ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7976

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7976"

Transcriptie

1 ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7976 Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummer 08/00129 uitspraakdatum: 25 augustus 2009 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 5 februari 2008, nummer AWB 06/4674 IB, in het geding tussen belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur) 1. Ontstaan en loop van het geding 1.1 Aan belanghebbende zijn over de jaren 2001 en 2002 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van respectievelijk en Voor de jaren 2003 en 2004 zijn aan hem aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van respectievelijk en Op het tegen voormelde aanslagen ingediende bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar (hierna: uitspraak) de (navorderings- )aanslagen gehandhaafd. 1.4 Belanghebbende is tegen de uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 5 februari 2008 ongegrond verklaard. 1.5 Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. 1.6 Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd. 1.7 Partijen zijn uitgenodigd bij het onderzoek ter zitting op 16 juni 2009 te Arnhem aanwezig te zijn. De gemachtigde van belanghebbende heeft per brief van 12 juni 2009, welke door het Hof op 15 juni 2009 is ontvangen, medegedeeld dat hij niet in staat is ter zitting aanwezig te zijn. Tevens heeft hij de verwachting uitgesproken dat belanghebbende evenmin aanwezig zou zijn en heeft hij het Hof verzocht arrest te wijzen. De Inspecteur heeft in een telefoongesprek met de griffier aangegeven ook niet te zullen verschijnen. Het Hof heeft vervolgens op grond van artikel 8:65 van de Algemene wet bestuursrecht het onderzoek op 16 juni 2009 gesloten. 2. De vaststaande feiten Het Hof stelt op grond van de stukken de volgende feiten vast. 2.1 Belanghebbende is op xx september 19xx geboren in Q (Bulgarije) en is ongehuwd. 2.2 Op 8 oktober 2003 hebben vijf vrouwen van Russische nationaliteit bij de politie te R aangifte gedaan. Zij hebben daarbij belanghebbende van mensenhandel beschuldigd. Naar aanleiding hiervan is een strafrechtelijk onderzoek gestart dat geleid heeft tot de aanhouding van belanghebbende. 2.3 Tot het dossier van de Rechtbank behoren processen-verbaal van verhoor van een

2 getuige, van verdachten alsmede van een aantal aangeefsters, die afkomstig zijn uit voornoemd strafrechtelijk onderzoek. Ook is een aantal tapverslagen bijgevoegd van telefoongesprekken gevoerd door belanghebbende Mevrouw A, heeft, als verdachte, op 19 en 21 november 2004 en op 10, 15 en 16 december 2004, onder meer het volgende verklaard: (...) Ik ben 3 jaar geleden naar Nederland gekomen. Daarvoor werkte ik in S in een supermarkt. In die supermarkt kwam ik in contact met een man en een vrouw die mij vertelden dat ik veel geld kon gaan verdienen in Nederland als ik zou gaan werken in de prostitutie. ( ) Het visum ging in vanaf 1 december 2001.(...) Ik verdien gemiddeld per dag in ieder geval 500 euro. ( ) U laat mij een foto van een man zien. Deze man ken ik als X (opmerking verbalisanten: getoond werd een foto van X geboren te Q op xx/09/19xx.) ( ) Het is waar dat Russische meisjes vaak werken in de prostitutie op basis van 50%. (...) Ik ben heel erg bang voor X. ( ) B heeft ook verteld dat het op 50/50 basis was. Ik moest het geld zelf afgeven aan X. Ik gaf al mijn verdiende geld af. X heeft altijd de helft van het afgegeven geld naar mijn moeder gestuurd in Rusland. De andere helft van het geld hield hij zelf. ( ) B zei dat ik zeven dagen per week moest werken. (...) U vraagt mij wat er zou gebeuren als ik bijvoorbeeld een week niet zou werken. Ik durfde niet een dag vrij te nemen omdat B zei dat ik moest werken. ( ) Als de baas zei dat ik moest werken dan ging ik werken, ook als ik geen zin had. ( ) X was de baas. Ik deed wat hij zei. ( ) Ik heb X gevraagd of ik naar huis kon, naar Rusland bedoel ik. Ik mocht wel gaan van X maar ik moest eerst een ander meisje regelen, om de kamer bezet te houden. ( ) X had ook vaak jongens voor hem werken. Deze jongen haalden bijvoorbeld meisjes op en deze jongens haalden geld op bij de meisjes. Dit waren een soort loopjongens voor hem. Ik weet nog dat C voor hem heeft gewerkt. C haalde ook wel meisjes uit Duitsland die vanuit Rusland op weg waren naar Nederland om in de prostitutie te gaan werken voor X. ( ) X was echt de chef. ( ) Ik wil nog verklaren dat ik nu eigenlijk de rol op mij heb genomen die B eerst had. B deed dit werk ook niet vrijwillig. Zij stond ook onder grote druk. Ik instrueerde de meisjes, ook de meisjes die nieuw kwamen. Ik zorgde ook dat het geld bij X kwam. ( ) U vraagt mij naar D. ( ) Ik moest aan D vertellen hoe de werkzaamheden waren en wat er allemaal van D werd verwacht. Ik heb die opdracht van X gekregen. Volgens mij is D omstreeks mei 2003 gekomen. Ik was toen al ongeveer anderhalf jaar in Nederland. Over de verdiensten kan ik u vertellen dat ik het geld van de meisjes op moest halen van X. ( ) Toen ik in Nederland kwam, werd mij verteld dat ik geslagen en verkocht kon worden als ik niet deed wat mij werd gezegd. Ik deed dus alles wat X mij opdroeg. ( ) Met D heeft E afgesproken dat zij ook op basis van fifty-fifty zou gaan werken. Ik heb samen met D gewerkt in R. Ik heb ook wel geld van de meisjes opgehaald en dat afgegeven aan X. De meisjes moesten alle geld afgeven aan X. X telde dan het geld. X stuurde dan geld naar huis, naar Rusland. Ik heb daar nooit bewijzen van gezien. X heeft voor mij wel geld naar mijn huis gestuurd. Ik weet niet of X van andere meisjes geld heeft overgestuurd. Het ging zo. Als wij werkten kochten wij sigaretten en eten en dingen die wij nodig hadden. Dit schreven wij allemaal op in een blocnote. X bekeek dit en kreeg de rest, dus al het geld wat wij overhielden. X bepaalde dan wat 50% voor ons was. ( ) Ik gaf soms iedere dag, maar ook wel eens om de dag al mijn verdiende geld aan X. Ik verdiende dus 3500 euro per week. ( ) Verder heeft u vragen naar F. ( ) Ik heb ook aan F verteld dat er 50% van haar verdiende geld naar X ging. ( ) Ik werk nog steeds voor X. Ik zou zonder X niet kunnen werken in de prostitutie. ( ) U vraagt mij of X mij in zijn macht had. Ik kan dat alleen maar bevestigen. Ik heb altijd alles zo gedaan zoals X mij zei te doen. F heeft gewerkt in R.

3 ( ) Verder vraagt u mij naar G. ( ) C heeft haar gebracht naar R en ik heb G van het station gehaald. ( ) C werkte waarschijnlijk voor X. Ik weet dat C ook wel eens geld van ons ophaalde uit R. X had gebeld met mij en hij vertelde mij dat er een ander zou komen om ons geld op te halen. ( ) C en X hadden haar verteld hoe zij moest gaan werken. ( ) Ik heb ook aan alle meisjes gezegd dat zij een blocnote moesten bijhouden met hun verdiensten en hun uitgaven. Ook in opdracht van X. ( ) Ik heb ook wel van X opdracht gekregen om de meisjes in de gaten te houden. ( ) Ik ken F vanuit Rusland. ( ) F kwam eind mei begin juni 2003 naar Nederland om te gaan werken ( ) X had verteld dat we bepaalde mannen moesten weigeren. ( ) Er ging van X een dreiging uit. ( ) F moest het verdiende geld aan mij geven. Ik gaf dit geld weer aan X of aan C. ( ) H ken ik ook. Ik heb haar ook ingewerkt op T in R. ( ) Ik weet dat zij eerst heeft gewerkt voor X. ( ) Ik heb wel gehoord dat ze later voor een andere pooier werkte. Misschien heeft X haar weggeven of verkocht. ( ) Ik weet dat een meisje I samen met H naar Nederland zijn gekomen. ( ) Ook van haar heb ik het verdiende geld opgehaald en afgegeven aan X of C. G en ik hebben ook tegen dit meisje gezegd dat ze goed moest luisteren naar hetgeen X wilde. ( ) (Verbalisanten: Wij confronteren haar met diverse gesprekken) (gesprek nummer ) Ik kan mij dit gesprek wel goed herinneren. Het is een gesprek tussen X en mij. Ons gesprek gaat over het meisje J (fon). ( ) Zij moest een boekhouding bij gaan houden over de inkomsten. Ik moest haar controleren. ( ) (gesprek nummer ) ( ) Dit was voor mij de eerste keer dat ik met een vals paspoort in aanraking kwam. X had haar het paspoort gegeven. Dit was een mogelijkheid om hier in Nederland te kunnen verblijven. Een andere mogelijkheid was een verblijfsvergunning. En die krijg je alleen als je hier getrouwd bent met een Nederlandse man. ( ) Ik ben in Rusland getrouwd met K op xx oktober ( ) Het was een huwelijk voor de verblijfsvergunning. Ik had met X afgesproken dat ik na het huwelijk nog 1 jaar voor hem zou moeten werken. Daarna zou ik vrij zijn, dat was de afspraak.( ) Mevrouw F, heeft, als aangeefster, op 8 en 17 oktober 2003, onder meer het volgende verklaard: ( ) Mijn pooier is een Bulgaarse man met de naam X en hij is xx jaar. ( ) Deze drie zijn de kruimeldieven die X de spullen leveren. Eind juni, 28 of 29 juni, 2003 ben ik naar Nederland gekomen. ( ) In Duitsland heb ik een tweede man van de pooier gebeld. Deze man heet C. ( ) A heeft mij toen naar het U centrum gebracht en daar heb ik toen X ontmoet. ( ) Ik draag 50% van mijn verdiensten af aan mijn pooier X. ( ) Ik voel mij door X geintimideerd en ik durfde geen nee tegen hem te zeggen. Ik was erg afhankelijk van hem. ( ) De termijn om voor X te werken is 6 maanden. Als ik nu tegen X zou zeggen dat ik met het werk ga stoppen, dan ben ik verplicht een nieuw meisje voor X te zoeken als vervanger voor mij. Als ik niet aan deze verplichting voldoe en ik zou terugkeren naar Rusland, dan heeft X mensen in de stad S (Rusland). ( )Ik wens aangifte te doen van mensenhandel vrouwenhandel gepleegd door een Bulgaarse man die ik ken als X. ( ) C en ik zijn terug gegaan naar het 1e station waar D nog met de bagage stond en samen zijn we toen weer naar het tweede station gereisd om de trein naar Nederland te nemen. ( ) In Rusland had G mij reeds verteld dat ik op basis van 50/50 zou gaan werken. Van welk bedrag dit zou zijn wist ik niet. Eerst moest ik mijn schulden, de gemaakte kosten voor de reis en dergelijke afbetalen. ( ) Het geld dat ik verdiende moest ik inleveren bij A. A zorgde er dan weer voor dat het geld bij X terecht kwam. De eerste maand dat ik werkte was X er nog niet en dus bracht A het geld toen bij C. ( ) X kwam dus ongeveer een maand later, volgens mij was het omstreeks 28 juli 2003, opdagen in het sekshuis op T in R. ( ) Die avond heb ik mijn verdiende geld aan X gegeven. ( ) Daarna bracht ik regelmatiger het geld naar X in V. ( ) Sinds augustus ben ik gemiddeld 1 of 2 keer per week naar V gereisd om het verdiende geld van de meisjes af te dragen aan X. Ik reisde dan altijd

4 met de trein. Gemiddeld nam ik dan 6000 euro of meer mee. Ik belde dan naar hem en zei dat ik er aan kwam. Wij spraken dan af in een cafe en daar ontmoetten wij elkaar. X gaf mij dan zijn tasje en ik ging met dat tasje naar het toilet. Daar haalde ik het geld en de boekhouding tevoorschijn en deed dit in dat tasje. ( ) Met boekhouding bedoel ik blaadjes uit een kladboek waarop de meisjes hun verdiensten en uitgaven van die week bijhielden. ( ) Eenmaal had ik voor 8 dagen werken 6000 euro gebracht. X vroeg mij toen waarom dit zo weinig was en hij zei daarbij dat hij in V een meisje had werken die in haar eentje wel euro verdiende. Hij zei dat hij geen geld meer naar onze familie zou sturen als wij niet meer zouden verdienen. Daarna heeft hij ook nooit meer geld naar onze families gestuurd. ( ) Ik moet u ook nog vertellen dat het grootste gedeelte van de telefoons die wij kregen van X om te gebruiken gestolen telefoons zijn.( ) Mevrouw D, heeft, als aangeefster, op 23 oktober 2003, onder meer het volgende verklaard: ( ) Ik wens aangifte te doen van mensenhandel c.q. vrouwenhandel gepleegd door een organisatie die vrouwen in Rusland ronselt om als prostituee te gaan werken in Nederland. Een van de leden van deze organisatie is genaamd X en dat was mijn pooier in nederland. ( ) ( )op 26 mei 2003 kwamen wij aan in Berlijn. ( ) Het bleek dat C ergens anders stond en G heeft toen met een taxi C opgehaald. ( ) Op 27 mei 2003 omstreeks 15:00 uur kwamen wij met de trein in R aan. ( ) ( )ik zag dat A onder de tafel door veel geld aan C gaf. Volgens mij was dit geld dat voor mij werd betaald. Ik denk niet dat dit verdiensten waren die moesten worden ingeleverd, want later heb ik begrepen dat dit op een andere manier werd gedaan. ( ) A gaf mij ook een bloknote dat ik kon gebruiken om mijn verdiensten en uitgaven bij te houden. ( ) Ik moet u nog vertellen dat ik de eerste maand euro verdiende. Dit geld had ik ingeleverd bij de pooier ( ) ( ) In dat restaurant hebben we wat gegeten en F en de pooier dronken bier. ( ) Hij stelde ons gerust en hij vertelde dat hij ook problemen had gehad ( ) Het was hem gelukt daar uit te komen en hij zat sinds 9 jaar in deze zaken. ( ) Ik heb nog een briefje waarop de pooier heeft uitgerekend wat ik had verdiend. Ik geef u hierbij dat briefje om een copie te maken. Ik zal u uitleggen wat het betekent is het bedrag wat ik in totaal die maand (juli) verdiend heb is een getal wat ik niet snap en wat de andere meisjes ook niet snappen. Dit bedrag trekt hij altijd af van mijn verdiensten. Zo hield ik dus 5021 over. Dit deelde hij door 2. Toen bleef er 2510 over. Daar trekt de pooier 1390 euro (het geld dat ik hem nog verschuldigd was) van af en dan houd je 1120 euro over. ( ) De pooier belde mij wel vaak. Hij was niet tevreden over mij. ( ) Ik werd bang voor hem. ( ) Hij controleerde mij voortdurend. ( ) U vraagt mij wie er allemaal voor de pooier werken. Dit zijn in ons sexhuis G, F, kleine L, I, E, M en A. ( ) Ook vertelde de pooier mij dat hij in andere steden ook meisjes aan het werk heeft. ( ) Ook weet ik van een ander meisje, genaamd H dat zij voor onze pooier heeft gewerkt en dat hij haar mishandeld heeft en doorverkocht heeft aan een andere pooier, een Albanees. ( ) Zolang ik in R werk, heb ik euro bruto verdiend. ( ) Als ik dat dan bereken dan heb ik, zolang ik voor de pooier heb gewerkt, euro netto verdiend. Er is in totaal 3000 euro naar mijn moeder gestuurd. De pooier heeft dus meer dan euro van mij afgepakt,( ) Ik zal u een signalement geven van onze pooier. Volgens F heet de pooier X of X.( ) Mevrouw G, heeft, als aangeefster, op 9 en 31 oktober 2003, onder meer het volgende verklaard: ( ) Volgens mij heeft hij toen al gebeld met mijn huidige pooier. Dit is een Bulgaar met veel namen. Hij heet onder andere X en X. ( ) In Keulen werd ik opgewacht door een man. Dit was een Bulgaar genaamd C. C is een vriend van X. ( ) De volgende dag zijn X en ik naar mijn werkplek gereden. Later bleek mij dat dit R was. ( ) Ik heb al verteld dat ik mijn verdiende geld moest delen met mijn pooier X. ( ) Ieder meisje heeft een blocnote waarop zij bijhoudt wat ze per dag verdient en uitgeeft.

5 ( ) In totaal heb ik ongeveer euro verdiend. ( ) Als ik dit dan allemaal nareken zie ik dat X ongeveer euro aan mij verdiend heeft. ( ) X controleerde ons via de telefoon. ( ) Ik spreek in mijn verklaring over andere meisjes. Ik bedoel hiermee de meisjes die voor X werkten in R. Dit zijn D, 2 F/L, I, ikzelf en H. ( ) Ook hebben H en G en E voor X gewerkt, maar die zijn er nu niet meer. U vraagt mij wat de rol van C is. Volgens mij is hij gewoon een hulpje van X. ( ) Ik kan u nog vertellen dat X mij verteld heeft dat hij in V en in nog een andere, mij onbekende plaats, meisjes aan het werk had in de prostitutie.( ) Mevrouw I, heeft, als aangeefster, op 9 en 30 oktober 2003, onder meer het volgende verklaard: ( )Op 6 maart 2003 ben ik met de bus van Rusland naar Nederland gereisd. ( ) Later bleek die tweede man X te zijn. ( ) G vertelde mij dat ik in het U Centrum op basis van 50% werkte. G vertelde mij dat ik 50% van het geld aan X moest afstaan. X is mijn pooier. ( ) Ik verdien hier gemiddeld 6000 euro per maand. Van die 6000 euro betaal ik de onkosten. ( ) Ik hou dan ongeveer 4800 euro over. Hiervan moest X de helft hebben. ( ) Ik droeg het geld af aan G. G gaf weer het geld, die 50% van mijn inkomsten, aan X. ( ) De periode daarna deed ik precies wat X van mij wilde. Ik was erg bang. Ik voelde dat mijn leven gevaar liep. X belde mij regelmatig op. ( ) Ik verdiende in het begin per maand wel euro. ( ) De tweede foto is een foto van G uit S. Zij heeft een dubbele rol. Voorheen werkte zij ook in R, maar nu is zij terug naar S waar zij meisjes ronselt voor het werk in R. ( ) Ik denk dat deze G en X, mijn pooier, samenwerken want zij zorgt ervoor dat mijn pooier meisjes krijgt uit S. ( ) Volgens G en A was voor geld alles te koop. Ook moord. ( ) C heeft ons meegenomen met de trein nar V. ( ) Het enige dat ik wist is dat G mij verteld heeft dat H niet goed was en dat de pooier H verkocht had aan een andere pooier. ( ) De volgende meisjes werkten voor X in R. Dit zijn G, A, en E, twee F/L en D uit S, G en ik uit Yoskar-Ola. Ook H werkte voor X.( ) Mevrouw H, heeft, als aangeefster, op 29 oktober 2003, onder meer het volgende verklaard: ( )De man in Keulen vertelde dat hij de hulp van X was en dat hij C heette. ( ) Toen wij de eerste avond, op maandag 10 maart 2003, in W waren zag ik dat G kwam ( ) In die drie weken heb ik 4100 euro verdiend. Al het geld dat ik verdiende moest ik aan G afgeven. ( ) G bracht het geld dan naar het station in R. C nam het geld op het station in ontvangst. Bij deze overdracht ben ik een keer aanwezig geweest in de hal van het station. ( ) C en G zeiden tegen mij dat ik minstens 400 euro per dag moest verdienen. Dit kreeg ik elke dag weer te horen. ( ) Ik maakte toen de keuze dat ik verkocht zou worden aan de vriend van X. ( ) Ik wed dus verkocht aan N voor 1500 euro. ( ) Ik kan X als volgt omschrijven: Ten eerste gebruikt X ook de naam X.( ) Mevrouw F, heeft, als aangeefster, op 10 oktober 2003, onder meer het volgende verklaard: ( ) ik ben op 12 augustus 2003 s avonds laat in V aangekomen. ( ) Ik moest in een blocnote opschrijven wat ik verdiende ( ) De afspraak van te voren was dat ik de helft van mijn verdiende geld zelf zou kunnen houden en dat de andere helft voor mijn pooier zou zijn. Dit had ik afgesproken met G en A. In Nederland echter bleek mij dat ik al mijn geld in moest leveren. Gedurende de twee maanden dat ik hier werk heb ik in totaal euro verdiende. Darvan moest ik 7 weken huur betalen en had ik ongeveer 750 euro aan onkosten. U kunt dus uitrekenen dat ik ruim euro aan E heb gegeven en dat zij dat aan de pooier heeft gegeven. ( ) U vraagt mij wat voor straffen de pooier gaf. Hij mishandelde en bedreigde de meisjes en ook had hij geldstraffen. Ik weet van een meisje dat zij een

6 keer stiekem naar haar moeder had gebeld en dat de pooier toen 500 euro van haar verdiende geld had ingehouden. ( ) De laatste dag dat ik werkte heeft de pooier nog gedreigd dat hij geen geld meer zou opsturen naar Rusland als ieder meisje niet minstens 500 euro per dag zou verdienen. Ik weet dus nu officieel nog nooit hoe mijn pooier heet. Van die andere meisjes heb ik gehoord dat de pooier X of X heet. ( ) Mevrouw B, heeft, als getuige, op 29 november 2004, onder meer het volgende verklaard: ( )Volgens G zou ik dus in een jaar of 1,5 jaar Euro kunnen verdienen. ( ) Op 28 oktober 2004 omstreeks 01:00 uur kwam ik in V aan. ( ) Ik ging nog niet naar R, omdat mijn vals paspoort nog niet klaar was. ( ) Voorts heeft mevrouw B, als aangeefster, op 30 november 2004, onder meer het volgende verklaard: ( )Van het geld dat A en G verdienden, moesten zij de helft aan de man geven. Ik weet niet wat er met de rest van het geld gebeurde. In de tijd dat ik in de woning verbleef was er een kast in de woonkamer. In die kast lag een boek. In dat boek schreven A en G hun verdiensten. Het geld dat zij hadden verdiend stopten ze in dat notitieboek dat in de kast lag. De man kwam niet iedere dag langs. Maar als de man kwam, dan ging hij naar de kast. Ik heb nooit gezien wat de man daar precies uithaalde.( ) A en G hadden mij verteld dat werken op 50/50 basis een goede afspraak was, omdat een aantal meiden op basis van 30/70 werkte, waarvan dus zijzelf maar 30% mochten houden. Een andere regeling was 40/60. ( ) A, G en ik hadden gehoord dat de man was aangehouden door de politie. A en G waren op het werk. Ik was alleen thuis met de jongen. ( ) Ik zag dat de jongen papiertjes door de wc spoelde en spullen in een plastic zak deed. De inhoud van de papiertjes heb ik niet gezien. ( ) G vertelde mij dat de man haar had verteld dat ze in V met gemak 1000 Euro per dag moest kunnen verdienen met de prostitutie. Irina had minder verdiend dan die 1000 Euro en daarom was zij bang voor de man.( ) Tijdens de zitting in eerste aanleg heeft de Inspecteur een proces-verbaal van 23 december 2004 overgelegd, waaruit blijkt dat als verdachte verhoord is mevrouw G. Zij heeft onder meer het volgende verklaard: ( ) Ik ben in december 2001 naar Nederland gekomen en heb dat jaar 1 maand gewerkt. In 2002 heb ik 11 maanden gewerkt. In 2003 heb ik 4 maanden gewerkt. ( ) In 2004 heb ik nog ongeveer 1 week gewerkt. ( ) Ik schat dat ik per week ongeveer 2000 Euro contant heb verdiend. Hier zijn al vanaf getrokken de onkosten die ik moest maken voor huur voor de kamer, gel, condooms, lingerie, make-up, eten, sigaretten, etc. Ik hield dus echt gemiddeld 2000 Euro schoon per week over. Voor 65 weken werken komt dit neer op een bedrag van Euro. Van dit geld heb ik moeten afdragen aan X in totaal ongeveer Euro. ( ) We kunnen er wel vanuit gaan dat X gemiddeld tenminste 6 meisjes aan het werk heeft gehad gedurende de periode eind 2001 tot en met de dag dat hij door de politie is aangehouden. Ik denk zelfs dat het er meer waren. ( ) Ik weet van G dat zij en een B, die later ook in Y heeft gewerkt, in ieder geval een jaar in Z voor X hebben gewerkt. Ook twee andere meisjes hebben in die periode voor hem in Z gewerkt, maar ik ken hen niet van naam. Ook die meisjes hebben veel geld voor hem verdiend. ( ) Uit de tot het dossier behorende telefoontapverslagen blijkt onder meer het volgende: Tijdstip: :34 Uitgaand

7 ( ) X vraagt of zij kan werken over 2 a 3 uren. Zij wil weten voor hoe lang omdat zij daarna weer naar huis moet. X zegd ik wil dat jij lang werkt, als jij kan, dat is voor mij beter.( ) Tijdstip: :07 Inkomend ( ) A vertelt X ongevraagd dat zij naar Mc Donalds is geweest en dat zij elk 150 hadden verdiend. X: is dat alles? ( ) Tijdstip: :05 Inkomend ( ) G vertelt X dat zij 500 heeft verdiend, X vindt dat super. ( ) Tijdstip: :15 Inkomend ( ) A geeft de verdiensten van haar en O door aan X. Zij hebben beide ongeveer 300 verdiend. ( ) Tijdstip: :51 Inkomend ( ) A geeft definitieve verdiensten door van de vorige dag. Zij verdiende 325 en O 255. ( ) Tijdstip: 16:11 Inkomend ( ) A geeft X door dat zij gisteren 775 heeft verdiend en dat zij 760 heeft geschreven. ( ) Tijdstip: :08 Inkomend ( ) Ook verteled zij dat zij en O elk 300 hebben verdiend. ( ) Tijdstip: :02 Inkomend ( ) A geeft verdiensten van haar en O door, 400 en 300. ( ) Tijdstip: :14 Inkomend ( ) A belt X. X heeft al 600 verdient en O 450 ( ) Tijdstip: :10 Inkomend ( ) G meldt dat zij 500 heeft verdiend en dat zij misschien wat langer blijft. ( ) Tijdstip: :49 uitgaand ( ) X: Oke, ik zal daar iemand naar toe sturen om alles op te halen. Luister, ik heb jullie bloknoten opgehaald. Nou ga ik samen met A alles uitrekenen. En geleidelijk aan, elke week zal ik iemand zoeken om geld naar jullie toe te sturen. ( ) X: ( ) Ik heb de jongen gezegd om jullie bloknoten op te halen. ( ) Tijdstip: :07 Inkomend ( ) A zegt dat zij 400 heeft verdiend. ( ) Tijdstip: :15 Inkomend ( ) G vertelt dat zij 400 heeft verdiend tot dat moment. ( ) Tijdstip: :00 Inkomend ( ) A meldt zich en geeft aan dat zij 200 heeft verdiend. ( ) 2.4 Als gevolg van dit strafrechtelijk onderzoek is belanghebbende door de rechtbank te R veroordeeld. In hoger beroep is belanghebbende op 14 juli 2006 door het gerechtshof te R schuldig bevonden aan mensenhandel en verboden wapenbezit. Hij is daarbij veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren. 2.5 Op 16 november 2005 zijn aan belanghebbende de aangiften over de jaren 2003 en 2004 uitgereikt. Omdat belanghebbende, na daartoe te zijn aangemaand, niet tijdig aangifte over deze jaren heeft gedaan werden met dagtekening 24 februari 2006 de aanslagen

8 inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Met dezelfde dagtekening zijn ook de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2001 en 2002 opgelegd. 2.6 De Inspecteur heeft bij het opleggen van voormelde aanslagen het belastbare inkomen uit werk en woning geschat. Hij heeft als uitgangspunt genomen dat belanghebbende als souteneur winst uit onderneming heeft genoten. De winst is berekend door gedurende 40 weken per jaar een weekomzet van per prostituee te schatten. De Inspecteur is er daarbij van uitgegaan dat er 5 prostituees werkzaam zijn geweest. De Inspecteur heeft aangenomen dat belanghebbende belaste inkomsten heeft genoten van december 2001 tot en met november De (jaarlijkse) winsten, tevens de vastgestelde belastbare inkomens uit werk en woning, zijn als volgt berekend: 2001: 1/12 (40 * * 5) = : 40 * * 5 = : 40 * * 5 = : 11/12(40 * * 5) = Op 5 april 2006 is, namens belanghebbende, door zijn gemachtigde bezwaar gemaakt tegen de in geschil zijnde (navorderings-)aanslagen. 2.8 Op 21 juni 2006, één dag voor het geplande hoorgesprek, heeft gemachtigde bij telefax, de Inspecteur, voorzover van belang, van het volgende op de hoogte gesteld: Ik zal inderdaad op 22 juni a.s. op uw kantoor verschijnen. Hierbij wens ik echter wel het voorbehoud te maken dat er voor mij geen gelegenheid bestaat om de bijlagen bij uw brief met cliënt te bespreken. Hij is namelijk gedetineerd te Qq en het is voor mij onmogelijk hem vandaag nog te bezoeken. Bovendien heb ik begrepen dat hij ook persoonlijk nog wenst te worden gehoord in deze. 2.9 Op 22 juni 2006 is belanghebbendes gemachtigde in verband met het ingediende bezwaarschrift gehoord. Het daarvan gemaakte hoorverslag luidt, voorzover van belang, als volgt: Omdat de inspecteur deze fiscaal duidelijke zaak (er is sprake van de verzwaarde bewijspositie, en er is sprake van een behoorlijk aantal gedetailleerde getuigenverklaringen waaruit een omzetberekening kan worden gemaakt) graag voor de vakantie wil afronden wordt besproken of een aantal details ook in de beroepsfase kunnen worden geregeld om zo voortgang te houden. Gemachtigde verklaart zich op zich akkoord met deze keuze maar verklaart dat dit wel afhankelijk is van de medewerking van zijn cliënt. Na een korte schorsing wordt overeengekomen dat de inspecteur het gehele PV gaat kopiëren en zal toezenden. (is inmiddels al gebeurd) Dit is ook alles wat hij heeft ontvangen. Daarnaast wordt een stuk geproduceerd waarin aansluiting tussen het PV en de aanslagen nader wordt onderbouwd. Dit wordt ook toegezonden, inclusief het onderhavige hoorverslag. Binnen twee weken, tot en met 6 juli krijgt de gemachtigde de gelegenheid een nadere onderbouwing van zijn bezwaarschriften te overleggen en daarna zal de inspecteur op 7 juli uitspraak doen Op 7 juli 2006 is het bezwaarschrift, voorzover van belang, als volgt nader gemotiveerd: Concluderend verzoek ik u de bestreden aanslagen met in achtneming van het bovenstaande te vernietigen. Tot slot deel ik u mede dat ik het antwoord op de vraag hoe cliënt denkt de fiscale zaak denkt op te lossen, schuldig moet blijven. Cliënt beschikt namelijk niet over de daarvoor benodigde middelen In zijn uitspraak op bezwaar, gedagtekend op 12 juli 2006, heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard en heeft hij met toepassing van artikel 25, lid 6 Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) (de zogenoemde omkering van de bewijslast ) de aanslagen gehandhaafd omdat niet gebleken was dat deze onjuist waren.

9 3. Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen 3.1 In geschil is of de hoorplicht in de bezwaarfase is geschonden en of de Inspecteur in zijn uitspraak terecht met omkering van de bewijslast de onderwerpelijke (navorderings-)aanslagen heeft gehandhaafd omdat niet gebleken is dat deze onjuist zouden zijn. 3.2 Belanghebbende is van mening dat hij ten onrechte niet door de Inspecteur is gehoord en dat ten onrechte de omkering van de bewijslast is toegepast bij de vaststelling van de (navorderings- )aanslagen. 3.3 De Inspecteur is het tegenovergestelde van mening. 3.4 Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. 3.5 Belanghebbende concludeert, naar het Hof begrijpt tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en van de Inspecteur en terugwijzing van de zaak naar de Inspecteur teneinde belanghebbende alsnog zelf te horen en opnieuw uitspraak te doen. 3.6 De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. 4. Beoordeling van het geschil Hoorplicht 4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 25, lid 4 (wettekst 2006) van de AWR wordt, in afwijking van artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), belanghebbende op diens verzoek door de Inspecteur gehoord. 4.2 Uit het in 2.8 vermelde telefaxbericht blijkt, dat belanghebbendes gemachtigde een voorbehoud heeft gemaakt voorafgaand aan het hoorgesprek, omdat hij van belanghebbende had begrepen dat deze ook zelf wenste te worden gehoord. Uit hetgeen tijdens het hoorgesprek met belanghebbendes gemachtigde omtrent de voortgang van de (hoor)procedure is besproken, in combinatie met de inhoud van de in 2.10 vermelde nadere motivering van het bezwaarschrift, leidt het Hof af dat de Inspecteur in redelijkheid heeft kunnen concluderen dat belanghebbende, anders dan belanghebbendes gemachtigde had begrepen, niet gehoord wenste te worden, dan wel ervan heeft afgezien ook zelf te worden gehoord. De Inspecteur heeft namelijk tijdens het hoorgesprek medegedeeld dat hij op 7 juli 2006 uitspraak zou doen en dat gemachtigde tot en met 6 juli 2006 het bezwaarschrift nog nader kon motiveren. Doordat op 7 juli 2006 vervolgens het bezwaarschrift nader door de gemachtigde is gemotiveerd en daarbij is geconcludeerd tot vernietiging van de aanslagen zonder dat nog gewezen is op het alsnog horen van belanghebbende zelf, kon en mocht de Inspecteur aannemen dat van het laatste impliciet is afgezien. Onder die omstandigheden heeft de Inspecteur, ook omdat belanghebbendes gemachtigde wel is gehoord, voldaan aan hetgeen in artikel 7:2 Awb en in artikel 25, lid 4 van de AWR is bepaald. Omkering van de bewijslast 4.3 De Inspecteur heeft in eerste aanleg gesteld dat op grond van het bepaalde in artikel 27e, onderdeel b van de AWR, de Rechtbank het beroep ongegrond diende te verklaren omdat niet gebleken was dat ten aanzien van de in geschil zijnde aanslagen de uitspraak op het bezwaar onjuist was. Met betrekking tot de aanslagen over de jaren 2003 en 2004 onderbouwde hij dit mede met een beroep op het bepaalde in artikel 27e, onderdeel a van de AWR. 4.4 Op grond van de inhoud van de in 2.3 bedoelde stukken, welker inhoud door belanghebbende op geen enkele wijze wordt weersproken, is het Hof van oordeel dat belanghebbende in de in geschil zijnde jaren voor zijn rekening en risico een (objectieve) onderneming dreef. Uit voormelde geloofwaardige verklaringen, alsook uit de telefoontapverslagen, blijkt dat belanghebbende over een organisatie van kapitaal en arbeid beschikte. Hij wierf via tussenpersonen in Rusland stelselmatig vrouwen. Na aankomst in Nederland werden zij, met ondersteuning van anderen, zoals bijvoorbeeld C,

10 als prostituee te werk gesteld in het U-centrum in R. Gelet op de in en opgenomen verklaringen is het aannemelijk dat belanghebbende zich al vóór 2001 met deze werkzaamheden heeft beziggehouden en dat hij ook in andere U-centra vrouwen voor zich liet prostitueren. Belanghebbende schuwde het niet de vrouwen, al dan niet door tussenkomst van onder andere C, onder mentale en fysieke druk te zetten. Hij voorzag ze van mobiele telefoons en controleerde ze (daarmee) veelvuldig. Doel was de vrouwen zoveel mogelijk te laten verdienen. Dat belanghebbende winst beoogde en dat dit ook redelijkerwijs te verwachten was blijkt uit de diverse verklaringen omtrent de verdeling van de verdiensten en uit de telefoontapverslagen. 4.5 Aangezien belanghebbende naar het oordeel van het Hof in de onderhavige periode een onderneming dreef, vloeit uit het bepaalde in artikel 52 AWR voort dat hij, als administratieplichtige, gehouden is op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde zijn rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk blijken. 4.6 Uit hetgeen in 2.3 is opgenomen blijkt ook dat elke prostituee haar verdiensten op een blocnote bijhield. Deze primaire vastleggingen behoren tot de te bewaren boeken en bescheiden zoals bedoeld in evenvermeld artikel 52 AWR. Door de Inspecteur is onweersproken gesteld dat belanghebbende geen administratie heeft gevoerd. Dat een administratie is bijgehouden is ook overigens niet gebleken. Daaruit vloeit voort dat het Hof, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 27 e, aanhef en onderdeel b, juncto artikel 27j, derde lid van de AWR, het hoger beroep ongegrond verklaart tenzij blijkt dat en in hoeverre de uitspraak op bezwaar onjuist is (de zogenoemde omkering van de bewijslast ). Naar het oordeel van het Hof heeft belanghebbende het van hem verlangde bewijs niet geleverd. 4.7 Ten overvloede stelt het Hof, evenals de Rechtbank, vast, dat voor de jaren 2003 en 2004 aan belanghebbende aangiften zijn uitgereikt, die hij na diverse rappellen, niet heeft ingediend. Zoals de Rechtbank terecht heeft overwogen, ontslaat het feit dat tegen belanghebbende een strafvervolging was ingesteld, hem niet van zijn in artikel 8 van de AWR genoemde aangifteverplichting (HR 11 december 1991, BNB 1992/243 en HR 27 februari 2004, BNB 2004/225). Dat belanghebbende voor de jaren 2003 en 2004 niet de vereiste aangifte heeft gedaan, heeft tot gevolg dat ook op grond van het bepaalde in artikel 27e, onderdeel a, juncto artikel 27j, derde lid van de AWR, de bewijslast dient te worden verzwaard en omgekeerd. Redelijke schatting Belanghebbende klaagt in hoger beroep niet over de hoogte van de opgelegde aanslagen. Voor zover zijn beroep aldus moet worden verstaan, dat hij ook de hoogte van de aanslagen betwist, oordeelt het Hof als volgt. De omkering van de bewijslast neemt niet weg dat op de Inspecteur de last rust aannemelijk te maken dat de (navorderings-)aanslag is gebaseerd op een redelijke schatting van het belastbare inkomen. Gelet op de in de tapverslagen genoemde bedragen is een gemiddelde omzet van 484 (dagomzetten 8, 9 en 10 november 2004 van A, O en G van 255, 325, 600, 450, 775 en 500) per prostituee per dag te berekenen. Dit stemt overeen met de verklaringen waaruit blijkt dat belanghebbende een minimum verdienste van 400 tot 500 per prostituee per dag eiste. Uit onder andere de in vermelde verklaring blijkt dat in R op dat moment gemiddeld 6 prostituees werkten en uit de in vermelde verklaring blijkt dat gedurende 7 dagen per week werd gewerkt. Uitgaande van de gangbare 50%-afspraak is dan de jaarwinst voor belanghebbende te schatten op 484 * 7 dagen * 6 prostituees * 50% * 40 weken = De in 2.6 vermelde schattingen van de Inspecteur zijn derhalve redelijk en niet willekeurig gemaakt; ook als in ogenschouw wordt genomen dat uit de verklaringen blijkt dat belanghebbende ook in V, Y (en Z) vrouwen zich voor hem

11 liet prostitueren en hij in afwijking van de 50%-afspraak zich in de regel meer geld toe-eigende, zoals in is vermeld. Dat belanghebbendes onderneming gedurende het gehele door de Inspecteur belaste tijdvak heeft bestaan acht het Hof aannemelijk. Met betrekking tot de aanvang van belanghebbendes onderneming heeft het Hof de verklaringen opgenomen in ( visum ging in op 1 december 2001 ) en in ( belanghebbende zat al negen jaar in deze zaken ) en in ( ik ben in december 2001 naar Nederland gekomen ) daarbij in zijn overwegingen betrokken. Dat na 1 december 2004 door de Inspecteur geen winst meer in aanmerking is genomen is juist omdat omstreeks dat tijdstip belanghebbende in hechtenis is genomen. Gelet op het vorenstaande is het Hof van oordeel dat de Inspecteur bij de vaststelling van het belastbare inkomen is uitgegaan van een redelijke schatting. 4.8 Op grond van het vorenstaande is het hoger beroep ongegrond. 5. Kosten Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. 6. Beslissing Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J. Kromhout, voorzitter, mr. J.P.M. Kooijmans en mr. R.F.C. Spek, in tegenwoordigheid van mr. C.E. te Brake als griffier. De beslissing is op 25 augustus 2009 in het openbaar uitgesproken en, bij afwezigheid van de voorzitter, ondertekend door mr. Kooijmans. De voorzitter, (C.E. te Brake) (J.P.M. Kooijmans Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 27 augustus 2009 Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer) Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd; 2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/00631 uitspraakdatum: 18 maart 2014 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur, uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 14/000542 uitspraakdatum: 27 januari 2015 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:GHARL:2013:8624 ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

ECLI:NL:GHARL:2017:4777 ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:2681

ECLI:NL:GHARL:2014:2681 ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:6759

ECLI:NL:GHARL:2014:6759 ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BV7053, Gerechtshof Arnhem, 11/00315 Datum uitspraak:14-02-2012 Datum 28-02-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2017:9611 ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024 ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 16/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:8884

ECLI:NL:GHARL:2016:8884 ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:634

ECLI:NL:GHARL:2017:634 ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4367

ECLI:NL:GHARL:2017:4367 ECLI:NL:GHARL:2017:4367 Instantie Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00688 en 16/00689 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:3296

ECLI:NL:GHARL:2015:3296 ECLI:NL:GHARL:2015:3296 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-05-2015 Datum publicatie 22-05-2015 Zaaknummer 14/00675 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2014:5014, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende

Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:613

ECLI:NL:GHARL:2017:613 ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/00338 Uitspraak van 3 januari 2014 in het geding tussen: [X], wonende te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015

Nadere informatie

GERECHTSHOF s-hertogenbosch

GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00033 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559 ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ2838

ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ2838 ECLI:NL:RBBRE:2012:BZ2838 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 28-09-2012 Datum publicatie 01-03-2013 Zaaknummer 12/1407 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231 ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231 Instantie Datum uitspraak 28-06-2007 Datum publicatie 24-08-2007 Zaaknummer 06/00183 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 19-01-2007 Zaaknummer 06-00066 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Leeuwarden nummer: 12/00201 uitspraakdatum: 15 oktober 2013 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712 ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00218

ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00218 ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer 16/00218 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:5327

ECLI:NL:GHARL:2017:5327 ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BU5163

ECLI:NL:GHSHE:2011:BU5163 ECLI:NL:GHSHE:2011:BU5163 Instantie Datum uitspraak 16-09-2011 Datum publicatie 21-11-2011 Zaaknummer 11/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477

ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 14-06-2010 Zaaknummer 09/00106 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:814

ECLI:NL:GHARL:2015:814 ECLI:NL:GHARL:2015:814 Instantie Datum uitspraak 10-02-2015 Datum publicatie 20-02-2015 Zaaknummer 13/00946 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2733

ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00008 tot en met 15/00010 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 april 2016, nummer Awb 15/2747, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 april 2016, nummer Awb 15/2747, in het geding tussen belanghebbende en ECLI:NL:GHARL:2017:1775 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer 16/00600 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2016:1287, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393

ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393 ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 01-03-2011 Datum publicatie 21-03-2011 Zaaknummer 10/00433, 10/00439 en 10/00440 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 juni 2017, nr. SGR 16/2060.

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 juni 2017, nr. SGR 16/2060. \81e>vat>' uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer Uitspraak van 30 maart 2018 in het geding tussen: y z >B.V. te' I, belanghebbende, en P de inspecteur van de Belastingdienst,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1563

ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00505

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 6 LJN: BW3384, Gerechtshof Arnhem, 11/00577, 11/00578 en 11/00579 Datum 03-04-2012 uitspraak: Datum 20-04-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:Inkomstenbelasting.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00638

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00638 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer 09/00638 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546

ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546 ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 16/00546 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 Instantie Datum uitspraak 19-07-2016 Datum publicatie 01-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 5497 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep

11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep ECLI:NL:GHSHE:2015:3523 http://deeplink. Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 11-09-2015 21-09-2015

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:4673

ECLI:NL:RBZWB:2013:4673 Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBZWB:2013:4673 Instantie Datum uitspraak 31052013 Datum publicatie 25072013 Zaaknummer Rechtsgebieden Rechtbank ZeelandWestBrabant AWB12_1157 Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3701

ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 02-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13_1439

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur).

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur). Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummers 13/01158 en 13/01159 uitspraakdatum: 24 februari 2015 nummer / Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 Instantie Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 11-00672 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-01-2009 Datum publicatie 12-05-2009 Zaaknummer AWB 07/1900 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Overwegende dat de inspecteur het verschuldigde griffierecht tijdig heeft

Overwegende dat de inspecteur het verschuldigde griffierecht tijdig heeft HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Eerste Enkelvoudige Belastingkamer. Gezien het beroepschrift ingediend door Y te Z namens X te Z, ingekomen ter griffie op 29 april 1982 onder nummer 2344/82 en gericht tegen

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Uitspraak van 26 maart 2014 [X] te [Z], belanghebbende, de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond,

Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Uitspraak van 26 maart 2014 [X] te [Z], belanghebbende, de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond, Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/01258 Uitspraak van 26 maart 2014 in het geding tussen: [X] te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond,

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 14/00423. Uitspraak op het hoger beroep van

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 14/00423. Uitspraak op het hoger beroep van Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 14/00423 Uitspraak op het hoger beroep van de heer a, wonende te b, hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887

ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887 ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 12-05-2005 Datum publicatie 21-06-2005 Zaaknummer 04-01163 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Het gerechtshof te Arnhem, eerste enkelvoudige belastingkamer;

Het gerechtshof te Arnhem, eerste enkelvoudige belastingkamer; GERECHTSHOF ARNHEM BELASTINGKAMER nr. 950633 Het gerechtshof te Arnhem, eerste enkelvoudige belastingkamer; Gezien het beroepschrift van X wonende te Z, ingekomen op 3 april 1995 en gericht tegen de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490 ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:20

ECLI:NL:GHARL:2015:20 ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis ECLI:NL:GHARL:2014:2897 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 08-04-2014 Datum publicatie 18-04-2014 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2731

ECLI:NL:GHSHE:2016:2731 ECLI:NL:GHSHE:2016:2731 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00002 tot en met 15/00007 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

LJN: BX7144, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 11/00755

LJN: BX7144, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 11/00755 LJN: BX7144, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 11/00755 Datum uitspraak: 29-08-2012 Datum publicatie: 12-09-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Belanghebbende, een

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, kantoor Maastricht, de inspecteur.

de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, kantoor Maastricht, de inspecteur. LJN: CA2372, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12/363 Datum uitspraak: 26-03-2013 Datum publicatie: 07-06-2013 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Naheffingsaanslag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:2857

ECLI:NL:RBZWB:2015:2857 ECLI:NL:RBZWB:2015:2857 Instantie Datum uitspraak 08-04-2015 Datum publicatie 13-05-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 6290 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I. Griffie 3050/81 Type: ev. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer;

Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I. Griffie 3050/81 Type: ev. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer; Uitspraak 22 oktober rolnr. 95/82 M I Griffie 3050/81 Type: ev HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer; GEZIEN het beroepschrift van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:310

ECLI:NL:GHAMS:2014:310 pagina 1 van 6 ECLI:NL:GHAMS:2014:310 Instantie Datum uitspraak 30-01-2014 Datum publicatie 12-02-2014 Zaaknummer 12/00966 Rechtsgebieden Gerechtshof Amsterdam Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Almere,

de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Almere, Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Bestuursrecht, belastingkamer locatie Leeuwarden procedurenummer: AWB LEE 13/970 uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 17 september 2013 als bedoeld

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747 ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747 Instantie Datum uitspraak 19-05-2010 Datum publicatie 11-08-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 09/6595 SUCCR Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691

ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 ECLI:NL:RBZWB:2017:3691 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 16 _ 2238 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:1535

ECLI:NL:GHARL:2016:1535 ECLI:NL:GHARL:2016:1535 Instantie Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 15/00020 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

NTFR 2010/203 met annotatie van Castelijn FutD V-N 2009/65.1.1

NTFR 2010/203 met annotatie van Castelijn FutD V-N 2009/65.1.1 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK0392 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 13-10-2009 Datum publicatie 16-10-2009 Zaaknummer BK-07/00550 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2010:BN8729, (Gedeeltelijke)

Nadere informatie

2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. io~oo6zz hop uitspraak GERECHTSHOF 's-gravenhage Sector belasting Nummer BK-08/00456 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. S januari 2010 op het hoger beroep van de Inspecteur, de voorzitter

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur) LJN: BW3414, Gerechtshof Arnhem, 11/00467 en 11/00468 Datum uitspraak: 11-04-2012 Datum publicatie: 20-04-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting. De

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Derde Enkelvoudige Belastingkamer. een uitspraak en een besluit van de Inspecteur der omzetbelasting te Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Derde Enkelvoudige Belastingkamer. een uitspraak en een besluit van de Inspecteur der omzetbelasting te Y, de inspecteur. kenmerk: 6013/89 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Derde Enkelvoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van v.o.f. X te Z belanghebbende, tegen een uitspraak en een besluit van de Inspecteur der omzetbelasting

Nadere informatie

Het gerechtshof te Arnhem, tweede meervoudige belastingkamer;

Het gerechtshof te Arnhem, tweede meervoudige belastingkamer; AK GERECHTSHOF ARNHEM BELASTINGKAMER Nr. 373/1988 Het gerechtshof te Arnhem, tweede meervoudige belastingkamer; Gezien het beroepschrift van de erfgenamen van X gewoond hebbende te Z, ingekomen op 2 februari

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:4441

ECLI:NL:RBZWB:2015:4441 ECLI:NL:RBZWB:2015:4441 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 4046 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser

uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser Uitspraak Rechtbank DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 13/7254 uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser (gemachtigde: mr. drs.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:2385

ECLI:NL:RBZWB:2017:2385 ECLI:NL:RBZWB:2017:2385 Instantie Datum uitspraak 28-02-2017 Datum publicatie 02-05-2017 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 849 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r nr. 24.702 12 oktober 1988 AHN Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de vennootschap onder firma X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826

ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-05-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 11-00572 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie