetisch gebouwbeheer en energiezorgsysteem 3. Normen blz 6
8 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN 1. Situering Binnen de ruimere context van duurzaam bouwen gaan we in deze tekst op de twee aspecten die samen het energetisch programma van eisen vormen: het comfort en de energieprestatie. De Vlaamse implementatie van de Europese energieprestatierichtlijn heet niet toevallig EPB: EnergiePrestatie en Binnenklimaat Comfort als primaire toetssteen Het comfort van mensen, of de klimaatcondities die vereist zijn omwille van het gebruik van de ruimte (musea, operatiekamers, ) primeren op energiezuinigheid: het streven naar een laag energieverbruik mag niet ten koste gaan van het gebruikerscomfort. Het gebruikerscomfort moet bij de start van het ontwerpproces daarom strikt vastgelegd worden in een programma van eisen, en het moet tijdens het ontwerpproces voortdurend als primaire toetssteen gebruikt worden. We geven een in het volgende hoofdstuk een overzicht van de comfortaspecten met een belangrijke impact op energieverbruik: binnenluchtkwaliteit, daglichttoetreding, zomercomfort en regelmogelijkheden Energieprestatie als secundaire toetssteen Tot voor kort was de evaluatie van de energetische kwaliteit van een gebouw alleen gebaseerd op de thermische isolatiekwaliteit van de gebouwschil. Europees en internationaal groeide de consensus rond een energieprestatiebenadering van gebouwen. Bij deze aanpak blijft de thermische isolatiekwaliteit van de gebouwschil belangrijk, maar wordt ook aandacht besteed aan de energetische consequenties van ventilatie, koeling, bezonning en verlichting. Het is een boekhoudkundige benadering van het energieverbruik, die veel invoer vereist, en waarbij de impact van individuele maatregelen relatief klein is. De aanpak is al sterk ingeburgerd in de energiewetgeving van onze buurlanden. Sinds 1 januari 2006 zijn de Vlaamse EPB-eisen van kracht. E-peil eisen aan jeugdherbergen zijn echter nog niet ingevoerd. Als alternatief worden een reeks deeleisen voorgesteld, die in combinatie leiden tot een goede energiezuinigheid. Hiërarchie van ontwerpmaatregelen Er bestaat een hiërarchie in de toe te passen ontwerpmaatregelen. De hiërarchie ontstaat uit de verschillen in levensduur tussen maatregelen, en uit de afhankelijkheid van de effectiviteit van sommige maatregelen van de randvoorwaarden. blz 7
9 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN De Trias Energetica legt drie hiërarchische niveaus vast: beperk het energieverbruik door beperking van de vraag ; gebruik duurzame energiebronnen ; gebruik eindige energiebronnen efficiënt. In eerste instantie pogen we steeds de behoefte te minimaliseren. Een goede daglichttoetreding en een aanwezigheids- en daglichtgestuurde kunstverlichting, een regelbare zonnewering, een goede isolatiekwaliteit van de gebouwschil, en een aangepaste ventilatiestrategie zijn hierbij de cruciale factoren. Gebouwschilmaatregelen hebben een zeer lange levensduur en vormen een noodzakelijke voorwaarde voor de toepassing van passieve klimaattechnieken. In tweede instantie moet nagegaan worden op welke manier eventueel kan gebruik gemaakt worden van hernieuwbare energiebronnen. Op gebouwniveau vormen thermische en fotovoltaïsche zonne-energie, windenergie, biomassa en koude- en warmteopslag in de bodem, de basismogelijkheden. Pas als derde en laatste stap worden maatregelen ingezet om de eindige energiebronnen op een efficiënte manier in te zetten: energie-efficiënte verlichtingstoestellen ; lage temperatuur verwarmingsystemen en hoge temperatuur koelsystemen ; hybride ventilatie (combinatie mechanische natuurlijke ventilatie) ; vrije koeling ; warmterecuperatie uit ventilatiestromen en lokalen met permanente interne warmtewinsten frequentiesturing op motoren, pompen, ventilatoren en het beperken van snelheden in leidingen en kanalen om de drukverliezen te beperken en zo het hulpenergieverbruik te minimaliseren ; De implementatie van een energiezorgsysteem, gebaseerd op energieverbruiksmetingen vormt hiervan het sluitstuk. blz 8
10 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN 2. Bouwfysische prestatiecriteria In dit hoofdstuk overlopen we kort de belangrijkste bouwfysische prestatie-grootheden. We maken een onderscheid tussen (1) comfortgerelateerde prestatiecriteria, (2) prestatiecriteria op gebouwniveau, en (3) andere specifieke criteria. In het programma van eisen moeten getalwaarden worden opgenomen voor deze prestatiecriteria. Hierbij moet minstens aan de minimale wettelijke eisen worden voldaan, en ontstaat de kans om hogere kwaliteitsniveau s voor een gebouw vast te leggen. Voor de comfortgerelateerde prestatiecriteria (op basis van EN 15251:2005 Criteria for the Indoor Environment including thermal, indoor air quality, light and noise ) worden voor de verschillende binnenklimaatparameters kwaliteitsniveau s aangegeven onder de vorm van klassen: Kwaliteitsniveau Hoge kwaliteit Gemiddelde kwaliteit Matige kwaliteit klasse A B C Tabel 1. Kwaliteitsniveaus binnenklimaat in een ruimte. Voor eenzelfde gebouw kunnen voor de verschillende binnenklimaatparameters verschillende kwaliteitsniveau s worden gekozen. In het kader van certificatie van het binnenklimaat van gebouwen worden in EN 15251:2005 criteria aangegeven op basis van 6 factoren: (1) thermisch comfort in de wintersituatie, (2) thermisch comfort in de zomersituatie, (3) binnenluchtkwaliteit en ventilatie, (4) visueel comfort, (5) akoestisch comfort en (6) tocht. Deze 6 parameters geven aanleiding tot 10 categoriën voor certificatie van het binnenklimaat: Certificatie van het binnenklimaat categorie 6 factoren binnen klasse A A 4 factoren of meer binnen klasse A en 2 factoren of minder klasse B B 2 factoren of meer binnen klasse A en 4 factoren of minder klasse B C 6 factoren binnen binnen klasse B D 4 factoren of meer binnen klasse B en 2 factoren of minder klasse C E 2 factoren of meer binnen klasse B en 4 factoren of minder klasse C F 6 factoren binnen klasse C G 4 factoren of meer binnen klasse C en 2 factoren of minder buiten klasse C H 2 factoren of meer binnen klasse C en 4 factoren of minder buiten klasse C I Alle factoren buiten klasse C J Tabel 2. Certificatie van het binnenklimaat van gebouwen. blz 9
11 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN We stellen voor jeugdherbergen volgend schema voor, dat in de volgende paragrafen wordt uitgewerkt: klasse (1) thermisch comfort in de wintersituatie B (2) thermisch comfort in de zomersituatie B (3) binnenluchtkwaliteit en ventilatie C (4) visueel comfort B (5) akoestisch comfort (hier niet aan de orde) - (6) tocht B Tabel 3. Voorstel kwaliteit jeugdherbergen Het globale binnenklimaat in jeugdherbergen wordt hierdoor gerangschikt onder categorie E Comfortgerelateerde prestatiecriteria In deze paragraaf gaan we in op de energiegerelateerde comfortcriteria: thermisch comfort, binnenluchtkwaliteit, hygrisch comfort en visueel comfort. De akoestische comfortcriteria komen aan bod in het document Jeugdherberg.Akoestiek.Advies.01. Thermisch comfort De beoordeling van thermisch comfort is gebaseerd op ISO EN 7730:2005. Analytical determination and interpretation of thermal comfort using calculation of the PMV and PPD indices and local thermal comfort. Drie kwaliteitsniveau s worden vastgelegd op basis van het maximaal aantal ontevredenen over global (PPD) en lokaal (PD) thermisch comfort. Voor de verschillende klassen wordt het maximaal aantal ontevredenen vastgelegd: Gebouwprestatie Klasse A hoge kwaliteit Tabel 4. Kwaliteitsniveaus thermisch comfort. Klasse B gemiddelde kwaliteit Klasse C matige kwaliteit % ontevreden (PPD) < 6 % < 10 % < 15 % DR (draught rate) (PD) < 15 % < 20 % < 25 % Vertical air temperature < 3 % < 5 % < 10 % difference (PD) Warm or cool floor (PD) < 10 % < 10 % < 15 % Radiant asymmetry (PD) < 5 % < 5 % < 10 % blz 10
12 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Bij deze comfortklassen horen onderstaande binnentemperatuurbereiken in winter en zomer: Ruimte A B C winter zomer winter zomer winter zomer Leef- en slaapruimtes 21.0 tot 25.0 ºC 23.5 tot 25.5 ºC 20.0 tot 25.0 ºC 23.0 tot 26.0 ºC 18.0 tot 25.0 ºC 22.0 tot 27.0 ºC Keukens, bergingen en circulatieruimtes 21.0 tot 25.0 ºC Geen eisen 16.0 tot 25.0 ºC Geen eisen 14.0 tot 25.0 ºC Geen eisen Tabel 5. Richtwaarden voor de operatieve temperatuur in winter en zomer. Winterse binnentemperatuur We stellen voor jeugdherbergen klasse B voor. Tocht (draught) We stellen voor jeugdherbergen klasse B voor. Zomerse binnentemperatuur Gebouwen met een mechanisch koelsysteem behoren tot een bepaalde klasse als de operatieve temperatuur over 95 % van de gebruiksruimten gedurende niet meer dan 3 % van de gebruikstijd de grenswaarden voor die klasse overschrijdt (tabel 5). In gebouwen (zoals jeugdherbergen) zonder een mechanisch koelsysteem ; met activiteiten tussen 1.2 en 1.6 met ; mogelijkheid tot aanpassing van de kleding tussen 0.5 en 1.0 clo ; met minder dan 4 personen per ruimte ; bestaan er ruime mogelijkheden tot adaptatie en zijn de oververhittingseisen tijdens zeer warme periodes minder strikt. Gebouwen zonder een mechanisch koelsysteem behoren tot een bepaalde klasse als de operatieve temperatuur over 95 % van de gebruiksruimten gedurende niet meer dan 3 % van de gebruikstijd de grenswaarden voor die klasse in onderstaande figuur overschrijdt. blz 11
13 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Figuur 5. Grenswaarden voor de operatieve temperatuur in het geval van adaptatiemogelijkheden. (X-as: maandegemiddelde buitentemperatuur, Y-as: binnentemperatuur) In Vlaanderen bedraagt de maandgemiddelde buitentemperatuur in juli tijdens een gemiddeld typejaar ongeveer 17 ºC, wat als maximale binnentemperaturen voor klasse A, B en C respectievelijk 25.6 ºC, 26.6 ºC en 27.3 ºC oplevert. Deze waarden liggen heel dicht bij de maxima uit tabel 7. Bij warme zomerse maanden (juli 2006: maangemiddelde waarde 22.0 ºC) zijn wel hogere maximale binnentemperaturen aanvaardbaar (voor klasse A, B, en C respectievelijk 27.1 ºC, 28.1 ºC en 28.8 ºC). In Nederland publiceerde ISSO een gelijkaardige ATG-methode (Adaptieve TemperatuurGrenswaarden), vastgelegd in ISSO publicatie 74. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gebouwen met een hoge mate van gebruikersinvloed, en gebouwen met een beperkte mate van gebruikersinvloed. Het onderscheid tussen beide is gebaseerd op drie gedragsmatige adaptatiemogelijkheden: temperatuurregeling, te openen ramen en kledingaanpassing. ISSO stelt dat klasse A past bij gebouwen met een relatief gevoelige groep gebouwgebruikers (bijvoorbeeld extra gevoelige senioren in verpleeghuizen) of bij gebouwen waarin extra hoge eisen aan luxe gesteld worden (bijvoorbeeld luxe kantoor op een toplokatie). Klasse B hoort bij standaardkantoren. Klasse C hoort bij bestaande oudere gebouwen. In België zijn geen wettelijke eisen aan het thermisch zomercomfort in gebouwen. Klasse A gebouwen kunnen in ons klimaat zonder (beperkte) mechanische koeling niet gerealiseerd worden. Klasse B kan, sterk afhankelijk van de interne warmtewinsten door mensen en apparatuur, haalbaar zijn zonder mechanische koeling. We stellen voor het zomercomfort in jeugdherbergen klasse B voor. Voor lokalen zonder mechanische koeling is de berekening van de binnentemperatuur gebaseerd op NBN EN ISO 13792:2005 Thermische eigenschappen van gebouwen Berekening van de binnentemperatuur van een ruimte in zomeromstandigheden zonder mechanische koeling - Vereenvoudige berekeningsmethode. blz 12
14 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Binnenluchtkwaliteit: CO 2 -concentratie De prestatiecriteria voor ventilatie-installaties worden aangegeven in EN 13779:2004 Ventilation for non-residential buildings Performance requirements for ventilation and room conditioning systems. CR 1752:1998 Ventilation of buildings Design criteria for the indoor environment is een gelijkaardig informatief document. EN 13779:2004 geeft voor door mensen bezette lokalen volgende mogelijkheden voor het karakteriseren van de binnenluchtkwaliteit: directe classificatie op basis van CO 2 -concentratie ; directe classificatie op basis van specifieke polluenten ; directe classificatie op basis van ervaren binnenluchtkwaliteit in decipol ; indirecte classificatie op basis van verseluchtdebiet. De norm definieert 4 binnenluchtkwaliteitsklasse (InDoor Air): IDA 1: hoge binnenluchtkwaliteit IDA 2: gemiddelde binnenluchtkwaliteit IDA 3: aanvaardbare binnenluchtkwaliteit IDA 4: lage binnenluchtkwaliteit In gebouwen waar de mens de belangrijkste bron van verontreiniging is, wordt in veel gevallen de CO 2 -concentratie gehanteerd als een aanduiding voor de binnenluchtkwaliteit. IDA 1: < 400 ppm CO 2 boven het buitenniveau IDA 2: ppm CO 2 boven het buitenniveau IDA 3: ppm CO 2 boven het buitenniveau IDA 4: > 1000 ppm CO 2 boven het buitenniveau Het buitenniveau bedraagt ongeveer 400 ppm. Bij niet-vraaggestuurde ventilatie gebeurt de classificatie indirect op basis van het verseluchtdebiet. Voor lokalen waar roken niet toegelaten is: IDA 1: > 54 m 3 /(h.persoon) IDA 2: m 3 /(h.persoon) IDA 3: m 3 /(h.persoon) IDA 4: < 22 m 3 /(h.persoon) Voor lokalen waar roken toegelaten is (20 % rokers) worden bovenstaande waarden verdubbeld. blz 13
15 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Het wettelijke minimum voor binnenluchtkwaliteit is op basis van de arbeidsregelgeving equivalent aan IDA 3. Voor Vlaanderen geldt voor ventilatievoorzieningen in niet-residentiële gebouwen zoals jeugdherbergen de bijlage 6 van het energieprestatiebesluit. We stellen daarom voor jeugdherbergen een klasse C voor. Lokalen waar mag gerookt worden moeten expliciet aangegeven worden. Gebouwprestatie Klasse A hoge kwaliteit Tabel 6. Kwaliteitsniveaus binnenluchtkwaliteit. Klasse B gemiddelde kwaliteit maximum CO 2 concentratie boven het buitenniveau (ppm) binnenluchtkwaliteitklasse IDA 1 IDA 2 IDA 3 Klasse C matige kwaliteit Binnenluchtkwaliteit: hygrisch comfort Bij normale ventilatievouden en interne vochtproductie is in ons klimaat alleen bevochting en ontvochtiging vereist voor klasse A. Gebouwprestatie ontwerpwaarde voor de relatieve vochtigheid bij ontvochtiging (%) ontwerpwaarde voor de relatieve vochtigheid bij bevochtiging (%) Klasse A hoge kwaliteit Tabel 7. Kwaliteitsniveaus relatieve vochtigheid. We stellen voor jeugdherbergen een klasse C voor. Klasse B gemiddelde kwaliteit Klasse C matige kwaliteit blz 14
16 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Visueel comfort Comfort- en prestatieaspecten van kunstverlichting worden aangegeven in EN 12464:2002; Light and lighting Lighting of work places Part 1: Indoor work places. Voor verschillende taken en functies worden de gemiddelde verlichtingssterkte, CIE Unified Glare Rating (UGR) en kleurweergaveindex aangegeven voor diverse gebouwfuncties. Deze waarden zijn opgegeven voor de task area in onderstaande tabel. Zone gemiddelde verlichtingssterkte (lux) Tabel 8. Kwaliteitsniveaus relatieve vochtigheid. verblindingsindex UGR L Gangen en circulatieruimtes Trappen EHBO-lokaal Receptie Vergaderzalen en kantoren Kamers Keuken Restaurant Kleurweergave inde x R a Daglichttoetreding zorgt voor een aangenaam contact met buiten, een levendige en variabele omgeving, en een daling van het energieverbruik voor kunstverlichting. Energetisch optimale benutting van daglichttoetreding veronderstelt maximale kunstlichtdimming in de gevelzones: op bewolkte dagen met een opgetrokken zonne- en lichtwering, op zonnige dagen ook met gesloten zonnewering. Kwaliteitsniveau (pren 15251:2005 annex D, tabel D.1) Klasse A 5 % Klasse B 3 % Klasse C 1 % bijhorende daglichtfactor in het midden van de ruimte Tabel 9. Kwaliteitsniveaus daglichtbeschikbaarheid. In pren 15251:2005 (tabel D.1) worden drie kwaliteitsniveau s vastgelegd, gebaseerd op de beschikbaarheid van daglicht, uniformiteit, UGR, regelingsmogelijkheden en kleurweergave. We stellen voor het visueel comfort klasse B voor: daglichtfactor 3 % op een afstand van 2 m tot de gevel (2 % in de slaapruimtes). De uniformiteit van de kunstverlichting moet beter zijn dan 0.6. Daglichtdimming is verplicht voor elk kunstverlichtingsarmatuur dat een zone bedient waar de gevraagde verlichtingssterkte minstens 300 lux bedraagt, en waar de daglichtfactor minstens 3 % bedraagt. blz 15
17 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN 2.2. Prestatiecriteria op gebouwniveau We gaan kort in op E-peil en K-peil, twee prestatiecriteria die op gebouwniveau geformuleerd moeten worden. E-peil Het E-peil is een kengetal dat een maat is voor het jaarlijkse primaire energieverbruik in een gebouw onder standaard gebruiksomstandigheden. Dit kengetal is gebaseerd op pren-iso 13790:1999 Thermische prestatie van gebouwen - Berekening van het energiegebruik voor verwarming. Het E-peil brengt in hoofdzaak volgende elementen van het energieverbruik in rekening: de thermische isolatiekwaliteit van de gebouwschil ; de ventilatiestrategie en het energieverbruik van ventilatoren ; de elektrische energie voor verlichting ; de opwekkings-, distributie- en regelingsverliezen van de klimaatinstallatie (verwarming en koeling) ; het energiegebruik voor bevochtiging ; de eventuele energiebijdrage van zonne-energiesystemen. Jeugdherbergen worden in het kader van de energieprestatieregelgeving behandeld als andere specifieke bestemmingen waarvoor geen E-peil eis geldt. Dit wordt in deze tekst ondervangen door de formulering van een reeks specifieke prestatiecriteria. K-peil Het globale peil van warmte-isolatie (K-peil) is een maat voor de thermische isolatiekwaliteit van de gebouwschil, rekening houdend met de compactheid van het gebouw. Het K-peil wordt bepaald volgens NBN B62-301:1989 Warmte-isolatie der gebouwen - Peil van de globale warmte-isolatie. Kwaliteitsniveau s zijn in onderstaande tabel aangegeven. Kwaliteitsniveau bijhorend K-peil Redelijke kwaliteit 45 Goede kwaliteit 35 Zeer goede kwaliteit 25 Uitzonderlijke kwaliteit 15 Tabel 10. Kwaliteitsniveaus K-peil. Voor jeugdherbergen (andere specifieke bestemmingen) legt de energieprestatie regelgeving een maximaal K45-peil op. Bij verhoogde kwaliteitseisen is K35 een goede kwaliteitseis. blz 16
18 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN 2.3. Specifieke prestatiecriteria We geven een aantal specifieke prestatiecriteria, die niet noodzakelijkerwijze in het programma van eisen moeten opgenomen worden, maar die wel belangrijk zijn om energiezuinigheid te realiseren, of om aan de wettelijke eisen te voldoen. Het opnemen van deze criteria in het programma van eisen zorgt ervoor dat voor alle partijen duidelijke afspraken zijn. Deze specifieke criteria zijn: U-waarde Temperatuurfactor Luchtdichtheid van de gebouwschil Hulpenergieverbruik voor ventilatoren Sturing van de mechanische ventilatie Luchtdichtheid kanalen Productierendement warmteopwekkingstoestellen Regeling van de verwarming Thermische isolatie van leidingen voor sanitair warm water Alternatieve energiesystemen Keukenapparatuur U-waarde De warmtedoorgangscoëfficiënt U is een maat voor de thermische isolatiekwaliteit van een doorzichtig of ondoorzichtig schildeel. De U-waarde wordt bepaald volgens NBN B :1987 Berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënten van wanden van gebouwen en NBN EN ISO 6946:1996 Componenten en elementen van gebouwen - Warmteweerstand en warmtegeleidingscoëfficiënt Berekeningsmethode. De maximale U-waarden en minimale R-waarden worden gedetailleerd in bijlage III bij het energieprestatiebesluit. Deze waarden zijn verenigbaar met de eis aan het peil van globale isolatiekwaliteit K45. Bij een K35-eis is het zinvol de eisen voor opake constructies, met uitzondering van deuren en poorten en gordijngevels met 0.1 W/m 2 K te verlagen. Temperatuurfactor De temperatuurfactor van een gebouwdetail is de laagste binnenoppervlaktetemperatuur wanneer de buitenluchttemperatuur gelijk is aan 0 C en de binnenluchttemperatuur gelijk is aan 1 C. Het is een maat voor de kans op oppervlaktecondensatie en (bij gunstige ondergrond) schimmelvorming. Op gebouwcomponenten die geen deel uitmaken van het raamsysteem bedraagt de minimale temperatuurfactor 0.7. Op raamsystemen kan de temperatuurfactor lager zijn als geschikte condensafvoersystemen aanwezig zijn. blz 17
19 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Luchtdichtheid van de gebouwschil De luchtdichtheid van de gebouwschil is een maat voor de infiltratieverliezen (ongecontroleerde ventilatieverliezen) van een gebouw. De luchtdichtheid van een gebouw(deel) wordt bepaald met een opblaasproef volgens pren Thermal performance of buildings Determination of air permeability of buildings Fan pressurization method. De luchtdichtheid wordt uitgedrukt als een n 50 -waarde. Dit is het ventilatievoud in het gebouw met een drukverschil van 50 Pa over de gebouwschil. In België zijn geen wettelijke eisen aan de luchtdichtheid van gebouwen. Om warmterecuperatie op de ventilatielucht zinvol te maken, raadt het WTCB een n 50 -waarde tussen 1 en 2 aan. Het realiseren van deze (strenge) eis stelt hoge eisen aan de gebouwdetaillering door de ontwerpen en aan de uitvoeringskwaliteit. We stellen daarom voor: ventilatiezone met mechanische ventilatie met warmtrecuperatie: n 50 -waarde < 2.0 in andere ventilatiezones: n 50 -waarde < 4.0. Hulpenergieverbruik voor ventilatoren Het hulpenergieverbruik voor ventilatoren wordt bepaald door het ventilatiedebiet, de efficiëntie van de motor en de overbrenging, de luchtsnelheid in de luchtbehandelingskast en de luchtkanalen, het geometrisch verloop van het kanalensysteem (bochten, splitsingen,..) en de ladingsverliezen in de verschillende componenten van het systeem (filters, batterijen in de luchtbehandelingskast, (brand)kleppen en roosters in het kanalensysteem). Om op een globale manier een eis te stellen aan het energieverbruik dat gekoppeld is aan een mechanisch ventilatiesysteem, los van de grootte van het debiet, wordt een eis opgelegd aan de specific fan power (SFP) zoals vastgelegd in EN 12779:2004 (paragraaf 3.5). P PSFP = qv waarbij P SFP specific fan power (W/(m 3 /s)) P vermogen van de ventilatormotor (W) ontwerpdebiet van de ventilator (m 3 /s) q v Categorie P SFP (W/(m 3 /s) SFP 1 < 500 SFP SFP SFP SFP 5 > 2000 Tabel 11. Categoriën SFP. blz 18
20 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Voor jeugdherbergen hanteren we de eis SFP 3, wat de wettelijke minimumeis is in het kader van de energieprestatieregelgeving. Het realiseren van betere waarden vereist een gedetailleerd ontwerp van de luchtbehandelingskast en het kanalentracé. Sturing van de mechanische ventilatie De sturing van een mechanisch ventilatiesysteem wordt beschreven in IDA-C klassen (EN 13790: IDA-C1 geen controle (constante werking) IDA-C2 manuele controle (handbediende schakelaar) IDA-C3 tijdscontrole (klokgestuurd) IDA-C4 aanwezigheidssturing (lichtschakelaar, IR-sensor) IDA-C5 aanwezigheidssturing met toegevoegde afhankelijkheid van het aantal aanwezigen IDA-C6 directe controle op basis van sensoren die de binnenluchtkwaliteit bepalen (bijvoorbeeld CO 2, mixed gas, VOC) Voor jeugdherbergen hanteren we (zoals in de energieprestatieregelgeving) de minimale controlemogelijkheid IDA- C3. Voor lokalen met een oppervlakte groter dan 100 m 2 met een sterk variabele bezetting moet de mogelijkheid tot de sturingen IDA-C4/5 onderzocht worden. Luchtdichtheid kanalen Het belang van luchtdichtheid van een kanalennet situeert zich in het realiseren van de gevraagde binnenluchtkwaliteit in individuele lokalen. Luchtdichtheid van een kanalennet wordt bepaald op basis van NBN EN Ventilation for buildings Ductwork Strength and leakage of circular sheet metal ducts en EN 1507 Ventilation for buildings Ductwork Strength and leakage of rectangular sheet metal ducts. In de normering worden vier klassen A-D voorgesteld: A : lage kwaliteit B : normale kwaliteit C : hoge kwaliteit D : voor speciale toepassingen (clean room, operatiezaal,..) De klassen A en B komen overeen met dezelfde klassen in typebestek 105. Zowel in typebestek 105 als in de Europese normen is een in-situ bepalingsmethode aangegeven. Klasse B wordt opgelegd voor jeugdherbergen. blz 19
21 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN Productierendement warmteopwekkingstoestellen Voor aardgasgestookte installaties bedraagt het normrendement minstens 104 %. Voor gasoliegestookte installaties bedraagt het normrendement minstens 97 %. Voor alternatieve energiesystemen (zie verder) moet bij een representatieve marktselectie een toestel gekozen worden uit de best presterende helft van de lijst. Regeling van de verwarming De watertemperatuur van het warmteopwekkingstoestel voor verwarming wordt gestuurd met een buitenvoeler. Alle warmteafgifteapparaten zijn individueel regelbaar met thermostaatkranen. Thermische isolatie van leidingen voor sanitair warm water De lineaire warmteweerstand van circulatieleiding voor sanitair warm water bedraagt minstens 2.75 m 2 K/W. Kranen en pomphuizen worden met aangepaste isolatieschalen geïsoleerd. De bepalingsmethode wordt gegeven in Bijlage E.3 Bepaling van de lineaire warmteweerstand van Bijlage I Bepalingsmethode van het peil van primair energieverbruik van woongebouwen van het Besluit van de Vlaamse regering van 11 maart 2005 Eisen voor energieprestatie en binnenklimaat. Alternatieve energiesystemen Voor nieuwbouw jeugdherbergen met een vloeroppervlakte van meer dan 1000 m 2 is een haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen vereist. Deze studie heeft betrekking op de technische, milieukundige en economische haalbaarheid van alternatieve energiesystemen. Op dit ogenblik worden volgende systemen als alternatieve energiesystemen gezien: systemen op basis van hernieuwbare energiebronnen (biomassaketel, zonneboiler en fotovoltaïsche panelen), warmtekrachtkoppeling en warmtepompen voor verwarming en bereiding van sanitair warm water. De inhoud en regels voor de haalbaarheidsstudie worden vastgelegd in: het Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het valk van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, wat betreft de invoering van de haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen (publicatie 23 november 2007) het ministerieel besluit houdende het vaststellen van nadere regels met betrekking tot het invoeren van de haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen (publicatie 11 januari 2008). Keukenapparatuur Alle grote keukenapparatuur (exclusief gekoelde apparaten zoals diepvriezers, koelkasten en koelcellen) zijn gasgestookt. Grote keukenapparatuur zijn: fornuis, kookdouche, steamer, friteuse. blz 20
22 BIJLAGE 1 : ENERGETISCHE ASPECTEN 2.4. Energetisch gebouwbeheer en energiezorgsysteem Energiezorg is het op een structurele en economisch verantwoorde wijze uitvoeren van organisatorische, technische en gedragsmaatregelen om het gebruik van energie te minimaliseren. Naast organisatorische aspecten, omvat een energiezorgsysteem ook technische aspecten rond het verzamelen van energieverbruiksgegevens voor een energieboekhoudsysteem. Ter voorbereiding van de invoering van een energiezorgssysteem worden energiemeters geplaatst op volgende deelenergiestromen: verwarming, sanitair warm water, verlichting. 3. Normen ISO EN 7730:2005; Analytical determination and interpretation of thermal comfort using calculation of the PMV and PPD indices and local thermal comfort EN 13779:2004; Ventilation for non-residential buildings performance requirements for ventilation and roomconditioning systems EN 12464:2002; Light and lighting Lighting of work places Part 1: Indoor work places EN 15251:2005; Criteria for the Indoor Environment including thermal, indoor air quality, light and noise blz 21
23 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN Bouwfysisch ingenieursbureau Europese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid T Jonck-Nilis ingenieur-architecten Erasme Ruelensvest 83 bus 2, 3001 Leuven Pieter T Jonck t. 016/ e. pieter@tjonck-nilis.be BIJLAGE 2 AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN blz 22
24
25 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN Bouwfysisch ingenieursbureau Europese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid T Jonck-Nilis ingenieur-architecten Erasme Ruelensvest 83 bus 2, 3001 Leuven Pieter T Jonck t. 016/ e. pieter@tjonck-nilis.be Samenvatting Dit rapport is akoestisch programma van eisen bij de nieuwbouw of bij de vernieuwbouw van jeugdherbergen. Deel I geeft een korte definitie en inleiding tot de aspecten die verband houden met het akoestisch comfort in jeugdherbergen. Deel II geeft een overzicht van de normen en richtlijnen inzake akoestiek die van toepassing zijn op de bouw van jeugdherbergen of aanverwante verblijfsgelegenheden. Deel III geeft de akoestische prestatie-eisen volgens de diverse normen. Deel IV geeft een voorstel voor de akoestische prestatie-eisen van jeugdherbergen. Deze zijn gebaseerd op de prestatie-eisen besproken in deel III, maar aangevuld met eigen inzichten, omdat de bestaande normen niet uitdrukkelijk over jeugdherbergen spreken. Deel V geeft een voorstel voor een traject om te zorgen dat de akoestische prestaties in een project van start tot einde worden opgenomen. blz 24
26 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN Inhoud I Akoestisch comfort I.1 Luchtgeluidsisolatie I.2 Contactgeluidsisolatie I.3 Installatiegeluid I.4 Gevelisolatie (luchtgeluidsisolatie van de gevel) I.5 Geluidsabsorptie in lokalen II Normen II.1 Belgische Normen II.2 Internationale Normen III Akoestische prestatie-eisen volgens de diverse normen III.1 Luchtgeluidsisolatie III.2 Contactgeluidsisolatie III.3 Installatiegeluid III.4 Luchtgeluidsisolatie van de gevel III.5 Geluidsuitstraling naar de omgeving III.6 Geluidsabsorptie in ruimten IV Voorstel voor akoestische prestatie-eisen voor jeugdherbergen V Stappenplan voor de realisatie van akoestisch comfort V.1 Wedstrijd of schetsontwerp V.2 Voorontwerp V.3 Uitvoeringsontwerp V.4 Aanbesteding V.5 Uitvoering V.6 Oplevering blz 25
27 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN I Akoestisch comfort Jeugdherbergen zijn verblijfsgelegenheden. Het akoestisch comfort omvat dezelfde aspecten als het akoestisch comfort woningen of hotels. De eisen kunnen verschillen ze zijn strenger of minder streng maar het gaat om de volgende aspecten: De luchtgeluidsisolatie tussen ruimten. De contactgeluidsisolatie tussen ruimten. Het geluid van technische installaties. De luchtgeluidsisolatie van de gevel (geluidsisolatie van buitengeluid naar binnen, en isolatie van binnengeluiden naar buiten) De zaalakoestiek in de ruimten. Dit deel geeft een beknopte achtergrond over deze aspecten: een verklaring van elk begrip, de kenmerkende grootheden, de meet- en rekenmethoden. I.1 Luchtgeluidsisolatie De luchtgeluidsisolatie kenmerkt de overdracht van luchtgeluid (spraak, muziek,...) tussen twee lokalen. Zij wordt uitgedrukt in decibel. Een hoge luchtgeluidsisolatie duidt op een goede geluidswering, en dus op een hoog comfort. De luchtgeluidsisolatie wordt gemeten volgens de Belgische Norm NBN S : 1975, en volgens de Internationale Norm NBN EN ISO : De luchtgeluidsisolatie is onafhankelijk van de geluidsabsorptie (galm) in de ruimten; ze wordt bepaald door de kwaliteit van de constructie en door de planschikking. De Belgische Norm NBN S laat de keuze tussen verschillende kenmerkende grootheden voor de luchtgeluidsisolatie; in dit rapport gebruiken we het gestandaardiseerde geluidsdrukniveauverschil, symbool DnT. De meting wordt uitgevoerd in frequentiebanden, 1/3 octaafbanden, volgens de Belgische Norm NBN S : 1974 of volgens de Internationale Norm NBN EN ISO 266 : Om de beoordeling mogelijk te maken, worden de meetresultaten in frequentiebanden herleid tot een categorie of tot 1 getal: De herleiding tot een categorie is een Belgische procedure, vastgelegd in de Belgische Norm NBN S : De categorieën worden aangeduid met de symbolen Ia, Ib, IIa, IIb, IIIa, IIIb, IVa, IVb. Categorie I is de hoogste eis, categorie IV is de laagste eis. De letters a en b betekenen respectievelijk aanbevolen categorie en minimale categorie. De herleiding tot 1 getal is de internationale procedure, vastgelegd in de Internationale Norm NBN EN ISO : Men noemt dit getal het gewogen gestandaardiseerde geluidsdrukniveauverschil, symbool DnT,w, in decibel. De wettelijke eisen voor de luchtgeluidsisolatie tussen ruimten worden uitgedrukt als een minimaal te bereiken categorie volgens de Belgische Norm NBN S : Voor woongebouwen is vanaf 29/01/2008 een nieuwe norm van toepassing, NBN S : 2008, die de eisen uitdrukt in decibel, en die ook strengere eisen oplegt dan NBN S : blz 26
28 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN I.2 Contactgeluidsisolatie De contactgeluidsisolatie kenmerkt de overdracht van loopgeluid tussen twee lokalen. Zij wordt uitgedrukt in decibel. De term contactgeluidsisolatie is misleidend, want het gaat feitelijk om een contactgeluidsniveau, wanneer op de vloer van een nabije ruimte een standaard klopmachine inwerkt. Een lage waarde duidt bijgevolg op een goede geluidswering, en dus op een hoog comfort. Contactgeluid veroorzaakt door deuren, kasten, sanitair en dergelijke, valt niet onder deze meting. De contactgeluidsisolatie wordt gemeten volgens de Belgische Norm NBN S : 1975, en volgens de Internationale Norm NBN EN ISO : De contactgeluidsisolatie is onafhankelijk van de geluidsabsorptie (galm) in de ruimten; ze wordt bepaald door de kwaliteit van de constructie en door de planschikking. De Belgische Norm NBN S laat de keuze tussen verschillende kenmerkende grootheden voor de contactgeluidsisolatie; in dit rapport gebruiken we het gestandaardiseerde ontvangniveau, symbool L'nT. De meting wordt uitgevoerd in frequentiebanden, 1/3 octaafbanden, volgens de Belgische Norm NBN S : 1974 of volgens de Internationale Norm NBN EN ISO 266 : De berekening van de contactgeluidsisolatie van een ontwerp, aan de hand van de eisenschappen van de constructiedelen, gebeurt volgens de Belgische Norm NBN EN ISO : Om de beoordeling mogelijk te maken, worden de meetresultaten in frequentiebanden herleid tot een categorie of tot 1 getal. De herleiding tot een categorie is een Belgische procedure, vastgelegd in de Belgische Norm NBN S : De categorieën worden aangeduid met de symbolen Ia, Ib, IIa, IIb, IIIa, IIIb. Categorie I is de hoogste (strengste) eis, categorie III is de laagste (minst strenge) eis. De letters a en b betekenen respectievelijk aanbevolen categorie en minimale categorie. De herleiding tot 1 getal is de internationale procedure, vastgelegd in de Internationale Norm NBN EN ISO : Men noemt dit getal het gewogen gestandaardiseerde ontvangniveau, symbool L nt,w, in decibel. De wettelijke eisen voor de luchtgeluidsisolatie tussen ruimten worden uitgedrukt als een minimaal te bereiken categorie volgens de Belgische Norm NBN S : Voor woongebouwen is vanaf 29/01/2008 een nieuwe norm van toepassing, NBN S : 2008, die de eisen uitdrukt in decibel, en die ook strengere eisen oplegt dan NBN S : blz 27
29 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN I.3 Installatiegeluid Het installatiegeluid is het geluid veroorzaakt door technische installaties: sanitair, verwarming, ventilatie, lift. Het installatiegeluid is continu, bijvoorbeeld ventilatiegeluid, of is van voorbijgaande aard, bijvoorbeeld het geluid van sanitair of van een lift. Het installatiegeluid wordt gemeten in een welbepaalde ruimte, en kan dus verschillen van ruimte tot ruimte. Oorzaken van verschillen tussen ruimten zijn het verschillende aantal en sterkte van de geluidsbronnen, maar ook de geluidsabsorptie in de ruimte. Het installatiegeluid wordt steeds bepaald met de installatie op het maximale regime, dat bij de normale werking voorkomt. Voor ventilatoren betekent dit het maximale debiet; voor liften het meest ongunstige deel van het traject; voor sanitair de meest luidruchtige actie, bijvoorbeeld het doorspoelen van een toilet of het gebruik van een douche. De grootheid waarin het installatiegeluid wordt uitgedrukt, is vastgelegd in de Belgische Norm NBN S : Voor continue geluidsbronnen meet men het equivalente geluidsdrukniveau in de ruimte. Het wordt uitgedrukt in decibel. Het equivalente geluidsdrukniveau is het constante geluidsdrukniveau dat over de meetperiode dezelfde energie-inhoud heeft als het gemeten, variërende geluidsdrukniveau. Voor sterk schommelende geluidsbronnen, zoals sanitair en liften, meet men niet het equivalente geluidsdrukniveau, maar het maximale geluidsdrukniveau tijdens de (korte) werkingsduur van de geluidsbron. Dit gebeurt met de snelle wegingskarakteristiek van de geluidsmeter. Het installatiegeluid wordt gemeten in de ruimte, op een hoogte tussen 1.2 m en 1.5 m van het vloeroppervlak, en op een afstand van minimaal 1 m van wanden, voor zover mogelijk. De berekening van de contactgeluidsisolatie van een ontwerp, aan de hand van de eisenschappen van de constructiedelen, gebeurt volgens de ontwerpnorm pren ISO : 2007, of volgens een gelijkaardige methode. De wettelijke eisen voor het installatiegeluid in ruimten worden uitgedrukt als een maximaal toelaatbaar geluidsniveau volgens de Belgische Norm NBN S : Voor woongebouwen is vanaf 29/01/2008 een nieuwe norm van toepassing, NBN S : Deze norm drukt de eisen eveneens uit in decibel, maar de eisen zijn strenger dan deze opgelegd door NBN S : blz 28
30 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN I.4 Gevelisolatie (luchtgeluidsisolatie van de gevel) De luchtgeluidsisolatie van de gevel kenmerkt de overdracht van luchtgeluid van buiten naar binnen (weg-, spoor- of vliegverkeer) of van binnen naar buiten (geluidsuitstraling van activiteiten in lokalen naar buiten of naar aanpalende gebouwen). Een hoge luchtgeluidsisolatie duidt op een goede geluidswering, en dus op een hoog comfort. De aanpak in de normering is echter verschillend voor de geluidsoverdracht van buiten naar binnen (isolatie van verkeersgeluid) dan voor de geluidsoverdracht van binnen naar buiten (geluidsisolatie van de eigen activiteiten) Geluidsoverdracht van buiten naar binnen (isolatie van verkeersgeluid) De luchtgeluidsisolatie wordt gemeten volgens de Belgische Norm NBN S : 1980, en volgens de Internationale Norm NBN EN ISO : De luchtgeluidsisolatie is onafhankelijk van de geluidsabsorptie (galm) in de ontvangruimte; ze wordt bepaald door de kwaliteit van de constructie en door de planschikking. De Belgische Normen NBN S en NBN EN ISO laten de keuze tussen verschillende kenmerkende grootheden voor de luchtgeluidsisolatie; in dit rapport gebruiken we het gestandaardiseerde geluidsdrukniveauverschil in verband met gevelisolatie, symbool D2m,nT. De meting wordt uitgevoerd in frequentiebanden, 1/3 octaafbanden. De meting gebeurt met een luidspreker of met het werkelijk aanwezige verkeersgeluid, volgens een welbepaalde configuratie van de geluidsbron ten opzichte van de gevel. Om de beoordeling mogelijk te maken, worden de meetresultaten in frequentiebanden herleid tot een categorie of tot 1 getal: De herleiding tot een categorie is een Belgische procedure, vastgelegd in de Belgische Norm NBN S : De categorieën voor de gevelisolatie worden aangeduid met de symbolen Va, Vb, Vc en Vd. Categorie Va is de hoogste eis, categorie Vd is de laagste eis.. De herleiding tot 1 getal is de internationale procedure, vastgelegd in de Internationale Norm NBN EN ISO : Men noemt dit getal het gewogen gestandaardiseerde geluidsdrukniveauverschil in verband met gevelisolatie, symbool D2m,nT,w, in decibel. De wettelijke eisen voor de luchtgeluidsisolatie van de gevel tussen ruimten worden uitgedrukt als een minimaal te bereiken categorie volgens de Belgische Norm NBN S : Voor woongebouwen is vanaf 29/01/2008 een nieuwe norm van toepassing, NBN S : Deze norm legt een minimale geluidsisolatie van de gevel vast in decibel. Voor geluidsbelasting van piekgeluiden (typisch bij geluid van spoorverkeer en vliegtuigen) voorziet de norm geen bijkomende eisen. blz 29
31 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN Geluidsoverdracht van binnen naar buiten (geluidsisolatie van de eigen activiteiten) De luchtgeluidsisolatie van de gevel van binnen naar buiten is geen eis op zich. In de milieureglementering van de verschillende Gewesten wordt er enkel een eis gesteld aan het geluidsniveau dat activiteiten in een inrichting (in dit geval: de jeugdherberg) veroorzaakt in aanpalende gebouwen vreemd aan de inrichting of voor de gevels van de meest nabije woongebouwen. In een aantal gevallen zal de milieureglementering zelfs niet van toepassing zijn op de jeugdherberg. Wanneer de installaties of de activiteiten van de jeugdherberg niet van die aard zijn dat er een milieuvergunning moet aangevraagd worden, of dat er tenminste een meldingsplicht is, dan is de jeugdherberg niet onderworpen aan de bepalingen inzake geluid van de milieureglementering. In dat geval is het toch aan te raden om deze bepalingen als een leidraad bij het ontwerp te gebruiken. Inzake geluidsproductie in de eigen lokalen en geluidsoverdracht naar aanpalende gebouwen is de jeugdherberg, voor zover het een openbaar gebouw betreft, wel onderworpen aan de bepalingen van het KB 24/02/1977. Dit Koninklijk Besluit beperkt het geluid in de eigen lokalen, voortgebracht door elektrisch versterkte muziek, tot 90 db(a), en geeft ook maximaal toelaatbare waarden in aanpalende gebouwen. I.5 Geluidsabsorptie in lokalen Om in lokalen activiteiten uit te voeren met een goed akoestisch comfort, moet de correcte hoeveelheid geluidsabsorptie voorzien worden. We spreken hier niet over activiteiten met bijzondere akoestische eisen, zoals niet versterkte muziek, zang,..., maar over courante activiteiten zoals vergaderen, voordrachten, niet te kritische muziekactiviteiten, eten, feesten, circulatie,... Voor al die activiteiten is de belangrijkste akoestische eis een voldoende hoeveelheid geluidsabsorptie. Deze eis wordt meestal uitgedrukt als een streefwaarde voor de nagalmtijd. De nagalmtijd is de tijd nodig om bij het plots onderbreken van een geluidsbron, het geluidsniveau met 60 db te laten dalen. Een hoge nagalmtijd resulteert in een luid klinkende ruimte (afhankelijk van het volume), met een lange nagalm van elk geluid, en met een slechte spraakverstaanbaarheid. Een lage nagalmtijd laat ene ruimte stiller klinken, geluiden sterver sneller uit, en de spraakverstaanbaarheid is goed. De nagalmtijd wordt gemeten volgens NBN EN ISO 3382 : Meestal gebeurt de meting in 1/3 octaafbanden. In de meeste gevallen zal men zowel een bovengrens als een ondergrens voor de nagalmtijd van de ruimte opleggen. De bovengrens verzekert daarbij een voldoende geluidsabsorptie, zodat de ruimte niet te luid klinkt, en de spraakverstaanbaarheid goed tot uitstekend is. De ondergrens zorgt er voor dat de ruimte niet te droog en te stil klinkt, zodat een spreker de ruimte kan toespreken zonder te grote stemverheffing. Voor grote ruimten, typisch vanaf personen, is het hoedanook nodig om het publiek toe te spreken met een geluidsversterking. Met uitzondering van de nieuwe norm NBN S : 2008 zijn er geen wettelijke eisen of normen inzake de geluidsabsorptie in ruimten. NBN S : 2008 legt voor woongebouwen een minimale geluidsabsorptie op in gemeenschappelijke circulatieruimten. blz 30
32 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN II Normen Het onderstaande overzicht geeft de normen waarnaar dit verslag verwijst, en die direct of indirect van toepassing op de akoestiek in. II.1 Belgische Normen Deze normen zijn uitsluitend geldig in België, in Vlaanderen, Brussel of Wallonië Normen over de meetmethoden NBN S : 1974 NBN S : 1975 NBN S : 1975 Akoestiek - Normale frequenties voor akoestische metingen beschrijft onder meer de octaafbanden en tertsbanden Akoestiek - Meting in situ van de akoestische isolatie voor luchtgeluid beschrijft de meetmethode voor de luchtgeluidsisolatie in situ Akoestiek - Meting in situ van geluidstransmissie van contactgeluid beschrijft de meetmethode voor de contactgeluidsisolatie in situ Normen over prestatie-eisen in het gebouw NBN S : 1977 NBN S : 1987 NBN S : 2008 KB 24/02/1977 Akoestiek - Criteria van de akoestische isolatie beschrijft de beoordelingsmethode met categorieën, en geeft de minimale categorie volgens het type ruimte, voor luchtgeluidsisolatie, contactgeluidsisolatie, en gevelisolatie Akoestiek - Grenswaarden voor de geluidsniveaus om het gebrek aan comfort in gebouwen te vermijden beschrijft de meetmethode en de beoordelingsmethode voor (onder meer) installatiegeluid in (woon)gebouwen Akoestiek Akoestische criteria voor woongebouwen beschrijft de nieuwe eisen voor woongebouwen, geldig vanaf 29/01/2008, voor luchtgeluidsisolatie, contactgeluidsisolatie, installatiegeluid, gevelisolatie en geluidsabsorptie voor woongebouwen vervangt deze norm dus de beide voorgaanden Vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen geeft maximale geluidsniveaus voor elektrisch versterkte muziek in ruimten (de gekende 90 db(a) norm), en maximale geluidsniveaus in aanpalende gebouwen. blz 31
33 BIJLAGE 2 : AKOESTISCH PROGRAMMA VAN EISEN Regelgeving over prestatie-eisen in de omgeving (geluidsuitstraling naar de omgeving) Regelgeving over de geluidsuitstraling naar de omgeving is in België een bevoegdheid van de deelstaten, in het kader van het milieubeleid. Er is bijgevolg een verschillende regelgeving in de drie Gewesten. In het Vlaamse Gewest Vlarem I Vlarem II Titel I van het VLAREM Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning. Versie op de datum van dit verslag: 03/06/2005 (Belgisch Staatsblad 24/06/2005). beschrijft de administratieve aspecten van de milieureglementering, onder meer de indeling van inrichtingen in klasses 1, 2 of 3 volgens hun activiteit Titel II van het VLAREM Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne. Versie op de datum van dit verslag: 27/01/2006 (Belgisch Staatsblad 24/02/2006). beschrijft de technische aspecten van de milieureglementering, onder meer hoofdstuk 4.5 Beheersing van de geluidshinder In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ordonnantie Brussels Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de controlemethode Hoofdstedelijk Gewest en omstandigheden voor geluidsmetingen 21/11/2002 beschrijft de meetmethode voor het omgevingsgeluid Ordonnantie Brussels Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de strijd tegen de geluids- en Hoofdstedelijk Gewest trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen 21/11/2002 beschrijft de beoordeling van het omgevingsgeluid voortgebracht door ingedeelde inrichtingen Ordonnantie Brussels Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de strijd tegen het Hoofdstedelijk Gewest buurtlawaai 21/11/2002 beschrijft de beoordeling van het omgevingsgeluid voortgebracht door niet ingedeelde inrichtingen In het Waalse Gewest Arrêté du Gouvernement wallon 12/07/2004 Arrêté du Gouvernement wallon relatif à l'évaluation et à la gestion du bruit dans l'environnement. beschrijft de beoordeling van het omgevingsgeluid blz 32
DAIDALOS PEUTZ. bouwfysisch ingenieursbureau. Inhoud. Ghislain Gielen Technical Engineer AirDeck Tel. 0032476295763 e-mail: ghislain@airdeck.
DAIDALOS PEUTZ bouwfysisch ingenieursbureau Europese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid Ghislain Gielen Technical Engineer AirDeck Tel. 0032476295763
Nadere informatieDuurzaam energiegebruik in kantoorgebouwen : een optimalisatieproces met beperkende randvoorwaarden
Duurzaam energiegebruik in kantoorgebouwen : een optimalisatieproces met beperkende randvoorwaarden Prof. Filip Descamps Daidalos Peutz bouwfysisch ingenieursbureau Vrije Universiteit Brussel, vakgroep
Nadere informatieEuropese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid
DAIDALOS PEUTZ bouwfysisch ingenieursbureau Europese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid Nieuwe technieken in de klimatisatie Inleiding: Duurzaam
Nadere informatieDuurzaam bouwen: een optimalisatieproces met beperkende randvoorwaarden
Duurzaam bouwen: een optimalisatieproces met beperkende randvoorwaarden Prof. Filip Descamps Vrije Universiteit Brussel, vakgroep architectonische ingenieurswetenschappen Daidalos Peutz bouwfysisch ingenieursbureau
Nadere informatieNormen-Antenne Akoestiek. Overzicht van de akoestische normeisen voor woongebouwen in België volgens NBN S
Normen-Antenne Akoestiek Overzicht van de akoestische normeisen voor woongebouwen in België volgens NBN S 01-400-1 Auteurs: A. Dijckmans, L. De Geetere, Afdeling Akoestiek Wetenschappelijk en Technisch
Nadere informatieNiet residentiële ventilatie
Voorbeeld berekening minimum ontwerpdebiet: Leslokaal 50m² Bezetting volgens bouwteam (op plan): 10 personen 10 pers x 22m³/h/pers = 220m³/h Bezetting volgens tabel: 50m² : 4m²/pers = 12,5 pers 13 personen
Nadere informatieDeel 2 Ventilatievoorzieningen van niet- residentiële gebouwen
Ventilatie en EPB Deel 2 Ventilatievoorzieningen van niet- residentiële gebouwen NBN EN13779 en bijlage 6 EPB, principes en eisen Speciale aandachtspunten Bepalen van ventilatiedebieten met rekenblad Rekenvoorbeelden
Nadere informatieDe nieuwe Energieprestatieregelgeving (EPB) voor retailgebouwen vanaf 2016 Lore Stevens
De nieuwe Energieprestatieregelgeving (EPB) voor retailgebouwen vanaf 2016 Lore Stevens Vlaams Energieagentschap Overzicht presentatie Inleiding Eisen vanaf 2016 Eisen vanaf 2017 Inleiding De Europese
Nadere informatieBELBLOCK Betonmetselstenen als het ook stil moet zijn
akoestiek 4 Het akoestische comfort is een essentieel aspect van de kwaliteit van een ruimte. Terwijl onze leefomgeving luidruchtiger wordt, stellen we steeds hogere eisen, ook wat de geluidshinder betreft.
Nadere informatieTechnical Inspection Service
Technical Inspection Service Bijlage XXI bij de Vraagspecificatie Werkzaamheden TIS Versie 2.0 13-04-2012 Van Auteur TIS Branchevereniging R.G.D. Kenmerk Versie 2.0 Datum 13/04/2012 Bestand Bijlage XXI
Nadere informatieGeluid en akoestiek bij onderwijshuisvesting
M+P MBBM groep www.mp.nl Mensen met oplossingen Geluid en akoestiek bij onderwijshuisvesting #GTL2015 ir. Theodoor Höngens 4 november 2015 2 inhoud formele regelgeving informele regelgeving ontwikkelingen
Nadere informatieDe BEN- woning : de woning van de toekomst. Energieconsulent Bouwunie & BVA arch. Luc Dedeyne
De BEN- woning : de woning van de toekomst Energieconsulent Bouwunie & BVA arch. Luc Dedeyne Architect : Luc Dedeyne GSM 0473 551 568 luc.dedeyne@bouwunie.be 1 K45/E80 Nu bouwen met de eisen van de
Nadere informatieNatuurlijke ventilatie van leslokalen
Natuurlijke ventilatie van leslokalen Seminar Actiflow - CFD in de bouw 20 mei 2011 ir. Henk Versteeg Inhoud presentatie Introductie LBP SIGHT Binnenmilieu basisscholen Ventilatie basisschool De Schakel
Nadere informatieHet ABC van de energieprestatieregelgeving
Het ABC van de energieprestatieregelgeving De Vlaamse overheid streeft er naar dat alle gebouwen in Vlaanderen energiezuinig én comfortabel worden. Een van de middelen om dit te realiseren, is de energieprestatieregelgeving,
Nadere informatieResultaten monitoring
RenoseeC: renovaties met sociale, ecologische en economische meerwaarde via collectieve aanpak Resultaten monitoring Afdeling Bouwfysica KU Leuven / EnergyVille Evi Lambie & Dirk Saelens Cayman 1 Uitgevoerde
Nadere informatieEPB-SOFTWARE BRUSSEL
EPB-SOFTWARE BRUSSEL INLEIDING De software EPB-software Brussel werd ontwikkeld in het raam van de ordonnantie van 7 juni 2007 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende de energieprestatie en het
Nadere informatieOp weg naar bijna energieneutrale gebouwen, met gezonde ventilatie
Op weg naar bijna energieneutrale gebouwen, met gezonde ventilatie Themabijeenkomst De Nieuwe Standaard In Ventileren ing. G.A. (Gerton) Starink Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. 22-5-2015 2 1 Op weg
Nadere informatieVoor de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning ingediend van 1/7/2011 tot 31/12/2013
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie
Nadere informatieVoor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2015
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie
Nadere informatieVentilatie van kantoorgebouwen
Ventilatie van kantoorgebouwen Geert Bellens Projectleider Duurzaam bouwen Cenergie Opleiding Energieverantwoordelijke - BIM Een beetje geschiedenis Kwaliteit binnenlucht: ++ Energie: 0 Gedwongen ventilatie
Nadere informatieOP WEG NAAR 2020 Bijna-Energieneutrale gebouwen?
OP WEG NAAR 00 Bijna-Energieneutrale gebouwen? Maarten De Groote Vlaams Energieagentschap 4 oktober 0 Brugge Inhoud Evolutie energieprestatie Vlaanderen Aanpassingen wetgeving EPB Aanpassingen wetgeving
Nadere informatieVoor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/1/2017
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie
Nadere informatieEPB-eisen voor ingrijpende energetische renovaties vanaf 2015
1 EPB-eisen voor ingrijpende energetische renovaties vanaf 2015 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 INLEIDING... 2 1. INGRIJPENDE ENERGETISCHE RENOVATIE... 2 1.1 Definitie en eisen bij ingrijpende energetische
Nadere informatieVlaamse Regering principieel akkoord met E70 vanaf 2012
1 Vlaamse Regering principieel akkoord met E70 vanaf 2012 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 INLEIDING... 2 1. AANLEIDING TOT WIJZIGING VAN DE ENERGIEPRESTATIEREGELGEVING... 2 1.1 Revisie EPBD-richtlijn...
Nadere informatieVoor de projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend werd van 1/01/2014 tot 31/12/2014
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie
Nadere informatieOPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN
OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN VENTILATIE: ONTWERP EN AFSTELLING LENTE 2019 Berekening van de ventilatiedebieten voor niet-residentiële gebouwen Muriel BRANDT 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N De regels
Nadere informatieInfo-avond - 5 jaar EPB geplande wijzigingen toekomst
Info-avond - 5 jaar EPB geplande wijzigingen toekomst 15 juni 2011 VEA Jos Geijsels A. 5 jaar EPB in cijfers juni 2011 2 A. Geplande wijzigingen 1. Aantal EPB-aangiften; 2. Evolutie E-peil; 3. Evolutie
Nadere informatieStudiedag Energiebesparingsforum. Ventilatie. Ventilatie
Ventilatie Studiedag Energiebesparingsforum Ventilatie Hilde Breesch, KaHo Sint-Lieven Paul Van den Bossche, WTCB Binnenluchtkwaliteit Ventilatiesystemen in woningen Aanbevelingen ventilatiegids Studiedag
Nadere informatieBasisschool Nazareth. EPB verslaggeving 20/11/2013
STUDIEBURO DE KLERCK N.V. Verwarming Sanitair Elektriciteit Liften Brandbeveiliging btw : 435.975.210 DE KLERCK ENGINEERING N.V. Studieburo Burgerlijke Bouwkunde Verwarming Sanitair Elektriciteit Oud-Strijderslaan
Nadere informatieToelichting vanuit het gezichtspunt Ingenieur Speciale technieken en EPB
Energiezuinige zwembaden: Case Study Bart Callens is Senior Project Engineer bij VK Engineer. Daar leidt hij het projectteam van ingenieurs en design assistants, zowel voor sportinfrastructuur, maar eveneens
Nadere informatieINFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN
INFOFICHES EPB-BOUWBEROEPEN ZONWERINGEN Inleiding De gewestelijke EPB-regelgevingen houden rekening met het energieverbruik voor koeling. Bovendien nemen de geldende regelgevingen voor nieuwe woningen
Nadere informatieDe energieprestatieregelgeving (EPB) voor niet-residentiële gebouwen vanaf 2017
De energieprestatieregelgeving (EPB) voor niet-residentiële gebouwen vanaf 2017 Lore Stevens 29 september 2016 De energieprestatieregelgeving (EPB) voor niet-residentiële gebouwen vanaf 2017 Lore Stevens
Nadere informatieOPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN
OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN VENTILATIE: ONTWERP EN AFSTELLING LENTE 2019 Aanbevelingen inzake akoestiek Muriel BRANDT 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N N N De geldende reglementering en normen inzake
Nadere informatieI Ventilatiesystemen principes :
I Ventilatiesystemen principes : Types A, B, C van ventilatie technieken: Ventilatiesysteem A : Het natuurlijke ventilatieconcept, genaamd ventilatiesysteem A, gebruikt het schoorsteenprincipe om de luchtstroming
Nadere informatieStephan PLETTINCK IBGE responsable du Service «PEB»
Voor-ontwerp van de ordonnantie betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van de gebouwen (EPB) Omzetting van de Europese Richtlijn 2002/91/EG Stephan PLETTINCK IBGE responsable du Service «PEB»
Nadere informatieNieuwe wegen in comfort van kantoorgebouwen. Door: ir. E.N. t Hooft
Nieuwe wegen in comfort van kantoorgebouwen Door: ir. E.N. t Hooft 1 INHOUD PRESENTATIE Inleiding Binnenmilieu Thermisch comfort Beoordelingsmethoden Consequenties ATG-methode Conclusie 2 FASEN IN BOUWPROCES
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat bestemming type appartement softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m 2 ): 191 Het berekende energieverbruik is een inschatting van de energiezuinigheid van het appartement.
Nadere informatieINSPECTIEPROTOCOL. Inhoudelijke wijzigingen t.a.v. versie 01/07/2017
INSPECTIEPROTOCOL Energieprestatiecertificaat bestaande gebouwen met woonfunctie Inhoudelijke wijzigingen t.a.v. versie 01/07/2017 Geldig vanaf 1 januari 2019 www.energiesparen.be Inhoudsopgave Inleiding...2
Nadere informatieVoor projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning is ingediend vanaf 1/7/2017
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie
Nadere informatieProgramma van Eisen Frisse Scholen april 2012
Programma van Eisen Frisse Scholen april 2012 Voor u ligt het Programma van Eisen Frisse Scholen. Dit Programma van Eisen dient als leidraad voor opdrachtgevers van nieuw- en verbouw van scholen (schoolbesturen
Nadere informatieOpleiding Duurzaam Gebouw : Duurzaam bouwen van A tot Z
Opleiding Duurzaam Gebouw : Duurzaam bouwen van A tot Z Leefmilieu Brussel Duurzaam bouwen vanuit de invalshoek van energie. Anne-Laure MAERCKX CENERGIE Doelstelling(en) van de presentatie Een denkoefening
Nadere informatie2 ENERGIEPRESTATIE EN BINNEN- KLIMAAT
In het kader van de Europese richtlijn van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, zagen het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich ertoe verplicht hun reglementering
Nadere informatieBinnenklimaat in de zorg wie z n zorg?! Roberto Traversari TNO Centrum Zorg en Bouw
Binnenklimaat in de zorg wie z n zorg?! Roberto Traversari TNO Centrum Zorg en Bouw Heeft u het warm? Wellicht wel na het beantwoorden van de volgende vragen voor uw situatie Wat is volgens U het binnenklimaat?
Nadere informatieVerwarming en ventilatie
Verwarming en ventilatie Gebouwen met hoge energieprestaties Mei 2013 Christophe Delmotte, Ir Laboratorium Luchtkwaliteit en ventilatie WTCB Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Bladzijde
Nadere informatiePassief Bouwen in de praktijk
Passief Bouwen in de praktijk Velve-Lindenhof: van idee tot realisatie ir. H.J.J. (Harm) Valk / ing. A.F. (André) Kruithof adviseur Energie & Duurzaamheid Programma Projectomschrijving Ontwerpvisie Bouwfysische
Nadere informatieEnergieprestatie en binnenklimaat van gebouwen
Energieprestatie en binnenklimaat van gebouwen EPB-Rapport Administratieve gegevens van het project Naam van het project Straat Gemeente Referentie kadaster Containers 3 stuks Mechelen 1-A-1 Nummer Postcode
Nadere informatieOPLEIDING DUURZAAM GEBOUW : PASSIEF EN (ZEER) LAGE ENERGIE
OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW : PASSIEF EN (ZEER) LAGE ENERGIE Dag 1.4 Comfortcriteria LENTE 2013 Stéphan Truong Beheerder van de opleiding voor rekening van Leefmilieu Brussel TRAINING.IBGEBIM@ecorce.be 2
Nadere informatie17-6-2013. Passief Bouwen. Passief Bouwen in de praktijk. Velve-Lindehof, Enschede. Stelling. Ontwerpvisie. Binnengasthuizen, Zwolle
Passief Bouwen Passief Bouwen in de praktijk Kennisdag Bouwfysica 2013 Passief bouwen' is een specifieke bouwstandaard met een comfortabel binnenklimaat, gedurende zowel het zomer- als het winterseizoen,
Nadere informatieBouwfysica van Passief Bouwen in houtskeletbouw
Bouwfysica van Passief Bouwen in houtskeletbouw Projectseminar Velve-Lindenhof ir. H.J.J. (Harm) Valk senior adviseur Energie & Duurzaamheid Nieman Raadgevende Ingenieurs Inleiding Nieman Raadgevende Ingenieurs
Nadere informatieBijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving
Bijlage VI - Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving (Bijlage VI van het Ministerieel Besluit van 2 april 2007) Inhoud 1. VOORWOORD...
Nadere informatie& Toe te voegen documenten aan het kandidatuurdossier 2009
Bijlage 1: Objectieven in het kader van energieconcept & Toe te voegen documenten aan het kandidatuurdossier 2009 1.OMSCHRIJVING ENERGIECONCEPT: Voorbeeldgebouwen m.b.t hun energieconcept minimaliseren
Nadere informatieBELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE N. 186 INHOUD SOMMAIRE. 414 pages/bladzijden
MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loiprogramme du 24 décembre 2002 publiée au Moniteur belge du 31 décembre 2002. Le Moniteur belge peut être consulté
Nadere informatieSchoolgebouwen kunnen beter met een goed akoestisch ontwerp
M+P - raadgevende ingenieurs Müller-BBM groep geluid trillingen lucht bouwfysica Schoolgebouwen kunnen beter met een goed akoestisch ontwerp Ir. Theodoor Höngens Ir. Sara Persoon 1 M+P raadgevende ingenieurs
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie
energieprestatiecertificaat straat Hoogstraat nummer 570 bus postnummer 9235 gemeente Fruitrode bestemming eengezinswoning type open bebouwing softwareversie 1.0 berekend energieverbruik (kwh/m²): 380
Nadere informatieenergiedeskundige / Dit certtficaat is geldig tot en met 27 juni 2021 berekend energieverbruik (kwh/m 2):
certificaatnummer 20110627-0000869054-00000007-9 straat Wijngaardstraat nummer 39 bus bestemming type eengezinswoning gesloten bebouwing softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m 2): Het berekende
Nadere informatieInstallatie eisen bij renovatie
Installatie eisen bij renovatie minimale eisen voor de nieuw geplaatste installaties of de vernieuwde installaties bij i ti renovaties en functiewijzigingen 2015 Patrik De Paep pdepaep@depaep.be Achtergrond
Nadere informatieNormen-Antenne Akoestiek. Overzicht van de akoestische normeisen voor schoolgebouwen in België volgens NBN S
Normen-Antenne Akoestiek Overzicht van de akoestische normeisen voor schoolgebouwen in België volgens NBN S 01-400-2 Auteurs: A. Dijckmans, L. De Geetere, Afdeling Akoestiek Wetenschappelijk en Technisch
Nadere informatieBelgisch Staatsblad dd
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31890] 21 DECEMBER 2016. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 mei 2014 houdende uitvoering van bijlagen V, IX en X van het besluit
Nadere informatieGO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap afdeling infrastructuur west Schoonmeersstraat 26, 9000 Gent t: 09 24 24 800 f: 09 24 24 856
project: bouwheer: architect: ingenieur stabiliteit: ingenieur technieken: veiligheidscoördinator: nieuwbouw Hotelschool Oostende en uitbreiding NT2 campus Ensor Generaal Jungbluthlaan 2 8400 Oostende
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat certificaatnummer 20120515-0001118936-00000005-8 nummer postnummer Voorhavenlaan 33 9000 bus gemeente A 101 Gent bestemming type appartement - softwareversie 1.3.3 berekend
Nadere informatiePassief Bouwen: waarom en hoe?
Passief Bouwen: waarom en hoe? Ontwerpen en bouwen vanuit een visie ir. H.J.J. (Harm) Valk senior adviseur Energie & Duurzaamheid Passief Bouwen Kenmerken o hoogwaardige thermische schil o goed comfort
Nadere informatieDuurzame woningverbetering
Duurzame woningverbetering Op weg naar energieneutraal Houten, 20 februari 2017 Kees Stap Gemiddelde energierekening Maandrekening Gemiddeld energieverbruik jaar 15% 1500 m3 aardgas 5% 80% verwarming warmwater
Nadere informatieakoestische grootheden luchtgeluidsisolatie
akoestische grootheden luchtgeluidsisolatie a. In het akoestisch laboratorium: de grootheden R & Rw Tussen de zendruimte en de ontvangstruimte zit een opening van 12 m² waartussen de te testen wanden opgebouwd
Nadere informatieGELUIDSNORMEN VOOR MUZIEKACTIVITEITEN
GELUIDSNORMEN VOOR MUZIEKACTIVITEITEN INHOUD - Achtergrond wetgeving - Wat zijn decibels? - Indeling in geluidsniveaus - Welke toelating of vergunning? - Geluid meten - Controle - Communiceer vooraf! ACHTERGROND
Nadere informatieModule 2.6. Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Concreet voorbeeld. Versie 2.1 februari 2006. Module 2.6
Ventilatie van niet-residentiële gebouwen: Concreet voorbeeld Voorbeeld: het PROBE gebouw Verdieping 1 : kantoren Verdieping 0 : kantoren Verdieping -1 : archief + stookplaats Het PROBE-gebouw bestaat
Nadere informatiePresentatie en gebruik van productgegevens. Suskasten en het bouwbesluit
Presentatie en gebruik van productgegevens Suskasten en het bouwbesluit In Nederland wordt tot nu toe de akoestische prestatie van geluidgedempte ventilatievoorzieningen (suskasten) gegeven door de geluidisolatie
Nadere informatieVERSLAG EPB-STUDIE. Bouwheer. Projectlocatie. Projectomschrijving. Ons dossiernummer. Datum. Stad Gent. Gent. Kinderdagverblijf De Bron 14-066
VERSLAG EPB-STUDIE Bouwheer Projectlocatie Projectomschrijving Stad Gent Gent Kinderdagverblijf De Bron Ons dossiernummer 14-066 Datum April 2015 01/09/2015 p. 1-13 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. EPB-eisen
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie certificaatnummer 20090615-0000209416-00000001-5 straat Trumelet Faberstraat nummer 9 bus 3 postnummer 8670 gemeente Koksijde bestemming appartement
Nadere informatieSystem integrator. ing. Ad van der Aa Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV
System integrator ing. Ad van der Aa Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV Huidige praktijk Gezond EPC DuBo A a n n e m e r Afgifte (St. LTV) Installateur Warmteverlies en koellast Regeltechniek Warmtepompen
Nadere informatieWoongeluiden, voor velen een probleem! Een goede woning. Eddy Gerretsen. Level Acoustics BV Eindhoven University of Technology
Woongeluiden, voor velen een probleem! Een goede woning Eddy Gerretsen Level Acoustics BV Eindhoven University of Technology 1 Inhoud Inleiding Kwaliteitsklassen NEN 1070 Ontwikkeling in Europa Slotopmerkingen
Nadere informatieBenelux Seminarie oktober Vergelijking van berekeningsmethodes: Case Nederland Vlaanderen
Benelux Seminarie 21 22 oktober 2004 Vergelijking van berekeningsmethodes: Case Nederland Vlaanderen Marleen Spiekman TNO Bouw Peter Wouters WTCB-CSTC Structuur van de voordracht Basisprincipes methode
Nadere informatieGebouwen Duurzaam Koelen
WTCB Gebouwen Duurzaam Koelen Luk Vandaele WTCB - Innovatie en Ontwikkeling Energieforum CeDuBo 6 oktober 2005 De Nayer Instituut, Jan De Nayerlaan 5, 2860 Sint-Katelijne-Waver, Tel : +32 (0)15/31.69.44,
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat straat Sint-Bernardsesteenweg nummer 269 bus 3 bestemming appartement type softwareversie 1.3.3 berekend energieverbruik (kwh/m2): 379 Het berekende energieverbruik is een inschatting
Nadere informatieEnergie en comfort in duurzame gebouwen
Energie en comfort in duurzame gebouwen Aluminium Experience Day 30 augustus 2011 Dr.ir.arch. Griet Verbeeck (PHL & K.U.Leuven) DUURZAME GEBOUWEN KLIMAATSVERANDERING UITPUTTING NATUURLIJKE RIJKDOMMEN DUURZAAMHEID
Nadere informatie//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
INSPECTIEPROTOCOL Energieprestatiecertificaat bestaande gebouwen met woonfunctie, niet-residentiële functie en gemeenschappelijke delen Inhoudelijke wijzigingen t.a.v. versie 01/01/2019 (revisie 26 maart
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
Vri jteken i ng sbed i ng De meeste maatregelen die opgenomen zijn op dit certificaat, zijn op dit moment kosteneffectief of kunnen dat worden binnen de geldigheidsduur van het certificaat. Mogelijk zijn
Nadere informatieROL VAN INSTALLATIETECHNIEKEN EN IMPACT OP UW ONTWERP. Dirk Saelens. Afdeling Bouwfysica, Departement Burgerlijke Bouwkunde, K.U.
NAV STUDIENAMIDDAG MASSIEF PASSIEFBOUW IN DE PRAKTIJK: AANPAK VAN ONTWERP TOT REALISATIE NAAR EEN PASSIEVE WONING OP BASIS VAN TRADITIONELE BOUWMETHODES ROL VAN INSTALLATIETECHNIEKEN EN IMPACT OP UW ONTWERP
Nadere informatieVerplicht minimumaandeel hernieuwbare energie
1 Energieprestatieregelgeving - Verplicht minimumaandeel hernieuwbare energie Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 1 1. NIEUWE EPB-EIS: MINIMUMAANDEEL HERNIEUWBARE ENERGIE... 2 2. WANNEER VAN TOEPASSING?... 2
Nadere informatieBijkomende specificaties voor de technische installaties en de hygiënische ventilatie bij ingrijpende energetische renovaties
BIJLAGE X BIJ HET MB VAN 2 APRIL 2007 Bijkomende specificaties voor de technische installaties en de hygiënische ventilatie bij ingrijpende energetische renovaties mb 18/05/2014 b.s. 27/05/2014 mb 30/01/2017
Nadere informatieMet het volgende stappenplan kan getoetst worden of naar verwachting de vereiste prestaties van 0,-5 en -20 db gehaald zullen worden.
B. Noodzakelijke gegevens ten behoeve van gedetailleerde toetsing [art. 2.1.6bijlage 1]: Gegevens omtrent de BOUWFYSISCHE eigenschappen KWALITEITSVERKLARINGEN of andere bewijsstukken om mede met het oog
Nadere informatie227 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van appartementen te vergelijken.
nummer postnummer Louis Dhont 24 bus 9 9800 gemeente Deinze bestemming appartement type - bouwar 1994 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²ar): 227 De energiescore laat toe om de heid van
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie straat Ringlaan nummer 64 bus 5 bestemming appartement type - bouwjaar 2003 softwareversie 9.10.0 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 188 De
Nadere informatieEPB in Vlaanderen en hoe te gebruiken als verkoopstool
EPB in Vlaanderen en hoe te gebruiken als verkoopstool Inleiding EPB Wat Waarom Wanneer De 7 Eisen van EPB Huidige normen Normen 2016 E Peil als verkoopstool technieken 2 1 Wat EPB Energie Prestatie voor
Nadere informatieRegulering muziekactiviteiten
Regulering muziekactiviteiten Koen Mandonx Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-inspectie Aanpak in Vlaanderen Aanpak in Vlaanderen 2 1 Voorbereidingstraject nieuwe norm - 2009: het
Nadere informatieDe Belgische/Vlaamse evolutie in energiewetgeving 1980-2020
De Belgische/Vlaamse evolutie in energiewetgeving 1980-2020 Peter Wouters WTCB Brussel 21 april 2016 Jaren 60 Dubbel glas in gebouwen Waarom? Thermisch comfort Vermijden condensatie Energiebesparing niet
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat straat Sint Lenaartseweg nummer 38C bus 01 bestemming appartement type - softwareversie 9.19.0 berekende energiescore (kwh/m²ar): 377 De energiescore laat toe om de heid van
Nadere informatieWetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf
Tabel 1 Te respecteren thermische in het Waalse Gewest voor nieuwbouw ( 1 ). Warmteisolatie Energieprestatie max. K35 max. E w 80 max. E spec 130 kwh/m² Beperking van het risico op oververhitting Kantoor
Nadere informatieEPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?,
EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?, ir. F.W. (Freek) den Dulk Nieuwe eis per 1 januari 2006 EPC 0,8 Herziening norm: NEN 5128:2004 Energieprestatie van woonfuncties en
Nadere informatieAkoestische gevelisolatie voor woongebouwen in België. Auteur: dr.ir. M. Blasco
Akoestische gevelisolatie voor woongebouwen in België Auteur: dr.ir. M. Blasco Inleiding België is qua oppervlakte een klein land met sterk geaderde auto(snel)wegen. We hebben belangrijke luchthavens in
Nadere informatieGRONDIGE ENERGIEAUDIT
BRUSSEL BESTEK ENERGIEAUDITS GRONDIGE ENERGIEAUDIT MINIMUM BESTEK Doel De energieaudit heeft als doel enerzijds een staat van het energieverbruik van een gebouw of een productieproces op te stellen, rekening
Nadere informatieNTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1
NTA 8800 Nieuw tijdperk energieprestatie 1 Toekomstvisie overheid 2015 1 juli 2018 2019 2020 tussenperiode 2050 50% EPC aanscherping Overheids-gebouwen Aansluitplicht aardgas BENG nieuwbouw vervalt Nieuwbouw
Nadere informatieNieuwe EPBD gerelateerde binnenmilieunorm
Binnenmilieu Atze Boerstra, Bjarne Olesen, Olli Seppänen Input voor ontwerp en energieprestatieberekening Nieuwe EPBD gerelateerde binnenmilieunorm De Europese Organisatie voor Normalisatie (CEN) heeft
Nadere informatiebestaand gebouw met woonfunctie
Energiezuinigheid van de gebouwschil energiezuinig niet energiezuinig gemiddelde U-waarde van de gebouwschil Energiezuinigheid van de verwarmingsinstallatie energiezuinig niet energiezuinig gemiddeld installatierendement
Nadere informatieenergieprestatiecertificaat
energieprestatiecertificaat straat Everselkiezel nummer 75 bus 1 bestemming appartement type - bouwar 1987 softwareversie 9.7.2 berekende energiescore (kwh/m²ar): 376 De energiescore laat toe om de heid
Nadere informatieZEN en BENG Scenario s voor bijna energieneutrale woningen
ZEN en BENG Scenario s voor bijna energieneutrale woningen Ir. Harm Valk Nieman Groep Platform ZEN 10 december 2015 Routekaart BENG 9-12-2015 2 BENG wat gaat er veranderen Bijna EnergieNeutrale Gebouwen
Nadere informatieMethodes voor debietsafstelling
OPTIVENT Achtergrondbijlage 10 Methodes voor debietsafstelling Samuel Caillou Xavier Kuborn Paul Van den Bossche Afdeling Klimaat, Installaties en Energieprestatie (CLIE) Onderzoeksgroepen ventilatie en
Nadere informatie525 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.
nummer postnummer Dorps 23 2830 gemeente Willebroek bestemming eengezinswoning type gesloten bebouwing bouwjaar 1918 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 525 De energiescore laat toe
Nadere informatieInhoud. Warmtepompen in EPB-software. Warmtepompplatform Symposium. EPB-software E-peil Warmtepomp E-peil. SPF in EPB EPB-voorbeeld Besluit
Warmtepompen in EPB-sotware Warmtepompplatorm Symposium 16-09-2009 Jan Hoogmartens 1 Inhoud EPB-sotware E-peil Warmtepomp E-peil Omrekenactor primaire energie SPF warmtepompsystemen SPF in EPB EPB-voorbeeld
Nadere informatieDE ENERGIEPRESTATIES EN HET BINNENKLIMAAT VAN GEBOUWEN (EPB)
DE ENERGIEPRESTATIES EN HET BINNENKLIMAAT VAN GEBOUWEN (EPB) Nieuwe ordonnantie aangenomen op 1 juni 2007, van kracht in de loop van 2008 1. WAAROM EEN ORDONNANTIE OVER EPB? In Europa is de bouw verantwoordelijk
Nadere informatie