Boerboel de Boerboel de Boerboel Herodotus Tibet, Assirië en Babylon Assirië Assurbanipal Egypte Alexander de Grote 326 mastiff-type

Transcriptie

1 Andere naam: Boerboel Oorsprong: Zuid-Afrika Gehouden als: Waakhond op boerenbedrijven Grootte: Reuen minimaal 66 cm en teven minstens 61 cm Gewicht:? Kleur: varieert van lichtgeel tot donkerrood, al dan niet gestroomd. Vachtsoort: kortharig zacht. Gem. Leeftijd:? Geschiedenis : In woordenboeken en encyclopedieën de Boerboel zal men de, is volgende nu een volledig definitie volwassen vinden Boerboel van hondenras. een boerboel: Langdurig een tot grote in on de Toen Assurbanipal Egypte veroverde, werden deze Alexander honden ook de meegenomen Grote verantw en w Door de eeuwen heen hebben mastiff-type deze honden zich dat in twee gebruikt definitieve werd voor typen bescherming ontwikkeld, en het als soldaat en ee 1 / 6

2 Allebei waren het stevige, deze goedgebouwde, twee typen honden grote,. typische werkhonden met enkele kleine verschillen in v Ongeveer 600 jaar geleden zijn de Europeanen begonn Toen Jan van Riebeeck naar de Kaap kwam in 1652 bracht h Deze hond stond bekend "De als Bullenbijter", een grote zware mastiff-hond. Op dit Er arriveerden dus honden Assirische uit veel verschillende hond weer landen. te voorschijn Doordat de kwamen. pioniers Boerboel Overleven zich steeds was verder het meest (tot landinw op bd Echter na " De Grote Trek " vond er op de meest afgelegen boerderijen nog meer i Omstreeks het jaar 1900 waren de karakteristieken oerhond van de " De jaren die hier op volgden Boerboel werden bijna fataal. " weer d De trek naar de stad (urbanisatie) Boerboel zorgde voor veel. Alles kruisingen wat kon tussen blaffen rassen, kruiste Boerboel ook met bij elkaar de en de typische zijn rech Geselecteerd fokken was SABT begonnen, teleurstellingen uitgegroeid volgden, tot maar een vereniging ook immense met vreugde. meer dan Eindelijk, 1500 leden In totaal 5500 kilometer werd er gereisd om 250 honden te keuren, waarvan er slechts 72 werden gesele Bron: 2 / 6

3 Karakter: De Boerboel is op het eerste gezicht een ruwe waakhond, maar als we hem van naderbij bekijken zien we een enorm goede verdediger met een groot hart voor zijn familie en kinderen. Hij hecht zich niet aan één baas, maar beschouwt zijn familie als één geheel. Een onverschrokken Zuid-Afrikaan, die als het moet zijn mensen met zijn eigen leven verdedigt, maar die tevens, rustig en gedwee alles toelaat wat de kinderen des huizes met hem aanvangen. Een goeie lobbes die er staat als het van hem wordt verwacht. Hij zal aanvoelen wie een gast is en wie een indringer. Hij zal weten wanneer zij bang zijn of zich bedreigd voelen en hij zal met een grom duidelijk maken dat hij er is om hen te beschermen, altijd In nood neemt hij het leiderschap over. Zijn natuurlijke gereserveerdheid t.o.v. vreemden en zijn onverschrokkenheid op volwassen leeftijd maken het beeld volledig. De opvoeding vraagt veel inzet, doorzettingsvermogen en aandacht, de Boerboel is een redelijk harde hond. Een Boerboel heeft een tuin nodig en een sportief gezin. Het onderhoud valt nogal mee, een wekelijkse borstelbeurt en een regelmatige controle van oren en ogen vormen de basisverzorging. Hij voelt zich het best thuis in een gezin waar hij mag instaan voor de verdediging van have en goed, maar waar hij ook en vooral, deel uitmaakt van de familie. Hij is zelfredzaam en bijzonder intelligent, wat hij dan ook uitspeelt wanneer je een fout begaat. Een consequente opvoeding zorgt ervoor dat er tussen de baas en de hond een wederzijds respect ontstaat, waarin echter steeds de familie hoger in rang blijft dan de Boerboel. Zo zal de Boerboel het meesterschap van de baas respecteren, maar als de familie in gevaar komt neemt hij het heft in eigen handen. Een mooie karakterbeschrijving luidt als volgt: "Hij moet een goed temperament hebben, intelligent en standvastig zijn met een hoge prikkeldrempel en zijn baas gehoorzamen tot aan zijn dood." 3 / 6

4 Een Boerboel heeft een ervaren en zeer consequente baas nodig. Regelmatig moeten Boerboels op latere leeftijd herplaatst worden, omdat de hond te krachtig is voor zijn baas, en agressief is. Een Boerboel gaat niet goed samen met andere honden, het is geen hond die je los meeneemt naar het strand. Tot op heden is de Boerboel niet erkend door de FCI Rasstandaard: Het Algemeen Voorkomen. De Boerboel is een grote, sterke, forse hond met krachtige spieren. Zijn bewegingen moeten vlug en lenig zijn. Zijn bouw moet forser, zwaarder en groter zijn dan de boxer, maar weer lager in de benen dan de Deense dog. Bij mannetjes moet de schofthoogte niet lager zijn dan 66 cm. en bij vrouwtjes niet minder dan 61 cm. Het Karakter. De Boerboel moet een goede geaardheid hebben, standvastig en intelligent zijn met een goed uitgebalanseerd karakter. Hij moet trouw zijn aan zijn baas, zelfs wanneer zijn leven op het spel staat. Hij moet van jongs af aan goede waakhond kwaliteiten bezitten en moet houden van alle gezinsleden, en speciaal de kinderen. Het Hoofd. Het hoofd moet groot en sterk zijn en recht tussen de oren. De bovenkaak moet sterk en breed aan de achterkant zijn met een kleine versmalling naar voren. De onderkaak moet breed aan de achterkant zijn met een kleine versmalling naar voren. En de onderkaak moet goed samenvallen met de bovenkaak en het liefst in een schaargebit. De lippen behoren los en vlezig te zijn en de bovenlippen moeten niet overhangen. De lippen mogen ook niet grof of te dik zijn. De neus moet zwart gepigmenteerd zijn en zeker niet leverkleurig. De neus of de brug van de neus moet niet te lang zijn, zo'n 8-10 cm. Dit wordt gemeten van het puntje van de neus tot aan het middelpunt waar de ogen beginnen. Het neusbeen moet recht zijn, met weinig tot geen omhooggaande lijn (zoals de boxer). 4 / 6

5 Het hoofd moet zeer zeker een "bole" hoofd zijn met een krachtige mond, die goed samenvalt met de symmetrie van het hoofd. Geen "teddybeer-look". Natuurlijk is het hoofd van het vrouwtje een stukje smaller en heeft een vrouwelijke uitstraling. De Lichaamsbouw. De nek moet stevig en gespierd zijn en in relatie staan tot het lichaam, met een los nekvel. Zijn nek moet in een rechte lijn zijn en goed tussen de schouderbladen aanhechten. De rug moet eveneens sterk en recht zijn, een beetje gebogen over de lendewervels is toegestaan. De borst moet breed, recht en gespierd zijn en het losse vel vanuit de nek moet tussen de voorpoten worden gespannen, waarbij het goed uitgerekt wordt om over de brede borst te passen. De poten moeten krachtig, recht en in staat zijn om het lichaam te dragen met zijn welgevormde, stevige voeten. Bij voorkeur de staart gecoupeerd. De vacht behoort kort en zacht te zijn De oren moeten slap en gemiddeld groot zijn en goed in relatie tot het hoofd zijn. De Kleur. Brindle, geel (leeuw), grijs, roodbruin, bruin. Witte tekeningen zijn toegestaan. Met of zonder zwart masker. We proberen het voor elkaar te krijgen om een 1-kleurige hond te fokken met geen of weinig witte tekeningen. 5 / 6

6 De Ogen. Lichtbruin, geelbruin en donkerbruin zijn toegestaan. Blauw of blauwgrijs is onacceptabel. 6 / 6